scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 207/4 WIV/Allergie/87 Expertise, dienstverlening en klantenrelaties Kwaliteit van medische laboratoria J. Wytsmanstraat, 4 050 Brussel België www.wiv-isp.be
ISSN: 2294-3382 EXPERTENCOMITE WIV Pannis M. Secretariaat TEL: 02/642.55.22 FAX: 02/642.56.45 China Bernard Coucke Wim Experten/ Leden werkgroep EKE Erna Vanhoeyveld Romy Gadisseur Enquêtecoördinator Vervanger enquêtecoördinator Instelling KUL ULiège TEL: 02/6425385 e-mail: Bernard.china@wiv-isp.be TEL: e-mail: Wim.coucke@wiv-isp.be TEL: 06 34790 FAX: e-mail: erna.vanhoeyveld@uzleuven.be TEL: 04366887 FAX: e-mail: Romy.gadisseur@chu.ulg.ac.be e-mail: Etienne.cavalier@chu.ulg.ac.be Een voorlopige versie van dit rapport werd voorgelegd aan de experten op: 05/0/208 Autorisatie verspreiding rapport: Door Bernard China, enquêtecoördinator, op 9/0/208 Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website: https://www.wiv-isp.be/qml/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_annee.htm FORM 43/24/N V8 2/8
INHOUDSTAFEL INTERPRETATIE VAN HET INDIVIDUELE RAPPORT... 4 DE STALEN... 5 DE TARGETWAARDE... 5 DE STATISTIEKEN... 5 GRAFISCHE VOORSTELLING... 6 CASUS MONSTER 207-0... 7 CASUS MONSTER 207-... CASUS MONSTER 207-2... 5 FORM 43/24/N V8 3/8
INTERPRETATIE VAN HET INDIVIDUELE RAPPORT Naast dit globale rapport, heeft u ook toegang tot een individueel rapport via de toolkit. Hieronder vindt u informatie, die u kan helpen om dit rapport te interpreteren. De positie van uw kwantitatieve resultaten wordt enerzijds gegeven in vergelijking met alle resultaten van alle deelnemers en anderzijds in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die dezelfde methode als u gebruiken. De volgende informatie wordt gegeven: Uw resultaat (R) Uw methode De globale mediaan (M g ): de centrale waarde van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methodes samen. De globale standaarddeviatie (SD g ): maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methodes samen. De globale mediaan van uw methode (M m ): de centrale waarde van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken. De standaarddeviatie van uw methode (SD m ): maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken. De variatiecoëfficiënt CV (uitgebruikt in %) voor alle laboratoria en voor de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken: CV m = (SD m / M m ) * 00 (%) en CV g = (SD g / M g ) * 00 (%). De Z-score: het verschil tussen uw resultaat en de mediaan van uw methode (uitgedrukt als een veelvoud van de SD): Z m = (R - M m ) / SD m en Z g = (R - M g ) / SD g. Het resultaat wordt geciteerd indien Z m > 3. De U-score: de relatieve afwijking van uw resultaat t.o.v. de mediaan van uw methode (uitgedrukt in %): U m = ((R - M m ) / M m ) * 00 (%) and U g = ((R - M g ) / M g ) * 00 (%). Het resultaat wordt geciteerd indien U m > d, waarbij d de vaste limiet is van de betrokken parameter, met name het % maximaal toegelaten afwijking t.o.v. de mediaan van de methode. Een grafische interpretatie van de positie van uw resultaat (R), enerzijds in vergelijking met alle resultaten van alle deelnemers, anderzijds in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die dezelfde methode als u gebruiken, gebaseerd op de methode van Tukey, voor elke parameter en voor elk geanalyseerd staal. R : uw resultaat M m/g : mediaan FORM 43/24/N V8 4/8
H m/g : percentielen 25 en 75 I m/g : interne limieten (M ± 2.7 SD) O m/g : externe limieten (M ± 4.7 SD) De globale grafiek en deze van uw methode worden uitgedrukt volgens dezelfde schaal, op deze wijze zijn beide vergelijkbaar. Deze grafieken geven u een ruw geschatte indicatie van de positie van uw resultaat (R) t.o.v. de medianen (M m/g ). U kan meer details vinden in de 3 brochures die beschikbaar zijn op onze website op het volgende adres: https://www.wiv-isp.be/qml/index_nl.htm (kies BROCHURES in het voorgestelde menu) of rechtstreeks op het volgende adres: https://www.wiv-isp.be/qml/activities/external_quality/brochures/_nl/brochures.htm ) Informatiebrochure over de externe kwaliteitsevaluatieprogramma's voor klinische laboratoria (Algemene informatiebrochure over de externe evaluatie). 2) Statistische brochure (Algemene statistische berekeningsprocedure opgesteld door Professor Albert). 3) Verwerking van gecensureerde waarden (Statistische berekeningsprocedure toegepast op de gecensureerde waarden opgesteld door Professor Albert). De Stalen De stalen 207.0, 207. en 207.2 zijn sera afkomstig van patiënten. De stalen werden afgenomen en verdeeld door het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (Winterswijk, Nederland) volgens de ISO3485:2003 standaard. De sera zijn negatief voor HBV, HCV en HIV. De homogeniteit van de stalen werd volgens de methode van Thompson (Fearn en Thompson, 200) getest. De stabiliteit van de stalen werd ook getest. Na analyse van de resultaten werden de stalen als homogeen en stabiel beschouwd De targetwaarde De targetwaarde is de mediaan van de methode indien het aantal resultaten voor deze methode hoger of gelijk is aan 6. Als het aantal deelnemers <6 is, wordt de groep niet geëvalueerd. Als het aantal gecensureerde waarden te hoog is, wordt geen Z-score berekend maar een algemeen commentaar laat toe om de status van het staal te kennen. De statistieken Globaal en voor elk staal en voor elke parameter werden indien n 6, de mediaan, de standaarddeviatie (SD), de variatiecoëfficiënt CV (%) en het aantal laboratoria berekend. Naast de statistieken van de individuele rapporten, werd een Wilcoxon test toegepast om de methoden onderling te vergelijken voor de parameters per staal waarbij n 6 en indien het aantal gecensureerde waarden de berekening van de beschrijvende statistieken niet verhinderde. FORM 43/24/N V8 5/8
Grafische voorstelling Naast de tabellen met de resultaten, wordt er soms een grafische voorstelling van de resultaten als box en whisker plot toegevoegd. Zij bevat de volgende elementen voor methoden met minstens 6 deelnemers: een rechthoek die gaat van percentiel 25 (P 25 ) tot percentiel 75 (P 75 ) een centrale lijn die de mediaan van de resultaten voorstelt (P 50 ) een ondergrens die de kleinste waarde voorstelt x > P 25 -.5 * (P 75 - P 25 ) een bovengrens die de grootste waarde voorstelt x < P 75 +.5 * (P 75 - P 25 ) alle punten buiten dit interval worden voorgesteld door een cirkel. O = P 75 + 3 * (P 75-P 25) I = P 75 +.5 * (P 75-P 25) LIMIETEN VAN TUKEY H M H I = P 25 -.5 * (P 75-P 25) P 50 P 75 P 25 x < P 75 +.5 * (P 75 -P 25 ) x > P 25 -.5 * (P 75 -P 25 ) < waarde < kwantificatielimiet O = P 25-3 * (P 75-P 25) O I H M H I O M - 4.7σ M - 2.7σ P 25 P 7 M + 2.7σ M + 4.7σ Overeenkomstige limieten in geval van een normale verdeling FORM 43/24/N V8 6/8
Casus Monster 207-0 Man 32 jaar. Heeft chronisch constitutioneel eczeem. Heeft geen hooikoorts maar wel vage klachten in de buurt van harige huisdieren. Tabel. Bepaling van totaal IgE (ku/l) per methode voor het staal 207-0. Total IgE 207-0 045 Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-0) 046 Siemens Dimension Vista - nephelometry Median ku/l SD ku/l 88. 62.9 65.3 66.2 048 Non-Isotopic - Siemens Immulite 4.0 0.4 9. 23 049 Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur 00.2 06 Non-Isotopic-Thermo Fisher/immunoCAP 20.0 9.6 8.0 76 064 Non-Isotopic- Diasys IgE FS 08 Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access 088 Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e 27.4 4.5 3.5 23 2.0 0.9 9.0 32 78.0 98.0 CV % N* 3 * : Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. IGE 00 0 20 30 40 50 048 06 088 Figuur. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. Wilcoxon test toon aan dat methoden 048 en 06 niet significant verschillend zijn (p 0.05) maar dat de methode 088 (Roche) significant verschillend (p<0,05) is van methoden 048 (Siemens) en 06 (Thermo Fisher Scientific). Commentaar.Voor de belangrijkste methoden is IgE normaal tot licht verhoogd. Klinisch zijn de waargenomen verschillen niet relevant. FORM 43/24/N V8 7/8
Tabel 2. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen e in het staal 207-0. e Cat dander 207-0 Median SD CV N ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER SCIENTIFIC/FLUORESCENT 3.6 0.24 7.7 94 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 9.69 0.5 5.3 28 3.26 0.47 4.6 22 e Cat dander 2 4 6 8 0 002 005 Figuur 2. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen e gedetecteerd, in overeensteming met de anamnese. FORM 43/24/N V8 8/8
Tabel 3. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen e5 in het staal 207-0. e5 Dog dander 207-0 E Median SD CV N* ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 2.49 0.6 6.6 92 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 2.09 0.8 8.5 28 050 OTHER 2.50 2.42 0.22 9.2 2 * : Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. e5 Dog dander.6.8 2.0 2.2 2.4 2.6 2.8 002 005 Figuur 3. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen e5 gedetecteerd, in overeensteming met de anamnese. FORM 43/24/N V8 9/8
Tabel 4. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen t3 in het staal 207-0. t3 Betula verrucosa 207-0 Median SD CV N ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT.34 0.0 7.5 92 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 5.8 0.54 9.3 27.39 0.5 0.9 9 t3 Betula verrucosa 2 3 4 5 6 7 002 005 Figuur 4. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen t3 gedetecteerd. FORM 43/24/N V8 0/8
Casus Monster 207- Man 5 jaar. Gezonde donor zonder allergische klachten. Tabel 5. Bepaling van totaal IgE (ku/l) per methode voor het staal 207-. Total IgE 207-045 Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-0) 046 Siemens Dimension Vista - nephelometry Median ku/l SD ku/l < 5.0 CV % < 3.6 < 3.6 < 8.0 048 Non-Isotopic - Siemens Immulite 9.2.0 0.9 23 049 Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur 06 Non-Isotopic-Thermo Fisher/ImmunoCAP..2 0.7 75 064 Non-Isotopic- Diasys IgE FS 08 Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access 8.0 < 7.0 088 Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e.4 0.5 4.6 23.0.3.9 3 7.5 N* 3 * : Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven.. IGE 8 9 0 2 3 048 06 088 Figuur 5. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toon aan dat methoden 088 en 06 niet significant verschillend zijn terwijl de methode 048 (Siemens) significant verschillend (p<0.05) is van methoden 06 (Thermo Fisher Scientific) en 088 (Roche). FORM 43/24/N V8 /8
Commentaar. Voor de belangrijkste methoden is IgE normaal. Klinisch zijn de waargenomen verschillen niet relevant. Tabel 6. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen e5 in het staal 207-. e5 Dog dander 207- Median SD CV N* ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 93 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 0.9 0.03 5.4 28 050 OTHER < 0.35 * Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. 22 Tabel 7. Individuele resultaten per methode voor de bepaling (ku/l) van allergeen e5 in het staal 207-. e5 Dog dander (ku/l ) Survey 207/4 sample 207- Method Median SD CV No.labs THERMO FISHER immunocap/fluorescent (002) Results : 0.5 - < 0.35-0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE (005) Results : 0.22-0.22-0.26-0.24-0.2-0.209-0.206-0.2-0.2-0.2-0.99-0.9-0.9-0.9-0.9-0.84-0.8-0.8-0.74-0.7-0.67-0.6-0.6-0.6-0.5-0.5-0.5-0.5 OTHER (050) 93 0.9 0.029 5.4 28 Results : < 0.35 Wegens het grote aantal gecensureerde waarden, werden de statistieken niet berekend. Commentaar. De methode 002 detecteerde het allergeen niet terwijl methode 005 licht positieve waarden geeft (>0. ku/l). FORM 43/24/N V8 2/8
Tabel 8. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen f4 in het staal 207-. f4 Soya bean 207- Median SD CV N* ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 90 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 25 050 OTHER < 0.0 * Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. 6 Tabel 9. Individuele resultaten per methode voor de bepaling (ku/l) van allergeen f4 in het staal 207-. f4 Soya bean (ku/l ) Survey 207/4 sample 207- Method THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT (002) Results : < 0.35-0. - 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE (005) Results : < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - OTHER (050) Median SD CV No.labs 90 25 Results : < 0. - Wegens het grote aantal gecensureerde waarden zijn de statistieken niet berekend. Commentaar. Ongeacht de methode, werd geen specifiek IgE f4 allergeen gedetecteerd in overeenstemming met de anamnese. FORM 43/24/N V8 3/8
Tabel 0. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen f4 in het staal 207-. f4 Wheat 207- Median SD CV N ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 80 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 20 00 Tabel. Indivivuele resultaten per methode voor de bepaling van IgE (ku/l) tegen allergeen f4 in het staal 207-. f4 Wheat (ku/l ) Survey 207/4 sample 207- Method THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT (002) Results : 0. - 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE (005) Results : < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - < 0. - Median SD CV No.labs 80 20 Wegens het grote aantal gecensureerde waarden zijn de statistieken niet berekend. Commentaar. Ongeacht de methode, werd geen specifieke IgE f4 allergeen gedetecteerd in overeenstemming met de anamnese. FORM 43/24/N V8 4/8
Casus Monster 207-2 Vrouw 57 jaar. Intermitterende rinitis en mild astmatische klachten, meest uitgesproken bij droog en zonnig weer in het voorjaar. Geen last van huisdieren en ook geen anwijzingen voor paraberk syndroom. Tabel 2. Bepaling (ku/l) van totaal IgE in het staal 207-2. Total IgE 207-2 045 Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-0) 046 Siemens Dimension Vista - nephelometry Median ku/l SD ku/l 40.8 3.8 20.4 37.7 048 Non-Isotopic - Siemens Immulite 58.0 7.9 3.7 23 049 Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur 06 Non-Isotopic-Thermo Fisher/Immunocap 6.4 4.3 7.0 76 064 Non-Isotopic- Diasys IgE FS 08 Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access 088 Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e 64.7 2.3 3.5 23 6.8 5.7 9.2 32 * Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. 49.7 27.0 42.9 CV % N* 3 IGE 45 50 55 60 65 70 048 06 088 Figuur 6. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De methoden 048 en 06 zijn niet significant verschillend (p 0.05). De methoden 048 en 088 zijn significant verschillend (p<0.05) en de methoden 06 en 088 ook. (p<0.05). FORM 43/24/N V8 5/8
Commentaar : Ongeacht de methode, lijkt de bepaling van totaal IgE normaal. Tablel 3. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen g5 in het staal 207-2 g5 Lolium perenne 207-2 E Median SD CV N* ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 3.3 0.9 6.2 46 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 6.5 0.65 0.0 050 OTHER 3.5 0.33 0.4 58 * Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. 3.0 g5 Lolium perenne 0 2 3 4 5 6 7 002 005 Figuur 7. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen g5 gedetecteerd, in overeensteming met de anamnese.. FORM 43/24/N V8 6/8
Tabel 4. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen g6 in het staal 207-2. g6 Phleum pratense 207-2 Median SD CV N* ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 2.79 0.30 0.6 83 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 6.53 0.44 6.7 8 050 OTHER 2.83 0.39 3.6 02 * : Indien N<6 werden de statistieken niet berekend en worden de individuele waarden cursief weergegeven. 2.60 g6 Phleum pratense 0 2 4 6 8 002 005 Figuur 8. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen g6 gedetecteerd, in overeensteming met de anamnese. FORM 43/24/N V8 7/8
Tabel 5. Bepaling van specifiek IgE (ku/l) tegen allergeen t4 in het staal 207-2. T4 Hazel pollen 207-2 Median SD CV N ku/l ku/l % 002 THERMO FISHER IMMUNOCAP/FLUORESCENT 0.92 0.08 8.5 67 005 SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE 0.2 0.03 3.4 8 0.90 0.4 5.6 85 T4 Hazel pollen 0.2 0.4 0.6 0.8.0.2 002 005 Figuur 9. Box and whisker plots van de resultaten (ku/l) voor de methoden met 6 of meer gegevens. De Wilcoxon test toont aan dat er een significant verschil is (p<0.0) tussen methoden 002 en 005. Commentaar. Voor beide methoden werden specifieke IgE antistoffen tegen allergeen t4 gedetecteerd, in overeensteming met de anamnese. EINDE Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 208. Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV. De individuele resultaten van de laboratoria zijn vertrouwelijk. Zij worden door het WIV niet doorgegeven aan derden, noch aan de leden van de Commissie, de expertencomités of de werkgroep EKE. FORM 43/24/N V8 8/8