VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

Transcriptie

1 VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA

2 OPENEN MOTORKAP Motorkap in gesloten toestand

3 OPENEN MOTORKAP Trek de hendel naar achteren en de motorkap is ontgrendeld.

4 OPENEN MOTORKAP In het midden van de motorkap, net onder de kap, zit de ontgrendelings knop om de motorkap verder te ontgrendelen en te openen. Motorkap in ontgrendelde toestand

5 OPENEN MOTORKAP Als de motorkap geopend is kan deze vastgezet worden met de motorkapsteun(1) door het uiteinde van de motorkapsteun in de ovale opening (2) te steken. 1 2

6 VLOEISTOF NIVEAUS CONTROLEREN Koelvloeistof reservoir (expansievat) Koelvloeistof niveau

7 Vulopening ruitensproeivloeistof reservoir VLOEISTOF NIVEAUS CONTROLEREN

8 VLOEISTOF NIVEAUS CONTROLEREN Olie vulopening Olie peilstok

9 Oliepeil controleren 1: Neem de peilstok uit de houder. 2: Veeg de peilstok droog met een doek. 3: Stop de peilstok helemaal terug in de houder en trek daarna de peilstok er weer uit

10 Olie peilen Maximum Minimum Controleer het niveau van de olie op de peilstok. Er moet een laagje olie zitten tussen het minimum en maximum streepje

11 Remvloeistof reservoir Remvloeistof reservoir Controleren remvloeistofniveau.

12 Bediening instrumenten.

13 Verlichting UIT STADSLICHT DIMLICHT Regelaar koplamphoogte Regelaar instrumenten/schakelaar verlichting

14 Verlichting 1 x uittrekken mistlichten voor aan I II 2 x uittrekken mistlichten voor en achter aan

15 Bedieningselementen bij het stuurwiel Bediening radio Claxon

16 Richtinaw. / grootlichthendel Richtingaanwijzer rechts / parkeerverlichting rechts Cruisecontrol Grootlicht aan Richtingaanwijzer links/ parkeerverlichting links Grootlichtsignaal

17 Ruitenwisser bedieningshendel Instellen interval ruitenwissers voor Van je af duwen; 1x, wissen achter, 2x, sproeien achter Bediening ruitenwissers voor Naar je toe trekken; sproeien voor Bediening functies boordcomputer

18 Bediening airconditioning / ventilatie 1. Handmatig instellen snelheid ventilator. 2. Automatisch wordt de ingestelde temperatuur geregeld. 3. Ontwasemingsfunctie voor de voorruit. 4. Functieknoppen handmatig instellen uitstroom opening. 5. Luchtcirculatie, bij het inschakelen van deze functie komt er geen verse lucht meer van buiten maar word de lucht in de auto steeds rond geblazen. Let op! Er komt dus geen frisse lucht van buiten de auto meer binnen, houd deze functie dus niet te lang ingeschakeld! 6. In/uit schakelen airconditioning. zonder airconditioning verbruikt het systeem minder energie, het is alleen niet mogelijk bij uitgeschakelde airconditioning in de automatische stand de temperatuur in de auto lager te brengen dan de buiten temperatuur. 7. Instellen temperatuur. 1 7 Display

19 1. Indrukken: aan / uit. Draaien: volume. 2. Geheugentoets voorgeprogrammeerde zenders. 3. Handmatig zenders zoeken. 4. Overige toetsen. (tijdens het lessen niet belangrijk.) Bediening radio

20 Knoppen bediening electrische ruiten (Portier bestuurders zijde) 1. Zijruit bestuurder. 2. Zijruit passagier voor. 3. Zijruit passagier linksachter. 4. Zijruit passagier rechtsachter. 5. Uitschakelen ruitbedieningsknoppen achterportieren. Als deze knop is ingedrukt is het niet meer mogelijk met de knoppen in de achterportieren de ruiten van de achterportieren te openen

21 Schakelaar bediening buitenspiegels Linker spiegel verstellen Rechter spiegel verstellen Spiegels inklappen

22 Schakelaar midden console 1. Vergrendelen / ontgrendelen portieren. 2. Alarmlichten. 3. Achterruitverwarming. 4. Indicatie uitgeschakelde passagiers airbag. (indien verlicht) 5. Uit/in schakelen Tractioncontrol (TCS). 6. Toets bandenspanningcontrolesysteem. 7. Onder dit klepje zit een audio aansluiting voor bijv. een MP3 speler