Bijlage(n) : 1. Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening 2012.

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Onderwerp Indiener agendapunt Gevraagd besluit : Eerste wijziging legesverordening 2011 en eerste wijziging legesverordening 2012 : Het college van burgemeester en wethouders, coördinerend portefeuillehouder burgemeester Hanselaar. : 1. Instemmen met de eerste wijziging Legesverordening 2011, waarbij artikel van de Tarieventabel wordt gewijzigd. 2. Instemmen met de eerste wijziging Legesverordening 2012, waarbij artikel van de Tarieventabel wordt gewijzigd. Bijlage(n) : 1. Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening Raadsbesluit eerste wijziging legesverordening Bijlage(n) ter inzage : - Consequenties : de organisatoren van evenementen actief informeren over dit onderwerp Samenvatting: De problematiek relatie evenement en bestemmingsplan als volgt benaderen: a. lange termijn: bij de actualisatie van de bestemmingsplannen onderzoeken hoe het houden van evenementen rechtstreeks in de bestemmingsplannen kan worden geregeld; b. vanaf heden: omgevingsvergunningen verlenen en aan de gemeenteraad een verzoek tot verlaging van de legestarieven doen aan de hand van een tariefsdifferentiatie, in het geval de omgevingsvergunning samenhangt met een evenementenvergunning. Toelichting op het voorstel: Aanleiding en problematiek Elk jaar worden er binnen onze gemeente vele evenementen georganiseerd. Een groot deel daarvan is jaarlijks terugkerend en een minderheid heeft een incidenteel karakter. In toenemende mate wordt de vraag gesteld of een evenement op de betreffende locatie (een terrein, maar ook in een gebouw) niet in strijd is met het gebruik zoals beschreven in het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Om te beoordelen of een evenement al dan niet in strijd is met het geldende bestemmingsplan moet antwoord worden gegeven op de 1

2 vraag of er sprake is van een kortdurend en incidenteel afwijkend gebruik van het vigerende bestemmingsplan. Lange tijd is op basis van jurisprudentie aangenomen dat wanneer een evenement een kortdurende activiteit is en niet met enige regelmaat op dezelfde locatie terugkeert het evenement aangemerkt kan worden als planologisch niet relevant. Met andere woorden: naast de procedure voor de evenementenvergunning was geen planologische procedure noodzakelijk. In meer recente jurisprudentie echter, worden de termen kortdurend en incidenteel bestempeld als een (dubbel)criterium. Met andere woorden: een evenement heeft geen planologische effecten wanneer aan beide criteria wordt voldaan. Zo voldoet een eenmalig evenement wellicht wel aan een deel van het criterium, te weten incidenteel, maar wordt er niet voldaan aan het (deel)criterium kortdurend. Hieruit leiden wij af dat de wetgever het standpunt heeft ingenomen dat voor het in strijd met een vigerend bestemmingsplan gebruiken van een perceel ten behoeve van een evenement (hetzij eenmalig, hetzij jaarlijks), waarbij met de opbouw en afbraak meerdere dagen gemoeid zijn, een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan is vereist. Deze conclusie heeft belangrijke consequenties voor veel evenementen in onze gemeente. Was het in het verleden zo dat relatief weinig evenementen een planologische procedure moesten doorlopen, nu voldoet het gros van de evenementen niet langer aan het zogenoemde (dubbel)criterium en is een separate omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk. Kader Om dit probleem te tackelen heeft de wetgever in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) respectievelijk het Besluit algemene bepalingen omgevingsrecht (Bor) het college de mogelijkheid geboden om voor evenementen een (tijdelijke) omgevingsvergunning te verlenen. Dit is opgenomen in artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 2 van de Wabo in samenhang met artikel 4, lid 8 van Bijlage II van het Bor (reguliere procedure, vergelijkbaar met de vroegere kruimelgevallen ). Mocht een evenement niet vallen onder de criteria van artikel 4, lid 8 van Bijlage II van het Bor dan bestaat nog de mogelijkheid om middels artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 3 van de Wabo een omgevingsvergunning te verlenen (uitgebreide procedure, vergelijkbaar met de vroegere art. 19, lid 1 vrijstelling Wro). Daarnaast kunnen ook via het bestemmingsplan locaties zodanig worden bestemd dat zij evenementen vanuit planologisch oogpunt toestaan, door bijvoorbeeld evenementen rechtstreeks mogelijk te maken. Bij de actualisatie van de bestemmingsplannen is het voorstel om voor de bestemmingen verkeer en groen het organiseren van evenementen als zodanig op te nemen. Aangezien de wettelijke kaders voldoende mogelijkheden bieden om evenementen vanuit planologisch oogpunt te reguleren en mogelijke handhavingsverzoeken in een vroegtijdig stadium te weerleggen, kan de indruk ontstaan dat er eigenlijk niets aan de hand is. 2

3 Echter, de legeskosten voor het verlenen van een (tijdelijke) omgevingsvergunning zijn dusdanig hoog ( 728,-- tarief 2011) dat het voor veel organisaties nauwelijks nog interessant zal blijken te zijn om een evenement te organiseren. Het legestarief is in 2012 verlaagd naar 376,--. Dit bedrag is een gemiddelde en is zakelijk gezien te verantwoorden. Toch zien wij dat ook dit tarief voor veel organisatoren een (te) hoge drempel blijkt te zijn. Om een oplossing te creëren voor deze ongewenste situatie stellen wij het volgende stappenplan voor: De problematiek relatie evenement en bestemmingsplan als volgt benaderen: a. lange termijn: bij de actualisatie van de bestemmingsplannen onderzoeken hoe het houden van evenementen rechtstreeks in de bestemmingsplannen kan worden geregeld; b. vanaf heden: Omgevingsvergunningen verlenen en aan de gemeenteraad een verzoek tot verlaging van de legestarieven doen voor de gevallen waarin de omgevingsvergunning samenhangt met een evenementenvergunning. Ten aanzien van vergunningaanvragen die (gelet op de termijnen) reeds zijn afgehandeld (o.a. carnaval), heeft een risicoanalyse plaatsgevonden. Indien het risico van een handhavingsverzoek groot bleek te zijn, werd naast de evenementenvergunning ook een omgevingsvergunning verleend. De legeskosten voor de omgevingsvergunning zijn weliswaar in rekening gebracht, maar de verenigingen hoeven, in afwachting van de besluitvorming over het legestarief het bedrag nog niet te betalen Risico s Op basis van een risicoanalyse van de voorliggende (acute) vergunningaanvragen is een reëel beeld geschetst van de risico s. De ervaring leert dat het aantal bezwaren/handhavingsverzoeken gericht tegen evenementen beperkt zijn, maar dat ze niet volledig zijn uit te sluiten. Voor de evenementen tot en met carnaval waarvoor geen Wabo-procedure is gevolgd, bestaat het risico dat een handhavingsverzoek wordt ingediend in verband met strijdigheid met het bestemmingsplan. Doet zich zo n scenario voor dan ligt het voor de hand dat het handhavingsverzoek zal worden toegewezen, met alle financiële gevolgen voor de organisatie. Ten tijde van het opstellen van het voorstel waren overigens geen concrete handhavingsverzoeken bekend. Voor de evenementen die lopende dit jaar, maar nog voor de inwerkingtreding van de nieuwe bestemmingsplannen, gaan plaatsvinden, wordt de Wabo-procedure, mits van toepassing, standaard doorlopen. Daarmee geven wij invulling aan onze wettelijke taak en worden de (financiële en maatschappelijke) risico s beperkt. 3

4 Communicatie Instemmen met het voorstel betekent ook dat organisaties actief geïnformeerd moeten worden over de problematiek en wat de gevolgen zijn in het kader van procedures, risico s, kosten e.d. Dit willen wij doen aan de hand van een informatiebrief. Middelen De financiële consequenties zijn afhankelijk van de keuze of legeskosten berekend moeten worden over de omgevingsvergunning en de hoogte daarvan. In de kostprijsberekening van de Legesverordening 2012 is geen rekening gehouden met het extra aantal vergunningen als gevolg van een evenement. Wij zien feitelijk drie opties, namelijk: 1. Handhaving van het tarief 2012 ( 376,--) en de individuele gevallen uit 2011, met het hoge tarief 728,--, verlagen tot het tarief Het tarief 2012 collectief verlagen en de individuele gevallen uit 2011 ook verlagen tot het nieuwe tarief. 3. Een differentiatie aanbrengen in het tarief. Per categorie evenement (A groot, B middel en C klein) een apart tarief hanteren. Ad. 1 Handhaving van het huidige tarief 2012 is gelet op de werkelijke tijdsbesteding van de verantwoordelijke vergunningverleners te verantwoorden. De beoordeling van omgevingsvergunningaanvragen in relatie met evenementen, vormt voor de vergunningverleners Wabo een grotendeels onbekend terrein, waarin zij moeten pionieren en zich de specifieke materie eigen moeten maken. Daarbij mag de rol van de vergunningaanvrager niet onderbelicht blijven. Ook van hem wordt een grotere zorgvuldigheid gevraagd bij het indienen van zijn vergunningaanvraag. In plaats van alleen de oude vertrouwde aanvraag voor een evenementenvergunning, moet deze zich ook verdiepen in de complexe omgevingsvergunningaanvraag. Iets dat hij niet eerder heeft hoeven te doen en waarvan hij de noodzaak vaak niet zal inzien. Dit zal zeker in de eerste jaren leiden tot een grotere administratieve last voor de organisaties en een grotere werkdruk voor de ambtelijke organisatie. Verwacht kan worden dat na deze aanloopperiode de automatismen bij de organisatoren als ambtelijke organisatie zodanig zijn ingeslepen (lees: snellere afhandeling aanvragen), dat het legestarief kan worden verlaagd. Handhaving van één relatief hoog tarief kan de doodsteek betekenen voor diverse kleine/kleinere evenementen, omdat voor hen de baten niet meer tegen de kosten opwegen. Ad.2 Een tweede mogelijkheid is, om ondanks het geschetste traject onder 1, toch nu al te kiezen voor een collectief lager tarief. Evenementen leveren een welkome bijdrage aan het culturele, sociaal-maatschappelijke leven in de gemeente en zijn een belangrijk 4

5 onderdeel van het toeristisch-recreatieve product. Het doorgaan van de evenementen tegen een lager tarief prevaleert boven een kostendekkend tarief. Ad. 3 Deze optie sluit aan op de tariefsdifferentiatie die ook is toepast in de Tarieventabel voor evenementenvergunningen en tijdelijke gebruiksvergunningen voor tenten. Onder het motto: de breedste schouders dragen de zwaarste lasten is er afhankelijk van de grootte van het evenement een apart tarief opgenomen. Daarmee worden de grotere (commercieel/financieel meer interessante) evenementen (categorie A en B) zwaarder belast dan de kleine (categorie C). Het categoriseren van evenementen is gebaseerd op regionale afspraken in de Veiligheidsregio Noord- en Midden-Limburg en sluit aan op landelijk beleid. Welke differentiatie toepassen? Wij stellen het volgende voor: A evenementen, b.v. OLS: 376,-- (100%) B evenementen, b.v. Bondsfeest schutterij: 188,-- (50% van 376,--) C evenementen, b.v. Oranjefeesten: 0,-- Alles overwegende verdient deze optie de voorkeur. Het aantal evenementenvergunningen in 2011 bedroeg ca Gelet op de jurisprudentie concluderen wij dat ca. 80% van alle evenementen in aanmerking komen voor een Wabo-vergunning. Berekening legesopbrengsten: Optie 1. Handhaving één tarief: 93 vergunningen X 376,00 = ,-- Optie 2. Nieuw lager tarief (60% van het huidige bedrag) 93 vergunningen X 225,60 = ,-- Optie 3. Tariefdifferentiatie: A evenementen B evenementen X 188,-- = 2.820,-- C evenementen X 0,-- = 0,-- In de begroting is er rekening mee gehouden dat het overgrote deel van de evenementenvergunningen gratis worden verstrekt. Voorts stellen wij voor om de tariefsdifferentiatie ook met terugwerkende kracht van toepassing te verklaren op de Tarieventabel van de Legesverordening Twee evenementen die weliswaar plaatsvinden dan wel plaatsgevonden hebben in 2012, maar reeds in 2011 zijn aangevraagd, vallen onder het regime van de Legesverordening 2011 en het daarin opgenomen tarief van 728,--. Wij achten het redelijk dat ook de 5

6 organisatoren van deze evenementen onder een lager tarief vallen. Het met terugwerkende kracht van toepassing verklaren van beide besluiten is wettelijk toegestaan, doordat de belastingplichtigen, ten opzichte van de oorspronkelijke situatie, in een betere positie komen. St. Odiliënberg, 14 februari 2012 Burgemeester en wethouders van Roerdalen, De loco-secretaris, De burgemeester, M.B. de Leeuw drs. C.A.M. Hanselaar van Loevezijn 6