Oan Provinsjale Steaten



Vergelijkbare documenten
Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten. Gearkomste : 18 juni 2013 Wurklistnûmer. : 11B Beliedsprogramma : Bestuur Ôfdieling

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Verbetering vervoer in het landelijk gebied; uitgangspunten en maatregelen

Opzet OV in het landelijk gebied

Op weg naar Concessies April 2016

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

Oan Provinsjale Steaten

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Ons kenmerk : Afdeling : Beleid Behandeld door : H.C.E.M. Sloots / (058) of H.C.E.M.Sloots@fryslan.nl Uw kenmerk : Bijlage(n) :

Voor iedereen maar met nadruk op Wmogeïndiceerden

Registratienummer: GF Datum: 8 november 2011 Agendapunt: 7

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 13 september Vragen nr. 90

Oan Provinsjale Steaten

van Provinciale Staten.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket

Statenmededeling aan Provinciale Staten

NOORDOOST FRYSLÂN ZOEKT VERVOERDERS VOOR

Advies: 1. Inhoud (wat willen wij bereiken en/of wat gaan wij doen in maximaal 2 zinnen?)

Oan Provinsjale Steaten

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer

Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Oan Provinsjale Steaten

Basismobiliteit: Inleiding. Inhoud Introductie Waarom basismobiliteit? Wat gaat er veranderen? Rol van adviesraden

REFERENTIE ADRES. Onderwerp Statenbrief: opheffing pilot VERDER-lijn 75 Leusden Amersfoort Noord per 20 juli 2013

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Oan Provinsjale Steaten

GS brief aan Provinciale Staten

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

Oan Provinsjale Steaten

dhr. J. Ophoff - Financiën 1. Bestuur

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Riedsútstel. Underwerp Hoogte overhead en productieve uren tarievenboek 2013

Beslutelist gearkomste fan D.S. 1 april ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

PVDA PLUS. ChristenUnie. kjf. Fnjslâ n. MOTIE, ex artikel 29 Reglement van orde. In te vullen door de griffier. Motie nr. Paraaf. Agendapunt.

steaten PROVINSJALE Stichting Ondersteuning Statenfractie Buisman Thijs Rinsemastraat LA DRACHTEN Leeuwarden, 30 maart 2017 Verzonden,

1. Opening uur. 2. Mededelingen/ stukken ter kennisname uur. 3. Conceptverslag d.d. 22 november uur

J.Gossen. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Zomerdienstregeling 2017

: Besluit start experimenten buslijn 51 en 54 en afhandeling relevante moties en toezeggingen

Raad d.d. Zl ì11 lots Besluit" LWCL^İÍ^, L U?-t~ yn. Ļ'i)~Pf^ h&ĺ..

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d:

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

Raadsvoorstel. Aan de raad, 8820 De heer J. Franx, wethouder Vaststellen Programmabegroting 2016 Gooise Meren (RV16.019)

Notitie Wat kost RegioTaxiPlus

Titel : Wet Markt en Overheid; bepalen welke economische activiteiten zijn aan te merken als zijnde van algemeen belang in de zin van de Wet

Onderwerp: BEZWAAR Verkeersbesluit Kersenbaan en instellen eenrichtingsverkeer Leusderkwartier en Vermeerkwartier

Platformtaak volgens gemeente

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

Adhesiebetuiging elektrificatie Maaslijn

Beantwoording schriftelijke vragen SP over nieuwe dienstregeling Breng

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

De meerwaarde van POW in het gebied tussen Rotterdam en Drechtsteden is veelzijdig:

Tarievenhuis Oost Nederland

Tarieven van losse kaartjes op de bus

Adviesnota Bestuur Datum: 11 september 2017

Y.M.E. Boesten / februari 2017

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

Datum : 28 maart 2006 Nummer PS : PS2006ZCW08 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2006MEC00285i Portefeuillehouder : Kamp

Resultaten peiling (maatwerk) vervoer Rijssen-Holten Panel. Juli 2017

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Provinciale Staten VOORBLAD

Raadsvoorstel Zaak :

Tweede Kamer der Staten-Generaal

het lid Bashir (SP) over een heffingsvrije voet van 50 woningen (TK nr. 23).

Mogelijke Pilots (inclusief thema indeling) Actuele stand van zaken.

Reactienota op de adviezen

Onderwerp: Aanpassing verordening individueel maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bergen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. M. Cetin (CDA) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3097

HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 7 januari 2015

Onderwerp: Tarieven eigen bijdrage algemene voorziening Huishoudelijke hulp en maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp

Betreft art 39 vragen: gevolgen OV Concessie per 14 december 2014

Iepenbier ferfier: it kin oars!

Stadspanel-onderzoek naar mobiliteit en City Line

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

Voorstel (concept-besluit) 1. De kadernota Op Weg, Basismobiliteit: regionale visie en kaders vast stellen.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / m. wennink BP Br. Voortzetten gratis openbaar vervoer Gebruiker openbare ruimte

Statenvoorstel 33/09 A

INHOUD. Kerncijfers en startpunt. Twentse visie op vervoer. Uitdagingen en oplossingen. Uitkomsten aanbesteding maatwerk vervoer

Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking. Otto Cazemier & Anne Garretsen

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Transcriptie:

Oan Provinsjale Steaten Gearkomste : 06 novimber 2013 Wurklistnûmer : 01Bb Beliedsprogramma : 2 Ôfdieling : S&P Behanneljend amtner : Hannelore Strik Tastel : 5723 Registraasjenûmer : 1061605 B Primêr nûmer : Ûnderwerp : Vervoer in het landelijk gebied (dl2) Taheakke : - Oanlieding / Beliedsramt : Inleiding en aanleiding Het beleid voor het vervoer in het landelijk gebied is uitgewerkt in: Het PVVP Het coalitieakkoord De visie Duurzaam OV en het Programma Duurzaam OV En wordt/is aangevuld met de notitie vervoer in het landelijk gebied die tegelijkertijd met dit voorstel aan u is aangeboden (PS stuk nr 1061672). Hoe dit beleid wordt uitgevoerd, en op welke wijze de 15 miljoen voor de ontwikkeling van een nieuw en duurzaam OV systeem wordt ingezet is verwoord in het programmaplan Duurzaam OV. Uit de discussies, moties en vragen van PS over het vervoer op het landelijk gebied, maken wij op dat er een wens is om, nog meer dan verwoord in het programma Duurzaam OV, in te zetten op het vervoer in het landelijk gebied. Uit de aanbesteding van de Concessie Noord en Zuidwest Fryslân en Schiermonnikoog is een bedrag over gebleven dat hiervoor kan worden ingezet. Wij hebben hiervoor een aantal mogelijke projecten geïnventariseerd. Deze leggen we naast het beleid en op basis daarvan doen we u een voorstel. Koarte gearfetting : Uw Staten laten regelmatig blijken dat extra inzet op het vervoer in het landelijk gebied gewenst is. Het gunstige aanbestedingsresultaat van de Concessie Noord en 1

Zuidwest Fryslân en Schiermonnikoog maakt dat het mogelijk is deze extra inzet te plegen. Op dit moment is er nog zo n 600.000,- per jaar tot 2020 beschikbaar. Deze 600.000,- is BDU-geld en kan zowel deels of geheel tot het eind van de concessieperiode ( structureel ) als incidenteel worden ingezet. Wij doen hiervoor voorstellen en laten in de toelichting zien welke opties wij nog meer zien. Graag gaan wij met u het gesprek aan over de inzet van deze middelen. De basis voor onze voorstellen is het vastgestelde beleid en de 4 oplossingsrichtingen zoals deze genoemd zijn in de beleidsnotitie vervoer in het landelijk gebied (die tegelijkertijd ter besluitvorming wordt aangeboden). Deze oplossingsrichtingen zijn: 1. Het optimaliseren van het basislijnennet 2. Optimaliseren verbinding tussen landelijk gebied en basislijnennet 3. Ondersteuning van de lokale initiatieven 4. Een provinciaal dekkend systeem van de digitale duim. Let op: De nummering verwijst naar de tabel in de bijlage. Om de discussie over de voorstellen te vergemakkelijken hebben de voorstellen hier, in de tekst en in de tabel hetzelfde nummer Extra inzet Oplossingsrichting 1: het optimaliseren van het basisnet) Hierop is reeds extra inzet gepleegd door extra ritten uit het pluspakket van Arriva in te kopen, de grootste knelpunten zoals die zich na de start van de nieuwe dienstregeling voordeden op te lossen en een reservering te maken voor te verwachten hogere exploitatiekosten bij het gereed komen van enkele grote projecten (bijv. CA, Haak etc) op te vangen. Aanvullend is het nog mogelijk om het volgende project uit te voeren: 1a) Nadere verkenning van de uitkomst uit de Dorpenmonitor dat een lagere schoolkeuze mogelijk samenhangt met het openbaar vervoer in het landelijk gebied; 100.000,- incidenteel. Extra inzet Oplossingsrichting 2: optimaliseren verbinding tussen landelijk gebied en basisnet 2a) Verlagen Opstappertarief; 65.000,- structureel. 2c) Nieuwe opzet van het Opstappersysteem uitwerken en mogelijk invoeren, starten met pilot in NO-Fryslân 200.000,- structureel. 2e) Onderzoeken van het draagvlak om gemeenten te ondersteunen bij het tot stand komen van vervoersvisies op het gemeentelijke vervoer, en als dat draagvlak er blijkt te zijn, geld hiervoor beschikbaar te stellen. ( 85.000,- structureel) 2

Extra inzet Oplossingsrichting 3: ondersteunen lokale initiateven 3a) De stimuleringsregeling voor vervoersprojecten 3 jaar extra doorzetten, 600.000,- incidenteel. 3b)Voor de experimenten vervoer in het landelijk gebied voor de langere termijn ook exploitatiemiddelen beschikbaar stellen 200.000,- structureel 3e) Extra (personele) inzet om de projecten met kennis te ondersteunen, 50.000,-.. Extra inzet Oplossingsrichting 4: de digitale duim. Hier stellen wij geen extra inzet voor.. Taljochting : Opties extra inzet op vervoer in het landelijk gebied 1 Inleiding In het programma duurzaam OV is vastgelegd op welke wijze de 15 mln. voor een nieuw en duurzaam OV systeem wordt ingezet (zie amendement 2 uit de vergadering van 10 februari 2010). Toch zijn er nog regelmatig discussies, moties en statenvragen over de intensiteit van de inzet op het vervoer in het landelijk gebied. Reeds bij de aanbesteding was er rekening mee gehouden dat de situatie in het landelijk gebeid anders zou worden en dat we daar met andere oplossingen zouden moeten komen. Deze zijn verwoord in Visie en Programma Duurzaam OV. Uit de aanbesteding van de concessie Noord en Zuidwest Fryslân is een bedrag overgebleven omdat het basis pakket binnen het budget was aangeboden. Dit geld is BDU-geld en via het BDUbestedingsplan, conform de prioriteiten van PS, toegekend voor OV. Dat maakt dat dit geld nu ook voor dat doel besteed kan worden en dat er extra inzet gepleegd kan worden bijvoorbeeld voor het vervoer in het landelijk gebied. Dit geld kan tot het eind van de concessie (2020) min of meer structureel of incidenteel worden ingezet. 2 Leeswiijzer Hieronder gaan we eerst in op welke verbeteringen we, boven op het basispakket, reeds hebben doorgevoerd in het landelijk gebied. Daarna komt het PVVP beleidskader aan de orde omdat dat de meetlat is waar we de verschillende opties voor extra inzet in het landelijk gebied tegen afzetten. Tot slot beschrijven we, per oplossingsspoor zoals dat genoemd is in de beleidsnotitie vervoer in het landelijk gebeid (die zojuist is vastgesteld), verschillende opties voor extra inzet. 3 Reeds doorgevoerde of binnenkort door te voeren 3

verbeteringen Het gunstige aanbestedingresultaat van de concessie Noord en Zuidwest Fryslân maakte dat er ruimte was om een aantal knelpunten op te lossen. Daarom hebben wij op een aantal punten waar nog kansen lagen voor het OV voor zo n 800.000,-/jr. extra ritten ingekocht uit het pluspakket zoals dat op basis van de aanbesteding door Arriva was aangeboden. Daarnaast is tegemoet gekomen aan klachten van reizigers en inwoners door het extra inkopen van ritten in het midden van de dag (in het gat dat op 10 lijnen in de daluren (plm. 9.00-15.00u) is gevallen) en aan het eind van de dienstregeling. Kosten hiervan zijn structureel 300.000,-. Tevens wordt de bedrijvenbus, gecombineerd met de stadsdienstlijn over de Hemrik, nog aan dit pakket toegevoegd, deze zal zo n 100.000,- kosten. Daarnaast voorzien wij dat de OV-exploitatie zo n 200.000,- per jaar duurder wordt na het gereed komen enkele grote infrastructurele projecten. Dit omdat het OV te maken krijgt met lagere snelheden als gevolg van het afwaarderen van het onderliggende wegennet (bijv CA, Haak) waarover het OV rijdt en iets langere routes. Daarnaast zullen wij, o.a. naar aanleiding van een advies van het ROCOV, kijken naar verbeteringen in de structuur van de Opstapperknooppunten. De meerkosten hiervan zullen gering zijn. Dat maakt dat er nog zo n 600.000,- per jaarl tot 2020 aan OV-exploitatiemiddelen beschikbaar is. Dit geld kan structureel of incidenteel worden ingezet, bijvoorbeeld voor de doorontwikkeling van het openbaar vervoer en het vervoer in het landelijk gebied. 4 Beleidskader PVVP Het PVVP, de visie duurzaam OV en de notitie vervoer in het landelijk gebied vormen het kader voor de beoordeling van de mogelijkheden voor extra inzet op het vervoer in het landelijk gebied. In het PVVP hebben PS voor het OV voor vier onderling samenhangende sporen gekozen: 1. Meer middelen beschikbaar stellen voor het openbaar vervoer. a) Het openbaar vervoer krijgt de hoogste prioriteit in de BDU. b) Daarnaast een structurele bijdrage uit de algemene middelen voor de exploitatie van het openbaar vervoer. 2. Het vergroten van de kostendekking voor het openbaar vervoer a) De reizigers in het openbaar vervoer zijn direct belanghebbend. Het is dus niet onredelijk om reizigers te vragen een groter deel van de kosten te dragen in de vorm van hogere tarieven. Een nadeel hiervan is dat hogere tarieven voor een deel van de reizigers een bezwaar vormen of dat reizigers afhaken waardoor het draagvlak voor openbaar vervoer kan worden aangetast. Voordat dergelijke tariefverhogingen worden doorgevoerd, wordt eerst de prijselasticiteit onderzocht. b) Organisaties die een specifiek belang hebben bij een openbaar vervoervoorziening, kunnen gevraagd worden 4

om bij te dragen in de kosten daarvan. 3. Een kosteneffectief openbaar vervoer gebaseerd op een sterke hoofdstructuur Het hoofdnetwerk biedt de mogelijkheid om aansluitend hierop regionale maatwerkoplossingen te realiseren. Deze oplossingen moeten bijdragen aan de leefbaarheid van het landelijk gebied. De opzet van de huidige Opstapper hoeft daarbij niet bepalend te zijn. 4. Het versterken van ketenmobiliteit Aansluitend op het netwerk van hoofdlijnen zijn nog andere oplossingen mogelijk voor het waarborgen van mobiliteit en bereikbaarheid. Voorbeelden hiervan zijn deelauto s, verbeterde stallingsvoorzieningen bij bushaltes, OV-fietsen en andere huurvoertuigen op knooppunten van openbaar vervoer. Vervoer in het landelijk gebied is een van de 3 sporen en 2 aspecten uit de visie Duurzaam OV waarlangs een duurzaam OV systeem zich zou moeten ontwikkelen. De andere twee sporen zijn: dik OV (het reguliere OV) en de knooppunten (o.a. busstations). De aspecten ICT en duurzame brandstoffen ondersteunen de drie sporen in hun ontwikkeling. Deze visie is opgenomen in het PVVP. Op verzoek van PS is ook het spoor vervoer in het landelijk gebied nog verder uitgewerkt. In deze beleidsnotitie wordt u ook in deze vergadering voorgelegd (ps-stuk nr 1061672) zijn 4 oplossingsrichtingen voorgesteld. Ervan uitgaande dat u die notitie heeft vastgesteld, onderschrijft u de volgende 4 oplossingsrichtingen voor verbeteringen voor het vervoer in het landelijk gebied: 1. Het optimaliseren van het basislijnennet 2. Optimaliseren verbinding tussen landelijk gebied en basislijnennet 3. Ondersteuning van de lokale initiatieven 4. Een provinciaal dekkend systeem van de digitale duim. 5 Mogelijkheden voor extra inzet Hieronder beschrijven wij de mogelijkheden/suggesties voor extra inzet op het vervoer in het landelijk gebied en zetten die af tegen de beleidskaders. De suggesties worden behandeld aan de hand van de in de beleidsnotitie genoemde oplossingsrichtingen. De voorstellen/suggesties moeten nog verder worden uitgewerkt en dienen nu als ideeën voor een richtinggevende discussie. Voor een compleet overzicht van de verschillende opties verwijzen wij naar de tabel in de bijlage die als samenvatting is toegevoegd. Oplossingsrichting 1: Het optimaliseren van het basisnet Naast alle reeds doorgevoerde verbeteringen op het basisnet zoals dat er na de aanbesteding lag (extra ritten inkopen, opvullen van het middaggat dat ontstond door het wegvallen van ritten en de extra uren voor de bedrijvenbus/roc en Fier) is het volgende denkbaar. 5

1a) Nadere verkenning uitkomst Dorpenmonitor ten aanzien van schoolkeuze in landelijk gebied Uit de Dorpenmonitor (SCP dd.2 mei 2013) blijkt dat op het platteland vaker een hoger advies voor voortgezet onderwijs wordt gegeven dan in de steden, maar dat scholieren minder vaak daadwerkelijk naar het hogere VO gaan. Als mogelijke oorzaak wordt daarbij genoemd dat hoger VO op het platteland vaker op langere reisafstand ligt dan in de steden. Nader onderzoek kan hier meer duidelijkheid over geven en kan mogelijk aanknopingspunten bieden voor oplossingen. Dat zou kunnen zitten in de beschikbaarheid van OV, de kosten, de reistijd etc. In 2014 zou dan zo n 100.000 voor dat onderzoek beschikbaar moeten zijn. Wij komen dan met de uitkomsten bij u terug. Oplossingsrichting 2: Optimaliseren verbinding tussen landelijk gebied en basisnet Ook bij deze oplossingsrichting wordt in de notitie en het programma Duurzaam OV een aantal projecten genoemd, waaronder de experimenten met het samenvoegen van WMO- en de Opstapper. Daarnaast zijn er nog de volgende opties: 2a) Verlagen Opstappertarief Het Opstappertarief is op dit moment 4,00 per enkele reis. Zowel reizigers als het ROCOV vinden dit aan de hoge kant. Daarbij komt dat reizigers met een abonnement geconfronteerd worden met minder reismogelijkheden met hun abonnement. Zij moeten namelijk ook 4,00 betalen, ondanks hun abonnement. Zeker voor de reizigers met een abonnement die wonen langs een van de 10 lijnen die alleen nog in de spitsuren (plm. 7.00-9.00u en plm 15.00-18.00u) rijden, is dit een vervelende bijkomstigheid. Met het verlagen van het tarief komen we hier deels aan tegemoet. Een verlaging van het tarief zal waarschijnlijk leiden tot meer gebruik. Gezien het feit dat het aantal Opstapperritten voor dit jaar op zo n 15.000 geschat wordt, zijn de meerkosten van een tariefsverlaging relatief beperkt. De meerkosten voor de provincie zullen vooral zitten in het grotere gebruik, aangezien de reiziger slechts zo n 25% van de ritkosten betaalt. Het is moeilijk in te schatten hoeveel extra gebruik er gemaakt wordt van de Opstapper bij lagere tarieven. Als er uitgegaan wordt van een groei van zo n 15% en een tariefsverlaging tot 2,50 zouden de extra kosten structureel zo n 65.000,- per jaar zijn. Dit voorstel dient nog verder te worden uitgewerkt. Wij stellen voor het gebruik in elk geval te monitoren en bij een (te) sterke toename van het gebruik de ritprijs weer omhoog te brengen. Dit ook omdat de Opstapper volgens het PVVP bedoeld is als alternatief voor mensen die niet over eigen vervoer kunnen beschikken. Voor veel mensen is fietsen naar een halte of knooppunt een aanvaardbaar alternatief. Deze oplossing past binnen het PVVP omdat het niet gaat 6

om een tariefverlaging voor het OV (de Opstapper is geen OV) en het betreft slechts een zeer klein aantal ritten waardoor er van een slechtere kostendekkingsgraad nauwelijks sprake zal zijn Aandachtspunt: Prijs is niet het enige waarop reizigers het oordeel over het product baseren. Het wijzigen van het tarief hoeft dus niet meteen tot een veel grotere tevredenheid te leiden. 2b) Omvormen van de Opstapper In het kader van innovatie in het vervoer heeft het ROCOV onderzoek laten doen naar een andere vorm van de Opstapper. Noordoost Fryslân is hun onderzoeksgebied. Zij stellen daarbij drie mogelijke uitwerkingen voor. Uitgangspunt bij de kostenberekening bij alle drie de voorstellen is dat het huidige tarief van 4,00 ongewijzigd blijft. Daarnaast blijft de Opstapper vraagafhankelijk en moeten reizigers hun rit reserveren.: 2b1.Meer kernen verbinden met 2 Opstapperknooppunten Hierdoor ontstaat vaker een logischere route en sommige ontbrekende schakels worden ingevuld. Het ROCOV verwacht weinig extra gebruik dus beperkte meerkosten. Naar aanleiding hiervan kijken wij in heel Fryslân nog eens naar Opstapperknooppunten en kernen. 2b2. Opstapperlijnen: Kernen die gedurende de hele dag of een gedeelte van de dag de Opstapper hebben, worden door een Opstapperlijn met elkaar verbonden. Deze rijdt op afroep. De dorpen worden via de lijn met elkaar en met het knooppunt verbonden. In deze variant is de Opstapper niet alleen voor halte-knooppunt ritten, maar ook voor verplaatsingen tussen de dorpen langs een opstapperlijn. Een pilot voor de duur van 1 jaar voor Noordoost Fryslân zou volgens het ROCOV zo n 50.000,- kosten. Het inleggen van Opstapperlijnen past in principe niet binnen het beleid. Daarmee komen de belbussen structureel terug. Bij het tot stand komen van het PVVP 2006 is met de Staten gediscussieerd over belbussen. Er is toen gezegd dat dat geen wenselijke OV-vorm is, omdat OV dat niet rijdt en dat je dus niet ziet, voor mensen weinig meerwaarde zal hebben. OV-kwaliteit werd door PS gedefinieerd als OV waar je van op aan kunt: als het rijdt, rijdt het minimaal 1x per uur of het rijdt niet. Het PVVP geeft daarom aan dat er alleen vast OV is in uurblokken waarin er genoeg vraag is om een frequentie van 1x per uur te rijden. Aangezien de lijnen gedefinieerd worden als Opstapper (en dus geen OV), het een pilot is en de vraag vanuit de het ROCOV (vertegenwoordiger van reizigers) komt, kan een pilot met de Opstapperlijnen overwogen worden. Als er een duidelijke behoefte blijkt, zou het beleid wellicht heroverwogen kunnen worden. Aandachtspunt: is dat er, ook op verzoek van PS nog wordt gewerkt aan het onderbrengen van het IOV vervoer 7

bij het WMO vervoer. 2b3. Opstapper-gebieden. Binnen Noordoost Fryslân worden 5 vervoergebieden gedefinieerd. Binnen die gebieden kunnen mensen met de Opstapper zowel naar een knooppunt reizen als kriskras verplaatsingen maken. Een pilot voor de duur van 1 jaar in Noordoost Fryslân wordt door ROCOV begroot op zo n 100.000. Voor de pilot Opstappergebieden kan geen raakvlak met het beleid gevonden worden. Het gaat om korte kris-kras verplaatsingen tussen kernen in het landelijk gebied. In de praktijk zijn dit allemaal korte taxiritten waarvoor de reiziger 4,00 betaalt en de provincie de rest van de ritprijs. Dit plan/idee heeft weinig meer met de OV-taak van de provincie te maken. Daarnaast is het de vraag of het juridisch kan en in welke vorm dat dan zou moeten. Hiermee is niet gezegd dat er geen behoefte zou zijn aan deze verplaatsingen. Er ligt echter in onze ogen geen taak voor de provincie om dergelijke oplossingen te bieden. Zie ook de soorten verplaatsingen uit de notitie en de oplossingsrichtingen 3 en 4. 2c) Gemeenten ondersteunen bij hun vervoerstransitie Met verschillende gemeenten worden gesprekken gevoerd over en onderzoek gedaan naar het onderbrengen van de opstapper bij het WMO-vervoer. Uit de gesprekken blijkt dat er op het terrein van het vervoer binnen gemeenten de komende tijd veel verandert: de kosten van het WMO dwingen tot strengere indicatiestelling en ook op het AWBZ vervoer dat naar gemeenten over komt, wordt fors bezuinigd. Er komt de komende tijd nogal wat op gemeenten af waar het gaat om het vervoer van kwetsbare groepen. Hoewel deze taken geen provinciale verantwoordelijkheid zijn, ligt er wel een relatie met het vervoer van groepen reizigers in het landelijk gebied. Onderzocht zou kunnen worden of er draagvlak is om gemeenten te ondersteunen bij het tot stand komen van vervoersvisies op het gemeentelijke vervoer en als dat draagvlak blijkt, geld hiervoor beschikbaar te stellen. Ondersteuning door de provincie van gemeenten zou ertoe moeten leiden dat er gemeentelijke visies op het vervoer voor hun inwoners tot stand komen, waarbij gekeken wordt naar al het vervoer, inclusief de Opstapper en lokale vervoersprojecten. Hiervoor zou een bedrag van 85.000,- beschikbaar gesteld kunnen worden. Oplossingsrichting 3: Ondersteunen van lokale initiatieven Ook hiervoor geldt dat de opties hieronder een aanvulling zijn op hetgeen reeds in de notitie vervoer in het landelijk gebied en het programmaplan duurzaam OV genoemd is. Zo wordt er reeds gewerkt aan een stimuleringsregeling voor vervoersprojecten en was er een pilot in Burdaard opgestart en worden er verkennende gesprekken gevoerd met belangstellenden. Als aanvulling kan het gaan om de volgende opties: 8

3a) De stimuleringsregeling voor vervoersprojecten in het landelijk gebied langer doorzetten Op dit moment is er 450.000,- in totaal voor de jaren 2013 en 2014 beschikbaar voor het stimuleren van lokale vervoersinitiatieven in het landelijk gebied, informatievoorziening en ICT projecten in het landelijk gebied. Deze regeling zou langer kunnen worden doorgezet en er kan een groter bedrag aan gekoppeld worden. Bijvoorbeeld 3x 200.000,- voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Het ophogen van het beschikbare bedrag kan ook, maar onduidelijk is of er heel veel aanvragen zullen komen. 3b) Ondersteuning in de exploitatie van lokale vervoersprojecten De stimuleringsregeling voorziet nu niet in een (structurele) bijdrage in de exploitatie omdat dat binnen de 15 mln investeringsgeld niet kan. De verwachting is echter dat niet alle nieuwe vervoersinitiatieven zichzelf kunnen bedruipen en ondersteuning in de exploitatie nodig zal zijn. Op dit moment is geen zicht op de hoeveelheid nieuwe initiatieven en hun exploitatietekorten en bestaande initiatieven met een exploitatietekort. Hiervoor zal een substantieel bedrag, bijv. 250.000,-/jr nodig zijn. Ter overweging nog het volgende: In de praktijk zijn er reeds vele initiatieven die zonder structurele exploitatiesubsidie draaien. De principiële vraag is of je nieuwe projecten structureel moet ondersteunen en hoe groot hun exploitatietekort dan mag zijn Ook is er een kans dat veel bestaande initiatieven dan ook zullen aankloppen voor structurele ondersteuning, terwijl die zich nu zelf redden. 3c) extra inzet op communicatie en informatie over de regeling Om de Mienskip te motiveren en daadwerkelijk aan te zetten tot het onderzoeken van de kansrijkheid van projecten is het zaak de regeling actief te promoten en mensen te inspireren met voorbeelden. Bijvoorbeeld door een informatietour met voorbeelden van projecten. Hiervoor zou een bedrag van eenmalig 100.000 ingezet kunnen worden, afhankelijk van de intensiteit (hoger of lager) kan ook het bedrag hoger of lager. 3d) Extra ondersteuning om huidige voertuigen van lokale initiatieven te vervangen door elektrische voertuigen De provincie streeft naar de inzet van duurzame vervoermiddelen. Veel lokale initiatieven staan positief tegenover de inzet van een duurzaam vervoermiddel. De meerkosten van de aanschaf van een elektrisch voertuig of een voertuig op groen gas zou gesubsidieerd kunnen worden. Dit kan gelden voor nieuwe, maar indien gewenst ook voor bestaande lokale initiatieven voor personenvervoer. Hiervoor kan een jaarlijks of eenmalig richtbedrag voor worden vastgesteld, bijvoorbeeld 100.000,- 3e) Extra (personele) inzet om lokale vervoersprojecten 9

met kennis te ondersteunen. Ook zouden projecten ondersteund kunnen worden door inzet van uren. Bijvoorbeeld om zaken uit te zoeken, juridisch te regelen of in de planning van de ritten. Ook voor deze aanjaag en ondersteuningsfunctie kan jaarlijks of eenmalig een richtbedrag worden vastgesteld, uitgaande dat iemand enkele dagen per week beschikbaar is zou het gaan om zo n 50.000 per jaar. Dat kan voor 1 of enkele jaren. Oplossingsrichting 4: de digitale duim 4a). Geen extra inzet op de digitale duim Binnen het programma Duurzaam OV is er geld beschikbaar voor de Digitale Duim. De digitale duim is een soort digitale markplaats voor vraag en aanbod. Op dit moment zijn er pilots in voorbereiding. De evaluatie van de pilots zal uitwijzen of en op welke wijze de digitale duim over heel Fryslân kan worden uitgerold. Er zijn bij deze oplossingsrichting dan ook geen aanvullende opties. 6 Overig Tariefsverlagingen voor (groepen) reizigers Tariefsverlaging voor (groepen) reizigers,(zoals bijvoorbeeld gratis Ov voor ouderen, dalkaartjes, vakantie euro kaartjes etc) maakt geen deel uit van de suggesties voor extra inzet omdat deze in onze ogen niet passen binnen de kaders. U hebt ons verschillende keren opgedragen de mogelijkheden te onderzoeken van een daltarief, eurokaartje, gratis OV voor ouderen of korting voor 16 en 17 jarige MBO scholieren. Bij het PVVP hebben de Staten aangegeven het niet onredelijk te vinden om aan reizigers te vragen een groter deel van de kosten te dragen in de vorm van hogere tarieven. Daarnaast is het PVVP-beleid dat gratis of goedkoper OV niet structureel wordt ingezet, maar wel op projectbasis kan worden ingezet voor mobiliteitsdoelen. Bij de evaluatie van het PVVP is nogmaals aangegeven dat gratis OV in principe niet ingezet wordt voor andere doelen (inkomens ondersteuning, sociale doelen etc.), tenzij er vanuit die andere doelen geld voor beschikbaar gesteld wordt. Een lager daltarief, goedkoper of gratis OV voor ouderen en de scholierenkorting passen in onze ogen niet binnen het door PS vastgestelde beleid. Ook is in de evaluatie van het PVVP aangegeven dat de landelijke experimenten met gratis OV er niet toe leidden dat ouderen zich minder eenzaam voelen. Verder verwijzen wij u naar eerdere stukken over de resultaten van de scholierenkorting (PS stuk 866394, dd. 30-06-2010). Reiskosten bleken toentertijd geen belemmering voor de schoolkeuze. Destijds stonden ook de overheadkosten en de moeite die aanvragers moesten doen in geen verhouding tot de uit te keren bedragen. Nu ook abonnementen verchipt zijn, kan uitvoering wel gemakkelijker en goedkoper, bijvoorbeeld in de vorm van: 10

een hoger kortingspercentage, een goedkoper of gratis kortingsabonnement of tariefverlaging voor een bepaalde leeftijdsgroep (van kilometerprijs of van Altijd Vrij/sterabonnement). Ook het feit dat de minister naar alle waarschijnlijkheid in 2015 komt met wijzigingen in de studenten OV-kaart en een product voor 16- en 17-jarige MBO-scholieren en dat een regeling daarom slechts voor 1 jaar zou zijn, kan bij de afweging worden meegenomen. Hierbij zijn 2 kanttekeningen te plaatsen: Ook is op dit moment nog niet bekend hoe de nieuwe regeling voor de SOV-kaart eruit gaat zien. Het is aan te bevelen om daarom voorzichtig te zijn met dergelijke kortlopende regelingen. 6 Samenvatting (zie tabel in de bijlage) Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân, J.A. Jorritsma, foarsitter drs. A.J. van den Berg, sekretaris 11

Bijlage bij PS stuk Oplossingsrichting 1) optimaliseren basislijnennet Mogelijkheid Kosten jaarplanning Past binnen beleid a) Nader onderzoek naar de uitkomst uit de dorpenmonitor dat OV bereikbaarheid van invloed is op de schoolkeuze en afhankelijk van de uitkomst oplossingen hiervoor voorstellen. 100.000,- (onderzoek) PM (oplossingen) 2014 Ja 2) optimaliseren verbinding tussen landelijk gebied en basisnet a) Verlagen Opstappertarief b) Omvormen van de Opstapper: meer opstapper knooppunten toevoegen (pilot noordoost Fryslân voor 1 jaar)) c) Omvormen van de Opstapper: Opstapperlijnen, te starten met pilot Noordoost Fryslân voor 1 jaar. Afhankelijk van resultaat Fryslân breed invoeren 65.000/jr Wordt opgepakt 50.000,- voor pilot 1 jr NO-Fryslân en daarna eventueel 200.000,- structureel 100.000,- voor pilot 1 jr NO-Fryslân, en daarna zo n 400.000,- structureel 100.000,- jr 2013/2014 2013/2014 2013/2014 2013/2014 Ja Nee, pilot mogelijk Nee Is geen beleid voor d) Omvormen van de opstapper: Opstappergebieden (pilot Noordoost Fryslân voor 1 jaar) e) Gemeenten ondersteunen bij vervoerstransitie 3) ondersteuning lokale initiatieven a) De stimuleringsregeling voor vervoersprojecten in het landelijk gebied langer doorzetten. Een hoger bedrag voor de regeling wordt niet voorgesteld. b) Ondersteuning in de exploitatie van projecten c) Extra ondersteuning om huidige voertuigen van lokale initiatieven te vervangen door elektrische voertuigen (past ook binnen het spoor duurzaam OV) d) Extra Inzet op communicatie en informatie over de regeling. e) Extra (personele) inzet om projecten met kennis te ondersteunen. 3x 225.000 200.000,-/jr 100.000 (eenmalig of per jaar) 100.000 50.000/jr 2015,2016. 2017 2014 e.v. 2014 e.v. 2013 en 2014 2014 t/m eind vd regeling Ja Ja Ja Ja Ja 4) een provincie dekkend systeem van de digitale duim : Geen extra inzet benoemd, kan binnen regeling Tariefsverlaging (groepen reizigers) Nee 12

BESLÚT : PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan 2 july 2013, nr. 1061605 B Oerwagende dat : Het (openbaar) vervoer in het landelijk gebied in de politieke belangstelling staat, zoals blijkt uit verschillende moties, toezeggingen en statenvragen en PS een beleidsnotitie vervoer in het landelijk gebied hebben vastgesteld. Daarnaast is er als gevolg van een gunstige aanbesteding nog zo n 600.000,- structureel beschikbaar en dit geld kan worden ingezet voor vervoer, bijv in het landelijk gebied. Beslute : De uit de aanbesteding resterende middelen als volgt in te zetten: 1a) Nadere verkenning van de uitkomst uit de Dorpenmonitor dat een lagere schoolkeuze mogelijk samenhangt met het openbaar vervoer in het landelijk gebied. 100.00,- incidenteel. 2a) Verlagen Opstappertarief; extra exploitatiebijdrage 65.000,- jaarlijks tot einde concessie 2c) Nieuwe opzet van het Opstappersysteem uitwerken en mogelijk invoeren, starten met pilot in NO-Fryslân. Door groter gebruik stijgt de exploitatiebijdrage in pilotgebied in 2014 met 50.000. Indien pilot structureel wordt ingevoerd in heel Fryslân wordt de exploitatiebijdrage voor de Opstapper 200.000,- structureel hoger. 2e) Onderzoeken van het draagvlak om gemeenten te ondersteunen bij het tot stand komen van vervoersvisies op het gemeentelijke vervoer en als dat draagvlak blijkt geld hiervoor beschikbaar te stellen. ( 85.000,- structureel) 3a) De stimuleringsregeling voor vervoersprojecten vanaf 2015 3 jaar extra doorzetten. 200.000,- per jaar x 3 = 600.000,- incidenteel. 3b)Voor de experimenten vervoer in het landelijk gebied voor de langere termijn ook exploitatiemiddelen beschikbaar stellen, 200.000,- structureel 13

3e) Extra (personele) inzet om de projecten met kennis te ondersteunen 50.000,-. (structureel) De nummering verwijst naar de tabel in de bijlage om de discussie over de voorstellen te vergemakkelijken hebben ze in de tekst, tabel en beslispunten hetzelfde nummer. Sa feststeld troch Provinsjale Steaten Fan Fryslan yn harren iepenbiere gearkomste fan 06 novimber 2013,, foarsitter, griffier 14