Voorstel Gemeenteraad VII- C



Vergelijkbare documenten
Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Raadsstuk. Onderwerp: Administratieve lastenverlichting voor burgers en ondernemers Registratienummer: 2010/30066

In dit overzicht zijn alleen de ingrijpende wijzigingen vermeld. Kleine wijzigingen in het kader van jurisprudentie e.d. zijn niet vermeld.

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen.

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Raadsvoorstel. Algemene Plaatselijke Verordening Oostzaan. Veiligheid. G&W/BMO-JZ ANE/KME/EKL P.J. Möhlmann

Raadsstuk. Onderwerp: Lastenverlichting reclame- en uitstallingen Reg.nummer: 2013/50350

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging Zaaknummer OLOGYD09. Onderwerp Deregulering kapvergunningstelsel

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Voorbereidingsbesluit. Cultuurhistorie Enschede. Status: Vastgesteld

2. Inspraaknotitie. 4. Concept raadsbesluit

S. van Dongen raad00691

GEMEENTE OLDEBROEK. Informatie van het college aan de raad. Portefeuillehouder: mr. A. Hoogendoorn Kenmerk 91136/191792

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

EVALUATIE BOMENVERORDENING 2005

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

: Aanpassing verordeningen in verband met de Europese Dienstenrichtlijn en de LSP

OPLEGGER * * Datum Nummer Datum commissievergadering Datum raadvergadering

RAADSVOORSTEL. Ronde Tafel N.v.t. Debat. Raadsvergadering 7 juli Toelichting

Raadsstuk. Onderwerp: Invoering ontheffing straatoptredens Reg.nummer: 2013/ 6602

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Bomenverordening Bunnik Aan de raad, Onderwerp Bomenverordening Bunnik 2016

Wijzigingsverordening model-algemene Plaatselijke Verordening

Deregulering Algemene plaatselijke verordening (Apv) Roerdalen 14 juli 2016

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Actualisatie Bomenverordening gemeente Bunnik. Aan de raad,

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 8 december 2009 Nummer voorstel: 2009/140

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

Aan de raad van de gemeente lingewaard

Op basis van afdeling 4:3 van de APV en het daarop gebaseerde vrijstellingsbesluit

ONTWERP Locatievisie terrassen binnenstad Gemeente Weesp 2017

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

Raadsvergadering. 28 november Onderwerp Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2012

Gemeente Almere. Voorstel aan Burgemeester en Wethouders Besluit. Aanwijzingsbesluit uitstallingen, reclameborden, speeltoestellen en overige objecten

Plan van aanpak Nieuwe ruimte 2013

Deregulering in het fysiek domein

Zie

Herziening ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

1M1.1 Zoetermeer OMGEVINGSVERGUNNING

Onderwerp: Beleidsnota horeca Gastvrij Bergen. Aan de raad,

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr Datum:

artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2019 gewijzigd vast te stellen.

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede

Notitie uitstallingen bij winkels in de gemeente Hellevoetsluis. Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d.

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Vaststelling APV voor de gemeente Boxmeer 2007 Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer,

Bomenbeleidsplan Sliedrecht

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch. Informerende Commissie. Bespreken.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Regels uitstallingen en losse reclameborden Leeuwarden

Overzicht wijzigingen en afwijkingen modelverordening

Beleidsplan gemeente Staphorst

Voorstel aan Burgemeester en Wethouders

gemeente %a" Zoetermeer : gemeente Zoetermeer de heer A. M. Kroon : Stadhuisplein 1, 2711EC Zoetermeer; : het kappen van 3 bomen;

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

Zundertse Regelgeving

Vergadering van : 25 mei 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Herziening tarieventabel legesverordening 2010 Programma : Ruimte om te leven

Begrenzing Bebouwde kom Wet Natuurbescherming, onderdeel Houtopstanden en 2 e wijziging APV, Hoofdstuk 4, afd. 3 Het bewaren van houtopstanden

Beleidsregels Terrassen April 2017

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

Raadsvergadering 04 juli Portefeuillehouder C. Koppenol

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

3 0 JAN Gemeente Rotterdam. College van Burgemeester en Wethouders. Commissie Fysieke Infrastructuur en. Buitenruimte

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

Bijlages Voorstel: Voorstel_6870 Bijlage: Kaart VBB 2016 NL IMRO 0344 VBWONINGBELEID16-VA01-Kader_sept-2016 Bijlage: rvs getekend raadsbesluit nr 86

Voorstel aan de gemeenteraad

Betreft : RAADSVOORSTEL wijzigingsverordening APV

Advies aan de gemeenteraad

Vrijgestelde evenementen

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Raadsvergadering van 7 februari 2013 Agendanummer: Onderwerp: Vervanging van aangetaste kastanjebomen als gevolg van de kastanjebloedingsziekte.

Productbladenbundel. September 2014

Bijlage(n) : 1. Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening 2012.

Beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen buiten inrichtingen

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 6

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Raadsvergadering: 22 mrt 2016 Besluit: Unaniem Aangenomen

Datum raadsvergadering donderdag 9 april 2015

BIJLAGE 1 INVOERING LEX SILENCIO POSITIVO: AANPASSINGEN VAN DIVERSE VNG MODELVERORDENING IN VERBAND MET DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN EN DIENSTENWET

GEWIJZIGD RAADSVOORSTEL. Versienr. Datum Opsteller Toelichting (help) 1.0

Realisatie Publicatie

raadsvergadering: 13 oktober 2010 vaststellen nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening

Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor = Besluit omgevingsrecht Awb = Algemene wet bestuursrecht vvgb = verklaring van geen bedenkingen

ontwerpvoorstel aan de raad

Parapluherziening Terrassen

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning

* *

Transcriptie:

Voorstel Gemeenteraad VII- C Onderwerp Portefeuillehouder Deregulering in het fysieke domein Hans van Agteren agendaletter (C) Programma LO Aangeboden aan Raad 7 november 2014 Stuknummer Corsanummer 1400270716 (invulling door Griffie) Wij stellen u voor te besluiten tot het college opdracht te geven tot: 1. Aanlegvergunning: het in voorbereiding nemen van een herziening van diverse bestemmingsplannen, om -daar waar mogelijk- aanlegvergunningenstelsels uit die plannen te verwijderen; 2. Kapvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV), waarbij de vergunningplicht voor het kappen van bomen wordt beperkt tot beschermingswaardige bomen en gebieden met beschermingswaardige bomen; 3. Kampeervergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het kamperen buiten de daarvoor aangewezen terreinen, wordt vervangen door algemene regels; 4. Ontheffing sluitingstijden: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij het verbod om een horecabedrijf in het stadscentrum geopend te hebben van 00.00-07.00 uur komt te vervallen en de verplichte ontheffing om na 00.00 uur open te mogen zijn op andere locaties in de stad wordt vervangen door algemene regels; 5. Reclamevergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het maken van reclame wordt vervangen door algemene regels; 6. Ontheffing openbare ruimte: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een meldingsplicht); 7. Standplaatsvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het innemen van een standplaats wordt vervangen door algemene regels; 8. Stookvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het in de openlucht verbranden van afvalstoffen wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een meldingsplicht); 9. Terrasvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het inrichten van een terras bij een horecabedrijf wordt vervangen door algemene regels; 10. Uitwegvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het maken of veranderen van een uitweg naar een weg wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een melding- en een vergunningplicht); 11. Ventvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de APV, waarbij de vergunningplicht voor het venten wordt geschrapt; 12. Splitsingsvergunning: het in voorbereiding nemen van een aanpassing van de Partiële Regionale Huisvestingsverordening 2009 voor het grondgebied van de gemeenten Hengelo en Enschede, waarbij de vergunningplicht voor het splitsen van een gebouw in appartementsrechten wordt geschrapt; 13. de financiële gevolgen van dit besluit (een structureel tekort ter grootte van 159.080 euro) als volgt te dekken: a) tot een bedrag van 62.573 euro ten laste te brengen van het eindproduct Vergunningen, b) tot een bedrag van 26.507 euro te dekken uit legesinkomsten binnen het eindproduct Vergunningen, c) voor 70.000 wordt door college binnen het programma een oplossing gezocht. Opname addendum Op 27 oktober jl. hebben wij aan u een voorstel (1400270716) over deregulering aangeboden. Dit voorstel is op 3 november besproken in een vergadering van de Stedelijke commissie. Tijdens deze vergadering is een aantal vragen gerezen, die niet meer binnen de daarvoor beschikbare tijd kon worden afgewikkeld. Dit heeft ons doen besluiten het oorspronkelijke raadsvoorstel op een aantal onderdelen nader te

onderbouwen en in gewijzigde vorm aan u voor te leggen. Die nadere onderbouwing is samengebracht in een aan dit raadsvoorstel toegevoegd addendum. Omwille van de leesbaarheid zijn in het dictum bovendien de namen van de verschillende producten toegevoegd. Alle gewijzigde passages zijn in dit raadsvoorstel geel gemarkeerd. Inleiding In het coalitieakkoord Duurzaam, samen, sterker! hebben de coalitiepartijen uit uw Raad de wens uitgesproken kritisch te willen zijn op niet-wettelijke taken. Ook is aangegeven dat regels zoveel mogelijk moeten worden afgeschaft. Vermindering van regeldruk leidt namelijk tot lagere kosten voor burgers en ondernemers. Door het schrappen van vergunningen worden bovendien onnodige vertragingen voorkomen. Ook verdwijnt de afhankelijkheid van de uitkomst van bezwaar- en beroepsprocedures. Vergunningstelsels zijn in het verleden in het leven geroepen om een maatschappelijk doel te bereiken. Bij de afschaffing of vereenvoudiging van regels kunnen de daarmee samenhangende belangen in het geding komen. De wens om dereguleringsmaatregelen te treffen, vergt met andere woorden een bestuurlijke belangenafweging. De gemeente Enschede voert vele regelingen uit. In de meeste gevallen worden die door hogere overheidsorganen afgedwongen en bestaat daarvoor een wettelijke verplichting. De mogelijkheden voor de gemeente om in die situatie de regeldruk te verminderen zijn dan klein. Wij hebben in het verleden echter ook op eigen initiatief vergunningstelsels in het leven geroepen. Bij een fundamentele discussie over nut en noodzaak van regels zijn deze zogenaamde autonome vergunningen interessant, omdat we daar zelf over gaan. In Enschede hebben we tientallen autonome vergunningstelsels. Om de dereguleringsopgave behapbaar te maken, worden de voor dereguleringsmaatregelen in aanmerking komende regelingen gefaseerd beoordeeld. De eerste fase richt zich op 13 vergunningstelsels die ingezet worden binnen de woon- en leefomgeving. Het gaat daarbij om: - de aanlegvergunning; - de reclamevergunning; - de stookontheffing; - de kapvergunning; - de splitsingsvergunning; - de terrasvergunning; - de kampeerontheffing; - de ontheffing voor het - de uitwegvergunning; - de omzettingsvergunning; plaatsen van voorwer- - de ventvergunning. - de ontheffing sluitings- pen op of aan de weg; tijden horecabedrijven; - de standplaatsvergunning; In de vergadering van de Stedelijke commissie van 6 oktober jl. is aan de hand van een discussienota en een daarbij behorende productbladenbundel gedebatteerd over de vraag of deze vergunningstelsels zonder meer kunnen worden geschrapt, of vervanging door algemene regels een goed alternatief vormt, dan wel beperking van de vergunningplicht een mogelijkheid is. De inzichten die dit debat heeft opgeleverd, zijn voor ons aanleiding geweest u het voorliggende voorstel te doen toekomen. De hiervoor genoemde discussienota is samen met de bijbehorende productbladenbundel als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Beoogd resultaat De besluitvorming over dereguleringsmaatregelen vindt gefaseerd plaats. Via het voorliggende voorstel wordt de gemeenteraad in positie gebracht om op productniveau aan te geven of, en zo ja, welke dereguleringsmaatregelen getroffen kunnen worden. De daadwerkelijke aanpassing van verordeningen volgt in het voorjaar van 2015. Vermindering van de regeldruk en het terugdringen van de vergunninglast is geen doel op zich. Uiteindelijk gaat het om het verbeteren van het ondernemersklimaat en de dienstverlening naar burgers en bedrijfsleven. Argumenten 1 Argumenten ten aanzien van het besluit een herziening van diverse bestemmingsplannen in voorbereiding te nemen, met het oogmerk -daar waar mogelijk- aanlegvergunningenstelsels uit die plannen te verwijderen. 1.1 Voor de bescherming van waardevolle groenelementen is een aanlegvergunning niet nodig. De aanlegvergunning is een vergunning voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden, zoals het verrichten van graafwerkzaamheden. Eén op de drie aanvragen om een aanlegvergunning is terug te voeren op regels die zijn opgenomen ter uitvoering van beleid van hogere overheden, zoals de bescherming van aardgastransport - leidingen en archeologische waarden. Deze regels kunnen niet worden afgeschaft.

De aanlegvergunning wordt echter ook ingezet ter uitvoering van gemeentelijk beleid. Het gaat daarbij in hoofdzaak om de bescherming van natuur- en landschapswaarden en waardevolle bomen. De eerstgenoemde waarden worden ook beschermd via de Boswet en de Flora- en faunawet. Voor waardevolle bomen geldt dat deze ook via de APV kunnen worden beschermd. Hieronder, bij punt 2, wordt voorgesteld de vergunningplicht voor het kappen van bomen te beperken tot de bomen die op de bomenlijst staan. Op de bomenlijst komen op dit moment geen houtwallen voor. Gelet op het belang van houtwallen voor het buitengebied zullen wij de bomenlijst aanvullen met landschappelijk waardevolle houtwallen in het buitengebied. De aanlegvergunning kan om deze redenen als instrument voor de bescherming van natuur- en landschapswaarden komen te vervallen. 1.2 Negatieve gevolgen van de uitvoering van werken zijn ook door een absoluut verbod te voorkomen. Een aanlegvergunningstelsel biedt de mogelijkheid om van geval tot geval te beoordelen of de uitvoering van een bepaalde activiteit in een bepaald gebied kan worden toegestaan. Staat vast dat een bepaald gebruik van de grond niet kan worden toegestaan (zoals het graven van een sloot langs een houtwal), dan kan dat gebruik in de planregels van een bestemmingsplan ook worden uitgesloten. 1.3 De gevolgen van het laten vervallen van aanlegvergunningvoorschriften zijn beperkt. De meeste bestemmingsplannen kennen één of meer aanlegvergunningstelsels. Het aantal aanvragen om een aanlegvergunning is niettemin beperkt (25 tot 30 op jaarbasis). De activiteit waarvoor een vergunning wordt aangevraagd (zoals het graven van een sloot) beperkt zich veelal tot één perceel. De (ruimtelijke) impact van het schrappen van dit soort regels is daarom beperkt. 2 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het kappen van bomen wordt beperkt tot beschermingswaardige bomen en gebieden met beschermingswaardige bomen. 2.1 De kapvergunning draagt nauwelijks bij aan de leefbaarheid en de groene kwaliteit van de stad. Ieder jaar weer worden er honderden aanvragen om een kapvergunning ingediend. Kapvergunningen worden echter vrijwel nooit geweigerd. Het is daarom niet te verwachten dat er in Enschede een kaalslag optreedt, op het moment dat de kapvergunning wordt afgeschaft. 2.2 Bij de meest waardevolle en karakteristieke houtopstanden houden we een vinger aan de pols. De meest karakteristieke bomen op grond van de gemeente zijn opgenomen op een bomenlijst. Voor bomen op de bomenlijst geldt een streng regime; een kapvergunning wordt slechts bij uitzondering verleend. Meestal gaat het dan om bomen die dood zijn of een gevaar vormen voor de omgeving. Wij zullen de lijst met waardevolle bomen aanvullen met waardevolle bomen op particulier terrein. Wij zullen daarbij ook houtwallen in het buitengebied op die lijst plaatsen, zodat de instandhouding van het coulissenlandschap is geborgd. 3 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het kamperen buiten de daarvoor aangewezen terreinen, wordt vervangen door algemene regels. 3.1 Regulering van het kamperen buiten de daarvoor aangewezen kampeerterreinen blijft gewenst. Kamperen buiten de daarvoor aangewezen kampeerterreinen kan niet overal worden toegestaan, omdat het tot overlast en aantasting van natuur- en landschapswaarden kan leiden. 3.2 Tegen negatieve gevolgen van wild kamperen kan niet adequaat worden opgetreden via het bestemmingsplan of het privaatrecht. Tegen incidenteel en kortdurend gebruik in afwijking van de bestemming kan niet worden opgetreden. Regulering van het onderwerp via het privaatrecht is omslachtig, en kan leiden tot een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht. Wanneer met gebruikmaking van een publiekrechtelijke regeling een vergelijkbaar resultaat kan worden bereikt, is dit conform jurisprudentie (Windmill-arrest, 1990) een belangrijke aanwijzing dat een keuze voor de privaatrechtelijke weg niet is toegestaan. Een publiekrechtelijke regeling is daarom voor dit onderwerp op zijn plaats. 3.2 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige ontheffingenstelsel Door in de APV algemene regels op te nemen, kan het kamperen buiten de daarvoor aangewezen kampeerterreinen worden gereguleerd. Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan een vergunningen- of een ontheffingenstelsel. 4 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij het verbod om een horecabedrijf in het stadscentrum geopend te hebben van 00.00-07.00 uur komt te vervallen en de verplichte ontheffing voor horecabedrijven om na 00.00 uur geopend te zijn op andere locaties in de stad wordt vervangen door algemene regels. 4.1 Het vrijlaten van de sluitingstijden van horecabedrijven in de binnenstad leidt naar verwachting niet tot problemen op het gebied van de openbare orde en veiligheid. In de huidige situatie moet een horecabedrijf dat na 00.00 uur geopend wenst te zijn jaarlijks een ontheffing sluitingstijden aanvragen. In de praktijk worden aangevraagde vergunningen vrijwel altijd toegewezen. Daarbij

wordt aansluiting gezocht bij hiervoor door de burgemeester vastgestelde beleidsregels. Café, bars en discotheken kunnen daarbij in aanmerking komen voor een ontheffing tot 05.30 uur. Als het sluitingstijdenregime voor horecabedrijven in de binnenstad wordt losgelaten, wordt het mogelijk dit soort bedrijven ook tussen 05.30 en 07.00 uur geopend te hebben. Het is niet aannemelijk dat openstelling van horecabedrijven tijdens dit tijdvak problemen oplevert voor de openbare orde of de veiligheid. 4.2 Elders zijn er positieve ervaringen opgedaan met het vrijlaten van de sluitingstijden. Niet alle gemeenten met een omvangrijk horecabestand kennen een sluitingstijdenregime. Nijmegen is een voorbeeld van een gemeente die de openingstijden van haar horecabedrijven ruim 25 jaar geleden heeft vrij gemaakt en daar nog steeds tevreden over is. 4.3 Regulering van sluitingstijden van horecabedrijven in woonwijken blijft gewenst. Voor horecabedrijven die in woonwijken zijn gelegen, blijft regulering van de sluitingstijden gewenst met het oog op de bescherming van het woon- en leefklimaat. 4.4 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige ontheffingenstelsel. De sluitingstijden van horecabedrijven kunnen in de APV worden geregeld. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij het huidige sluitingstijdenbeleid. Op grond van deze regels komt ieder horecabedrijf buiten het stadscentrum in beginsel in aanmerking voor een ontheffing tot 02.00 uur. Ook bij de vaststelling van algemene regels kan rekening worden gehouden met bijzondere plaatselijke omstandigheden, zoals die van toepassing zijn voor bijvoorbeeld de horecabedrijven in Go Planet (stedelijke voorziening op grote afstand van woonwijken) 5 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het maken van reclame wordt vervangen door algemene regels. 5.1 Regulering van het maken van reclame blijft gewenst. Door het aanbrengen van reclame kan gevaar, schade of hinder ontstaan. Door hierover regels op te nemen in de APV kan dit worden voorkomen, dan wel hiertegen doeltreffend worden opgetreden. 5.2 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige vergunningenstelsel. Door opname van algemene regels in de APV kan het veroorzaken van gevaar, schade of hinder bij het maken van handelsreclame worden verboden. Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan een vergunningen- of een ontheffingenstelsel. 5.3 Elders in het land wordt het maken van reclame naar tevredenheid door middel van algemene regels gereguleerd. In Rotterdam heeft men positieve ervaringen opgedaan met het reguleren van het maken van handelsreclame door middel van algemene regels. Ook de gemeente Zaanstad heeft in haar APV de reclamevergunning vervangen door een algemeen geformuleerd verbod om gevaar, schade of hinder te veroorzaken, dan wel het stadsbeeld ernstig te ontsieren of afbreuk te doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. 6 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg in strijd met de openbare functie ervan wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een meldingsplicht). 6.1 Regulering van het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg blijft gewenst. De ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg wordt veel aangevraagd door klus - en bouwbedrijven, wanneer zij een schutting in de openbare ruimte willen plaatsen voor de afscherming van een bouwplaats of het plaatsen van een container op grond van de gemeente. Door het plaatsen van dit soort objecten in de openbare ruimte kunnen verkeersonveilige situaties ontstaan en kan de bereikbaarheid van gebieden voor de hulpdiensten in het geding komen. Regulering van het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg blijft daarom gewenst. 6.2 Via het privaatrecht kan het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg niet efficiënt en effectief worden geregeld. Conform argument 3.2 geldt ook hier dat hetzelfde effect kan worden bereikt door gebruik te maken van een publiekrechtelijke regeling, waardoor een publiekrechtelijke regeling voor dit onderwerp op zijn plaats is. 6.3 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige ontheffingenstelsel. Door opname van algemene regels in de APV kan worden gereguleerd onder welke voorwaarden de plaatsing van een object in de openbare ruimte is toegestaan. Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige ontheffingenstelsel. 6.4 Via een meldingsplicht kan worden voorzien in een informatiebehoefte bij de hulpdiensten ten aanzien van een verminderde bereikbaarheid van bepaalde buurten en straten. Door middel van het huidige ontheffingenstelsel worden de hulpdiensten (politie, brandweer, ambulance) geïnformeerd over de verminderde bereikbaarheid van straten en buurten door de tijdelijke plaatsing van objecten in de openbare ruimte. Door opname van een meldingsplicht in de algemene regels kan ook in die informatiebehoefte worden voorzien.

7 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het innemen van een standplaats wordt vervangen door algemene regels. 7.1 Regulering van het innemen van een standplaats blijft gewenst. In Enschede kunnen twee typen standplaatsen worden onderscheiden, namelijk standplaatsen waar goederen ter verkoop worden aangeboden en standplaatsen voor promotionele doeleinden. Regulering van standplaatsen is gewenst. Niet iedere locatie leent zich er voor om als standplaats in gebruik te worden genomen. In sommige gevallen is regulering noodzakelijk om met elkaar in strijd zijnde claims op het gebruik van de openbare ruimte in goede banen te leiden. Daar waar de verkoop van goederen centraal staat is regulering bovendien gewenst met het oog op de instandhouding van de voorzieningenstructuur. 7.2 De permanente standplaatsen zijn in het bestemmingsplannen aangewezen. Standplaatsen waar goederen ter verkoop worden aangeboden, kunnen een tijdelijk (verkoop seizoensgebonden producten) of permanent karakter hebben. De standplaatsen met een permanent karakter zijn in bestemmingsplannen aangewezen. Tegen het gebruik van grond in afwijking van de bestemming kan de gemeente optreden, tenzij er sprake is van een incidenteel kortdurend gebruik. 7.3 Via het privaatrecht kan het innemen van een tijdelijke standplaats of het innemen van een standplaats voor promotionele activiteiten niet efficiënt en effectief worden geregeld. Conform argument 3.2 geldt ook hier dat hetzelfde effect kan worden bereikt door gebruik te maken van een publiekrechtelijke regeling, waardoor een publiekrechtelijke regeling hier op zijn plaats is. 7.4 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige vergunningenstelsel. Het tijdelijk innemen van een standplaats en het innemen van promotionele activiteiten kan effectief worden geregeld door hiervoor algemene regels in de APV op te nemen. Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige vergunningenstelsel. 8 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het in de openlucht verbranden van afvalstoffen wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een meldingsplicht). 8.1 Vergunningplicht op grond van de Wet Milieubeheer voor het verbranden van afvalstoffen blijft bestaan. Het ontsteken van vuren in de openlucht en het verbranden van afvalstoffen in het bijzonder, is zowel op grond van de APV als de Wet milieubeheer verboden. Het verbod in de Wet milieubeheer houdt verband met de wens van de Rijksoverheid om het milieu te beschermen, terwijl het verbod in de APV mede is gericht op bescherming van de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid en flora en fauna. Beide regelingen voorzien in een ontheffingsmogelijkheid. Het schrappen van de ontheffing stookontheffing uit de APV heeft geen gevolgen voor de vergunningplicht op grond van de Wet Milieubeheer. 8.2 De voorschriften die in de huidige situatie aan stookontheffingen worden verbonden, kunnen ook als algemene regel in de APV worden opgenomen. Aan stookontheffingen worden in de huidige vergunningenpraktijk standaardvoorschriften verbonden. Deze voorschriften kunnen ook in de vorm van algemene regels in de APV worden opgenomen. 8.3 In algemene regels kan een meldingsplicht worden opgenomen voor vuurstapels met een inhoud van meer dan 500 kubieke meter. De brandweer wenst bij vuurstapels met een inhoud van meer dan 500 kubieke meter een maatwerkadvies uit te brengen. In die behoefte kan worden voorzien, als initiatiefnemers verplicht worden de aanleg van vuurstapels te melden. 9 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het inrichten van een terras bij een horecabedrijf wordt vervangen door algemene regels. 9.1 Het is noodzakelijk de inrichting van terrassen bij horecabedrijven te reguleren. Terrassen bij horecabedrijven voorzien in een maatschappelijke en economische behoefte. Regulering is noodzakelijk met het oog op de verkeersveiligheid, de toegankelijkheid van alle delen van de stad voor de hulpdiensten en de bruikbaarheid van ondergrondse brandkranen. 9.2 Het inrichten van terrassen laat zich niet goed via het privaatrecht of bestemmingsplannen reguleren. Conform argument 3.2 geldt ook hier dat hetzelfde effect kan worden bereikt door gebruik te maken van een publiekrechtelijke regeling. Door middel van een bestemmingsplan kan de locatie en de afmeting van een terras worden bepaald. Hetzelfde resultaat kan op een efficiëntere manier worden bereikt, door hiervoor algemene regels op te nemen in de APV. 9.3 Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige vergunningenstelsel. In de APV kan worden beschreven onder welke voorwaarden er bij een horecabedrijf een terras mag worden ingericht. Algemene regels zijn minder belastend voor initiatiefnemers dan het huidige vergunningenstelsel. 9.4 Met het reguleren van terrassen door middel van algemene regels zijn positieve ervaringen opgedaan. In de APV worden op dit moment de voorwaarden beschreven waaronder er op de Oude Markt een zomer- en winterterras in stand mag worden gehouden. Dit stelsel functioneert naar behoren. Breda is een voorbeeld van

een andere gemeente, waar het inrichten van een terras tot tevredenheid van het gemeentebestuur wordt gereguleerd door middel van algemene regels. 10 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het maken of veranderen van een uitweg naar een weg wordt vervangen door algemene regels (in combinatie met een melding- en een vergunningplicht). 10.1 Regulering van de aanleg en wijziging van een uitweg naar een weg is noodzakelijk. Door de aanleg van een uitweg kan de verkeersveiligheid in het geding komen. Dit geldt ook voor de doorstroming van het verkeer. Zonder regels voor de aanleg van uitwegen kan de kwaliteit en functionaliteit van de openbare ruimte worden aangetast. Denk hierbij aan het door bewoners aanleggen van uitwegen door bloemperken en parkeerplaatsen. 10.2 Terugdringing van de regeldruk is bij de aanleg van uitwegen mogelijk door de vaststelling van algemene regels in combinatie met een meldings- en vergunningstelsel. In de huidige situatie moet voor de aanleg en wijziging van iedere uitweg naar de weg een vergunning worden aangevraagd. Een substantieel deel van die aanvragen kan worden voorkomen, door in algemene regels vast te leggen onder welke voorwaarden de aanleg een uitrit is toegestaan. Hierbij kan worden gedacht aan het onder voorwaarden toestaan van de aanleg van in- en uitritten in woonerven en 30-kilometerzones. Is de verkeerssituatie complexer dan kan de aanleg van een uitrit worden gekoppeld aan een meldingsplicht. Bij binnenkomende meldingen toetst de gemeente dan of aan de voorwaarden is voldaan. Wordt aan één of meer eisen voor een melding niet voldaan, dan kan er een vergunning worden aangevraagd voor de inrichting van een uitweg. Die vergunningsaanvraag kan vervolgens op dezelfde grondslag worden beoordeeld als in de huidige situatie het geval is. 11 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het venten wordt geschrapt. 11.1 Het Wetboek van Strafrecht en het Burgerlijk wetboek bevatten voldoende mogelijkheden om problemen aan te pakken die aan het venten zijn gerelateerd. Het Burgerlijk wetboek bevat bepalingen die de consument bij colportage beschermt. Het gaat daarbij om zaken als het recht op informatie, het recht op bedenktijd en het recht op een kopie of bevestiging van de gesloten overeenkomst. Via het Wetboek van Strafrecht kan bovendien effectief tegen oplichtingspraktijken worden opgetreden. 11.2 Het schrappen van de ventvergunning heeft in andere gemeenten niet tot problemen geleid. Veel gemeenten hebben de ventvergunning al afgeschaft. Dat geldt bijvoorbeeld voor Nijmegen, Utrechtse Heuvelrug, Hof van Twente en Delfzijl. In genoemde gemeenten heeft het schrappen van de ventvergunning niet tot problemen geleid. 12 Argumenten ten aanzien van het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het splitsen van het recht op een gebouw in appartementsrechten wordt geschrapt. 12.1 De toegevoegde waarde van de splitsingsvergunning is beperkt. Een splitsingsvergunning is een toestemming van het College van burgemeester en wethouders voor het splitsen van een onroerende zaak in appartementsrechten. Een splitsingsvergunning kan wegens de staat waarin het gebouw verkeerd worden geweigerd. Deze service aan aspirant-kopers van een appartement heeft een beperkte reikwijdte: na splitsing van het recht op het gebouw verliest de splitsingsvergunning zijn waarde. 12.2 Behartiging van de belangen van aspirant-kopers van een appartement is geen taak voor de gemeentelijke overheid. Het beoordelen van de staat van onderhoud van een gebouw is geen wettelijke taak van de overheid, laat staan een kerntaak. 12.3 Er is geen reden deze service te beperken tot de kopers van een appartement. Als al zou worden aangenomen dat hier een taak voor de gemeente is weggelegd, dan is er geen steekhoudende reden deze service te beperken tot de kopers van appartementen. 13 Argumenten ten aanzien van de dekking van de financiële gevolgen van dit besluit (een structureel tekort ter grootte van 159.080) 13.1 De voorgestelde dereguleringsmaatregelen leiden tot een structureel tekort binnen het programma Leefomgeving ter grootte van 159.080 euro Dereguleren heeft normaal gesproken een positief financieel effect. De baten daarvan zijn echter al verwerkt in de Programmabegroting 2013-2016. Onder druk van de economische crisis was het noodzakelijk binnen het eindproduct Vergunningen fors te bezuinigen. Hierbij is geanticipeerd op de afschaffing van alle in dit raadsvoorstel genoemde autonome vergunningen. Middels dit raadsvoorstel werken we dit verder uit. De daarmee verband houdende financiële gevolgen bedragen 159.080 euro. Hiervoor zien wij de volgende dekking (zie ook Lasten, baten, dekking ):

a) De legesinkomsten die we als gemeente mislopen door het afschaffen van de betreffende vergunningstelsels, verminderd met de wegvallende kosten (zoals advertentiekosten), kunnen tot een bedrag van 62.573 euro worden opgevangen binnen de begroting van het eindproduct Vergunningen. b) Door het gedeeltelijk instandhouden van de omzettings- en kapvergunning blijven ook de legesinkomsten à 26.507 euro voor deze producten in stand. c) Voor de lasten die gepaard gaan met de invoer van algemene regels, te weten 70.000 euro, is geen dekking binnen het eindproduct Vergunningen aanwezig. Voor deze lasten, ten gevolge van juridische inzet, toezichthouders en handhaving kunnen geen leges worden geheven. Ook kunnen deze lasten niet aan andere vergunningen doorberekend worden; dit zou leiden tot een met de Gemeentewet strijdige legessystematiek. Voor het restant ter grootte van 70.000 euro wordt om die reden voorgesteld dekking te zoeken door herprioritering van de inzet van de ambtelijke capaciteit binnen het programma Leefomgeving. In de integrale planning en controlcyclus van 2015 komen wij hier op terug. Kanttekeningen Kanttekeningen bij het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het innemen van een standplaats wordt vervangen door algemene regels. 7.1 Via het bestemmingsplan kan een standplaats niet aan ondernemers worden toebedeeld. Via een bestemmingsplan (of andere algemeen verbindende voorschriften) kan een standplaats niet aan ondernemers worden toegewezen. Voor ondernemers geldt in die situatie het wie het eerst komt, wie het eerst maalt -principe. Kanttekeningen bij het besluit een aanpassing van de APV in voorbereiding te nemen, waarbij de vergunningplicht voor het innemen van een standplaats wordt vervangen door algemene regels. 10.1 Voorkomen van gevaarzetting en aantasting van de openbare ruimte door ondeskundige aanleg. Kenmerkend voor de uitweg is dat deze vrijwel steeds in ieder geval gedeeltelijk- wordt aangelegd op grond van de gemeente. Een uitweg moet daarom -voor wat betreft de toe te passen materialen en de functionaliteit- aan bepaalde minimumeisen voldoen. De realisatie van de uitweg mag niet leiden tot onveilige situaties die tot (letsel-)schade leiden. In de huidige situatie wordt een uitweg daarom -op kosten van de initiatiefnemer- door de gemeente aangelegd. Wij zullen laten onderzoeken of het mogelijk is een initiatiefnemer de keuze te laten tussen aanleg door de gemeente, versus een zelf ingeschakeld stratenmakersbedrijf. Het uitsluiten van aansprakelijkheid voor ondeskundig aangebrachte wijzigingen aan de weg met (letsel-)schade tot gevolg is daarbij een aandachtspunt. Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen CO 2 -footprint van de eigen organisatie neemt af Regels die worden geschrapt hoeven niet meer te worden getoetst en te worden gehandhaafd. De CO 2 -footprint van de eigen organisatie neemt daardoor af. CO 2 -footprint van inwoners, bedrijven en instellingen wordt niet wezenlijk beïnvloed Dereguleringsmaatregelen kunnen tot zowel een toename als een afname van de CO 2 -uitstoot leiden. Het schrappen van regels leidt tot het vervallen van verplichtingen, zoals het aanvragen van een vergunning. Daar staat tegenover dat er ook nieuwe mogelijkheden voor burgers en bedrijven ontstaan, die tot de consumptie van extra energie en daarmee de uitstoot van extra CO 2 leiden. Ook op dit vlak geldt dat een keuze voor deregulering een keuze voor het terugleggen van verantwoordelijkheden in de samenleving is. Overige gevolgen Bomen zijn belangrijk voor een stad: ze dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving en ze nemen CO 2 en fijnstof op. Ook voorzien bomen in foerageer- en schuilmogelijkheden voor vogels en vleermuizen en dragen ze in de zomermaanden in het stedelijk gebied bij aan het tegengaan van hittestress. In dit raadsvoorstel wordt voorgesteld de vergunningplicht voor het kappen van bomen te beperken en aanlegvoorschriften zo veel mogelijk te schrappen. In theorie zouden deze maatregelen grote gevolgen kunnen hebben voor flora en fauna en het woon- en leefklimaat in de stad. Wij menen dat het zover niet zal komen. Daarbij is van belang dat de kapvergunning in de huidige situatie vrijwel nooit geweigerd wordt, waardevolle houtwallen in het buitengebied een extra bescherming krijgen door plaatsing op de lijst met waardevolle bomen en er teruggevallen kan worden op andere regelgeving, zoals de Flora en faunawet en de Boswet.

Lasten, baten, dekking Indien alle vergunningstelsels volledig in stand zouden worden gehouden, zou dit gepaard gaan met lasten à 329.659 euro. Dit volgt uit het feit dat de reductie in personeelskosten ter grootte van 2,4 miljoen euro reeds in de Programmabegroting 2013-2016 (binnen het eindproduct Vergunningen) is verwerkt. Instandhouden van deze 13 vergunningen leidt daarom tot een toename van de personeelslasten. Het nu voorliggende voorstel gaat echter uit van het grotendeels vervangen van de vergunningstelsels door algemene regels. Dit leidt tot een structureel tekort van 159.080 euro. Onderstaande tabel geeft inzicht in de opbouw van dit bedrag. product lasten ivm vergunningen afschaffen ventvergunning 0 lasten algemene regels terrasvergunning 9.347 15.000 standplaatsvergunning 16.169 15.000 reclamevergunning 2.830 2.500 ontheffing sluitingstijden 29.472 10.000 uitwegvergunning - 8.762 22.500 lasten voor beperkte vergunningplicht minus legesbaten kapvergunning - 19.113 21.655 omzettingsvergunning 23.793 4.852 kampeervergunning 874 2.500 aanlegvergunning 5.487 stookvergunning - 377 2.500 splitsingvergunning 2.031 ontheffing openbare ruimte 822 Totalen 62.573 70.000 26.507 Indien alle in dit voorstel begrepen autonome vergunningen worden geschrapt, dan leidt dit tot een structureel tekort van 62.573 euro. Dit zijn de legesinkomsten die we als gemeente mislopen door het afschaffen van de betreffende vergunningstelsels, verminderd met de wegvallende kosten (zoals advertentiekosten). Het voorstel dat nu voorligt leidt in vergelijking tot de situatie waarbij alle autonome vergunningstelsels zouden worden geschrapt- tot de inzet van meer juristen, toezichthouders en handhavers. Deze inzet is gericht op het handhaven van de nog in te voeren algemene regels. De bijbehorende kosten hiervan bedragen 70.000 euro. Het gedeeltelijk in stand houden van de vergunningstelsels voor kap en omzetting gaat gepaard met kosten à 26.507 euro. De dekking voor het totale tekort van 159.080 euro wordt via drie lijnen gevonden: binnen het eindproduct vergunningen: 62.573 middels leges: 26.507 voor het restant ter grootte van 70.000 euro dekking te zoeken door herprioritering van de inzet van de ambtelijke capaciteit binnen het programma Leefomgeving. Zie verder argument 13 van dit voorstel. Communicatie Aan dit voorstel is een lange voorbereidingsperiode vooraf gegaan. Hierbij werd onder meer een omgevingsanalyse uitgevoerd. Aan de hand daarvan is voor alle vergunningstelsels in beeld gebracht, welke personen en partijen bij de uitvoering daarvan een belangrijke rol spelen. Aan de hand van de uitkomsten van deze analyse hebben er gesprekken plaatsgevonden met sleutelfiguren binnen de organisatie. Daarnaast heeft er overleg plaats gehad met stakeholders buiten de eigen organisatie, zoals de Natuur- en milieuraad Enschede,

de Stadsbouwmeesters, de Vereniging Horeca Stad Enschede, de politie en de brandweer. Deze gesprekken hebben ten doel gehad om de gevolgen van dereguleringsmaatregelen zo goed mogelijk te kunnen schetsen. Vervolg De daadwerkelijke aanpassing van de in dit raadsvoorstel genoemde verordeningen vindt plaats in het voorjaar van 2015. Het doorlichten van andere vergunningstelsels kan daarna zijn beslag krijgen. Addendum Het voorliggende raadsvoorstel is op 3 november jl. besproken in een vergadering van de Stedelijke commissie. De bespreking van dit raadsvoorstel geeft ons aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen: 1. Proces. De voorgestelde dereguleringsmaatregelen vergen een aanpassing van verordeningen en bestemmingsplannen. Die aanpassing vindt gefaseerd plaats. Via dit voorstel vragen wij u voor de hiervoor genoemde vergunningen en ontheffingen richtinggevende uitspraken te doen. De daadwerkelijke aanpassing van verordeningen en bestemmingsplannen vindt op een later tijdstip plaats. Daarvoor is opnieuw uw instemming vereist. In veel gevallen zal de voorbereiding van die raadsbesluiten opnieuw overleg met stakeholders binnen en buiten de organisatie vereisen. Wellicht ten overvloede geven wij nogmaals aan dat voor de afzonderlijke vergunningenstelsels de dereguleringsmaatregelen niet eerder in werking treden dan nadat de betreffende aanpassingen zijn doorgevoerd. 2. Rechtsbescherming. Het schrappen van regels past bij een terugtredende overheid. Het schrappen van regels heeft tot gevolg dat verantwoordelijkheden die de overheid in het verleden tot de zijne heeft gemaakt, worden teruggelegd in de samenleving. Wanneer regels in zijn geheel worden geschrapt toetst de overheid niet meer of activiteit X al dan niet acceptabel is. Burgers zullen in die situatie vaker onderling tot een oplossing moeten komen. Wanneer zij er onderling niet uitkomen, dan staat er voor hen een gang naar de burgerlijke rechter open. 3. Aanlegvergunning. Groen Links heeft zowel bij de behandeling van de discussienota Deregulering in het fysieke domein, op 6 oktober 2014, als bij de behandeling van het voorliggende raadsvoorstel gevraagd om een visie op het gebruik van de aanlegvergunning binnen het juridisch-planologische beleid van de gemeente. Ook vraagt Groen Links zich af in hoeverre de vereiste aanpassing van bestemmingsplannen niet juist tot een toename van kosten leidt. Naar onze mening draagt het schrappen van aanlegvoorschriften bij aan zowel de vermindering van regeldruk als een vergroting van de flexibiliteit binnen bestemmingsplannen. Daar waar dit tot ongewenste situaties leidt kan in plaats daarvan gewerkt worden met een algemeen verbod, of regulering door middel van algemene regels. Ten aanzien van de gewenste aanpassing van bestemmingsplannen, staan wij een organische werkwijze voor, die de ambtelijke organisatie zo min mogelijk extra belast. Dit betekent dat er bij de aanpassing van bestemmingsplannen aansluiting zal worden gezocht bij lopende, dan wel in voorbereiding z ijnde herzieningen van bestemmingsplannen. 4. Kapvergunning De onder punt 1 van dit addendum beschreven werkwijze brengt met zich dat een voorstel tot aanpassing van de APV aan u zal worden voorgelegd, nadat de lijst met waardevolle bomen is aangevuld. Het proces dat daartoe moet leiden, bestaat grofweg uit drie onderdelen: a. Vaststellen van criteria die bepalend zijn voor het antwoord op de vraag of een boom of gebied met bomen wordt opgenomen op de bomenlijst. De Natuur- en milieuraad Enschede (hierna te noemen NME) en de Stichting Agrarisch Welzijn (hierna te noemen Stawel) zullen hierbij nauw worden betrokken. b. De inventarisatie van waardevolle bomen en gebieden met waardevolle bomen. Deze opdracht kan in de eigen organisatie worden belegd, maar ook worden uitbesteed; een combinatie van deze opties lijkt op dit moment het meest waarschijnlijk. c. Betrekken van de samenleving. Voor de bevolking moet er gelegenheid zijn om zich uit te spreken over de inhoud van de bomenlijst, voordat deze door ons college wordt vastgesteld. Verschillende raadsleden hebben bij de behandeling van dit voorstel in de Stedelijke commissie gewezen op eerdere pogingen om te komen tot een bomenlijst. Eerdere pogingen strandden omdat de aanmelding door particulieren niet op gang kwam en er bij de opname van bomen op particulier terrein juridische problemen werden voorzien. Ook werd ingeschat dat de aanvulling van de bomenlijst aanzienlijke kosten met zich mee zou brengen. Hierover merken wij het volgende op.

Het betrekken van de samenleving bij de totstandkoming van een bomenlijst is waardevol en wij zullen dan ook gebruik maken van de buurt/wijkschouw om ook via deze weg input voor de bomenlijst op te halen. Dit alles draagt bij aan het draagvlak voor deze nieuwe werkwijze en aan een zorgvuldige besluitvorming. Inzet van deskundigen van binnen en buiten de organisatie is in alle gevallen noodzakelijk. De keuze voor een beperking van de vergunningplicht voor het kappen van bomen vergt met andere woorden een investering. De omvang daarvan wordt in belangrijke mate bepaald door de manier waarop de lijst wordt samengesteld. Factoren die hierbij een rol spelen betreffen: criteria die worden gehanteerd (zo telt de bomenlijst in Arnhem 800 en die in Dordrecht 6800 bomen); mate waarin er gebruik wordt gemaakt van bestaande gegevens/kaarten; het wel/niet inmeten van bomen; het -in combinatie met het aanwijzen van vrijstaande bomen- aanwijzen van gebieden met waardevolle bomen. Het is aannemelijk dat een eenmalige inventarisatie van het waardevolle bomenbestand, de periodieke actualisatie daarvan en het in behandeling nemen van enkele tientallen aanvragen om een vergunning voor het kappen van waardevolle bomen, minder kost dan de uitgaven die ieder jaar weer gemoeid zijn met de behandeling van vier- a vijfhonderd aanvragen om een kapvergunning (circa 155.000 euro). Twijfel over de juridische haalbaarheid van de bescherming van bomen op particulier terrein is er niet meer. Voorbeelden van gemeenten die ons inmiddels voorgingen bij de samenstelling van een waardevolle bomenlijst zijn Apeldoorn, Arnhem, Dordrecht, Epe, Harderwijk, Geertruidenberg, Alphen ad Rijn, Midden-Delfland, Zuidplas, Aalsmeer, s Hertogenbosch en Kollumerland. Stawel heeft in de Stedelijke commissie naar voren gebracht dat grondeigenaren in het buitengebied via het Landschapsfonds worden gestimuleerd om landschapselementen te herstellen en te beheren. Daarbij is er op gewezen dat: in de huidige situatie voor het reguliere onderhoud aan die houtwallen soms een kapvergunning moet worden aangevraagd; dit weinig zinvol is, omdat de instandhouding van die houtwallen anderszins is verzekerd, namelijk via beheersovereenkomsten. Deze informatie zullen wij betrekken bij het voorstel tot aanpassing van de APV dat in het voorjaar van 2015 aan u zal worden voorgelegd. Nog niet beantwoorde vragen van raadsleden over de kapvergunning: VVD: Hoe kan het dat voor het snoeien van bomen geen vergunning nodig is en voor het snoeien van een houtwal (dat eigenlijk gewoon onderhoud is) wel? Aangenomen werd dat alleen voor het rooien van een houtwal een kapvergunning nodig is. Antwoord: Voor het regulier onderhoud, ofwel snoeien, van bomen is geen vergunning nodig. Indien sprake is van rigoureus snoeien, d.w.z. als meer dan 20% van de kroon wordt weggehaald, is wel een vergunning nodig. Bij een houtwal is geen sprake van snoeien. Een houtwal moet periodiek worden afgezet. Dit betekent dat de slechte houtopstand wordt afgezaagd net boven de grond, waarna het jonge groen kan groeien. Hiervoor is een vergunning nodig. Een houtwal kan ook worden gerooid. Dit betekent dat de wal met wortel en al wordt verwijderd. Ook hiervoor is een vergunning nodig. BBE: BBE: De herplantplicht is een sympathiek idee. Kan de wethouder hier een toezegging op doen? Antwoord: De APV voorziet op dit moment al in de mogelijkheid om aan de kapvergunning de voorwaarde te verbinden dat de houder van de vergunning overgaat tot het planten van een boom. Ter voorbereiding op de wijziging van de APV zal onderzocht worden of de herplantplicht verruimd dient te worden. Is de wethouder bereid een meldingsplicht met de mogelijkheid van bezwaar en beroep zonder kosten voor de burger op te nemen? Antwoord: Een melding is een juridisch instrument waartegen per definitie geen bezwaar en beroep kan worden ingesteld. Wij kennen geen ander instrument dat de achterliggende bedoeling van deze vraag wel mogelijk zou maken. Wel kunnen we toezeggen dat we de meldingsplicht in gaan voeren met als voorwaarde hierbij dat de aanvrager minimaal 2 weken voordat de boom wordt gekapt dit meldt bij de gemeente. De ingediende melding wordt dan via publicatie openbaar gemaakt, dit biedt tijd voor burgerlijk overleg. Na 2 jaar wordt dit stelsel geëvalueerd.

CDA: SP: Wat is de reactie van de wethouder op het stuk dat de NME heeft aangeleverd? Antwoord: De wens van de NME om de kapvergunning te ontkoppelen van de omgevingsvergunning is strijdig met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het idee van de NME om voor aanvragen van de gemeente een ander kapregime vast te stellen dan voor particulieren is strijdig met het in de Algemene wet bestuursrecht neergelegde gelijkheidsbeginsel. De opvatting van de NME dat groeiplekken voor bomen in het verleden niet altijd zorgvuldig werden uitgekozen en ingericht, wordt gedeeld. Vandaag de dag gaat aan het planten van bomen een onderzoek naar geschiktheid van de groeiplaats vooraf. Ook is er een standaardgroeiplaatsinrichting voor bomen opgesteld. Het voorstel van de NME om de instandhouding van bomen waar mogelijk- te reguleren door middel van een kettingbeding bij de overdracht van grond wordt ontraden. Bij een bestuurlijke wens om het behoud van bomen juridisch te ondersteunen verdient de publiekrechtelijke weg de voorkeur boven de privaatrechtelijke weg. Handhaving van publiekrechtelijke regels is eenvoudiger en makkelijker. Het risico bestaat bovendien dat het gebruik van de privaatrechtelijke weg door de rechter wordt gezien als een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht (zie over dit onderwerp ook de passage onder argument 3 van dit raadsvoorstel). Het voorstel van de NME om burgers te informeren, voorafgaand aan het snoeien van bosjes, is sympathiek maar verhoogt de uitvoeringslasten, terwijl juist bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte belangrijke bezuinigingstaakstellingen gerealiseerd moeten worden. Het college heeft eerder aangegeven dat het afschaffen van de kapvergunning 15.000 euro oplevert. Nu levert afschaffen 175.000 op. Hoe kan dit? Antwoord: Wij willen u verwijzen naar de beantwoording naar aanleiding van de schriftelijke vragen die zijn gesteld over deregulering in het fysieke domein door heer Van Luttikhuizen van de SP. 5. Omzettingsvergunning Verschillende fracties hebben op 3 november begrip getoond voor ons besluit om de afgifte van nieuwe omzettingsvergunningen voorlopig te beperken tot de binnenstad, maar hebben betwijfeld of voor de doorontwikkeling van het huidige stelsel 2 jaar moeten worden uitgetrokken. Die termijn van 2 jaar is mogelijk aan de ruime kant. Het moge duidelijk zijn dat als de bijstelling van dit beleid minder tijd vergt, het nieuwe stelsel eerder ingevoerd zal worden. Uw ideeën over een bijstelling van het beleid zullen wij actief bij u ophalen in het eerste kwartaal van 2015. Nog niet beantwoorde vragen van raadsleden over de omzettingsvergunning: PvdA: Waarom bevriest u de omzettingsvergunning? Kan er dan geen omzettingsvergunning meer aangevraagd worden?. Antwoord: Met de omzettingsvergunning wordt de spreiding van onzelfstandige bewoning en bescherming van het woon- en leefklimaat beoogd. De regeling voor kamerbewoning is sinds 2006 enkele malen aangepast en aangescherpt. De afgifte van nieuwe omzettingsvergunningen leidt niettemin in veel gevallen tot bezwaarschriften en in sommige gevallen (met name in Twekkelerveld) zelfs tot maatschappelijke onrust. De hiervoor beschreven ontwikkeling vraagt om een herbezinning. In afwachting van de ontwikkeling van nieuw beleid beperken wij de afgifte van vergunningen voor de omzetting van zelfstandige in onzelfstandige bewoning tijdelijk tot het stadscentrum. Deze problematiek geldt daar namelijk in mindere mate. Van belang is ook dat de binnenstad een gewild woongebied voor studenten is en dat in de binnenstad veel panden al langere tijd leeg staan, die geschikt zouden kunnen zijn voor studentenhuisvesting. SP: Waarom heeft de wethouder/het College zomaar dit besluit genomen? Waarom is voor deze weg gekozen en is het voorstel met betrekking tot de omzettingsvergunning niet aan de Raad voorgelegd? Antwoord: In de Partiële Regionale Huisvestingsverordening 2009 voor het grondgebied van de gemeenten Hengelo en Enschede heeft u de bevoegdheid aan ons college gedelegeerd tot het vaststellen van nadere regels voor de toekenning van omzettingsvergunningen. Daar hebben wij gebruik van gemaakt.

D66: Waarom gaat het College niet nu al over op het oprekken van een vergunningplicht voor 4 of meer personen (ipv 3 of meer personen). Nu oprekken betekent dat een gedeelte vergunningsvrij wordt. Antwoord: Door het verruimen van de ondergrens voor een vergunning wordt er meer ruimte geboden aan de omzetting van zelfstandige naar onzelfstandige bewoning. In de huidige situatie achten wij het niet opportuun om vooruitlopend op de ontwikkeling van nieuw beleid voor de afgifte van omzettingsvergunningen tot deze maatregel te besluiten. 6. Ontheffing openbare ruimte en uitwegvergunning Nog niet beantwoorde vragen van raadsleden over de ontheffing openbare ruimte en de uitwegvergunning. D66 Welk probleem wordt met de ontheffing openbare ruimte en de uitwegvergunning opgelost. De fractie van D66 vraagt zich bovendien af of er op jaarbasis daadwerkelijk niet meer dan 50 puincontainers per jaar geplaatst worden? Antwoord: De ontheffing openbare ruimte beoogt het voorkomen van schade aan de openbare weg, gevaar voor de bruikbaarheid van de weg, het ontstaan van belemmeringen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg en overlast voor gebruikers van omliggende onroerende zaken. De uitwegvergunning richt zich op het waarborgen van de bruikbaarheid, de veiligheid en het doelmatig gebruik van de weg en de borgen van de kwaliteit van de openbare ruimte. Het tijdelijk plaatsen van objecten in de openbare ruimte wordt op dit moment voor een belangrijk deel door algemene regels in de APV gereguleerd. Objecten kunnen zonder ontheffing tijdelijk (< 3 dagen) in de openbare ruimte worden geplaatst, als er aan een aantal in de APV genoemdevoorwaarden is voldaan. Het kortdurend plaatsen van containers e.d. vindt dus inderdaad vaker dan 50 maal per jaar plaats. 7. Ontheffing sluitingstijden horecabedrijven Nog niet beantwoorde vragen van raadsleden over de ontheffing sluitingstijden horecabedrijven. SP Wat vindt de wethouder van het voorstel van de heer R. Scholten van Vereniging Horeca Stad Enschede (het via de APV toestaan dat horecabedrijven tot 04.00 uur geopend zijn, zonder dat zij daarvoor een ontheffing moeten aanvragen) Antwoord: In het licht van de discussie die over het verminderen van regeldruk is gevoerd hebben wij het standpunt ingenomen dat het beperken van de openingstijden van horecabedrijven in het stadscentrum niet noodzakelijk is. Voor daarbuiten gevestigde horecabedrijven ligt dat anders. EnschedeAnders:Heeft de wethouder contact gehad met de politie over oprekken sluitingstijden? En hoe is dit overgekomen? Antwoord: bij de totstandkoming van dit raadsvoorstel is het team veiligheid betrokken geweest. Het advies is integraal opgenomen op bladzijde 22 van de productbladen. Burgemeester en Wethouders van Enschede, De Secretaris, de Burgemeester, M.J.M. Meijs P.E.J. den Oudsten Besluit Van de Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Vastgesteld in de vergadering van De Griffier, R.M. Jongedijk de Voorzitter P.E.J. den Oudsten