GT909NL. Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 GT909NL Gebruikershandleiding Rhodelta b.v. Escudostraat XV Barendrecht Tel Fax info@rhodelta.nl

2 1.0 HANDZENDER OMSCHRIJVING GT889 GT969CH GT889: handzender met 3 knoppen en geïntegreerde Elektronische sleutel. GT969CH: elektronische sleutel. AAN UIT LED SERVICE KNOP 2.0 SYSTEEM TOTAAL INSCHAKELEN (Alarm systeem + Passieve motorblokkering). - Door middel van de GT handzender: Druk op de AAN knop van de handzender, het inschakelen wordt bevestigd door het één keer knipperen van de richtingaanwijzers, de sirene geeft een PIEP signaal (afhankelijk van de instelling), de centrale deurvergrendeling zal de deuren sluiten (indien aanwezig) en de LED die voor 60 seconden constant aan is, hierna zal de LED gaan knipperen. - Door middel van de originele handzender van de auto: Druk op de knop van de originele handzender om de deuren te sluiten, het inschakelen wordt bevestigd door het één keer knipperen van de richtingaanwijzers, de sirene geeft een PIEP signaal (afhankelijk van de instelling), de centrale deurvergrendeling zal de deuren sluiten (indien aanwezig) en de LED die voor 60 seconden constant aan is, hierna zal de LED gaan knipperen. - Door middel van de elektronische sleutel: Plaats de geïntegreerde elektronische sleutel van de GT889 of de elektronische sleutel GT969CH tegen het commandoblok, het inschakelen wordt bevestigd door het één keer knipperen van de richtingaanwijzers en de LED die constant aan is. De centrale deurvergrendeling zal niet worden aangestuurd en de eerste alarm cyclus zal worden aangegeven door beeps van de sirene en de richtingaanwijzers die knipperen SYSTEEM TOTAAL UITSCHAKELEN (Alarm systeem + Passieve motorblokkering). - Door middel van de GT handzender: Druk op de UIT knop van de handzender, het uitschakelen wordt bevestigd door het twee keer knipperen van de richtingaanwijzers, de centrale deurvergrendeling zal de deuren open (indien aanwezig) en de LED gaat uit (de richtingaanwijzers knipperen vier keer indien er en alarm cyclus is geweest tijdens ingeschakeld alarm). - Door middel van de originele handzender van de auto: Druk op de knop van de originele handzender om de deuren te openen, het uitschakelen wordt bevestigd door het twee keer knipperen van de richtingaanwijzers en de LED gaat uit (de richtingaanwijzers knipperen vier keer indien er en alarm cyclus is geweest tijdens ingeschakeld alarm). - Door middel van de elektronische sleutel: Plaats de geïntegreerde elektronische sleutel in de GT889 of de elektronische sleutel GT969CH tegen het commandoblok, het uitschakelen wordt bevestigd door het twee keer knipperen van de richtingaanwijzers en de LED gaat uit (de richtingaanwijzers knipperen vier keer indien er en alarm cyclus is geweest tijdens ingeschakeld alarm).

3 4.0 PASSIEVE MOTORBLOKKERING Indien het systeem niet handmatig door de gebruiker is ingeschakeld zijn er vier verschillende manieren waarop de 2 blokkeringen automatisch inschakelen: - 1ste. Nadat het contact van het voertuig is uitgezet en er geen deuren zijn geopend, zal na 9 minuten, de STATUS LED op het commandoblok zal langzaam GROEN gaan knipperen. De blokkeringen zijn nu ingeschakeld. - 2de. Nadat het contact van het voertuig in uitgezeten en een deur is geopend zal de STATUS LED op het commandoblok na 15 seconden langzaam GROEN gaan knipperen. De blokkeringen zijn nu ingeschakeld. - 3de. Indien het alarm wordt uitgeschakeld en er geen deur wordt geopend en het contact wordt niet binnen 2 minuten aangezet, zullen de blokkeringen automatisch weer inschakelen. Ter bevestiging zal de STATUS LED in het commandoblok langzaam GROEN gaan knipperen. De blokkeringen zijn nu ingeschakeld. - 4de. Indien het gecodeerde signaal op draad nummer 106 voor meer dan 120 seconden niet aanwezig is (b.v. onderbroken draad) zullen de blokkeringen inschakelen. - PASSIEVE MOTORBLOKKERING uitschakelen. Indien alleen de motorblokkering ingeschakeld is (de STATUS LED op het commandoblok knippert langzaan GROEN) kan deze op de volgende wijze worden uitgeschakeld: A MET HET CONTACT VAN HET VOERTUIG AAN: Druk op een van de knoppen van de GT889 handzender. Plaats de geïntegreerde elektronische sleutel in de GT889 handzender, of de GT969CH codesleutel tegen het commandoblok. Het uitschakelen wordt bevestigd doordat de STATUS LED in het commandoblok uit gaat. B MET HET CONTACT VAN HET VOERTUIG UIT: Druk op de UIT knop van de GT889 handzender. Druk op de SERVICE knop van de GT889 handzender. Plaats de geïntegreerde elektronische sleutel in de GT889 handzender of de GT969CH codeslutetel tegen het commandoblok. Het uitschakelen wordt bevestigd doordat de STATUS LED in het commandoblok uit gaat. Indien in plaats van de GT889 handzender of GT969CH de originele handzender van de auto wordt gebruikt, dient het alarm systeem 1 maal in en 1 maal uit geschakeld te worden.

4 5.0 TIJDELIJK UITSCHAKELEN VAN DE OPTIONELE MODULES EN DRAADLOZE INFRA SENSOREN (GT2360C). Om tijdelijk de optionele modules uit te schakelen (b.v. radar module) tijdens het inschakelen van het alarm gaat u als volgt te werk: - Doe het contact van het voertuig twee keer binnen drie seconden aan en uit. De LED op het commandoblok zal gedurende één minuut langzaam GROEN knipperen. - Schakel het alarm in met de GT889 handzender of met de originele handzender van het voertuig. De LED zal constant rood aan gaan ter bevestiging dat de ultrasoon sensoren en optionele modules niet zijn ingeschakeld bij het inschakelen van het alarm. Opmerking 1: Indien het systeem wordt ingeschakeld met de GT889 handzender is het ook mogelijk om de ultrasoon en optionele modules niet in te schakelen door binnen 5 seconden na het inschakelen van het systeem nogmaals op de AAN knop te drukken. Het systeem zal een extra Piep geven en de richting aanwijzers zullen een keer extra knipperen Opmerking 2: De ultrasoon en optionele modules zullen weer worden ingeschakeld bij de eerst volgende inschakeling van het systeem. 6.0 IN GEVAL VAN EEN ALARM CYCLUS. - Druk op de UIT knop van de GT handzender of op de ontgrendel knop van de originele handzender van het voertuig om het systeem uit te schakelen. 7.0 COMFORT SLUITING (optioneel). Indien de functie INGESCHAKELD is, en de auto is uitgerust met deze functie, zullen de ramen automatisch sluiten. Als de optionele modules tijdelijk zijn uitgeschakeld, is het mogelijk om de ramen op een gewenste hoogte te laten sluiten door op de SERVICE knop te drukken. 8.0 BEVEILIGINGEN. Indien het systeem is ingeschakeld zal de status LED constant aan zijn, na 60 seconden zal de LED gaan knipperen. Het contact, de motorkap en kofferbak beveiliging wordt 5 seconden na het inschakelen van het systeem actief. De deurschakelaar, ultrasoon en draadloze sensoren beveiliging worden actief wanneer de LED gaat knipperen. Wordt het systeem ingeschakeld/uitgeschakeld en de kofferbak/motorkap of deur staat open zal de sirene een lange beep toon geven. 9.0 UITSCHAKELEN IN NOODGEVALLEN. In geval van nood (b.v een lege batterij van de handzender) is het mogelijk om het systeem uit te schakelen. Plaats de geïntegreerde elektronische sleutel van de GT889 of de elektronische sleutel GT969CH tegen het commandoblok.

5 10.0 KOFFERBAK OPENEN MET DE ORIGINELE SLEUTEL VAN HET VOERTUIG (alleen voor voertuigen die uitgerust zijn met deze functie). Indien het systeem ingeschakeld is en de kofferbak wordt geopend met de derde knop van de originele handzender van het voertuig, zal het alarm systeem de interieur en de kofferbakschakelaar beveiliging tijdelijk uitschakelen totdat de kofferbak weer wordt gesloten of automatisch na 25 seconden nadat de kofferbak is geopend STATUS LED CONTROLE VAN ALARM MELDINGEN EN AFWIJKINGEN. Laatste alarm cyclus: indien het systeem ingeschakeld is en er een alarm cyclus is geweest (bij het uitschakelen van het systeem knipperen de richtingaanwijzers 4 keer) is het mogelijk aan de status LED te zien waar het alarm op afgegaan is. Als het systeem wordt uitgeschakeld en het contact wordt aangezet zal de LED een aantal keer knipperen zoals aangegeven in ALARM CODE TABEL. Opmerking: Een alarm melding veroorzaakt door het wegvallen van de draadloze communicatie tussen de GT945 sirene en de centrale wordt niet weergegeven. AFWIJKENDE CODE: - lage accu spanning melding: Indien het systeem wordt uitgeschakeld met de handzender, en de accu spanning is 11,6 volt of lager, zal het systeem de richtingaanwijzers niet aansturen. - open deur melding bij inschakelen: Indien bij het inschakelen van het systeem met een GT889 handzender een deur open staat zal het systeem de richtingaanwijzers een keer lang aansturen. - Melding voor een lage GT handzender batterij spanning: Met het systeem uitgeschakeld en als het contact wordt aangezet zal de LED zonder pauzes en GROEN knipperen ( zie ook de tabel voor afwijkende codes). Vervang de batterij van de GT889 om deze melding niet meer te krijgen. - Melding voor een lage GT handzender batterij spanning: Met het systeem uitgeschakeld en als het contact wordt aangezet zal de LED zonder pauzes 3 x GROEN knipperen ( zie ook de tabel voor afwijkende codes). Vervang de batterij van de sensor om deze melding niet meer te krijgen Het achterhalen welke draadloze sensor een lage batterij spanning heeft: A Met het alarm systeem uitgeschakeld en het contact van het voertuig uit, druk dan op de test knop van de draadloze sensor en trigger de sensor (b.v. voor een magneetcontact op de deur en/of raam). B Voor elke keer dat de sensor wordt geactiveerd zal het alarm systeem de LED in het commandoblok drie keer laten knipperen als de batterij van de sensor voldoende geladen is en 3 keer GROEN knipperen als de batterij van de sensor te leeg is. Herhaal deze procedure voor al de draadloze sensoren.

6 ALARM CODE TABEL Status check LED aantal keer knipperen 2 PAUZE Detector waar het alarm op afgegaan is Optionele sensoren Kofferbak/motorkap voor auto's zonder Can Bus 3 PAUZE Draadloze sensoren 4 PAUZE Deurschakelaars 5 PAUZE Motorkap/Kofferbak schakelaar Voor Can-Bus systemen 6 PAUZE Contact geschakeld Status check LED aantal keer knipperen / GROEN GROEN 3 AFWIJKENDE CODE TABEL Detector waar het alarm op afgegaan is Batterij van de GT handzender raakt leeg Batterij van een van de draadloze sensoren raakt leeg SYSTEEM STATUS TABEL LED Kleur Status GROEN Snel knipperen GROEN Langzaam knipperen Constant AAN Ultrasoon/Optionele sensoren uitgeschakeld Passieve motorblokkering ingeschakeld Systeem wordt ingeschakeld Langzaam knipperen Systeem ingeschakeld OPGELET: - Het weergeven van de alarmmelding of afwijking wordt iedere keer weergegeven bij het aanzetten van het contact. - Het geheugen van het alarm systeem wordt gewist na de eerst volgende inschakeling van het alarm systeem. - Wanneer de afwijking is opgelost, wordt deze automatisch uit het geheugen gewist

7 12.0 ONDERHOUD EN WAARSCHUWINGEN. - WASSEN VAN HET VOERTUIG. Het is noodzakelijk dat het systeem niet wordt blootgesteld aan vloeistoffen e.d.er wordt geadviseerd om het systeem tijdens het wassen te beschermen (b.v. met plastic). - CONTROLE VAN DE FUNCTIES. Om een betrouwbaar systeem te hebben is het advies om een periodieke test uit te voeren van alle functies. - GT HANDZENDER Stel de handzender niet bloot aan extreme hitte bronnen, water en schokken. - HOE MOET DE BATTERIJ VAN DE GT HANDZENDER WORDEN VERVANGEN BELANGRIJK! - De plus van de batterij moet naar boven wijzen. - Vervang met een Lithium batterij Mod. CR2032 (3V) Waarschuwing: Gooi lege batterijen bij het chemisch afval - Open voorzichting de behuizing om bij de print te komen Li Li 13.0 HELP EN ONDERSTEUNING. Voor technische vragen en/of opmerkingen kunt U altijd contact opnemen met de technische dienst van Rho-Delta, telefoon TECHNISCHE GEGEVENS. Centrale unit: - Spanning: - Werk temperatuur: - 40 / 85 - Stroomverbruik systeem uitgeschakeld: <7 ma - Stroomverbruik systeem ingeschakeld: <13 ma - Stroomverbruik bij alarmcyclus: <100 ma - Max. toegestane stroomverbruik voor elektrisch sluiten: 5 A - Max. stroomverbruik richtingaanwijzers: 5 A - Max. stroomverbruik van de LED 25 ma - Max. stroomafname van de positieve uitgang 80 ma - Zend frequentie: 868 Mhz