Elektrische installatie



Vergelijkbare documenten
Elektrische installatie

Zekeringen en Relais

8 Elektrische installatie

8 Elektrische installatie

INTERIEURBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERBANK

Elektrische installatie

Elektrische installatie

Elektrische installatie

5 Mechanismes en accessoires

5 Mechanismes en accessoires

Algemeen INTRODUCTIE STORING ZOEKEN BJ0F - BJ0G - BJ0J - BJ0K - BJ0V DECEMBER 2001 EDITION NEERLANDAISE RENAULT 2001

6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 62A

Elektrische installatie

8 Elektrische installatie

OVERZICHT VAN DE ORGANEN

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

Zekeringen en Relais

Elektrische installatie

Elektrische installatie

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH MECHANISCHE INLEIDING HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN X91 01A 01D 02A 04A 04B

Elektrische installatie

0 Algemeen HEFMIDDELEN CARROSSERIE INNOVATIES X91 02A 02B

8 Elektrische installatie

Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04 EDITION NEERLANDAISE NOVEMBER 2000 RENAULT 2000

Elektrische installatie

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING BJ0E - BJ0J - BJ0K - BJ0M - BJ0P - BJ0V FEBRUARI 2004 EDITION NEERLANDAISE RENAULT 2004

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

BEKLEDING VAN KAPPEN EN KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERSTOELEN

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

F I A T NL S N E L G I D S

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

Wegverlichting- en homologatieset Workman HD multifunctionele voertuigen uit 2012 en later

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Verlichtingsset voor gebruik op de openbare weg EU Groundsmaster 360 multifunctionele machine met cabine Modelnr.: Installatie-instructies

Parameters Zichtbaarheid. Inleiding

Zekeringen ZEKERINGEN

WAARSCHUWING. Kabelbinder 6 De kabelboom leiden.

INTELLISTART 4 INSTALLATIE

4 Plaatwerk ALGEMEEN BODEMPLAAT VOOR CENTRALE BODEMPLAAT ZIJKANT BODEMPLAAT BODEMPLAAT ACHTER BOVENBOUW VOOR BOVENBOUW ZIJKANT BOVENBOUW ACHTERZIJDE

Maak deze plug los van de schakelaar ( op foto is aanpassing al gemaakt!)

Verkorte gebruiksaanwijzing

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

INBOUW HANDLEIDING GT806 (GT804+GT844)

Paneel bestuurderszijde Middenpaneel bestuurderszijde Paneel passagierszijde

AIRBAGS EN GORDELSPANNERS

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm

Vervangt hoofdstuk 29 van Service Mededelingen 2639A en 2651A

OVERZICHT VAN DE ORGANEN

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

LCD scherm va LCD scherm

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Prakticum Veiligheid

Elektrische installatie

Installatie handleiding Centrale Deurvergrendeling De Basis unit. Schema type 1

Renault TRAFIC. Instructieboekje

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

De voorkant. De zijkant. De banden

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

Verwarming en ventilatie

LCD scherm ve LCD scherm

Ramen stellen GTV en Spider

Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control

N 1 zonder autorijbewijs

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

6 Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING GEREGELDE AIRCONDITIONING HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING. X74, en DOCUMENTATIEFASE 2 61A 62A 62B 62C

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

INBOUW HANDLEIDING GT403, 404

Klemcoderingen en pinbezettingen van de stekkerdoos: In dit bestand worden de volgende onderdelen beschreven: - Klemcoderingen (tabel)

900 Montagerichtlijn. SITdefault F930A205

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

Renault Clio Energy TCe 90pk ECO2 Dynamique 2016

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Elektrische installatie op voertuigen

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

Saab Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE. SITdefault

Chassis 36B ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Weglichten- en homologatieset/set met remlicht en richtingaanwijzers Workman MD-serie multifunctionele voertuigen

Gebruiksaanwijzing kort

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Clifford Electronics Benelux bv. Tel Fax

Montagevoorschriften

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH HEFMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN X74 01A 02A 04B 05A

Voertuig Controle Golf 7

Elektrische installatie

Saab 9-3 M Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE.

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Saab Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE. SITdefault

Verlichtingsset of montageset voor verlichting T4240 maaier. Figuur 1

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Transcriptie:

Elektrische installatie ACCU VERLICHTING VOORZIJDE XENONLAMPEN ACHTERLICHTEN BINNENVERLICHTING ZEKERINGEN STARTVERGRENDELING CLAXON ALARM INSTRUMENTEN - DASHBOARD BOORDCOMPUTER TELEMATICASYSTEEM SNELHEIDSREGELAAR SCHAKELAARS WISSEN-SPROEIEN RADIO HUIS MET HULPORGANEN REGELING VAN DE PORTIEREN OPEN DAK PARKEERHULP KABELBUNDELS MULTIPLEXSYSTEEM AIRBAGS EN GORDELSPANNERS BESTUURDERSSTOEL BJ0E - BJ0J - BJ0K - BJ0M - BJ0P - BJ0V 77 11 311 104 FEBRUARI 2004 EDITION NEERLANDAISE De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan RENAULT. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van RENAULT. RENAULT 2001

Elektrische installatie Inhoud Blz. Blz. 80A ACCU 81C ZEKERINGEN Bijzonderheden 80A-1 Zekeringen-/relaisplaat 81C-1 80B VERLICHTING VOORZIJDE 82A STARTVERGRENDELING Automatische verlichting 80B-1 Rijverlichting 80B-3 Koplampen 80B-4 Bevestigingspootjes 80B-6 Lampen 80B-7 Verstelling 80B-9 Mistlichten 80B-11 82B RENAULT-kaart 82A-1 Rekeneenheid inspuitsysteem 82A-13 RENAULT-kaartlezer 82A-14 Elektrische stuurkolomgrendel 82A-15 CLAXON 80C XENONLAMPEN Claxon 82B-1 81A Algemeen 80C-1 Principeschema 80C-3 Opname element wagenhoogte achter 80C-4 Opname element voor - Rekeneenheid 80C-6 Koplampen 80C-7 Stelmotors 80C-8 Lampen 80C-9 Rekeneenheid (voorschakeleenheid) 80C-10 Initialisatie van het systeem en afstellen van de koplampen 80C-11 ACHTERLICHTEN 82C 83A ALARM Algemeen 82C-1 INSTRUMENTEN - DASHBOARD Dashboard 83A-1 Instrumentenpaneel 83A-11 Tankelement 83A-19 Oliepeilzender 83A-20 Display 83A-21 Lichten in achterscherm 81A-1 Lichten in achterklep 81A-2 Derde remlicht 81A-3 83B BOORDCOMPUTER Spraakmaker 83B-1 81B BINNENVERLICHTING Algemeen 81B-1 Binnenlicht 81B-2 Verlichting make-up spiegel 81B-3

Blz. Blz. 83C TELEMATICASYSTEEM 84A SCHAKELAARS 83D Navigatiesysteem: Algemeen 83C-1 Navigatiesysteem: Centrale communicatie eenheid 83C-5 Navigatiesysteem: Rekeneenheid 83C-8 Navigatiesysteem: Scherm 83C-11 Navigatiesysteem: Antenne 83C-14 Navigatiesysteem: Initialisatie 83C-15 Navigatiesysteem: Taal veranderen 83C-16 Navigatiesysteem: Plaatsbepaling 83C-17 Navigatiesysteem: Navigatie menu's 83C-18 Navigatiesysteem: Klachten 83C-20 Navigatiesysteem: Zoekschema's 83C-21 SNELHEIDSREGELAAR Snelheidsregeling en -begrenzing: Beschrijving 83D-1 Snelheidsregeling en -begrenzing: Bestemming van de stekkers 83D-4 Snelheidsregelaar: Werking 83D-7 Snelheidsbegrenzer: Werking 83D-8 Snelheidsregelaar met afstandsregelaar: Beschrijving 83D-9 Snelheidsregelaar met afstandsregelaar: Werking 83D-12 Snelheidsregelaar met afstandsregelaar: Uitbouwen - Inbouwen 83D-13 Snelheidsregelaar met afstandsregelaar: Bestemming van de stekker 83D-14 Snelheidsregelaar met afstandsregelaar: Afstellen van het systeem 83D-15 85A Draaibare doorvoer 84A-1 Ruitenwisserschakelaar 84A-3 Lichtschakelaar 84A-4 Schakelaar alarmknipperlichten 84A-5 RENAULT-kaartlezer 84A-6 Elektrische stuurkolomgrendel 84A-7 Startknop 84A-8 Regelweerstand verlichting 84A-9 Automatische parkeerrem 84A-10 Klokje 84A-11 Schakelaar achterruit 84A-12 Schakelaar stoelverwarming 84A-13 Schakelaar open dak 84A-14 Schakelaar portiervergrendeling 84A-15 Schakelaars ruitbediening 84A-16 Schakelaar kinderveiligheid 84A-23 Sensor openen van de portieren 84A-24 Portiersloten 84A-25 Elektrisch achterklepslot 84A-26 Elektrische achterklepslotpen 84A-27 Schakelaar spiegels 84A-28 Binnenspiegel 84A-29 Buitenspiegels 84A-30 Buitentemperatuurzender 84A-31 Diagnose van de spiegels - Klachten 84A-32 Diagnose van de spiegels - Zoekschema's 84A-33 WISSEN-SPROEIEN Ruitenwisserbladen voor 85A-1 Ruitenwissermechanisme voor 85A-2 Ruitenwisser voor 85A-3 Ruitenwisser achter 85A-8 Ruitensproeiers 85A-10 Koplampsproeiers 85A-11

Blz. Blz. 86A RADIO 87C REGELING VAN DE PORTIEREN Autoradio "lage gamma": Algemeen 86A-1 Autoradio "lage gamma": Aansluitingen 86A-5 Autoradio "lage gamma": Display 86A-6 Autoradio "lage gamma": Verwijderen van een CD 86A-7 Autoradio "hoge gamma": Algemeen 86A-8 Autoradio "hoge gamma": Werking 86A-10 Autoradio "hoge gamma": Antidiefstalcode 86A-14 Autoradio "hoge gamma": Zelfdiagnose 86A-17 Autoradio "hoge gamma": CD-wisselaar 86A-18 Autoradio "hoge gamma": Tuner-versterker 86A-19 Autoradio "hoge gamma": Display 86A-21 Diagnose autoradio: Klachten 86A-22 Diagnose autoradio: Zoekschema's 86A-23 Bediening bij het stuurwiel 86A-37 Antenne 86A-39 Luidsprekers 86A-40 87D Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87C-1 Auto zonder sleutel: "Eenvoudige" RENAULT-kaart 87C-5 Auto zonder sleutel: "Handsfree" RENAULT-kaart 87C-7 Auto zonder sleutel: Zijknipperlichten 87C-10 Auto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87C-11 Auto zonder sleutel: Startknop 87C-12 Auto zonder sleutel: Elektrische stuurkolomgrendel 87C-14 Auto zonder sleutel: Sensors openen 87C-15 Auto zonder sleutel: Antenne handsfree 87C-16 Auto zonder sleutel: ToewijzenRENAULT-kaart 87C-17 Inlezen van een RENAULT-kaart 87C-19 Auto zonder sleutel: Noodwerking 87C-21 Auto zonder sleutel: Principeschema 87C-22 OPEN DAK Elektrisch open dak 87D-1 87B HUIS MET HULPORGANEN Huis met hulporganen interieur 87B-1 Inlezen van het huis met hulporganen interieur 87B-9 Inlezen - Toewijzen RENAULT-kaart 87B-11 Inlezen van een RENAULT-kaart 87B-13 Configuratie huis met hulporganen Interieur 87B-15 87F PARKEERHULP Algemeen 87F-1 Schakelaar uitschakeling 87F-2 Rekeneenheid 87F-3 Zoemer 87F-5 Ultrasoon sensors 87F-6

Blz. 88A BEDRADING Plaats van de rekeneenheden in de auto 88A-1 Plaats van de gecontroleerde rekeneenheden 88A-2 Automatische stekker onder stoel 88A-3 Stekker hemelbekleding 88A-4 88B MULTIPLEXSYSTEEM Beschrijving 88B-1 88C AIRBAGS EN GORDELSPANNERS Algemeen 88C-1 Rekeneenheid van de airbag 88C-5 Crash sensors zijkanten 88C-9 Opname element stoelpositie 88C-10 Rekeneenheid oprolmechanisme met elektrische blokkering van de gordel 88C-11 Oprolmechanisme met elektrische blokkering van de gordel voor 88C-13 Gordelspanners voor 88C-15 Gordelspanners achter 88C-17 Frontale airbag bestuurder 88C-19 Frontale airbag passagier 88C-21 Zij-airbags voor (thorax) 88C-23 Zij-airbags achter 88C-25 Zij-airbags achter (thorax) 88C-26 Zijruitairbags achter 88C-27 Onschadelijk maken (vernietigen) 88C-29 88D BESTUURDERSSTOEL Memorysysteem bestuurdersstoel 88D-1 Elektrische stoelverstelling 88D-8

180A ACCU Bijzonderheden 80A UITBOUWEN Deze auto's zijn uitgerust met loodcalcium accu's met een laag waterverbruik. Het bijvullen van het peil van de accuvloeistof is dus verboden. INBOUWEN Zet de accu goed op zijn plaats en zet de bevestiging van de beugel vast met een aantrekkoppel van 1,2 dan. Als de auto verplaatst moet worden, breng dan, voor het loskoppelen van de accu,de Renault card in de kaartlezer tot het aanzetten van het contact (behalve als de auto is uitgerust met het "Carminat" navigatiesysteem). Trek de Renault card terug tot de stand "accessoires", de stuurkolom blijft ontgrendeld. Schakel alle elektrische stroomverbruikers uit. Voor het verwijderen van de accu, verwijdert u de sierkappen en draait u de bevestiging (A) van de beugel los. Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve pool. Na het inbouwen van de accu of iedere keer nadat deze is los geweest, kan het nodig zijn een aantal eenvoudige inlezingen uit te voeren, zonder diagnoseapparaat, om de auto goed te kunnen laten werken: klokje op tijd zetten, invoeren van de viercijferige code van de autoradio (met de afstandsbediening bij het stuurwiel), initialiseren van de ruitbedieningen met sneltoets: de ruiten geheel sluiten, de ruiten sluiten schoksgewijs tot de bovenste aanslag, houd de toetsen enkele secondes ingedrukt, laat de ruiten zakken tot de onderste aanslag, houd de toetsen enkele secondes ingedrukt, de motors zijn geïnitialiseerd. initialiseren van de motor van het open dak: zet de schakelaar van het open dak in de stand maximaal kantelen, druk op de schakelaar. Na 2 secondes, kantelt het dak stap voor stap in de maximum stand en zakt dan weer enkele centimeters, laat de schakelaar los, druk binnen 5 secondes opnieuw op de schakelaar, houd de schakelaar ingedrukt, het dak schuift open en weer dicht, de motor is geïnitialiseerd, zet de schakelaar in de stand "uit". voer de viercijferige code in van het videosysteem. N.B.: Door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de stuurkolom ontgrendeld. OPMERKING: voor auto's met een "Carminat" navigatiesysteem, moet u wachten tot het systeem geheel is uitgeschakeld (40 secondes ongeveer) voordat u de accu loskoppelt. 80A-1

ACCU Bijzonderheden 80A VEILIGHEID Wij wijzen er met klem op dat de accu: zwavelzuur bevat dat zeer gevaarlijk is, bij het opladen zuurstof en waterstof vormt. Bij het vermengen van deze gassen ontstaat het explosieve knalgas en als gevolg daarvan explosiegevaar. 1) GEVAAR "ZUUR" De oplossing van zwavelzuur is erg agressief en giftig en tast de meeste metalen aan. Om deze reden moet u bij het werken met de accu de volgende voorzorgen treffen: draag een veiligheidsbril, draag handschoenen en zuurbestendige kleding. Zuurspatten moeten met overvloedig water van alle getroffen delen afgespoeld worden. Indien er spatten in de ogen zijn gekomen moet een arts geraadpleegd worden. 2) GEVAAR "EXPLOSIE" Als een accu geladen wordt, komt zuurstofgas en waterstofgas vrij. De hoeveelheid die ontstaat is het grootst als de accu geheel geladen is, en is evenredig met de laadstroom. Het zuurstofgas en het waterstofgas vermengen zich in de vrije ruimte boven de platen en vormen zo het bijzonder explosieve knalgas. Dit mengsel is zeer explosief. De kleinste vonk of warmtebron kan een explosie veroorzaken. De ontploffing is zo hevig dat de accu uit elkaar kan spatten en het accuzuur in het rond vliegt. Personen in de omgeving lopen gevaar geraakt te worden door brokstukken of zuurspatten. Deze spatten zijn gevaarlijk voor de ogen, het gezicht en de handen en tasten ook kleding aan. Draag handschoenen en zuurbestendige kleding. Gezien de ernst van het explosiegevaar moet de accu dus altijd met de grootste zorgvuldigheid worden behandeld. Iedere kans op vonken moet worden voorkomen. Controleer of alle elektrische stroomverbruikers volledig zijn uitgeschakeld. Schakel de acculader uit voordat u deze aansluit op of losmaakt van de accupolen. Leg nooit metalen voorwerpen op de accu: zij kunnen kortsluiting tussen de polen veroorzaken. Kom nooit dicht bij een accu met open vuur: een lasbrander, een blaaslamp, een sigaret, een brandende lucifer. 80A-2

ACCU Bijzonderheden 80A CONTROLE EN ONDERHOUD Controle op het oog 1. van de bevestiging de accu moet goed vastgezet zijn (aantrekkoppel 12 N.m). Het te sterk vastzetten is niet nodig en gevaarlijk, want hierdoor kan de bak vervormen of zelfs breken. Een te los vastzetten daarentegen veroorzaakt speling, waardoor de bak kan slijten door het verschuiven en breken door schokken. 2. van de reinheid controleer of de polen vrij zijn van kruipzouten (sulfaten) en maak ze, indien nodig schoon en vet ze in de klemmen op de polen met de juiste aantrekkoppels zijn vastgezet. Een slecht contact kan start- of laadproblemen veroorzaken en door vonken kan de accu ontploffen. Zuurspatten moeten met overvloedig water van alle getroffen delen afgespoeld worden. Indien er spatten in de ogen zijn gekomen moet een arts geraadpleegd worden. LAADTOESTAND VAN DE ACCU Voor de controle van de accu en het te gebruiken materiaal, raadpleegt u de Mededeling "Systematische controle van de accu's voor aflevering van nieuwe auto's". Uitleg van de valideringstest van de acculader. Bij het laden vindt verwarming plaats die sterker en sneller is naarmate de laadstroom groter is. Daarom is het noodzakelijk om een acculader met constante spanning te gebruiken. Test stel de potentiometer voor de regeling van de laadstroomsterkte in op maximaal, lees de spanning af op de lader of aan de accupolen. Als de spanning boven 15 Volt komt, levert de acculader geen constante spanning en is hij (gevaarlijk voor de accu). Stop met laden. 80A-3

280B VERLICHTING VOORZIJDE Automatische verlichting 80B AUTOMATISCH WERKENDE VERLICHTING TIJDENS HET RIJDEN De auto's kunnen uitgerust zijn met dimlichten en de markeringslichten (die bij draaiende motor) automatisch in- en uitschakelen, al naar gelang de lichtsterkte buiten. Activeren De functie wordt verzorgd door de lichtsensor (ingebouwd in de regensensor) en het huis met hulporganen interieur. 1 Regensensor 2 Huis met hulporganen interieur (UCH) 3 Koplampen 4 Lichtschakelaar De functie kan met de lichtschakelaar worden geactiveerd en gedeactiveerd als het huis met hulporganen interieur correct is geconfigureerd (raadpleeg hoofdstuk 87B): zet het contact aan, zet met de lichtschakelaar de verlichting binnen 4 secondes twee keer aan en uit, als de staat van de functie verandert, geeft het instrumentenpaneel een geluidssignaal. Voor de bijzonderheden van het vervangen van de lichtsensor, raadpleeg hoofdstuk 85A "Regensensor". 80B-1

VERLICHTING VOORZIJDE Automatische verlichting 80B UITSCHAKELVERTRAGING VAN DE VERLICHTING Afhankelijk van de uitvoering kunnen de dimlichten (bij stilstaande motor) automatisch in- en uitschakelen, om de voorkant van de auto te verlichten. Deze functie is alleen mogelijk bij contact uit en werkt met tijdsduren van 30 secondes (maximum 2 minuten). Activeren het activeren gebeurt via de lichtschakelaar: zet het contact uit, geef met de lichtschakelaar twee signalen met het grootlicht, het instrumentenpaneel geeft een geluidssignaal, de lichten krijgen voeding gedurende 30 secondes, bij ieder signaal met het grootlicht via de lichtschakelaar wordt de tijdschakeling verlengd met 30 secondes. 80B-2

VERLICHTING VOORZIJDE Rijverlichting 80B De werking van de rijverlichting (running-lights) in bepaalde landen wordt verzorgd door het huis met hulporganen interieur. Daarnaast bevat de zekering-relaisplaat speciale shunts voor de voeding van de lichtschakelaar (onderdeelnummer 77 00 821 578). Om toegang te krijgen tot de zekering-relaisplaat Bouw uit: het dashboardkastje dat vastgezet is met de schroeven (B), Om deze functie in- of uit te schakelen: plaats de shunts (A): werking zonder rijverlichting: shunt aanwezig, werking met rijverlichting: shunt verwijderd, configureer het huis met hulporganen interieur met de diagnoseapparaten met het menu "commando", "configuratie van het systeem", en selecteer vervolgend met of zonder "rijverlichting" (raadpleeg hoofdstuk 87B). plaats de twee speciale relais op de houders (C). plaats de relais op de zekering-relaisplaat Optie, raadpleeg voor hun plaats hoofdstuk 81C (Controleer de aanwezigheid van de bedrading). 80B-3

VERLICHTING VOORZIJDE Koplampen 80B UITBOUWEN (alle types) de bevestigingsschroeven (C). Bijzonderheden van de koplampen met xenonlampen (raadpleeg het hoofdstuk "Xenonlampen"). LET OP: De xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning. De accu moet daarom losgekoppeld worden, voordat u aan de werkzaamheden begint. De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen). Bouw uit: de kap (A), de sierlijst van de regengoot die met drie bouten (B) vastzit. Wip de koplamp los door deze naar voren te trekken. Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de schildbumper (raadpleeg het hoofdstuk "Carrosserie"), 80B-4

VERLICHTING VOORZIJDE Koplampen 80B INBOUWEN BELANGRIJK: Na het monteren van de koplampen, moet u deze afstellen: zet de auto op een horizontale ondergrond, controleer of de auto leeg is met, indien mogelijk, een volle brandstoftank, zet de stelknop op 0, verdraai schroef (D) voor de hoogte-afstelling, verdraai schroef (E) voor de richtingafstelling, N.B.: Gebruik voor de richtingsafstelling (schroef E) een kruiskop schroevendraaier. Heeft de auto xenonkoplampen, dan moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (raadpleeg hoofdstuk "Xenonkoplampen, initialiseren van het systeem"). AANSLUITINGEN Aansl. 1 Massa 2 Grootlicht 3 Richtingaanwijzer 4 Dimlicht 5 Markeringslicht Omschrijving N.B.: De nummers van de aansluitingen worden van links naar rechts gelezen op alle koplampen. 80B-5

VERLICHTING VOORZIJDE Bevestigingspootjes 80B Bevestigingspootjes voor de koplampen worden verkocht als magazijnonderdeel. De bevestiging van deze pootjes is dezelfde als van de originele pootjes. Onderdeelnummer van de reparatieset: bevestigingspootjes koplamp rechts (77 01 207 176), bevestigingspootjes koplamp links (77 01 207 177). 80B-6

VERLICHTING VOORZIJDE Lampen 80B VERVANGEN Voor het vervangen van de lampen moet de koplamp gedeeltelijk uitgebouwd worden. LET OP: Voordat u begint, moet u eerst de bumper (gedeelte onder de koplamp) met afplaktape beschermen. Bouw uit: de kap (A), de drie bouten (B) waarmee de sierlijst van de regengoot vasthouden, de bouten (C) van de grille, de bouten (F) waarmee de koplamp vastzit. het radiateurrooster door op de grendels (D) en (E) te drukken, Maak de koplamp los door deze naar voren te trekken, tot hij de bumper raakt. 80B-7

VERLICHTING VOORZIJDE Lampen 80B LAMPEN VAN RICHTINGAANWIJZER Alleen voor de lampen van richtingaanwijzer hoeft de koplamp niet uitgebouwd te worden. Bouw uit: de afdichtkap (1) (1/4 slag linksom), de lamphouder (1/4 slag linksom), LAMPEN VAN MARKERINGSLICHT, DIMLICHT, GROOTLICHT Voor het vervangen van de lampen verwijdert u de afdichtkap (2). OPMERKING: Voor het vervangen van de xenonlampen, raadpleegt u het hoofdstuk "Xenonlampen". 80B-8

VERLICHTING VOORZIJDE Koplampverstelling vanuit interieur 80B UITBOUWEN - INBOUWEN KOPLAMPSTELKNOP" AANSLUITINGEN Om de stelknop uit te bouwen, moet zijn steun uitgebouwd worden. Bouw uit: de kap van de schroef, de twee bevestigingsschroeven (A), de handgreep van de automatische parkeerrem, de steun van de stelknop. Maak de stekkers los en maak daarna de knop los van zijn steun. Stand van de knop Uitgaande stuurspanning (in volt) 4 11 Volt 3 8,5 Volt 2 6 Volt 1 3,5 Volt 0 1,1 Volt Aansl. Omschrijving 1 Informatie dimlichten 2 Massa 3 + na contact 4 Uitgang stuursignaal 80B-9

VERLICHTING VOORZIJDE Koplampverstelling vanuit interieur 80B STELMOTOR AANSLUITINGEN UITBOUWEN N.B.: Voor het uitbouwen van de stelmotor, moet de koplamp uitgebouwd worden. Maak de stekker los van de koplampstelmotor. Aansl. Omschrijving 1 Massa 2 Commando stelmotor 3 Voeding Verdraai de stelmotor een achtste slag naar buiten (A) om hem vrij te maken van de koplamp. N.B.: De xenonkoplampen hebben specifieke stelmotors. Maak het kogeldraaipunt los van de reflector door de stelmotor iets te kantelen (B). INBOUWEN Houd de reflector naar achteren door aan de lampvoet te trekken. Klik het kogeldraaipunt in de klem van de koplamp. Plaats de stelmotor op de koplamp. Verdraai de stelmotor een achtste slag naar binnen om hem vast te zetten in de koplamp. Sluit de stekker aan. Voer de afstelling uit. 80B-10

VERLICHTING VOORZIJDE Mistlichten 80B UITBOUWEN Bouw de voorbumper uit (raadpleeg het hoofdstuk "Carrosserie"). Draai de twee bevestigingsschroeven (A) los. INBOUWEN Geen bijzonderheden, vergeet echter niet de twee mistlichten af te stellen. Open het toegangsklepje (B) en voer de afstelling uit. N.B.: De afstelling is mogelijk met een inbussleutel van 6 mm. 80B-11

580C XENONLAMPEN Algemeen 80C Deze auto's moeten uitgerust zijn met: een systeem dat de stand van de koplampen automatisch aanpast van de belasting van de auto, koplampsproeiers. LET OP: Een koplamp met een xenonlamp mag nooit gemonteerd worden in een model dat hier niet voor is ontworpen. BESCHRIJVING Het systeem omvat: twee koplampen met een conventioneel markeringslicht(a), een lamp voor het grootlicht type H1 (B), een xenonlamp voor het dimlicht (C) type D2S en een oranje lamp voor het knipperlicht (D). twee rekeneenheden (voorschakeleenheden) ingebouwd in de koplampen (E) (een per koplamp). Deze lampen hebben geen gloeidraad. Het licht van deze lampen wordt opgewekt door twee elektrodes in een kwarts lamp gevuld met een gas (xenon) onder hoge druk. De elektronische voorschakeleenheid, in de koplamp ingebouwd, krijgt voeding van de accu (12 volt) en wekt een gecontroleerde ontstekingsspanning op van 20 000 volt en daarna een stabiele wisselspanning van 85 volt als de lamp brandt. Automatisch correctie van de stand van de koplampen afhankelijk van de belading van de auto: Het automatische correctiesysteem moet ervoor zorgen dat (bij een verandering van de belading van de auto), de hoogte van de lichtbundel constant blijft op de in de fabriek of in de werkplaats ingestelde afstelwaarde. Het systeem kan worden gecontroleerd met het diagnoseapparaat. Telkens als het storingsgeheugen wordt gewist, draaien de stelmotors de koplampen naar beneden. 80C-1

XENONLAMPEN Algemeen 80C een opname element achter voor de hoogte (F) onder de zijkant links van de auto. Het registreert de hoogte van de carrosserie en geeft deze door aan het opname element/rekeneenheid. twee specifieke stelmotors (H) aan de achterkant van elke koplamp. een opname element voor/rekeneenheid (G) dat de hoogte van de voortrein registreert. De rekeneenheid regelt de stand van de koplampen afhankelijk van de variaties van de stand van de bodemplaat bij het remmen en de verandering van de belading. N.B.: De informatie rijsnelheid wordt gebruikt om de hoogte van de lichtbundel bij hoge snelheid aan te passen 80C-2

XENONLAMPEN Principeschema 80C 1 stelmotor 2 koplamp 3 rekeneenheid (voorschakeleenheid) 4 opname element voor / rekeneenheid 5 opname element achter A + verlichting B + na contact C Diagnoseverbinding D Informatie rijsnelheid E Massa 80C-3

XENONLAMPEN Opname element hoogte achter 80C UITBOUWEN Bouw uit: de akoestische stang die met de bouten (A) vastzit, de uitlaatklem (B), de trekstang die de brandstofslangen (bout C) vasthoudt, het hitteschild, achterste bevestiging (bout D) en centrale bevestiging (klemmetjes E), het opname element wagenhoogte achter (F) dat met een bevestigingsbout vastzit. INBOUWEN LET OP: Elk beschadigd hitteschild moet worden vervangen en correct worden ingebouwd. BELANGRIJK: Na het monteren van het geheel, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "Initialisatie"). 80C-4

XENONLAMPEN Opname element hoogte achter 80C AANSLUITINGEN Aansl. Omschrijving 1 Massa 2 Niet gebruikt 3 Niet gebruikt 4 Niet gebruikt 5 Voeding 6 Signaal opname element 80C-5

XENONLAMPEN opname element voor / rekeneenheid 80C UITBOUWEN Bouw uit: het linker voorwiel, de moer (A) die de kogel met de draagarm verbindt en draai de bouten (B) los. Maak de stekker van het opname element los en bouw het uit. INBOUWEN BELANGRIJK: Na het monteren van het opname element voorrekeneenheid, is het noodzakelijk om het systeem te initialiseren en de koplampen in te stellen (zie hoofdstuk "Initialisatie"). AANSLUITINGEN Aansl. Omschrijving 1 Massa 2 Voeding 3 Signaal opname element achter 4 Signaal rijsnelheid 5 Diagnoseverbinding 6 Signaal verlichting 7 Commando's stelmotors 8 Voeding opname element achter N.B.: Voor het uitbouwen van het opname elementrekeneenheid is het niet noodzakelijk om zijn houder (C) uit te bouwen. BELANGRIJK: Na het vervangen van de het opname element voorrekeneenheid, moet u het autotype configureren met de diagnoseapparaten en het systeem initialiseren. 80C-6

XENONLAMPEN Koplampen 80C UITBOUWEN - INBOUWEN De methode voor het uitbouwen/inbouwen van de xenonkoplampen is dezelfde als de methode voor de andere koplampen. LET OP: De xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning. Het is daarom van groot belang de stekker van de koplamp los te maken en te wachten tot de rekeneenheid (voorschakeleenheid) is afgekoeld voor de demontage. De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen). AANSLUITINGEN Aansl. Omschrijving 1 Massa 2 Grootlicht 3 Richtingaanwijzer 4 Dimlicht 5 Markeringslicht N.B.: De nummers van de aansluitingen worden van links naar rechts gelezen op alle koplampen. 80C-7

XENONLAMPEN Stelmotors 80C UITBOUWEN N.B.: Voor het uitbouwen van de stelmotor, moet de koplamp uitgebouwd worden. AANSLUITINGEN Verdraai de stelmotor een achtste slag naar buiten (A) om hem vrij te maken van de koplamp. Maak het kogeldraaipunt los van de reflector door de stelmotor iets te kantelen (B). INBOUWEN Om het inbouwen aan de stelmotor te vergemakkelijken, verwijdert u de afdichtkap en houdt u de reflector van de koplamp vast. Aansl. 1 Massa Omschrijving 2 Commando stelmotor 3 Voeding N.B.: De xenonkoplampen hebben specifieke stelmotors. OPMERKING: Als de dimlichten branden bij het aanzetten van het contact, gaan de stelmotors naar omlaag en dan weer terug naar een middenstand. BELANGRIJK: Na het monteren van de stelmotors, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "Initialisatie"). 80C-8

XENONLAMPEN Lampen 80C UITBOUWEN LET OP: De xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning. Het is daarom noodzakelijk om de koplamp voor het demonteren los te maken. De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen). Maak de stekker los van de lamp (1) door hem een kwart slag linksom te draaien. Bouw de lamp uit door de bevestigingsklemmetjes (2) los te maken. INBOUWEN Houd de lamp van aan de lampvoet (raak het glas niet aan, maak het anders schoon met een in alcohol gedrenkte pluisvrije doek). Breng de lamp op zijn plaats. De nok (4) moet tegenover de groef van de koplamp liggen. Plaats de stekker op de lamp door hem een kwart slag te draaien. N.B.: Voor het uitbouwen van de lamp moet de koplamp gedeeltelijk worden uitgebouwd (zie hoofdstuk "Verlichting voorzijde", "Lampen"). BELANGRIJK: Na het vervangen van een xenonlamp, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "Initialisatie"). LET OP: Behandel de lamp zeer voorzichtig want de geleider aan de buitenkant (3) is bijzonder kwetsbaar en mag niet verbuigen. 80C-9

XENONLAMPEN Rekeneenheid (voorschakeleenheid) 80C LET OP: De xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning. De accu moet daarom losgekoppeld worden, voordat u aan de werkzaamheden begint. De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen). Maak de stekker los van het markeringslicht (C) en grootlicht (D) zodat de stekker (A) er langs kan. Verwijder de rekeneenheid. Maak de stekker (E) los. Verwijder de rekeneenheid en noteer de ligging van de hoogspanningskabel. UITBOUWEN Bouw uit: de betreffende koplamp, de afdichtkap, de stekker (A) van de lamp door hem een kwart slag linksom te draaien. de twee bouten (B) om bij de rekeneenheid te kunnen komen. INBOUWEN Let op de juiste ligging van de hoogspanningskabel. BELANGRIJK: Na het monteren van rekeneenheid, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "Initialisatie"). 80C-10

XENONLAMPEN Initialiseren van het systeem en afstellen van de koplampen 80C Dit moet worden gedaan na elke reparatie aan een koplamp, een opname element of aan een onderdeel van de voor- of achtertrein. Zet de auto op een horizontale vloer. BELANGRIJK: Zet de parkeerrem niet vast. controleer of de bagageruimte van de auto leeg is. Stap tijdens deze procedure niet in de auto. Controleer of de bandenspanning correct is en open de motorkap. Stel het koplampafstelapparaat in en zet het op zijn plaats. Sluit het diagnoseapparaat aan controleer of er geen storing is. Zet het contact aan, schakel de dimlichten in, selecteer en valideer de rekeneenheid "Gasontladingslamp". Geef het commando: "AC010: Calibratie rekeneenheid". BELANGRIJK: Het initialiseren van het systeem is niet mogelijk: als de rijsnelheid afwezig is of niet nul, als de stand van een opname element buiten de tolerantie is, als de configuratie van de rekeneenheid niet correct is uitgevoerd. OPMERKING: Het is mogelijk om te controleren of het systeem is geïnitialiseerd: De waarde van het opname element voor, zichtbaar met parameter "PR017: Hoogte voor" moet gelijk zijn aan de waarde van de oorspronkelijke hoogte voor (PR004), de waarde van het opname element achter, zichtbaar met parameter "PR018: Hoogte achter" moet gelijk zijn aan de waarde van de oorspronkelijke hoogte voor (PR005). Zonder het contact uit te zetten, met behulp van een koplampafstelapparaat, stelt u de hoogte in via schroef (1) en de richting via schroef (2) met een kruiskop schroevendraaier. BELANGRIJK: De stand van de auto mag niet veranderen tussen het initialiseren en het afstellen van de koplampen. Deze twee handelingen vormen één geheel. 80C-11

181A ACHTERLICHTEN Licht in achterscherm 81A De achterlichten zijn in twee delen uitgevoerd, een in het scherm en een in de achterklep. AANSLUITINGEN UITBOUWEN Maak de stekker los. Verwijder de achterste bevestigingsschroef (A). Bouw het licht uit. Stekker lichten in achterscherm Aansl. 1 2 3 4 5 Knipperlicht Remlicht Niet gebruikt Markeringslicht Massa Omschrijving Om bij de lampen te kunnen komen, wipt u de lamphouder los door het lipje (B) in te drukken. 81A-1

ACHTERLICHTEN Licht in achterklep 81A UITBOUWEN Voorbeeld voor het achterlicht links: Verwijder de achterste bevestigingsschroef (C). Bouw het lamphuis uit en maak de stekker los. Om bij de lampen te kunnen komen, wipt u de lamphouder los door het lipje (D) in te drukken. AANSLUITINGEN Stekker lichten achterklep links Aansl. 1 2 3 4 5 Mistachterlicht Markeringslicht Niet gebruikt Achteruitrijlicht Massa Omschrijving Stekker lichten achterklep rechts Aansl. 1 2 3 4 5 Massa Achteruitrijlicht Niet gebruikt Markeringslicht Mistachterlicht Omschrijving 81A-2

ACHTERLICHTEN Verhoogd remlicht 81A UITBOUWEN Wip de ruitensproeier (D) los en bouw het licht uit. Bouw uit: het toegangsluik, de twee bevestigingsschroeven (A). Maak het dopje (B) vrij en maak de voedingsstekker los van het licht. Wip het licht los door op de nokjes (C) te drukken. N.B.: De hebben een remlicht met diodes. 81A-3

181B BINNENVERLICHTING Algemeen 81B BIJZONDERHEDEN De auto's hebben, afhankelijk van de uitvoering: onafhankelijke verlichting onder de portieren (die brandt bij het openen van het betreffende portier), tijdgeschakelde binnenlichten (voor en achter), verlichting onder het dashboard en verlichting onder de voorstoelen gekoppeld aan de binnenlichten, verlichting in de bagageruimte, verlichte make-up spiegels in de zonnekleppen. WERKING VAN DE TIJDSCHAKELING De binnenverlichting (plafond en voetenruimtes) worden direct ingeschakeld door het huis met hulporganen interieur: bij het openen van een portier of de achterklep, bij het ontgrendelen van de portieren via de afstandsbediening (of de handsfree functie), bij het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de kaartlezer. Bij het uitschakelen van de binnenverlichting gebruikt het huis met hulporganen interieur, afhankelijk van het geval, een vertraging: uitschakeling zonder vertraging: bij het vergrendelen van de portieren via de afstandsbediening (portieren/klep gesloten) uitschakeling met vertraging: na het sluiten van het laatste portier/klep, bij het ontgrendelen van de portieren/klep via de afstandsbediening, bij het aanzetten van het contact (geleidelijk). N.B.: Als een portier of klep lang open staat, zonder aanzetten of uitzetten van het contact, dooft het huis met hulporganen interieur de binnenverlichting na een vertraging van ongeveer 45 minuten. 81B-1

BINNENVERLICHTING Binnenlicht 81B BINNENLICHTEN Afhankelijk van de plaats van het binnenlicht en het uitrustingsniveau van de auto,kan het licht zijn voorzien van: een enkele centrale lichtschakelaar, een centrale lichtschakelaar en een kaartleeslampje, een centrale lichtschakelaar en twee kaartleeslampjes, een centrale lichtschakelaar met regelbare lichtsterkte en twee kaartleeslampjes. UITBOUWEN - INBOUWEN Voor het uitbouwen van het binnenlicht in het dak: wip de doorschijnende kap (1) los, trek aan de bevestigingsgrendels (2), maak met een draaiende beweging de stekker los. CENTRAAL BINNENLICHT Aansl. 1 2 3 4 5 6 Omschrijving Niet gebruikt Signaal van het huis met hulporganen interieur Verbinding binnenlicht achter (regelweerstand) + Verlichting + permanent Massa BINNENLICHT ACHTER Aansl. 1 2 3 4 5 6 Omschrijving Niet gebruikt Signaal van het huis met hulporganen interieur Verbinding binnenlicht achter (regelweerstand) + Verlichting + permanent Massa 81B-2

BINNENVERLICHTING Verlichting make-up spiegel 81B Afhankelijk van de uitvoering, hebben de make-up spiegels verlichting in de hemelbekleding. De schakelaar bevindt zich op het klepje (1) van de spiegel in de zonneklep (2). De stroom naar de verlichting (3) loopt via de centrale bevestiging (4) van de zonnekleppen. N.B.: de werking van de schakelaar kan worden gecontroleerd met een multimeter op (5) : klepje van de spiegel gesloten (schakelaar open) = lamp uit = weerstand oneindig, klepje van de spiegel open (schakelaar gesloten) = lamp aan = weerstand nul, 81B-3

181C ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESCHRIJVING De zekering/relaisplaat is vastgeklemd tegen het huis met hulporganen interieur in het dashboard aan bestuurderszijde. Bij het vervangen van de zekering/relaisplaat, is de plaats van de zekeringen en van de shunts afhankelijk van het uitrustingsniveau. Zij moeten altijd op de zelfde plaats worden overgebracht op het nieuwe onderdeel. 81C-1

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C UITBOUWEN OPMERKING: bij het vervangen van het huis met hulporganen interieur, moeten de configuraties worden genoteerd met behulp van het diagnoseapparaat. de zekering/relaisplaat is vastgeklemd op het huis met hulporganen interieur. Het uitbouwen van het ene onderdeel betekent dat het andere ook moet worden uitgebouwd. ontgrendel het deel dat aan het pedaal vastzit door tegen de grendel te drukken (1) en hem te schuiven (2), ontgrendel het huis van het opname element door tegen de grendel te drukken (3), Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de zijkant van het dashboard aan bestuurderszijde, de afdekplaat onder het dashboard, de handgreep van de automatische parkeerrem die vastzit met de schroeven (A), de steun van de stelknop van de koplampstand (vastgeklemd), kantel het opname element (4), let op dat het bevestigingspootje aan de onderkant (5) niet afbreekt. het opname element koppelingspedaal op de volgende wijze: maak de stekker los, 81C-2

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C Verwijder de bevestigingsbout (B) van het huis met de hulporganen. INBOUWEN Plaats de relais en de shunts op het nieuwe onderdeel op dezelfde plaatsen als op het oorspronkelijke onderdeel. Let op de aansluiting van de stekkers en zet de kabelbundel met een grote klemband (C) vast. Knip het plastic klembandje (C) door dat de kabelbundel vasthoudt. Maak de stekkers los van het huis met hulporganen interieur en van de zekering/relaisplaat. Scheid het huis met hulporganen interieur van de zekering/relaisplaat door op de grendels (D) te drukken. 81C-3

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C 81C-4

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C ZEKERINGSYMBOLEN BESTEMMING VAN DE ZEKERINGEN (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) N Symbool Ampère Omschrijving F1 20A Grootlichten F2 10A Voeding huis met hulporganen interieur - Voeding zekering/relaisplaat - Transponder - Kaartlezer - Startknop - Automatische parkeerrem F3 10A Spraakmaker - Hoogteverstelling xenonlampen - Instrumentenpanelen - Sproeierverwarming - Snelheidsregelaar met afstandsregelaar - Rekeneenheden xenonlampen F4 20A Achteruitrijlichten - Verwarming en airconditioning - Parkeerhulp - Informatie + na contact alarm - Verlichting schakelaar portiersloten - Regensensor - Elektrochroom spiegels F5 15A Tijdschakeling binnenverlichting - Rekeneenheid oprolmechanismes van de voorgordels F6 20A Remlichten - Ruitenwisserschakelaar - Diagnoseaansluiting - Display bandenspanning - Controlelampje kinderveiligheid - Controlelampje portiersloten achter - Verlichting schakelaars ruitbediening F7 15A Dimlicht links - Rekeneenheid xenonlampen F8 7,5A Markeringslicht rechts F9 15A Alarmknipperlichten en knipperlichten F10 10A Communicatiesysteem - Radio - Memory systeem van de bestuurdersstoel F11 30A Spraakmaker - Instrumentenpaneel - Mistlichten voor - Elektrische slotpen achterklep - Airconditioning F12 5A Airbags en gordelspanners F13 5A Rekeneenheid ABS - ESP F14 15A Claxon F15 30A Ruitbediening voor bestuurder - Buitenspiegels 81C-5

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C N Symbool Ampère Omschrijving F16 30A Ruitbediening voor passagier F17 10A Mistachterlicht F18 10A Spiegelverwarming F19 15A Dimlicht rechts F20 7,5A Markeringslichten links - Verlichting via regelweerstand en dashboardkastje - Kentekenverlichting F21 30A Ruitenwissers achter en voor F22 30A Portiervergrendeling F23 15A Accessoiresaansluiting console - Telefoon F24 15A Aansteker F25 10A Stuurkolomgrendel - Achterruitverwarming Zekering stroomonderbreker Deze zekering bevindt zich onder de asbak, in de middenconsole. N Ampère Omschrijving F50 20A Zekering stroomonderbreker: Diagnose aansluiting Radio Controle-eenheid airconditioning Rekeneenheid memory systeem bestuurdersstoel Display klokje/buitentemperatuur/radio Rekeneenheid navigatiesysteem Rekeneenheid bandenspanning Centrale communicatie eenheid Verbinding naar alarm 81C-6

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESTEMMING (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) U1 (24-polige stekker) U2 (24-polige stekker) Aansl. Omschrijving Aansl. Omschrijving 1 Uitgang portiervergrendeling 1 Uitgang relais wisser achter 2 Uitgang portiervergrendeling 2 Ingang + na contact via relais 3 Ingang shunt markeringslicht links voor 3 Ingang + na contact via ruststand relais 4 Niet gebruikt 4 Uitgang + na contact via relais 5 Ingang shunt markeringslicht rechts voor 5 Ingang voeding portiervergrendeling 6 Ingang shunt kentekenverlichting 6 Niet gebruikt 7 8 9 10 Ingang storing zekering markeringslichten rechts Ingang storing zekering markeringslichten links Niet gebruikt Ingang dimlichten 7 8 9 10 Niet gebruikt Uitgang relais portiervergrendeling (openen) Uitgang relais + accessoires 2 Uitgang relais portiervergrendeling (sluiten) 11 Ingang shunt markeringslicht rechts achter 11 Uitgang relais + accessoires 1 12 Niet gebruikt 12 Ingang knipperlicht 13 Niet gebruikt 13 Massa huis met hulporganen interieur 14 Ingang voeding zekering/relaisplaat 14 Niet gebruikt 15 Niet gebruikt 15 Uitgang stuursignaal knipperlicht links 16 Ingang storing remlichten 16 Ingang knipperlicht 17 Ingang shunt markeringslicht links achter 17 Uitgang stuursignaal knipperlicht rechts 18 Niet gebruikt 18 Niet gebruikt 19 Ingang shunt remlicht links 19 Ingang voeding knipperlicht 20 Uitgang portiervergrendeling 20 Uitgang relais grootlichten 21 Ingang shunt remlicht rechts 21 Uitgang relais startvrijgave 22 Ingang remlichtschakelaar 22 Ingang markeringslichten 23 Uitgang portiervergrendeling 23 Uitgang relais voeding via tijdrelais 24 Uitgang portiervergrendeling 24 Ingang voeding huis met hulporganen interieur 81C-7

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C 81C-8

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESTEMMING (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) CGB1 (15-polige stekker) ZWART CGB2 (15-polige stekker) GRIJS WIT WIT Aansl. Omschrijving Aansl. Omschrijving A1 A2 A3 A4 A5 Niet gebruikt + mistlichten voor + relais mistlichten voor + hulporganen ventilateur interieur Niet gebruikt A1 A2 A3 + voor contact via zekering (airconditioning) + voor contact via zekering (airconditioning) + hulporganen via zekering (bedieningspaneel airconditioning) A6 + voor contact via zekering (caravanaansluiting) A4 A5 Commando + sluiten portiervergrendeling Commando + openen portiervergrendeling ZWART A6 Massa Aansl. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 Omschrijving + voor contact via zekering portiervergrendeling + na contact via zekering ABS/ESP + na contact via zekering airbag Niet gebruikt + hulporganen via zekering stuurkolomgrendel Niet gebruikt + hulporganen via zekering radio + hulporganen via zekering aansteker Aansl. B1 B2 B3 B4 B5 B6 ZWART Omschrijving Massa Commando ontgrendelen binnen buiten achterportier Commando vergrendelen buiten achter bestuurder Commando vergrendelen binnen achter Commando vergrendelen binnen voor Commando ontgrendelen buiten bestuurder en binnen voor B9 + hulporganen via zekering aansteker B7 + verlichting markeringslichten B8 Niet gebruikt B9 Commando + tijdschakeling verlichting bagageruimte 81C-9

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESTEMMING (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) CGB3 (15-polige stekker) BRUIN CGB4 (15-polige stekker) GROEN WIT WIT Aansl. Omschrijving Aansl. Omschrijving A1 + dimlicht A1 Niet gebruikt A2 A3 A4 A5 A6 Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Commando + zekering claxon Commando + zekering mistachterlicht A2 A3 A4 A5 Commando relais vergrendelen functie achter Na contact of voor contact ruitbediening achter Commando relais ruitbediening achter Niet gebruikt ZWART A6 Commando + achterruitverwarming Aansl. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 Omschrijving + dimlicht rechts + dimlicht links Commando + via zekering spiegelverwarming Commando + via zekering mistachterlicht Niet gebruikt +accessoires voor contact via zekering ruitbediening bestuurder passagier Commando verlichting interieur + voor contact via zekering ruitbediening bestuurder Commando + claxon Aansl. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 ZWART Omschrijving + voor contact via zekering Niet gebruikt Na contact via zekering accessoires Commando + ruitenwisser achter Niet gebruikt Commando + tijdschakeling binnenverlichting Commando + markeringslicht rechts achter Commando + markeringslicht rechts voor Commando - relais achterruitverwarming 81C-10

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESTEMMING (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) CGB5 (12-polige stekker) BLAUW CGB6 (18-polige stekker) HELDER WIT WIT Aansl. Omschrijving Aansl. Omschrijving A1 + voor contact via zekering A1 Niet gebruikt A2 A3 A4 A5 A6 Niet gebruikt + Na contact + voor contact via zekering portiervergrendeling Niet gebruikt + voor contact via zekering A2 A3 A4 A5 A6 + na contact via zekering commando achterruitverwarming + na contact via zekering commando achterruitverwarming Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt ZWART A7 Commando knipperen knipperautomaat Aansl. B1 Massa Omschrijving A8 A9 Commando knipperlichten links Commando knipperlichten rechts B2 B3 B4 + markeringslicht + starten Commando relais markeringslicht (rijverlichting) Aansl. B1 + grootlichten ZWART Omschrijving B5 Niet gebruikt B2 Niet gebruikt B6 Commando relais dimlicht (rijverlichting) B3 + na contact via zekering remlichten B4 Commando + kentekenverlichting B5 Commando + markeringslicht links achter B6 Commando + markeringslicht links voor B7 Commando remlichten B8 Commando + remlicht rechts B9 Commando + remlicht links 81C-11

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C 81C-12

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C BESTEMMING (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) Aansl. REL 2 REL 7 REL 9 REL 10 REL 11 REL 12 REL 13 REL 18 REL 19 REL 21 REL 22 REL 23 SH 1 SH 2 SH 3 SH 4 Omschrijving Relais achterruitverwarming Relais mistlichten voor Relais ruitenwisser voor Relais ruitenwisser voor Relais ruitenwisser achter / achteruitrijlichten Relais portiervergrendeling Relais portiervergrendeling Relais tijdgeschakelde binnenverlichting Relais hulporganen Relais startvrijgave Relais rekeneenheid/+ na contact Relais accessoires, radio (achteraf inbouw)/ruitbediening achter Shunt ruitbediening achter Shunt ruitbediening voor Shunt rijverlichting Shunt rijverlichting 81C-13

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C Deze zekeringhouder bevindt zich op de zekering/relaisplaat. Bestemming van de zekeringen en relais (afhankelijk van het uitrustingsniveau) N Ampère Omschrijving F26 F27 F28 F29 F30 F31 R17 30A 30A 30A 30A 5A - Zekering caravanaansluiting Zekering open dak Zekering ruitbediening links achter Zekering ruitbediening rechts achter Zekering stuurwielhoeksensor Niet gebruikt Relais ruitbediening 81C-14

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C De zekering/relaisplaat opties (A) bevindt zich voor het dashboardkastje aan passagierskant. BESTEMMING VAN DE ZEKERINGEN EN RELAIS (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) N Ampère Omschrijving F32 F33 F34 F35 F36 F37 R3 R4 R5 R6 R7 - - 15A 20A 20A 20A Niet gebruikt Niet gebruikt Zekering voeding elektrische stoel bestuurder Zekering stoelverwarming bestuurder en passagier Zekering elektrische stoel bestuurder Zekering elektrische stoel passagier Relais voeding stoelen Relais markeringslicht voor rijverlichting Relais dimlichten voor rijverlichting Relais koplampsproeierpomp Relais onderbreken remlichten 81C-15

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C Motorzijde BESTEMMING VAN DE ZEKERINGEN (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) N Ampère Omschrijving F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 F8 F9 F10 F11 F12 F13 F14 F15 F16 F17 F18 F19 F20 F21 F22 F23 7,5A 10A 30A 5A-15A 30A 10A - - 20A 20A* 30A 70A 70A 70A 60A 40A 40A 70A 70A 60A 60A 80A 60A Zekering automatische transmissie Zekering extra verwarming Zekering relais inspuitsysteem Zekering automatische transmissie Zekering brander extra verwarming - Relais brandstofverwarming Zekering rekeneenheid inspuitsysteem - Brandstofverwarming Niet gebruikt Niet gebruikt Zekering ventilateurmotor langzaam / airconditioning Zekering rekeneenheid ABS/ESP Zekering claxon Zekering voorverwarming diesel Zekering koelvloeistofverwarmingselementen Zekering koelvloeistofverwarmingselementen Zekering ventilateurmotor langzaam en snel Zekering koplampsproeiers - Relais ruitverwarming Zekering rekeneenheid ABS/ESP Zekering interieur Zekering interieur Zekering interieur Zekering voeding zekering stroomonderbreker Niet gebruikt Zekering Ruitenwisser voor en automatische parkeerrem * Sommige auto's hebben een zekering van 30A. Monteer, bij het vervangen, een zekering van 20A. 81C-16

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C Motorzijde BESTEMMING VAN DE RELAIS (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) Motor F4R - G9T N Omschrijving R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11 Relais extra verwarming Relais koelventilateur langzaam Niet gebruikt Niet gebruikt Relais extra verwarming Relais brandstofpomp Relais brandstofverwarming Relais navoeding inspuitsysteem Relais ventilateurmotor langzaam Relais ventilateurmotor Relais extra verwarming Motor V4Y N Omschrijving R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11 Niet gebruikt Relais ventilateurmotor Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Relais inspuitsysteem Relais veiligheid gemotoriseerd smoorklephuis Relais navoeding inspuitsysteem Relais ventilateurmotor Relais ventilateurmotor Niet gebruikt 81C-17

ZEKERINGEN Zekering/relaisplaat 81C Motorzijde BESTEMMING VAN DE RELAIS (AFHANKELIJK VAN HET UITRUSTINGSNIVEAU) Motor P9X N Omschrijving R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11 Relais extra verwarming 1 Relais ventilateurmotor met airconditioning Niet gebruikt Niet gebruikt Relais extra verwarming 3 Niet gebruikt Relais brandstofverwarming Relais navoeding inspuitsysteem Relais ventilateurmotor met airconditioning Relais ventilateurmotor met airconditioning Relais extra verwarming 2 81C-18

182A STARTVERGRENDELING RENAULT-kaart 82A Bijzonderheid Er is geen noodcode meer maar een reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen tijdens de fabricage: Er staat geen nummer op de RENAULT-kaart. De auto heeft bij aflevering geen etiket waarop de code staat. Voor alle werkzaamheden aan het systeem, kan dit nummer worden opgevraagd via de Technische Dienst van de importeur (zie Service Mededeling 3315E). Bij iedere codeaanvraag, moet het VINidentificatienummer van de auto worden opgegeven, alsmede het fabricagenummer. Hiermee kan de auto exact geïdentificeerd worden om de juiste code te kunnen geven. De RENAULT-kaart is uitgerust met een noodsleutel (1) waarmee het portier geopend kan worden in geval van een storing. De RENAULT-kaart uit het magazijn is niet gecodeerd, heeft geen nummer en geen noodsleutel. De accumulator voor de handsfree functie is geladen. Op de plaats van de noodsleutel is een bescherming (groen) geplaatst. Bij het vervangen van een RENAULT-kaart is het noodzakelijk om de noodsleutel op de plaats van de groene bescherming te zetten en de groene bescherming op de defecte Renault-kaart te plaatsen als deze voor analyse retour wordt gestuurd. N.B.: het is mogelijk om een noodsleutel bij het onderdelenmagazijn te bestellen onder vermelding van de reparatiecode van de auto. Het systeem kan maximaal vier RENAULT-kaarten bevatten. De functie afstandsbediening, het batterijtje en de accumulator (op de handsfree uitvoering), hebben geen functie voor de startvergrendeling. Dit systeem kan, afhankelijk van de uitvoering, gebruik maken van een RENAULT-kaart met handsfree functie. Het is niet mogelijk meer dan één RENAULT-kaart met de handsfree functie uit te rusten. Bij verlies, diefstal of op verzoek van de klant, kan een RENAULT-kaart onbruikbaar voor de auto worden gemaakt. Hij kan, indien nodig, opnieuw aan dezelfde auto worden toegewezen. LET OP: Met dit systeem, is het niet mogelijk verschillende elementen (huis met hulporganen interieur en RENAULT-kaarten of huis met hulporganen interieur en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te vervangen. Deze onderdelen worden ongecodeerd geleverd. Het is namelijk niet mogelijk deze elementen te coderen als geen enkel element de oorspronkelijke code van de auto in zijn geheugen heeft (zie de toepassingstabel). Er is geen manier om een eenmaal in een element van het systeem ingelezen code te wissen. De ingelezen code kan niet gewist worden. 82A-1

182A STARTVERGRENDELING RENAULT-kaart 82A ALGEMEEN De auto heeft startvergrendeling met een herkenningssysteem voor de RENAULT-kaart met een continu variabele code. Een gecodeerde chip (werkend zonder batterij) die onafhankelijk is van de functie afstandsbediening is ingebouwd in elke RENAULT-kaart van de auto. De startvergrendeling wordt enkele secondes na het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de kaartlezer geactiveerd. Dit is te zien aan het knipperen van het rode controlelampje op het instrumentenpaneel en aan het blokkeren van de stuurkolom. Bij de fabricage, wordt een code van twaalf hexadecimale tekens toegewezen aan de auto om de startvergrendeling operationeel te maken. In de werkplaats hebt u de reparatiecode nodig voor het: toevoegen van RENAULT-kaarten, vervangen van een of meer RENAULT-kaarten, onbruikbaar maken van een of meer RENAULT-kaarten (bij verlies of diefstal van een andere kaart bijvoorbeeld), vervangen van het huis met hulporganen interieur. N.B.: Bij het opvragen van de reparatiecode is het chassisnummer van de auto nodig. Per land zijn er verschillende methodes mogelijk (zie Service Mededeling 3315E): Minitel, sprekende computer, technische helpdesk. 82A-2