Aardrijkskunde Een dag uit het leven van... een leeftijdsgenoot uit een andere cultuur Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Andere culturen Introduceren thema Andere culturen In dit thema staat de volgende hogere orde denkvraag centraal: In dit thema vergelijken kinderen verschillende culturen met elkaar. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er? Hoe verschilt een dag uit jouw leven van een dag uit het leven van een kind uit een andere cultuur? Zou jij dat kind willen Startopdracht ruilen? Waarom wel / niet? Laat de kinderen het volgende filmpje zien: Leven in een sloppenwijk in Zambia van Schooltv Beeldbank. Je kunt deze De kinderen verwerken de gevonden informatie in twee via onderstaande link vinden of via Google. Bespreek met de dagboekverslagen (voorbeeld zie bijlage), welke een plekje kinderen wat er te zien is. krijgen op een muurkrant. http://bit.ly/w5axaa Eisen In de dagboekverslagen is duidelijk te zien en te lezen hoe de dagindeling eruit ziet. (dagboek van een kind) 1
Verkennen Aan de muurkrant is een onderbouwing toegevoegd waarom kinderen wel of niet zouden willen ruilen met hun leeftijdsgenootje. Er zijn minimaal vijf plaatjes toegevoegd die de tekst op de muurkrant ondersteunen. Aanrommelen Voorkennis activeren Aanrommelen Laat de kinderen in verschillende bronnen (boeken, tijdschriften, filmpjes, internet) het onderwerp verkennen. Wat willen ze graag weten over culturen? Welke culturen zijn er? Hoe zijn ze over de wereld verspreid? Etc. Een bruikbare app hierbij is One Globe Kids (voor Ipad of Iphone). Voorkennis activeren Verdeel de kinderen in groepjes van 4 kinderen. Geef elk groepje een placemat (4 vakken en 1 middenvak) met daarop het onderwerp Culturen Laat de kinderen eerst voor zichzelf opschrijven wat ze al over het onderwerp weten. Vervolgens wisselen de vier kinderen met elkaar uit wat ze weten. De gezamenlijke kennis wordt opgeschreven in het middenvak. Vervolgens wordt dit plenair teruggekoppeld naar de grote groep. 2
Opzetten onderzoek / Concepten uitwerken en selecteren Trechteren Kiezen hogere orde denkvraag Bedenken deelvragen Maken van een planning Trechteren De leerkracht helpt de kinderen zich te richten op de hogere orde denkvraag. Laat hen die onderdelen van de placemat omcirkelen die ze graag verder willen onderzoeken. Als kinderen goede eigen hogere orde denkvragen stellen, worden deze gehonoreerd. Wel moet de leerkracht kritisch kijken of deze vragen onderzoekbaar zijn. 1. Kiezen hogere orde denkvraag De kinderen verkennen de hogere orde denkvraag. De kinderen kunnen er voor kiezen om in tweetallen of een groepje te gaan werken. 2. Invullen planningsdocument (zie bijlage) en opstellen deelvragen De kinderen vullen het planningsdocument van hun onderzoek in. Ze bedenken deelvragen die bij hun hogere orde denkvraag passen. De leerkracht loopt rond en begeleidt de kinderen bij het invullen van het planningsdocument en het bedenken van deelvragen. Mogelijke deelvragen om de hogere orde denkvraag te beantwoorden zijn: Waar woont mijn leeftijdgenootje? Hoe ziet het huis van mijn leeftijdsgenootje er uit? Hoe ziet de kamer van mijn leeftijdgenootje er uit? 3
Uitvoeren onderzoek / Prototype maken Nadat de groepjes hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. Zoeken naar antwoorden op de deelvragen Deelvragen beantwoorden Werken aan dagboekverslagen en posters Mogelijke bronnen Methoden, internet, boeken uit de bibliotheek Knutsel- en tekenmaterialen Multiculturele samenleving Wat is het eerst dat mijn leeftijdgenootje doet als hij/zij op staat? Wat eet hij/zij als ontbijt en ontbijt hij/zij thuis? Hoe en hoe lang gaat mijn leeftijdgenootje naar school? Wat eet mijn leeftijdgenootje als lunch en waar eet hij/zij dit? Welke sporten zou mijn leeftijdgenootje kunnen beoefenen? Wat eet mijn leeftijdgenootje als avondeten en waar eet hij/zij dit? Wat doet mijn leeftijdgenootje van het avondeten tot aan het slapengaan? Hoe ziet mijn dagindeling er eigenlijk uit van s ochtends vroeg tot slapengaan? Hoe ziet een dagboekverslag er eigenlijk uit? Nadat de kinderen hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. De leerkracht begeleidt de kinderen door regelmatig langs te lopen en door gerichte vragen te stellen. Hij geeft tussentijds feedback en laat kinderen samen nadenken en discussiëren of ideeën te onderzoeken en uit te voeren zijn. De leerkracht spreekt met de kinderen af dat hij tussentijds regelmatig het werk wil zien om feedback te geven. Een optie is om vaste momenten in te plannen voor de kinderen. 4
http://bit.ly/1swovrg Hindoestaanse bruiloft http://bit.ly/1x4hzn7 Vergelijking Moslims & Katholieken http://bit.ly/1nrnqau Serie Heilige Huisjes, bijv. http://bit.ly/1qkva4s Er is een app voor de I-pad beschikbaar; One globe kids. Dit is een gratis app die de kinderen kunnen gebruiken bij dit project. Via deze app kunnen de kinderen het leven bekijken van allerlei kinderen over de hele wereld. Je kunt de gratis app downloaden om te kijken hoe de app in elkaar zit. Om daadwerkelijk de informatie over de kinderen te kunnen ontvangen, moet er $1,99 betaald worden per cultuur. Je hebt deze app niet nodig om deze les te kunnen geven, maar het is wel een leuke manier om deze les uit te voeren. Als je er voor kiest om met de app One Globe Kids te werken, moet je aan de volgende zaken denken: Heeft ieder kind de beschikking over een I-pad? Werken de kinderen op school met deze app of doen ze dit (ook) thuis? Gaat iedereen aan de slag met dezelfde cultuur of koop je de verhalen van verschillende kinderen? Laat je de kinderen hun verhaal ook in de app zetten? Spreek af wat de kinderen laten zien. Houden ze zich aan de planning? Waar lopen ze tegenaan? 5
Concluderen/ Testen en optimaliseren Presenteren Verdiepen verbreden Samenvatten en uitwerken van hun hogere orde denkvraag De kinderen presenteren hun werk aan de rest van de groep. Schrijven reflectieverslag Aan het einde van het onderzoeksproces verwerken de kinderen hun bevindingen en antwoorden op hun deelvragen. Vanuit de beantwoording van de deelvragen zoeken ze naar het antwoord op de overkoepelende hogere orde denkvraag. Dit antwoord wordt uitgewerkt in een presentatie voor de klas (met onderbouwing vanuit de beantwoording van de deelvragen). Beoordeling Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de twee dagindelingen (zie eisen opdracht) Er vindt een onderbouwing plaats of de kinderen met hun leeftijdsgenootje zouden willen ruilen. De presentatie mag maximaal 5 á 10 minuten duren. Andere kinderen kunnen vragen stellen over de presentatie en over zaken waar de presentatoren zelf niet aan hebben gedacht. De kinderen schrijven hun eigen reflectieverslag en verwerken de volgende vragen hierin: Hoe vind je dat je deze opdracht hebt gedaan? Hoe was de samenwerking? Ben je tevreden over jouw aandeel? Was de planning haalbaar? Hoe is het eindresultaat? 6
Wat ging er goed en waar ben je dus tevreden over of trots op? Waar ben je tegenaan gelopen? Hoe zou je dat een volgende keer beter kunnen doen? Het reflectieverslag wordt ingeleverd en de leerkracht geeft een korte reflectie vanuit zijn/haar perspectief op het proces en product. Eventueel een beoordeling/cijfer. 7