Deel 3 Ontwikkelingsaspecten voor de kleuterschool met leerplandoelen per ontwikkelingsaspect en ontwikkelingsdoelen (ODET) vanaf p 161

Vergelijkbare documenten
ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP

Schematische voorstelling: Ontwikkelingsplan

Het ontwikkelingsplan nieuw vormingsplan voor de kleuterschool

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

Cijfers en letters. Zelfstandig spelen. Ontmoeten

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

leerlijn muzische kleuters en 1ste lj.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Sint-Nicolaas, de bisschop van Myra

Onderwijskundige doelen

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

KOKEN IN DE KLAS. hoekenfiche. Algemeen: DOELEN en ASPECTEN

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Arrangement: Sport en spel

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Eén, twee, drie en rust.

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad muziek

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

10 oktober samen met MENTOREN

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Leerplandoelen Drama (GO)

Godsdienstonderwijs vandaag

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal

Pedagogische Visie en Beleid

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

Ik hoor, ik hoor, wat jij niet ziet

Peuters - 1K 2K 3K. Basismateriaal. Aanbod peuters 1K indien nodig

Workshop. Het museum. Opzet: Aan de hand van een plan de maquette van het museum in elkaar knutselen.

Workshop. Vriendschapsbandjes

Doelen relationele vorming

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

eindtermen basisonderwijs

Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN

Overlegfiche: Onthaal

Ontwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie

Wij gaan met plezier naar school.

3 oktober samen met MENTOREN

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Secundair Onderwijs Eindtermen Artistieke Opvoeding 1ste graad

Visie (Pedagogisch werkplan)

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Voor een vlot verloop van evacuatieoefeningen binnen kleuteronderwijs.

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

Deel 1 Opvoedingsproject

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

IK ALS UNIEKE KUNSTENAAR

Wat maakt mijn kind allemaal mee in groep 1-2?

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

ontwerpleerplan Kunstenbad

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN

Overlegfiche: kiesuur

leerplandoelen derde cyclus 1 Dit overzicht lijst alle leerplandoelen van de derde cyclus op.

Opvoedingsproject. A.A. Terruwe

de leerling is geconcentreerd en toont zin voor afwerking de leerling communiceert over zijn/haar kunstbeleving

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Nieuw leerplan: Zin in leren, zin in leven

VOLO 1 visietekst muzische domeinen

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject

Schuilt er een onderzoeker in jou?

naar de kleuterschool

Onderwerp. VVKBaO. Het verloop van een sessie Scratch Junior.

basiscompetenties 3de graad muziek

Muzische opvoeding. Muzikale opvoeding. klas: doelen deelleerplan VSKO 1999

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Voorstelling leerplan godsdienst kleuter- lager en buitengewoononderwijs. enkele klemtonen. Elementen van visie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

IDENTITEITSBEWIJS Helder zicht op leren

Leerplanacademie sessie 2

Pedagogisch beleidsplan

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Beroepscompetentieprofiel gastouder

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

2.3 Leerplandoelstellingen: ontwikkelingsdoelen

Workshops voor Scholengemeenschappen. PE-DIC-idee PE-DIC-initiatief PE-DIC-in orde!

Doelenlijsten. Doelen: algemene informatie

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

Ankerpunten voor morgen

Kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Transcriptie:

Deel 3 Ontwikkelingsaspecten voor de kleuterschool met leerplandoelen per ontwikkelingsaspect en ontwikkelingsdoelen (ODET) vanaf p 161

De poorten naar de leerplannen en naar de ontwikkelingsdoelen. OWP 173 Eindtermen en ontwikkelingsdoelen (ODET) Leid-st-ers hebben een inspanningsverplichting De leerplannen van het katholiek onderwijs Kleuterschool en lagere school vormen één basisschool met een doorgaande lijn van eerste kleuterklas naar zesde leerjaar. In Vlaanderen zijn sinds het schooljaar 97-98 de eindtermen van kracht: minimumdoelen die op het einde van de basisschool bereikt moeten zijn. Voor de kleuterschool zijn er ontwikkelingsdoelen: basiscompetenties, prestaties die een kind kan leveren in een bepaalde situatie waarin het redelijkerwijze terecht kan komen. Ze worden geformuleerd voor vijf leergebieden: de lichamelijke opvoeding, de muzische vorming, Nederlands, wereldoriëntatie en wiskundige initiatie. Van de scholen wordt verwacht dat ze de decretaal bepaalde ontwikkelingsdoelen bij zoveel mogelijk kinderen nastreven. Niet alle kleuters moeten de ontwikkelingsdoelen bereikt hebben op het einde van de kleuterschool. Wel verwacht men dat kleuterleid-st-ers voldoende inspanningen leveren om met alle kinderen aan deze ontwikkelingsdoelen te werken. Ontwikkelingsdoelen achteraan dit document In de leerplannen voor het katholiek basisonderwijs hebben de samenstellers praktijktheoretische kaders geschetst voor de verschillende leergebieden. In elk leerplan vinden we algemene aanbevelingen terug voor de realisatie ervan en een doelenlijst voor het betreffende leergebied. In de meeste leerplannen bevat de doelenlijst zowel concrete doelen die betrekking hebben op specifieke kennis en vaardigheden, als algemene doelen die betrekking hebben op de positieve ingesteldheid, basiskennis, basisvaardigheden en basisattitudes. Het ontwikkelingsplan en de leerplannen sluiten bij elkaar aan Het ontwikkelingsplan beschrijft het specifieke praktijktheoretische kader voor de kleuterschool. In de uitgewerkte lijst van ontwikkelingsaspecten vinden kleuter-leid-st-ers een ruim kader om de ervaringssituaties richting te geven.bij de uitwerking van dat kader wordt nauw aangesloten bij de leerplannen. Die bieden per leergebied uitgebreide achtergrondinformatie en meer specifieke informatie over de kennis, de vaardigheden en de attitudes die tot een bepaald leergebied behoren.bovendien wordt de kleuterleeftijd in de leerplannen in een groter geheel gesitueerd: de ontwikkeling van 2,5 tot 12 jaar. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 2 van 169

In het derde deel van het ontwikkelingsplan hebben we enerzijds de ontwikkelingslijnen voor kleuters opgenomen die ook in de leerplannen zijn terug te vinden. Anderzijds vermelden we in de tweede kolom de poorten naar de leerplannen.bij elk ontwikkelingsaspect vermelden we in die tweede kolom vooral die leerplandelen waarin we meer informatie kunnen vinden betreffende dat ontwikkelingsaspect of waar we algemene en concrete doelen kunnen vinden die bij dat aspect aansluiten. De verhouding tussen leerplannen en de ontwikkeling van een kleuter, zouden we als volgt kunnen voorstellen: De kleine boomstronk in het midden, die op de grote is geënt, stelt de totale persoon van het kind voor. Het kind is geënt in de grote boomstronk, die onze cultuur voorstelt.de leerplannen krijgen voeding vanuit de cultuur en zorgen er mee voor dat het tere plantje groeikansen krijgt. Dat gebeurt echter alleen wanneer we het plantje verzorgen en zorgen voor voldoende zonnewarmte, licht en water. In team overleggen rond de leerplannenfout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Gezien de grote hoeveelheid informatie die de leerplannen bieden, is het weinig realistisch te verwachten dat kleuterleid-st-ers elke dag en voor alles die leerplannen raadplegen.om de leerplannen op een zinvolle wijze te gebruiken kunnen we wel elk jaar met het team één leerplan onder de loep nemen: wat is de inhoud, wat kan dit leerplan voor het kleuteronderwijs betekenen wat kunnen we doen om ons klasmilieu, ons aanbod, onze begeleiding, onze observaties, vanuit dat leerplan te verrijken? We stellen ons met andere woorden de vraag wat het leerplan kan bijdragen aan de kleuterschooleigen werking waarvoor we met het team hebben gekozen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 3 van 169

Tegelijk werken aan de leerplandoelen Kleuterleid-st-ers die de wegwijzers uit het eerste deel van het ontwikkelingsplan en de tips en aanbevelingen uit het tweede deel ter harte nemen, werken op een doelbewuste, kindgerichte en planmatige wijze aan alle ontwikkelingsaspecten. Als we die daadwerkelijk ervaringskansen hebben geboden, hebben we meteen een inspanning geleverd om te werken aan de doelen uit alle leerplandelen. Per ontwikkelingsaspect kunnen we in de tweede kolom van de lijst terugvinden welke doelen dat zijn. Tegelijk werken aan de ontwikkelingsdoelen Als we alle aspecten in ervaringssituaties ontwikkelingskansen geven, leveren we actief inspanningen om alle decretaal bepaalde ontwikkelingsdoelen na te streven. In de derde kolom van de lijst met ontwikkelingsaspecten vermelden we per ontwikkelingsaspect welke ontwikkelingsdoelen aan bod komen als kinderen ervaringskansen krijgen rond dat aspect. Als kleuterleid-st-ers onze tips en aanbevelingen voor goed kleuteronderwijs in de praktijk omzetten, doen ze inspanningen om maximale ervaringskansen voor alle kleuters te realiseren op het vlak van de totale persoon.daarmee voldoen ze ook aan de decretale inspanningsverplichting. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 4 van 169

POSITIEVE INGESTELDHEID 32) stilstaan bij levenservaringen 59) intens smaken 1) zich emotioneel goed voelen 2) zich als persoon iets waard voelen (zelfwaardegevoel) 3) zich als persoon present stellen 4) gemotiveerd zijn 33) zich identificeren met inspirerende figuren 34) vertrouwd worden met christelijk geloven 35) vertrouwd worden met christelijke gebruiken, rituelen en symbolen 36) vertrouwd worden met religieuze verscheidenheid 5) zich vitaal en gezond voelen MUZISCHE ONTWIKKELING DENKONTWIKKELING Basisvaardigheden 60) kennis en ervaringen selecteren en onderzoeken 61) kennis en ervaringen structureren 62) kennis en ervaringen ( creatief) voorstellen 6) plezier beleven CREEEREN EN BESCHOUWEN 63) kennis en ervaringen integreren 7) tot rust komen 8) zich geborgen voelen 9) zich verbonden voelen Expressievormen 10) interesse hebben voor anderen 11) nieuwsgierig zijn 12) initiatief nemen 37) eigen ervaringen creatief uitdrukken in muzische expressievormen 38) nadenken en spreken over eigen muzische uitingen en die van anderen 39) muzisch omgaan met lichaamshoudingen en bewegingen 40) muzisch omgaan met geluiden en muziek 41) muzisch omgaan met materialen en beelden BASISINZICHTEN 64) inzichten verwerven over natuur en techniek 65) inzichten verwerven over mens en samenleving 66) inzichten verwerven over de ruimte 67) inzichten verwerven over de tijd 68) inzichten verwerven over getallen 13) betrokken bezig zijn 42) muzisch omgaan met taal 69) inzichten verwerven over meten 14) speels, onbevangen en creatief omgaan met de wereld (muzisch) EMOTIONELE ONTWIKKELING 15) gevoelens bij zichzelf en bij anderen herkennen 16) gevoelens uitdrukken en verwerken 43) muzisch omgaan met spelend uitbeelden MOTORISCHE ONTWIKKELING Bewegingsvormen 44) grootmotorisch bewegen TAALONTWIKKELING 70) auditieve boodschappen interpreteren en er gepast op reageren 71) ervaringen verwoorden 72) ervaringen uitwisselen (communiceren) SOCIALE ONTWIKKELING 45) kleinmotorisch bewegen 73) luisteren en spreken verfijnen 17) de eigenheid van anderen respecteren 18) de eigen wijze van omgaan met anderen aanvoelen en verfijnen Motorisch competent worden 46) evenwicht bewaren 19) rollen spelen 47) de lichaamsruimte aanvoelen en gebruiken 20) tot interactie komen 48) lateraliteit en voorkeurlichaamszijde aanvoelen en h t 21) samenwerken 49) dynamisch bewegen 74) visuele boodschappen (pictogrammen) interpreteren en er t 75) boodschappen omzetten in pictogrammen 76) kennismaken met geschreven taal 77) nadenken en spreken over eigen taalgebruik en dat van anderen ONTWIKKELING VAN DE ZELFSTURING 22) zich inleven in anderen 50) aangepast bewegen in de ruimte 78) zichzelf behelpen (zelfredzaamheid) MORELE ONTWIKKELING 51) aangepast bewegen in de tijd 79) keuzes maken (kiezen) 23) ervaren wat zinvol, mooi, goed, waar is 24) regels en afspraken naleven en waarderen 25) zich oriënteren op waarden Waarnemen 26) willen beantwoorden aan de verwachtingen van vertrouwde l 27) ontdekken dat mensen iets vanuit een bedoeling kunnen doen 28) evalueren of gedragingen goed zijn GODSDIENSTIGE ONTWIKKELING 29) verwonderd zijn over de schepping 52) fysieke fitheid verwerven 80) plannen maken ZINTUIGLIJKE ONTWIKKELING 53) actief exploreren met de zintuigen 81) iets te weten komen 82) een taak begrijpen, aanvatten, volhouden en afwerken 83) problemen oplossingsgericht aanpakken 54) nauwkeurig waarnemen 84) (kritisch) reflecteren INSTRUMENTEN 55) intens kijken 56) intens luisteren 30) stil worden 57) intens voelen 85) aandachtig en geconcentreerd bezig zijn BC: 31) een religieuze verbondenheid ervaren 58) intens ruiken Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 5 van 169

1) zich emotioneel goed voelen Een gevoel van basisveiligheid en basisvertrouwen ondervinden, een veilige sfeer ervaren, zich thuis voelen, zich welbevinden; het eigen ritme kunnen en mogen volgen, zich relatief flexibel aan situaties aanpassen, de ouders stilaan kunnen loslaten, vertrouwd worden met de ruimte en de tijdsstructuur in de klas, Een veilige sfeer ervaren bij de leid-st-er zich veilig voelen op een plaats in de klas waar je de leid-st-er kan zien zich veilig voelen in een kleine groep kleuters zich veilig voelen in een grote groep kleuters. Materialen exploreren die van thuis bekend zijn materialen uit de klas exploreren nieuwe, minder bekende materialen exploreren. Genieten van de aanwezigheid van iets van thuis (een knuffel, een boek, een lapje, foto s, ) zich ook goed voelen zonder iets van thuis mee te brengen. Basisveiligheid ervaren door de manifeste aanwezigheid van rituelen, herhalingen en vaste structuur zich ook veilig voelen als vaste gewoonten doorbroken worden. Zich veilig voelen in de eigen klas zich veilig voelen op de speelplaats, in de gymzaal en in andere, minder bekende ruimtes. Zwijgzaam of luidruchtig aanwezig zijn open en actief deelnemen aan ervaringssituaties. bewegingsopvoeding p. 38-39 (D.3.2) wereldoriëntatie p. 69 (4.3 en 4.4) p. 111-112 (8.4 en 8.5) p. 120 (9.1) werkplan godsdienst p. 30-32 (A.1) p. 46-47 (schema) p. 52-53 (tekst) p. 78-81 (schema) p. 109-122 (tekst) Zie ook 15) gevoelens herkennen. Bewegingsopvoeding D.3.2 Zelfvertrouwen D.3.2.1 De kleuter houdt van rituelen, van veilige situaties, waarbinnen hij succes beleeft en waardoor dus zijn zelfvertrouwen groeit. D.3.2.2 Zijn bewegen is wel nog zoekend. D.3.2.3 De kleuter toont stilaan een rustige aanwezigheid in het eigen lichaam. D.3.2.4 Hij zoekt die ativiteiten die hem succeservaring opleveren en die zo zijn zelfvertrouwen vergroten. D.3.2.5 De kleuter voelt zich thuis in zijn lichaam en kent de grenzen van de mogelijkheden ervan. Hij geraakt stilaan vertrouwd met zijn eigen lichaam. D.3.2.6 Hij vindt een evenwicht tussen eigen handelingsstijl en acceptatie door anderen. Wereldoriëntatie 4.3 Kinderen ontwikkelen een genuanceerde kijk op hun eigen gevoelens en gaan er op een adequate wijze mee om. 4.4 Kinderen leven bewust met en genieten van hun lichaam. 8.4 Kinderen beleven bewust het ritmisch karakter van de tijd en kunnen dit illustreren. 8.5 Kinderen ervaren en uiten dat hun leven een opeenvolging van gebeurtenissen is. 9.1 Kinderen ervaren en uiten dat elke ( open ) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren daarbij een rol spelen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 6 van 169

Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 30-32 A1 Fundamentele bestaanscondities Vertrouwen p. 46-47 schema 2 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 52-53 4.2 Mag ik de kaars uitblazen? De kleuter hecht veel belang aan rituelen p. 78-81 schema 4 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 109-122 13.1Klasrituelen maken verbondenheid mogelijk 13.2 Stilte 13.3 Verdieping van dagelijkse ervaringen 13.4 Gebed en gebedsopvoeding 13.5 Symboolgevoeligheid ontwikkelen Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 7 van 169

2) zich als persoon iets waard voelen (zelfwaardegevoel) Positieve dingen horen over zichzelf en zich daardoor als persoon iets waard voelen; vertrouwen in eigen mogelijkheden (zelfvertrouwen), een positief beeld hebben van zichzelf; geloven in zichzelf (zelfzekerheid), niet te vlug twijfelen aan zichzelf en aan zijn capaciteiten; een zekere status verwerven; de eigen identiteit ontdekken; een gedifferentieerd beeld van zichzelf ontwikkelen; omgaan met eigen mogelijkheden en beperktheden; eigen grenzen kennen, aanvaarden en verleggen; samen met de leid-st-er zoeken naar activiteiten waarin eigen talenten zich verder kunnen ontwikkelen, Genieten van koesteringen en van non-verbale bevestigingen en aanmoedigingen non-verbale en verbale bevestigingen en aanmoedigingen waarderen. Genieten van succeservaringen op het vlak van prestaties en sociaal contact (ik kan al ) bewust succeservaringen opzoeken om zo het zelfwaardegevoel te vergroten. Eerder niet of aarzelend of impulsief ingaan op vragen of beslissingen van anderen zelf eenvoudige beslissingen kunnen nemen. Liever niet ingaan op nieuwe opdrachten nieuwe opdrachten uitdagend vinden. Aarzelend zoeken naar de juiste bewegingen zich zelfzeker bewegen. Zie ook ONTWIKKELING VAN DE ZELFSTURING. bewegingsopvoeding p. 34-35 (D.2.4) p. 38-39 (D.3.2) bewegingsexpressie p. 17 (6.1) wereldoriëntatie p. 68 (4.1 en 4.2) dramatisch spel p.25 (7.1) wiskunde p. 84 (DO7) muzische opvoeding p. 21 (18) beeldopvoeding p. 37-38 (SD10, SD20 en SD39) muzisch taalgebruik p. 33 (18) werkplan godsdienst p. 30-36 (A.1-A.2-B.1) p. 46-47 (schema) p. 78-81 (schema) LO 3.3 MV 6.3 WO 3.3 Bewegingsopvoeding D.2.4 Zelfconcept D.2.4.1 De primaire bewegingsdrift is het kind aangeboren: alles nodigt uit tot bewegen D.2.4.2 De kleuter beweegt aanvankelijk nog onzeker, zoekend, aftastend. D.2.4.3 Hij geeft gemakkelijk op en zoekt situaties die hij gemakkelijk aankan. D.2.4.4 Hij ervaart effecten van fysieke activiteiten op het eigen lichaam maar houdt er nog weinig rekening mee, hij volgt zijn natuur D.2.4.5 Hij experimenteert met het 'ik'. D.2.4.6 Hij vertoont een eerste aanzet tot zelfstandigheid. D.2.4.7 Angst maakt plaats voor belangstelling, hij heeft wel nood aan geborgenheid. D.2.4.8 Ten opzichte van leeftijdsgenoten eist hij de aandacht van de volwassenen op voor zichzelf. D.2.4.9 De kleuter kan speels bezig zijn met de eigen beweging; hij heeft belangstelling voor nieuwe bewegingssituaties. D.2.4.10 Hij leert door gissen, missen en lukken; hij ontwikkelt een minimum aan taakspannin attitude ten opzichte van taken. D.2.4.11 Hij begint ook te reflecteren over wat hij doet, hoe hij het doet. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 8 van 169

D.2.4.12 Hij krijgt ook beter zicht op wat hij kan of minder goed kan. D.2.4.13 Regels en normen zijn voor de kleuter absoluut, hij nuanceert niet. D.2.4.14 Hij ervaart effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam. D.2.4.15 Hij is speels bezig met de eigen beweging en lichamelijkheid. D.2.4.16 Hij toont in het experimenteergedrag dat hij de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelt. D.2.4.17 Hij voelt effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam en kan op zijn manier verwoorden dat fysieke inspanning gezond is. D.2.4.18 Hij ontwikkelt een goede hygiënische gewoonte en kan zelfstandig gebruik maken van bv gymschoenen, aangepaste kledij. D.3.2 Zelfvertrouwen D.3.2.1 De kleuter houdt van rituelen, van veilige situaties, waarbinnen hij succes beleeft en waardoor dus zijn zelfvertrouwen groeit. D.3.2.2 Zijn bewegen is wel nog zoekend. D.3.2.3 De kleuter toont stilaan een rustige aanwezigheid in het eigen lichaam. D.3.2.4 Hij zoekt die activiteiten die hem succeservaring opleveren en die zo zijn zelfvertrouwen vergroten. D.3.2.5 De kleuter voelt zich thuis in zijn lichaam en kent de grenzen van de mogelijkheden ervan. Hij geraakt stilaan vertrouwd met zijn eigen lichaam. D.3.2.6 Hij vindt een evenwicht tussen eigen handelingsstijl en acceptatie door anderen. Bewegingsexpressie 6.1 Dat houdt in dat ze zicht hebben op de eigen mogelijkheden. Wereldoriëntatie 4.1 Kinderen ontwikkelen een gedifferentieerd beeld van zichzelf. 4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. (*) Dramatisch spel 7.1 Dat houdt in dat ze eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen ervaren om zich dramatisch-expressief te uiten. Wiskunde DO7 Doeltreffende opvattingen over en houdingen ontwikkelen tegenover wiskunde-leren Muzisch algemeen deel 18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen Beeldopvoeding STD10 Zelfvertrouwen hebben. STD20 Zelfkennis opdoen via het luisteren naar anderen. STD39 Een eigen beeldtaal ontwikkelen en er de mogelijkheden van ontdekken. Muzisch taalgebruik 18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen. Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 30-36 A1 Fundamentele bestaanscondities Vertrouwen A2 Fundamentele bestaanscondities Mogelijkheden en beperkingen B1 Verbondenheid met zichzelf p. 46-47 schema 2 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 78-81 schema 4 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 9 van 169

3) zich als persoon present stellen Spontaan iets van zichzelf durven vertellen; ervaringen durven uiten; durven spreken; durven bewegen; iets durven voordoen; op verschillende manieren zijn aanwezigheid en zijn mogelijkheden tonen; op een aanvaardbare wijze opkomen voor zichzelf en voor zijn verlangens; zijn identiteit kennen, Iets durven zeggen tegen de leid-st-er, tegen poppen of tegen voorwerpen iets durven zeggen tegen een andere kleuter iets durven zeggen in een kleine groep iets durven zeggen in een grote groep. Zijn voornaam kennen zijn voornaam, familienaam, gemeente kennen en enkele opvallende gegevens over zichzelf kunnen vertellen. Iets losstaand over zichzelf duidelijk maken een gesprek over een vertrouwd onderwerp met anderen beginnen of voortzetten zijn eigen mening naar voren brengen in een gesprek. Iets eenvoudig over zichzelf naar voren brengen op een creatieve en persoonlijke wijze en met materialen iets over zichzelf naar voren brengen. Impulsief eigen verlangens naar voren schuiven op een begrijpelijke en aanvaardbare manier voor zichzelf en voor anderen opkomen. Zie ook 16) gevoelens uitdrukken en verwerken 37) creatief uitdrukken 43) spelend uitbeelden 71) verwoorden 72) communiceren 73) luisteren en spreken verfijnen. bewegingsopvoeding p. 36-37 (D.3.1) bewegingsexpressie p. 15 (1.5) p. 16 (4) wereldoriëntatie p. 68 (4.1) p. 70 (4.6) p. 72 (4.13 en 4.14) media p. 17 (02.5) wiskunde p. 85 (DO11e) dramatisch spel p. 25 (7) p.26 (10) muzisch taalgebruik p. 33 (18) beeldopvoeding p. 38 (SD35) luisteren en spreken p. 29 (Ad.15) p. 39-42 (S.1) muzikale opvoeding p.39 (12.1) LO 3.7 WO 3.8 WO 6.4 Bewegingsopvoeding D.3.1 Bewegingslust D.3.1.1 De kleuter geniet van fysieke inspanning en uit dat spontaan of hij heeft schrik en kan dat laten zien. D.3.1.2 Hij kan zich motorisch en emotioneel uiten: het is meestal een voorzichtig aftasten van wat kan en wat niet kan. D.3.1.3 Er is wel een toenemende behendigheid waar te nemen naar het einde van de eerste kleuterklas toe; de kleuter durft die behendigheid spontaan laten zien. D.3.1.4 De kleuter geniet van fysieke inspanningen, uit dat spontaan én verwoordt het eenvoudig. D.3.1.5 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden spontaan tonen; hij leert immers op deze leeftijd op korte tijd veel vaardigheden. D.3.1.6 Hij uit zich emotioneel. D.3.1.7 De kleuter geniet van fysieke inspanning. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 10 van 169

D.3.1.8 De kleuter geniet van rustervaringen. D.3.1.9 Hij neemt zelf initiatief om groot-motorisch te bewegen. D.3.1.10 Hij toont een persoonlijke stijl in spontane expressie. D.3.1.11 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden te tonen. D.3.1.12 De kleuter uit zich emotioneel binnen aanvaardbare grenzen. Bewegingsexpressie 1.5 Dat houdt in dat ze een persoonlijke stijl ontwikkelen en durven tonen. 4 Kinderen worden zich bewust van hun identiteit en hun inlevingsvermogen. 4.1 Dat houdt in dat ze bewegingen nauwkeurig nabootsen. 4.2 Dat houdt in dat ze een eenvoudig bewegingsverhaal uitbeelden. 4.3 Dat houdt in dat ze een eenvoudig bewegingsverhaal kunnen opbouwen over iets wat ze gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt hebben. 4.4 Dat houdt in dat ze gebruik maken van (bewegingskwaliteiten van) materialen, planten, dieren, mensen, personages. Wereldoriëntatie 4.1 Kinderen ontwikkelen een gedifferentieerd beeld van zichzelf. 4.6 Kinderen kunnen zich als persoon present stellen. (*) 4.13 Kinderen kunnen constructief kritisch zijn. (*) 4.14 Kinderen kunnen zich op een passende manier weerbaar opstellen. (*) Media 02.5 Kunnen en durven meeleven met wat je ziet en/of hoort. Wiskunde DO11 Doeltreffende opvattingen over en houdingen tegenover communicatie bij wiskunde ontwikkelen e) met een houding van openheid van elkaar leren Dramatisch spel 7 Kinderen ontwikkelen hun speeldurf. 7.1 Dat houdt in dat ze eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen ervaren om zich dramatischexpressief te uiten. 7.2 Dat houdt in dat ze lichamelijke en psychische gêne overwinnen. 7.3 Dat houdt in dat ze durven improviseren door in te spelen op onvoorziene situaties. 7.4 Dat houdt in dat ze tijdens het spel met een eigen expressiestijl durven inspelen op ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën van anderen. 10 Kinderen ontwikkelen een kritische houding. 10.2 Dat houdt in dat ze situaties uit het dagelijks leven die aanleiding geven tot dramatisch spel, kritisch bekijken en beluisteren. 10.3 Dat houdt in dat ze een dramatisch spel geconcentreerd bekijken en beluisteren. Muzisch taalgebruik 18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen. Beeldopvoeding STD35 Weerbaarheid opbouwen ten opzichte van bepaalde beelden. Taal spreken/ alg doelen luisteren en spreken Ad.15 Een kind wil en durft spreken en is bereid aan gesprekken deel te nemen. S.1 Communicatieve vaardigheden ontwikkelen en beheersen Muzikale opvoeding 12.1 Dat houdt in: zich door middel van klank en muziek durven uiten Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 11 van 169

4) gemotiveerd zijn Van binnenuit drijfkracht ondervinden om te leven, naar school te komen, actief deel te nemen aan ervaringssituaties, te spelen met anderen, kennis te maken met nieuwe dingen, eigen ervaringen vorm te geven, te bewegen, problemen aan te pakken; voorkeuren hebben, kiezen, wensen en verlangens uiten; de draad na onderbreking van een activiteit spontaan terug willen opnemen; optimistisch door het leven gaan, ergens naartoe leven,... schrift p. 17(16) p. 22 (33 en 34) wereldoriëntatie p. 68 (4.2) bewegingsopvoeding p. 34-35 (2.4) p. 36-37 (3.1) LO 3.1 Activiteiten van anderen observeren zelf willen deelnemen aan activiteiten graag naar school komen. Interesse hebben voor wat nu gebeurt toeleven naar een gebeurtenis (Sinterklaas, schoolreis, ). Zie ook 79) kiezen. Schrift 16 De kleuter is gemotiveerd om te 'schrijven'. 33 De kleuter wil schrijftechnische vaardigheden leren. 34 De kleuter wil schrijfpatronen oefenen om tekenwerkjes te versieren, om tekeningen aan te vullen. Wereldoriëntatie 4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. (*) Bewegingsopvoeding D.2.4 Zelfconcept D.2.4.1 De primaire bewegingsdrift is het kind aangeboren: alles nodigt uit tot bewegen D.2.4.2 De kleuter beweegt aanvankelijk nog onzeker, zoekend, aftastend. D.2.4.3 Hij geeft gemakkelijk op en zoekt situaties die hij gemakkelijk aankan. D.2.4.4 Hij ervaart effecten van fysieke activiteiten op het eigen lichaam maar houdt er nog weinig rekening mee, hij volgt zijn natuur D.2.4.5 Hij experimenteert met het 'ik'. D.2.4.6 Hij vertoont een eerste aanzet tot zelfstandigheid. D.2.4.7 Angst maakt plaats voor belangstelling, hij heeft wel nood aan geborgenheid. D.2.4.8 Ten opzichte van leeftijdsgenoten eist hij de aandacht van de volwassenen op voor zichzelf. D.2.4.9 De kleuter kan speels bezig zijn met de eigen beweging; hij heeft belangstelling voor nieuwe bewegingssituaties. D.2.4.10 Hij leert door gissen, missen en lukken; hij ontwikkelt een minimum aan taakspanning attitude ten opzichte van taken. D.2.4.11 Hij begint ook te reflecteren over wat hij doet, hoe hij het doet. D.2.4.12 Hij krijgt ook beter zicht op wat hij kan of minder goed kan. D.2.4.13 Regels en normen zijn voor de kleuter absoluut, hij nuanceert niet. D.2.4.14 Hij ervaart effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam. D.2.4.15 Hij is speels bezig met de eigen beweging en lichamelijkheid. D.2.4.16 Hij toont in het experimenteergedrag dat hij de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelt. D.2.4.17 Hij voelt effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam en kan op zijn manier verwoorden dat fysieke inspanning gezond is. D.2.4.18 Hij ontwikkelt een goede hygiënische gewoonte en kan zelfstandig gebruik maken van bv gymschoenen, aangepaste kledij. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 12 van 169

D.3.1 Bewegingslust D.3.1.1 De kleuter geniet van fysieke inspanning en uit dat spontaan of hij heeft schrik en kan dat laten zien. D.3.1.2 Hij kan zich motorisch en emotioneel uiten: het is meestal een voorzichtig aftasten van wat kan en wat niet kan. D.3.1.3 Er is wel een toenemende behendigheid waar te nemen naar het einde van de eerste kleuterklas toe; de kleuter durft die behendigheid spontaan laten zien. D.3.1.4 De kleuter geniet van fysieke inspanningen, uit dat spontaan én verwoordt het eenvoudig. D.3.1.5 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden spontaan tonen; hij leert immers op deze leeftijd op korte tijd veel vaardigheden. D.3.1.6 Hij uit zich emotioneel. D.3.1.7 De kleuter geniet van fysieke inspanning. D.3.1.8 De kleuter geniet van rustervaringen. D.3.1.9 Hij neemt zelf initiatief om groot-motorisch te bewegen. D.3.1.10 Hij toont een persoonlijke stijl in spontane expressie. D.3.1.11 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden te tonen. D.3.1.12 De kleuter uit zich emotioneel binnen aanvaardbare grenzen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 13 van 169

5) zich vitaal en gezond voelen Zich voldoende energiek voelen, uitgeslapen zijn; levenskrachtig en gezond bewegen, voldoende eten en drinken, gezonde eet en leefgewoonten onderhouden, zijn eigen fysische grenzen kennen, Zijn eigen fysische mogelijkheden en grenzen aanvoelen zijn fysische grenzen verleggen zich bewust worden van eigen mogelijkheden en grenzen. Zie ook MOTORISCHE ONTWIKKELING. Bewegingsopvoeding bewegingsopvoeding p. 34-35 (D.2.4) p. 37 (D.3.1) wereldoriëntatie p. 42 (1.1) p. 102 (7.14 tot 7.15) LO 1.27 LO 2.1 LO 2.2 LO 2.4 LO 2.5 LO 2.9 LO 2.10 LO 3.3 LO 3.4 WO 1.9 WO 1.10 D.2.4 Zelfconcept D.2.4.1 De primaire bewegingsdrift is het kind aangeboren: alles nodigt uit tot bewegen; D.2.4.2 De kleuter beweegt aanvankelijk nog onzeker, zoekend, aftastend. D.2.4.3 Hij geeft gemakkelijk op en zoekt situaties die hij gemakkelijk aankan. D.2.4.4 Hij ervaart effecten van fysieke activiteiten op het eigen lichaam maar houdt er nog weinig rekening mee, hij volgt zijn natuur D.2.4.5 Hij experimenteert met het 'ik'. D.2.4.6 Hij vertoont een eerste aanzet tot zelfstandigheid. D.2.4.7 Angst maakt plaats voor belangstelling, hij heeft wel nood aan geborgenheid. D.2.4.8 Ten opzichte van leeftijdsgenoten eist hij de aandacht van de volwassenen op voor zichzelf. D.2.4.9 De kleuter kan speels bezig zijn met de eigen beweging; hij heeft belangstelling voor nieuwe bewegingssituaties. D.2.4.10 Hij leert door gissen, missen en lukken; hij ontwikkelt een minimum aan taakspanning attitude ten opzichte van taken. D.2.4.11 Hij begint ook te reflecteren over wat hij doet, hoe hij het doet. D.2.4.12 Hij krijgt ook beter zicht op wat hij kan of minder goed kan. D.2.4.13 Regels en normen zijn voor de kleuter absoluut, hij nuanceert niet. D.2.4.14 Hij ervaart effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam. D.2.4.15 Hij is speels bezig met de eigen beweging en lichamelijkheid. D.2.4.16 Hij toont in het experimenteergedrag dat hij de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelt. D.2.4.17 Hij voelt effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam en kan op zijn manier verwoorden dat fysieke inspanning gezond is. D.2.4.18 Hij ontwikkelt een goede hygiënische gewoonte en kan zelfstandig gebruik maken van bv gymschoenen, aangepaste kledij. D.3.1 Bewegingslust D.3.1.1 De kleuter geniet van fysieke inspanning en uit dat spontaan of hij heeft schrik en kan dat laten zien. D.3.1.2 Hij kan zich motorisch en emotioneel uiten: het is meestal een voorzichtig aftasten van wat kan en wat niet kan. D.3.1.3 Er is wel een toenemende behendigheid waar te nemen naar het einde van de eerste kleuterklas toe; de kleuter durft die behendigheid spontaan laten zien. D.3.1.4 De kleuter geniet van fysieke inspanningen, uit dat spontaan én verwoordt het eenvoudig. D.3.1.5 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden spontaan tonen; hij leert immers op deze leeftijd op korte tijd veel vaardigheden. D.3.1.6 Hij uit zich emotioneel. D.3.1.7 De kleuter geniet van fysieke inspanning. D.3.1.8 De kleuter geniet van rustervaringen. D.3.1.9 Hij neemt zelf initiatief om groot-motorisch te bewegen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 14 van 169

D.3.1.10 Hij toont een persoonlijke stijl in spontane expressie. D.3.1.11 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden te tonen. D.3.1.12 De kleuter uit zich emotioneel binnen aanvaardbare grenzen. Wereldoriëntatie 1.1 Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 7.14 Kinderen zien in dat leefgewoonten de gezondheid kunnen bevorderen en handelen er naar. 7.15 Kinderen trachten door hun gedrag gezondheidsrisico's te vermijden. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 15 van 169

6) plezier beleven Kunnen genieten van de goede dingen om zich heen; plezier beleven aan: leven, ervaren, deelnemen aan allerlei activiteiten, bewegen, actief exploreren van de wereld rondom zich, experimenteren met materialen, oplossingen zoeken, reflecteren of beschouwen, succes ervaren, dingen herkennen en voorspellen, muzisch bezig zijn, luisteren naar verhalen of poppenspelen, kijken in boeken (leesplezier), gezellig samen zijn, vieren, ; genieten van: bemoedigingen, het eigen lichaam, de tedere aanwezigheid van anderen, de schoonheid van alledaagse dingen, eigen expressieve en kunstzinnige uitingen en die van anderen, verrassingen,... Plezier beleven aan iets kunnen verwoorden waarom je plezier aan iets beleeft iets uitkiezen omdat je denkt er het plezier aan te kunnen beleven. Impulsief, uitbundig of in zichzelf gekeerd plezier beleven meer genuanceerd, verfijnd uiten van plezier. Zie ook 29) verwonderd zijn over de schepping. bewegingsopvoeding p.36-37 (D.3.1) bewegingsexpressie p. 14 (1.1) wereldoriëntatie p. 34 (0.1) p.60 (3.1) p.69 (4.4) p. 98 (7.1) wiskunde p. 84 (DO4c) muzische opvoeding p. 20 (13) p. 19 (8) p. 21 (19) muzikale opvoeding p. 39 (12) dramatisch spel p. 22 (2) beeldopvoeding p. 37 (6 en 7) muzisch taalgebruik p. 30 (8) p. 33 (19) luisteren en spreken p. 29 (Ad.14) lezen p. 36 (Le.3.2.1) taalbeschouwing p. 19 (Ad.25) schrijven p. 24 (Ad.17) media p. 19 (04.3) p. 23 (Z2.12) p. 24 (Z4.7 en 8) werkplan godsdienst p. 30(B4) LO 2.3 MV 1.5 MV 2.5 MV 3.5 MV 4.6 MV 6.2 MV 6.5 NED 2.13 Bewegingsopvoeding D.3.1 Bewegingslust D.3.1.1 De kleuter geniet van fysieke inspanning en uit dat spontaan of hij heeft schrik en kan dat laten zien. D.3.1.2 Hij kan zich motorisch en emotioneel uiten: het is meestal een voorzichtig aftasten van wat kan en wat niet kan. D.3.1.3 Er is wel een toenemende behendigheid waar te nemen naar het einde van de eerste kleuterklas toe; de kleuter durft die behendigheid spontaan laten zien. D.3.1.4 De kleuter geniet van fysieke inspanningen, uit dat spontaan én verwoordt het eenvoudig. D.3.1.5 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden spontaan tonen; hij leert immers op deze leeftijd op korte tijd veel vaardigheden. D.3.1.6 Hij uit zich emotioneel. D.3.1.7 De kleuter geniet van fysieke inspanning. D.3.1.8 De kleuter geniet van rustervaringen. D.3.1.9 Hij neemt zelf initiatief om groot-motorisch te bewegen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 16 van 169

D.3.1.10 Hij toont een persoonlijke stijl in spontane expressie. D.3.1.11 Hij durft de eigen bewegingsvormen en behendigheden te tonen. D.3.1.12 De kleuter uit zich emotioneel binnen aanvaardbare grenzen. Bewegingsexpressie 1.1 Dat houdt in dat ze genieten van hun lichaam in beweging. Wereldoriëntatie 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z'n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. (*) 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving. 4.4 Kinderen leven bewust met en genieten van hun lichaam. 7.1 Kinderen genieten van hun aanwezigheid in de natuur en van de wisseling der seizoenen en uiten dat op diverse manieren. Wiskunde DO4 Doeltreffende opvattingen over en houdingen tegenover het oplossen van wiskundige problemen, ontwikkelen c) plezier beleven aan het zoeken naar oplossingen Muzisch algemeen deel 8 Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk 13 Erop gericht zijn muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren 19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn Muzikale opvoeding 12 Genoegen beleven aan de omgang met klank en muziek 12.1 Dat houdt in: zich door middel van klank en muziek durven uiten 12.2 Dat houdt in: de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet treden 12.3 Dat houdt in: zich verbonden voelen met anderen tijdens een groepsgerichte omgang met klank en muziek Dramatisch spel 2 Kinderen genieten van dramatisch spel. 2.1 Dat houdt in dat ze genieten van het muzisch handelen waardoor ze hun expressiemogelijkheden verruimen. 2.2 Dat houdt in dat ze ervan genieten bezig te zijn met de dingen die hen omringen om hun expressiemogelijkheden te ontdekken. 2.3 Dat houdt in dat ze openstaan voor en plezier beleven aan de nieuwe dingen die ze in hun omgeving ontdekken als inspiratiebron voor hun dramatisch spel. 2.4 Dat houdt in dat ze zonder vooroordeel genieten van allerlei voor kinderen bestemde culturele activiteiten zoals theater, poppenspel, pantomime, filmvoorstelling, vertelnamiddag rond een kinderboek 2.5 Dat houdt in dat ze plezier beleven aan en genieten van zelf spelen en samenspelen met anderen. 2.6 Dat houdt in dat ze plezier vinden in een presentatie voor 'publiek'. 2.7 Dat houdt in dat ze genieten van het gevarieerd aanbod van hedendaagse en klassieke kinderliteratuur als mogelijk uitgangspunt voor dramatisch spel Beeldopvoeding 6 De mogelijkheden van de beeldtaal gericht leren hanteren 6.1 Dat houdt in dat kinderen: ervaren dat technische bekwaamheid de zeggingskracht van de beeldtaal kan vergroten 6.2 Dat houdt in dat kinderen: de beeldtaal leren beheersen 6.3 Dat houdt in dat kinderen: allerlei materialen en technieken kiezen volgens bepaalde doelen 6.4 Dat houdt in dat kinderen: ervaren dat niet alleen het verhalende (de inhoud) van belang is, maar dat ook de vorm en de presentatie belangrijk zijn 7 Een eigen beeldtaal hanteren om impressies weer te geven 7.1 Dat houdt in dat kinderen: ervaren dat eigen gevoelens en ideeën het best vertolkt kunnen worden met een creatieve aanpak en in een persoonlijke stijl 7.2 Dat houdt in dat kinderen: tijdens het creëren hun gedachten en beelden toetsen aan het product en daaruit nieuwe vormen laten ontstaan 7.3 Dat houdt in dat kinderen: steeds streven naar een verrijking van de eigen beeldtaal 7.4 Dat houdt in dat kinderen: aanvoelen wanneer een werkstuk 'afgewerkt' is Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 17 van 169

Muzisch taalgebruik 8 Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk. 19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. Taal spreken/ alg doelen luisteren en spreken Ad.14 Een kind beleeft plezier in de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. Taal lezen Le.3.2.1 Niet-talige boodschappen integreren: bereid zijn zelfstandig en spontaan voor kleuters bestemde boeken en informatiebronnen in te kijken. Taalbeschouwen Ad.25 Een kind beleeft plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. Taal schrijven Ad.17 Een kind beleeft plezier aan schrijven en aan schriftelijke talige expressie. Media 04.3 Genieten van mediaboodschappen om het kunstzinnige ervan. Z2.12 Genieten van experimenteren met aspecten van de mediataal. Z4.7 Ervaren hoe je met eigen creaties van mediaboodschappen anderen kunt informeren, amuseren, laten meeleven en hun mening kunt beïnvloeden. Z4.8 Kunnen genieten van het effect van een eigen creatie en van het proces dat eraan voorafgaat. Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 30 B4 Verbondenheid mat natuur en cultuur Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 18 van 169

7) tot rust komen Uitrusten, zich ontspannen, het verschil ervaren tussen spanning en ontspanning; de ruimte hebben om zich terug te trekken, alleen te zijn; prikkels kunnen binnenlaten of van zich afhouden, bewegingsopvoeding p. 36-37 (D.3.1.7 en D.3.1.8) LO 1.16 LO 3.4 Genieten van een namiddagdutje, als dat nodig is de hele dag wakker blijven. Een gewaarwording herkennen als een signaal dat rust oproept zelf zintuiglijke ervaringen opzoeken die rust brengen. Zie ook 29) verwonderd zijn over de schepping 30) stil worden 49) dynamisch bewegen. Bewegingsopvoeding D.3.1.7 De kleuter geniet van fysieke inspanning. D.3.1.8 De kleuter geniet van rustervaringen. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 19 van 169

8) zich geborgen voelen Aanvoelen dat voor je gezorgd wordt; vertrouwen hebben in anderen; bevestiging en ondersteuning ondervinden; zich thuis voelen in de klas en in de school; tederheid, aandacht en warmte ervaren van de leid-st-er; klein en in ontwikkeling mogen zijn; God ervaren als liefhebbende Vader die bezorgd is voor alle mensen,... Genieten van respectvol lichamelijk contact met vertrouwde volwassenen (nestwarmte) ondervinden dat vertrouwde volwassenen en andere kleuters bezorgd voor je zijn. Genieten van een sfeer van huiselijke geborgenheid geborgenheid ervaren in een kleine groep kinderen waarmee samen ervaringen beleefd worden geborgenheid ervaren in een grotere groep. wereldoriëntatie p. 8 (tekst) p. 52 (2.1) p. 71 (4.8) werkplan godsdienst p. 30-32 (A.1) p. 46-47 (schema) p. 52-53 (tekst) p.78-81 (schema) Wereldoriëntatie bladzijden uit het leerplan wereld oriëntatie p. 7-8 1. Wereldoriëntatie: een engagement 1.1 Onze visie op de mens in wording 2.1 Kinderen zien in dat elke mens gelooft. 4.8 Kinderen gaan op een adequate wijze om met de menselijke behoefte aan lichamelijk contact. Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 30-32 A1 Fundamentele bestaanscondities Vertrouwen p. 46-47 schema 2 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 52-53 4.2 Mag ik de kaars uitblazen? De kleuter hecht veel belang aan rituelen p. 78-81 schema 4 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 20 van 169

9) zich verbonden voelen Aanvoelen dat je een waardevol deel bent van een groter geheel: samen klas maken (samenhorigheid), genieten van gelijkgericht bezig zijn, de groepsverbondenheid in de klas vieren,...; Zich bewust worden van de kostbaarheid van zichzelf, de anderen, de gemeenschap, de natuur; zorgzaam en respectvol (verantwoordelijk) omgaan met de schepping: vanuit fysiek contact aanvoelen dat je in de schepping een eigen rol speelt; het Mysterie op het spoor komen; aanvoelen dat mensen die anders zijn een verrijking betekenen voor jezelf, Zich aangesproken voelen als de leid-st-er je persoonlijk aanspreekt zich aangesproken voelen als de leid-st-er de groep aanspreekt spontaan een bijdrage proberen te leveren tot de goede gang van zaken in de groep (engagement). Zich verbonden voelen met de leid-st-er zich verbonden voelen met enkele kleuters van de klas zich verbonden voelen met de hele klas. Ervaren dat er in de klas rond een belangstellingscentrum gewerkt wordt weten rond welk belangstellingscentrum vandaag gewerkt wordt weten rond welke belangstellingscentra gewerkt werd, wordt en gaat worden belangstellingscentra actief mee willen en kunnen vorm geven. Met zichzelf bezig zijn de aanwezigheid van de andere kleuters aanvoelen zich een deel voelen van de groep zijn eigen plaats en waarde binnen de groep ervaren samen met de anderen ontdekken wat ons omringt. Ervaren dat mensen die voor je zorgen van je houden zelf mee voor anderen willen zorgen. Zie ook 17) eigenheid van anderen respecteren 18) eigen wijze van omgaan met anderen aanvoelen en verfijnen 21) samenwerken 23) ervaren wat zinvol, mooi, goed, waar is 25) zich oriënteren op waarden 31) religieuze verbondenheid ervaren 36) vertrouwd worden met religieuze verscheidenheid. wereldoriëntatie p. 7-8 (tekst) p. 34 (0.3) p. 78 (5.1) muzikale opvoeding p. 39 (12.3) beeldopvoeding p. 37 (16 en 17) werkplan godsdienst p.30-40 (A.1-B.1-B.2-B.3- B.4) p. 46-47 (schema) p. 78-81 (schema) p. 107-108 (tekst) MV 6.4 Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 21 van 169

Wereldoriëntatie bladzijden uit het leerplan wereld oriëntatie p. 7-8 1. Wereldoriëntatie: een engagement 1.1 Onze visie op de mens in wording 0.3 Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de wereld. 5.1 Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. Muzikale opvoeding 12.3 Dat houdt in: zich verbonden voelen met anderen tijdens een groepsgerichte omgang met klank en muziek Muzisch beeldopvoeding STD16 Eerbied hebben voor de mens en de natuur. STD17 Eerbied hebben voor het werk van anderen. Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 30-40 A1 Fundamentele basiscondities Vertrouwen B1 Verbondenheid met zichzelf B2 Verbondenheid met anderen B3 Verbondenheid met gemeenschappen B4 Verbondenheid met natuur/cultuur p. 46-47 schema 2 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 78-81 schema 4 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei p. 107-108 12.1Godsbeeld 12.2 Jezusbeeld Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 22 van 169

10) interesse hebben voor anderen De bereidheid hebben om rekening te houden met de anderen, om ruimte te laten voor de andere; zich tot de anderen wenden, contact nemen met andere kleuters en vrij onbevangen en respectvol met hen omgaan, Eigen werk belangrijk vinden op vraag van de leid-ster ook interesse hebben voor het werk van andere kleuters spontaan interesse tonen voor eigen werk en voor dat van andere kleuters. Ervaren dat er ook anderen aanwezig zijn in de klas en op school, zonder met hen contact te nemen contact nemen binnen een vertrouwde relatie contact nemen met andere kleuters in een beperkte groep contact nemen in een grotere groep contact nemen met minder vertrouwde personen in schoolverband. Zie ook 17) eigenheid van anderen respecteren 20) tot interactie komen. bewegingsopvoeding p. 38-39 (3.3) luisteren en spreken p. 29 (Ad.17) wereldoriëntatie p. 70 (4.5) wiskunde p. 85 (DO11e) muzische opvoeding p. 17-18 (2 en 5) werkplan godsdienst p. 36-39 (B.2-B.3) MV 6.4 Bewegingsopvoeding D.3.3 Sociaal functioneren D.3.3.1 De kleuter is nog enorm begaan met zichzelf; toch leert hij gaandeweg respectvol omgaan met de anderen en het andere. D.3.3.2 Hij weet dat hij de anderen geen pijn mag doen, dat hij geen materiaal mag afnemen of dat hij geen realisaties van anderen mag stukmaken. D.3.3.3 Hij leert rustig materiaal uithalen en weer opbergen op de afgesproken plaats. D.3.3.4 De kleuter gaat functioneel en respectvol om met de anderen en het andere. D.3.3.5 Hij krijgt aandacht voor veiligheid en leert rekening houden met de mogelijkheden van de andere kleuters. D.3.3.6 Hij kan materiaal uithalen en op de afgesproken plaats opbergen. D.3.3.7 Hij leert bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken. D.3.3.8 Hij houdt in bewegingssituaties respectvol rekening met de veiligheid en de mogelijkheden van andere kleuters. D.3.3.9 Hij brengt respect op voor materiaal en omgeving. D.3.3.10 Hij haalt materiaal uit en bergt het weer op de afgesproken plaats op. D.3.3.11 Hij gebruikt bewegingsmateriaal op de geëigende manier. Taal spreken/ alg doelen luisteren en spreken Ad.17 Een kind wil persoonsgericht luisteren en spreken. Wereldoriëntatie 4.5 Kinderen kunnen zich verplaatsen in de gedachten, gevoelens en waarnemingen van anderen en houden daar rekening mee. Wiskunde DO11 Doeltreffende opvattingen over en houdingen tegenover communicatie bij wiskunde ontwikkelen e) met een houding van openheid van elkaar leren Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 23 van 169

Muzisch algemeen deel 2 De wereld, en in het bijzonder de muzische expressie daarvan, met een open houding benaderen. 5 De ander in zijn expressie willen ontmoeten Godsdienst bladzijden uit het werkplan R-K Godsdienst Katholiek Kleuteronderwijs Vlaanderen p. 36-39 B2 Verbondenheid met anderen B3 Verbondenheid met gemeenschappen Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 24 van 169

11) nieuwsgierig zijn Openstaan voor het onbekende, uit zijn op het ontdekken van nieuwe dingen; vanuit een innerlijke drang actief op exploratie willen gaan,... Vertrouwde situaties exploreren nieuwe, minder vertrouwde situaties exploreren. wereldoriëntatie p. 34 (0.1) p. 114 (8.13) muzische opvoeding p. 17 (2) media p. 17 (02.3) p. 24 (Z3.8) Zie ook 53) actief exploreren met de zintuigen 81) iets te weten komen. Wereldoriëntatie 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z'n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. (*) 8.13 Kinderen zijn nieuwsgierig naar de historische ontwikkeling van planten, dieren, mensen, voorwerpen, systemen, actuele toestanden. (*) Muzisch algemeen deel 2 De wereld, en in het bijzonder de muzische expressie daarvan, met een open houding benaderen. Media 02.3 Informatie open en onbevooroordeeld op je af laten komen. Z3 Een mediaboodschap technisch kunnen realiseren Z3.8 Belangstelling tonen voor de mogelijkheden van de hedendaagse informatie- en communicatietechnologie. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 25 van 169

12) initiatief nemen Een eigen inbreng hebben, voorstellen doen, de eerste stap doen om iets te realiseren, plannen maken, leiding nemen, actie ondernemen, actief meewerken om iets uit te bouwen, anderen helpen, Observerend of impulsief het klasleven volgen initiatief nemen op vraag van iemand spontaan initiatief nemen ondernemend actief zijn om initiatieven met een gezonde werkijver uit te bouwen. Experimenteren met materialen plannen maken om constructief met materialen iets te ondernemen. Zie ook 20) tot interactie komen 27) ontdekken dat mensen iets vanuit een bedoeling kunnen doen 79) kiezen 80) plannen maken 83) problemen aanpakken. Bewegingsopvoeding D.3.1.9 Hij neemt zelf initiatief om groot-motorisch te bewegen. Wereldoriëntatie 0.8 Kinderen ontwikkelen tot autonome leerders. (*) Muzisch beeldopvoeding STD8 Initiatieven nemen. bewegingsopvoeding p. 37 (D.3.1.9) wereldoriëntatie p. 36 (0.8) beeldopvoeding p. 37 (8) luisteren en spreken p. 40 (S.1.20 tot S.1.24) LO 2.2 Taal spreken/ alg doelen luisteren en spreken S.1.20 Reageren in gesprekken met eenvoudige, maar relevante vragen of met commentaar. S.1.21 Vragen stellen die de gewenste of ontbrekende informatie leveren. S.1.22 De hulp of de medewerking van anderen inroepen. S.1.23 Vragen kunnen en durven stellen aan de leerkracht. S.1.24 Vragen stellen bij een behandeld onderwerp, die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdgenoten. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 26 van 169

13) betrokken bezig zijn Geconcentreerd, aangehouden, tijdvergeten, geëngageerd bezig zijn; geboeid zijn en worden, intens bezig zijn met een grote mate van energie en openheid,... wereldoriëntatie p. 130-135 (tekst) p. 34 (0.3) muzische opvoeding p. 17 (1) Schijnbaar actief bezig zijn vaak onderbroken activiteit (wegkijken, dromen) min of meer aangehouden activiteit (routinematig maar met voortgang) activiteit met intense momenten (prikkels uit de omgeving leiden niet af) volgehouden intense activiteit (vol energie, concentratie, creativiteit en persistentie). Individuele betrokkenheid groepsbetrokkenheid. Zie ook 82) een taak begrijpen, aanvatten, volhouden en afwerken 85) aandachtig en geconcentreerd bezig zijn. Muzisch algemeen deel 1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen Wereldoriëntatie bladzijden uit het leerplan wereld oriëntatie p. 130-135 5.2 Didactische principes 0.3 Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de wereld. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 27 van 169

14) speels, onbevangen en creatief omgaan met de wereld Muzisch omgaan met de wereld: relatief spontaan, open voor het nieuwe, onbevangen, speels, origineel, scheppend, creatief, vindingrijk, onbevooroordeeld, ontvankelijk, soepel, kritisch; de eigen fantasie of verbeelding kunnen aanspreken en mee kunnen gaan in de fantasie van iemand anders, een ingebeelde wereld creëren, situaties verzinnen; originele ideeën, expressieve uitingen of oplossingen voor problemen bedenken; schoonheidsaspecten ontdekken, zonder vooroordelen en met een breed perspectief naar de wereld kijken,... Bij het ontdekken van de wereld nood hebben aan herkenningspunten, houvast, structuur vanuit houvast de wereld speels, fantasierijk en onbevangen verder exploreren. Aangeven of een activiteit leuk was of niet uit een reeks activiteiten die uitkiezen die de voorkeur genieten zelf voorstellen bedenken voor activiteiten binnen een belangstellingscentrum. Zie ook 29) verwonderd zijn over de schepping 62) (creatief) voorstellen en MUZISCHE ONTWIKKELING. bewegingsexpressie p. 28 (tekst) wereldoriëntatie p. 34 (0.2) p. 60 (3.1 tot 3.4) muzische opvoeding fundamenten van een leerplan p. 1-40 (afzonderlijke tekst) p. 17 (2) p. 20-21 (15 en 16) muzisch taalgebruik p. 27 (2) p. 32 (16) p.33 (20) dramatisch spel p. 5-11 (tekst) p. 24 (5.2 en 6.2) beeldopvoeding p. 37 (7 en 11) luisteren en spreken p. 39 (S.1.9) media p. 17 (02.3) p. 18 (03.10) p. 24 (Z2.8) LO 1.37 LO 3.2 LO 3.5 MV 6.1 MV 6.2 MV 6.4 MV 6.5 Muzisch bewegingsexpressie bladzijden uit het leerplan bewegingsexpressie p. 28 5.2 Enkele specifieke aandachtspunten bij procesevaluatie Wereldoriëntatie 0.2 Kinderen uiten hun verwondering over het (on)(be)grijpbare, het goede, het mooie, het mysterieuze, het verrassende, in de wereld. 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving. 3.2 Kinderen zijn zich bewust van de gevoelens die schoonheidservaringen bij hen oproepen en durven die uiten. 3.3 Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving. 3.4 Kinderen zien in dat verschillende mensen verschillende schoonheidscriteria hanteren. Begeleiding kleuteronderwijs Bisdom Gent Pagina 28 van 169