Factsheet Hengelo Sociaal Stand per

Vergelijkbare documenten
Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

Bijlage. Hoofdlijnennotitie. gevolgen regerings- bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken naar Vermogen.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen

Par$cipa$ewet. Inhoud. Opzet Effecten en scenario s. Wat is de huidige situa5e? Wat gaat er veranderen? Welke effecten ontstaan?

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

RAADSINFORMATIEBRIEF 12R R.00167

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Presentatie. en specifiek

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente?

Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Welkom. Wet werken naar vermogen. Herstructureringsplan sociale werkvoorziening. Stand van zaken scenario s rol SWbedrijf

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Le L a e r a n n & & S h S a h r a e e b i b jie j e e n e k n om o s m t t S W S Zwolle 12 oktober

Financiële vertaling Bestuursakkoord

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Participatiewet en Quotumwet. Stand van zaken 9 januari 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Advies Uitvoeringspanel

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

uitstroombevordering

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Werken naar vermogen. Maart 2012

Van Ferdinand Tierie Afdeling WIZ Datum 22 juni 2017 Aan Bevelandse gemeenten

Financiële effecten van de Participatiewet

Transitieplan. 12 september 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Participatiewet Dilemma s beschut werken. (Uitloop)Commissie Sociaal 14 maart 2013

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

2. Globale analyse 2015

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt)

Begrotingswijziging Avres 2016

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.:

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011

Actieplan Sociaal Domein. Raadsbijeenkomst 11 oktober 2017

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Wet Werk en Bijstand

De Participatieladder. Klaas Folkerts, Rotterdam Luuk Mallee, Regioplan Ingrid van Dinteren, Eindhoven

Bijlage 1 : Beschut werk

Overzicht Wijzigingen WWB 2012

- omvang bezuinigingen - financiële risico s - invulling bezuiniging 64,8 mln op re-integratie en 4 mln SW.

Regionale samenwerking DOELTREFFEND EN DOELMATIG BELEID EN UITVOERING VAN DE WET WERK & BIJSTAND, WMO EN MINIMAREGELINGEN NU EN IN DE TOEKOMST

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

Advies aan B&W 6 november 2012

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Werkloosheid 50-plussers

Betreft Rapportage thermometer Wsw en toezegging gedwongen opname ggz-instelling en algemene bijstand

Verbinding beschut werk en dagbesteding

Een nieuwe taak voor gemeenten

Niet in de bak. Maar aan de bak KAARTENBAK. Gemeente Kollumerland c.a. Anne Bronsema (beleidsadviseur)

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe.

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Raadsmededeling - Openbaar

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: J. de Graaf. No. B Dronten, 6 november Beleidskeuzes WWB Aan de gemeenteraad

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. van Bergen. No. B Dronten, 28 april maatregelen ter voorkoming voorlopig tekort BUIG

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Oplegnotitie (Conceptbegroting 2012 WOZL) Gemeenteblad nr. 2011/41

Onderwerp: Dienstverleningsovereenkomst en begroting Werkplein Fivelingo 2018

De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid!

PARTICIPATIEWET. Dag van de uitvoering 19 juni 2014

Transcriptie:

Factsheet Hengelo Sociaal 2011 Stand per 1-9-2011 1

1. Bedoeling Op het terrein van werk en inkomen verandert de komende jaren bijzonder veel en in een hoog tempo. Dat heeft zijn weerslag op bijv. het gemeentelijk reintegratiebeleid en het armoedebeleid. Dat beleid wordt in aparte nota s herijkt en vastgelegd. Vanwege de leesbaarheid van die nota s zijn alle (vnl. landelijke) toekomstige beleidswijzigingen in dit factsheet opgenomen. Ook zijn voornamelijk de feitelijke situatie en gegevens voor wat betreft bijvoorbeeld het uitkeringsbestand, de werking van de zgn. particpatieladder beschreven. Allemaal als achtergrond voor de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden. Dit Factsheet is een dynamisch document. De veranderingen gaan snel. Zodra er aanleiding is worden de gegevens aangevuld. Vandaar dat in de kop datum en versienummer zijn opgenomen. De uit de toekomstige wijzigingen volgende noodzakelijke beleidskeuzes worden ondermeer in de nota sterker aan het werk opgenomen. 2 Beleidsmatige wijzigingen. 2.a. Wijzigingen Wet werk en Bijstand (1 januari 2012) Op 17 juni 2011 is het wetvoorstel wijziging Wet Werk en Bijstand bij het parlement ingediend. Er is nog geen behandelingstraject vastgesteld. Toch wil de staatssecretaris de maatregelen al op 1 januari 2012 invoeren. Dat is in elk geval voor de invoering van de gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets automatiseringstechnisch niet mogelijk. In dit wetsvoorstel wordt een aantal wijzigingen voorgesteld die een groter beroep op bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en minimabeleid tot gevolg kunnen hebben. Voor de laatste twee worden juist kortingen doorgevoerd. In het kader van re-integratie en participatiebeleid is van belang dat bij invoering van de huishoudinkomenstoets en de aanscherping van voorwaarden en sancties voor jongeren (afschaffing WIJ) de kans bestaat dat er een toename van nuggers zal komen dan wel mensen buiten beeld zullen raken. De bepaling dat het College een tegenprestatie aan een uitkering kan verbinden is ook niet helder in z n uitvoeringsaspecten. We hebben reeds een (intern) invoeringsprotocol gemaakt, dat van start kan gaan zodra duidelijk is hoe de wetswijziging er echt uit zal zien. Het gaat om de volgende onderwerpen. -aanscherping sancties en voorwaarden voor jongeren. -aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomenstoets -tegenprestatie naar vermogen -beperking verblijfsduur in het buitenland -alleenstaande ouders in de Wwb -normering gemeentelijk minimabeleid op 110% -verordeningsplicht participatie schoolgaande kinderen -inkomen studiefinanciering 2. b.wet Werken naar Vermogen. De grootste inhoudelijke en financiële wijziging die er aankomt, is de invoering van de Wet Werken naar vermogen. De hoofdlijnennotitie is op 21 april verschenen en op 7 juni in de tweede kamer besproken en aangenomen. Op 8 juni heeft de ledenraad van de VNG dit onderdeel uit het bestuursakkoord tussen Rijk en 2

gemeenten (VNG) gehaald. Afhankelijk van het overleg over deze situatie deze zomer wordt rond september het wetsvoorstel ingediend. De invoering is voorzien op 1 januari 2013. De wet heeft vooral gevolgen voor mensen die voorheen vielen onder de Wajong of Wsw. De gemeenten worden verantwoordelijk voor deze doelgroep voor zover zij beschikken over een arbeidsvermogen en niet zijn aangewezen op beschut werken. Voor wat betreft hun inkomen en re-integratie komen zij onder het regime van de (aangescherpte) WWB te vallen. Volgens voorzichtige schattingen betekent dit vanaf 1 januari 2013 een toename van de populatie bijstandsgerechtigden per jaar van 70 mensen die voorheen onder de Wajong zouden vallen en 60 mensen die voorheen onder de Wsw zouden vallen. Daarbij kan nog eenmalig een groep wajongers (vallend onder de nieuwe wet vanaf 2010) met arbeidsvermogen die voor 2014 herkeurd zou moeten worden, komen. Deze groep is plm. 500 personen groot. De financiële consequenties van de invoering van de Wet Werken naar vermogen zijn nog niet te overzien. Voor wat betreft het inkomensdeel komt er nog een nieuw verdeelmodel met ingang van 2012 of 2103 (het huidige objectieve verdeelmodel loopt tot en met 2011). Het Kabinet stelt voor om het (gekorte) P-budget en het WSW-budget in één ontschot P-budget samen te voegen. Men gaat er dan van uit dat de tekorten die zeker zullen ontstaan bij de Wsw (zie par. 3.1.c) mede gedekt worden uit dit P-budget. Als dat werkelijkheid wordt dan blijft er voor reintegratieactiviteiten voor mensen die vallen onder de nieuwe Wet werken naar vermogen niet veel budget meer over. Een apart discussiepunt is in het kader van deze wet de zgn. loondispensatie. De Wet Werken naar vermogen gaat er van uit dat mensen met een beperkte loonwaarde aan de slag kunnen bij normale werkgevers onder het regime loondispensatie. Kort gezegd komt het hier op neer dat de werknemer een loon ontvangt van zijn/haar werkgever beneden het WML en vastgesteld op basis van een objectieve loonwaardemeting en dat het verschil tussen deze loonwaarde en het minimumloon dan wel de minimumuitkering wordt aangevuld door de gemeente (uit het Inkomensdeel). Er liggen nog duizenden vragen over de toepassing en werking van dit model. Zeker is dat een groter beroep op de werkgevers om mensen met een loonwaarde beneden het WML in dienst te nemen zal moeten leiden tot een andere werkwijze van klantmanagers, werkcoaches en een andere houding van klanten. Over de invoering van de WWnV en de daarmee samenhangende beleids- en financiële implicaties verschijnt een apart beleidsstuk zodra de contouren helder en eenduidig zijn. 2. c. Re-design UWV. UWV moet het met 600 miljoen euro minder doen in 2015. De bezuinigingen treffen vooral het UWV WERKbedrijf en dat heeft gevolgen voor medewerkers en de samenwerking tussen UWV en gemeenten op de Werkpleinen. UWV gaat de dienstverlening en organisatie van het WERKbedrijf onder de noemer redesign opnieuw inrichten Het uitvoeringsbudget van het WERKbedrijf bedraagt in 2015 nog de helft van het budget 2011. Tussen nu en 2015 zal het budget stapsgewijs afnemen. De kerntaken blijven overeind, alleen de dienstverlening wordt compleet anders vormgegeven. Dit heeft gevolgen voor medewerkers van het WERKbedrijf, voor klanten, maar ook voor 3

de samenwerking met de gemeenten op de Werkpleinen. Het WERKbedrijf zal zich in de komende jaren fasegewijs terugtrekken van circa 70 Werkpleinen. Er verdwijnen circa 2600 van de huidige 5000 banen bij het WERKbedrijf. Het terugtrekken van de Werkpleinen is een ingrijpende operatie die veel communicatie vraagt met medewerkers, gemeenten en klanten. Het nieuwe WERKbedrijf in 2015 krijgt vijf kernfuncties. 1. Kenniscentrum van de arbeidsmarkt 2. Werkgeversdienstverlening op 30 regiovestigingen 3. E-dienstverlening 4. Intensieve dienstverlening 5. Handhaving Dit betekent kortgezegd dat het concept beursvloer (klanteninloop) vervalt, dat de eerste drie maanden alleen e-dienstverlening wordt aangeboden, dat in de 9 maanden daarna e-coaching plaatsvindt en voor een beperkt deel van de klanten (10%) face-to-face-gesprekken op een werkplein ergens in de regio (of in een gemeentelijke locatie) plaatsvinden en dat alzo het gevaar bestaat dat door verminderde dienstverlening het aantal mensen dat in de ww-periode geen werk kan vinden en dus voor een deel een beroep op de bijstand zal moeten doen, zal stijgen. Ook de samenwerking op het Werkplein, waarbij gemeente en UWV over en weer van elkaars instrumenten gebruik kan maken zal noodgedwongen beëindigd moeten worden, dan wel anders (digitaal) georganiseerd moeten worden. Door deze beleidswijzigingen is de samenwerking in dienstverlening tussen gemeenten en UWV/Werkbedrijf niet meer integraal, maar complementair. Er vindt op dit moment op regionaal en sub-regionaal niveau overleg plaats hoe in te spelen op deze fundamentele veranderingen in dienstverlening van UWV/Werkbedrijf en e samenwerking met gemeenten. Wij sluiten een eigen(subregionaal) servicepunt voor werkzoekenden en werkgevers met een digitale verbinding met de plus-vestiging niet uit. 2. d. Samenwerking Borne, Hof van Twente en Oldenzaal. De hoeveelheid aan wijzigingen in beleid, de afstemming hiervan in de reeds vormgegeven samenwerking met Borne en Hof van Twente op zowel het Werkplein als in de GR Midden Twente is er o.m. de oorzaak van dat vanaf begin dit jaar gesprekken gevoerd worden over verdere vormen van samenwerking om de uitdagingen in de sociale zekerheid en arbeidsmarkt het hoofd te bieden. In een later stadium heeft de gemeente Oldenzaal zich aangesloten bij deze gesprekken en hebben de colleges van de betreffende gemeenten op 14 juni besloten de samenwerking op het gebied van sociale zaken, dus ook uitstroom en re-integratie nader te verkennen. De uitkomst van dit proces heeft gevolgen voor ons reintegratiebeleid en uitvoering daarvan. 3 Financiële wijzigingen. 3. a. Kortingen op P-budget. Het huidige P-budget (Participatie-budget) bestaat uit de onderdelen W-deel (Werkdeel) van de Wet werk en bijstand, deel Inburgering van de WI (Wet Inburgering) en 4

een deel Educatie (Wet Educatie Beroepsonderwijs). Op grond van maatregelen die op Prinsjesdag 2010 bekend zijn gemaakt is vanaf de begroting 2011 macro (heel Nederland) reeds een daling voorzien van: - het W-deel tot 1.083 miljoen in 2015 - de afbouw van de middelen voor inburgering naar 0 in 2014; - een halvering budget educatie t.o.v. 2010. 3.b. Maatregelen regeerakkoord. Vervolgens kondigt het regeerakkoord een drietal extra maatregelen aan: 1. het terugbrengen van het aantal sw-ers (mensen met een indicatie voor de sociale werkvoorziening) tot 30.000 SE s (standaardeenheden). Dit gebeurt door de Wsw alleen open te stellen voor nieuwe gevallen als deze zijn aangewezen op beschut werken. Hiervoor is vanaf 2014 30 miljoen ingeboekt, oplopend tot structureel 650 miljoen, te bereiken ergens tussen 2025 en 2035. 2. een extra korting op het P-budget (los van de daling aangekondigd bij Prinsjesdag voor de begroting 2011 e.v.) voor wat betreft het W-deel van 400 miljoen per jaar m.i.v. 2012. 3. het terugbrengen van de vergoeding per SE (standaardeenheid Wsw) van plm. 27.080 in 2010 naar 22.565 in 2015 (n.b. in het concept bestuursakkoord wordt zelfs gesproken over 22.050). Gevolgen voor gemeente Hengelo (vanaf 2011) Hieronder staan de gevolgen van deze aangekondigde maatregelen voor de gemeente Hengelo, zo goed mogelijk ingeschat. Normaal gesproken komt de verdelingsbrief voor de zgn. gebundelde uitkering (Wet BUIG) in oktober. Naast de daling van het budget als gevolg van de begroting Prinsjesdag moet dus vanaf 2012 rekening gehouden worden met een extra korting van 400 miljoen per jaar (landelijk) op het W-deel. Begrotingspost 2011 2012 2013 2014 2015 Structureel W-deel *) 8.280 4.470 4.450 4.230 4.230 4.230 Inburgering **) 1.160 750 340 0 0 0 Educatie **) 490 490 490 490 490 490 Totaal begroting P- budget excl. Wsw 9.930 5.710 5.280 4.720 4.720 4.720 **) gekoppeld aan reeds aangegane verplichtingen *) x 1.000 In bovenstaande tabel zijn de wijzigingen in de Wsw nog niet opgenomen. Deze zijn nog onderwerp van besprekingen rond het afgewezen bestuursakkoord. Wel moet in aanmerking worden genomen dat in het regeerakkoord en het niet van kracht zijnde bestuursakkoord uit wordt gegaan van een complete ontschotting van middelen die nu nog apart op grond van de WWB, de WIN, WEB en de Wsw als doeluitkering in het gemeentefonds worden gestort. De perceptie van de regering is dat de optredende tekorten in de Wsw ook uit dit ontschot P-budget gedekt worden (zie onder 3.c). 5

Het beschikbare bedrag voor Inburgering voor 2013 is afhankelijk van de prestatie landelijk en lokaal. De bedragen zullen waarschijnlijk iets lager uitvallen. Het bedrag voor educatie gaat m.i.v. 2014 voor de helft rechtsreeks naar de ROC s voor de bekostiging van de VAVO. Over de rest zal de gemeente de regie moeten gaan voeren. Daarbij moet worden aangetekend dat de raad heeft uitgesproken om 2 miljoen euro aan kosten die tot op heden uit het P-budget werden gedekt vanaf 2012 geleidelijk weer ten laste te brengen van de algemene middelen. Het gaat dan om kosten voor de stadsbanen en toegerekende personeelskosten. 3.c. kortingen Wsw-budget (vanaf 2011) Volgens het regeerakkoord worden twee fundamentele ingrepen gedaan in de Wsw (zie onder 3c). Daarnaast heeft al een afbouw van de bijdrage per SE plaatsgevonden van 27.080 in 2010 naar 25.758 in 2011. Over deze korting is een kort geding gevoerd door enkele gemeenten, waaronder Hengelo, en Cedris tegen het Kabinet. De vergoeding per SE is nu al niet voldoende om de feitelijke loonkosten gebaseerd op de CAO te dekken. Dat gaat bij dalende vergoedingen steeds meer uit de pas lopen. De directie van de SWB (Sociaal Werkvoorzieningsbedrijf SWB Midden Twente) heeft inzichtelijk gemaakt wat voor Hengelo het verschil in te verwachten loonkosten is bij deze dalende vergoeding per SE en de ontwikkeling van het personeelsbestand (dus rekening houdende met pensionering etc). Deze berekening is nog gemaakt op basis van een taakstelling van 518,74 SE die we in 2011 nog hadden. Inmiddels is al duidelijk dat voor 2012 de taakstelling 10,44 minder is voor Hengelo. 6

Begrotingspost 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Rijksbijdrage per SE 27.080 25.758 25.758 24.768 23.336 22.565 *) Totale Rijksbijdrage 1397625 1336170 1336170 1284815 1210531 11705368 9 5 5 2 7 Totale loonsom (CAO) 1411560 9 1398891 3 1379306 9 1359996 6 1340956 6 13221832 Verschil/tekort 139.350 627.209 431.364 751.813 1.302.45 0 1.516.464 *) In de hoofdlijnennotitie Wwnv en conceptbestuursakkoord is sprake van een vergoeding per SE van 22.050,-- Het verschil/tekort zou dan in 2015 1,78 miljoen bedragen. Het college heeft de intentie om het te verwachten tekort in 2012 op te laten vangen binnen de GR SWB Midden Twente. Het Eigen Vermogen van de GR laat dat nog toe. Er moet echter dringend rekening mee gehouden worden dat dat ten aanzien van de snel oplopende tekorten in de jaren daarna niet meer in die mate mogelijk is ondanks alle efficiency en versoberingsvoorstellen die reeds binnen de GR (Gemeenschappelijke Regeling) zijn en worden doorgevoerd. De systematiek van de GR maakt dat dit dan voor risico van de deelnemende gemeenten is. Bovengenoemd scenario is een van de belangrijkste redenen waarom gemeenten niet hebben ingestemd met het bestuursakkoord. 3.d.Korting schuldhulpverlening en normering lokaal inkomensbeleid. (m.i.v. 2012) In de zgn. mei-circulaire is een tweetal kortingen opgenomen, die van belang zijn voor het re-integratiebeleid. Dit betreft de structurele kortingen voor Hengelo van 285.000 als gevolg van het normeren van het lokaal inkomensbeleid tot 110% van het sociaal minimum en 117.000 op de gerichte en selectieve schuldhulpverlening. De financiële gevolgen van deze kortingen worden inde begroting 2012 opgenomen. De uitwerking in beleid dient nog plaats te vinden en is mede afhankelijk van de behandeling in de tweede kamer van de wijzigingen in de Wwb (zie par. 3.2a) 4 Overige decentralisatieoperaties. 4.a. Dagbesteding, begeleiding van Rijk naar gemeenten De functies dagbesteding en begeleiding worden overgeheveld van de AWBZ naar Wmo. Het kabinet vindt dat deze functies het best dichtbij de cliënt geregeld kunnen worden. De gemeenten, die de Wmo uitvoeren, staan dichterbij de cliënt en kunnen dus meer maatwerk leveren. Vanaf 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor nieuwe cliënten van de dagbesteding en begeleiding, vanaf 2014 voor alle cliënten. 4.b.Jeugdzorg uiterlijk in 2016 van Rijk naar gemeenten Uiterlijk per 1 januari 2016 worden alle voorzieningen voor jeugdzorg die nu nog onder de AWBZ vallen, overgeheveld naar de Wmo. Zo krijgen jeugdigen en hun begeleiders 1 aanspreekpunt. Gemeenten kunnen zo beter maatwerk leveren. 4.c.Toegang AWBZ zwakbegaafden vanaf 2013 beperken 7

Het kabinet onderzoekt hoe vanaf 1 januari 2013 de toegang tot de AWBZ kan worden beperkt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85 (zwakbegaafden). Het kabinet wil dat de zorg voor deze mensen dichterbij en meer vanuit het eigen sociale netwerk wordt georganiseerd. Met dergelijke steun kan een deel van deze groep cliënten zonder begeleiding deelnemen aan de maatschappij. Dit helpt tevens om de AWBZ ook in de toekomst betaalbaar te houden. Bovenstaande maatregelen kunnen gevolgen hebben voor het re-integratiebeleid. Vanaf voorjaar 2011 vinden er binnen Hengelo gesprekken plaats met (regionale) aanbieders van dagbesteding om de mogelijke combinaties met het beschut werken vanuit de Wsw te beoordelen. Conclusie: Voor 21012 zijn in elk geval de kortingen op P-budget, WSW-vergoeding per SE, schuldhulpverlening en normering gemeentelijk armoedebeleid zeker en bekend. Als gevolg van de parlementaire behandeling kunnen er nog (grote) wijzigingen in inhoud en termijnen van o.m. de wijzigingen in de Wet Werk en Bijstand optreden. De invulling van cruciale delen van de Wet Werken naar vermogen alsmede de financiële gevolgen daarvan zijn nog steeds niet helder. Vandaar dat deze nota vooralsnog de scope heeft van het jaar 2012, uiteraard wel met een doorkijkje naar komende jaren. Immers de doorvoering van de genoemde decentralisaties (Wet Werken naar vermogen, Jeugdzorg, AWBZ) kunnen inhoudelijk zulke implicaties hebben dat wij gedwongen zullen zijn ons re-integratiebeleid inhoudelijk en financieel weer aan te passen. 5.Ontwikkelingen bijstand Sinds 2004 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb). De financiering komt van het Rijk, maar is zo opgezet dat het voor gemeenten aantrekkelijk is uitstroom te bevorderen, alert te zijn op fraude en instroom te beperken. Een gemeente kan beperkt invloed uitoefenen op het aantal bijstandsuitkeringen, maar is sterk afhankelijk van de economische situatie. In 2010 was er weer sprake van bescheiden economische groei. Ondanks die groei daalde de werkgelegenheid in dat jaar nog steeds. Het CPB verwacht dat de werkgelegenheid vanaf 2011 weer zal toenemen. Kenniscentrum UWV signaleert de volgende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.(2 e kwartaal 2011) -de werkgelegenheid groeit, maar het aantal vacatures stijgt nog niet mee -het herstel van de werkgelegenheid zorgt in 2011 nog maar voor een bescheiden daling van het aantal niet werkende werkzoekenden. -de Wia stijgt, maar de instroom in de Wajong zal afkalven; de baankansen voor ouderen en lageropgeleiden blijven klein. 5.1 Aantal bijstandsuitkeringen. Het aantal bijstandsuitkeringen reageert met enige vertraging op de economische crisis en het herstel. Van 2005 t/m 2008 nam het aantal steeds met enkele procenten per jaar af. De jaren 2009 en 2010 laten landelijk stijgingspercentages zien van resp. 8,3 en 9.5 t.o.v. het voorgaande jaar. Volgens het CBS was de stijging van het aantal bijstandsuitkeringen van juni 2009 tot juni 2011 in gemeenten tot 100.000 inwoners 19%. De cijfers voor Hengelo: (aantal uitkeringen Wwb, WIJ, IOAW/IOAZ, inrichtingen) 8

2009 Juni 1755 Dec 1814 2010 Juni 1810 Dec 1836 2011 Juni 1905 Het stijgingspercentage van juni 2009 juni 2011 bedroeg 8,5%; een aanzienlijk minder ongunstig beeld dan het landelijk gemiddelde. 5.2 Reden instroom. Landelijk wordt geconstateerd dat de instroom van mensen met een maximale WWduur stijgt (17% in 2009). In Hengelo is het percentage instroom uit deze groep hoger: In 2009 22%; in 2010 17%, 1 e halfjaar 2011 22%. 5.3 Dynamiek. De ontwikkeling van het bijstandsbestand kent een grote dynamiek. De standcijfers per jaar laten alleen een totale ontwikkeling zien. Zij maken niet inzichtelijk wat er binnen een jaar aan in- en uitstroom plaatsvindt. Zo blijven kortlopende uitkeringen binnen dat jaar grotendeels buiten beeld. De dynamiek in het bijstandsbestand wordt zichtbaar als naast de totalen ook de instroom en uitstroom in beeld gebracht wordt. Voor Hengelo: Jaar Instroom Uitstroom Stand einde periode 2010 1044 1011 1836 2011(t/m juni) 477 381 1905 5.4 Preventiecode. In sommige gevallen wordt een aanvraag niet toegekend vanwege actieve bemiddeling, handhaving of stimulering eigen initiatief van de klant. Landelijk gezien is het bij 29% van de aanvragen voor een uitkering in 2010 niet daadwerkelijk tot een Wwb of Wij-uitkering gekomen. Voor Hengelo is dat cijfer bij benadering 20% van de aanvragen en 39% van de meldingen. 5.5 Budget. Sinds de invoering van de Wwb zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de uitkeringen. Hiervoor ontvangen zij jaarlijks een budget van het Rijk: het inkomensdeel. Het rijk berekent op basis van economische en beleidsontwikkelingen het verwachte aantal bijstandsgerechtigden en zet dit om naar een macrobudget inkomensdeel. Dit budget wordt via een verdeelsleutel over gemeenten verdeeld. Hebben gemeenten meer bijstandsgerechtigden dan verwacht dan moeten ze de extra kosten zelf bijpassen. Eventuele overschotten mogen ze houden. Over de berekeningen van het CPB is veel discussie. Als nl. de werkloosheid daalt wil dat nog niet per se zeggen dat het aantal bijstandsuitkeringen daalt. Dit leidde in oktober 2010 tot een forse tegenvaller. Deze dreigt over 2011 weer. In juli hebben SZW en VNG besloten om onafhankelijk van elkaar het aantal te verwachte bijstandsuitkeringen over 2011 te berekenen. Op dit moment gaan we uit van de volgende gegevens: 9

Jaar Gem. aantal Bedrag per Kosten Budget uitk. 2010 1773 13.327 23.644.492 21.632.937 2011 1848 13.300 24.577.219 21.532.845 2012 2007 13.500 27.097.200-5.6 Aanvullende uitkeringen. Wanneer gemeenten fors meer uitgaven hebben op het inkomensdeel (minimaal 10%), kunnen zij een aanvraag doe voor een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). De eerste 10% van de overschrijding is voor rekening van de gemeente zelf. Een IAU wordt alleen toegekend als de oorzaak van de hogere uitgaven niet bij de gemeente zelf ligt en er sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Het tekort in 2010 bedroeg voor de gemeente Hengelo bedroeg 9,6%. In de Berap is aangegeven dat maatregelen ontworpen worden om dit tekort terug te dringen voor dat een beroep op IAU voor 2011 overwogen wordt. Naast de IAU kunnen gemeenten die als gevolg van het verdeelmodel een meerjarig tekort hebben op het I-deel een beroep doen op de meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). De gemeente Hengelo voldoet tot nu toe niet aan de voorwaarden. Bovendien is de verwachting dat het verdeelmodel per 2012 weer aangepast wordt en het Ministerie van mening is dat extra uitkeringen alleen aan de orde zijn als de hogere bijstandsuitgaven het gevolg zijn van slechtere sociaaleconomische omstandigheden in vergelijking met de regio. Samenvatting en conclusie De gemeente Hengelo heeft te maken gehad met veel dynamiek in het bestand. Het bijstandsbestand is in de jaren 2009, 2010 en de eerste helft 2011 gestegen t.o.v. het voorgaande jaar, ondanks de aantrekkende economie. De instroom vanuit maximale WW-duur is groter dan gemiddeld. Ook is de stijging in het algemeen groter dan verwacht. De afspraken in het bestuursakkoord 2008-2011 vallen ongunstig uit. Daardoor is een tekort ontstaan op het I-deel. Dit tekort rechtvaardigt (nog ) geen beroep op IAU of MAU. Het beleid is er op gericht om tekorten te voorkomen door instroombeperkende en uitstroombevorderende maatregelen. Lukt dat in 2011 onvoldoende zal een IAU-aanvraag worden voorbereid. 6.Klant en participatie 6.1. Participatiepositie Om een adequaat re-integratiebeleid te voeren hebben we steeds meer inzicht nodig in de participatieontwikkeling van onze klanten. Het uiteindelijke doel is uitstroom naar werk, maar elke tussenstap op weg daar naar toe is winst. Op landelijk niveau is afgesproken de Statistiek Re-integratie door Gemeenten (SRG) uit te breiden met de re-integratiepositie. Deze gegevens zijn weer basis voor de benchmark re-integratie. De uitkomsten daarvan laten nog op zich wachten. Inmiddels doen wij mee met de ontwikkeling van de zgn. Participatieladder. Deze heeft 6 treden die de huidige en toekomstige participatiepositie van een burger aangeven. De treden zijn: Trede 1: Geïsoleerd: persoon met nauwelijks of geen contacten met anderen dan huisgenoten (Trede 1 in SRG: Zorg) 10

Trede 2: Trede 3: Arbeidstoeleiding) Trede 4: Trede 5: Trede 6: Sociale contacten buiten de deur: persoon die minimaal één maal per week persoonlijk contact heeft met mensen die geen huisgenoten zijn (trede 2 in SRG: Maatschappelijke ontwikkeling) Deelname georganiseerde activiteiten (Trede 3 in SRG: Onbetaald werk. Persoon heeft minimaal één maal per week persoonlijk contact met anderen bij het uitvoeren van het onbetaalde werk. (Trede 4 in SRG: Arbeidstoeleiding) Betaald werk met ondersteuning: persoon met arbeidscontract bij een werkgever of eigen bedrijf, die daarbij ondersteuning ontvangt in de vorm van gemeentelijke participatie-instrumenten of een aanvullende uitkering. Of persoon werkt in Wsw-verband of volgt reguliere opleiding met arbeidscomponent onder niveau startkwalificatie (Trede 5 in SRG: Regulier werk met ondersteuning) Betaald werk: persoon met een arbeidscontract bij een werkgever of met een eigen bedrijf (zzp-er) (Trede 6 in SRG: Betaald werk). De klanten uit het bestand van de gemeente Hengelo zijn ingedeeld op deze participatieladder naar huidige positie en naar verwachte positie. Tevens zijn indelingen op wijk- en buurtniveau gemaakt. Hieronder de indeling van het bestand van de gemeente Hengelo (per medio juli 2011) naar huidige positie (H) en te bereiken/verwachte positie (V) in absolute aantallen en percentages. Ter vergelijking de percentages van de G32-steden (gemiddeld; bewerking) 11

H % V % %G32 Nog in onderzoek/niet ingedeeld 209 11 65 3,4 0 Trede 1: geïsoleerd 212 11,2 120 6,3 15,7 Trede 2: Sociale contacten 692 36,5 378 19,9 25,4 Trede 3: Georganiseerde activiteiten 419 22,1 354 18,7 21,9 Trede 4: Onbetaald werk 163 8,6 247 13,0 13,1 Trede 5: Betaald werk met ondersteuning 198 10,4 417 22,0 10,5 Trede 6: Betaald werk 4 0,2 316 16,7 0 Totaal 1897 100 1897 100 Opvallend is dat 69,8 % van het (ingedeelde) klanten bestand als huidige positie maximaal trede 3 (deelname georganiseerde activiteiten)heeft meegekregen. Het landelijk beeld spoort hiermee. Opvallend is ook dat onze klantmanagers inschatten dat 16,7 van het huidige ingedeelde bestand in staat is tot het aanvaarden van betaald werk (zonder ondersteuning) en 22 % met betaald werk met ondersteuning. Volgens de Divosamonitor 2011 heeft onderzoek (Participatieontwikkeling in perspectief, 2011) uitgewezen dat: -een derde van de klanten in een jaar van participatiepositie verandert -vooral bij trede 4 (onbetaald werk) veel dynamiek zichtbaar is -klanten aan de onderkant van de ladder (trede 1 en 2) weinig beweging laten zien. Datzelfde onderzoek wijst uit dat vanaf trede 3,4 en 5 relatief veel klanten naar werk uitstromen, maar ook dat vanuit trede 1 en 2 klanten naar betaald werk zijn uitgestroomd. Daaruit blijkt dat de huidige plaats op de participatieladder niet altijd de afstand tot de arbeidsmarkt bepaalt. Er is geen reden aan te nemen dat dat voor de gemeente Hengelo anders ligt. Omdat wij pas eind 2010 met de participatieladder zijn gestart, kunnen we nog geen specifieke conclusies trekken over de mate van stijging dan wel daling op deze ladder. Wel reden om het instrument nauwkeurig te blijven gebruiken. Wij vragen ook onze partners en opdrachtnemers met deze participatieladder te werken. Met in het zicht de invoering van de Wet werken naar vermogen zal het begrip loonwaarde steeds belangrijker worden. Dat betekent dat we de participatieladder langs het begrip loonwaarde moeten houden. Naar verwachting zal bij een loonwaarde van 15-20% nog sprake zijn van een mogelijke plaatsing in het kader van de Wwnv. Gevoelsmatig ligt de grens tussen deze 20% loonwaarde en geen (te ontwikkelen) loonwaarde ergens in het midden van trede 3. Uitgaande van de verwachte trede in bovenstaande opsomming zou dat betekenen dat aan plm. 60% van het bestand enige loonwaarde toe te schrijven is, dan wel te ontwikkelen is. Voor 40% van het bestand is deelname aan sociale participatie-activiteiten buiten de deur dan het hoogst bereikbare. Dit moet nader onderzocht en onderbouwd worden. 6.2.Belemmeringen. Mensen kunnen belemmeringen of beperkingen ondervinden bij hun zoektocht naar werk. Er zijn belemmeringen van persoonlijke aard (fysiek, sociaal, psychisch) als van meer matschappelijke aard (zoals een hoge leeftijd of een laag opleidingsniveau). In de gemeenten Hengelo hebben wij geen specifiek onderzoek gedaan naar deze belemmeringen. Hieronder staan de landelijke cijfers. Ook hierbij is geen reden aan 12

te nemen dat die van Hengelo significant zouden afwijken. Wat in de landelijke cijfers niet expliciet genoemd staat is de belemmering van het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal. Naar schatting gaat dit in elk geval om 100 inburgeraars en 50-60 te huisvesten statushouders. Aard van de % G32+G4 belemmeringen Geen 28 Lage/verouderde 32 opleiding Fysieke belemmeringen 24 Sociale belemmeringen 23 Geen werkervaring 25 Psychische 24 belemmeringen Hoge leeftijd 21 Zorgtaken 15 (combinaties van belemmeringen mogelijk, waardoor het totaal boven de 100% komt) Ondanks belemmeringen kunnen mensen veelal met aanpassingen of aanvullende voorzieningen werken naar vermogen. Ook wij willen meer uitgaan van de mogelijkheden dan van de moeilijkheden. Dus uitgaan van wat mensen wel kunnen. 6.2 Duur van de uitkering De duur van de uitkering hangt samen met de uitstroomkansen. Over het algemeen geldt dat een langer verblijf in de bijstand de uitstroomkansen bemoeilijkt. Landelijk gezien bestond 26% van het bestand uit uitkeringen die korter dan een jaar geleden waren toegekend en derhalve 74% langer dan een jaar. In Hengelo was dat per 1-1- 2011 resp. 35% en 65%. Voor Hengelo zijn de cijfers nader uitgesplitst: 1-01-10 1-01-11 0-1 jaar 654 640 1-2 jaar 264 284 2-3 jaar 165 166 3-4 jaar 118 123 4-5 jaar 89 90 > 5 jaar 516 521 Totaal 1806 1824 Samenvatting en conclusie. Wij krijgen een steeds beter beeld van de re-integratie- en participatiepositie van onze klanten al of niet per buurt of per wijk. Dat is ook noodzakelijk om scherper de juiste inzet van instrumenten te bepalen. De indeling op de participatieladder laat zien dat 10,6 % van het huidig ingedeeld bestand betaald werkt, al of niet met ondersteuning. De inschatting van de klantmanagers is dat dat uiteindelijk voor 37,8 van dat bestand weggelegd is. Ook opvallend is dat 66,3% van het huidig ingedeeld bestand ingedeeld is t/m trede 3 (georganiseerde activiteiten), terwijl de klantmanagers inschatten dat deze groep teruggebracht kan worden naar 45%. 13

Wordt het uitgangspunt van de komende wet werken naar vermogen, nl. loonwaarde, langs de ladder gelegd, dan lijkt 60% van het bestand enige (te ontwikkelen) loonwaarde te hebben en 40% van het bestand aangewezen op sociale activiteiten buiten de deur als participatie-activiteit. De belemmeringen voor uitstroom zijn voor Hengelo niet systematisch in beeld gebracht. Landelijk gezien heeft zo n 28% geen belemmeringen. Uitgaande van wat mensen wel kunnen is het mogelijk om met inzet van gericht instrumentarium ook een groot deel van de belemmeringen weg te nemen (opleiding, training, aanpassingen). 35% van de uitkeringen per 1-12011 was korter dan een jaar geleden toegekend. Een korte uitkeringsduur vergroot de uitstroomkansen. 14