Eindrapportage van het onderzoek naar e-portfolio s



Vergelijkbare documenten
Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Release datum: 11 juni 2012

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Releasenotes LCMS 2019v1

TeleTrainer: training in de e van het leren

Cursusontwikkeling / Centrale ELO

PointCarré, een nieuwe e-leeromgeving

Ad van Hest. Titel project Leerarrangementen samenstellen met Wimba Create

Digitaal portfolio (DPF)

Rijksuniversiteit Groningen - bestuurlijke informatievoorziening Kwaliteitszorg administratieve processen en systemen

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Bitrix Site Manager gebruikershandleiding BureauZuid

Handleiding digitaal dossier

Deelnemer. Handleiding BPVnet. Aanmelden en inloggen. Portaal. Versie 3.5 Januari 2013

Toledo-fiche: Werken met de content collection

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Quick Start Blackboard Eerste opzet Blackboard cursus

Handleiding Portfolio

Werken met BSCW. Auteur: Pierre Gorissen Kenmerk: Gor00-BSCWV01

Release notes Release

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Webonderdelen (Web Parts)

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

Portfolio Handleiding / faq

Outlook koppeling ChainWise

Dennis Boot. ondersteund door Web 2.0. Samenwerken en begeleiden

Handleiding Digitaal Portfolio Blackboard (CS) Technische Universiteit Delft

Handleiding voor het gebruik van de community website van OBS t Padland

Moduleoverzicht Moduleoverzicht Scorion Datum: 9 april Parantion 2008

Blackboard Assignment tool

1 Inleiding. Figuur 1: EFA leercyclus. Oriënteren. Evalueren. Plannen. Uitvoeren

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

Elektronisch factureren

Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar

Handleiding helpdesk. Datum: Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

WebHare Professional en Enterprise

Looproute Microsoft OneNote 2010 versie 1.0. Looproute Microsoft OneNote Inleiding

Blackboard Assignment tool

Financieringsverstrekkersportaal. Aansluitdocument

Handleiding verzuimloket

Digitale hulpmiddelen bij het toetsen en beoordelen in de universitaire lerarenopleiding

Wat is nieuw in deze handleiding: Dit is een nieuwe handleiding welke nieuwe functies beschrijft.

Update documentatie. KraamZorgCompleet versie 4.0. KraamzorgCompleet versie 4.0

Learning4u MATRIX INHOUD. Meer info: Productinformatie Matrix Portfolio4u b.v.

Bijlage 11: Proof-of-Concept: procedure en inhoud. Stichting ROC West-Brabant. Perceel 2: DIS Periferie. Openbare Europese Aanbesteding

Doelgroep Het instrument analyseert de zorg op het niveau van: met name geschikt voor Individuele basisschool Ja O O Speciale basisschool 0 Ja O

De voordelen van Drupal

Terugkoppeling testen egeo internetpanel

Interactieve Narrowcasting speciaal voor Bibliotheken

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

Evaluatie EvenementAssistent

E-communicatie met de Rijksuniversiteit Groningen

De Studentenportal en Blackboard in een nieuw jasje Quick Start Guide voor studenten

Instructie RFM modules

Blackboard en MyMedia

Mach3Framework 5.0 / Website

Refactor deellinks formuliergroepen

Handleiding DigiRecord.nl

Platform Bewegen en Sport. Korte instructie website

Vragenlijst voor het in beheer nemen van de afspraak Doorstroommonitor

Instructie Foto album Slideshow Pro Director

1. Documenten en informatie beheren

Blackboard Learn Quick Start Guide voor studenten

Aan de slag met MijnZorgnet.nl!

Verkenning Next DLO VU. Overzicht Alternatieve Systemen

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

1. Beschrijving van de dienst

Sociaal Competent Toolbox

Wageningen UR. Één online uitstraling

Outlook koppeling ChainWise

Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van. Nabij Patiënt Testen. Met web applicatie Tropaz 2.0

Editorial Media Design Guido Hildebrand Talisa van Dreven Alexander Ringnalda september 2013 Versie 1

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Strategie Applicatie integratie Open.Amsterdam project. versie 1.0 juni 2008

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

STARTUP GUIDE FileExchange

Startershandleiding leerkracht

RECHTSORDE LOKAAL Het kantoorbrede contentintegratiesysteem. Het Overleg Februari 2007

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise

Handleiding NarrowCasting

Offective > Projecten > Mijn projecten of Projecten

5/5 Red Carpet. 5/5.1 Inleiding

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in Intramed, zijn een aantal instellingen nodig:

HANDLEIDING DMS. Handleiding DMS. Dit document is de handleiding voor het DMS (Document Management Systeem) op drie verschillende niveau s:

De stappenhandleiding is in hoofdstappen verdeeld, de volgende stappen zullen aan bod komen:

De kracht van Magister ELO is dat in Magister al veel bekend is over de leerling. Zo

Bijlage bij FeniksInformatiebrief nummer 1, jaargang 2, Thiememeulenhoff

Gebruikershandleiding GO search 2.0

Stappenplan DULT koppeling

Gebruik van multimedia in

Dia 2 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Groepswerk. Dia 4 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Dia 3.

Mijn Personeelszaken/ESS. Gebruikershandleiding ESS. juni 2013 CTB Personele Systemen BV

Outlook koppeling ChainWise

Handleiding. Voedingsversie Evry Hanzehogeschool Groningen november 2011

Advertentiewereld Dé advertentiesite voor regio s en groepen

Course content uit bbold.avans.nl (voor studenten)

AANBOD BLACKBOARD VOOR

11 e druk september 2016 Heutink ICT

Installatiehandleiding Business Assistent

Transcriptie:

Eindrapportage van het onderzoek naar e-portfolio s Apollo project E-portfolio's Colofon datum 30 januari 2004 Paul Bloemen (Universiteit van Tilburg), Ria Jacobi (Rijksuniversiteit Groningen), Annechien Langevoord (AVANS Hogeschool) auteurs Frits Salomons (Hanzehogeschool Groningen) versie 1 status Eindversie

pagina 2 van 27 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Waarom elektronische portfolio s? 3 1.2 Het Apolloproject E-portfolio s 3 1.3 Indeling van het rapport 4 2 Werkwijze 5 2.1 Werkwijze van de landelijke projectgroep 5 2.2.1 Werkgroep RUG Groningen 2.2 Werkwijze van de werkgroepen in de verschillende Apollo-instellingen 5 5 2.2.2 Werkgroep Hanzehogeschool 2.2.3 Werkgroep AVANS Hogeschool (locatie s Hertogenbosch) 6 6 2.2.4 Werkwijze van de Universiteit van Tilburg 6 3 Eisen en wensen ten aanzien van elektronische portfolio s 7 3.1 Toegankelijkheid 7 3.2 Technische ondersteuning / technisch beheer 7 3.3 Onderwijskundige aspecten 7 3.4 Structuur 7 3.5 Gebruiksvriendelijkheid 7 3.6 Flexibiliteit 8 3.7 Overige criteria 8 4 Resultaten: analsye van de elektronische portfoliosystemen 9 4.1 BSCW 9 4.2 Blackboard 5.5 (zonder CMS) 10 4.3 Foliosysteem van E-portaro 12 4.4 Blackboardportfolio (d.m.v. CMS) 15 4.5 Samenvattende vergelijking van E-portaro met Blackboard (met CMS) 4.6 Overige systemen 16 18 5 Vervolgonderzoek 21 6 Literatuur en andere rapporten m.b.t. elektronische portfolio s 22 7 Bijlagen 23

pagina 3 van 27 1 Inleiding 1.1 Waarom elektronische portfolio s? Het gebruik van een e-portfolio-systeem wint landelijk steeds meer belangstelling. Er wordt veel onderzoek naar gedaan met als gevolg dat het Hoger Onderwijs stapt steeds vaker de overstap maakt van een papieren portfolio naar een elektronisch portfolio. Volgens Van Tartwijk, Driessen, Hoebrigs, Kösters, Ritzen, Stokking en Van der Vleuten (2003) zijn hier een aantal redenen voor: Door gebruik van hyperlinks kunnen verbanden gelegd worden tussen verschillende elementen in het portfolio Een elektronisch portfolio is compacter in gebruik en daardoor makkelijker te bewaren en te transporteren dan een portfolio op papier, dat vaak de vorm krijgt van een omvangrijke map Een elektronisch portfolio kan tegelijkertijd door meerdere personen worden bekeken via een website. Een elektronisch portfolio is via een cd-rom eenvoudig te kopiëren. Een papieren portfolio moet in zijn geheel worden gekopieerd, wat veel tijd kost Studenten vinden het maken van een elektronisch portfolio over het algemeen leuk. Het elektronisch portfolio is meestal opgezet als een persoonlijke website, waar een aantrekkelijk product van kan worden gemaakt Het werken met een elektronisch portfolio kan bijdragen aan de ontwikkeling van ICTvaardigheden voor zowel docenten als studenten Studenten zijn geneigd in een elektronisch portfolio compacter te schrijven en meer nadruk te leggen op de structuur dan in een papieren portfolio. Dit komt doordat de teksten van een computerscherm gelezen moeten kunnen worden. Voor begeleiders blijkt dat een pluspunt. Om deze grote voordelen van een elektronisch portfolio zijn landelijk verschillende projecten gestart, zoals projecten vanuit SURF, de Digitale Universiteit 1, E-merge 2 en Apollo. 1.2 Het Apolloproject E-portfolio s Apollo is een samenwerkingsverband tussen de volgende instellingen voor Hoger Onderwijs: AVANS Hogeschool, Universiteit van Tilburg, Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit Groningen In Apolloverband is het project E-portfolio s gestart met als doel informatie te verzamelen, landelijke ontwikkelingen bij te houden en opgedane ervaringen uit te wisselen op het terrein van elektronische portfolio s 3. In bijlage A staat het projectplan. Elke instelling heeft een 1 De Digitale Universiteit is een samenwerkingsverband tussen Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Universiteit Twente, Hogeschool Rotterdam, Open Universiteit, Fontys Hogescholen, Hogeschool van Amsterdam, Saxion Hogescholen, Hogeschool INHolland, Hogeschool van Utrecht. 2 Emerge is een samenwerkingsverband tussen de volgende instellingen voor Hoger Onderwijs: Hogeschool Leiden, Technische Univeristeit Delft en de Universiteit Maastricht. 3 Voor het projectplan wordt verwezen naar bijlage A

pagina 4 van 27 vertegenwoordiger. Dit zijn Annechien Langevoord (AVANS); Frits Salomons (Hanze Hogeschool); Ria Jacobi (RuG) en Paul Bloemen (UvT). Deze mensen zijn gedurende een periode van 8 maanden bezig geweest met het verzamelen en uitwisselen van informatie over en ervaringen met elektronische portfoliosystemen. Tevens zijn landelijke ontwikkelingen gevolgd. Van deze activiteiten staan in dit rapport de resultaten. 1.3 Indeling van het rapport De werkwijze van de landelijke Apolloprojectgroep wordt in hoofdstuk 2 toegelicht. De meeste Apollo-instellingen hebben interne werkgroepen ingesteld, die zich hebben toegelegd op het opstellen van eisen, wensen en criteria ten aanzien van elektronische portfolio s. Sommige werkgroepen hebben daarnaast onderzoek gedaan naar de werking van bepaalde elektronische portfoliosystemen in de vorm van pilots. In hoofdstuk 3 worden de eisen, wensen en criteria aan de hand waarvan de elektronische portfoliosystemen zijn beoordeeld uitgewerkt. Hoofdstuk 4 gaat in zijn geheel over de resultaten van de beoordelingen. Een aantal instellingen hebben pilots uitgevoerd. In dit rapport worden verschillende portfoliosystemen naast elkaar gezet. Het ene systeem blijkt efficienter dan het andere. De projectgroep wil daarom graag nader onderzoek doen naar een tweetal systemen: het Foliosysteem van E-portaro en het CMS systeem van Blackboard. Hoofdstuk 5 gaat in zijn geheel over het voorgenomen vervolgonderzoek.

pagina 5 van 27 2 Werkwijze 2.1 Werkwijze van de landelijke projectgroep De landelijke projectgroep heeft een aantal activiteiten uitgevoerd. Deze staan hieronder beschreven: Vergaderingen De projectgroep is in april 2003 voor het eerst fysiek bij elkaar gekomen om kennis te maken. Tijdens deze bijeenkomst zijn vervolgafspraken gemaakt. Daarna hebben we elkaar gezien in Groningen voor een demonstratie van het Foliosysteem door Frits Salomons (Hanzehogeschool). In Wageningen (oktober 2003) hebben we tevens een uitgebreide demonstratie en discussie met Stoas gehad over het Foliosysteem. Contact via e-mail en de website van het Apolloplatform Informatie is uitgewisseld door e-mail contact en de Apollowebsite. Op de Apollo-website zijn regelmatig documenten geplaatst en vragen gesteld. Werkafspraken omtrent het verloop van het project zijn veelal via e-mail gemaakt. Landelijke bijeenkomsten De projectgroep is gezamenlijk naar de studiedag van Surf geweest over digitaal portfolio in oktober 2003. De resultaten zijn nabesproken via de mail. 2.2 Werkwijze van de werkgroepen in de verschillende Apolloinstellingen Binnen de verschillende Apollo-instellingen zijn diverse werkgroepen bezig geweest met het verzamelen van informatie, opstellen van eisen, wensen en criteria ten aanzien van een elektronisch portfolio en overleg en onderzoek. 2.2.1 Werkgroep RUG Groningen In januari 2003 is bij de RUG een werkgroep van start gegaan om informatie te verzamelen over diverse systemen, en te bekijken welk systeem geschikt is met betrekking tot het gebruik van een elektronisch portfolio in het eigen onderwijs. Er zijn pilots uitgevoerd bij de Universitair Centrum voor de Lerarenopleiding (UCLO) en Faculteit Letteren met Blackboard 5.5-6.0 als portfoliosysteem. Daarnaast heeft de werkgroep de volgende systemen bekeken en geëvalueerd 4 : Projectplace Quickplace BSCW Personal Development Planner (PDP) E-portfoliosysteem van de Digitale Universiteit N@tschool 4 Het betreft een eerste analyse van en een oriëntatie op deze systemen. Voor een diepgaande analyse is meer tijd nodig.

pagina 6 van 27 De werkgroep van de RUG heeft zich vooral gefocust op de internetsystemen, omdat deze systemen plaatsonafhankelijk toegankelijk zijn. De tekstverwerkingssystemen zijn daarom buiten beschouwing gelaten. 2.2.2 Werkgroep Hanzehogeschool Op de Hanzehogeschool is een werkgroep bezig geweest met het onderzoeken van Blackboard (zonder CMS) in de vorm van een pilot De volgende opleidingen maakten deel uit van deze pilot: - GildeHBO faculteit Economie - Human Technology faculteit Techniek - Conservatorium Tevens heeft zij op kleine schaaal een test gedaan met het systeem Personal Development Planner. In een later stadium heeft het onderzoek van de Hanzehogeschool zich gericht op het onderzoeken van het Foliosysteem van E-portaro. 2.2.3 Werkgroep AVANS Hogeschool (locatie s Hertogenbosch) De werkgroep van de AVANS Hogeschool ( s Hertogenbosch) bestond uit docenten van de opleiding Small Business & Retailmanagement. Deze groep heeft eisen en wensen ten aanzien van een elektronisch portfolio geïnventariseerd. Tevens heeft de groep presentaties gehad van het portfoliosysteem van Rovict. In een later stadium heeft de werkgroep zich gericht op het onderzoeken van het portfoliosysteem van E-portaro. 2.2.4 Werkwijze van de Universiteit van Tilburg Enkele faculteiten hebben interesse getoond in het meekijken met pilots waarin elektronische portfolio s worden getest. Op de Universiteit van Tilburg is echter geen werkgroep ingesteld. Wel is Paul Bloemen als contactpersoon afgevaardigd naar het landelijke Apolloproject E- portfolio s.

pagina 7 van 27 3 Eisen en wensen ten aanzien van elektronische portfolio s De werkgroepen van de verschillende Apollo-instellingen hebben eisen, wensen en criteria ten aanzien van elektronische portfolio s geïnventariseerd. In de landelijke projectgroep zijn deze eisen en wensen verzameld. In dit hoofdstuk worden deze eisen en wensen samengevat. 3.1 Toegankelijkheid het elektronische portfolio is via Internet of Blackboard bereikbaar de eigenaar van het portfolio kan derden eenvoudig toegang geven 3.2 Technische ondersteuning / technisch beheer er is een back-up mogelijkheid er zijn geen beperkingen ten aanzien van typen en omvang van documenten er is een koppeling mogelijk met interne systemen zoals Progress en ISIS het systeem kan veel gebruikers aan, de snelheid en functionaliteit blijven gewaarorgd het systeem is in eigen beheer, zodat de instelling er controle op heeft de student moet het e-portfolio bij afsluiting van de studie mee kunnen nemen. 3.3 Onderwijskundige aspecten de student is eigenaar, dat wil zeggen dat: o het (content-)beheer moet volledig door de student kunnen worden uitgevoerd o de student kan items vrijgeven aan derden / coach ter becommentariëring in het portfolio kunnen aan verschillende mensen verschillende rollen worden toegekend de rollen en bijbehorende rechten van de actoren zijn helder vastgelegd het portfoliosysteem ondersteunt communicatie tussen student / coach, student / student items kunnen door de coach / begeleider worden vergrendeld door het aanvinken van items kan de student eenvoudig verschillende soorten portfolio s creeren, zoals een showcase-portfolio of ontwikkelingsportfolio 3.4 Structuur het portfoliosysteem kan hyperlinks bevatten naar informatie of andere media er wordt gebruik gemaakt van templates om enige structuur aan het portfolio te geven relaties tussen documenten onderling en de relatie daarvan met competenties kan duidelijk worden weergegeven 3.5 Gebruiksvriendelijkheid het systeen maakt snelle ontsluiting van informatie mogelijk voor een geautoriseerde bezoeker wordt aangegeven wat nieuw is sinds het vorige bezoek

pagina 8 van 27 het opnemen van documenten in het portfoliosysteem verloopt eenvoudig de portfolio s moeten eenvoudige met elkaar kunnen worden vergeleken het e-portfolio heeft een gebruikersvriendelijk ontwerp het portfoliosysteem ondersteunt het werk van de docent het printen van documenten is mogelijk er is een helpfunctie aanwezig 3.6 Flexibiliteit het portfoliosysteem kan flexibel worden geconfigureerd naar de onderwijsvisie van de opleiding creatieve invulling van de student is mogelijk 3.7 Overige criteria Tenslotte wordt het criterium kosten toegevoegd.

pagina 9 van 27 4 Resultaten: analsye van de elektronische portfoliosystemen De volgende systemen zijn uitgebreid onderzocht door middel van een pilot: BSCW Blackboard 5.5-6.0 In een later stadium van het Apolloproject heeft het onderzoek van de verschillende werkgroepen zich gericht op het Blackboardportfolio (d.m.v. CMS) en het Foliosysteem van E- portaro. Van deze systemen is informatie gezocht door presentatie bij te wonen en de programma s zelf op kleine schaal uit te proberen. De volgende systemen zijn slechts kort geanalyseerd. Projectplace Quickplace Personal Development Planner (PDP) E-portfoliosysteem van de Digitale Universiteit N@tschool Het portfolio van Rovict 4.1 BSCW BSCW is bedoeld om documenten uit te wisselen, ook wel file (of content) management systeem genoemd. Het is daarom zeer geschikt voor het werken in groepen (Shared Work Space). Toegankelijkheid BSCW is toegankelijk via Internet, mits men de beschikking heeft over een toegangscode. Degene die het portfolio (mappenstructuur) beheert kan anderen toegang geven tot het portfolio. Technische ondersteuning / technisch beheer BSCW is een open source, er is geen technische ondersteuning. BSCW werkt op een server, waartoe men door middel van een licentie toegang krijgt. Onderwijskundige aspecten De student kan eigenaar zijn van het portfolio (een mappenstructuur). Hij heeft de mogelijkheid content te beheren. In BSCW is het toekennen van verschillende rollen mogelijk. BSCW kent echter niet voldoende rollen en rechten ten aanzien van documenten. Met name het beoordelen, becommentarieren en ffixeren is een probleem. Het publiekelijk beschikbaar maken van bepaalde documenten is lastig. Structuur Het ontbreekt aan mogelijkheden (althans, voorzover dat te zien was in de test) om templates te leggen over folders, d.w.z. om bepaalde structuren vast te leggen en die in BSCW te zetten. Door middel van URL s kunnen links gelegd worden met externe documenten. Interne links zijn niet mogelijk.

pagina 10 van 27 Gebruiksvriendelijkheid en flexibiliteit Ontsluiting van informatie gaat snel, je hoeft niet vaak te klikken. Het printen van documenten is eenvoudig. BSCW oogt plezierig, is niet moeilijk te gebruiken en kent een hoge mate van flexibiliteit bij de gebruiker. Er kunnen verschillende rollen worden toegekend aan personen. Er is tevens een kalenderfunctie aanwezig, die de gebruiker helpt onthouden van taken. BSCW geeft aan welke documenten nieuw zijn. Het systeem blijft goed werken bij meerdere gebruikers. De inhoud van mappen (portfolio s) kan niet eenvoudig met elkaar vergeleken worden. Je kunt maar een map per keer openen. Conclusies BSCW is geen programma voor e-portfolio's. Het is leuk programma met leuke ideeën. Voor een portfoliosysteem is het te mager. Het biedt derhalve hele goede ideeën hoe je een portfoliosysteem zelf zou kunnen opzetten. Want een file-managementsysteem is wel een onderdeel van een e-portfolio. Het nadeel van BSCW is dat beoordeling van documenten niet goed kan worden uitgevoerd. 4.2 Blackboard 5.5 (zonder CMS) Blackboard 5.5 is een elektronische leeromgeving en als zodanig nooit ontwikkeld om er portfolio s mee te maken. Toch is Blackboard ingezet als portfoliosysteem bij de RUG en hanzehogeschool. Hierbij had elke student een course, waarin zijn portfolio was gemaakt. In de toekomst is een uitbreiding mogelijk met systemen zoals E-portaro (als Building Block van Blackboard) en het portfoliosysteem van Blackboard zelf. Toegankelijkheid Blackboard dient in de verschillende instellingen al als leeromgeving. De meeste studenten en docenten hebben daarom eenvoudig toegang tot Blackboard. Technische ondersteuning / technisch beheer Studenten hadden de beschikking over een course. Het bleek bij de UCLO nogal wat moeite te kosten om elke student toegang te geven tot een eigen course. Voor een grotere groep studenten zou iets dergelijks geautomatiseerd moeten verlopen. Onderwijskundige aspecten In de UCLO-pilot was de student eigenaar van zijn eigen course, hij vervulde de rol van instructor. In de rol van instructor kan de student personen toegang geven tot zijn course. Het hangt van de rechten van de student zelf af, welke rechten hij anderen kan geven. Het is niet mogelijk een course (portfolio) in Blackboard publiek te maken, tenzij iemand als gast inlogt in Blackboard en het portfolio wordt opengesteld voor een gast. Verder kan een document in Blackboard niet geshared worden op verschillende plaatsen en met verschillende studenten/docenten. Vergrendeling van documenten is niet mogelijk. In de pilot bij het Conservatorium had elke student de beschikking over een course. Eindproducten werden als bestand in een forum geplaatst. Deze werden door de docenten beoordeeld. Over het algemeen was men hierover tevreden.

pagina 11 van 27 Structuur In de UCLO-pilot (RUG) kreeg elke student een eigen course, de portfolio course. In de course zijn automatisch folders aangemaakt met zodat een student weet wat hij waar wat moet zetten. De vaste folderstructuur is door de student te wijzigen, omdat hij zelf instructor is in de course. Links maken naar een document is in Blackboard 5.5 niet mogelijk. Gebruiksvriendelijkheid Een groot bezwaar voor een docent die meerdere studenten onder zijn hoede heeft is dat er geen wat is nieuw melding mogelijk is in Blackboard. Een docent moet regelmatig alle courses van studenten door, op zoek naar nieuwe documenten, die ter beoordeling of ter commentaar worden voorgelegd. Daarvoor moet veel geklikt worden gezien de folderstructuur van Blackboard. Hiervoor zijn een aantal oplossingen denkbaar: 1. Studenten verplichten een announcement te maken bij het uploaden van een document. Dat wordt echter vaak vergeten. Bovendien krijgen ook de docenten die wel lid zijn van het betreffende portfolio (course), maar niet het betreffende document hoeven te lezen, toch het announcement in hun scherm. Het aantal announcements loopt daardoor snel op, wat het werken met portfolio s onoverzichtelijk maakt. 2. Niet met folders werken onder course documents, maar met een discussion board. Elk onderdeel krijgt dan een apart forum. Elk deelnemer kan per forum ook meer of minder rechten krijgen, verleend door de studentinstructor. 3. Werken met slechts één course en daarbinnen groepen maken van één student. Die student zet dan in zijn groep bij bijvoorbeeld file exchange of in het discussionboard zijn documenten en andersoortige files. Met file exchange kun je echter slechts documenten toevoegen en geen commentaar geven of documenten ordenen. Bovendien wordt de file exchange op den duur een onoverichtelijke lijst van documenten. Zo n discussionboard is handig, maar je hebt wel te maken met het feit dat je niet een deel van de leden beperkte rechten kunt geven voor toegang tot sommige documenten. Flexibiliteit Student kan zelf invulling geven aan zijn course. Courses zijn echter vrij statisch, waardoor Blackboard niet erg flexibel is. Kosten De grootste kostenpost is de tijd die het de docenten kost om alle courses te bekijken, het discussion board te gebruiken voor de communicatie met studenten. Het levert geen voordeel op voor docenten boven de papieren versies. Wellicht extra kosten omdat het aantal courses gelijk wordt aan het aantal studenten en hiervoor een extra grote server nodig is. Overige opmerkingen Onderzoek naar de bruikbaarheid van Blackboard versie 6 (in plaats van versie 5) kon maar in beperkte mate worden uitgevoerd, omdat alleen een Beta-versie beschikbaar is. De conclusie is op dit moment dat versie 6 niet substantieel beter bruikbaar is als elektronisch portfoliosysteem.

pagina 12 van 27 Conclusies Voor een eerste opstap naar het werken met een portfolio biedt Blackboard zeker mogelijkheden. Het biedt de mogelijkheden om studenten te laten reflecteren op elkaars werk. Daarnaast kunnen de studenten beheer krijgen over een eigen gebied. Echter dit blijft oneigenlijk gebruik van Blackboard. Bovendien bestaat de kans op onoverzichtelijkheid bij veel studentaantallen. Als men Blackboard als portfoliosysteem wil gebruiken moet men goede afspraken maken rondom rechten, rollen en gebruik ervan. Voor een geavanceerd portfoliosysteem is Blackboard niet geschikt. Vooral het niet goed kunnen archiveren van beoordeelde documenten en de omslachtige werkwijze bij het communiceren en feedback geven zijn het probleem. 4.3 Foliosysteem van E-portaro 5 Eportaro is in Nederland beschikbaar gekomen in september 2003 en is ontwikkeld als zuiver portfoliosysteem. Toegankelijkheid Het Foliosysteem van E-portaro is een losse applicatie. Toegang wordt verschaft via een Internetadres met een password. In de nabije toekomst is een koppeling met Blackboard mogelijk door middel van Building Block Technologie. Dit heeft als voordeel dat de gebruikers in Blackboard reeds bekend zijn voor het Foliosysteem. Stoas 6 heeft toegezegd dat er data-integratie mogelijk is tussen Eportaro en Blackboard. Hierdoor zijn rollen in Blackboard ook in Eportaro beschikbaar. Via een tabblad in Blackboard wordt Eportaro gestart (zie tabblad My Folio in figuur 1). 5 http://www.eportaro.com/product.html, http://www.eportconsortium.org/, http://www.eportaro.nl 6 Stoas verzorgt de exploitatie van het systeem op de Nederlandse markt

pagina 13 van 27 Schema 1: integratie van Foliosysteem in Blackboard Toegang geven aan gasten/externen is op eenvoudige wijze mogelijk: de student stuurt de geïnteresseerde een e-mail met een Internetadres. Technische ondersteuning / technisch beheer E-portaro is gebaseerd op een database (MSSQL) 7. Er moeten servers voor worden ingericht, afhankelijk van het aantal gebruikers: < 1550 studenten: 2 CPU tot 3000 studenten: 3-4 CPU tot 5000 studenten: 5-6 CPU >5000 studenten: >6 CPU Er wordt gewerkt met een server. De capaciteit die op de server wordt gereserveerd per portfoliohouder kan worden ingesteld. Stoas gaat uit van 100 MB per student. In E-portaro wordt gewerkt met sjablonen en formulieren, die de structuur van het portfolio aangeven. Het maken nieuwe formulieren en sjablonen is niet eenvoudig en vraagt kennis van XML/XSLT. Het maken van een sjabloon kost daarom 1 dag. Een nieuw formulier maken kost aanzienlijk minder tijd volgens Stoas sneller. 7 Achterliggende techniek m.b.t. software: http://www.epixspec.org/

pagina 14 van 27 Onderwijskundige aspecten In het systeem kunnen zowel beoordelings- als ontwikkelings- als showcase-portfolio s gemaakt worden. Er kunnen uit dezelfde content verschillende portfolio s samengesteld worden. In E-portaro is een geavanceerde certificering mogeljik via een speciale module waarmee inhoud van items / documenten kunnen worden bevroren. Er is een mogelijkheid om een koppeling te maken tussen student en beoordelaar. Een portfoliohouder kan een commentaar omzetten in een external review waarbij een review afhankelijk van wie het commentaar afkomstig is, als een gecertificeerd commentaar wordt gemerkt. Bij Eportaro is de student eigenaar van het portfolio. De items / documenten blijven eigendom blijven van de portfoliohouder. De documentatie moet echter worden verbeterd: vooral. Met betrekking tot de rollen die kunnen worden gedefinieerd in Eportaro is niet helder welk effect een bepaalde definitie heeft. Structuur E-portaro kent standaard sjablonen ( templates ) en een instelling kan sjablonen toevoegen. Met een sjabloon wordt een portfolio volgens een opgelegde structuur aangemaakt. Deze sjablonen zijn de basis voor het maken van een portfolio. In Eportaro is een sjabloon meestal opgebouwd uit een of meer formulieren. Door middel van formulieren, waarvan een 30-tal standaard wordt meegeleverd legt de portfoliohouder informatie vast voor hergebruik. De portfoliohouder kan naar behoefte informatie toevoegen of verwijderen Een voorstructurering met mappen is mogelijk, maar onwenselijk indien uitgegaan wordt van een geheel eigen verantwoordelijkheid van de student voor het portfolio. Gebruiksvriendelijkheid Omdat Eportaro gebaseerd is op een database, zou het systeem snel via zelf ingerichte queries antwoord moeten kunnen geven op vragen zoals wie heeft wat aangeleverd, wie heeft welk commentaar gegeven. Wanneer alleen naar het portfoliosysteem gekeken wordt dan zal een docent / student veel sneller aan de slag kunnen met Eportaro dan met het Blackboard portfolio. Er is nog geen wizard voor het maken van portfolio aanwezig, wordt toegevoegd in een volgende release. Flexibiliteit Het systeem is zeer flexibel, afhankelijk van wensen en onderwijsvisie kunnen in het programma sjablonen worden toegevoegd of verwijderd. Een instelling of opleiding kan ook eigen formulieren maken. Kosten De tijd en kosten die gepaard gaan met het inrichten van Eportaro (zelfgemaakte formuleren en sjablonen) mag niet onderschat worden. Met een goede afstemming binnen de instelling waarbij men zich niet verliest in details (hoe groter de detaillering, des te vaker bijstelling noodzakelijk is) kan deze kostenpost binnen redelijke grenzen gehouden worden.

pagina 15 van 27 Voor grootschalig gebruik worden de volgende kosten berekend: (server in eigen beheer, hosten mogelijk) < 1500 studenten 11.800 Euro incl. installatie en training 3000 studenten: eenmalig 18000 Euro incl. installatie en training, daarna jaarlijks 12000 Euro 5000 studenten: eenmalig 24000 Euro incl. installatie en training, daarna jaarlijks 17000 Euro >5000 studenten: in overleg Overige informatie E-portaro wordt door Stoas geïmplementeerd ten behoeve van een pilot van tenminste een jaar bij HS Zuyd, Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). 4.4 Blackboardportfolio (d.m.v. CMS) Het Blackboardportfolio is onderdeel van het Blackboard CMS en komt in Nederland op de markt met ingang van mei 2004. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op een eerste indruk. Het systeem is niet uitgebreid onderzocht. Toegankelijkheid Toegang geven aan gasten/externen is mogelijk en vergelijkbaar met de manier waarop dat plaats vindt in Eportaro. Technische ondersteuning / beheer Een portfolio wordt samengesteld uit documenten op de eigen virtual harddrive. De capaciteit die op de server wordt gereserveerd per portfoliohouder kan worden ingesteld. Het portfolio is als Zip te exporteren en via een index pagina offline te openen. Onderwijskundige aspecten In Blackboard kunnen beoordelings-, ontwikkelings- en showcase-portfolio s gemaakt worden. Deze worden samengesteld uit dezelfde content. Er is sprake van overdragen van rechten op documenten; onduidelijk is of dit tot op itemniveau mogelijk is. Het lijkt erop dat het eigendom van items / documenten wordt overgedragen op de beoordelaar. Indien dit bij Blackboard gebaseerd is op het delen van het document, waarbij de beoordelaar lees/schrijfrechten heeft en de portfoliohouder alleen leesrechten heeft, dan kan er probleem ontstaan indien de beoordelaar bijvoorbeeld vertrekt. Niet duidelijk is of Blackboard een specifieke rol certifier zoals Eportaro kent. Structuur Balckboard kent net als E-portaro standaard sjablonen ( templates ) en een instelling kan sjablonen toevoegen. Met een sjabloon wordt een portfolio volgens een opgelegde structuur aangemaakt. In beide systemen is een sjabloon een basis voor het maken van een portfolio. De portfoliohouder kan naar behoefte informatie toevoegen of verwijderen. Gebruiksvriendelijkheid Er is een Wizard voor het maken van een portfolio aanwezig. Flexibiliteit De flexibiliteit van het Blacboard portfolio is moeilijk in te schatten op basis van de huidige gegevens. Het portfolio is een onderdeel van het CMS-systeem, waardoor in principe alle documenten in het CMS door een gebruiker met tenminste leesrechten gebruikt kunnen

pagina 16 van 27 worden. Het systeem is onderdeel van Blackboard en daarom niet zomaar te koppelen aan een ander systeem. Kosten Jaarlijks, in orde van grootte vergelijkbaar met Blackboard Enterprise licentie (80%). Conclusie Het Bb portfolio is voor zover het beoordeeld kon worden, een stuk ingewikkelder in gebruik. Vooral het delen van een portfolio en het certificeren is minder intuïtief dan bij Eportaro. Is de portfoliohouder bekend met de leeromgeving Blackboard dan zijn veel van de gehanteerde werkwijzen herkenbaar. Het grote voordeel van het Bb systeem is dat de instelling er een CMS bij krijgt. 4.5 Samenvattende vergelijking van E-portaro met Blackboard (met CMS) In onderstaand schema (tabel 2) worden E-portaro en Blackboard met elkaar vergeleken op een aantal aspecten. Deze oordelen berusten op eerste indrukken, voor een gefundeerder oordeel is meer tijd nodig.

pagina 17 van 27 Koppeling aan systemen Algemene indruk Inrichting met eigen formulieren en templates Maken van portfolio Aanbieden portfolio Commentaar leveren Commentaar ontvangen Inzage van commentaar Certificering van documenten Minpunten Eportaro E-portaro kan als stand alone systeem functioneren én via building block aan Bb worden gekoppeld. Gebruikersvriendelijk: docenten hebben snel door hoe een portfolio tot stand komt. Je krijgt snel overzicht van mogelijkheden; geschatte training voor student max. 2 uur, voor docent max. 4 uur. veel mogelijkheden Positief, via sjabloon wordt gewenste informatie aangevinkt; de portfoliohouder kan een vink verwijderen en blijft zo helemaal verantwoordelijk voor het samenstellen Positief, de portfoliohouder kan rechten van de lezer differentiëren Positief Portfolio in Blackboard Alleen samen met Bb Enterprise In eerste instantie lijkt het systeem ingewikkelder in gebruik mede omdat het deel uitmaakt van Bb CMS: er komen nogal wat knopjes bij maar er is te weinig mee gewerkt om een goed inzicht te krijgen. De geschatte tijdsinvestering voor zowel student als docent ligt hoog, omdat je tegelijkertijd het gebruik van het CMS aanleert. minder mogelijkheden en dus minder extra inspanning Positief, er is een wizard Door middel van sharing wordt portfolio gedeeld met andere gebruikers. Waarschijnlijk is er geen fifferentiatie in rechten Positief, Positief, what s new wordt duidelijk in Onbekend beeld gebracht Positief, alleen de portfoliohouder kan Negatief, commentaar is voor allen die het commentaar in het portfolio toegang hebben tot het portfolio zichtbaar. opnemen en aan anderen tonen. Zeer goed mogelijk Het is onduidelijk tot op welk niveau certificering mogelijk is Er wordt niet optimaal gebruik gemaakt De vraag is of student is eigenaar van gegevens die al in database bekend helemaal opgaat. zijn, zoals adres- en persoonsgegevens. Erg veel geklik met de muis voordat informatie wordt getoond. Extra s CMS wordt meegeleverd Tabel 1: vergelijking tussen E-portaro en Blackboard CMS

pagina 18 van 27 Volgens de projectgroep biedt het Foliosysteem van E-portaro veel mogelijkheden. Pluspunten van het systeem zijn de flexibiliteit, aansluiting bij Blackboard en de certificeringsmogelijkheid. 4.6 Overige systemen Projectplace Projectplace een heel geschikt programma voor projecten beheer. Het is minder geschikt voor e-portfolio vanwege de volgende aspecten: de docent moet bij iedere student een ander inlognaam invullen (lastig) er is geen open en gesloten gedeelte de vraag is in hoeverre dit systeem te koppelen is aan Nestor producten kunnen niet worden gefixeerd (met betrekking tot beoordeling) de omgeving staat vast; een student kan geen eigen invulling aan het e-portfolio geven. nieuwe elementen toegevoegd of gewijzigd worden automatisch gemeld een kalender met taken Conclusie Als elektronisch portfoliosysteem is Projectplace niet geschikt. Quickplace Quickplace is, evenals Projectplace, een programma voor projectenbeheer. Het valt af voor nader onderzoek vanwege: de docent moet bij iedere student een ander inlognaam invullen (lastig) er is geen open en gesloten gedeelte de vraag is in hoeverre dit systeem te koppelen is aan Nestor producten kunnen niet worden gefixeerd (met betrekking tot beoordeling) de omgeving staat vast; een student kan geen eigen invulling aan het e-portfolio geven. Quickplace is niet geschikt als elektronisch portfoliosysteem. Personal Development Planner (PDP) De ontwikkelaars van Personal Development Planner hebben dit programma gemaakt vanuit een onderwijskundige achtergrond. Basaal bevat het portfolio 4 te volgen stappen: leerdoel formuleren, plan van aanpak maken om leerdoel te bereiken, succesindicatoren formuleren, evalueren en reflecteren op deze succesindicatoren. De opzet is zo generiek, dat ook uit het bedrijfsleven belangstelling is getoond. PDP is geschikt voor nader onderzoek vanwege: onderwijskundig kader open en gesloten gedeelte beheer door studenten rechten kunnen worden toegekend: documenten te lezen; te bewerken; te beoordelen. PDP kan niet echter in eigen beheer van een instelling komen, omdat Vigorplaza eigenaar is. Er is geen flexibele inrichting mogelijk, deze staat vast. Er is geen zoekfunctie. Dat is wel handig bij een grote hoeveelheid van documenten.

pagina 19 van 27 Interessant in dit systeem is de strikt doorgevoerde eis dat de student eigenaar van het portfolio is. Dit systeem is bij de Hanzehogeschool op kleine schaal uitgeprobeerd. De Hanzehogeschool zag bezwaren in de vast opgelegde structuur met voorgedefinieerde rollen. Kosten PDP Dit systeem is nog in ontwikkeling maar kent sinds half oktober 2002 wel een stabiele, werkbare versie. De prijs om deel te kunnen nemen in deze versie van het systeem en daarmee aan de ontwikkeling van het product is gesteld op 35 per gebruiker. Deze gebruiker heeft hierbij 25 Mb aan opslagcapaciteit voor zijn portfolio-documenten tot zijn beschikking. E-portfoliosysteem van de Digitale Universiteit Het e-portfoliosysteem van de DU is bekeken met de bedoeling een actuele ontwikkeling te kunnen volgen. Het systeem is nog volop in ontwikkeling. Het systeem is bedoeld om documenten te verzamelen en uit te wisselen. Het DU-portfolio is een eenvoudig te leren en te gebruiken instrument. Het is gebaseerd op een file management systeem (zoals BSCW). Vier knoppen zijn gedefinieerd: archief, uitvoer, beheer en help. In een archief kan men rubriceren en structureren met behulp van zelf aan te geven trefwoorden en hoofdonderwerpen (via beheer). Het is van belang hier wel goed van te voren over te hebben nagedacht. Onder de knop archief staat de hele lijst van documenten, de data, het aantal bijlagen per document.een eenmaal aangemaakte structuur ligt vast. Per document kan aangegeven worden welke extern geïnteresseerde het document mag lezen of bewerken, de eigenaar van het portfolio nodigt deze uit). Tevens wordt een overzicht gegeven van het aantal reacties. Omdat het systeem door de DU wordt ontwikkeld en eigendom is van de DU zijn, is het systeem als breed inzetbaar portfoliosysteem niet geschikt. N@tschool Het e-portfoliogedeelte is een onderdeel van een gehele leeromgeving (LMS) van N@tschool. Voor het optimaal functioneren van het e-portfolio is deze leeromgeving nodig. In de leeromgeving staat namelijk het opleidingsdossier (met alle vakken inclusief specificaties). Het opleidingsdossier kan gekoppeld worden aan het studiedossier van de student. Er is een mogelijkheid het systeem te koppelen aan Blackboard. De Blackboard-cursussen moeten daarvoor gelabeld worden met specificaties (opleidingskant). De student die op het gebied van een bepaalde vaardigheid (specificatie) een vak zoekt, krijgt een lijst op het scherm die voldoen aan de gezochte vaardigheid. Hieruit kan dan een keuze gemaakt worden. Wat N@tschool onderscheidt met de voorgaande systemen is dat het compliant is met standaarden en specificaties: IMS-enterprise (te koppelen met interne systemen zoals People-soft, SAP en dus ook te koppelen met ISIS-Progress) IMS content packaging (uitwisseling van gegevens in systemen bijv hanze rug bijv persoonlijke gegevens, cursusinfo; vakinhouden etc; bedrijfsgegevns) QTI: uitwisseling mbt toetsgegevens

pagina 20 van 27 N@tschool biedt veel mogelijkheden: open en gesloten gedeelte beheer door studenten rechten kunnen worden toegekend: documenten te lezen; te bewerken; te beoordelen. didactisch neutraal flexibel in te richten door de student, door het windows look en feel uiterlijk kan de beheerder zelf de structuur bepalen. Communicatiemogelijkheid met degenen die rechten hebben gekregen. Maar door deze mogelijkheden kost het wel enige tijd om al deze mogelijkheden te inzichtelijk te maken en te benutten. De vraag is in hoeverre de overzichtelijkheid bewaard kan blijven bij een grote hoeveelheid documenten. Tevens het volgende: er is geen zoekfunctie, dat wel handig is bij een grote hoeveelheid van documenten (n.b. dit heeft geen enkel bekeken systeem). en een eenmaal vastgestelde structuur is moeilijk te veranderen. Omdat de Apolloinstellingen werken met Blackboard ligt de aanschaf van N@tschool als portfoliosysteem niet voor de hand. In feite is N@tschool ook een leeromgeving, waarin het portfolio is geïntegreerd.

pagina 21 van 27 5 Vervolgonderzoek De projectgroep acht het Foliosysteem van E-portaro zeer bruikbaar, gebruikvriendelijk en flexibel. Het systeem is ontwikkeld als zuiver portfoliosysteem, waardoor het aan veel gestelde eisen voldoet. Tevens kan het systeem in de nabije toekomst door middel van Building Block Technologie aan Blackboard worden gekoppeld. Aangezien alle Apolloinstellingen werken met Blackboard is dit zeer gunstig. In een vervolgproject wordt daarom nader onderzoek gedaan naar het Foliosysteem van E- portaro. Het systeem wordt door middel van een ASP-constructie aan het Apolloconsortium ter beschikking gesteld. Gedurende een half jaar gaan de RijksUniversiteit Groningen, Hanzehogeschool en Avans het systeem bij gebruikers testen. Tijdens deze periode wordt gelet op de volgende aspecten: Functionaliteit, waaronder de definitie van rollen en bijbehorende rechten De koppeling met Blackboard 6: welke voordelen levert dat op? Gebruiksvriendelijkheid en gebruiksgemak Flexibiliteit en de mogelijkheid om de eigen onderwijsvisie in te passen in het systeem Kosten (prijs/kwaliteit verhouding), Toegankelijkheid, ICT-implicaties 8 en stabiliteit Onderwijskundige mogelijkheden Om deze pilots mogelijk te maken worden docenten en studenten getraind in het gebruik van het systeem. Het project wordt afgesloten met een evaluatieverslag van uitgevoerde pilots, waarbij betrokken opleidingen aangeven of het Foliosysteem / portfolio in Blackboard aansluit bij hun wensen vanuit het (competentiegerichte) onderwijs. een adviesnotitie over een mogelijk vervolgtraject, met daarin beschreven adviezen over de implementatie en inzet van de geteste e-portfolio s en te ondernemen acties dit beter te realiseren. enkele scenario-beschrijvingen met het doel te schetsen hoe een Foliosysteem of portfoliosysteem in Blackboard is geimplemeteerd. Naast het uittesten van het Foliosysteem van E-portaro wordt Blackboard CMS systeem op kleine schaal uitgetest. Ten behoeve van een goed en compleet beeld voor het eindrapport houden we de ontwikkeling op het gebied van Folio en Blackboard CMS in de gaten, bijvoorbeeld door het verzamelen van kernnotities of via landelijke contacten (bijvoorbeeld met Emerge en de Digitale Universiteit). Tevens wordt gekeken naar de ontwikkelingen die gaande zijn bij andere instellingen waar geëxperimenteerd wordt met E-portaro (HS Zuyd, Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR)). 8 Onder ICT-implicaties wordt verstaan: de kosten voor onderwijsinstellingsbrede implementatie (software, hardware), de kosten voor ondersteuning (technisch en functioneel beheer en ondersteuning aan opleidingen), de jaarlijkse licentiekosten, etc.

pagina 22 van 27 6 Literatuur en andere rapporten m.b.t. elektronische portfolio s Tartwijk, J. van., Driessen, E., Hoebrigs, B., Kösters, J., Ritzen, M., Stokking, K., & Vleuten, C. van der (2003). Werken met een elektronisch portfolio. Groningen: Wolters Noordhoff Links naar andere eindrapporten www.i-start.nl/docs%2fdeelrapportage%20ontwikk%20instrumenten%20-%20eindversie.pdf

pagina 23 van 27 7 Bijlagen A Projectplan project E-portfolio s

pagina 24 van 27 Bijlage A projectplan Voor vragen kunt u terecht bij de Apollo-coördinator van uw instelling: Hanze Hogeschool: Annemieke Ter Borg-Spitholt, e-mail: w.e.ter.borg-spitholt@pl.hanze.nl Universiteit van Tilburg: Hans van Dommele, e-mail: j.vandommele@uvt.nl Paul Bloemen, e-mail p.p.m.bloemen@uvt.nl Stichting Brabantse Hogescholen: Bert Frissen, e-mail Bert.Frissen@wxs.nl Frank Dijkstra, e-mail fdijkstra@hsbos.nl Rijksuniversiteit Groningen: Ria Jacobi, e-mail r.k.jacobi@eccoo.rug.nl 1. Aanvrager en projectleider (docent) Naam Annechien Langevoord Instelling Stichting Brabantse Hogescholen Adres Bureau Innovatie en Kwaliteit Hogeschool 's Hertogenbosch Postbus 732 5201 AS 's-hertogenbosch Telefoon tel: 073-6295268 fax: 073-6295205 E-mail Datum alangevoor@hsbos.nl 31 maart 2003 2. Titel voorstel E-portfolio 3. Verdere leden projectteam: HG Theo Verbeek t.r.verbeek@pl.hanze.nl Naam Faculteit/afdeling Frits Salomons f.w.salomons@pl.hanze.nl UvT Naam Faculteit/afdeling Paul Bloemen P.P.M.Bloemen@uvt.nl SBH Naam Faculteit/afdeling Annechien Langevoord alangevoor@hsbos.nl RUG Naam Faculteit/afdeling Ria Jacobi r.k.jacobi@eccoo.rug.nl 4. Doel van de aanvraag, met accent op a. Voorgestelde wijze van gebruik ICT-toepassing in het onderwijs b. rol Blackboard in het voorstel c. mogelijkheden voor verdere verspreiding Vanuit de vier Apollo-instellingen hebben enkele opleidingen belangstelling voor het werken met een e-portfolio. Daarvoor zijn enkele medewerkers concreet bezig met het testen en/of het voorbereiden van pilots met e-portfoliosystemen. Enkele systemen die men bekijkt of wil bekijken zijn: Personal Development Planner; N@tschool; ROVICT. Tevens behoort het tot de mogelijkheid zelf, als instelling, een systeem te gaan bouwen. Gezien deze ontwikkeling zal in de komende tijd veel informatie beschikbaar zijn met betrekking tot het werken met e-portfolio s. Het is waardevol om binnen Apollo-verband

pagina 25 van 27 product deze informatie te stroomlijnen. Hiermee bewerkstelligt men betere afstemming van systemen, betere keuze en afweging voor de aanschaf of ontwikkeling van een e-portfolio systeem in de eigen instelling. Het doel van het Apollo-project e-portfolio is ervaringen uit te wisselen met de gekozen systemen binnen de instelling. Daarnaast worden landelijke ontwikkelingen, bijv. door het verzamelen van kernnotities of via landelijke contacten, op het terrein van e-portfolio gevolgd en meegenomen in de verslaglegging. Tevens worden er, gezamenlijk, concrete ondersteuningsactiviteiten opgezet met als doel de begeleiding en invoering van e- portfolio s te ondersteunen. Het inrichten, het testen van een bestaand of zelf ontwikkelt e-portfoliosysteem, vindt dus plaats binnen de Apollo-instellingen. Uitwisseling en stroomlijnen van informatie vindt in Apollo-verband plaats. De uitwisseling van informatie vindt plaats via: Evaluatieverslag van uitgevoerde pilots, waarbij betrokken opleidingen aangeven of het systeem aansluit bij hun wensen vanuit het (competentiegerichte) onderwijs. Zo mogelijk een overzicht van portfoliosystemen in de markt (functionele vergelijking en kostenoverzicht). Adviesnotitie over een mogelijk vervolgtraject, met daarin beschreven adviezen over de implementatie en inzet van e-portfolio s en te ondernemen acties dit beter te realiseren. Scenario-beschrijving e-portfolio met het doel te schetsen hoe een e-portfolio eruit ziet, en hoe het ingezet kan worden binnen het onderwijs. Om externen een beeld te geven wat mogelijk is op het gebied van e-portfolio worden scenario s beschreven. De scenario s zijn gebaseerd op praktijkervaringen en voorbeelden vanuit de Apollo-instellingen. Een scenario beschrijft bijv. de volgende aspecten: context waarin het e-portfolio wordt ingezet, de reden van gebruik, de wijze van inzet, de inrichting, de begeleiding en voordelen en nadelen. 5. Begroting Zie onder 6. Voorgestelde activiteiten a. Hieronder de voorgestelde activiteiten - Binnen enkele Apollo-instellingen worden systemen getest (SBH, RUG, HG). De andere instellingen doen mee in de vorm van pilots meedraaien, en/of wensen a. Algemene opzet aanreiken tav de functionele inrichting. De pilots vinden plaats in het jaar 2003 (binnen de Apollo-instellingen). - Op basis van de pilots wordt informatie verkregen over de geteste systemen. Deze informatie wordt gebundeld in een evaluatieverslag. Op basis van deze informatie wordt een gemeenschappelijk advies voor de vier betrokken instellingen geschreven. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de vraag in hoeverre systemen voldoen aan de eigen opgestelde criteria en wensen. Iedere partner treedt hierbij op als externe evaluator. Het evaluatieverslag (en advies) is afgerond in januari 2004. - Organiseren en houden van een studiemiddag (één of twee) voor de betrokken (docenten coördinatoren, projectleiders) De studiemiddag vindt in januari 2004 plaats. - Op basis van de evaluatieverslag (incl. advies) en de studiemiddag wordt een vervolgtraject beschreven. - Het schrijven van e-portfolio scenario s met het doel duidelijk te schetsen hoe een e-portfolio eruit ziet en hoe het ingezet kan worden binnen het onderwijs. - Gebruikersonderzoek Tijdsperiode project (maart 2003-januari 2004): - voorbereiding testen, ontwikkelen e-portfolio in eigen instelling: tot augustus 2003 - inrichten community, plannen van Apollo-activiteiten: maart/april 2003

pagina 26 van 27 - eerste pilots in de eigen instelling: september december 2003 - schrijven scenario s december 2003 / januari 2004 - bundelen van informatie en ervaring mbt de pilots (evaluatieverslag en advies): december 2003 - studiemiddag organiseren en houden: januari 2004 - vervolgtraject beschrijven: december 2003 / januari 2004 - gedurende het jaar 2003: - twee f2f-bijeenkomsten van de projectgroep - online contact van de projectgroep Voor de ondersteuning van het ontwikkelen, schrijven, organiseren en documenteren van de diverse activiteiten wordt een community ingericht. b. Inzet docenten c. Projectresultaat d. Onderwijskundige meerwaarde e. Optioneel: gebruik software anders dan Blackboard. b. Elke betrokken instelling wordt vertegenwoordigd door een medewerker die verantwoordelijk is voor een pilot die in zijn vak / opleiding plaatsvindt. Deze medewerker is of wergroepcoördinator of docent. De werkgroepcoördinator heeft direct contact met diverse (pilot)docenten. De docenten worden door de werkgroepcoördinator betrokken. c. Resultaat Verspreiding van kennis en ervaringen binnen de vier instellingen via rapportages en studie/informatiemiddagen. Een beschrijving van verschillende scenario s waarin e-portfolio is ingezet. d. Onderwijskundige meerwaarde van het Apollo-project - Delen van ervaring. Het bundelen van ervaring op het terrein van implementatie en begeleiding van e- portfolio s binnen het onderwijs, en deze ervaring afstemmen. - Onderlinge evaluatie. De vier partners evalueren kritisch elkaars systemen op de criteria die voor de instelling zijn geformuleerd. Men is elkaars externe evaluator. - Ondersteuning. De vier partners ondersteunen elkaar bij de invoering, testen en ontwikkelen van een e-portfolio voor het onderwijs - Materiaal Het gezamenlijk ontwerpen van ondersteunend materiaal en scenario s. e. Software Specifieke software is voor het Apollo-project e-portfolio niet nodig. Voor het schrijven, uitwisselen en documenteren van informatie moet de Apollo-e-portfolio-community worden opgezet. f. Optioneel: Actieve f. Studenten zullen betrokken worden bij de e-portfolio-usabilitytests van de instellingen. betrokkenheid studenten Zij zullen vooral worden gevraagd naar behoefte, wensen en gebruik. 7. Kwaliteitstoets resultaat Evaluatie van bovengenoemde activiteiten van de vier instellingen. Hoofdvraag: Heeft de uitwisseling, afstemming en stroomlijning van informatie de vier instelling ondersteund bij de ontwikkeling en implementatie van een e-portfolio. 8. Wijze van verspreiding projectresultaat onder brede groep docenten. 9.Gewenste logistieke ondersteuning vanuit Apollo- Regelmatig over de voortgang en ervaringen rapporteren in diverse gremia en overleggen (Apollo-bestuur; besturen eigen instelling). Het verspreiden van de scenario s onder belangstellenden en betrokkenen, voor beeldvorming over wat een eportfolio is, wat het kan, en wat het betekent voor een vak of opleiding. Organiseren van projectgroepbijeenkomsten (locatie, faciliteiten, verslaglegging) Projectadministratie (financieel)

pagina 27 van 27 bureau concept begroting apollo e-portfolio (euro) inschatting dd 31-03- aantal opleidingen/ aantal uren uren tarief kosten apollo Instellings 2003 vakgebieden instellingen pp Matching projectgroep landelijk projectleider 80 80 45 3600 1332 2268 4 projectgroepleden 4 120 480 45 21600 7992 13608 materieel reiskosten 4 50 1200 444 756 studiemiddagen 1000 370 630 onvoorzien 500 185 315 totaal 27900 10323 17577 Taken PL: coördinatie, organisatie, schrijven van stukken, moderator website, overleg apollo-verband Taken PG-leden: informatie verzamelen, informatie verspreiden, schrijven (papier en online), daar waar nodig mee organiseren; testtijd van e-portfolio