NEV-RekenSysteem Technische beschrijving



Vergelijkbare documenten
Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

HANDLEIDING DMS Plugin Installatie, configuratie & werking

Zorgmail handleiding. Inhoud

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Installatie PlanCare Dossier educatief

Handleiding exporteren en importeren van boekhouding. Van MijnWebwinkel naar Snelstart

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Elektronisch factureren

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

Algemene basis instructies

Update-procedure Integraal Beheer van Vastgoed

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

ManageWare Pro Postbus AN Zeist Tel.: Fax: Documentenbeheer

Handleiding Pétanque Competitie Beheer. (versie 1.1) April 2014

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Central Station Urenregistratie

HANDLEIDING Q1600 Fashion

Beschikt u over de basis module documentenbeheer dan kunt u documenten inlezen en koppelen aan de financiële mutaties en openstaande posten.

Installatie. NB: de software wordt in principe altijd lokaal geïnstalleerd.

Gebruikershandleiding Psychorom. Bohn Stafleu van Loghum

HANDLEIDING FRIREC. Versie 1.2.2

Handleiding Job voor gebruikers

Handleiding PFMconnect

Handleiding Zorgverzekeraar Winmens versie 7.29

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

Wat is nieuw in deze handleiding: Dit is een nieuwe handleiding welke nieuwe functies beschrijft.

Ook op internet wordt gebruik gemaakt van databases, zoals bij Marktplaats en Hyves.

Central Station. CS website

COMMUNICATIE WisseQ/WoWie

Gebruikershandleiding Geneeskundig Adresboek. Bohn Stafleu van Loghum

Kluwer Office. DMS Basic Medewerker. Software.kluwer.be

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen

Table of contents 2 / 15

HANDLEIDING FLEETCALCULATOR

AFO 139 Automatische export

15 July Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

Boekingen gemaakt in de Agenda zijn 1:1 zichtbaar in het Planbord, andersom zijn boekingen gemaakt in het Planbord direct beschikbaar in de Agenda.

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

Gebruikershandleiding EIviewer

Bijlage 1: Aanvullende informatie over het gebruik van OSV ( Ondersteunende Software Verkiezingen )

W2105 Import Externe Bestanden

Handleiding PSU Boekhouden Light Module Administratie Server

Handleiding Medewerkersagenda. PlanCare Dossier elektronisch cliënten dossier


Handleiding. Voedingsversie Evry Hanzehogeschool Groningen november 2011

Fuel. Handleiding voor installatie en gebruik

Algemene inrichting van import acties binnen Vision.

Installatie. Klik vervolgens op OK om verder te gaan met de installatie. Om verder te gaan met de installatie kunt op op Volgende klikken.

Report generator Gegevens zoeken en kolommen selecteren Rapporten opslaan en beheren... 6

Report generator Gegevens zoeken en kolommen selecteren Rapporten opslaan en beheren... 6

Handleiding Pétanque Competitie Beheer

Handleiding helpdesk. Datum: Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

ADRES 2000 VOOR WINDOWS

Gebruikershandleiding People Inc. en Microloon

Quickstart. Browser instellingen

Avena Biljart. Programma voor KNBB Biljartkampioenschappen

Captain Reader. E-captain help E-captain help

Aan de slag met AdminView

B3Partners. Handleiding Datastorelinker inlezen shape. Gewijzigd: B3Partners BV Zonnebaan 12c 3542 EC Utrecht

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2

AAN DE SLAG MET QDAC VOLLEDIG

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: Versie: 1.3

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

Systeemontwikkeling, Hoofdstuk 4, Tabellen maken in MS Access 2010

Handleiding Concours 3.5 voor breedtesport

Quick reference Smartflow App

Mach3Framework 5.0 / Website

Klikt u op dan komt er een scherm of u dit bestand wilt of

Startersgids. Nero BackItUp. Ahead Software AG

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Handleiding UBizzAdministrator. For more information visit our website at

Central Station Versie 2.2,

DKO Beheerders. 5 maart WISA helpdesk

Gebruikershandleiding

Update documentatie. KraamZorgCompleet versie 3.3. KraamzorgCompleet versie 3.3

The Nanny Versie Informatie

Procedure jaarafsluiting Unit 4 Multivers 10.4.X

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers

ABAB-Internetboekhouden. Handleiding uitbreidingsmodule: Inlezen Bankafschriften

Korte handleiding WrnPro Mobiel.

INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE

Handleiding Joomla! 1.5

Outlook 2010 tips & trucs

Gebruikershandleiding Green Leaf Excel (2007) Tool Versie 1.2 (21 december 2010)

Instructie RFM modules

mymanualsolarapp - What s Your Solar Power Today?

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

Handboek ZooEasy Online Contacten

ONLINEADVISEREN.NL ONLINEADVISEREN.NL. Handleiding interactief websysteem ter ondersteuning van online adviseren

ABN-Amro Shuttle Service export database. 1. Inleiding. 2. De Wizard. Functionele documentatie

Gebruikershandleiding Green Leaf Excel Tool Versie 1.1 (13 februari 2007)

Algemeen. Beschrijving LA5 Systeembeheer. Administratieve applicaties voor tankstation en oliehandel. versie 5.2

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

Handleiding Module Security (Log in)

A. Maak een back-up van uw administratie

Handboek ZooEasy Online Uitslagen

Transcriptie:

NEV-RekenSysteem Technische beschrijving C.H. Volkers ECN-E--06-042 November 2006

Verantwoording In het kader van project NEV-Instrumentarium (7.7753) wordt een beschrijving gemaakt van alle modellen binnen het NEV-RekenSysteem. Ook een beschrijving van het NEV- RekenSysteem zelf valt hieronder. Abstract The Netherlands Energy Outlook Modelling System (in Dutch: NEV-RekenSysteem, NEV-RS) is a collection of great number of models that determines the future Dutch energy use. The NEV-RS makes sure that all the models uses the same data set and that all the results are reproducible. This report is a description of the scheme of the NEV-RS and a manual for how you can work with the system. 2 ECN-E--06-042

Inhoud Lijst van tabellen 4 Lijst van figuren 4 Samenvatting 5 1. Inleiding 6 2. Opzet NEV-RekenSysteem 7 3. Beschrijving shell NEV-RS 10 3.1 Installatie 10 3.2 Handleiding 10 3.2.1 Menustructuur 11 3.2.2 Modelrun 12 3.2.3 Onderhoud modellen en gegevens 13 3.2.4 Beheer modelruns 19 3.2.5 Bekijken log 21 3.3 Beschrijving INI-bestanden 23 4. Beschrijving databases 29 4.1 Project-database 29 4.2 Scenario-database 33 4.3 Jaar-database 35 5. Modellen in het NEV-RS 37 Referenties 41 Bijlage A Voorbeeld INI-files 42 A.1 NEV.INI 42 A.2 NEVNET.INI 43 A.3 PROJECT.INI 44 A.4 SCENARIO.INI en JAAR.INI 47 A.5 MODEL.INI 49 A.6 INFO.INI 50 Bijlage B Voorbeeld bestanden 51 B.1 Model invoerbestand 51 B.2 Model uitvoerbestand 51 Bijlage C SELPE-codering 53 ECN-E--06-042 3

Lijst van tabellen Tabel 3.1 Menustructuur shell NEV-RS 11 Tabel 3.2 Beschrijving scherm uitvoer modelgegevens 12 Tabel 3.3 Beschrijving vast gedeelte scherm Modellen en gegevens 13 Tabel 3.4 Beschrijving scherm modellen en gegevens 1 (Gegevens) 14 Tabel 3.5 Beschrijving scherm modellen en gegevens 2 (Invoer gegevens) 15 Tabel 3.6 Beschrijving scherm modellen en gegevens 3 (Uitvoer gegevens) 16 Tabel 3.7 Beschrijving scherm modellen en gegevens 4 (Databases) 17 Tabel 3.8 Beschrijving scherm opties 1 (Modelruns) 19 Tabel 3.9 Beschrijving scherm opties 2 (INI-beheer) 20 Tabel 3.10 Beschrijving scherm opties 3 (Overig) 21 Tabel 3.11 Menustructuur LOG-applicatie 22 Tabel 3.12 Lijst van INI-bestanden 24 Tabel 3.13 Beschrijving INI-bestanden 24 Tabel 4.1 Beschrijving tabellen project-database 29 Tabel 4.2 Beschrijving tabellen scenario-database 33 Tabel 4.3 Beschrijving tabellen jaar-database 35 Tabel 5.1 Beschrijving modeltypes 38 Tabel 5.2 Beschrijving modellen 38 Tabel C.1 Codering SELPE-vraagsectoren 53 Tabel C.2 Codering SELPE-aanbodssectoren 53 Tabel C.3 Codering SELPE-energiedragers 54 Tabel C.4 Gebruikte coderingen SELPE-processen in combinatie met de vraagsectoren 56 Tabel C.5 Gebruikte coderingen SELPE-processen in combinatie met de aanbodsectoren 62 Lijst van figuren Figuur 2.1 Besturing gegevensstromen binnen het NEV-RS 7 Figuur 2.2 Map-structuur NEV-RS 8 Figuur 3.1 Scherm NEV-RS 10 Figuur 3.2 Scherm uitvoer modelgegevens 12 Figuur 3.3 Scherm modellen en gegevens 1 (Gegevens) 13 Figuur 3.4 Scherm modellen en gegevens 2 (Invoer gegevens) 14 Figuur 3.5 Scherm modellen en gegevens 3 (Uitvoer gegevens) 16 Figuur 3.6 Scherm modellen en gegevens 4 (Databases) 17 Figuur 3.7 Scherm modellen en gegevens 5 (Volgorde) 18 Figuur 3.8 Scherm modellen en gegevens 6 (Bestanden) 18 Figuur 3.9 Scherm opties 1 (Modelruns) 19 Figuur 3.10 Scherm opties 2 (INI-beheer) 20 Figuur 3.11 Scherm opties 3 (Overig) 21 Figuur 3.12 Scherm log 22 Figuur 5.1 Modellen in het NEV-RS 37 4 ECN-E--06-042

Samenvatting Het NEV-RekenSysteem is een verzameling van een groot aantal modellen voor het bepalen van het toekomstige Nederlandse energiegebruik. Het NEV-RekenSysteem zorgt ervoor dat alle modellen met dezelfde dataset werken en dat alle resultaten reproduceerbaar zijn. In dit rapport wordt een beschrijving gegeven van de opzet van het NEV-RekenSysteem en hoe met het NEV-RekenSysteem gewerkt kan worden. ECN-E--06-042 5

1. Inleiding In de periode tot 1982 is bij ECN Beleidsstudies in het kader van integrale studies op het gebied van de energievoorzieningsproblematiek het energiemodel SELPE ontwikkeld (Boonekamp, 1982). Met dit model werden berekeningen uitgevoerd ter ondersteuning van het energiebeleid van het Ministerie van Economische zaken. Op basis van toen gemaakte afspraken lag bij Beleidsstudies de nadruk op de technische en economische aspecten van het energieaanbod. Het CPB leverde de vraag naar energie per sector aan, uitgaande van bepaalde economische ontwikkelingen en energieprijzen. Na deze eerste ontwikkeling is er veel veranderd in de systematiek van berekeningen. Allereerst is het noodzakelijk gebleken om bepaalde onderdelen van de energievoorziening apart te modelleren. Hiervoor kwamen aparte modellen voor de raffinagesector, de WKK, de centrale elektriciteitsvoorziening en de te hanteren energieprijzen. Daarnaast is er ook een module ontwikkeld welke de resultaten van een SELPE-berekening in gebruiksvriendelijke tabellen plaatst. Door de complexiteit en vele uitwisseling van gegevens tussen modellen en modules is na een grondige analyse (Van Arkel en Volkers, 1993; Van Arkel en Boonekamp, 1993) het NEV- RekenSysteem (hierna te noemen: NEV-RS) ontwikkeld. Eén van de taken van het NEV-RS is om de gegevensstromen tussen de modellen en modules in goede banen te leiden. De andere taak is om de reproduceerbaarheid van de resultaten onder controle te houden. In de loop van de tijd is het systeem uitgebreid met verschillende nieuwe modellen en modules. De grootste aanpassing was dat het systeem werd uitgebreid met modellen voor de bepaling van de sectorale energievraag. Tevens zijn bijna alle modellen vernieuwd. Ook is er veel veranderd aan de presentatie van de resultaten. In de loop van de tijd zijn er verschillende studies met SELPE en later het NEV-RS uitgevoerd. Mede door deze studies is het gehele systeem steeds up to date gehouden. De eerste NEV-studie (Nationale Energie Verkenningen) is in 1987 gereed gekomen (ESC, 1987). Tegenwoordig wordt het systeem onder andere gebruikt voor de Referentieramingen. De resultaten van de laatste referentieraming zijn in mei 2005 verschenen (Van Dril en Elzenga, 2005). In dit rapport wordt de stand van zaken beschreven van het NEV-RS zoals het systeem in 2006 in gebruik is. Dit wordt uitgesplitst in: Opzet van het NEV-RS (Hoofdstuk 2). Handleiding om met het NEV-RS te werken (Hoofdstuk 3). Beschrijving van de gebruikte datatabellen (Hoofdstuk 4). Korte beschrijving van de verschillende modellen in het NEV-RS (Hoofdstuk 5), uitgebreidere beschrijvingen worden in aparte rapporten (soms nog te verschijnen) gedaan. 6 ECN-E--06-042

2. Opzet NEV-RekenSysteem Het NEV-RS is menugestuurd, zodat de gebruiker in feite weinig te maken krijgt met wat er 'achter' het menu zit. Voor een goed begrip is het toch belangrijk om te weten hoe met name de opslag van data en modellen geregeld wordt. Het NEV-RS bestaat uit een set van gekoppelde modellen en databases die op de gemeenschappelijke netwerkschijf (in ons geval de U-schijf in de map RS) staan. Elk project bevat een volledige kopie van alle gegevens die in het NEV-RS gebruikt worden. Dit houdt in dat tegelijkertijd aan verschillende projecten gewerkt kan worden. Vanwege de omvang van de meeste projecten en de veelheid van gebruikte modellen, worden databases (in het databasepakket Access) gebruikt als schakels tussen de verschillende modellen, zodat de gegevens consistent blijven. In de modellen zijn invoer, berekening en uitvoer strikt gescheiden, en alle invoer en uitvoer van de modellen wordt opgeslagen in de databases. Een globale weergave van het systeem wordt in Figuur 2.1 getoond. NEV-RekenSysteem Wijzigen databases Centrale databases Start modelrun Invoergegevens Excel en Gams-modellen Datastroom AIMMS-modellen Uitvoergegevens Excel en Gams-modellen Beslissing over uitvoergegevens Invoer Uitvoer Specifieke modelgegevens Model Modelrun Figuur 2.1 Besturing gegevensstromen binnen het NEV-RS In bovenstaand schema is het NEV-RS de schil rondom het gebruik van de modellen en het beheer van de databases. Vanuit het NEV-RS worden de databases beheerd en kunnen de gegevens in de database gewijzigd worden. De belangrijkste taak van het NEV-RS is echter om de runs van de verschillende modellen voor de verschillende projecten en scenario s in goede banen te leiden. De opslag van data en modellen wordt geregeld binnen een vastgelegde mapstructuur, die is weergegeven in Figuur 2.2. In de mapstructuur zijn modellen en databases gescheiden. ECN-E--06-042 7

U:\RS DT Project 1 Scenario 1 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar z Model A run 1 Model A run 2 Model B run 2 Model C run n Model D run 1 Model D run 2 Model E run 2 Scenario 2 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar z Project 2 Project x Scenario 1 Scenario 2 Scenario y Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar z Project mappen Scenario mappen Jaar mappen MDL Shell Model A Model B Model C Model mappen Modelrun mappen Figuur 2.2 Map-structuur NEV-RS De map MDL ( afkorting van model ) bevat van ieder model een zogenaamde moederversie. Deze moederversie is altijd het startpunt van een modelrun. Elk model heeft zijn eigen map. Naast de mappen voor ieder model bestaat er een map met de bestanden om van het NEV-RS gebruik te kunnen maken (de map shell). Onder de map DT (afkorting van 'data') wordt per project een map gemaakt. Dit is de projectmap. In een project-map wordt voor elk scenario een aparte map gevormd. Deze wordt de scenario-map genoemd. Een scenario-map bevat vervolgens voor elk zichtjaar jaar-mappen. Alle gezamenlijke data die in het NEV-RS circuleert (invoer voor en resultaten van modellen) wordt opgeslagen in één van de drie databases PROJECT, SCENARIO en JAAR, die bewaard worden in de overeenkomstige mappen van DT. De data die voor alle scenario's en alle jaren binnen een project geldt, staan in de database PROJECT. De data die per scenario verschillen maar onafhankelijk zijn van het jaar waarvoor gerekend wordt, staan in de database SCENARIO. De overige gegevens staan in de database JAAR. De indeling van data in deze drie databases is deels logisch, maar deels ook arbitrair en gebaseerd op de huidige praktijk. Een verdere beschrijving van deze databases wordt in Hoofdstuk 4 gegeven. Naast de databases bevatten de project-, scenario- en jaar-mappen zogenaamde INI-bestanden die een aantal zaken regelen. In het algemeen zal de gebruiker niets met deze INI-bestanden van doen hebben. In het INI-bestand in de project-map staan bijvoorbeeld alle modellen die binnen het project in gebruik zijn. In het INI-bestand in de scenario- en jaar-map staat de status van elk model (is het al gedraaid, mag het gedraaid worden) en het versienummer. Een uitgebreide beschrijving van de INI-bestanden staat in Paragraaf 3.3. Elke keer dat een model gedraaid wordt, wordt in de map van het gekozen scenario of jaar een map aangemaakt met als naam de naam van de modelmap waarin de moederversie zich bevindt 8 ECN-E--06-042

plus het versienummer als extensie. Dus als modely, dat staat in de directory u:\rs\mdl\modely, voor de eerste keer gedraaid wordt binnen het project XXX, scenario QQQ en jaar 2015 (dus versie 1), dan wordt de map u:\rs\dt\xxx\qqq\2015\modely.001 aangemaakt. Daarin staat een kopie van het model, plus de eventueel aangemaakte in- en uitvoerbestanden. Dit betekent bijvoorbeeld dat als modely aangepast wordt, de oude versie waarmee gedraaid is, toch bewaard blijft. Het betekent ook dat er een geweldige opeenhoping van mappen met bestanden ontstaat, omdat er nooit automatisch oude mappen worden weggegooid. De gebruiker zal dus de discipline moeten opbrengen om met een zekere regelmaat op te ruimen. Dit kan via de shell van het NEV-RS (zie Hoofdstuk 3). ECN-E--06-042 9

3. Beschrijving shell NEV-RS Een belangrijk onderdeel binnen het NEV-RS is de shell (groen in Figuur 2.1). Via de shell kunnen de databases bekeken en aangepast worden en wordt het draaien van modellen aangestuurd. 3.1 Installatie Om van de shell van het NEV-RS gebruik te kunnen maken, moet eenmalig een installatieprocedure worden gevolgd. Hiervoor is een SETUP-programma (SETUP.EXE) gemaakt, welke beschikbaar is in de map U:\RS\NEVsetup\. Na het runnen van dit programma is een programmagroep aangemaakt NEV-RS met daarin een snelkoppeling naar de shell van het NEV-RS. 3.2 Handleiding Bij het starten van de shell voor het NEV-RS, wordt een scherm geopend, waarbij alle modellen worden getoond die binnen het gekozen project beschikbaar zijn. De modellen zijn bij elkaar gegroepeerd in een aantal subschermen. Na keuze in het menu van het juiste project, scenario en zichtjaar kan door middel van dubbelklik op het pictogram van het gewenste model een modelrun gestart worden. Zoals uit het figuur hieronder blijkt hebben de verschillende modellen verschillende kleuren. Dit heeft te maken met de volgorde waarin de modellen gedraaid moeten worden. Bij Figuur 3.7 wordt uitgelegd hoe deze volgorde kan worden ingebracht in het NEV-RS. Hier wordt een verklaring gegeven van de verschillende gebruikte kleuren: Groen: Is vrij om te draaien. Blauw: Heeft al gedraaid, maar is vrij om eventueel nogmaals te draaien. Rood: Mag volgens de ingebrachte volgorde nog niet gedraaid worden. Bij het starten van zo n model, komt er een waarschuwing op het scherm. Het is dan wel mogelijk om toch door te gaan met het draaien van het model. Grijs: Het model wordt op dit moment door iemand gedraaid of bevat nog gegevens waarover een beslissing genomen moet worden. Het betreffende model is niet opnieuw te starten. Wit: Er zijn geen gegevens bekend over het draaien van het betreffende model. Figuur 3.1 Scherm NEV-RS 10 ECN-E--06-042

3.2.1 Menustructuur Met behulp van de menustructuur kan een keuze worden gemaakt voor een project, scenario of zichtjaar. Tevens is het mogelijk om vanuit het menu onderhoud te plegen aan projecten, scenario s, zichtjaren en modellen (zie Paragraaf 3.2.3 en 3.2.4). In Tabel 3.1 worden alle opties uitgebreid beschreven. Tabel 3.1 Menustructuur shell NEV-RS Menu Beschrijving Project Lijst van bestaande projecten Nieuw Toevoegen van een nieuw project, waarbij moet worden aangegeven welk bestaand project gekopieerd moet worden. De maximale lengte van een projectnaam is 5 tekens. Bij het aanmaken van een nieuw project worden ook alle scenario s en zichtjaren uit het te kopiëren project gekopieerd. Ook alle bestanden die in de project-, scenario- en jaarmappen staan worden gekopieerd. De modelruns uit het te kopiëren project worden niet gekopieerd. Verwijder Verwijderen van een project. Archiveer wel eerst het project, het project, met de daarbij behorende scenario s, zichtjaren en modelruns, wordt fysiek gewist. Er moet altijd minstens één project aanwezig blijven. Einde De shell beëindigen. Scenario Lijst van bestaande scenario s in het gekozen project. Nieuw Toevoegen van een nieuw scenario binnen het gekozen project. Hierbij moet worden aangegeven welk bestaand scenario gekopieerd moet worden. De maximale lengte van een scenarionaam is 4 tekens. Bij het aanmaken van een nieuw scenario worden ook alle zichtjaren uit het te kopiëren project gekopieerd. Ook alle bestanden die in de scenario- en jaarmappen staan worden gekopieerd. De modelruns uit het te kopiëren scenario worden niet gekopieerd. Verwijder Verwijderen van een scenario. Archiveer wel eerst het scenario, het scenario, met de daarbij zichtjaren en modelruns, wordt fysiek gewist. Er moet altijd minstens één scenario binnen een project aanwezig blijven. Jaar Lijst van zichtjaren in het gekozen scenario. Nieuw Toevoegen van een nieuw zichtjaar binnen het gekozen scenario. Hierbij moet worden aangegeven welk bestaand zichtjaar gekopieerd moet worden. De maximale lengte van een zichtjaar is 4 tekens. Bij het aanmaken van een nieuw zichtjaar worden ook alle bestanden die in de jaarmappen staan gekopieerd. De modelruns uit het te kopiëren zichtjaar worden niet gekopieerd. Verwijder Verwijderen van een zichtjaar. Archiveer wel eerst het zichtjaar, het zichtjaar, met de daarbij behorende modelruns, wordt fysiek gewist. Er moet altijd minstens één zichtjaar binnen een scenario aanwezig blijven. Extra Modellen en Onderhoud aan de modellen en databases. Zie voor een nadere gegevens beschrijving Paragraaf 3.2.2. Log bekijken Bekijken van het LOG-bestand. Zie voor een nadere beschrijving Paragraaf 3.2.5. Opties Beheer van de modelruns en externe applicaties. Zie voor een nadere beschrijving Paragraaf 3.2.4. ECN-E--06-042 11

Menu Venster Help Beschrijving De gebruikelijke mogelijkheden voor het schikken van de pictogrammen en vensters. Versie van de shell. 3.2.2 Modelrun Bij het opstarten van het model wordt vanuit de modelmap van het desbetreffende model een volledige kopie gemaakt naar een modelrunmap. Deze modelrunmap wordt afhankelijk van het type model geplaatst in de scenariomap of jaarmap. Modellen die worden gebruikt voor meerdere zichtjaren tegelijk krijgen een plaats in de scenariomap. Modellen die runs maken voor één zichtjaar krijgen een plaats in de jaarmap. De naam van de modelrunmap wordt de naam van de modelmap met als extensie het versienummer. Na het kopiëren van het model zal het NEV-RS de eventuele invoerbestanden aanmaken. De informatie voor deze invoerbestanden wordt uit het bestand MODEL.INI (voor beschrijving zie Tabel 3.13) gehaald. Vervolgens zal het model gestart worden. Na afloop van een modelrun zijn er eventueel uitvoerbestanden aangemaakt. Het scherm uitvoer modelgegevens (Figuur 3.2) wordt dan getoond. Op dit moment moet een beslissing worden gemaakt wat met de aangemaakte uitvoerbestanden te doen. Figuur 3.2 Scherm uitvoer modelgegevens Tabel 3.2 Beschrijving scherm uitvoer modelgegevens Knop Beschrijving Bekijken Met behulp van deze knop is het mogelijk om de aangemaakte uitvoerbestanden te bekijken. Wegschrijven De aangemaakte uitvoerbestanden worden weggeschreven naar de databases volgens de informatie in het bestand MODEL.INI (voor beschrijving zie Tabel 3.13). Als het wegschrijven is gelukt, zal het model worden vrijgegeven voor een volgend gebruik. Als het niet gelukt is, zal de fout moeten worden hersteld. Eventueel kan daarna de gegevens nogmaals worden weggeschreven. Vrij geven De aangemaakt uitvoerbestanden worden NIET weggeschreven naar de databases. Het model zal wel worden vrijgegeven voor een volgend gebruik. Annuleren Er wordt nog geen beslissing genomen over het wel of niet wegschrijven van de uitvoerbestanden. Alvorens verder te kunnen met andere modellen, moet deze beslissing wel worden genomen. Door nogmaals te dubbelklikken op de pictogram van het model in het hoofdscherm wordt bovenstaand scherm nogmaals geopend. 12 ECN-E--06-042

3.2.3 Onderhoud modellen en gegevens Met de menuoptie Modellen en gegevens in het hoofdmenu Extra kan onderhoud worden gepleegd aan de modellen en databases. Het onderhoud van modellen houdt het toevoegen en verwijderen van modellen en het definiëren van de in- en uitvoergegevens in. Met het onderhoud van de databases kunnen de databases worden gerepareerd en gecomprimeerd (Accessdatabases hebben de neiging om alleen maar te groeien, door een database te comprimeren wordt alle loze ruimte weer vrijgegeven). Het scherm Modellen en gegevens is opgebouwd uit een vast gedeelte met daarnaast nog zes tabbladen met wisselende informatie. De beschrijving van het vaste gedeelte volgt hieronder. Daarna zal per scherm het variabele gedeelte worden beschreven. Tabel 3.3 Beschrijving vast gedeelte scherm Modellen en gegevens Knop Beschrijving Modelnaam Keuze uit de verschillende beschikbare modellen. Van het gekozen model worden de beschikbare gegevens getoond in het variabele gedeelte. Nieuw Toevoegen van een nieuw model aan het actieve project. Bij het toevoegen van het nieuwe model wordt gevraagd naar de modelnaam (deze mag nog niet bestaan) en er moet een keuze worden gemaakt uit de directory waar het model is opgeslagen. Verwijder Het gekozen model verwijderen uit het actieve project. De gegevens worden niet fysiek van de schijf verwijderd, echter het model is niet meer te kiezen in het huidige project. OK Wijzigingen toepassen en scherm sluiten. Annuleer Wijzigingen niet toepassen en scherm sluiten. Let op dat een aantal wijzigingen zoals het toevoegen en verwijderen van modellen en het repareren van de databases hebben al wel plaatsgevonden en worden dus niet teruggedraaid met deze knop. Toepassen De tot dan toe gedane wijzigingen opslaan. Figuur 3.3 Scherm modellen en gegevens 1 (Gegevens) In het tabblad Gegevens moeten gegevens worden ingebracht over hoe het model wordt opgestart en hoe het model wordt gepresenteerd in het NEV-RS. In de tabel hieronder wordt een be- ECN-E--06-042 13

schrijving gegeven van de verschillende opties op het tabblad. De betreffende gegevens worden opgeslagen in het bestand PROJECT.INI welke zich bevindt in de projectmap. Tabel 3.4 Beschrijving scherm modellen en gegevens 1 (Gegevens) Knop Beschrijving Modelgroep In welke groep van modellen hoort het gekozen model thuis. Nieuw Toevoegen van een nieuwe modelgroep. Verwijder Verwijderen van een modelgroep waarin zich geen modellen meer bevinden. Ikoon model Welk pictogram moet aan het model worden gekoppeld. De pictogrammen staan in de map u:\rs\mdl\shell\. Model draait voor Hier moet worden aangegeven of het model slechts voor één zichtjaar (Eén jaar) draait, voor alle zichtjaren in een scenario (Eén scenario) of voor alle scenario s en zichtjaren in een project (Gehele project). Herstart mogelijk Hier kan worden aangegeven of het mogelijk is dat het model start vanuit een resultaat van een eerdere run. Als voorbeeld: het model heeft eerst gedraaid tot en met 2010, daarna kan vanuit dat resultaat door worden gedraaid tot en met 2020. Programma Welke externe applicatie is er nodig om het model te kunnen draaien. Op dit moment zijn de mogelijke antwoorden Excel, AIMMS, Access of DOS. Te openen modelnaam Welk bestand moet het bovenstaande programma openen om het model te kunnen starten. Met behulp van de knop bladeren kan in de modelmap worden gezocht naar een bestand. Kolom in scherm In welke kolom van de modelgroep moet het model worden getoond. Indien er meerdere modellen in dezelfde kolom van de modelgroep getoond moeten worden, komen de volgende modellen in een volgende rij. Figuur 3.4 Scherm modellen en gegevens 2 (Invoer gegevens) In het tabblad Invoer gegevens moet worden aangegeven waar de invoergegevens voor het model gevonden kunnen worden. Hiervoor moeten meestal meerdere regels gedefinieerd worden. Per regel wordt aangegeven welke gegevens ingelezen moeten worden. Het aantal regels kan gedefinieerd worden met de knop Overzicht. Uiteindelijk moet voor iedere regel de velden 14 ECN-E--06-042

worden ingevuld. In de tabel hieronder wordt een beschrijving gegeven van de verschillende in te vullen velden. De betreffende gegevens worden opgeslagen in het bestand MODEL.INI. Tabel 3.5 Beschrijving scherm modellen en gegevens 2 (Invoer gegevens) Knop Beschrijving Bestandsnaam Naam van het bestand waarin de invoergegevens voor het model worden opgeslagen. Naam database Naam van de database (project, scenario of jaar) waarin de invoergegevens zijn opgeslagen. Naam tabel Naam van de tabel in de database waarin de gegevens zijn opgeslagen. Veld over te nemen waarde Naam van het veld waarin de over te nemen gegevens zijn opgeslagen. Aantal zoekvelden Elke tabel heeft een aantal sleutelvelden welke het op te zoeken gegeven beschrijven. Hier moet worden aangegeven hoeveel sleutelvelden er zijn. Elk sleutelveld moet in het frame Zoekveld x van y worden gedefinieerd. Speciaal Er zijn een aantal speciale invoergegevens. De mogelijke waarden in dit veld zijn: Externe specificatie Interne specificatie Vorig zichtjaar Huidig zichtjaar Als één van deze vier waarden is ingevuld, kunnen de overige velden niet worden ingevuld. Als de waarde Externe specificatie of Interne specificatie is gekozen, moet in het bestand MODEL.INI de desbetreffende secties handmatig, buiten het NEV-RS om, worden ingevuld. Voor een beschrijving van het bestand MODEL.INI zie Tabel 3.13. Veldnaam Naam van het betreffende sleutelveld. Inhoud veldnaam Gegeven waarop in het sleutelveld gezocht moet worden om de betreffende gegevens voor het model te vinden. Overzicht Met deze knop kan een overzicht worden verkregen van alle regels voor de invoergegevens. Tevens kunnen er regels worden toegevoegd, verwijderd en gekopieerd. Regel Met behulp van deze knop kan door de regels worden gescrolld. ECN-E--06-042 15

Figuur 3.5 Scherm modellen en gegevens 3 (Uitvoer gegevens) In het tabblad Uitvoer gegevens moet worden aangegeven waar de uitvoergegevens van het model naar toe geschreven moeten worden. Hiervoor moeten meestal meerdere regels gedefinieerd worden. Per regel wordt aangegeven waar de betreffende uitvoer in de database naar toe moet worden geschreven. Het aantal regels kan gedefinieerd worden met de knop Overzicht. Uiteindelijk moet voor iedere regel de velden worden ingevuld. In de tabel hieronder wordt een beschrijving gegeven van de verschillende in te vullen velden. De betreffende gegevens worden opgeslagen in het bestand MODEL.INI. Tabel 3.6 Beschrijving scherm modellen en gegevens 3 (Uitvoer gegevens) Knop Beschrijving Bestandsnaam Naam van het bestand waarin de uitvoergegevens van het model worden opgeslagen. Naam database Naam van de database (project, scenario of jaar) waarnaar de uitvoergegevens geschreven moeten worden. Naam tabel Naam van de tabel in de database waarnaar de gegevens geschreven moeten worden. Aantal over te nemen waarden Het is mogelijk om meerdere resultaten behorende bij dezelfde sleutel te schrijven naar de database. Elk waardeveld moet in het frame Waardeveld x van y worden gedefinieerd. Aantal zoekvelden Elke tabel heeft een aantal sleutelvelden welke het op te zoeken gegeven beschrijven. Hier moet worden aangegeven hoeveel sleutelvelden er zijn. Elk sleutelveld moet in het frame Zoekveld x van y worden gedefinieerd. Gehele tabel uit Het is mogelijk om een resultatentabel in zijn geheel naar de database weg te schrijven. Hiervoor moet in dit veld de bestandsnaam worden gedefinieerd waarin de resultaten zich bevinden. In de database wordt alvorens de resultaten worden ingelezen de databasetabel leeggemaakt. Kolomdelimiter De verschillende velden in de uitvoerbestanden kunnen als scheiding één of meerdere spaties (kolomdelimiter = spatie) hebben of gescheiden worden door het TAB-teken (kolomdelimiter = TAB). Veldnaam Naam van het betreffende sleutel- of waardeveld. 16 ECN-E--06-042

Knop Overzicht Regel Beschrijving Met deze knop kan een overzicht worden verkregen van alle regels voor de uitvoergegevens. Tevens kunnen er regels worden toegevoegd, verwijderd en gekopieerd. Met behulp van deze knop kan door de regels worden gescrolld. Figuur 3.6 Scherm modellen en gegevens 4 (Databases) In het tabblad Databases kan onderhoud worden gepleegd aan de databases die binnen het project gebruikt worden. De opties in dit scherm worden meteen uitgevoerd en kunnen derhalve niet meer worden teruggedraaid met de knop Annuleer. Tabel 3.7 Beschrijving scherm modellen en gegevens 4 (Databases) Knop Beschrijving Repareren Indien er problemen zijn met het schrijven naar of lezen uit bepaalde databases kan worden geprobeerd om de database met deze knop te repareren. Mocht dit niet lukken dan moet een backup worden teruggezet. Tevens hebben Access-databases de neiging om alleen maar te groeien. Met deze knop wordt de loze ruimte weer vrijgegeven. Backup Het is mogelijk om van de gekozen databases één zip-bestand te maken in een zelf te kiezen map (via Backup drive en Backup directory ). Deze optie maakt gebruik van het DOS-programma PKZIP, welke is geïnstalleerd in de map u:\rs\mdl\shell\. Omdat alleen de databases gearchiveerd worden is het handiger om buiten het NEV-RS om regelmatig de gehele mapstructuur te archiveren op CD. Dit is dan inclusief de gemaakte modelruns. Backup drive Keuze uit de beschikbare schijven van de PC. Backup directory Keuze uit de beschikbare mappen van de gekozen schijf. ECN-E--06-042 17

Figuur 3.7 Scherm modellen en gegevens 5 (Volgorde) Zoals uit Figuur 5.1 blijkt zit er in de volgorde van het draaien van de modellen een bepaalde structuur. Het is mogelijk om deze structuur in het NEV-RS aan te brengen. Aan de hand van deze volgorde krijgen de modellen in het NEV-RS een bepaalde kleur. Voor een beschrijving van de kleuren zie Figuur 3.1. Met behulp van de knoppen => en <= kunnen de geselecteerde modellen verwisseld worden van kolom. In de rechterkolom komen alle modellen te staan die na het gekozen model gedraaid moeten worden. De gegevens over de volgorde worden bewaard in het bestand PROJECT.INI. Figuur 3.8 Scherm modellen en gegevens 6 (Bestanden) Na een modelrun blijven in principe alle bestanden in de map van de modelrun staan. Soms zitten hier ook tijdelijke bestanden tussen. Met behulp van dit tabblad kan worden aangegeven welke bestanden na een modelrun verwijderd mogen worden. In de rechterkolom komen de te verwijderen bestanden te staan. De gegevens over welke bestanden te verwijderen worden bewaard in het bestand PROJECT.INI. 18 ECN-E--06-042

3.2.4 Beheer modelruns Met de menuoptie Opties in het hoofdmenu Extra kunnen de modelruns worden beheerd en kunnen gegevens over de externe applicaties worden ingevoerd. Het scherm Opties is opgebouwd uit drie tabbladen. De mogelijkheden per tabblad worden hieronder beschreven. Figuur 3.9 Scherm opties 1 (Modelruns) Via het tabblad Modelruns kunnen de mappen van de modelruns beheerd worden. Indien modelruns niet tot een goed einde zijn gekomen of achterhaald zijn door een nieuwere versie, kunnen ze in dit scherm definitief van de schijf verwijderd worden. Ook is er een mogelijkheid tot archiveren van de modelruns. In de tabel hieronder wordt een beschrijving gegeven van de verschillende in te vullen velden. Tabel 3.8 Beschrijving scherm opties 1 (Modelruns) Knop Beschrijving Toon alle scenario s Standaard worden hier alleen de modelruns uit het huidige scenario getoond. Indien deze optie wordt aangezet, worden alle modelruns uit het huidige project getoond. Verwijderen Als modelruns foutmeldingen hebben gegeven of om andere redenen zijn afgebroken is het aan te bevelen om in verband met overzicht en ruimtebeslag op de schijf deze direct te verwijderen. Ook kunnen oudere modelruns die niet meer van toepassing zijn worden verwijderd. Met de knop Verwijderen is het mogelijk om de gekozen modelruns definitief te verwijderen. De te verwijderen modelruns zijn te selecteren met dubbelklik op de modelrun (er verschijnt dan een kruisje in de eerste kolom). Backup Het is mogelijk om van de gekozen modelruns één zip-bestand te maken in een zelf te kiezen map (via Backup drive en Backup directory ). Deze optie maakt gebruik van het DOS-programma PKZIP, welke is geïnstalleerd in de map u:\rs\mdl\shell\. Omdat alleen de gekozen modelruns gearchiveerd worden is het handiger om buiten het NEV-RS om regelmatig de gehele mapstructuur te archiveren op CD. Dit is dan inclusief de bijbehorende databases. De te archiveren modelruns zijn te selecteren met dubbelklik op de modelrun (er verschijnt dan een kruisje in de eerste kolom). Backup drive Keuze uit de beschikbare schijven van de PC. Backup directory Keuze uit de beschikbare mappen van de gekozen schijf. ECN-E--06-042 19

Figuur 3.10 Scherm opties 2 (INI-beheer) In de bestanden PROJECT.INI, SCENARIO.INI en JAAR.INI worden gegevens opgeslagen over de versienummers en de status van de modellen. Tevens wordt in het bestand PROJECT.INI bijgehouden wie binnen een bepaald project actief is. Als er meerdere personen actief zijn, kunnen bepaalde taken niet worden uitgevoerd. Via het tabblad INI-beheer kunnen een aantal variabelen weer op hun initiële waarde worden gezet. In de tabel hieronder wordt een beschrijving gegeven van de verschillende opties. Tabel 3.9 Beschrijving scherm opties 2 (INI-beheer) Knop Beschrijving Directories In deze kolom kunnen de projecten, scenario s en zichtjaren worden gekozen waarop gevraagde aanpassing moet worden uitgevoerd. Modellen In deze kolom kunnen de modellen worden gekozen waarop de gevraagde aanpassing moet worden uitgevoerd. Versienr naar 0 Indien voor een bepaald model het maximaal aantal versies (999) is behaald kan met behulp van deze knop het versienummer weer op nul worden gezet. Tevens moeten dan alle modelruns van het betreffende model in de betreffende scenario s of zichtjaren worden verwijderd van de schijf. Status vrij Het is mogelijk dat iemand een modelrun niet op de juiste manier heeft afgesloten. De status van het betreffende model wordt dan niet vrijgegeven en anderen kunnen dat model in het betreffende scenario of zichtjaar niet gebruiken. Met deze knop kan de status weer worden vrijgegeven. Gebruikers afsluiten Indien een bepaalde gebruiker het NEV-RS niet juist heeft afgesloten, lijkt het of die persoon nog steeds actief is in het NEV-RS. Bepaalde onderhoudsopties zijn dan niet uit voeren. Met deze knop wordt alles voor het gekozen project op de initiële waarden gezet. 20 ECN-E--06-042

Figuur 3.11 Scherm opties 3 (Overig) In het tabblad Overig kan worden aangegeven hoe een bepaalde applicatie voor een model moet worden opgestart en met welke parameter kan worden gecontroleerd of de applicatie nog steeds draait. De gegevens over het opstarten van een applicatie wordt opgeslagen in het bestand NEV.INI en de controleparameter in het bestand NEVNET.INI. Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de verschillende opties op het tabblad. Tabel 3.10 Beschrijving scherm opties 3 (Overig) Knop Beschrijving Applicatie Hier kan een keuze worden gemaakt uit de mogelijke applicaties. Nieuw Met deze knop kan een nieuwe applicatie worden toegevoegd. Opstarten met Hier moet worden aangegeven hoe de betreffende applicatie moet worden opgestart. Met behulp van de knop bladeren kan in de modelmap worden gezocht naar het goede bestand. Klasse Hier moet de klasse worden aangegeven waarmee gecontroleerd kan worden of een bepaalde applicatie nog steeds actief is. Om deze klasse te kunnen bepalen is in de map u:\rs\mdl\shell\ een applicatie gezet (bepaalklasse.exe) waarmee de klasse van een bepaalde applicatie bepaald kan worden. 3.2.5 Bekijken log Alle activiteiten in het NEV-RS worden gelogd in een speciale LOG-database welke in de map u:\rs\mdl\shell\log\ staat. Deze activiteiten omvatten: Inlezen van de gegevens voor een modelrun vanuit de database. Starten van een modelrun. Beëindigen van een modelrun. Resultaten van een modelrun schrijven naar de database. Het niet naar de databases schrijven van de resultaten van een modelrun. Fouten tijdens het inlezen of wegschrijven van de gegevens. Het aanmaken of verwijderen van projecten, scenario s en zichtjaren. Het verwijderen van modelruns. Het handmatig wijzigen van gegevens in de database (op dit moment worden niet van alle tabellen de wijzigingen gelogd). ECN-E--06-042 21

De gegevens die worden opgeslagen zijn onder andere: Gebruikersnaam PC-nummer Project Scenario Zichtjaar Modelnaam Datum en tijd. Met behulp van deze log is dan ook precies te achterhalen wat er is gebeurd. Om de log te bekijken is er een aparte applicatie (log.exe) gemaakt welke in de map van de logdatabase is geïnstalleerd. Hieronder wordt een beschrijving gegeven van deze applicatie. Figuur 3.12 Scherm log In het hoofdscherm van de LOG-applicatie wordt een overzicht gegeven van bepaalde acties in een bepaalde periode in het NEV-RS. Via het menu zijn allerlei verfijningen in het overzicht aan te maken. Voor een beschrijving van het menu zie de tabel hieronder. Tevens is het mogelijk om zelf commentaar bij bepaalde acties toe te voegen. Om dit te kunnen doen moet de regel, waarvoor commentaar moet worden toegevoegd, worden geselecteerd. In de box Volledig commentaar nr. x: onder aan het scherm kan dan een nieuw commentaar worden aangemaakt. Via een druk op de knop Update wordt dit commentaar als nieuwe regel toegevoegd aan de LOG. De oude regel, met eventueel oud commentaar, blijft ook bestaan. Tabel 3.11 Menustructuur LOG-applicatie Menu Beschrijving Scenario Alle scenario s Alle scenario s van het huidige project van het NEV-RS staan in het overzicht. Huidig scenario Alleen het huidige scenario van het NEV-RS wordt getoond in het overzicht. Jaar Alle jaren Alle zichtjaren van het huidige project van het NEV-RS staan in het overzicht. Huidig jaar Alleen het huidige zichtjaar van het NEV-RS wordt getoond in het overzicht. 22 ECN-E--06-042