INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Transcriptie

1 CITROËN AFTER SALES SERVICE INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR CITROËN DISTRIBUTEUR NIEUWE AUTO'S - Afleveringstechnicus - Coördinator terugroepacties CITROËN ERKEND REPARATEURS - Servicemanager - Technisch specialist / Onderhoudstechnicus LEXIA PROXIA CD 31 Nr /03/05 DEZE MEDEDELING MOET WORDEN VERSPREID ONDER ALLE MEDEWERKERS DIE RECHTSTREEKS OF INDIRECT TE MAKEN HEBBEN MET DE DIAGNOSEAPPARATUUR VAN LEXIA / PROXIA ONDERWERP: Hulp bij de diagnose van de BSI: vergrendeling van opengaande delen. BETREFT: De auto's CITROËN C4 en vernieuwd model C5. Idnl211 1/24

2 Hulp bij de diagnose van de BSI (G05) Vergrendeling van opengaande delen Geldig voor de volgende CITROËN-modellen: C4 Vernieuwd model C5 Behandelde symptomen die door de klant zijn gemeld Het vergrendelen / ontgrendelen van de auto door middel van de HF-afstandsbediening of de sleutel is niet mogelijk. - De achteruitkijkspiegels kunnen niet worden ingeklapt. - De signalering doet het niet. - De drukknop voor het vergrendelen/ontgrendelen van de auto werkt niet. - Het inleren van de sleutels en het synchroniseren van de HF-afstandsbediening zijn niet mogelijk. Idnl211 2/24

3 Inhoudsopgave 1 Benodigd gereedschap 4 2 Garantie 4 3 Contact met de Technische Dienst INLEIDING VOORBEELD VAN TE VERSTREKKEN INFORMATIE 4 4 Aanbevolen voorzorgsmaatregelen 4 5 Herinnering aan de werkwijze VERGRENDELING VAN DE BAGAGERUIMTE: VERGRENDELING VAN OPENGAANDE DELEN TIJDENS HET RIJDEN: THERMISCHE BEVEILIGING VAN DE SLOTEN: EFFECT VAN DEZE FUNCTIE IN DE BSI Programmeren Parametermetingen LOKALISATIE VAN BRUIKBARE SIGNALEN VOOR HET DOORLOPEN VAN HET DIAGNOSESCHEMA 7 6 [G05][S00] Voorafgaande controle van de BSI 8 7 [G05] [S01] Het vergrendelen/ontgrendelen van de auto met de HF-afstandsbediening of met de sleutel is niet mogelijk [G05][S02]: Probleem met de bediening van de achteruitkijkspiegels (inklappen achteruitkijkspiegel) 22 9 [G05][S03]: Signalering - alarmknipperlichten [G05][S04]: Drukknop centrale portiervergrendeling [G05][S05]: Probleem met het inleren en de synchronisatie van de HF-afstandsbediening 24 Idnl211 3/24

4 1 Benodigd gereedschap Een diagnoseapparaat. 2 Garantie LET OP: voor de aanvaarding van de kosten van het vervangen van een BSI moet eerst toestemming worden gevraagd aan de Technische Dienst. 3 Contact met de Technische Dienst 3.1 Inleiding Wij verzoeken u de volgende gegevens bij de fax aan de Technische Dienst te voegen: het nummer of de nummers van het (de) uitgevoerde diagnoseschema('s) (G01 t/m G11), de gevolgde diagnosesessie (S0x), tot welke teststap u gekomen bent (optioneel, afhankelijk van de toegepaste testreeks). 3.2 Voorbeeld van te verstrekken informatie U hebt het diagnoseschema G10 (Ruitenwissers) uitgevoerd, de sessie S06 betreffende de "Controle van de werking van de ruitenwissers achter" en u bent gekomen tot stap 2.1 van het overzicht. U dient dan een kopie van het diagnoseschema, met daarop aangegeven tot welke stap u gekomen bent, mee te faxen. 4 Aanbevolen voorzorgsmaatregelen Vóór iedere andere handeling dient u het volgende te controleren: de accuspanning, de zekeringen, de juiste plaatsing van de shunt op de BSI. (De shunt moet zich bevinden in de positie "klant"), of de BSI niet in noodloopfunctie werkt (zie onderstaand punt Voorafgaande controle van de BSI). Idnl211 4/24

5 5 Herinnering aan de werkwijze 5.1 Vergrendeling van de bagageruimte: Bij bepaalde auto's kan de bagageruimte nadat de auto gereden heeft, alleen worden geopend na het openen van het portier aan de bestuurderszijde. 5.2 Vergrendeling van opengaande delen tijdens het rijden: Het tijdens het rijden vergrendelen van de autoportieren; deze functie is in de auto aanwezig en kan door middel van programmering geactiveerd worden. In het diagnoseapparaat: menu "BSI", "PROGRAMMEREN", "CONFIGURATIE", "VERGRENDELING OPENGAANDE DELEN STARTBLOKKERING ALARM", parameter: "OPTIE VERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN". 5.3 Thermische beveiliging van de sloten: Wanneer de sloten enkele malen achter elkaar worden bediend, treedt de thermische beveiliging van de sloten in werking en werken de sloten gedurende enige tijd niet meer. De activering van deze beveiliging kan op het diagnoseapparaat worden gecontroleerd in: het menu "BSI","PARAMETERMETING", "VERGRENDELING" parameter "THERMISCHE BEVEILIGING VAN DE SLOTEN". Idnl211 5/24

6 5.4 Effect van deze functie in de BSI Programmeren Enkele programmeerparameters zijn opgeslagen in het geheugen van de BSI's: "Optie Vergrendeling tijdens het rijden" (niet / wel aanwezig). "Optie Onafhankelijke ontgrendeling portier aan bestuurderszijde" (niet / wel aanwezig). "Optie Vergrendelingsdrukknop binnen" (niet / wel aanwezig). "Optie HF-ontvangst (vergrendeling)" (niet / wel aanwezig). "Optie Supervergrendeling" (niet / wel aanwezig). "Optie Automatisch opnieuw vergrendelen na een ontgrendeling met de HF-afstandsbediening" (niet / wel aanwezig). "Aanwezigheid ontgrendelingsknop" (ja / nee). "Automatisch opnieuw vergrendelen" ( / nee). "Type vergrendeling" (geen vergrendeling / gewone vergrendeling / supervergrendeling). "Optie Permanente vergrendeling bagageruimte" (niet / wel aanwezig). LET OP: van de bovengenoemde parameters toont het diagnoseapparaat alleen die, welke werkelijk aanwezig zijn in de software van de BSI. Daarom zal het diagnoseapparaat, afhankelijk van de softwareversie van de BSI, mogelijk slechts een deel van de bovengenoemde parameters tonen. Deze parameters zijn toegankelijk vanuit het menu "HANDMATIG PROGRAMMEREN", "CONFIGURATIE", "VERGRENDELING - OPENGAANDE DELEN STARTBLOKKERING ALARM" nadat er een diagnoseapparaat is aangesloten op de BSI Parametermetingen Enkele parameters in de BSI's zijn toegankelijk. Zij zijn toegankelijk vanuit het menu "Parametermetingen", vervolgens via het submenu "Vergrendeling". Idnl211 6/24

7 5.5 Lokalisatie van bruikbare signalen voor het doorlopen van het diagnoseschema Voedingsdraad +CAN BSM Stekker met 28 aansluitingen, grijs - aansluiting 23 BSI Stekker met 16 aansluitingen, groen Tussen aansluiting 3 en 6 (massa) Idnl211 7/24

8 6 [G05][S00] Voorafgaande controle van de BSI Stap 1 Identificatie van een BSI in noodloopfunctie: - Eerste geval: wanneer het contact wordt ingeschakeld en de verlichtingsschakelaar zich in de stand 0 bevindt, gaan de parkeerlichten van de auto branden (achter of voor of allebei). - Tweede geval: de motor loopt, de dimlichten vóór branden en de ruitenwisser vóór wist met intervallen of met lage snelheid. Stap 2 De BSI Vertoont deze de symptomen van de noodloopfunctie? Stap 4 Controleer de zekeringen en de voeding van de BSI repareer ze indien nodig. Stap 3 Einde van het diagnoseschema Stap 5 Sluit een diagnoseapparaat aan op de BSI, selecteer het menu "IDENTIFICATIE". Kunt u de softwareversie van de BSI lezen? Is deze coherent met de gebruikelijke softwareversies? (Softwareversie moet beslist hoger zijn dan 01,00). De BSI reageert niet op het diagnoseapparaat. Ga naar stap 6 Stap 5.1 Einde van het diagnoseschema Controleer de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnosestekker, de toestand van de diverse verbindingen en of de communicatie-interface van het diagnose apparaat functioneert. Als alles in goede conditie is mag de BSI worden vervangen. Ga naar stap 10 Idnl211 8/24

9 Stap 6 Is de BSI nieuw? (afkomstig van de Afdeling Onderdelen) Stap 8 Is de BSI eerder geüpdatet? Stap 7 Einde van het diagnoseschema Vervanging van de BSI is toegestaan. Stap 9 Herhaal het updaten van de BSI ten minste driemaal. Ga naar stap 10 Bij de derde poging is vervanging van de BSI toegestaan. Idnl211 9/24

10 Stap 10 1) Sluit een diagnoseapparaat aan op de BSI. kies het menu "PROGRAMMEREN" en vervolgens "Klantoptie", programmeer de parameter "Typen appèllichten" op "Geen appèllichten". 2) Schakel de appèllichten en de automatische ontsteking van de koplampen uit met behulp van het gebruikersvoorkeurenmenu (de toets MENU op het stuurwiel of op de autoradio). 3) Schakel het contact in (+ APC). Controleer de werking van de parkeerlichten vóór en achter alsmede de werking van de ruitenwisser vóór. De parkeerlichten vóór en achter branden en de ruitenwisser vóór werkt in de stand langzaam of in de stand langzaam interval. Aan een van de twee volgende voorwaarden wordt niet voldaan: de parkeerlichten vóór en achter branden. de ruitenwisser vóór functioneert in de stand langzaam of in de stand interval. Ga naar stap 14 Stap 11 Bedien de drukknop voor het ontsteken van de alarmlichten. Gaat de LED van de drukknop branden als u de drukknop bedient? Stap 13 Sluit een diagnoseapparaat aan op de airbagcomputer. Selecteer het menu "Identificatie". Stap 12 De BSI is de oorzaak Vervanging van de BSI is toegestaan. Bent u in staat de onderdelen van het identificatiescherm van de airbagcomputer te lezen? Stap 13.2 Richt het storingzoeken op de schakelmodule op de stuurkolom (of het vaste middengedeelte van het stuur) en op het CAN multiplexnetwerk carrosserie. Als het CAN netwerk carrosserie in goede conditie is mag de BSI worden vervangen. Stap 13.1 Indien de verbinding tussen de schakelmodule op de stuurkolom en de BSI in goede staat is, vervangt u de schakelmodule op de stuurkolom of het vaste middengedeelte van het stuur (bedieningsblok op de stuurkolom). Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Idnl211 10/24

11 Stap 14 Schakel het contact in. Controleer de werking van de parkeerlichten vóór en achter alsmede de werking van de ruitenwisser vóór. Aan een van de twee onderstaande voorwaarden wordt niet voldaan: de parkeerlichten vóór en achter branden niet de ruitenwisser vóór functioneert in de stand langzaam of in de stand interval. De parkeerlichten vóór en achter zijn branden niet en de ruitenwisser vóór werkt in de stand langzaam of in de stand langzaam interval. Stap 14.1 De BSM is de oorzaak. Richt het onderzoek op de computer. LET OP: programmeer de parameter "Typen appèllichten" in de BSI zoals deze oorspronkelijk was. Stap 16 Schakel het contact in De parkeerlichten vóór branden en de parkeerlichten achter branden niet? Stap 17.2 Vervanging van de BSI is toegestaan. Stap 15.2 Richt uw onderzoek op de verbinding tussen de schakelmodule op de stuurkolom (of het vaste middengedeelte van het stuur) en de BSM, en op de BSM. LET OP: programmeer de parameter "Typen appèllichten" in de BSI zoals deze oorspronkelijk was. Idnl211 11/24

12 7 [G05] [S01] Het vergrendelen/ontgrendelen van de auto met de HF-afstandsbediening of met de sleutel is niet mogelijk. STAP 1 Controleer de accuspanning. Controleer of +APC werkelijk uit is wanneer het contact is afgezet. Voer een ontgrendelingstest uit terwijl u de HF-afstandsbediening aan de bestuurderszijde op een afstand van 1 m van de auto houdt, iets naar achteren: indien ten minste één slot in de auto het doet, ligt het niet aan de BSI, en mag deze niet worden vervangen. Advies voor de BSI Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "programmeren", "configuratie", "VERGRENDELING OPENGAANDE DELEN STARTBLOKKERING ALARM". Controleer de volgende programmeerparameters (indien aanwezig) : "De optie HF-ontvangst" "Centrale portiervergrendeling met de HF-afstandsbediening" "Type vergrendeling" "Type zender van de HF-afstandsbediening" STAP 2 Controle van de batterij van de HF-afstandsbediening (er zijn 3 controlemethoden mogelijk): - Gebruik het controlegereedschap van de HF-afstandsbediening. (4169-T) - Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Parametermetingen", "HF-afstandsbediening" controleer de parameter "Batterij HF-afstandsbediening leeg". - m de batterij uit de HF-afstandsbediening, wacht 10 seconden en meet de spanning van de batterij. De batterij verkeert in goede staat. De batterij is leeg. Ga naar stap Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Vervang de batterij van de HF-afstandsbediening. Idnl211 12/24

13 STAP 3 Is de vergrendeling te bedienen met de HF-afstandsbediening? De supervergrendeling functioneert niet. De vergrendeling functioneert niet. Niet alle sloten worden vergrendeld. STAP 4 Zijn de "Optie Supervergrendeling" en "Optie kinderbeveiliging" geprogrammeerd? Ga naar stap 7 STAP 6 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Controleer de doorverbinding van de bedrading van de BSI naar de sloten. Als de bedrading in goede staat verkeert, vervang dan de BSI of de sloten. STAP 4.1 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Corrigeer de programmering. STAP 5 Functioneert de vergrendeling bij het afsluiten? Het bestuurdersportier wordt niet vergrendeld Alleen het bestuurdersportier wordt vergrendeld Het bestuurdersportier en een ander portier worden vergrendeld Naar stap 16 STAP 5.1 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Controleer of het bestuurdersportier sluit en controleer de bedrading. Naar stap 8 Idnl211 13/24

14 STAP 7 Voer een werkingstest uit "Supervergrendeling van de sloten". Bij geen enkel slot voor OF bij geen enkel slot achter werkt de supervergrendeling Bij ten minste één slot voor en ten minste één slot achter werkt de supervergrendeling STAP 7.1 Controleer de doorverbinding van de bedrading van de BSI naar de sloten. Het ligt mogelijk aan de BSI, vervanging is toegestaan. STAP 6 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Controleer de doorverbinding van de bedrading van de BSI naar de sloten. Als de bedrading in goede staat verkeert, vervang dan de BSI of de sloten. Idnl211 14/24

15 STAP 8 Controle van het bereik van de afstandsbediening: Druk enkele malen op vergrendelen en ontgrendelen op de afstandsbediening terwijl u op een constante afstand om de auto heen loopt. LET OP: wanneer de portiersloten van de auto binnen een korte tijd meerdere malen worden vergrendeld en ontgrendeld, kan de thermische beveiliging aanspreken, waardoor de afstandsbediening tijdelijk niet werkt. Kunnen de portiersloten met de HF-afstandsbediening worden vergrendeld?. Ga naar STAP Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. De auto heeft een schaduwzone. Wij zijn bezig dit probleem op te lossen. Idnl211 15/24

16 STAP 9 Koppel de accu los volgens de handleiding van de auto. STAP 10 Sluit de accu weer aan. koppel het diagnoseapparaat los. Synchroniseer de HF-afstandsbediening door onderstaande synchronisatieprocedure te volgen: 1) Schakel het contact uit en haal de sleutel uit het slot. 2) Wacht een minuut en raak geen enkele afstandsbedieningstoets aan. 3) Steek een sleutel in het stuurslot en schakel het contact in op plus APC. 4) Druk binnen tien seconden op de vergrendelknop en houd deze 5 seconden ingedrukt. 5) Schakel het contact uit en haal de sleutel uit het slot. 6) Herhaal deze procedure vanaf punt 3 met de andere sleutels, of ga anders door naar punt 7. 7) Wacht 30 seconden, de afstandsbediening is actief. Let op: door het indrukken van een toets van een afstandsbedieningsapparaat terwijl dit niet synchroon is, gaat de BSI gedurende een minuut over op de antiscan-modus. Gedurende deze fase wordt de hersynchronisatie geblokkeerd. Kunnen de portiersloten met de HF-afstandsbediening worden vergrendeld? Kunnen de portiersloten met de sleutel worden vergrendeld? Ga naar STAP 11 Functioneert de vergrendeling alleen bij het slot? De vergrendeling werkt 10.1 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Idnl211 16/24

17 STAP 11 Kies op het diagnoseapparaat het menu "Schakelmodule op de stuurkolom", (of het vaste middengedeelte van het stuur), "Uitlezen storingscodes". Wordt de fout "HF-ontvanger" getoond? STAP 12 Koppel het diagnoseapparaat los en wacht op het uitschakelen van de BSI (u hoort een relais klikken). Controleer vervolgens met een multimeter de verandering van de +CAN ten opzichte van de accu op de BSM terwijl u op de HF-afstandsbediening drukt. mt de spanning op de +CAN-draad toe tot 12 volt? 11.1 Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Verhelp het defect aan de schakelmodule op de stuurkolom of het vaste middengedeelte van het stuur. STAP 13 Zijn er 2 HF-afstandsbedieningen? 12.1 Einde van het diagnoseschema m contact op met uw begeleider. Vervangen van de BSI is verboden Ga naar STAP 14 Ga naar STAP 15 Idnl211 17/24

18 STAP 14 Probeer het uit met de tweede autosleutel Koppel het diagnoseapparaat los en wacht op het uitschakelen van de BSI (u hoort een relais klikken). Controleer vervolgens met een multimeter de verandering van de +CAN ten opzichte van de accu op de BSM terwijl u op de HF-afstandsbediening drukt. mt de spanning op de +CAN-draad toe tot 12 volt? 14.2 Advies Vervang de schakelmodule op de stuurkolom of het schakelblok op de stuurkolom van het stuur met vast middengedeelte Advies De eerste HF-afstandsbediening van de auto is buiten bedrijf. Idnl211 18/24

19 STAP 15 Test de HF-afstandsbediening met het testapparaat voor de HF-afstandsbediening. Is de test goed? 15.1 Advies De HF-afstandsbediening van de auto is buiten bedrijf Advies Vervang de schakelmodule op de stuurkolom of het schakelblok op de stuurkolom van het stuur met vast middengedeelte. Idnl211 19/24

20 STAP 16 Controle van de via de BSI verkregen gegevens. Kies op het diagnoseapparaat het menu "Parametermetingen" en vervolgens het menu "Vergrendeling"; veranderen de volgende parameters? Opdracht tot vergrendeling van de sloten Opdracht tot ontgrendeling van de sloten De parameters veranderen. STAP 17 - Kies op het diagnoseapparaat het menu "Testen bedieningsorganen", "Vergrendeling" en voer een test uit "Vergrendeling van de sloten" en "Ontgrendeling van de sloten". - Werkt de centrale portiervergrendeling? Ga naar STAP 18 De parameters veranderen niet Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Controleer de bedrading en de sloten Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Controleer de bedrading en de sloten. Idnl211 20/24

21 STAP 18 Controleer of de bedrading niet onderbroken is. Controleer de sloten van de auto. Verkeren de bedrading en alle sloten in goede staat? 18.2 Einde van het diagnoseschema. Vervanging van de BSI is toegestaan Einde van het diagnoseschema Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan. Idnl211 21/24

22 8 [G05][S02]: Probleem met de bediening van de achteruitkijkspiegels (inklappen achteruitkijkspiegel) LET OP: Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan, (tenzij de BSI de oorzaak is van een storing in de multiplexnetwerken), daar er geen directe uitgang naar de achteruitkijkspiegels is. Te controleren punten: controleer in het diagnoseapparaat in het menu "BSI", "PROGRAMMERING", "CONFIGURATIE", "VERLICHTING SIGNALISATIE ZICHT ACHTERUITKIJKSPIEGEL" de programmering van de volgende parameters als deze aanwezig zijn: Inklappen van de achteruitkijkspiegels met de HF-afstandsbediening, Elektrisch bediende achteruitkijkspiegels met multiplexverbinding, Inklapbare elektrische buitenspiegels met multiplextechnologie, Achteruitkijkspiegels met geheugen, gekoppeld aan de achteruitversnelling, Achteruitkijkspiegels met multiplexverbinding en geheugen Achteruitkijkspiegels met geheugen, gekoppeld aan de achteruitversnelling en de richtingaanwijzers. LET OP: van de bovengenoemde parameters laat het diagnoseapparaat alleen die zien, die daadwerkelijk aanwezig zijn in de software van de BSI. Daarom zal het diagnoseapparaat, afhankelijk van de softwareversie van de BSI, mogelijk slechts een deel van de bovengenoemde parameters tonen. Controleer op aanwezige storingen ter plaatse van de portiermodules en verhelp deze. Controleer de achteruitkijkspiegels. 9 [G05][S03]: Signalering - alarmknipperlichten De alarmknipperlichten gaan niet branden na activering door middel van de HF-afstandsbediening. Kies op het diagnoseapparaat het menu: "BSI", "PROGRAMMEREN", "CONFIGURATIE", "VERLICHTING - SIGNALERING ZICHT ACHTERUITKIJKSPIEGELS" en controleer de programmering van de parameter: "Lokaliseren van de auto door middel van de knipperlichten". Idnl211 22/24

23 Raadpleeg voor andere problemen met de signalering het diagnoseschema: G11 "Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten". 10 [G05][S04]: Drukknop centrale portiervergrendeling Voorafgaande controle: controleer de drukknop voor de centrale portiervergrendeling terwijl de motor loopt. Indien de vergrendeling goed werkt, mag de BSI niet worden vervangen. Stap 1 Drukknop centrale portiervergrendeling is defect Stap 2 Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Parametermetingen", "Vergrendeling", en controleer de overgang van de parameter "Reden van vergrendeling / ontgrendeling van de auto" in de waarde "Drukknop interieur". Verandert de parameter? 2.2 Einde van het diagnoseschema Indien de bedrading tussen de vergrendelingsdrukknop en de BSI in goede staat verkeert, is vervanging van de BSI toegestaan. 2.1 Einde van het diagnoseschema m contact op met uw begeleider. Vervangen van de BSI is verboden. Idnl211 23/24

24 11 [G05][S05]: Probleem met het inleren en de synchronisatie van de HFafstandsbediening Indien het inleren en de synchronisatie van de HF-afstandsbediening voorspoedig verloopt maar de HF-afstandsbediening niet functioneert, vervang dan de sleutel en de HF-afstandsbediening. Synchronisatieprocedure van de HF-afstandsbediening: Schakel het contact uit en haal de sleutel uit het slot. Wacht een minuut en raak geen enkele afstandsbedieningstoets aan. Steek een sleutel in het stuurslot en schakel het contact in op plus APC. Druk binnen tien seconden op de vergrendelknop en houd deze 5 seconden ingedrukt. Schakel het contact uit en haal de sleutel uit het slot. Herhaal deze procedure vanaf punt 3 met de andere sleutels, of ga anders door naar punt 7. Wacht 30 seconden, de afstandsbediening is actief. Deze procedure kan op ieder moment en zonder diagnoseapparaat worden uitgevoerd. Let op: door het indrukken van een toets van een afstandsbedieningsapparaat terwijl dit niet synchroon is, gaat de BSI gedurende een minuut over op de antiscan-modus. Gedurende deze fase wordt de hersynchronisatie geblokkeerd. Idnl211 24/24