Hanzehogeschool Groningen Academie voor Popcultuur, Leeuwarden



Vergelijkbare documenten
Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

tel Els Loeff (Stafbureau Onderwijs & Onderzoek) e.h.loeff@pl.hanze.nl

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Informatie werkplekleren

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Bijlage A Competenties van de opleiding

AVANS Hogeschool, Tilburg

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Teamscan op accreditatiewaardigheid

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Fontys Hogescholen, Tilburg

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Onderwijsregeling Minerva Academie voor Popcultuur Voltijd Bachelor Opleidingen Muziek (34739C) en Vormgeving (39111C) Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hanzehogeschool Groningen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool HBO Nederland

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Fontys Hogeschool Tilburg

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hanzehogeschool Groningen

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Avans Hogeschool. Fotografie, hbo-master; Visitatiedatum: 18 mei 2006

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Hanzehogeschool Groningen

Avans Hogeschool, Tilburg

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Christelijke Hogeschool Windesheim

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Technische Bedrijfskunde hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hanzehogeschool, Groningen

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Visitatiedatum: 27 en 28 mei 2009

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Zuyd, Sitard

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Transcriptie:

Hanzehogeschool Groningen Academie voor Popcultuur, Leeuwarden Opleiding: Muziek, hbo-bachelor; Croho: 34739 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 7 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2009

2/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 12 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 21 Onderwerp 3 Inzet van Personeel 35 Onderwerp 4 Voorzieningen 39 Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 43 Onderwerp 6 Resultaten 46 Deel C: Bijlagen 51 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 52 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 57 Bijlage 3: Bezoekprogramma 61 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 63 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 3/65

4/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 5/65

6/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Muziek van de Hanzehogeschool Groningen (HG) heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 7 mei 2009. Het panel bestond uit: De heer M.P. Schouten (voorzitter, domeinpanellid); De heer M. Twaalfhoven (domeinpanellid); De heer K.A. van der Voort (studentpanellid); Mevrouw C.A.M. van den Berg (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hanzehogeschool Groningen (HG) biedt ca. 60 bachelor- en masteropleidingen opleidingen aan. In 2009 beschikt de HG over 13 masteropleidingen. Aan de HG staan in het studiejaar 2008-2009 ca. 23.400 studenten ingeschreven. De jaarlijkse instroom bedraagt ca. 6.500 studenten. Ca. 2700 medewerkers zorgen voor de organisatie, ondersteuning en inhoud van het onderwijs. Van dit totaal vallen.ca. 1850 medewerkers (934 fte peildatum dec. 2008) onder de categorie DOP (docerend en onderzoekspersoneel). De student/ docent ratio bedraagt 25:1 (Totaal studenten/fte aanstellingen, Bron: Jaarverslag HG 2008). NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 7/65

De faculteitsstructuur is in 2004 omgevormd tot een organisatiestructuur met Schools en centrale ondersteunende diensten. Tot 2004 beschikte de HG over de faculteiten Techniek, Economie, Gamma en Kunsten. Op dit moment bestaat de HG uit totaal 19 Schools. Een School is een organisatorische, inhoudelijk samenhangende eenheid. In 2008 zijn 18 positieve accreditatiebesluiten door de NVAO afgegeven van bacheloropleidingen die in 2007 zijn gevisiteerd. De Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving (ABKV), waar de opleiding Muziek onder valt, is een van de 19 Schools. De ABKV is samengesteld uit de opleidingen van Academie Minerva (bacheloropleidingen Autonome Beeldende Kunst, Vormgeving en docent Beeldende Kunst en Vormgeving), Academie voor Popcultuur (bacheloropleidingen Muziek en Vormgeving) en Frank Mohr Instituut (Master of Fine Arts (MFA) Schilderkunst, MFA Theatervormgeving en MFA Interactive Media). De ABKV telt 980 studenten en 140 medewerkers (140 fte). De ABKV heeft in 2006 een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd mede met het oog op een gezonde financiële situatie en een nauwere samenwerking tussen de opleidingen. Er zijn teams geformeerd die gezamenlijke onderdelen verzorgen. De teams staan onder leiding van een teamleider. In 2009 is bij de ABKV een nieuwe dean aangesteld. Per 1 februari 2009 is het ABKV in samenwerking met de School of Performing Arts gestart met het inrichten van het kenniscentrum Kunst en Samenleving waarin 3 lectoraten een plaats krijgen: Lifelong Learning in Music en Arts (bestaand lectoraat), Beeld in Context (nieuw) en Popcultuur, Duurzaamheid en Innovatie (nieuw). In 2007 werden alle opleidingen van de ABKV, met uitzondering van Muziek, gevisiteerd. De opleiding Muziek van de Academie voor Popcultuur haakt aan bij de visitatie van het Prins Claus Conservatorium. Beide opleidingen hebben hetzelfde CROHO-nummer, organisatorisch valt de opleiding Muziek echter onder het ABKV. De opleiding Muziek van de Academie voor Popcultuur is bedoeld voor studenten die zich op hun vakgebied en in de popcultuur willen ontwikkelen en talentvol zijn als uitvoerend musicus, producer of componist. In 2008-2009 staan er 197 studenten ingeschreven bij de opleiding. Na de start van de opleiding in 2003 stabiliseert de instroom van studenten zich vanaf 2007 tot ca. 60 studenten per jaar. De Academie voor Popcultuur beschikt over 28 OP (onderwijzend personeel) met een totale omvang van 11,5 fte. De student/docentratio van de Academie bedraagt 17:1. De opleiding tot vormgever, welke in onderlinge samenhang met de opleiding tot Muziek wordt aangeboden, is bedoeld voor studenten die talent hebben voor alle vormgevingsaspecten die (mede) bepalend zijn voor de popcultuur. Naast de rol van uitvoerend artiest moet de student zich ontwikkelen in de rol van conceptualist, ontwerper en cultureel ondernemer. De Academie leidt op tot pop artist en biedt ruimte tot het maken van eigen accenten en persoonlijke profilering. De musicus kan zich ontwikkelen tot uitvoerend musicus, componist, en/of technicus/producent. Voor beide opleidingen geldt dat vanuit een artistiek concept de vertaling volgt naar muziek, vormgeving, beeld, geluid en performance. 8/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

De opleidingen van de Academie voor Popcultuur hebben de opleidingsprofielen van de landelijk vastgestelde competenties van de opleiding muziek en vormgeving opnieuw geordend en geïntegreerd tot een profiel Popcultuur. Via een POP werkt de student aan de ontwikkeling van zijn competenties via projecten op basis van studenten van beide opleidingen. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot de overweging van een aanvraag van een nieuwe opleiding Popcultuur voor beide opleidingen. Het panel van de visitatie van de opleiding vormgeving stond in 2007 positief tegenover deze plannen. In cursusjaar 2008-2009 werkt de HG aan een nieuwe strategisch beleidsplan, tot 2010 geldt het strategisch beleidsplan Focus 2010. Twee belangrijke strategische thema s vormen kennissamenleving en internationalisering. Kenniscirculatie wordt gestimuleerd in directe communicatie met instellingen en bedrijven. Vanuit eerder strategisch beleid en het HG-onderwijskader zijn sinds 2005 de volgende kaders verder uitgewerkt: onderwijsaanbod, onderwijsprogrammering, onderwijsorganisatie, studieloopbaanbegeleiding, Eerder Verworven Competenties (EVC s), toetsbeleid en kwaliteitszorg. De HG geeft hiermee richting aan de gemeenschappelijke doelen op het gebied van competentiegericht onderwijs, flexibilisering, internationalisering en studeerbaarheid. Ter versterking van de culturele infrastructuur in het Noorden is in 2000 besloten om het kunstonderwijs te spreiden over de noordelijke provincies. De Academie voor Popcultuur opende in 2003 haar deuren in Leeuwarden en in 2007 studeerde de eerste studenten af. Het is de ambitie van de ABKV de gezamenlijkheid van de kunstopleidingen te versterken. De strategische doelen die de ABKV zich heeft gesteld betreft de verbetering van haar positionering en profilering naast collega-instituten, opereren vanuit internationaal perspectief en de ontwikkeling tot herkenbare kennispartner in de noordelijke regio. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereiden de panelleden zich in de periode april 2009 inhoudelijk voor op het bezoek van 7 mei 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 9/65

prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juli 2009 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in augustus 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in september 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in september 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. 10/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 11/65

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Muziek Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Goed 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen HBO Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Totaaloordeel Positief 12/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Doelstellingen opleiding Facet 1.1 tot en met 1.3 krijgen het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De facetten 2.1 tot en met 2.3, 2,5 en 2.8 worden als voldoende, en de facetten 2.4 en 2.7 als goed beoordeeld. Aan facet 2.6 is voldaan. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De facetten 3.1 en 3.2 worden als goed beoordeeld. Facet 3.3 krijgt het oordeel voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Facet 4.1 wordt als voldoende en facet 4.2 als goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De facetten 5.1 tot en met 5.3 worden als goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten De faceten 6.1 en 6.2 worden als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen Positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding Positief is. NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 13/65

14/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 15/65

16/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het opleidingsprofiel sluit aan bij het landelijk opleidingsprofiel van het domein Muziek, zoals vastgesteld door het netwerk muziek van de HBO-raad in oktober 2002. Op grond van het landelijk opleidingsprofiel domein Muziek, het landelijk opleidingsprofiel domein Vormgeving (HBO-raad 2002) en een eigen analyse van de beroepspraktijk van de Popartiest heeft de opleiding zeven kerntaken en negen beroepscompetenties geformuleerd (Onderwijsregeling Academie voor Popcultuur 2008-2009). Het panel is van mening dat het profiel zorgvuldig en doordacht tot stand is gekomen. De opleiding wenst aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de hedendaagse en internationale Popcultuur. Kenmerkend daarvoor is: de multi- en interdisciplinaire praktijk, het volgen van actuele maatschappelijke trends en een sterke manifestatie in de maatschappij. De competenties van de opleiding Muziek van de Academie voor Popcultuur zijn in samenwerking met het werk- en beroepenveld vastgesteld (Notulen werkveld). Bij de integratie van de domeinen Muziek en Vormgeving is de opleiding gestuit op de grenzen van de profielen, met name vanwege het beperkte multi/interdisciplinaire karakter. De opleiding overweegt een aanvraag van een nieuwe opleiding Popcultuur. Het panel van de eerder gevisiteerde opleiding Vormgeving stond hier positief tegenover. Dit panel constateert dat het breder maken van het profiel als consequentie heeft dat studenten op vakken (als muziek) minder de diepte in kunnen gaan dan gebruikelijk bij Muziekopleidingen van conservatoria. Een onderbelicht aspect in de uitwerking van het beroepsprofiel betreft een visie van de opleiding op de filosofische kanten van de popcultuur. Wat betekent popcultuur in de samenleving? Omdat kunst, visie en inspiratie nauw samenhangen met filosofische reflectie ziet het panel dit als een aandachtspunt. Bij een vergelijking met internationale programma s, ter voorbereiding van een aanvraag CROHO Popcultuur en in verband met een eigen internationaliseringproject (ondermeer via ELIA), constateert de opleiding dat zij uniek is in haar multidisciplinaire onderwijsconcept. Dit concept wordt doorgaans als vernieuwend en interessant beoordeeld en vormt geen beletsel voor samenwerking met zowel nationale als internationale Popmuziek- als Popvormgeving opleidingen elders. Het biedt de Academie bovendien een kans om zich nationaal en internationaal als uniek te profileren.in 2006 startte de Academie een eerste internationaliseringproject waarbij uitwisseling plaatsvond met het St. Louis School of Jazz in Rome en werden gastdocenten uitgewisseld met het Music Institute in Los Angeles. De Academie werkt aan een netwerk in Noordwest en Oost Europa. In Erasmus verband werkt de Academie samen met de Tampere School for Art en Media in Finland en met de afdeling Music and Media Management van de NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 17/65

University of applied Sciences van Jyväskyläa in Finland is een Erasmusovereenkomst in voorbereiding. Verwante opleidingen in Bremen en Mannheim hebben positief gereageerd. Een van de projecten in de hoofdfase richt zich op samenwerking tussen Frieslandpop en de popkoepels uit IJsland, Denemarken, Finland en Engeland. De opleiding profileert zich binnen het netwerk van de regionale, landelijke en internationale popcultuur. De Academie is actief lid van het Fries Popnet. De opleiding werkt samen met de Rockacademie van Tilburg aan het opbouwen van een landelijk netwerk van popopleidingen. Vertegenwoordigers uit de werkveldadviesraad vinden doel en werkwijze van de opleiding voor Popcultuur uniek en zijn positief over het concept. De opleiding maakt een goede koppeling met de buitenwereld (omgeving). De Academie voert gezamenlijk met de NHL en Stenden Hogeschool projecten uit in de provincie Friesland. Het werkveld geeft aan dat er in Friesland een flinke cultuur is in Pop en in bandjes. Het constateert ook een verschuiving: er komen bandjes vanuit Groningen naar Leeuwarden. In Groningen is op de hoofdvestiging een Cultureel Café georganiseerd om uitwisseling tussen Leeuwarden en Groningen te stimuleren. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft de beroepscompetenties van de opleiding Muziek, die afgeleid zijn van de landelijk vastgestelde beroepsprofielen Muziek en Vormgeving, geverifieerd met de Dublin descriptoren (Vertaling van de Dublin descriptoren naar de generieke kernkwalificaties, 2003). De competenties van de opleiding Muziek dekken de Dublin descriptoren en de generieke hbo-bachelor kwalificaties. In de landelijk afgesproken opleidingsprofielen worden de competenties uitgewerkt met kenmerkende gedragsindicatoren, die een beginnend professional (Muziek, vormgeving) moet vertonen. Voor het opleidingsprofiel van de opleiding voor Popmuziek zijn voor ieder van de zeven kerntaken de daarvoor noodzakelijke competenties vastgesteld met de daarbij behorende noodzakelijke gedragsindicatoren. De competentie ambacht is besloten in visie en creërend vermogen. De competentie Organiserend vermogen is door de opleiding toegevoegd aan de landelijke lijst van competenties. De opleiding heeft een niveau-indeling beschreven voor basis, gevorderd en expertniveau (Handleiding Onderwijs 2008-2009). De uitwerking van de competenties is weergegeven in de Onderwijsregeling Academie voor Popcultuur 2008-2009. De negen competenties betreffen: 1. Visie en creërend vermogen, 2. Communicatief vermogen, 3. Vermogen tot samenwerken, 4. Innovatie, groei en vernieuwing, 5. Analytisch vermogen, 6. Vermogen tot kritische reflectie, 7. Omgevingsgerichtheid, 8. Ondernemerschap en 9. Organiserend vermogen. 18/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Het onderwijsconcept, het competentieprofiel en de prestatie-indicatoren komen voort uit een analyse van de beroepspraktijk (Beroepsprofiel Popartiest, hoofdstuk 3 Onderwijsregeling voor Popcultuur 2008-2009). Voor de beoordeling hanteert de opleiding (m.i.v. 2008-2009) drie niveaus: basis, gevorderden en expertniveau. Deze niveaus worden jaarlijks getoetst door de curriculum- en toetscommissie. De verplichte competenties in de afstudeerfase die op expertniveau beheerst moeten worden zijn: competentie 1, 4, 6, 7 en 9. De overige competenties die door de student op grond van zijn eigen profilering worden gekozen dienen ook op expertniveau afgesloten te worden. Twee uitgewerkte voorbeelden van de Dublin descriptor Kennis en inzicht en Communicatie betreffen de competenties 4: Innovatie, groei en vernieuwing en 2: Communicatief vermogen: - (4) De popartiest beheerst en onderhoudt de noodzakelijke vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen het eigen vakgebied te verkennen, dat persoonlijk invulling te geven en ermee te experimenteren, om zo de eigen artisticiteit verder ontwikkelen en verdiepen. Uitgewerkt in gedragsindicatoren: Treedt vanuit een onderzoekende en ondernemende geest buiten eigen kaders; voegt eigen elementen toe aan bestaand werk en verwerft nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden vanuit een professionele gedrevenheid en past deze toe. - (2) De popartiest handelt in verschillende contexten en draagt effectief en efficiënt de artistieke betekenis van popcultuur uit naar anderen. Hij verwerft en interpreteert opdrachten, onderhandelt met opdrachtvers en andere betrokkenen en presenteert en licht het werk effectief toe. Uitgewerkt in gedragsindicatoren: Draagt eigen en andermans ideeën en bedoelingen over; presenteert idee/ontwerp/product en verantwoordt gemaakte keuzes, onderhandelt met opdrachtgevers en andere belanghebbenden over organisatorische, financiële en inhoudelijke aspecten. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor dit aspect geldt tevens de argumentatie bij facet 1.1. en 1.2. De geformuleerde kerntaken en competenties zijn ontleend aan de landelijke opleidingsprofielen Muziek en Vormgeving. Daarin worden drie beroepsrollen onderscheiden: de popartiest als conceptualist, als ontwerper en als uitvoerend kunstenaar. De zeven kerntaken en de daaraan gekoppelde negen competenties heeft de opleiding beschreven in hoofdstuk 3 van de Onderwijsregeling Academie voor Popcultuur 2008-2009. Naast de rollen conceptualist, ontwerper en uitvoerend artiest NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 19/65

heeft de academie de beroepsrol cultureel ondernemer toegevoegd. De student moet zich in alle vier rollen ontwikkelen. Voor de opleiding Muziek (evenals de opleiding Vormgeving) geldt dat vanuit een artistiek concept de vertaling volgt naar muziek, vormgeving, beeld, geluid en performance. Het muziekambacht is ondergebracht bij visie en creërend vermogen. Het verschil met reguliere muziekopleidingen is dat Muziek spelen het middel is om het concept te realiseren. De Academie leidt op tot pop artist en biedt ruimte tot het leggen van eigen accenten en persoonlijke profilering. De musicus kan zich ontwikkelen tot uitvoerend musicus, componist, en/of technicus/producent. Studenten en alumni met wie het panel heeft gesproken zijn positief over de mengvorm. Ze leren creatief te managen in de omgeving van de popmuziek. Studenten geven aan de mogelijkheid te hebben om jezelf te kunnen ontwikkelen en in vrijheid te kunnen experimenteren, eigen concepten te ontwikkelen en een visie en houding aan te leren. De som van je ervaring maakt je uniek. Afgestudeerden tekenden contracten met platenlabels en/of starten een eigen onderneming. De pers is positief over studenten en afgestudeerden en de rol van de Academie voor de Popmuziek (Persanalyse door Academie periode 2008-2009). De werkveldadviesraad wordt betrokken bij ontwikkelingen in de eindkwalificaties en het onderwijsconcept (notulen Werkveldadviesraad). In gesprek met het panel bevestigt het werkveld de behoefte aan mensen die conceptueel kunnen denken en entertainen. In de platenindustrie veranderen dingen snel. De eisen die door het werkveld gesteld worden komen terug in het curriculum via opdrachten van externe partners of opdrachten die direct aan de beroepspraktijk zijn ontleend. Via de projectopdrachten ontwikkelt de student zijn competenties via een cyclisch proces. Het panel is positief over de actieve participatie in de popcultuur door studenten. Vertegenwoordigers uit het werkveld zijn betrokken bij de beoordeling van stage en het afstuderen (zie tevens facet 6.1). Het viel het panel op dat het aspect van maatschappelijke betrokkenheid redelijk mager naar voren komt als gebied waar de popkunstenaar actief kan zijn. Juist binnen jongerencultuur spelen maatschappelijke issues sterk en zouden de popartiesten veel kunnen betekenen. Het werkveld noemt wel de aandacht voor maatschappelijke projecten maar dit is nog niet zo goed van de grond gekomen. De opleiding geeft aan dat hier momenteel aan gewerkt wordt. 20/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding werkt met een competentiegericht curriculum dat aansluit op het landelijk opleidingsprofiel Muziek. De daarin onderscheiden competenties zijn door de opleiding gegroepeerd rond kerntaken van de popartiest. Voor de competentieontwikkeling kiest de opleiding voor praktijksturing en projectmatig werken. Dit is in overeenstemming met de praktijk van de popcultuur. De opleiding heeft vier leerlijnen gedefinieerd: de kern daarvan vormt de integrale leerlijn, het werken aan opdrachten. De andere lijnen betreffen de vaardigheden-, kennis- en studieloopbaanlijn. In integrale leerlijn in de propedeuse werken studenten aan thematische, levensechte opdrachten. Voorbeelden van projecten in de propedeuse betreffen Paris Hilton en Life is a Pitch (Handleidingen propedeuse 2008-2009). In de vaardighedenlijn krijgen studenten presentatietechnieken, informatievaardigheden en communicatietrainingen e.d. aangeboden. Voor muzieklessen (drums, bas, zang e.a.) kunnen studenten zich inschrijven. In de kennislijn krijgen studenten ondermeer colleges trendwatching, cultuurbeschouwen, sound (muziektheorie), onderzoek en case-study en vakken die de student op basis van zijn POP heeft geformuleerd. Bij het onderdeel Research & Development (R&D) krijgt de student begeleiding bij de inhoudelijke en organisatorische ontwikkeling van een project. Concepting valt hier ook onder. In de SLB-lijn leert de student reflecteren, feedback geven en ontvangen en doorloopt hij een p-d-c-a cyclus voor zijn eigen leerdoelen. In de stage verwerft de student integrale kennis, vaardigheden en een professionele attitude binnen een instelling of bedrijf. Daarbij komen verplichte competenties aan bod (communicatief vermogen, vermogen tot samenwerken, omgevingsgerichtheid en vermogen tot (creatief) ondernemerschap) en - op basis van de eigen profilering - vrij te kiezen competenties op gevorderd of expertniveau. Door middel van een afstudeerproject integreert de student vakinhoudelijke disciplines en demonstreert via een performance- en een portfolioassessment de competenties op expertniveau te beheersen. Studenten hebben veel ruimte voor cross-overs. Eigen profilering vindt in de hoofdfase plaats door middel van keuzeprogramma s (specialisatie en/of verbredende minor) en eigen invulling van projecten, stage en afstuderen. Ondermeer hebben studenten gebruik NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 21/65

gemaakt van de minoren: Trainer/coach (een student) en Da Vinci (vier studenten). Twee studenten volgden de minor Cross Media van de opleiding CMD NHL. De afstudeerprocedure en de invulling van het eindassessment waarborgen het niveau (zie facet 6.1). In het vervolg op de visitatie van de opleiding Vormgeving in 2007 heeft de opleiding verbeteringen aangebracht. Dit betreft ondermeer de toepassing van praktijkgericht onderzoek voor de ontwikkeling van concepten. Er is een verplichte literatuurlijst. Binnen de zogenaamde productiehuizen is aanvullende literatuur beschikbaar en worden studenten ondersteund bij het zoeken naar relevante literatuur. Voor de kerncompetentie concepting heeft de opleiding een reader ontwikkeld. Het panel is van mening dat de vakliteratuur het hbo-niveau raakt maar niet volledig overtuigend is. Het internationale gehalte is beperkt. Bij studenten was de literatuurlijst niet opvallend bekend. In de kennislijn is aandacht voor (wetenschappelijke) concepten en de toepassing ervan. De onderzoeksleerlijn heeft de opleiding in 2008 toegevoegd. Deze wordt door de opleiding nauwlettend gevolgd. Aan de recente beroepsproducten van studenten is te merken dat de opleiding meer aandacht schenkt aan onderzoeksvaardigheden. Studenten komen nog niet echt in aanraking met (toegepast) onderzoek. Het is de bedoeling dat het lectoraat m.i.v. 2010 van start zal gaan. Het panel is van mening dat de kennislijn sterker aangezet kan worden in het programma en onderschrijft de volgende aanbeveling uit de interne audit: Maak expliciete keuzes in de body of knowledge voor de popartiest en zorg voor een consequente vertaling naar het onderwijsprogramma (Auditrapport Academie voor Popcultuur, juni 2008). De opleiding heeft nauwe contacten met het werkveld voor de ontwikkeling en uitvoering van projecten, excursies, stages en afstudeeropdrachten. Dit is bevestigd door het gesprek van het panel met het werkveld en blijkt ook uit de opdrachten. Studiemateriaal wordt ontleend aan de beroepspraktijk of wordt in een gesimuleerde setting of direct in de beroepspraktijk uitgevoerd. In de productiehuizen kunnen studenten de beroepsvaardigheden binnenschools in een veilige omgeving aanleren. Deze worden geleid door een productiehuischef (docent). In de hoofdfase zijn de opdrachten bij voorkeur afkomstig van externe opdrachtgevers die door studenten zelf of door het projectbedrijf van de Academie voor Popcultuur zijn verworven. Er wordt samengewerkt met bekende Festivals zoals Oerol en Freeze Festival, Festival The internationals voor Fryslan POP, dat streeft naar duurzame talentontwikkeling, en het Noorderslag Eurosonic waarbij aansluiting gezocht wordt met creativiteit en bedrijfsleven. De opleiding geeft aan dat in 2008-2009 ca. 50 studenten een activiteit in het kader van onderwijs in het buitenland hebben uitgevoerd. Met ingang van 2009 wordt de werving van het projectbedrijf verbreed van de noordelijke regio naar landelijk en worden niet alleen culturele maar ook maatschappelijke organisaties benaderd. Streefcijfers: 50% opdrachtgevers actief buiten regio, waarvan 15% internationaal. Studenten krijgen te maken met mediagebruik, het toeren, onderhandeling met platenmaatschappijen en andere zaken. Door de consultatiegesprekken met docenten (vakmensen uit de praktijk) komen studenten eveneens in aanraking met de beroepspraktijk. Opdrachten worden mede beoordeeld door experts uit de beroepspraktijk. 22/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

De Academie staat open voor initiatieven uit de omgeving. Vragen komen ook van studenten zelf. Het team stelt de thema s vast, het kernteam bepaalt de kaders zoals thematiek en maatschappelijke betrokkenheid. De actualiteit is leidend. Binnen het productiehuis kunnen maatschappelijke projecten geadapteerd worden. Zo werd meegewerkt aan een project voor activiteiten voor hangjongeren in samenwerking met de gemeente Heerenveen. De opleiding wenst aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de hedendaagse en internationale Popcultuur (facet 1.1). Qua internationalisering heeft de Academie/opleiding een oriëntatie op ondermeer Bremen, Finland, Denemarken en Engeland. Via gastlessen komen ook invloeden uit andere landen en culturen binnen de opleiding: er is een Gastcollege Brazilië project. Een van de studenten is betrokken bij een uitwisselingstraject. Vooralsnog acht het panel het multiculturele gehalte van de opleiding beperkt (zie tevens facet 3.3). Een 4 e jaarsstudent gaf in het panelgesprek aan positief te zijn over de muziekvakken (muziektheorie, solfège) in het eerste jaar. Het panel hecht hier ook waarde aan. De opleiding geeft aan dat in de nieuwe opzet van het eerste jaar en de hoofdfase muziektheorie en solfège geïntegreerd worden in de instrumentele lessen en in het gecombineerde flankerende onderwijs Sound & Vision. Daarnaast kunnen studenten individuele consults aanvragen. Daarmee speelt de opleiding in op de niveauverschillen en behoeften van studenten. In blokenquêtes en de recente STO 2009 tonen studenten zich i.t.t. eerdere jaren positief over de actualiteit van de opdrachten. Studenten zijn tevreden over de contacten met het werkveld en redelijk tevreden over de kwaliteit van het studiemateriaal (STO 2009). Studenten zijn verder redelijk tevreden over de mogelijkheden van een oriëntatie op een internationale werkomgeving. In de curricula wordt door de hogeschool gestuurd op ondernemerschap (een van de kernwaarden). Docenten hebben de mogelijkheid om een internationale masteropleiding te volgen. Zeven docenten van de School Academie voor Beeldende Kunst maken hier gebruik van. Dit facet wordt als voldoende beoordeeld. De opleiding heeft een sterke geïntegreerde praktijkcomponent in het curriculum. Versterking kan plaatsvinden van de kennisleerlijn, de verplichte en vrij te gebruiken (internationale) vakliteratuur en de toepassing van onderzoek. Dit wordt door de opleiding herkend. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 23/65

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma dekt de eindkwalificaties. Voor 50% is dit ingevuld door de opleiding en voor 50% vult de student dit zelf in via te verwerven competenties met daaraan gekoppelde normen zoals vastgelegd in het POP. Voor de niveaubepaling en beoordeling zijn door de opleiding gedragsindicatoren benoemd (Onderwijsregeling Academie voor Popcultuur 2008-2009). De opleiding heeft een structuur ontworpen waarbinnen geen vastomlijnde afstudeerrichtingen zijn, maar waarbij de keuze van de student leidend is voor de invulling van de studieloopbaan. De zeven kerntaken en negen competenties van het opleidingsprofiel Popmuziek vormen daarbij de ruggengraat van de opleiding. De competenties zijn rechtstreeks ontleend aan het landelijk beroepsprofiel en getoetst op de dekking van de Dublin descriptoren. De student werkt in elke fase van de opleiding rechtstreeks aan het verwerven van deze competenties. In de handleidingen geeft de opleiding per kerntaak weer wat de beroepsrollen zijn, aan welke competenties gewerkt wordt, welke gedragsindicatoren van toepassing zijn en wat de normering hierbij is (Studenten- en docentenhandleidingen 2008-2009). Per blok worden de algemene prestatie-indicatoren en specifieke normen aangegeven. De opleiding wenst de studenten- en docentenhandleidingen verder te expliciteren en ook de prestatie-indicatoren verder uit te splitsen naar de niveaus basis, gevorderd en expert (Opleidingsplan 2008-2009). In de hoofdfase formuleert de student in overleg met de studieloopbaanbegeleider de te ontwikkelen competenties en het streefniveau in een bepaalde periode. Dit legt de student vast in zijn POP. De normen en wijze van beoordeling, zoals overeengekomen met de SLB er, worden eveneens opgenomen in het POP. Het programma wordt vormgegeven via een 4-jarig voltijds hbo programma. Ieder studiejaar kent twee semesters van elk twee onderwijsperiodes (blokken). In het propedeutisch jaar ligt de nadruk op het verwerven van alle kerntaken en competenties op beginnend niveau. Het artistieke concept is binnen de opleiding het uitgangspunt op basis waarvan de student zich verder ontwikkelt. De kerntaken 1 tot en met 3 betreffen de voorwaardelijke fasen die betrekking hebben op het artistieke concept. In de hoofdfase komen deze kerntaken als volgt terug in het curriculum: in de verplichte competenties tijdens de stage (kerntaak 2); in de verplichte competenties van het afstuderen; als keuze in specialisatie of individuele profilering; impliciet in de productiehuizen en het flankerend onderwijs. De vier blokken zijn thematisch ingericht, aan de thema s zijn projecten gekoppeld. De student formuleert de eigen leerdoelen in zijn Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). Alle competenties komen op basisniveau aan de orde. In het 1 e project Gekkenhuis wordt bijvoorbeeld gestart met het projectmatig ontwerpen van een artistiek concept voor een multidisciplinair event dat vervolgens ook opgevoerd wordt. Jaar twee, semester een, van de hoofdfase betreft een kernprogramma (30 EC) met verplicht te verwerven competenties uit kerntaken vier en vijf (innovatie, groei en vernieuwing en analytisch vermogen) en 30 EC eigen profilering in semester twee. Met uitzondering van ondernemerschap komen alle competenties aan bod. Jaar drie start met een stage van 30 EC. 15 EC betreft verplichte competenties (2, 3, 7 en 9) en 15 EC vrij te 24/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

kiezen competenties op basis van de eigen profilering. Beiden op gevorderd of expertniveau. Semester twee kan ingevuld worden door een vrij te kiezen minor of via keuzeblokken of keuzemodulen van in totaal 30 EC die de student moet verantwoorden in zijn POP. Jaar vier betreft de specialisatiefase (30 EC) waarin kerntaken 1 t/m 7 aan de orde komen. Hierbij maakt de student een keuze uit compositie, uitvoerend muzikant of producer/technicus. Het tweede semester betreft de afstudeerfase met daarin 15 EC verplichte competenties op expertniveau (dit betreft kerntaken 1, 4, 6, 7 en 9) en 15 EC ruimte voor de eigen profilering op expertniveau (Afstudeerhandleiding 2008-2009). Flankerend onderwijs rond de projecten wordt gegeven in de productiehuizen. De basis van een productiehuis is identiek, ieder productiehuis heeft een andere insteek. Het productiehuis The office richt zich bijvoorbeeld op het ondernemende aspect. Onderdeel van de hoofdfase is het verplichte kernprogramma projectmanagement. In de R&D lijn werken studenten aan reflectie, professionele persoonlijke ontwikkeling en onderzoeksvaardigheden. Uit het panelgesprek met studenten trekt het panel de conclusie dat deze leerlijn professioneler ingevuld kan worden. Het ambacht muziek kan in dienst staan van een project of als ambacht centraal staan. Muzieklessen waaronder bas, drums, gitaar, toetsen en zang worden gegeven in het flankerend onderwijs. Wanneer studenten zich verder willen specialiseren in andere instrumenten, dan hebben studenten de mogelijkheid om extern onderwijs te volgen. Wanneer het in het POP past dan zijn studenten vrij om muziekvakken buiten de deur te organiseren, bijvoorbeeld bij het conservatorium in Groningen. De beoordeling van de verworven competenties per blok vindt plaats via een integraal assessment (zie tevens facet 1.2 en 2.8). Uit de inzage in de producten merkt het panel op dat de maatschappelijke context niet zo snel meegenomen wordt door studenten (alertheid op ontwikkelingen in de samenleving en de integratie daarvan in de eigen beroepspraktijk). De verbinding van traditie, actualiteit, theorie en visie kan sterker ondersteund worden door de kennis en onderzoekslijn. In dat kader kan ook de aandacht voor de filosofische kant van de Popcultuur genoemd worden (zie tevens 1.1). De R&D lijn kan ook steviger ingevuld worden. In recente evaluaties waarderen studenten het onderwijs met een 6,8, hetgeen iets onder het HG gemiddelde ligt. Dit facet wordt als voldoende gewaardeerd. Actief gebruik maken van maatschappelijke thema s en de onderbouwing van het ambacht verdienen meer aandacht. Het panel is van mening dat voor de balans een maatschappelijke onderbouwing en verbreding gewenst is. Het flankerend onderwijs ter ondersteuning van de competentieontwikkeling van studenten kan sterker aangezet worden. NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 25/65

Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De horizontale en verticale samenhang in het programma krijgt gestalte door vier samenhangende leerlijnen: - de integrale leerlijn waarbinnen projecten uit de beroepspraktijk gestalte krijgen; - het verwerven van vaardigheden gerelateerd aan de projecten; - het verwerven van kennis als ondersteuning van het werken aan de projecten; - de ervarings- en reflectieleerlijn. Het programma kent een concentrische opbouw. Het onderwijs is ingericht rond de 7 kerntaken welke de studenten in een toenemende complexiteit moet gaan beheersen. De kerntaken zijn gebaseerd op de beschrijving van het beroep en de voorkomende beroepsrollen. In de propedeuse komen alle kerntaken en competenties op basisniveau aan bod. Gedurende de jaren daarna verwerft de student de competenties in een toenemend niveau via het vaste verplichte studieprogramma (kernprogramma, stage en afstuderen) en via de keuzeblokken (specialisatie, minor en individuele profilering). De kern vormt de integrale leerlijn die gedurende de opleiding een steeds grotere plaats in gaat nemen. Het flankerende onderwijs in de vorm van de kennis- en vaardighedenleerlijn is gedurende de studiejaren minder nadrukkelijk als vooraf geplande en aangereikte leersituatie aanwezig (zie facet 2.2). De integrale leerlijn kent de volgende fasering: oriënteren, analyseren, startdocument waarin doelen en definities zijn opgenomen, uitvoeren, evalueren, verbeteren/aanvullen, integraal verwerven van kennis en vaardigheden. De plaats van reflectie is in belangrijke mate aanwezig binnen alle leerlijnen en in het bijzonder bij de integrale leerlijn. De aandacht voor de profilering van de student in de aankomende beroepspraktijk vormt een sterke verbindende factor. De SLB er heeft ook aandacht voor de kwalitatieve en kwantitatieve studievoortgang, te maken keuzes en mogelijke blokkades bij de student. In het propedeutisch jaar ligt de nadruk op het verwerven van alle kerntaken op beginnend niveau. Dit vormt het uitgangspunt op basis waarvan de student zich verder ontwikkelt. De projecten zijn zodanig opgesteld dat een kernprobleem van het beroep aan de orde wordt gesteld, waarbij het verwerven van alle competenties verbonden aan de kerntaak uit het beroepsprofiel in samenhang aan bod komt. In de achtereenvolgende projecten worden eerder geleerde vaardigheden, kennis- en attitudeaspecten toegepast. De complexiteit van de projecten neemt gedurende de opleiding toe. Ieder project voegt nieuwe competenties toe en/of heeft een verdiepend karakter. In de hoofdfase werken studenten, deels binnen eigen projecten, aan een samenhangende set competenties gekoppeld aan kerntaken. Voor het vrije studiedeel 26/65 NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt)

heeft de SLB er een belangrijke taak om de samenhang en toename van de complexiteit te bewaken. De normering wordt opgenomen in het POP van de student. Het flankerend onderwijs in de hoofdfase wordt door de productiehuizen welke ingericht zijn rond thema s direct in zijn context aangeboden. Hierdoor wordt een directe verbinding gemaakt tussen praktijk en theorie. Naast het vaste aanbod moet de student gedurende de opleiding zelf steeds meer op zoek gaan naar aan te leren kennis en vaardigheden, passend bij zijn persoonlijke leerdoelen zoals geformuleerd in het POP. Want, zo stelt de opleiding, deze vaardigheid moet hij ook beheersen in de latere beroepsuitoefening gezien de snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit wordt ondersteund door de studieloopbaanlijn. De student doorloopt, begeleidt door de SLB er, op microniveau steeds een kwaliteitscyclus. In de stage verwerft de student integrale kennis, vaardigheden en een professionele attitude direct binnen een instelling of bedrijf. De opleiding meet systematisch de samenhang. De opleiding geeft aan dat de samenhang in vergelijking met het voorgaande vakgerichte onderwijs versterkt is. De tevredenheid over de samenhang in de propedeuse scoorde in 2007-2008 voldoende. Studenten in de hoofdfase waren in dat jaar minder tevreden over de samenhang, hetgeen de opleiding toeschrijft aan de overgang van oud naar nieuw onderwijs. In de recente STO 2009 scoort de samenhang iets onder het HG-gemiddelde. Studenten geven in deze evaluatie daarnaast aan minder tevreden te zijn over de aansluiting van de stage bij het overige onderwijs. Om zicht te krijgen op de samenhang van de vrij in te vullen studieonderdelen is een aparte evaluatie hiervan mogelijk gewenst. Temeer omdat hoofdfase studenten aangaven wat minder tevreden te zijn over de samenhang dan propedeusestudenten. Dit facet wordt als voldoende beoordeeld. De aansluiting van het onderwijs bij de stage en de samenhang van het onderwijs in de hoofdfase betreffen aandachtspunten. Facet 2.4 Studielast Goed Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De Academie voor Popcultuur biedt een studeerbaar programma via regelmatige toetsing en feedback, samenhang in het curriculum, een duidelijke normering (waaronder ook het BSA), diverse vormen van begeleiding en een flexibele opzet van het programma waarbij de student voor een groot deel zelf de eigen leerweg vormgeeft. Via de blokevaluaties en het instellingsbrede STO wordt de studielast regelmatig getoetst. In de zelfevaluatie geeft de opleiding aan dat studenten in de propedeuse- en hoofdfase respectievelijk gemiddeld 30 en 33 uur aan de studie besteden. Dit komt overeen met de weergave van studenten tijdens het panelgesprek. NQA - visitatie Hanzehogeschool, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt) 27/65