Steunmaatregel nr. N 222/ NL Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Vergelijkbare documenten
Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Steunmaatregel N 515/ België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest"

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)

Steunmaatregel N 279/ België Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)

Staatssteun nr. N 833/2000 NEDERLAND Besluit Subsidies Technische Ontwikkelingsprojecten

Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten.

Staatssteun nr. N 291/ Nederland Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (Bsik)

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Steunmaatregel N 588/2006 Nederland "Subsidieregeling vitaal Gelderland" Excellentie,

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid

Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275

Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland

2. BESCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL.

Steunmaatregel nr. N 217/ Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3).

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL

Betreft: - Staatssteun Nederland (Flevoland) - Steun No N 516/2003 Schoolfruitproject Flevoland

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) België (Vlaanderen)

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415. Steunmaatregel nr. N 543/ Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie,

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C (2003)4574

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)2513 fin. Steunmaatregel N 266/ Nederland Project Offshore Windpark Q7. Excellentie, 1.

Staatssteun N 265/ Nederland Near Shore Windpark - Wijziging van besluit N 578/1999

Steunmaatregel N 213/2005 Nederland Subsidieregeling ten behoeve van de vervanging en retrofit van scheepsdieselmotoren in de binnenvaart

Brussel, C(2012) 7541 final

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2000) D/

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica

2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2002) 740. Staatssteun nr. N 711/ België Steunregeling ten behoeve van kleine ondernemingen

Staatssteun - Nederland (Groningen) SA (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2012) 9473 final

energiebelasting geen steun was in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. 3 N 753/97, SG(98)/D 6551

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,

Steunmaatregel van de staten N 786/2000 België (Vlaanderen) Speciale maatregelen voor de glasgroente- en glassierteeltbedrijven

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur

Steunmaatregel N 253/ Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw

Steunmaatregel van de staat N 520/2001 Nederland Convenant bodemsanering

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 21.III Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart.

Steunmaatregel N 450/ Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Ghana

Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. NN 152/2001 (ex N 516/2001) - Nederland Digitale Universiteit

Steunmaatregel nr. N 543/2000 België Phasing out van doelstelling 1 Financiële instrumentering

Incentives van het Waalse Gewest ten gunste van het milieu en het gebruik van duurzame energie N15/ België

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart

3. Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel.

EUROPESE COMMISSIE. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van BETREFFENDE STEUNREGELING SA (2013/C) (ex 2012/NN) door België ten uitvoer gelegd

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2009)9833. Steunmaatregel nr. N 492/ België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG (2001) D/ BETREFT: E 1/ BELGIË. Excellentie,

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus NL EB 's-gravenhage

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen

Staatssteun/Nederland SA (2012/N) Investeringen op het terrein van energiebesparing voor de glastuinbouw

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001)D/

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Steunmaatregelen van de Staten N 746/01 - Nederland Steunverlening aan de Nederlandse filmindustrie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2013) 7037 final

Betreft: Staatssteunmaatregel nr. N 442/2009 Nederland Garantiefaciliteit voor geothermische energie

Betreft : Steunmaatregel nr. N 247/2004 België Steun voor gecombineerd vervoer in het Waalse gewest

Financieringsbesluit Onderzoek en Ontwikkeling Staatssteun N 298/2000.

Steunmaatregel N 270/ Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 742/ Kaderbeschikking Innovatie Landbouw Noord-Nederland

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

1) Bij brief van 16 november 2005 heeft de Nederlandse overheid de bovengenoemde steunmaatregel aangemeld.

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 124/2007 Uitbreiding van de gewasschadeverzekering in de fruitsector tot vorstschade

Staatssteun/Nederland SA (2012/NN) Investeringssteun voor de vermindering van de geuremissie bij Knoops Lottum B.V.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)529fin

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 33/2002 Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2001)2997. Steunmaatregel N 469/2001 België

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: I. PROCEDURE BESCHRIJVING

Hierbij deel ik u mede dat de Commissie om de hierna genoemde redenen heeft besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen de steunmaatregel.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)4647fin. Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling.

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Staatssteunmaatregel NN 39/2006 België Reddingssteun voor de onderneming De Poortere Frères SA

Embargo Vista illimité

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 851/2001 Investeringsregeling biologische varkenshouderij

Staatssteun N 105/2005 Nederland "Technopartner Seed Faciliteit - Risicokapitaalfonds"

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden

Transcriptie:

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.08.2004 C (2004) 3218 Betreft: Steunmaatregel nr. N 222/2004 - NL Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten Excellentie, 1. PROCEDURE Bij schrijven van 17 mei 2004, dat op 26 mei 2004 bij de Commissie is geregistreerd, hebben de Nederlandse autoriteiten de Commissie overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG- Verdrag op de hoogte gebracht van een steunregeling genaamd Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten. Bij brief van 16 juni 2004, die op 22 juni 2004 bij de Commissie is geregistreerd, hebben de Nederlandse autoriteiten een gewijzigde versie van de aanmelding ingediend. 2. BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL De regeling heeft tot doel investeringen in transitie-experimenten op het gebied van energie en demonstratieprojecten van innovatieve energietechnologie te stimuleren. De steun moet ondernemingen in staat stellen de toepassing van nieuwe technologie in een realistische gebruiksomgeving te demonstreren, hetgeen op lange termijn moet leiden tot een verduurzaming van de energiehuishouding. Zijne Excellentie de Heer B. Bot Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 - EB s-gravenhage Rue de la Loi 200, B-1049 Bruxelles/Wetstraat 200, B-1049 Brussel - Belgium Telephone: exchange 299.11.11

De investeringssteun neemt de vorm aan van subsidies die via openbare tenders (uitnodiging voor projecten) worden verleend aan aanvragers die projectvoorstellen indienen. De projecten moeten worden uitgevoerd in Nederland. Een speciaal daartoe opgerichte adviescommissie zal de projectvoorstellen toetsen om na te gaan of zij aan de toelatingscriteria voldoen. Elke in het kader van deze regeling ontvangen steunaanvraag die valt onder punt 76 van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu 1 (hierna het milieusteunkader genoemd), zal individueel bij de Europese Commissie worden aangemeld. De Nederlandse autoriteiten zijn voornemens de desbetreffende investeringen in het kader van de aangemelde regeling te ondersteunen tot maximaal 40% van de voor steun in aanmerking komende kosten. Dit percentage kan bruto met 10 procentpunten worden verhoogd indien het gaat om projecten die worden uitgevoerd door kleine of middelgrote ondernemingen 2. De in het kader van de onderhavige regeling toegekende steun mag worden gecombineerd met andere vormen van staatssteun, mits dit niet tot een hogere steunintensiteit leidt. De rechtsgrondslag van de steunregeling is de Kaderwet EZ-subsidies 3. Het totale budget van de aangemelde regeling bedraagt 255 miljoen EUR. Volgens de Nederlandse autoriteiten bestaat de aangemelde regeling uit twee deelmaatregelen: de eerste wordt steun voor demonstratieprojecten en de tweede Unieke Kansen Regeling (ondersteuning van transitie-experimenten) genoemd. 2.1 Steun voor demonstratieprojecten In het kader van deze deelmaatregel zal steun worden verleend voor demonstratieprojecten, marktintroductieprojecten of toepassingsprojecten die passen in een energiethema met betrekking tot de volgende gebieden: biomassa, nieuw gas/schoon fossiel, industriële efficiencyverbetering, gebouwde omgeving, opwekking en netten. Deze deelmaatregel moet bijdragen tot een versterkte innovativiteit van de energietechnologie en tot een betere aansluiting van onderzoek op de markt. De potentiële begunstigden van deze steunregeling zijn marktpartijen, non-profit organisaties en niet-centrale overheden. De ingediende projecten worden gerangschikt naar innovativiteit en bijdrage aan de duurzame energiehuishouding. De deelmaatregel heeft een looptijd van maximaal 10 jaar en een gepland jaarlijks budget van 16 miljoen EUR. Het totale budget van deze deelmaatregel bedraagt derhalve 160 miljoen EUR. 1 PB C 37 van 3.2.2001, blz. 3. 2 In de zin van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33). 3 Staatsblad 1997, 638. 2

2.2 Unieke Kansen Regeling (ondersteuning van transitie-experimenten) In het kader van deze deelmaatregel zal steun worden verleend voor transitie-experimenten die met name gericht zijn op energiebesparing en hernieuwbare energie en betrekking hebben op de volgende gebieden: biomassa, nieuw gas/schoon fossiel, industriële efficiencyverbetering. Deze deelmaatregel moet bijdragen tot de verdere introductie van innovatieve, energieefficiënte en energiebesparende technologie en tot de coalitievorming die nodig is om de desbetreffende innovatie naar de markt te brengen. Potentiële begunstigden van deze steun zijn coalities van marktpartijen, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties die een gezamenlijk transitie-experiment willen ondernemen. De leiding van een coalitie moet bij een marktpartij berusten. Buitenlandse partijen komen ook in aanmerking, mits het experiment in Nederland wordt uitgevoerd. De Nederlandse autoriteiten verwachten dat de experimenten een looptijd zullen hebben van maximaal 3 jaar. De transitie-experimenten moeten op een van de transitiepaden liggen die zijn vastgelegd om een door de stakeholders van te voren overeengekomen strategische langetermijnvisie te realiseren. De coalitiepartijen moeten hun respectieve doeleinden met het experiment aan elkaar bekend hebben gemaakt. De ingediende projecten worden gerangschikt naar hun bijdrage aan een duurzame energiehuishouding. Deze deelmaatregel heeft een looptijd van 5 jaar. Het budget voor 2004 bedraagt 15 miljoen EUR. Het jaarlijkse budget voor de volgende jaren beloopt 20 miljoen EUR. Het totale budget van deze deelmaatregel bedraagt derhalve 95 miljoen EUR. 2.3 Berekening van de voor steun in aanmerking komende kosten Volgens de Nederlandse autoriteiten komen alleen de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden voor steun in aanmerking. Deze extra investeringskosten worden berekend door de desbetreffende investering te vergelijken met een soortgelijke klassieke investering ( referentie-investering ), die in technologisch opzicht en qua productiecapaciteit vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. De voor steun in aanmerking komende kosten worden berekend exclusief de voordelen van een eventuele capaciteitsverhoging, de kostenbesparingen gedurende de eerste vijf jaar van de gebruiksduur van de investering en de extra bijproducten gedurende diezelfde periode van vijf jaar. Bij de berekening van de extra investeringskosten houden de Nederlandse autoriteiten onder meer rekening met de volgende kostenposten: 1) Initiële investeringskosten De initiële investeringskosten zijn de kosten van gebouwen, installaties en uitrustingen welke rechtstreeks verband houden met het project. Het betreft uitsluitend de volgende posten: kosten van verwerving of op andere titel dan verwerving in gebruik verkregen bedrijfsterreinen; kosten van verwerving, huurkoop of lease van bedrijfsgebouwen; 3

kosten van aangeschafte machines en apparatuur; kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen. Ook uitgaven voor technologieoverdracht in de vorm van de verwerving van octrooien en van exploitatielicenties of licenties voor al dan niet geoctrooieerde technische kennis kunnen voor steun in aanmerking komen. Deze immateriële activa moeten echter aan de volgende voorwaarden voldoen: zij moeten als activa kunnen worden afgeschreven; zij moeten tegen marktvoorwaarden zijn verworven van ondernemingen waarin de verwerver geen directe of zijdelingse zeggenschap uitoefent; en zij moeten in het actief van de ondernemingsbalans zijn opgenomen en voor ten minste vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van toekenning van de steun, bij de begunstigde blijven en worden geëxploiteerd 4. 2) Referentie-investering Dit zijn de kosten voor een investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. Voor projecten op het gebied van duurzame energie wordt als referentie een STEG (stoom- en gascentrale) gebruikt. De investeringskosten voor een dergelijke centrale bedragen ongeveer 65 000 EUR per jaarlijks geproduceerde GWh. Voor energiebesparingsprojecten geldt dat voor het bepalen van de referentiekosten wordt uitgegaan van vergelijkbare traditionele projecten met dezelfde productiecapaciteit. 3) Voordelen van capaciteitsverhoging Onder voordelen van capaciteitsverhoging verstaan de Nederlandse autoriteiten de schaalvoordelen (bijvoorbeeld goedkoper inkopen, lagere overheadkosten) die uit de nieuwe technologie voortvloeien. Deze post wordt niet apart benoemd: de gerealiseerde kostenbesparingen worden aan de desbetreffende kostenposten toegerekend (zie post 4). 4) Kostenbesparingen Onder deze post vallen de kostenbesparingen op brandstof, personeel, onderhoud, verzekeringen enz. Deze post omvat ook de netto contante waarde van de opbrengsten van extra bijproducten (bijvoorbeeld de verkoop van as, CO 2 of warmte) in de eerste vijf jaar van de gebruiksduur van de investering. 5) Extra productiekosten Deze kosten moeten door de aanvrager worden aangetoond. Voor innovatieve demonstratieprojecten wordt met de volgende extra kosten rekening gehouden: onderhouds-, inspectie-, administratie-, reparatie-, ontmantelings- en verzekeringskosten en kosten van verplichte milieumonitoring, voorzover deze additioneel zijn ten opzichte van de referentieinvestering. Deze post kan ook extra opstartkosten omvatten (bijvoorbeeld verminderde productie als gevolg van startproblemen). Deze kosten kunnen zich voordoen indien een investering, in tegenstelling tot de referentie, geleidelijk in bedrijf moet worden genomen, zodat niet direct de volledige capaciteit wordt benut. Deze post is gewoonlijk negatief (geen kostenbesparing maar extra kosten). 6) Andere investeringssteun In deze post moet melding worden gemaakt van alle andere vormen van door de overheid 4 Tenzij deze immateriële activa overeenstemmen met duidelijk achterhaalde technieken. Indien de activa in de loop van deze vijf jaar worden doorverkocht, moet de opbrengst van deze verkoop worden afgetrokken van de voor steun in aanmerking komende kosten en moet in voorkomende gevallen het bedrag van de steun in zijn geheel of gedeeltelijk worden terugbetaald. 4

verstrekte algemene investeringssteun die resulteert in een vermindering van de financieringsbehoeften van de investeerder. 7) Exploitatiesteun Deze post omvat de netto contante waarde van de som van de exploitatiesubsidies (bijvoorbeeld de Nederlandse MEP-subsidie) van de eerste vijf jaar van de investering, rekening houdend met een eventuele lagere productie in de beginfase. Bij de berekening van de voor steun in aanmerking komende investeringskosten wordt door de Nederlandse autoriteiten met deze exploitatiesteun rekening gehouden om dubbele steunverlening te voorkomen. De totale voor steun in aanmerking komende kosten worden berekend door van de initiële investeringskosten (post 1) de kostenposten 2 tot en met 7 af te trekken. Ten slotte hebben de Nederlandse autoriteiten bevestigd dat extra financiële kosten in vergelijking met de referentie-investering (zoals interesten op leningen en het rendement van het eigen vermogen) bij de berekening van de extra kosten niet in aanmerking worden genomen. 3. STANDPUNT VAN DE NEDERLANDSE AUTORITEITEN De Nederlandse autoriteiten zijn de mening toegedaan dat de aangemelde regeling staatssteun vormt in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. Volgens de Nederlandse autoriteiten zijn de bepalingen van de regeling in overeenstemming met het milieusteunkader. 4. BEOORDELING VAN DE STEUNMAATREGEL Door de regeling aan te melden, hebben de Nederlandse autoriteiten voldaan aan de verplichtingen die op hen rusten uit hoofde van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag. 4.1 De vraag of er sprake is van staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag De aangemelde regeling zal uit staatsmiddelen worden gefinancierd. Zij zal een selectieve groep van ondernemingen uit de Nederlandse industrie begunstigen. De financiële steun die de begunstigde ondernemingen ontvangen, zal hun positie versterken, hetgeen mogelijk kan leiden tot een verandering van de marktvoorwaarden. Een dergelijke versterking van de positie van de betrokken ondernemingen ten opzichte van andere ondernemingen die binnen de Gemeenschap met hen concurreren, dient te worden aangemerkt als een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer en een potentiële verstoring van de mededinging. Artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst zijn derhalve van toepassing. 4.2 Naleving van het milieusteunkader Met de aangemelde steunregeling wordt beoogd het milieu te beschermen. Daarom heeft de Commissie de voorgenomen steunmaatregel getoetst aan artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag en aan het hierboven genoemde milieusteunkader. Deze toetsing resulteerde in de volgende opmerkingen: 5

De reikwijdte van de voor steun in aanmerking komende kosten van de milieu-investeringen (zie beschrijving) is beperkt tot investeringen in gebouwen, installaties en uitrustingen, welke erop gericht zijn vervuiling of hinder te beperken of te beëindigen of de productiemethoden aan te passen met het oog op de bescherming van het milieu. De in aanmerking komende kosten voldoen derhalve aan punt 36 van het milieusteunkader. Bovendien komen overeenkomstig punt 37 van het milieusteunkader alleen de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden voor steun in aanmerking. De extra investeringskosten worden berekend door de desbetreffende investering te vergelijken met een soortgelijke klassieke investering die in technologisch opzicht en qua productiecapaciteit vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. Voorts worden de in aanmerking komende kosten conform punt 37, derde alinea, van het milieusteunkader berekend exclusief de voordelen van een eventuele capaciteitsverhoging, de kostenbesparingen gedurende de eerste vijf jaar van de gebruiksduur van de investering en de extra bijproducten gedurende diezelfde periode van vijf jaar. De maximaal toegestane steunintensiteit van de in het kader van de aangemelde regeling verleende steun bedraagt 40% van de in aanmerking komende kosten. De investeringssteun strookt derhalve met punten 30 en 32 van het milieusteunkader. Overeenkomstig punt 35, eerste alinea, van hetzelfde kader kan dit percentage bruto met 10 procentpunten worden verhoogd indien het gaat om projecten die worden uitgevoerd door kleine of middelgrote ondernemingen. De uit hoofde van de onderhavige regeling toegekende steun mag worden gecombineerd met andere vormen van staatssteun, mits dit niet tot een overschrijding van de maximaal toegestane steunintensiteit leidt. De Nederlandse autoriteiten hebben toegezegd elke in het kader van deze regeling ontvangen steunaanvraag die valt onder punt 76 van het milieusteunkader, individueel bij de Commissie aan te melden. Ten slotte heeft de Commissie er nota van genomen dat de looptijd van de regeling 10 jaar is voor de demonstratieprojecten en 5 jaar voor de transitie-experimenten. Het totale budget van de aangemelde regeling bedraagt 255 miljoen EUR. 5. CONCLUSIE Gelet op het bovenstaande concludeert de Commissie dat de aangemelde steunmaatregel Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten valt binnen de werkingssfeer van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst. De Commissie is evenwel van oordeel dat deze steunmaatregel valt onder de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag en in overeenstemming is met het bepaalde in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu. De Nederlandse autoriteiten wordt verzocht de Commissie jaarlijks een rapport te bezorgen over de tenuitvoerlegging van de steunmaatregel. 6

Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op: http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/. Uw verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie Overheidssteun B-1049 Brussel Fax nr.: (+32) 2 296.12.42 Met bijzondere hoogachting, Voor de Commissie Poul NIELSON In naam van Mario MONTI Lid van de Commissie 7