Beleidsvisie: Regionalisering en voedselsoevereiniteit in het GLB na 2013



Vergelijkbare documenten
Hoe te komen tot een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening? Maastricht, 28 februari 2018 Guus Geurts

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk,

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

Antwoorden op de voedsel-, energie- en klimaatcrises. Oktober 2013

Van stal tot akker: link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw. 29 november Benny Van de Velde.

Voedsel en Landbouw: tijd om te kiezen!

Voedsel Hier en Daar. Inleiding. gu u s g e u rt s

Plantaardig eiwit van Europese akkers

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Visie op het EU zuivelbeleid na de quota

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid na 2013

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16

DUURZAME VOEDSEL PRODUCTIE IN 2050: INTENSIVEREN EN EXTENSIVEREN! JAN WILLEM ERISMAN

Voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid na 2013

AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER

Schuivende panelen. Petra Berkhout

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU

Samenvatting. - verlies van biodiversiteit, door ontbossing, vervuiling en monocultures;

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES

Economisch optimisme

1 De markt voor de Nederlandse landbouw De Nederlandse landbouw en de handel Orde in de handel WTO en EU 12 1.

Tabel 1. Kengetallen van de intensieve veehouderij in 2005, in het referentiescenio in 2018 en bij doorvoering van het burgerinitatief in 2018.

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanklacht tegen de WTO, met het oog op de mensenrechten op voedsel en levensonderhoud

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

14. De effecten van de beleidsopties

Klik Studiebijeenkomst. bewerken. Ontwikkelingen op de voermarkt. Klik om de ondertitelstijl van het. R. Tijssens

Een zoektocht naar mogelijkheden

Globalisering: Uitdagingen voor Food en Agri-business Nijenrode, 24 november 2014

Kringlooplandbouw - Ondernemend Ambachtelijk Boeren

NMV-visie toekomstig zuivelbeleid

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

F A C T S H E E T E U R O P A D E C E N T R A A L & V N G

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Biomassa: brood of brandstof?

KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië. September 2015

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans

1 Inleiding. 1.1 Duiding van de adviesaanvraag. 1.2 Opbouw van het advies

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

EU Programma s GLB

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Achtergronden en handelingsperspectieven rond Regionalisering

Afschaffing van de melkquotering: een historische vergissing!

Ik werp mij niet op als pleitbezorger van een economische sector.

Landbouw in bos. Landbouw met bos. Landbouw buiten bos. Agroforestry in het verleden, heden en toekomst

Hoofdstuk 1 Globalisering Paragraaf 15 t/m 19

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

BioWanze De nieuwe generatie

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid

Naar een écht groen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Sojaproblematiek Europese eiwitteelt

Fosfaat en bio energie. Anton Haverkort

De agrarische handel van Nederland in 2013

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

20 januari CP/TE/aw Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)

Vereniging voor Weide en Voederbouw Verdwijnt de grond gebonden landbouw uit Nederland?

Agri & Food: de kracht van Nederland!

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

DE HERVORMING VAN HET EUROPESE LANDBOUWBELEID. n u n o o i.

Vóór de Verandering Workshop Landbouw 24 maart 2007

Duurzame en innovatieve landbouw voor de toekomst

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

THE DEVELOPMENT OF PLANT PROTEINS IN THE EUROPEAN UNION

Voedselvoorziening in het tijdperk van verstedelijking

De stad als schakelpunt in een duurzaam voedselsysteem

GLB-akkoord en nationale invulling. Reutum, 26 november 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Roelof Joosten Duurzame waardecreatie gedreven door een company purpose als baken en bron van inspiratie

Goedkoper en gewoner

Economie en melkproductie

Workshop duurzame stadslandbouw

Duurzame voedselproductie en voedselzekerheid, de onvolmaakte waarheid

NMVisie op Koe&Klimaat

DE MELKVEEHOUDERIJ SOJAVRIJ:

betreffende een duurzamere voedselproductie en -consumptie in Vlaanderen

BioDuurzaam - EKO. Bavo van den Idsert - Bionext

Samenvatting Landbouw in Europa

De agrarische handel van Nederland in 2013

Voorsprong met mineralen

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI))

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

In een notendop. 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen. Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is

Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

op de akkerbouw tot 2025

UNITING THE ORGANIC WORLD

Jullie hebben met jullie groep één dag geen vlees gegeten. Hierdoor moet er minder vlees geproduceerd worden.

5,2. Keuzeopdracht door een scholier 3383 woorden 21 juni keer beoordeeld MINAS

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 73. Inhoud

De agrarische handel van Nederland in 2010

Verslag avond over Voedsel en Voedsel zekerheid

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

Transcriptie:

Beleidsvisie: Regionalisering en voedselsoevereiniteit in het GLB na 2013 In november 2010 maakte de Europese Commissie de plannen bekend voor het GLB van 2013 tot 2020. Op 8 oktober 2010 werd in Utrecht door 44 personen van 29 maatschappelijke organisaties gesproken over de toekomst van de landbouw en het nieuwe GLB. Hierbij waren vooral boeren-, natuur-, milieu en ontwikkelingsorganisaties betrokken. Er bleek grote overeenstemming over regionalisering van productie en consumptie en voedselsoevereiniteit als leidende principes (in het nieuwe GLB). In deze notitie wordt besproken hoe deze principes kunnen aansluiten op de voorstellen van de Europese Commissie. Eerst wordt een reactie gegeven op de doelstellingen en voorstellen van de Commissie, daarna worden alternatieve voorstellen gepresenteerd binnen het GLB en aanverwante terreinen. Tenslotte worden voordelen van dit voorstel besproken. I.Voorstellen van de Europese Commissie i De Europese Commissie geeft drie scenario s voor de hervormingen: 1. Voortzetting van de status quo met beperkte verbeteringen ten opzichte van het huidige GLB. 2. Een meer gebalanceerde, doelgerichte en duurzame financiële ondersteuning, om zo om te kunnen gaan met nieuwe economische, sociale en milieu-uitdagingen. 3. Afschaffen van alle markt- en inkomensondersteuning, en focus op milieu- en klimaatdoelen. Dit zou leiden volgens de EC tot een daling van de landbouwproductie en het aantal boeren, ontvolking van bepaalde gebieden en intensivering in andere. II Reactie op de voorstellen Door de komst van de nieuwe landbouwcommissaris Ciolos wordt er in ieder geval in doelstellingen en uitstraling afstand genomen van de harde liberaliseringsagenda van de vorige commissaris Fischer-Boel. Dit uit zich vooral in de specifieke maatregelen gericht op het versterken van de positie van boeren in de keten, extra aandacht voor kleine boeren en het behoud van een levensvatbaar platteland. Zo zijn wij het eens met doelstellingen als: Europese voedselzekerheid op lange termijn, het handhaven van levensvatbare gemeenschappen met voldoende werkgelegenheid op het platteland, een stabiel boereninkomen, maatregelen om te komen tot een eerlijkere verdeling in de voedselketen, duurzame landbouwmethoden, inzet van boeren bij landschap- en natuurbeheer, betalen aan boeren die produceren in gebieden met handicaps, een kwalitatief en divers voedselpakket aan de Europese burgers, en efficiënter gebruik van belastinggeld We zijn het echter niet eens met de onveranderde en onmogelijke boodschap van de Europese Commissie dat het hervormde GLB zowel leidt tot een duurzamere landbouwproductie in Europa als een productie die kan concurreren op de wereldmarkt. De Commissie weet dat boeren bij de huidige instabiele en structureel te lage prijzen helemaal niet kunnen concurreren op de wereldmarkt. Er worden daarom weer allerlei kunstgrepen uitgehaald om alle boeren toegang te laten houden tot toeslagen. Een minderheid van boeren krijgt daarnaast specifieke betalingen. Met dat laatste is niets mis, maar dit kan effectiever. Dus nu volgt een alternatief dat goed binnen het zojuist genoemde scenario 2 zou kunnen passen. III. Alternatief voorstel Uitgangspunt wordt dat boeren vooral voor de Europese markt produceren, voor een kostendekkende prijs. Voor Nederlandse boeren betekent dit dat men hoofdzakelijk voor de nationale en Noordwest-Europese markt gaat produceren. Boeren in ontwikkelingslanden krijgen dan ook de kans om voor hun eigen markt te produceren. Ze hoeven namelijk niet meer te concurreren met de gesubsidieerde overproductie uit Europa en de Verenigde Staten. 1

1. Productiebeheersing en voorraadbeheer (pijler 1) - Algemeen: Aanbodmanagement op Europees consumptieniveau en onder voorwaarden de koopkrachtige vraag buiten Europa ii, voor alle basisproducten waaronder graan, plantaardig eiwit, zuivel, suiker, zetmeel en vlees. Een vergelijkbaar beleid hoewel toen leidend tot overproductie was van kracht tot 1992 in de EU voor zuivel, suiker, graan en rundvlees maar wordt uitgebreid naar andere sectoren zoals de intensieve veehouderij. Op deze manier worden productie en consumptie in Europa met elkaar in overeenstemming gebracht en overschotten voorkomen. Met vertegenwoordigers uit elke landbouw- en veeteeltsector wordt onderhandeld op welke wijze men de aanbodmanagement wenst in te vullen. - De melk-, zetmeel en suikerquotering worden na 2015 gehandhaafd en aangepast. De uitbreiding van melkquota gedurende de afgelopen jaren wordt teruggedraaid omdat deze leidde tot overschotten en dumping. Het te produceren quotum wordt jaarlijks afgestemd op de verwachte vraag, via de zogenaamde flexibele quotering. - De verplichte braaklegging in de akkerbouw wordt opnieuw ingevoerd, waarbij wordt gestimuleerd dat boeren hun akkerranden permanent onbebouwd laten om natuurbeheer mogelijk te maken. Hierdoor kan de biodiversiteit beter beschermd worden. - Het systeem van Europese interventievoorraden wordt opnieuw ingevoerd, om zo fluctuaties in oogsten op te vangen, te zorgen voor stabiele prijzen aan de boer en de consument, en de voedselzekerheid op lange termijn veilig te stellen. Deze voorraden zullen door aanbodmanagement beperkt blijven, dus de boterbergen blijven verleden tijd. 2. Meer regionale zelfvoorziening - Europa is hierbij te zien als een regio. (pijler 1) - Algemeen: De WTO-afspraken worden herzien zodat voedselsoevereiniteit het leidende principe wordt. Dat betekent in Europa onder andere dat importheffingen op producten van buiten de EU zo hoog worden vastgesteld dat boeren een gegarandeerde kostendekkende prijs op de Europese markt kunnen ontvangen voor hun producten. Dit kan bereikt worden via het gebruik van flexibele importheffingen die variëren afhankelijk van de wereldmarktprijs. Het wordt zo groothandel en verwerkende industrie onmogelijk gemaakt de wereld af te stropen naar de goedkoopste producten en grondstoffen. Geïmporteerde producten moeten op weg naar een zo groot mogelijke Europese zelfvoorziening, aan dezelfde (duurzaamheids)eisen voldoen als de in de EU voortgebrachte producten (gelijk speelveld). Er geldt een importverbod voor producten die niet aan de hoge Europese eisen voldoen. Alle producten waarvoor een alternatief gewas in voldoende mate in Europa kan worden geproduceerd worden belast met een importheffing, om zo een zo groot mogelijke Europese zelfvoorziening mogelijk te maken. Dit betekent overigens geen autarkie. Internationale handel en import van tropische producten blijft gewoon bestaan, maar dan op basis van eerlijke prijzen aan boeren en soevereine vrijwillige beslissingen van landen die bepaalde producten niet (voldoende) kunnen produceren. iii Dit recht op productie van voedsel door eigen boeren en dus beschermen van markten geldt natuurlijk ook voor ontwikkelingslanden. Hiervoor is naast een hervorming van de WTO nodig dat de liberalisering van de landbouw verdwijnt uit bilaterale- en regionale vrijhandelsverdragen, en dat Wereldbank en IMF ontwikkelingslanden niet langer kunnen dwingen hun bescherming van landbouw af te breken. - Europese eiwitteelt; Er worden Europese importheffingen heringevoerd op veevoedergrondstoffen zoals soja en maïsglutenmeel en tapioca. Door de importheffing op soja en andere plantaardige eiwitten wordt de Europese teelt van eiwitgewassen deels voor menselijke consumptie en deels als veevoer weer aantrekkelijk. Het gaat hierbij onder meer om: erwten, lupine en veldbonen. - In een overgangstermijn naar een zo groot mogelijke - liefst volledige - Europese zelfvoorziening van plantaardig eiwit zowel voor food als feed, kan worden gewerkt met importquota van gegarandeerd duurzame soja. 2

- Naast deze importheffing zijn in de eerste fase o.a. voor teelt- en veredelingsonderzoek, verwerking, productontwikkeling, consumentenvoorlichting en marktbewerking een Europese projectbijdragen nodig zoals verstrekt in de jaren tachtig om de teelt van deze eiwitgewassen aantrekkelijk te maken in vergelijking met andere gewassen. Overigens verstrekken Polen en Frankrijk deze subsidie nu al. iv De eiwittransitie van minder dierlijk naar meer plantaardig vergt aanzienlijke budgetten ook voor productontwikkeling, consumentenvoorlichting en marktbewerking. - Plantaardige olie Vergelijkbaar met soja wordt de importheffing op palmolie verhoogd, zodat de import van palmolie fors wordt teruggedrongen. Hiervoor in de plaats worden Europese alternatieven geteeld als koolzaad, zonnebloem, olijf, lijnzaad, hennep, Europese geteelde soja en maïs. v Mogelijk zijn productiesubsidies mogelijk om deze teelten aantrekkelijker te maken. - Vezelgewassen vergelijkbaar met eiwit. Vezelgewassen kunnen (petro)chemische producten vervangen in o.a. textiel, auto s en bouwmaterialen. - Europees hout via agroforestry; Europese productie van hout biedt een goed alternatief om de ontbossing in de tropen tegen te gaan, en de bijdrage van Europa aan de illegale kap te stoppen. Binnen agroforestry kan deze productie gecombineerd worden met de teelt van voedsel en het uitbreiden van de biodiversiteit. Uit onderzoek blijkt dat 1 hectare agroforestry net zoveel hout- en landbouwproductie oplevert als 1,5 hectare met bos en graan apart geteeld. vi 3. Afschaffen van inkomens- en exportsubsidies en betalen voor maatschappelijke diensten (pijler 1 en 2) - De herstelde marktbescherming en productiebeheersing leidt er toe dat alle boeren een kostendekkende prijs uit de Europese markt kunnen behalen. Dit systeem werkt al goed binnen de Canadese melkveehouderij; hier wordt de kostendekkende melkprijs bepaald door een onafhankelijke commissie. vii Onder voorwaarde dat deze hervorming wordt ingevoerd kunnen alle huidige inkomens- en exportsubsidies worden afgeschaft. - Exportsubsidies worden zo snel mogelijk afgeschaft, de inkomenssubsidies kunnen vanaf 2013 geleidelijk worden afgeschaft parallel lopend met de introductie van maatregelen die de kostendekkende prijs daadwerkelijk realiseren - Het EU-budget dat vrij komt, wordt gebruikt om via pijler 2 een minderheid van Europese boeren kostendekkend te belonen voor hun groene en blauwe dienstverlening aan de samenleving. Hieronder vallen water-, landschaps- en natuurbeheer, bevorderen van biodiversiteit en een compensatie voor het boeren in gebieden met natuurlijke handicaps zoals berggebieden en het veenweidegebied. Daarnaast worden extra doelen aan deze pijler toegevoegd zoals stimulering van ecologische landbouw, lokale voedselvoorziening (zoals stadslandbouw), decentrale duurzame energieopwekking en herstel van de biodiversiteit die verloren is gegaan tijdens de intensivering gedurende de afgelopen vijftig jaar. Lidstaten kunnen hieraan bijbetalen via cofinanciering, maar dit mag niet leiden tot een ongelijk speelveld binnen Europa. Overige Europese maatregelen - De eisen op gebied van dierenwelzijn en milieu worden verscherpt en geharmoniseerd over heel Europa. Dieren moeten hun soorteigen gedrag kunnen uitvoeren, en vervuiling van lucht, water en bodem moeten sterk verminderd worden. - Terugbrengen van het gebruik van kunstmest en veevoer, met name het gebruik van het steeds schaarser wordende fosfaat. Zo snel mogelijk terugwinnen van het fosfaat uit menselijke mest; liefst in de wijk voor gebruik op het land in de regio, maar anders via het terugwinnen uit het rioolslib. - De uniformiteits- en voedselhygiëne-eisen aan boeren in Europa die leveren aan lokale markten worden versoepeld. Alleen als men produceert voor andere Europese landen, gelden de huidige strenge eisen. Voedsel moet veilig geproduceerd en verwerkt worden, maar dit mag niet ten koste gaan van traditionele streekproducten en lokale werkgelegenheid. Het moet 3

gemakkelijker en goedkoper worden om ontheffingen aan te vragen voor erkende streekproducten. - Opheffen van het Europese verbod van gebruik van diermeel in het veevoer voor omnivoren als varkens en pluimvee. Dit onder voorwaarde dat betreffende veevoer niet aan soorteigen dieren wordt gevoerd. Momenteel wordt 16 miljoen ton diermeel verwerkt tot biodiesel en groene energie, terwijl 32 miljoen ton soja geïmporteerd wordt. Het weer verwerken van dit diermeel kan dus de helft van de soja-import voorkomen. viii - Tevens kan er dan een Europees verbod op gebruik van vismeel in veevoer voor varkens, pluimvee en kalveren worden ingevoerd, om overbevissing te voorkomen. - We zijn tegen de import van biomassa en biobrandstoffen uit ontwikkelingslanden. Europese productie van biomassa en biobrandstoffen is alleen mogelijk, als dit niet ten koste gaat van de voedselproductie en een positieve energiebalans heeft en voldoet aan de duurzaamheidcriteria. Ook dienen de kringlopen van mineralen gesloten te blijven. Maar de prioriteit verschuift naar een drastische besparing op het gebruik van fossiele brandstoffen (in de transportsector). - Om het transport en het energieverbruik binnen de vrije interne EU-markt te verminderen, worden er Europese ecotaxen op brandstof ingevoerd. Ook binnen de EU vindt de landbouwproductie dan dicht mogelijk bij de consument regionaal plaats. - Op nationaal en Europees dienen de mededingregels ten opzichte van boeren en vissers te worden versoepeld zodat ze beter in staat zijn marktmacht cq. marktkracht te organiseren. De Europese mededingingsautoriteiten moeten door hervorming van de mededingingswetgeving, ook een einde maken aan de grote macht van inkooporganisaties van de (multinationale) detailhandelsbedrijven. De EU richt een monitoringsorganisatie op die de transparantie van de voedselketen waarborgt en een eerlijke verdeling van marges tussen de diverse schakels in de voedselketen continu in de gaten houdt. IV. Voordelen - Door de kostendekkende prijzen aan de boeren en het niet hoeven concurreren op de wereldmarkt, wordt de schaalvergroting en overgang naar een industriële landbouw afgeremd. Dan kunnen gezinsbedrijven hun bedrijf voorzetten en blijft het platteland leefbaar. Dit is vooral in Oost-Europa van belang waar in veel landen kleinschaliger en duurzaam geproduceerd wordt. Dit pakt ook positief uit voor de natuur en de biodiversiteit. - In de winkel liggen alleen producten die aan scherp verhoogde milieu- en dierenwelzijneisen voldoen, voor een eerlijke prijs. De importheffingen, ecotaxen op fossiele brandstoffen en de verhoogde Europese eisen zorgen er voor dat de hogere dierenwelzijns- en milieukosten eindelijk in de prijs worden geïnternaliseerd. De agribusiness, de veevoerindustrie en de detailhandel zijn (hoofdzakelijk) aangewezen op Europese producten, waardoor het is afgelopen met de concurrentie om de laagste prijs. - De prijsverhogingen aan de consument voor plantaardige producten als groente en fruit zullen kunnen meevallen, omdat de marktmacht van inkooporganisaties van supermarkten wordt aangepakt. Toch zullen door de internalisering van milieu- en dierenwelzijnskosten, de prijsverschillen tussen biologische - en gangbare producten kleiner worden, waardoor de vraag naar biologische producten zal stijgen. - De kostendekkende prijzen betekenen dat veeboeren met veel minder dieren een bloeiend gezinsbedrijf kunnen behouden. Er ontstaan ook nieuwe kansen voor gemengde bedrijven waarbij zowel plantaardig voedsel, veevoer en veehouderij plaats vindt. Dus in ieder geval wordt de teruggang van het aantal boeren in het huidige tempo (acht per dag) gestopt. Deze meer lokaal en regionale georiënteerde voedselproductie betekent ook nieuwe kansen voor verwerkende- en handelsbedrijven. - Met de koeien die in de wei blijven, wroetende varkens en scharrelende kippen overal zichtbaar op het platteland ontstaan er ook nieuwe kansen in de recreatie. Met als extra bonus een verbeterd contact tussen de consument en de producent van zijn voedsel. 4

- De kringlopen binnen de Europese landbouw kunnen weer gesloten worden; geen overbemesting meer, fosfaattekorten worden zoveel mogelijk voorkomen. Verminderd kunstmestgebruik door teelt van vlinderbloemige eiwitgewassen (als sojavervanger) die stikstof uit de lucht in hun wortels binden. - Veel minder gebruik van fossiele brandstoffen en verminderde bijdrage aan klimaatverandering door: verminderde consumptie van dierlijke producten, geen Europese bijdrage aan vernietiging natuurgebieden in ontwikkelingslanden, drastisch terugbrengen van transport door Europese en regionale productie. - Er komt een einde aan de Europese bijdrage aan de sociale -, milieu- en natuurcatastrofe die gepaard gaat met de teelt van soja, palmolie en biobrandstoffen in ontwikkelingslanden. Landhervorming van de voor de Europese markt bestemde plantages die nu nog in bezit zijn grootgrondbezitters, leidt tot meer landrechten voor kleine boeren en voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. Inheemse volkeren krijgen hun grondgebied terug (waarop ze volgens nationale wetgeving recht hebben). - De (verkapte) dumping van Europese overschotten op markten in ontwikkelingslanden wordt gestopt, doordat ook alle exportsubsidies inkomenssubsidies worden afgeschaft. Hierdoor kunnen boeren in ontwikkelingslanden weer een kostendekkende prijs behalen voor de voedselproductie voor de lokale en nationale markt. Ook dit heeft positieve effecten voor de voedselzekerheid. - Genoemde hervormingen hebben positieve effecten voor het Europese budget; het afschaffen van alle handelsverstorende landbouwsubsidies en extra inkomsten uit ecotaxen en importheffingen. Alleen de hervorming van het GLB in de gewenste richting levert al een besparing van ruim 30 miljard op. ix Dit budget kan veel effectiever worden ingezet voor genoemde maatschappelijke - en groene diensten en om de Europese voedsel- en energiezekerheid veilig te stellen met zo min mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. Maar het totale budget voor landbouw, duurzame voedsel- en energievoorziening, plattelandsontwikkeling, natuurbeheer en beschermen van biodiversiteit dient in stand te blijven. 14 december 2010 Ondertekend door: Afrika Europa Netwerk Gifsoja.nl ileia / AgriCultures Network Nederlandse Akkerbouw Vakbond Nederlandse Melkveehouders Vakbond Oregional Platform Aarde Boer Consument SP Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg Women s International League for Peace and Freedom (WILPF) X min Y Solidariteitsfonds Piet van IJzendoorn, eigenaar de Zonnehoeve Deze beleidsvisie is down te loaden via: www.aardeboerconsument.nl Contactpersoon: Guus Geurts, guusgeurts@yahoo.com 020 6387578, 06 43979849 5

i The CAP towards 2020: meeting the food, natural resource and territorial challenges of the future, European Commission, definitieve versie van 18 november 2010, zie: http://ec.europa.eu/agriculture/cap-post- 2013/communication/com2010-672_en.pdf,en uitgelekte versie van 29 september 2010, zie: http://www.euractiv.fr/sites/default/files/communication_29_09_10.pdf ii De koopkrachtige vraag buiten Europa betekent: leveren aan landen die zelf onvoldoende productiecapaciteit hebben om hun bevolking te voeden, zoals bepaalde landen in het Midden-Oosten. Voorwaarde aan deze export is dat er geen inkomenssubsidies en exportsubsidies betaald worden, en dat betreffende landen - indien gewenst - hun boeren kunnen beschermen middels importheffingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat West-Afrikaanse landen hun boeren mogen beschermen tegen ongesubsidieerde uien uit Nederland. De importheffing is dan zo hoog dat Afrikaanse boeren kostendekkend hun uien kunnen produceren, maar daarnaast wordt eventueel een deel van de uienbehoefte geïmporteerd. Op dezelfde manier beschermd Zuid-Korea haar rijstboeren, terwijl het niet zelfvoorzienend in rijst is. iii Towards a Common Agriculture and Food Policy 2013 within a food sovereignty framework, European Coordination Via Campesina, 18 februari 2010, zie: http://www.viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=872:towards-a-commonagriculture-and-food-policy-2013-within-a-food-sovereignty-framework&catid=21:food-sovereignty-andtrade&itemid=38 iv De Franse akkerbouwers krijgen in 2010 een premie van 150 euro per hectare eiwithoudend gewas, Poolse boeren krijgen 60 euro per hectare. Dit valt onder artikel 68 van de EU-toeslagenregeling, die zegt dat lidstaten maximaal 10 procent van de inkomenssteun mogen herverdelen. Ongelijk speelveld, commentaar in Agrarisch Dagblad, 13 oktober 2009 v http://nl.wikipedia.org/wiki/plantaardige_olie vi Agroforestry, hefbomen voor duurzame landbouw, Wervelkatern, Herfst 2008 en AGROFORESTRY - één plus één is meer dan twee, Wervel, 2008, http://www.wervel.be/downloads/agroforestry-brochure.pdf Een agroforestry-perceel bestaat enerzijds uit akkerbouwgewassen of weiland en anderzijds uit verscheidene boomrijen die verder uit elkaar staan dan in een bos. Er kunnen zo n vijftig bomen per hectare worden geteeld. De meest gebruikte boomsoorten zijn walnoot, elsbes, peer, appel, populier, es, zoete kers en peervormige lijsterbes. Qua landbouwteelt zijn zowel éénjarige gewassen (granen, eiwitteelten, groenten) als meerjarige gewassen (asperges, kleinfruit, korte-omloop-hout) of ook graasweide of maaigras mogelijk. De Belgische Werkgroep voor rechtvaardige en verantwoorde landbouw (Wervel) is erg actief in de bewustwording over duurzame landbouwsystemen zoals agroforestry, teelt van Europese eiwitgewassen en hennepteelt. Zie: www.wervel.be vii - Zie voor een uitleg van het Canadese systeem van marktregulering: Afschaffing van de melkquotering: een historische vergissing?, Wervel Katern, juni 2007, zie: http://www.wervel.be/downloads/melkkaternlight.pdf en Video van interview met geëmigreerde melkveehouder Hennie Bos over de Canadian Dairy Board, 3 juli 2009, http://www.melkenoverdegrens.nl/index.php/2009/07/03/hennie-bos-over-de-canadian-dairy-board/ - Voor een uitwerking van genoemde voorstellen binnen de zuivel zie: Actief en oplossingsgericht NMV richt zich tot minister Verburg, NMV, 8 november 2009, zie: http://www.nmv.nu/index.php?content=9&id=74 viii Soy Barometer 2009, A research report for the Dutch Soy Coalition, Profundo, October 2009, see http://commodityplatform.org/wp/wp-content/uploads/2010/06/soybarometerfinal.pdf Diermeel is veevoer, geen biobrandstof, Wouter van der Weijden en Emiel Elferink,CLM, 9 juni 2008, zie: http://www.clm.nl/actueel/090608.html ix Annex 5: Assessment of the budgetary effects of the New Policy, december 2010, zie (in de loop van December): http://www2.dijon.inra.fr/esr/pagesperso/trouve/annexes%20en.pdf behorend bij: Proposal for a New European Agriculture and Food Policy, JM Boussard, A.Trouvé and others, 11 juli 2010, zie: http://www2.dijon.inra.fr/esr/pagesperso/trouve/for%20a%20new%20european%20agriculture%20and%20food% 20policy.pdf 6