EUROPESE COMMISSIE. Zijne Excellentie de Heer Karel DE GUCHT Minister van Buitenlandse Zaken Karmelietenstraat 15 B BRUSSEL

Vergelijkbare documenten
Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2010)9601 definitief

Betreft : Steunmaatregel nr. N 247/2004 België Steun voor gecombineerd vervoer in het Waalse gewest

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteunmaatregel nr. N 390/2005 België De bouw van overslagfaciliteiten op de spoorlijn Lanaken - Maastricht

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)529fin

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3).

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

Steunmaatregel N 651/ België Financiering van een terminal voor het intermodaal vervoer van continentale containers

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

Steunmaatregel van de staten N 786/2000 België (Vlaanderen) Speciale maatregelen voor de glasgroente- en glassierteeltbedrijven

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek

Steunmaatregel nr. N 567/99 België (Waals Gewest) 2de Waals plan voor steun aan de binnenvaart

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)4647fin. Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling.

Steunmaatregel N 213/2005 Nederland Subsidieregeling ten behoeve van de vervanging en retrofit van scheepsdieselmotoren in de binnenvaart

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 21.III Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 10.V.2007 C(2007)1939 def. Steunmaatregel N 682/ België

Brussel, C(2012) 7541 final

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2012) 9473 final

Steunmaatregel nr. N 208/2000 Nederland Subsidieregeling voor openbare inland terminals (SOIT)

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

3. Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel.

Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten.

Aangezien de aangemelde maatregelen reeds van kracht waren, is de steunregeling overgeheveld naar het register voor de niet-aangemelde steun.

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2014) 673 final

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL.

Betreft: - Staatssteun Nederland (Flevoland) - Steun No N 516/2003 Schoolfruitproject Flevoland

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2009)9833. Steunmaatregel nr. N 492/ België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama.

Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland

Staatssteun nr. N 833/2000 NEDERLAND Besluit Subsidies Technische Ontwikkelingsprojecten

Staatssteun - Nederland (Groningen) SA (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Steunmaatregel N 588/2006 Nederland "Subsidieregeling vitaal Gelderland" Excellentie,

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen.

Steunmaatregel N 4/2004 België Waals steunplan voor de binnenvaart

Steunmaatregel N 253/ Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus NL EB 's-gravenhage

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteunmaatregel N 622/2005 Nederland

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,

Steunmaatregel N 450/ Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Ghana

Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden

Steunmaatregel N 515/ België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest"

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Steunmaatregel nr. N 217/ Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

Staatssteun/ Nederland Steunmaatregelen nrs. NN 59/03, ex N 665/02 en N 667/02 Veemarkt Leeuwarden

Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. NN 152/2001 (ex N 516/2001) - Nederland Digitale Universiteit

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) België (Vlaanderen)

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving.

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun /België SA (2012/N) "Vergoeding van de schade aan de landbouw als gevolg van de droogte van het voorjaar 2011"

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 641/ Steun voor de ui-sector

2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen

2. Bij brief van 16 mei 2007 is aanvullende informatie medegedeeld.

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2015/N) België Verlenging van de steun aan de koopvaardijvloot en aan de bagger- en sleepvaartsector

Staatssteunmaatregel NN 39/2006 België Reddingssteun voor de onderneming De Poortere Frères SA

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 33/2002 Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen

Staatssteun & Staatssteun en de crisis

Handreiking diensten van algemeen economisch belang

Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: I. PROCEDURE BESCHRIJVING

Steunmaatregelen van de Staten N 746/01 - Nederland Steunverlening aan de Nederlandse filmindustrie

Staatssteun nr. N 291/ Nederland Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (Bsik)

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Steunmaatregel N 438/2002 -België Subsidies voor de havenbedrijven voor de uitvoering van overheidstaken

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel nr. NN 98/2002 ex N 391/2002 Verbetering van de energie-efficiëntie in de glastuinbouw

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2011) 5801 def.

EUROPESE COMMISSIE. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van BETREFFENDE STEUNREGELING SA (2013/C) (ex 2012/NN) door België ten uitvoer gelegd

Betreft: Steunmaatregel SA (2015/N) België Bevordering van gecombineerd (intermodale transporteenheden) en verspreid goederenvervoer per spoor

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2000) D/

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C (2004)2206 fin

1) Bij brief van 16 november 2005 heeft de Nederlandse overheid de bovengenoemde steunmaatregel aangemeld.

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 124/2007 Uitbreiding van de gewasschadeverzekering in de fruitsector tot vorstschade

De Vlaamse autoriteiten hebben op 10 juli 2003 een decreet goedgekeurd teneinde een systeem van warmtekrachtcertificaten in te voeren.

Publiek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties. Evaluatierapport Opgemaakt door de Commissie kaaimuren

Transcriptie:

EUROPESE COMMISSIE Brussel,16.XI.2004 C(2004)4361fin Betreft: Steunmaatregel nr. N 344/2004 België Verlenging van regeling N 550/2001 inzake publiek private samenwerking voor laad- en losinstallaties Excellentie, I. Procedure 1. Bij schrijven van 30 juli 2004 hebben de Belgische autoriteiten namens het Vlaamse Gewest, de Commissie, overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag van bovengenoemde steunregeling in kennis gesteld. Deze kennisgeving is door het Secretariaat Generaal van de Europese Commissie geregistreerd op 4 augustus 2004 onder Nr. N 344/2004. II. Beschrijving van de steunregeling 2. De aangemelde steunregeling is een verlenging van de regeling Publiek Private Samenwerking voor laad- en losinstallaties (hierna de PPSregeling), waarvoor de Commissie toestemming heeft gegeven bij Besluit C (2001)3944 van 11 december 2001 1. Afgezien van enkele kleinere wijzigingen blijft de oorspronkelijke regeling onverkort van kracht onder dezelfde door de Commissie goedgekeurde voorwaarden. 3. De PPS-regeling beoogt de binnenvaart in het Vlaamse Gewest te bevorderen door de aanleg van laad- en losinstallaties 2 langs de Vlaamse waterwegen teneinde de toegankelijkheid daarvan te vergroten en een efficiënt gebruik van de bestaande capaciteit te stimuleren. 1 2 Gepubliceerd in PB C 24 van 26.01.2002. De aangemelde regeling omvat zowel publieke terminals als gebruikersspecifieke terminals. Bij de publieke terminals is de particuliere eigenaar de operator van de installatie, die op nondiscriminerende basis open en toegankelijk is voor alle potentiële gebruikers. Bij de gebruikersspecifieke terminals geeft de private partner bij het gebruik van de installatie voor het laden en lossen aan zijn eigen goederen voorrang. De private partner heeft dan wel de plicht om derden gebruik te laten maken van de installatie wanneer er voldoende capaciteit beschikbaar is. Zijne Excellentie de Heer Karel DE GUCHT Minister van Buitenlandse Zaken Karmelietenstraat 15 B - 1000 BRUSSEL Europese Commissie, B-1049 Brussel - België. Telefoon: (32-2) 299 11 11.

4. De steunregeling, die is gebaseerd op het Vlaamse decreet van 18 december 1992, biedt overheidsfinanciering via publiek private samenwerking (PPS) voor de bouw van infrastructuur van binnenvaartterminals, waarvan het Vlaamse Gewest eigenaar zal blijven. De private partner krijgt het recht om de infrastructuur te exploiteren voor een beperkte periode tegen betaling van een concessie/licentievergoeding. De private partner is ook verantwoordelijk voor het normale onderhoud van de infrastructuur; uiteraard alle kosten voor de op de infrastructuur op te richten en moet nog aan een aantal andere verplichtingen voldoen 3. 5. De PPS-regeling zal voor zes jaar worden verlengd (2005-2010) 4. Het oorspronkelijke jaarlijkse budget van 8,5 miljoen euro wordt verhoogd tot 10 miljoen euro. De overheidsfinanciering mag nooit meer dan 50% van de totale projectkosten bedragen en tot 80% van de subsidiabele infrastructuurkosten mag worden gesubsidieerd 5. De totale projectkosten mogen geen aan de exploitatie van de installatie verbonden kosten omvatten. 6. Indien de private partner bijkomende financiering ontvangt door andere regelingen, moet daarbij rekening worden gehouden bij de berekening van de participatie van de regering in het kader van de PPS-regeling. 7. De verlengde PPS-regeling blijft open en toegankelijk voor alle geïntereseerde bedrijven, private en overheidsbedrijven, ongeacht hun nationaliteit of activiteit. Iedere geïnteresseerde partij kan een aanvraag indienen voor medefinanciering bij de bevoegde waterwegautoriteit. De projecten waarbij het rendement van de publiek-private samenwerking het hoogste is (RoI) 6 (6 % of meer), worden geselecteerd. Vervolgens wordt een overeenkomst gesloten inzake de financiering en de gegarandeerde verkeersstromen tussen de particuliere investeerder en de bevoegde waterautoriteit. 8. Na het sluiten van deze overeenkomst wordt de aanbestedingsprocedure voor de bouw van de instasllatie gestart en na voltooiing daarvan sluit de bevoegde waterwegautoriteit met de private partner een concessieovereenkomst of verleent een vergunning voor het gebruik van de installatie. 9. Wat de subsidiabele kosten betreft voorziet de verlengde regeling in medefinanciering van nog andere infrastructuuronderdelen, zoals vergaarbakken en bunkers voor de opslag van materialen tijdens het laden 3 4 5 6 Bijvoorbeeld de verplichting om binnen 10 jaar een van tevoren vastgestelde minimum ladingomzet te bereiken; als deze omzet niet wordt gehaald moeten er boetes worden betaald aan het Vlaamse Gewest. Deze boetes kunnen in het uiterste geval van geen overslag resulteren in een boete die op kan lopen tot het totale steunbedrag. De looptijd van de door de Commissie in 2001 goedgekeurde regeling was 5 jaar. Op basis van de reeds binnengekomen aanvragen wordt geschat dat de verhouding subsidiabele infrastructuurkosten en totale projectkosten gemiddeld ongeveer 1/3 bedraagt. Derhalve zal de daadwerkelijke steunintensiteit ten opzichte van de totale projectkosten gemiddeld minder dan 30% bedragen. RoI = verwachte ladingomzet over 10 jaar/bedrag aan overheidsparticipatie. 2

en lossen, overkapping voor de conditionering van de goederen tijdens de behandeling en laad- en los/persleidingen voor het transport van vloeibare bulkgoederen. Deze kosten waren niet subsidiabel volgens de oorspronkelijke PPS-regeling. De Vlaamse autoriteiten stellen echter dat voor deze infrastructuuronderdelen constructies nodig zijn die permanent zijn bevestigd aan of gebouwd in de grond of de kade. Wat bovendien met deze kosten tot de subsidiabele kosten te rekenen wordt beoogd, is optimalisering van de modal shift van wegvervoer naar binnenvaart ter uitbreiding daarvan. Kosten met betrekking tot superstructuur en mobiele activa zullen niet worden gefinancierd 7. 10. De Vlaamse autoriteiten benadrukken ook dat meer kosten subsidiabel maken impliceert dat de steunintensiteit relatief gezien gelijk zal blijven, aangezien in geval van medefinanciering van een extra onderdeel de totale financering nog steeds beneden de 50% van de totale uitgaven zal blijven. Volgens hen zullen in bepaalde gevallen de beoogde veranderingen in de verlengde PPS-regeling leiden tot een tijdelijke verlaging van de totale steunintensiteit. Immers bij een stijging van het totale aantal gefinancierde kostenelementen, terwijl het maximale totale bedrag aan medefinanciering ongewijzigd blijft, zal het bedrag aan medefinanciering in absolute zin afnemen. 11. Tegelijk met de aanmelding van de verlenging van de regeling stuurden de Vlaamse autoriteiten de Commissie ook een evaluatierapport waarin de door de toepassing van de PPS-regeling verkregen resultaten vermeld staan. III. Beoordeling van de steunmaatregel 12. De Commissie constateert dat de hierboven beschreven PPS-regeling zal worden verlengd onder dezelfde voorwaarden als die welke in 2001 zijn goedgekeurd. De regeling zal wel een paar lichte wijzigingen ondergaan: i) de maatregel geldt nu voor zes jaar, ii) het jaarlijks budget wordt verhoogd tot 10 miljoen euro en 111) er worden nog enkele infrastructuuronderdelen aan de lijst van subsidabele kosten toegevoegd. Aanwezigheid van steun 13. Artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag luidt als volgt: Behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten nadelig beïnvloedt. 7 Met infrastructuur wordt uitsluitend de vaste infrastructuur bedoeld en subsidiabele kosten zijn bijvoorbeeld de kosten van het baggeren, kadebouw, terreinaanleg en wegverbindingen. De kosten van kranen en ander overslagmaterieel, pakhuizen, pompen enz. zijn niet subsidiabel. 3

14. De Commissie is van mening dat in het algemeen, op gebruikersniveau, overheidssubsidie voor de bouw van vervoersinfrastructuur niet mag worden beschouwd als steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, indien de infrastructuur op non-discriminatoire basis toegankelijk is voor alle potentiële gebruikers. 8 Indien de infrastructuurbeheerder echter een economische activiteit 9 verricht, dient elke overheidssubsidie voor het infrastructuurproject te worden getoetst om na te gaan of er hier sprake is van staatssteun. De Commissie beschouwt in het algemeen een open, non-discriminatoire en niet aan voorwaarden gebonden aanbesteding als het beste middel om ervoor te zorgen dat de overheidssteun beschouwd kan worden als in overeenstemming met de marktprijs voor de uitvoering van het project. 15. Zoals zij reeds heeft aangegeven in haar vorige besluit, constateert de Commissie evenwel dat met de PPS-regeling de Vlaamse autoriteiten zich bij de selectie van subsidiabele projecten/begunstigden of bij het bedrag aan medefinanciering dat in het kader van de PPS-regeling beschikbaar is niet rechtstreeks baseren op een openbare aanbesteding. Bovendien zal de medefinanciering ook worden verleend voor de aanleg van gebruikersspecifieke installaties, die de private partner bij het laden en lossen van zijn eigen goederen met voorrang zal mogen gebruiken. Onder deze omstandigheden kan de Commissie niet uitsluiten dat in bepaalde gevallen sprake is van staatssteun. 16. Tevens dient te worden opgemerkt dat, wanneer er steun wordt gegeven aan een onderneming die actief op een vrije markt, dit in de regel van invloed zal zijn op het intracommunautaire handelsverkeer. De markt voor terminalactiviteiten (laden en lossen van goederen) is vrijgemaakt krachtens de algemene regels van vrijheid van vestiging en van dienstverlening van het EG-Verdrag. De toegang tot de markt voor wegvervoer en de binnenvaartmarkt is ook volledig vrijgemaakt 10. Daarom zal de overheidsfinanciering in het kader van de PPS-regeling waarschijnlijk het handelsverkeer tussen de lidstaten beïnvloeden. 17. Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat een verlenging van de steunregeling steun inhoudt als bedoeld in artikel 87, lid 1, en in principe verboden is, tenzij zij verenigbaar mag worden geacht met de gemeenschappelijke markt op grond van in het Verdrag of afgeleide wetgeving voorziene ontheffingen. 8 Zie besluit van de Commissie van 14.9.2000 in de zaak N 208/2000, SOIT (NL). Zie ook het Witboek van de Commissie: een eerlijke vergoeding voor het infrastructuurgebruik: een gefaseerde aanpak van een gemeenschappelijk kader voor het in rekening brengen van het gebruik van vervoersinfrastructuur in de EU, COM (1998) 466 def. van 22.7.1998, Hoofdstuk 5, punt 43 en mededeling van de Commissie COM (2001) 35 def. van 13.2.2001, blz. 11, Verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening in zeehavens: van cruciaal belang voor het vervoer in Europa. 9 Volgens de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie wordt iedere activiteit die bestaat uit het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt beschouwt als een economische activiteit, zie zaak C 35-96 Commissie versus Italië, Jurispr. 1998, blz. 3851 en Europees Hof van Justitie arrest van 12.9.2000 in de gecombineerde zaken C 180/98 184/98, Pavlov. 10 Richtlijn (EEG) nr. 96/75 van de Raad, PB L 304 van 27 november 1996 (binnenvaartsector) en Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad, PB L 279 van 12 november 1993 (sector wegvervoer). 4

Ontheffing van desteunmaatregel 18. In haar vorige besluit ging de Commissie uit van een rechtstreekse toepassing van artikel 73 van het EG-Verdrag als grondslag voor de verenigbaarheid van steunverlening voor de bouw van infrastructuur. Artikel 73 van het EG-Verdrag staat steunverlening door de lidstaten toe, indien zij voldoet aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer. Verordening 1107/70 11 implementeert artikel 73 van het Verdrag en voorziet in specifieke vrijstellingen voor steun die geacht wordt te voldoen aan de behoeften aan coördinatie van het binnenlands vervoer. Deze ontheffingen zijn echter voor wat de binnenvaartsector betreft vervallen op 31 december 1999 en dus niet meer van toepassing. Derhalve kon, bij ontstentenis van afgeleide wetgeving, naar het oordeel van de Commissie artikel 73 rechtstreeks worden toegepast op investeringssteun voor de binnenvaart. Het Hof van Justitie 12 heeft echter onlangs geoordeeld dat artikel 73 niet mag worden gebruikt als rechtsgrond voor verenigbaarheid buiten het toepassingsgebied van de drie verordeningen tot omzetting van genoemd artikel. Het Altmark arrest is echter niet van invloed op de mogelijkheid om de verenigbaarheid van vervoersmaatregelen met de gemeenschappelijke markt te toetsen aan de algemene bepalingen van artikel 87 van het Verdrag, indien aan de specieke doelstellingen van de artikel wordt voldaan. 19. De hoofddoelstelling van het gecombineerd vervoerbeleid van de EG is modal shift van wegvervoer naar andere vervoersmodaliteiten. Het Witboek inzake het vervoerbeleid 13 moedigt het gebruik aan van andere milieuvriendelijke vervoerswijzen, die concurrerende alternieven moeten worden van het wegvervoer. 20. Artikel 87, lid 3, onder c) bepaalt dat steunmaatregelen om bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt mogen worden beschouwd, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. 21. Daarom acht de Commissie artikel 87, lid 3, onder c), de geschikte rechtsgrond waaraan de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van de investeringssteun ten behoeve van infrastructuur voor binnenvaartinstallaties kan worden getoetst. 22. Zoals gebruikelijk stelt de Commissie drie eisen waaraan moet worden voldaan: 11 12 13 Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad van 4 juni 1970 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, als gewijzigd. zie het arrest van 24.7.2003 in Altmark (C-280/00), Jurispr.[2003]I-7747, punt 107«..het is de lidstaten niet langer toegestaan om zich behalve de in afgeleide communautaire wetgeving genoemde gevallen te baseren op de in afgeleide communautaire wetgeving genoemde gevallen» Witboek; Het Europese vervoerbeleid tot 2010: tijd om te kiezen. COM (2001) 370 5

- De bijdrage van de staat in de totale financiering van het project moet noodzakelijk zijn voor de realisatie van het project of de activiteit in het belang van de Gemeenschap; - De steun moet op non-discriminatoire voorwaarden worden verleend; - De steun mag niet leiden tot zodanige concurrentievervalsing dat het gemeenschappelijk belang erdoor wordt geschaad. Noodzaak van de steunmaatregel 23. Al enige tijd volgt de Gemeenschap een beleid dat het goederenvervoer van de weg wil overhevelen naar andere milieuvriendelijke vervoerswijzen 14. Daarom is de Commissie van mening dat er prioriteit dient te worden verleend aan investeringen in binnenvaartinfrastructuur en dat de positie van de binnenvaart binnen het algehele vervoerssysteem moet worden revitaliseerd door vestiging/plaatsing van overslagfaciliteiten 15, die van nature knooppunten zijn voor intermodale vervoersactiviteiten. 24. De Commissie merkt op dat inlandterminals voor de binnenvaart grote investeringen eisen in infrastructuur, superstructuur en mobiele uitrusting. Indien er geen medefinanciering door de overheid was van intermodale terminalinfrastructuren, zouden economische activiteiten verrichtende operatoren daarin niet investeren, aangezien de economische levensvatbaarheid daarvan zonder overheidsfinanciering wellicht niet gewaarborgd zou zijn. 16 25. Met name in de afgelopen jaren dat de maatregel van kracht was, is er grote vooruitgang wat betreft het gebruik van binnenvaartinfrastructuur geboekt. Er ontwikkelden zich nieuwe goederenstromen en nieuwe binnenvaarttechnieken, en bedrijven vervoerden per binnenvaart goederen (vloeibare bulk b.v.) die in het verleden niet werden vervoerd. Voorts is het aantal vermeden vrachtwagenritten, berekend op jaarbasis, tussen 2000 en 2003 gestegen van 76.000 tot 211.000 17. 26. Er is echter nog steeds ernstige congestie op de Vlaamse wegen, aangezien vervoer over de weg nog altijd goedkoper is dan binnenvaart. Dientengevolge is de Commissie van mening dat verlenging van de PPSregeling nodig is, om particuliere ondernemingen te stimuleren door te gaan met investeren in terminalinfrastructuurprojecten. 14 15 16 17 Zie het Groenboek van de Commissie over een billijke en doelmatige prijsstelling, COM(1995) 691 van 20 december 1995; het Witboek van de Commissie over een eerlijke vergoeding voor het infrastructuurgebruik, COM(1998) 466 van 22 juli 1998, de Resolutie van de Raad van 14 februari 2000 inzake de bevordering van intermodaliteit en intermodaal vrachtvervoer in de EU, PB C 56 van 29.2.2000 en het Witboek; het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen. COM (2001) 370. Memorandum aan de Commissie over de beleidslijnen van het Witboek inzake een gemeenschappelijk vervoerbeleid van 18 juli 2001. Besluit van de Commissie van 14 september 2000, Zaak N 208/2000 (NL), SOIT, paragraaf 32. Zie ook de Groep van hoge ambtenaren inzake publiek private partnerschapfinanciering van transeuropese vervoersnetprojecten, eindverslag van mei 1997, blz. 25 e.v. Gegevens verstrekt in het evaluatierapport over de publiek private samenwerking (PPS) voor de bouw van laad- en losinstallaties in Vlaanderen. 6

27. De Vlaamse autoriteiten zullen, evenals bij de bestaande regeling, ook krachtens de aangemelde verlengde PPS-regeling alleen in infrastructuur investeren. De Commissie merkt op dat bijkomende subsidiabele infrastructuuronderdelen, zoals vergaarbakken, bunkers, overkappingen en los/persleidingen constructies zijn die vast zijn, of ingebouwd in de grond of de kade zelf, en daarom gelijkwaardig zijn aan de infrastructuur waarvoor de oorspronkelijke PPS-regeling geldt. 28. Voorts merkt de Commissie op dat de Vlaamse regering ook de eigendom over alle medegefinancierde infrastructuur behoudt en dat de private partner wel het recht heeft om deze voor een beperkte periode te gebruiken tegen betaling van een concessievergoeding. Laatstgenoemde blijft verantwoordelijk voor het normale onderhoud van de infrastructuur en zal alle kosten van de superstructuur op de infrastructuur dragen. 29. De krachtens de PPS-regeling subsidiabele steun wordt beperkt tot infrastructuurkosten, en het maximale bedrag aan overheidsfinanciering mag nooit meer dan 50% van de totale investeringskosten (infrastructuur en superstructuur) bedragen. De Commissie is, evenals bij de vorige besluiten, van mening dat overheidsparticipatie tot maximaal 50% van de totale projectkosten noodzakelijk is om private participatie in overslagterminalprojecten te waarborgen 18. 30. De Commissie is ook van mening dat het in het kader van de PPS-regeling beschikbare steunbedrag niet groter is dan wat nodig is voor de realisatie van de terminalprojecten. In feite zal de huidige, daadwerkelijke staatssteunintensiteit ongeveer 30% van de subsidiabele kosten bedragen, en dus aanzienlijk lager liggen dan bovengenoemde steunintensiteiten 19. Voorts is de Commissie van mening dat in bepaalde gevallen de geplande wijzigingen van de verlengde PPS-regeling de facto tot een verlaging zullen leiden van de totale steunintensiteit. Non-discriminatoire afhankelijkheid van de steun 31. De steun is toegankelijk op non-discriminatoire voorwaarden. Subsidies in het kader van de PPS-regeling zijn beschikbaar voor elke particuliere of openbare onderneming die belang stelt in de exploitatie van overslaginstallaties langs de Vlaamse binnenwateren, ongeacht de nationaliteit of activiteit van die onderneming. 32. Voorts zal de verlenging van de regeling op ruime schaal bekend worden gemaakt en de beoordeling van de aanvragen om steun en de selectieprocedure zijn gebaseerd op objectieve, algemeen bekende criteria. 18 19 Besluit van de Commissie van 31 januari 2001, Zaak N 597/2000, NL Subsidieregeling voor bijzondere bedrijfsaansluitingen op vaarwegen, Besluit van de Commissie van 14 september 2001, Zaak N 208/2000, NL SOIT, PB C 315 van 4.1.2000 en Besluit van de Commissie van 15.11.2000, Zaak N 755/1999 IT- Bozen. Dit komt omdat de private partner de infrastructuur alleen voor een beperkte tijd gebruikt, waarvoor hij consessierechten moet betalen, de infrastructuur moet onderhouden en in de oorspronkelijke staat herstellen aan het eind van de consessieperiode. 7

Bovendien wordt de onderneming die de overslaginstallatie gaat bouwen geselecteerd op basis van een openbare aanbestedingsprocedure volgens de voorschriften inzake overheidsopdrachten van de EU en België. 33. In deze omstandigheden is de Commissie van mening dat subsidies in het kader van de verlengde PPS-regeling nog steeds zullen worden verstrekt op transparante en niet-discriminerende wijze. Geen overmatige concurrentievervalsing 34. De verlengde Vlaamse PPS-regeling omvat ook diverse maatregelen en ingebouwde mechanismen ter voorkoming of beperking van een mogelijke vervalsing van de intracommunautaire concurrentie als gevolg van de steunmaatregel, die schadelijk zou zijn voor het algemeen belang. 35. De steun wordt verleend in het kader van een publiek-private samenwerking die gebaseerd is op contractuele overeenkomsten krachtens welke de private partner aanzienlijke kosten moet dragen en een belangrijk commercieel risico aangaat wanneer hij de samenwerking begint. 36. De steun is alleen beschikbaar voor de bouw van infrastructuur voor laaden losinstallaties langs de Vlaamse binnenwateren buiten de zeehavens. Er zullen dus bij het beheer van de regeling geen problemen zijn met betrekking tot concurrentie tussen zeehavens. 37. De steunintensiteit wordt gesteld op een niveau dat beschouwd wordt of als het minimum dat vereist is om de extra infrastructuurkosten verbonden aan intermodale activiteiten op de binnenwateren te compenseren en om particuliere investeerders aan te moedigen te investeren in binnenvaartterminals. 38. De begunstigden moeten zich ertoe verbinden door te gaan met het aantrekken van nieuwe of additionele vervoerstonnages naar de binnenwateren en ze moeten binnen een periode van 10 jaar een tevoren vastgestelde minimumoverslagwaarde realiseren. Indien zij hierin in gebreke blijven, moeten zij boetes betalen aan het Vlaamse gewest. Deze boetes kunnen ook bestaan uit een terugbetaling van het deel van de projectfinanciering dat overeenkomt met het niet gerealiseerde deel van het overslagvolume 20. 39. Tenslotte dient de bevoegde waterwegautoriteit er bij de evaluatie van een project op toe te zien dat de eventuele begunstigde zijn installatie niet bouwt bij een lokatie waar reeds andere installaties aanwezig zijn die voldoende capaciteit en groeipotentieel hebben en waaraan de nieuwe installatie goederen kan onttrekken. 20 Uit de gegevens in het evaluatierapport over de publiekprivate samenwerking (PPS) bij de bouw van laad- en losinstallaties in Vlaanderen blijkt dat de Vlaamse autoriteiten in 2003 de in de PPSregeling voorziene terugvorderingsclausule hebben toegepast op 8 projecten. 8

40. De Commissie is van mening dat deze maatregelen en ingebouwde mechanismen voldoende zijn om te waarborgen dat de subsidies in het kader van de Vlaamse PPS-regeling niet dusdanig concurrentievervalsend werken dat dit schadelijk is voor het gemeenschappelijk belang. 41. Tenslotte vestigt de Commissie de aandacht van de Belgische autoriteiten op de verplichtingen van Richtlijn 94/63/EG 21, artikelen 3 en 4, betreffende benzineopslaginstallaties en betreffende de terugwinning van benzinedampen tijdens het laden en lossen, wanneer er laad- en losinstallaties op de terminals worden gebouwd. 42. Bijgevolg wordt de verlenging van de PPS-regeling krachtens artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag verenigbaar geacht met het Verdrag. IV. Conclusie 43. De Commissie heeft derhalve besloten: - de gemelde steunmaatregel als verenigbaar met het EG-Verdrag te beschouwen en er geen bezwaar tegen te maken. Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt U verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat U instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op Internet: http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids. Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-Generaal Energie en Vervoer Directoraat A B-1049 Brussel Faxnummer: 0032 (0) 2 2964104 Met bijzondere hoogachting, Voor de Commissie Loyola De Palacio Vice-President 21 Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations, PB L 365 van 31.12.1994, blz. 24 9