5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DB I Afdeling Beheerstrategie Registratienummer PZH-2013-413195941 (DOS-201 3-0004265) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 18 juni 2013 Portefeuillehouder Bondt, IGM, de Verzenddatum - 2 JUL 2013 w- / Paraaf Provincie F aris Geheim Nee Termijn 18 juni 2013 Onderwerp Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland Bijlagen e Biilaae 2. W C O ~ ~ij'lage l-beleidsregels regeling bescherming oevers derden definitief.doc Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van artikel 145 Provinciewet. U d~<-\sl\\e. 1. Onderwerp in kort bestek De huidige Regeling Ovemame Beschermings Oevers (Robo-regeling) dateert van 1984 en geeft een kader voor de overname van het beheer van oevers van álle derden en ongeacht of de oevers passen in een gepland trajectonderhoud. De regeling is achterhaald en dient gemoderniseerd te worden om twee redenen: - De regeling is nooit aangepast aan de toename van het aantal provinciale vaarwegen na 1984. - De regeling wordt feitelijk niet nageleefd. In verband met het beperkte budget worden oevers al sinds jaren niet actief van derden overgenomen, tenzij dit van belang wordt geacht voor gepland trajectonderhoud. Op verzoek van particulieren wordt in voorkomende gevallen het onderhoud van oevers overgenomen indien deze in slechte staat verkeren. Oevers van overheden en bedrijven met een vaarweggebonden belang worden niet overgenomen. Ook worden geen oevers overgenomen op plaatsen waar de vaarweg erg breed is en het oeverbeheer niet onmiddellijk het vaarwegbelang raakt. Als particulieren contact zoeken voor overname en de provincie acht dit op de betreffende locatie niet wenselijk dan wordt dit uitgelegd. Tot een formeel verzoek tot overname komt het dan vaak niet meer. Met de nieuwe regeling zal deze onwenselijke situatie zich niet meer voordoen. De Robo-regeling is nu een regeling van PS gebaseerd op art. 105 Provinciewet. De nieuwe regeling zal onder de nieuwe Vaarwegenverordening (VWV, geplande inwerkingtreding 1 januari 2014) worden gehangen. De regeling sluit goed aan op de Vaarwegenverordening, aangezien de vaarwegprofielen worden vastgesteld bij of krachtens de VWV. Het belang van overname van de bescherming van oevers is in principe ongewijzigd: de provincie heeft het vaarwegbeheer als primaire taak. Dat oevers in goede staat moeten verkeren, zeker daar waar de vaarwegen smal zijn, is daaraan inherent. Het beheerniveau waarnaar de provincie streeft is hoger dan van een gemiddelde particulier verwacht mag
provincie ZUID HOLLAND worden. Met de nieuwe regeling worden oevers ook daadwerkelijk alleen overgenomen waar de vaarweg smal is. De regeling geldt alleen voor particulieren en bedrijven die geen vaarweggebonden belang hebben. De overname gebeurt alleen in het kader van gepland trajectonderhoud. Bij overname door de provincie van het oeveronderhoud betaalt de oevereigenaar een eenmalige bijdrage van 250 euro per strekkende meter. Deze bijdrage is vastgelegd in de regeling en wordt jaarlijks geindexeerd. Deze bijdrage staat niet in verhouding tot de werkelijke kosten die de provincie maakt: de normkosten per meter oeververvanging worden gesteld op 2.250,-- euro. Daarbij gaat de provincie uit van een oeververvanging die een levensduur van tenminste 80 jaar zal hebben. De normen voor onderhoud die de provincie aan de oevereigenaar kan opleggen liggen veel lager. Van een particuliere oevereigenaar kan niet altijd verwacht worden dat een oever wordt vervangen als er ook nog een herstelmogelijkheid is. Ook kan van een particulier niet verwacht worden dat hij met het aanbrengen van een constructie moet uitgaan van een levensduur van 80 jaar. Voor particulieren bedragen de kosten van noodzakelijk herstel gemiddeld 300,- tot 350,-- euro per strekkende meter. Om de regeling aantrekkelijk te maken is de bijdrage die particulieren moeten betalen iets lager gesteld. Daar waar de oevers in eigendom toebehoren aan andere overheden of aan bedrijven, die een belang hebben bij de vaarweg, wordt samenwerking gezocht en gestreefd naar een evenwichtige kostenverdeling. Een actuele regeling waarin helder vastligt onder welke voorwaarden de provincie bereid is het onderhoud van een over over te nemen geeft transparantie naar buiten en vereenvoudigt de onderhandelingsgesprekken over overname van het onderhoud. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader De oude regeling is getroffen onder de vrije verordeningsbevoegdheid van PS. De nieuwe beleidsregel wordt gerekend tot de bevoegdheid van GS omdat de regels een kader geven voor de uitvoering van beheer- en onderhoudswerkzaamheden in het kader van trajectonderhoud. Daartoe zijn GS reeds bevoegd. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Het betreft voornamelijk het vastleggen van bestaand beleid ten behoeve van transparantie naar buiten, daartoe moet de oude regeling eerst worden ingetrokken. c. Relatie externe partijen De regeling werkt extern. De betreffende particulieren en bedrijven zonder vaarweggebonden belang kunnen er een beroep op doen.
provincie HOLLAND 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De huidige Robo-regeling is in 1984 door PS vastgesteld b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking Voorgesteld wordt de oude regeling in te trekken. De nieuw vast te stellen beleidsregel vormt een kader voor het sluiten van overeenkomsten dat past binnen het huidige beleid en transparant is voor de particulieren die het betreft. Aan het intrekken van de regeling zijn geen kosten verbonden, zie ook de financiële aspecten. c. Vervolgprocedure GS hebben de nieuwe beleidsregel vastgesteld op 18 juni 2013. Zodra PS de oude regeling hebben ingetrokken wordt de intrekking en de nieuwe regeling gepubliceerd en treedt de nieuwe in werking op het moment dat de oude is vervallen. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Niet rechtstreeks. Op basis van de regeling worden overeenkomsten gesloten. De kosten daarvan worden geraamd op ca. 400.000,-- euro gemiddeld per jaar. Deze kosten worden gespecificeerd en gereserveerd bij de uitwerking en begroting van een trajectonderhoud. Deze middelen zijn beschikbaar in programma 2. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar J.C. Arendse Telefoon 7320 Kamer D.402
Voordracht aan Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND van Gedeputeerde Staten Onderwerp Intrekken Regeling overname bescherming oevers Zuid- Holland van 1984 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 105, eerste lid, artikel 143, tweede lid en artikel 145 van de Provinciewet; Besluiten: In te trekken de Regeling overname bescherming oevers Zuid-Holland Den Haag, 11 september 2013 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, Voordracht aan Provinciale Staten - Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland Pagina 1 van 2
2 Toelichting De Regeling overname bescherming oevers Zuid-Holland dateert uit 1984 en is achterhaald. Een nieuwe regeling is opgesteld met de bedoeling deze in 2014 als nadere regels onder de nieuwe Vaarwegenverordening vast te stellen door Gedeputeerde Staten. Systematisch hoort deze regeling bij de Vaarwegenverordening. In de Vaarwegenverordening is de provinciale taak tot beheer van de provinciale vaarwegen en haar oevers vastgelegd. Het is in het kader van deze taak dat het beheer en onderhoud van particuliere eigenaren wordt overgenomen. Tot 2014 zullen GS deze regels als beleidsregel hanteren. Dat kan omdat zij een kader geven voor een uitvoerende taak: beheer en onderhoud van oevers. Gedeputeerde Staten zijn reeds bevoegd overeenkomsten te sluiten tot overname van de bescherming van deze oevers in het kader van groot trajectonderhoud. 3 Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? Een actuele regeling die aansluit bij de huidige en toekomstige beheerpraktijk. De oude regeling intrekken, de nieuwe sluit aan de actuele beheerpraktijk Aan het intrekken van de oude regeling zijn geen kosten verbonden. Den Haag, 18 juni 2013 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom J. Franssen Voordracht aan Provinciale Staten - Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland Pagina 2 van ;
Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid Holland Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op hun taken tot instandhouding en bescherming van de vaarwegen als neergelegd in de Vaarwegenverordening; Overwegende dat het wenselijk is een vaste gedragslijn vast te stellen omtrent de afweging van belangen bij het verzoek om overname door de provincie van de bescherming van oevers die in eigendom toebehoren aan derden. Besluiten vast te stellen de volgende regeling: Artikel 1 Definities Krap profiel: deel van de vaarweg dat smaller is dan of gelijk aan het op dat deel van de vaarweg vastgestelde vaarwegprofiel; Trajectmatig onderhoud: uitvoering van planmatig grootschalig onderhoud op een traject, voorafgegaan door een trajectstudie waarin het traject is onderzocht en op basis waarvan een pakket aan onderhouds- en verbetermaatregelen is uitgewerkt; Vaarweggebonden belang: een belang bij vestiging aan de vaarweg en waarbij om bedrijfs-, beroepsmatige of anderszins zakelijke redenen op enige wijze gebruik wordt gemaakt van de vaarweg. Artikel 2 Aanvraag Op aanvraag van een eigenaar van grond gelegen langs een provinciale vaarweg, zoals genoemd in artikel 2.1.2. tweede lid van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, kunnen Gedeputeerde Staten, de bescherming van oevers overnemen indien: a. de oever in een deel van de vaarweg ligt dat een krap profiel heeft én; b. de oever in eigendom is van een natuurlijke persoon of civielrechtelijke rechtspersoon zonder vaarweggebonden belang én; c. de oever niet als afmeerlocatie of laad- of loslocatie voor beroepsvaart dient én; d. de oever gepland staat voor vervanging of onderhoud binnen drie jaar na datum van indiening van de aanvraag, in het kader van trajectonderhoud. Artikel 3 Voorwaarden overname Aan de overname van de bescherming van de oever worden in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden: a. De eigenaar van de grond en de oevervoorziening betaalt een eenmalige bijdrage aan de provincie van E 250,- per strekkende meter (prijspeil 201 3). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2000=1 OO), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). b. De eigenaar draagt aan de provincie de eigendom over van de oevervoorziening en werkt mee aan het corrigeren van de oeverlijn indien Gedeputeerde Staten zulks nodig achten. C. De eigenaar van de grond verleent aan de provincie het recht om gebruik te maken van een strook grond ter breedte van ongeveer drie meter uit de (gecorrigeerde) oeverlijn, teneinde daarin inspectie te verrichten, vergraving te verrichten en noodzakelijke verankeringen aan te brengen ten behoeve van het maken, in goede staat houden en zo nodig vernieuwen van de oevervoorziening van een type dat door Gedeputeerde Staten wordt bepaald.
d. De eigenaar van de gronden en de oevervoorziening verleent aan de provincie de bevoegdheid om over een afstand van ongeveer 6 meter uit de landzijde van de nieuwe oevervoorziening de nodige verankeringen aan te brengen, te onderhouden, inspectie te verrichten en zonodig te vernieuwen. Artikel 4 Afwiikingsmoneliikheid In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van a. het in artikel 2 geduide vaarweggebied als dit uit oogpunt van doelmatig beheer gewenst is; b. het in artikel 3, onder a, genoemde bedrag. Artikel 5 Strookbreedte Indien de provincie, in verband met de aanwezige bebouwing, niet kan beschikken over de in artikel 2 onder c en d genoemde strookbreedte, kan in onderling overleg en afhankelijk van de situatie ter plaatse, de strookbreedte op andere maten worden vastgesteld opdat de onder artikel 3 onder c en d genoemde maatregelen kunnen worden getroffen voor het maken van een oevervoorziening en het aanbrengen van verankeringen. Artikel 6 Biizondere situatie Indien het in artikel 5 bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt OT inaien de situatie ter plaatse zodanig is dat het maken van een nieuwe oevervoorziening tot voor de provincie onaanvaardbare gevolgen zou leiden, zal de provincie de bescherming van de oever niet op zich nemen, dit ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. Artikel 7 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad. Tot die datum ingekomen verzoeken tot overname van de bescherming van de oevers zullen op grond van de bepalingen van de Regeling overname bescherming oevers Zuid-Holland worden afgedaan. Artikel 8 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: 'Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid- Holland". Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
Toelichting Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid Holland Algemeen Voor een doelmatig beheer van oevers van derden in provinciale vaarwegen is een meer risicogestuurde beheerstrategie nodig. De risico's voor het functioneren van de vaarweg zijn relatief hoog in vaarweggedeelten die gelijk aan of smaller zijn dan de minimaal vereiste afmetingen. Het overnemen van oevers van derden is vooral in deze vaarweggedeelten van belang. In de ruimere vaarweggedeelten is een overnameregeling niet nodig omdat daar minder eisen aan de oever worden gesteld. Artikel 2 Alleen die oevers komen voor overname in aanmerking, waar de oevers liggen in een krap vaarwegprofiel. De regeling is uitsluitend bestemd voor natuurlijke personen en bedrijvenlorganisaties zonder vaarweggebonden belang die bij de oever en de aangrenzende grond of het aangrenzende perceel geen zakelijk belang hebben. Voor deze groep kunnen de verlangde maatregelen een grote financiële belasting betekenen. Deze regeling komt daarin tegemoet. Een overnameregeling voor andere derden als bijvoorbeeld gemeenten, waterschappen en bedrijven die op een of andere wijze een belang hebben bij gronden grenzend aan de vaarweg is niet geëigend. Hoewel ook met deze groepen derden samenwerking wordt gezocht om zo kosten te besparen, zal het uitgangspunt daar veel meer zijn een evenredige verdeling van kosten. Dit blijft maatwerk per geval. Artikel 3 De hoogte van de eenmalige bijdrage doet recht aan de verantwoordelijkheid van de betrokken oevereigenaar. De hoogte van de bijdrage is bovendien laag genoeg om de drempel voor deze eigenaren op een aanvaardbaar niveau te brengen en daarmee conflicten met eigenaren om voldoende onderhoud te plegen zoveel mogelijk worden beperkt. Indexering van de bijdrage is nodig om de pas te houden met de prijsontwikkelingen. Artikel 4 In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de de hoogte van de bijdrage van derden.. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de kosten van onderhoud aan de over te nemen oever duurder is dan normaal. Hieraan is toegevoegd een lid om ook tot overname van oevers te kunnen komen als dit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten uit doelmatig beheer gewenst wordt geacht. Situaties kunnen zich voordoen waarin, aangrenzend aan het gebied waar de regeling van toepassing is, een beperkt aantal particuliere oevers een ander oeverbeheer zouden krijgen. In die gevallen kan het nuttig zijn dat de provincie het beheer overneemt om zo één aansluitend oevertype te realiseren, zeker daar waar ook de vaarintensiteit hoog is. In ruime vaarwegen kan het ook voorkomen dat tussen twee provinciale oevervakken een beperkt aantal particuliere oevereigenaren zit. Ook in deze situatie kan het gewenst zijn dat overname van het oeverbeheer mogelijk is. Ook kan op grond van deze bevoegdheid worden afgezien van overname om redenen van doelmatig beheer. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het overnemen van het onderhoud aan de over te nemen oever bijzondere risico's met zich brengt. Artikel 5 en 6 In situaties waarin onvoldoende ruimte aanwezig is voor het uitvoeren van onderhoud aan de oever moet het mogelijk zijn om alternatieve maatregelen te treffen bij de overname van het oeveronderhoud. Artikel 5 biedt de provincie mogelijkheden om hierover afspraken te kunnen maken.
Artikel 6 regelt dat als hierover geen overeenstemming wordt bereikt, of anderszins overname van het onderhoud onaanvaardbare gevolgen heeft, de provincie de bescherming van de oever niet op zich neemt.