Gedeputeerde Staten bericht OD brief van: - Commissie Ruimte Ecologie en Water uw kenmerk: ons kenmerk: 09025585 afdeling: Gebiedsontwikkeling behandeld door: G. Van Geffen doorkiesnummer: 01 18-631 71 5 ondewerp: Midterm review Natuurlijk Vitaal (Gebiedsplan West Zeeuwsch-Vlaanderen) verzonden. 24 JU!^ 2609 Middelburg, 21 juli 2009 Geachte commissieleden, In juli 2004 hebben wij het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal vastgesteld, waarna begonnen is met de uitvoering van dit gebiedsplan. Om te zorgen voor een evenwichtige uitvoering van dit plan, is er een gebiedscommissie waarin diverse betrokken overheden en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn. In het gebiedsplan staat dat een tussenevaluatie zal worden gehouden in 2010. De gebiedscomrnissie heeft er echter voor gekozen om al in 2009 een midterm review uit te voeren. Dit omdat in de afgelopen periode in de commissie verschillende keren discussie is gevoerd over de positie, rol en taak van de gebiedscommissie. Ook overheerst in de regio het gevoel van "niet voor ons maar over ons". Daarnaast zijn er inhoudelijke wijzigingen in operationele doelen van het gebiedsplan opgetreden, zoals een keuze voor hoofdzakelijk zeewaartse kustversterking, een andere economische impuls voor Sluis dan het project Sluis aan Zee, aanpassingen aan het plan Cavelot en nieuwe trends in recreatieontwikkeling. De gebiedscommissie heeft het resultaat van deze midterm review (zie bijgevoegde bijlage) nu vrijgegeven voor achterbanraadpleging. Hierbij worden alle achterbannen van de organisaties die in de commissie zitten geraadpleegd. In het kader van deze achterbanraadpleging willen wij graag de mening van de commissie horen over de bijgevoegde concept bijstellingsnota. Wij vragen u daarom om deze te behandelen tijdens uw eerstvolgende vergadering op 1 1 september 2009. Wij willen u hierbij meegeven dat naar onze mening de commissie in deze midterm review ook aandacht zou moeten besteden aan het aantal hectares bedrijventerrein in de regio. Dit in het licht van de uitspraak van de Raad van State inzake Stampershoek Noord. Bij deze uitspraak is goedkeuring onthouden aan dit bedrijventerrein. H o o g a c h t e n "3 S secretaris
Postadres secretariaat Postbus1 65 4330 AD Middelburg Telefoon (01 18) 63 19 31 Fax (01 18) 63 47 56 I I I I I I I IIII! I IIR 09025530 ~ i i l I * i ~ l i i ~ ~ f i l i ~ b l ~ i West Zeeuwsch-Vlaanderen Bericht op brief van -- %A Uw kenmerk: -- Ons kenmerk -- College van Gedeputeerde Staten Postbus 6001 4330 LA Middelburg PROVINCIE ZEELAND 7- BijIage(n) 1 AFD. 63i0 DIRECTE AMBT. R W B. n. W L~~TZ-R~~@. C b Behandeld door T. Westerhof A m. ~ ~ ~ Midterm review Natuurlijk Vitaal DATUM a 8 JULI 2009 C Ondewer p b DOC.NR. 0902 CS'S0,, ZAAK NR. CLAS. Verzonden 09-07-2009 Middelburgl 08-07-2009 A i Geacht college, De gebiedscommissie West-Zeeuws Vlaanderen heeft het afgelopen half jaar het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal tegen het licht gehouden. In het gebiedsplan staat dat halverwege de uitvoeringstermijn (tim 2018) een evaluatie van het gebiedsplan plaats vindt. Deze zogenaamde rnidterm review is naar voren gehaald omdat er in de afgelopen periode verschillende keren discussie is gevoerd over de positie, rol en taak van de gebiedscommissie. In de regio overheerst het gevoel van "niet voor ons maar over ons". Ondanks de behaalde resultaten. Daarnaast zijn er inhoudelijke wijzigingen in operationele doelen opgetreden, zoals een keuze voor hoofdzakelijk zeewaartse kustversterking, een andere economische impuls voor Sluis dan het project Sluis aan Zee, aanpassingen aan het plan Cavelot en nieuwe trends in recreatieontwikkeling. l Het resultaat van de midterm ligt nu voor u in de vorm van een bijstellingsnotitie met voorstellen over een aantal inhoudelijke onderwerpen en over de taak van de gebiedscommissie. De hoofdconclusie van de gebiedscommissie is dat de gehanteerde aannames bij het opstellen van het gebiedsplan nog steeds gelden. De urgentie van een sociaal-economische impuls gekoppeld aan een impuls in de ruimtelijke kwaliteit blijft onverminderd van kracht en wordt mogelijk zelfs versterkt door de doorzettende krimp in de bevolkingsontwikkeling. Reden genoeg om door te gaan met de uitvoering van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. Het voorstel is om het gebiedsplan op een aantal punten bij te stellen. De voorstellen zijn kort samengevat als volgt: - recreatieontwikkelingen: houdt de kwaliteitseisen van het gebiedsplan overeind, een gebiedsgerichte aanpak is een ontwikkeling van lange adem. Handhaaf de toetsingscommissie recreatie. Definieer kwaliteit op het marktconcept van de ondernemer. Geen uitbreiding van zoeklocaties voor nieuwvestiging recreatiebedrijven in het kustgebied. - landgoederen: hanteer hierbij voor heel West-Zeeuws Vlaanderen een oppervlakte van 5 hectare volgens het provinciale beleid. Het was 6 hectare - recreatienatuur: hanteer hiervoor de plangrenzen zoals op werkkaart zijn gesitueerd. Dat resulteert een aanzienlijke reductie van de oppervlakte zoekgebieden. Handhaaf de scheiding van functies tussen landgoe-
deren en recreatienatuur voor de 's Gravenpolder. Maak voor de TienIHondertpolder een integrale planuitwerking. - extra inkomsten rood voor groen fonds; oormerk de rood-voor-groenbijdrage vanuit het project Cavelot in het rood voor groen fonds. Stel een bestuur aan voor het "rood-voor-groenufonds. De gebiedscommissie vindt het voor de uitvoering van haar taken noodzakelijk dat het instellingsbesluit voor de gebiedscommissie door GS wordt herbevestigd met de onderstaande bijgestelde opdrachtformulering: - De gebiedscommissie bewaakt de integraliteit van de gebiedsontwikkeling en rapporteert aan Gemeente, Provincie en Waterschap over de voortgang, samenhang en evenwichtigheid van de uitvoering van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. - De gebiedscommissie is het forum van overheid en maatschappelijke organisaties waar plannen in een vroegtijdig stadium kunnen worden besproken en beoordeeld op inpasbaarheid in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. Hiermee dient een versnelling van de procedure tot stand gebracht te worden. - De gebiedscommissie verbindt initiatieven gericht op de uitvoering van het gebiedsplan Natuurlijk vitaal waardoor geïntegreerde oplossingen worden aangeboden aan de regio.. Zij ondersteunt initiatieven en zoekt middelen/mogelijkheden om te bereiken dat er betere oplossingen komen voor minder geld. - De gebiedscommissie adviseert, gevraagd en ongevraagd, het waterschap, gemeente, provincie, over de doelrealisatie van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal zoals deze is bevestigd in de bijstellingsnotitie. De rol van DLG is de uitvoerder van de provinciale taken De gebiedscommissie adviseert is dat kader aan de provincie over: ILG: Natuurontwikkeling, recreatienatuur, agrarische structuurverbetering en kavelruil; Cultuurhistorie (Staats Spaanse linie); Inzet middelen Nationaal Landschap Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan zoals omgevingsplan Inpassingsplan de gemeente over (Kwaliteitsslag van de) recreatieve ontwikkeling Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan zoals beleidsnota minicampings Bestemmingsplan (w ijzigingen) het Waterschap over: Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan op het gebied van water, wegen en kustversterking. De gebiedscommissie is beslissingsbevoegd met betrekking tot de inzet van de 'rood voor groen' middelen. De vraag aan u is of u de urgentie van de opgave voor de regio onderschrijft als ook de voorstellen uit de bijstellingsnota. Wij wisselen graag met uw bestuur van gedachten over de bijstellingsnota. Op basis van deze gedachtewisseling met de diverse besturen stelt de gebiedscommissie de definitieve bijstellingsnota vast in haar vergadering van oktober '09. De definitieve nota zal vervolgens als advies aan GS, B&W en aan het DB van het waterschap worden aangeboden. Hoogachtend, " i oorzitter gebiedscommissie West-Zeeuws Vlaanderen Brief in afschrift aan: College van B&W gemeente Sluis Behoort bij brief d.d. 08-07-2009 met ons kenmerk -- van gebiedsgerichte aanpak West-Zeeuws- Vlaanderen
Bestuur KvK Zuidwest Nederland Bestuur ZMF DB Waterschap Zeeuws Vlaanderen Rijkswaterstaat Zeeland Bestuur Recron Zeeland Behoort bij brief d.d. 08-07-2009 met ons kenmerk -- van gebiedsgerichte aanpak West-Zeeuws- Vlaanderen
) West Qie,+Gtrichk& Zeeuwsch-Vlaanderen Gebiedsplan -Mest P-. Zeeuwsch-Vlaanderen U cn Natuurlij k Vitaal 2
Concept bijstellingsnota Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting 1. inleiding terugblik en realisatie 1 landschap en cultuur historie 2 water 3. kustverdediging 4 recreatie en toerisme 5 Bijzonder wonen in het buitengebied 6 landbouw 7 overige bedrijvigheid 8 infrastructuur 9 natuur Conclusie 3. inhoudelijke evaluatie inleiding Economie 1. recreatie en toerisme: kwaliteit 2. recreatie en toerisme: omvang van verblijfsrecreatie 3. recreatie en toerisme: uitbreiding recreatieontwikkelingen in het achterland 4. recreatie en toerisme: minicampings 5. indexering rood voor groen bijdrage Ruimtelijke kwaliteit 1 natuur: recreatienatuur 2 extra rood voor groen inkomsten 3 bijzonder wonen in buitengebied: landgoederen 4. ambitie, rol en focus commissie ambitie rol van de commissie focus organisatie communicatie
Samenvatting Het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal (2004) is een integrale visie op de (ruimtelijke) ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan een sociaal-economisch vitaal, mooi en leefbaar West Zeeuwsch-Vlaanderen. Het plan heeft een looptijd tot 2018 en is dus nu vijf jaar in uitvoering. In die vijfjaar zijn al veel van de geformuleerde operationele doelen uit het plan gerealiseerd of op de goede weg om binnen de looptijd gerealiseerd te worden, zoals invoering duurzaam veilig, verbetering kustveiligheid, ontwikkeling bedrijventerreinen, landbouwstructuurverbetering, natuurontwikkeling, kwaliteitsverbetering waterbeheer, en stimulering nieuwvestiging en kwaliteitsverbetering in de verblijfsrecreatie. Het is zinvol om eens in de zoveel tijd de ontwikkelingen tegen het licht te houden in een evaluatie. Er zijn verschillende aanleidingen om de evaluatie nu te doen, onder andere de vaststelling van het kustversterkinsplan, de wijzigingen van de plannen van Sluis aan Zee en Cavelot, en de nieuwe trends in de recreatieontwikkeling, maar ook het signaal uit de regio dat er het gevoel leeft het gebiedsplan c.q. de gebiedscommissie "gaat over ons en is niet voor ons': De noodzaak om West Zeeuwsch-Vlaanderen sociaal-economisch vitaal, mooi en leefbaar te houden, de doelstelling van het gebiedsplan, blijft onverminderd bestaan en wordt mogelijk zelfs versterkt door de steeds verder toenemende krimp. De gebiedscommissie adviseert een bijstelling c.q. verduidelijking van de volgende onderwerpen uit het gebiedsplan om de gezamenlijke gebiedsdoelen te realiseren: - recreatienontwikkelingen: handhaaf de kwaliteitseisen voor recreatieontwikkelingen uit het gebiedsplan. Handhaaf de toetsingscommissie recreatie. Definieer kwaliteit op het marktconcept van de ondernemer. Er vindt geen uitbreiding van zoeklocatie nieuwvestiging verblijfsrecreatie plaats - landgoederen: sluit voor het hele gebied West-Zeeuws Vlaanderen qua oppervlakte aan bij het provinciale beleid. - recreatienatuuc hanteer hiervoor de plangrenzen zoals op kaart worden voorgesteld en handhaaf de scheiding van functies tussen landgoederen en recreatienatuur voor de gravenpo polder. Maak voor de Tien/Hondertpolder een integrale uitwerking. - extra inkomsten rood voor groen fonds; Stel een zelfstandig fonds in voor de rood-voor-groen bijdragen. Oormerk de rood-voor-groen bijdrage van het project Cavelot in het rood voor groen fonds voor kwalitatieve impulsen van het landschap voor het bevorderen van de regio als recreatieve trekpleister. Rol en focus van de Gebiedscommissie De gebiedscommissie is het forum van overheid en maatschappelijke organisaties. Het is een adviescommissie die handelt in opdracht van provincie, gemeente en waterschap. De commissie richt haar focus op de integrale opgaven die de taken van afzonderlijke overheden overstijgen. Haar toegevoegde waarde zit in het pro-actief signaleren van win-winsituaties en in het nemen van initiatieven om de noodzakelijke economische impuls te bewerkstelligen en de benodigde ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Provincie, gemeente en waterschap blijven verantwoordelijk voor hun eigen taken en behouden hun wettelijke taken en bevoegdheden. De gebiedscommissie zal over deze rol en toegevoegde waarde in overleg gaan met de besturen van de deelnemende partijen. Op basis van de discussieresultaten wordt zonodig deze notitie aangepast. Het definitieve advies wordt tijdens de vergadering van de gebiedscommissie op 14 oktober 2009 besproken.
l. inleiding Het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal (2004) is een integrale visie op de (ruimtelijke) ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan een sociaal-economisch vitaal, mooi en leefbaar West Zeeuwsch-Vlaanderen. Het plan heeft een looptijd tot 2018 en is dus nu vijf jaar in uitvoering. In die vijf jaar zijn al veel van de geformuleerde operationele doelen uit het plan gerealiseerd. Jaarlijks (in de september- of oktobervergadering van de gebiedscommissie) wordt de voortgang van de uitvoering van de operationele doelen gemonitord in een voorgangsrapportage. Inmiddels is het tijd voor de zogenaamde midterm review om te kijken wat bereikt is, te beoordelen of de uitgangspunten nog onverkort gelden, de gehanteerde aannames nog juist zijn en of de uitvoering van het gebiedsplan de beoogde invloed heeft op de sociaal-economische vitaliteit en leefbaarheid van West Zeeuwsch-Vlaanderen. De midterm review is ook nodig, omdat er in de afgelopen periode verschillende keren is getwijfeld aan het nut en de noodzaak van het gebiedsplan c.q. de gebiedscommissie. In de regio overheerst het gevoel van "niet voor ons maar over ons". Daarnaast zijn er inhoudelijke wijzigingen in operationele doelen opgetreden, zoals een keuze voor hoofdzakelijk zeewaartse kustversterking, een andere economische impuls voor Sluis dan het project Sluis aan Zee, aanpassingen aan het plan Cavelot en nieuwe trends in de recreatiesector. Te samen vormen deze ontwikkelingen de reden dat de midterm review in 2009 plaats vindt en niet in 2010 zoals eerder was voorzien. Op basis van de midterm review kan aan de besturen van de deelnemende partijen geadviseerd worden of en zo ja hoe een bijstelling moet plaatsvinden van het gebiedsplan en of de werkwijze van de gebiedscommissie aangepast moet worden. Een beoordeling van het ambitieniveau van het gebiedsplan, de versterking van de sociaaleconomische vitaliteit en leefbaarheid van West Zeeuwsch-Vlaanderen, staat niet ter discussie In de vergadering van de gebiedscommissie in december 2008 zijn onderwerpen benoemd die in ieder geval bekeken worden in de midterm review: - op termijn (mogelijk) ruimtegebrek voor kwaliteitsverbetering campings en recreatieverblijven; - de realisatie van recreatienatuur; - het niet realiseren van projecten die de sociaal-economische impuls moeten geven; - de hoge gronddruk en de verwachtingswaarde; - de sturing, werkwijze en organisatie van de uitvoering. De algemene vraagstelling bij de midterm review is: wat is er veranderd in de prognoses die ten grondslag liggen aan het gebiedsplan, bijvoorbeeld ten aanzien van landbouw, recreatie, bevolkingsontwikkeling, grondbeleid en leidt dit tot bijstellingen in het gebiedsplan of de organisatie. Deze vraagstelling en de eventuele bijstelling van de in 2004 geformuleerde visie staan centraal in deze nota. De geformuleerde voorstellen in het advies zijn tot stand gekomen op basis van de kennis en inzichten die bestaan bij de werkgroepen en externen. Het concept-advies wordt met de achterbannen besproken. Op basis van die besprekingen wordt het advies, waar nodig, aangepast waarna het voor vaststelling wordt voorgelegd aan de betrokken besturen.
2. Terugblik en realisatie Teruqblik Het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal is vijf jaar geleden opgesteld om de bedreigingen die op West Zeeuwsch-Vlaanderen af kwamen een halt toe te roepen en een impuls aan het gebied te geven. Het gebied heeft te maken met een vergrijzing en ontgroening van de bevolking, de werkgelegenheid stagneert en inwoners trekken weg. De conclusie was: als er niets gebeurt, holt de leefbaarheid van het gebied achteruit. Het gebiedsplan is opgesteld om sámen, overheden en overige betrokken partijen in het gebied, deze neerwaartse trend om te buigen. Het gebiedsplan kent een hoge ambitie. De twee hoofdsporen van het gebiedsplan zijn: (1) een stevige injectie geven aan de regionale economie en (2) het verbeteren van ruimtelijke omgevingskwaliteiten, zoals natuur, landschap en cultuurhistorie, zodat West Zeeuwsch-Vlaanderen een gebied blijft waar het goed wonen, werken en recreëren is. De afgelopen periode zijn voor de uitvoering drie uitvoeringsmodules en een uitvoeringsprogramma vastgesteld inclusief het daarbij behorende geld en gedeeltelijk uitgevoerd. De voortgang van de uitvoering van de operationele doelen uit het gebiedsplan wordt jaarlijks gemonitord in een voortgangsrapportage. Deze voortgangsrapportage staat altijd ter toetsing op de agenda van de september of oktober-vergadering van de gebiedscommissie. In 2006 heeft de gebiedscommissie, op verzoek van het college van de gemeente Sluis, enkele accentverschuivingen in het gebiedsplan aangebracht om tegemoet te komen aan de wensen van de agrarische sector, zoals een meer individuele benadering, de zoekgebieden (waaronder dat voor Waterdunen) terugbrengen tot (kleinere) plangebieden, de begrenzing van de natuurontwikkeling van de Strijdersgatpolder beperken tot de al aanwezige natuurwaarden en het meer op maat maken van de communicatie richting de sector. Daarnaast zijn een aantal conclusies ten aanzien van Waterdunen vastgelegd, deze zijn verder opgepakt door de stuurgroep Waterdunen. Realisatie Het doel van het gebiedsplan "sociaal-economische ontwikkeling door middel van ruimtelijke kwaliteit" is in het gebieds$an vormgegeven in operationele doelen (pag.-86-100). Ze zijn om handvatten te geven aan de gewenste ontwikkeling, ze zijn geen doel op zich. Bij de jaarlijkse voortgangsrapportage is al gebleken dat de operationele doelen geen totaalbeeld geven. Integrale projecten als Waterdunen en Zwarte Gatse Kreek zijn moeilijk te vangen in deze systematiek. Voor het vervolg wordt gewerkt aan een adequatere vorm van voortgangsrapportage. Hoever staat het met de operationele doelen? We lopen ze hier even langs. 1. Landschap en cultuurhistorie - West Zeeuwsch-Vlaanderen is één van de 3 deelgebieden van het Nationaal Landschap Zuidwest-Zeeland. Dit is dé erkenning van het typische karakter van het West Zeeuwsch- Vlaamse landschap. Nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap. Met de kwalificatie van Nationaal Landschap kan een extra financieringsbron worden aangeboord. In het gebied wordt hard gewerkt om de geschiedenis weer beleefbaar te maken. Met deelname aan het project Staats-Spaanse Linies worden forten, schansen en historische verdedigingslinies hersteld. 2. Water - In het kader van de waterberging worden natuurvriendelijke oevers aangelegd. - Het verbeteren van de afvoermogelijkheden is een continu proces. - Onderzoek naar verdrogingsbestrijding vindt m.n. plaats in het kader van de herziening van het peilbesluit in 201 1129012 - Het verleggen c.q. herstellen van de historische of natuurlijk afwatering heeft geen prioriteit 3. Kustverdediging - Het project Zwakke Schakel West Zeeuwsch-Vlaanderen is qua planvorming afgerond. De kustversterking zal vooral zeewaarts plaatsvinden in tegenstelling tot wat daarover in het gebiedsplan staat. De gebiedscommissie heeft daarom in 2008 besloten de gereserveerde
gebieden voor de kustversterking vooralsnog toe te voegen aan de zoekgebieden recreatienatuur zonder de mogelijkheid van landgoederen. - Bij de zeewaartse kustversterking wordt wel zoveel mogelijk gekeken naar een koppeling met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Bij het project Waterdunen is sprake van een landwaartse kustversterking. Voor het project is de planologische procedure door het college van Gedeputeerde Staten gestart. 4. Recreatie en toerisme - De recreatieontwikkeling is van de grond gekomen. Voor alle in het gebiedsplan aangegeven locaties voor nieuwvestiging zijn plannen, gericht op verschillende doelgroepen. Het blijkt overigens dat het uitgangspunt in het gebiedsplan voor wat betreft de dichtheid van eenheden op de recreatieterreinen hoger is dan de dichtheden die in deze plannen worden gehanteerd. - De kwaliteitsslag op bestaande terreinen is ook gestart. Zo'n tien campings zijn hiermee bezig of hebben de kwaliteitsslag al gerealiseerd. De toetsingscommissie recreatie speelt hierbij een kwaliteitsverhogende rol. De toetsing met bijbehorend overleg neemt tijd in beslag, maar het uiteindelijke plan wordt hierdoor veelal naar een hoger kwaliteitsniveau getild. - Er worden maatwerkcontracten afgesloten, waarin ook de in het gebiedsplan afgesproken ' rood-voor-groenbijdrage' is geregeld. Uitbreiden (rood) mag, als de initiatiefnemer ook investeert in natuur en landschap (groen). - De gemeenteraad van Sluis heeft besloten dat het project Sluis aan Zee niet in de voorgestelde vorm door gaat. De gemeenteraad heeft het college opdracht gegeven om met alternatieve mogelijkheden te komen om aan de woonkern Sluis een economische impuls te geven. - Het inrichtingsplan recreatieproject Cavelot is in aangepaste vorm door de gemeenteraad van Sluis vastgesteld. 5. Bijzonder wonen in buitengebied - De bouw van de gewenste landgoederen met echte architectonische uitstraling met 4,5 ha openbaar toegankelijke recreatienatuur is in de kust (nog) niet van de grond gekomen. - Om nieuwe bewoners te kunnen trekken is, naast werkgelegenheid, een aantrekkelijke woonomgeving van essentieel belang. Daarvoor zijn in het gebiedsplan twee woonprojecten in het buitengebied benoemd: Sluis aan Zee en Cavelot (zie punt 4). Wat steeds duidelijker wordt is dat West Zeeuwsch-Vlaanderen een krimpregio is. Krimp zal het uitgangspunt moeten zijn voor verdere ontwikkelingen. 6. Landbouw - In vrijkomende agrarische bebouwing zijn binnen de planologische kaders nieuwe economische dragers mogelijk. Daarvan zijn er tot nu toe elf van de 25 gerealiseerd. - De landbouw structuurverbetering is gerealiseerd door kavelruil; 1444 ha van de in totaal 5000 ha tot 2018 - Door de regeling stimulering kleinschalige initiatieven zijn drie innovatieve projecten financieel ondersteund. - Mede naar aanleiding van de vaststelling van het ijkingsdocument in 2006 gebeurt de communicatie naar de agrarische sector meer op bedrijfsniveau. Er is gestart met waaiergesprekken, een persoonlijke benadering van de individuele agrariërs gericht op het bespreken van zijn ideeën en mogelijkheden. Tot nu toe hebben er 53 waaiergesprekken plaatsgevonden. De reacties van de agrariërs over de methode zijn erg positief. 7. Overige bedrijvigheid - In de gemeente Sluis zijn een aantal bedrijventerreinen planologisch geregeld. Dit wil overigens niet zeggen dat daarmee ook de gewenste werkgelegenheid is gerealiseerd. Om dit te bewerkstelligen moeten er ook bedrijven zich vestigen op de locaties. Dit gebeurt slechts mondjesmaat. 8. Infrastructuur - Het project duurzaam veilig is afgerond. - In het gebied is een onthaalparking gerealiseerd. - De aanpassing van de N 61 is vertraagd. - De uitbreiding van wandel-, fiets-, en ruiterpaden begint vorm te krijgen.
9. Natuur De afgelopen periode zijn een aantal natuurgebieden gerealiseerd of in voorbereiding genomen zoals de kleine Loodijkpolder, de Verschepolder, de Plate, de Austerliztpolder, de Zwarte Gatse Kreek, de Sofiapolder, de Zwinpolder, St. Kruiskreek, Plaskreek en Nummer Een. Hiermee is de helft van de taakstelling EHS gerealiseerd. De verwachting is dat met een actief beleid (kavelruil ed.) de afronding van de huidige natuurgebieden mogelijk is. Het laatste deel van de taakstelling wordt opgepakt als er zich in de toekomst mogelijkheden voordoen. In 2007 heeft een aanpassing van de begrensde EHS plaatsgevonden bij de Strijdersgatpolder. Tot nu toe is er relatief weinig recreatienatuur gerealiseerd. Maar er zit voor ca. 120 hectare in de planvorming. Conclusie In de afgelopen periode is er veel gerealiseerd en veel is in de startblokken gezet. De uitvoering van het gebiedsplan ligt voor de meeste onderwerpen op schema. Het gebied heeft daarmee al verschillende kwaliteitsimpulsen gekregen. Het is in de afgelopen vijf jaar duidelijk geworden dat het gebiedsplan een kader is, waarbinnen ontwikkelingen ontstaan. Ontwikkelingen overigens die niet altijd de gedachte vorm aan nemen. Daarmee wordt eens te meer onderstreept dat het gebiedsplan een kader vormt en geen blauwdruk is. Ditzelfde geldt ook voor de operationele doelen zoals verwoord achter in het gebiedsplan.
3. Inhoudelijke evaluatie Inleiding Alvorens verder te gaan met de inhoudelijke evaluatie moet de vraag beantwoord worden of de analyse die ten grondslag lag aan het opstellen van het gebiedsplan anno 2009 nog steeds geldt. Of te wel bestaat de noodzaak, de urgentie voor de uitvoer van het gebiedsplan nog steeds? De problemen in West-Zeeuws Vlaanderen liggen vooral op het sociaal economische vlak; stagnerende werkgelegenheid en inwonertal en een verschralend (sociaal) voorzieningenniveau. In het Gebiedsplan staat een analyse van de situatie in 2004. Omdat de voorgestelde toekomstige situatie in het Gebiedsplan gekoppeld is aan deze analyse, is gekeken of deze analyse nog steeds actueel is. Om dit te beoordelen is zij getoetst bij de diverse beleidseigenaren. Uit deze toetsing blijkt dat de analyse uit 2004 op een aantal details enigszins gewijzigd is, maar dat de hoofdlijn nog steeds actueel is. Vanuit deze specifieke invalshoek is er dus geen reden om de toekomstvisie voor het gebied, zoals die is opgenomen in het Gebiedsplan, aan te passen. De gehanteerde aannames bij het opstellen van het gebiedsplan blijven onverminderd van kracht. De urgentie om in te steken op een sociaal economische ontwikkeling gekoppeld aan ruimtelijke kwaliteit blijft en wordt mogelijk zelfs versterkt door de doorzettende krimp in de bevolkingsontwikkeling. Wel constateren we dat er behoefte is aan verduidelijking/bijstelling van het gebiedsplan op de volgende onderwerpen: Recreatieontwikkeling; kwaliteitsslag en ruimtelijke invulling landgoederen recreatieontwikkeling in het achterland minicampings recreatienatuur majeure projecten' Bij de beschrijving van deze onderwerpen wordt de indeling van het gebiedsplan gevolgd. In het gebiedsplan staat dat de indexering van de rood-voor-groenbijdrage elke vijf jaar plaatsvindt. Gezien de economische situatie is het mogelijk niet het meest geëigende moment om de indexering toe te passen. Echter de rood voor groen bijdrage is bedoeld is voor de extra plus op de inrichting van recreatienatuur. De inrichtingskosten daarvoor zijn de afgelopen jaren ook omhoog gegaan. De gebiedscommissie zal hier op een later tijdstip afzonderlijk over besluiten. Daarnaast constateert de commissie dat in de afgelopen periode verschillende keren discussie is gevoerd over de positie, rol en taak van de gebiedscommissie. In de regio overheerst het gevoel van "niet voor ons maar over ons". In hoofdstuk 4 wordt hier op terug gekomen. Voor de onderwerpen die hier niet specifiek benoemd worden in deze notitie blijft het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal uit 2004 als kader gelden. 1 De behandeling van majeure projecten door de gebiedscommissie is conform de behandeling van andere projecten, hoewel ze wellicht meer aandacht vragen. Hoe in het vervolg om te gaan met projecten valt onder hoofdstuk 4 'Ambitie, rol en focus gebiedscommissie'
Economie l. Recreatie en Toerisme: kwaliteit Bij het opstellen van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal waren overheid en Recron van mening dat de ontwikkeling van kwaliteit op en buiten de camping een noodzaak is om een impuls aan de economie te geven. Er werd gekeken naar de ontwikkeling van de hele sector in de regio, niet zo zeer naar de individuele ondernemer. De inzet was ontwikkelen op basis van de wensen van de toekomstige gast. Hiernaast werd de diversificatie van het totale aanbod groot belang toegedicht. De kwaliteitsontwikkeling van enkele bedrijven (voortrekkers in ontwikkeling, frontrunners) zou ook bij andere ondernemers het inzicht geven dat een kwaliteitsslag de juiste ontwikkeling is. In de recreatiesector in West Zeeuwsch-Vlaanderen zijn een aantal ontwikkelingen zichtbaar. De dichtheden voor recreatiewoningen zoals deze in het gebiedsplan staan worden door de markt niet meer onderschreven. Dit was 20 recreatiewoningen per ha, maar wordt nu in de uitvoering 10 per ha. Dit geldt niet voor het aantal eenheden op campings (33 per ha). Het klassieke toeristische kamperen verdwijnt. Er is vraag naar nieuwe vormen van verblijf. De recreatieondernemers spelen naar het lijkt maar beperkt in op de nieuwe wensen van de recreant. In plaats van voorbereid te zijn op de vraag van de recreant in de toekomst, loopt een deel van de sector achter de feiten aan. De vrees bestaat dat er onvoldoende economisch rendement wordt bereikt en er producten zullen ontstaan met beperkte toegevoegde waarde voor een dynamische sector (denk aan uitponden en stacaravans). Er is daarmee ook nauwelijks sprake van de gewenste economische impuls voor de regio. Visie enkele ondernemers In de voorbereiding is overlegd met enkele vertegenwoordigers van de Recron. Daar kwam het volgende naar voren. Ondernemers in de regio zijn van mening dat de overheid zich minder dient te bemoeien met de kwaliteit op de camping. De gastlmarkt bepaalt wel of er kwaliteit geleverd wordt. Wanneer die kwaliteit onvoldoende is, ziet de ondernemer dit direct aan zijn omzet en zal hij maatregelen nemen. Hiermee wordt gewaarborgd dat de regio marktconforme recreatieve kwaliteiten aanbiedt, die passen bij het ondernemerschap. De vraag is of de visie en de daaraan gekoppelde kwaliteitseisen in het gebiedsplan aan herziening toe zijn. De gebiedscommissie stelt dat gebiedsgerichte aanpak een kwestie van lange termijn is. Om nu na 5 jaar essentiële veranderingen in dit onderwerp aan te brengen is te voorbarig. Er zijn voorbeelden van de gewenste ontwikkelingen. De uitgangspunten van Natuurlijk Vitaal blijven daarom nog steeds gelden. Kwaliteit wordt echter gedefinieerd op het marktconcept van de ondernemer. De externe toetsingscommissie blijft gehandhaafd omdat zij haar meerwaarde bij verschillende projecten heeft bewezen. De gemeenteraad heeft haar zorg uitgesproken over de kwaliteit van de recreatiewoningen in het gebied. Om de kwaliteitsslag vol te houden moet naast omvangrijke nieuwbouw ook herstructurering van bestaande recreatiewoningen plaatsvinden. De gemeente zoekt uit wat de mogelijkheden zijn om dit probleem op te lossen. De gebiedscommissie zal hier bij gelegenheid over kunnen adviseren. Voorstel Voorgesteld wordt om kwaliteitseisen te blijven stellen zoals verwoord in het gebiedsplan waarmee het speelveld voor een kwaliteitsslag op de campings wordt bepaald. Kwaliteit wordt gedefinieerd op het marktconcept van de ondernemer. De overheid stelt eisen, een nuancering daarop is mogelijk. De toetsingscommissie blijft gehandhaafd. De gebiedscommissie ziet het als haar taak om te onderzoeken hoe ondernemers gestimuleerd kunnen worden tot het doen van de gewenste kwaliteitsslag.
2. Recreatie en Toerisme: omvang van de verblijfsrecreatie De verwachting was dat de kwaliteitsslag plus nieuwvestiging van verblijfsrecreatie 165 ha nieuwe rode functies zou vragen in de periode tot 201 8. Dit was gebaseerd op verwachte initiatieven van ondernemers en kengetallen van dichtheden en aantallen eenheden. De praktijk laat zien dat de marktvraag voor kwaliteit inmiddels andere kengetallen heeft. Hierdoor zou er meer ruimte nodig zijn. Als we de veronderstellingen en kengetallen (uit 2003) die leiden tot de raming van 165 ha uitbreiding tot 201 8 confronteren met de nieuwe kengetallen (uit 2009) dan zou de 165 ha tot 300 ha in 201 8 kunnen oplopen. We zien echter ook andere ontwikkelingen. Er is maar een beperkt aantal campings die een kwaliteitsslag realiseren. Veel campings die een kwaliteitsslag leveren, realiseren veelal niet de veel ruimte vragende eenheden (woningen). De verwachting is dan ook dat in 2015 ongeveer 135 ha uitbreiding ten behoeve van een kwaliteitsslag/nieuwvestiging gerealiseerd kan zijn. Voor de periode 201 5-201 8 is waarschijnlijk de resterende 30 ha voldoende. De periode tot 201 5 is ruim voldoende om te anticiperen op signalen dat extra ruimte nodig zou kunnen zijn. De ruimte voor uitbreiding en nieuw vestiging zoals aangegeven in Natuurlijk Vitaal wordt nu al bijna helemaal gebruikt voor plannen voor vestiging van verblijfsrecreatie. Voorstel Er vindt geen uitbreiding van zoeklocatie nieuwvestiging verblijfsrecreatie plaats. Nieuwvestiging beperkt zich voorshands tot bestaande zoeklocaties en de daarvoor bekende initiatieven in Baanstpolder, Lampzinspolder, Nieuwenhovenpolder te Nieuwvliet, en verder het initiatief voor Camping Zwarte Gat te Groede). Verdere ontwikkelingen kunnen alleen plaatsvinden via bestaande bedrijven. Indien er ruimte nodig is voor de verplaatsing van een camping als gevolg van de ontwikkelingen rond het Zwin, zal naar een maatwerkoplossing worden gezocht. 3. Recreatie en Toerisme: uitbreiding recreatieontwikkelingen in het achterland In het gebiedsplan wordt over de uitbreiding van recreatieontwikkelingen in het achterland niet expliciet gesproken. Dat is niet verwonderlijk aangezien de focus van de recreatieve ontwikkeling op de kust is. Naar aanleiding van ontwikkelingen in het achterland komt de vraag wel naar voren hoe hiermee om te gaan. Voorstel Voorgesteld wordt om in het achterland dezelfde kwaliteitseisen te stellen aan recreatieontwikkelingen als in de kust. Dat wil zeggen: - bij ruimtelijke uitbreiding is een kwaliteitsslag vereist - rood-voor-groenregeling geldt evenals maatwerkcontract Daarnaast wordt ruimte geboden aan nieuwvestiging met inachtneming van de kernwaarden van het Nationaal Landschap. De nieuwvestiging moet voldoen aan de kwaliteitseisen die in het gebiedsplan staan vermeld. De begrenzing tussen kust en achterland is vastgelegd op kaart 5.6. van het provinciale omgevingsplan. 4. Recreatie en Toerisme: minicampings In het gebiedsplan staat eveneens niets opgenomen over minicampings. De gemeente ontwikkelt hiervoor beleid. De gebiedscommissie heeft in een eerdere reactie voorgesteld om voor de verevening aan te sluiten bij de systematiek van het rood-voor-groenbijdrage. Voorstel Voorgesteld wordt om voor de verevening bij minicampings aan te sluiten bij de systematiek van de rood-voor-groenbijdrage inclusief de mogelijkheid tot zelfrealisatie.
Ruimtelijke kwaliteit 1. Natuur: recreatienatuur In het gebiedsplan is circa 800 hectare als zoekgebied recreatienatuur of duinstruweel begrensd. Daarbinnen dient uiterlijk in 201 8 300 ha recreatienatuur te worden gerealiseerd. Inmiddels is ca 30 ha recreatienatuur voorzien in het project Zwartegatsche kreek en 100 ha in het project Waterdunen. Dat betekent dat er nog ca 170 hectare (ruimtelijk) bestemd en ingericht dient te worden. In december 2008 heeft de gebiedscommissie de zoekgebieden voor de binnendijkse duinen (de zogenaamde gele gebieden, met een omvang van circa 270 hectare) aangemerkt als extra zoekgebied recreatienatuur, zonder landgoedfunctie. Daarbij heeft zij opdracht gegeven om in de midterm review van 2009 de recreatienatuur nader te begrenzen. In het ijkingsdocument uit 2006 is gesteld dat zo snel mogelijk de zoekgebieden omgezet moeten worden naar plangebieden. Het hanteren van een planbegrenzing geeft duidelijkheid over de bedoeling van de overheid. Dit is als uitgangspunt genomen bij het bekijken van de problematiek rond recreatienatuur. Daaraan is de vraag gekoppeld of en zo ja met welk instrumentarium de taakstelling haalbaar en tijdig gerealiseerd kan worden. Verder is gekeken naar de mogelijkheid om recreatienatuur in lijnvormige elementen, bijvoorbeeld op of langs dijken, te realiseren. Voorstel De gebiedscommissie stelt voor om een werkkaart met de planbegrenzing van de recreatienatuur (zie kaart nr. 1) te hanteren. Het gaat om aangesloten beheersbare gebieden tussen de bolwerken van verblijfsrecreatie (Cadzand, Nieuwvliet-Bad, Groede en Breskens). De omvang van het ruimere zoekgebied recreatienatuur en van het zoekgebied binnendijkse duinen van totaal 800 hectare is hiermee teruggebracht tot een plangebied van 300 ha, waarvan 100 ha binnen het project Waterdunen. Het overige plangebied recreatienatuur behoudt de bestemming landbouw. Pas na verwerving wordt de fotmele bestemmingsplanprocedure doorlopen. Verder stelt de gebiedscommissie voor om voor de Tienhondertpolder een integrale uitwerking te maken met o.a. landgoederen en recreatienatuur. Voor de andere twee gebieden bestaat de mogelijkheid van landgoederen niet, om prijsopdrijving in die gebieden te voorkomen. De grondverwerving van de benodigde 200 hectare grond ten behoeve van recreatienatuur buiten het project Waterdunen kan naar verwachting op basis van vrijwilligheid en door planmatige kavelruil uiterlijk in 2018 worden gerealiseerd. Daarbij is ervan uitgegaan dat er, zoals ook in het Aankoop Strategie Plan is vermeld, een provinciale Regeling bedrijfsverplaatsing van toepassing is. Het toepassen van wettelijke herverkaveling volgens de WILG blijft buiten beschouwing. Bij recreatienatuur gaat het om grote beheersbare aaneengesloten gebieden. Recreatienatuur in lijnvormige elementen is, voor de overheid, ongewenst vanwege het moeilijke beheer. EHS in de vorm van lijnvormige elementen kan via Particulier Beheer worden gerealiseerd. Tot slot stelt de gebiedscommissie voor ook zelfrealisatie van recreatienatuur in de 300 ha mee te tellen. Het gaat immers om de ruimtelijke verschijningsvorm en de kwaliteitsimpuls voor de ruimtelijke omgeving. Deze wordt ook bereikt door zelfrealisatie. Ook daar ligt een toets aan de streefbeelden uit het gebiedsplan aan ten grondslag.
2. Extra rood-voor-groen inkomsten In het gebiedsplan is opgenomen dat er ruimte is voor 165 ha kwaliteitsverbetering voor campings en recreatieverblijven en daarbij hoort 300 ha recreatienatuur. Sluis aan Zee en Cavelot vallen niet onder deze 165 ha en ook niet onder de 300 ha. Beide hadden een aparte regeling voor de verhouding rood en groen. Het huidige plan Cavelot heeft een groter oppervlakte rood dan was voorzien. Hier hoort uiteraard ook een grotere vereveningsbijdrage tegenover te staan. Dit is ook afgesproken met de initiatiefnemer van het plan. Omdat Cavelot een aparte regeling had en niet viel onder de 300 ha recreatienatuur of de 165 ha kwaliteitsverbetering, is het raadzaam om ook nu dit onderscheid te houden. De bijdrage rood voor groen uit Cavelot moet dan ook niet worden besteed aan recreatienatuur (ook niet als voorfinanciering), maar kan (direct op het moment dat het beschikbaar komt) worden ingezet voor andere kwalitatieve impulsen van het landschap ter bevordering van de regio als toeristische trekpleister. Hierbij kan men denken aan: groen-blauwe diensten, lijnvorming landschapselementen, landschappelijke aankleding van 'overhoeken' (bijvoorbeeld van agrarische gronden langs kreken), tegengaan verrommeling (zowel ammovatie, als betere landschappelijke inpassing), uitvoering van projecten Nationaal Landschap, etc. Deze impulsen mogen in elk geval geen extra beslag leggen op het aantal hectares functieverandering. De gronddruk is al zo hoog dat een verdere verhoging een negatief effect zal hebben op de kansen om de opgave voor functieverandering die er op dit moment is, te realiseren. Er moet nog worden uitgezocht wat de juridische mogelijkheden zijn om e.e.a. op deze wijze vorm te geven. Daarnaast wordt voorgesteld om voor de rood-voor-groenbijdrage een fonds op te richten. Een fonds biedt de mogelijkheid om diverse geldstromen efficiënter aan elkaar te koppelen. Gelden uit dit fonds zouden bijvoorbeeld kunnen dienen als cofinanciering voor Nationaal Landschap projecten. Het gebruik van een fonds resulteert daarnaast in transparantie van geldstromen. Er bestaan verschillende soorten fondsen. Een keuze voor het doelfonds, gericht op het realiseren van een gezamenlijk doel, zonder uitzicht op terugbetaling of rendement, sluit aan bij het rood-voorgroen- beleid in West-Zeeuws Vlaanderen. Voorstel Voorgesteld wordt om voor de rood-voor-groengelden (300 ha) een fonds op te richten met een eigen bestuur. De samenstelling van het bestuur, statuten e.d. moeten nader worden uitgewerkt. In dit fonds wordt ook de E 1,6 miljoen van Cavelot opgenomen maar gelabeld voor andere zaken dan recreatienatuur. Deze ontwikkelingen moeten wel bijdragen aan de opwaardering van het landschap en daarmee van het recreatieve product. Bijv. voor projecten uit Nationaal Landschap of voor inplanten overhoeken van de landbouw. Beoordeeld wordt of een deel gerealiseerd kan worden in de nabijheid van Cavelot. 3. Bijzonder wonen in het buifengebied: landgoederen In het gebiedsplan is een regeling voor het realiseren van landgoederen opgenomen. Van de 6 ha van een landgoed moet 4,5 ha openbaar toegankelijk recreatienatuur zijn. Tot nu toe is er in de kust nog geen landgoed gerealiseerd, is het achterland is er één gerealiseerd. Daarnaast zijn er vier in voorbereiding. Na de vaststelling van het gebiedsplan is het provinciale omgevingsplan vastgesteld. Daarin zit eveneens een regeling landgoederen (5 hectare, minimaal 4 hectare openbaar toegankelijk natuurlbos). In de gemeente Sluis bestaan nu twee regelingen voor landgoederen; voor de kust en voor het achterland. Deze twee regelingen sluiten niet op elkaar aan. Ze beogen beide wel hetzelfde. Landgoederen en recreatienatuur hebben qua natuur eenzelfde ruimtelijke uitstraling. Qua financiering en beheer verschillen ze echter. Zoals in het gebiedsplan staat aangegeven is een mix van recreatienatuur en landgoederen mogelijk waarbij gepleit wordt voor een zekere ruimtelijke bundeling van landgoederen zodat een groter aaneengesloten gebied aan recreatienatuur kan ontstaan. N.b. deze mogelijkheid van mix is uitgesloten voor de 's-gravenpolder (zie kaart recreatienatuur). Voorstel Voorgesteld wordt om voor het hele gebied West-Zeeuwsch-Vlaanderen met de landgoederen - qua oppervlakte aan te sluiten bij de prov~nciale regeling.
- 4. Ambitie, rol en focus commissie Ambitie De realisatie van een sociaal-economische impuls door ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit blijft onverkort de ambitie van de gebiedscommissie. De urgentie om de leefbaarheid te behouden wordt eerder sterker met de krimp van de bevolking. De bestaande ruimte wordt als kans benut om de impuls te realiseren. De operationele doelen die geformuleerd zijn achter in het gebiedsplan vormen daarbij de leidraad. De afzonderlijke beleidseigenaren zijn daarbij verantwoordelijk voor hun beleidsterrein en voor de benodigde acties. Zo hebben de provincieldlg de taak en de middelen om de landbouwstructuur te verbeteren en de natuur en het (Nationaal) Landschap te ontwikkelen. Het waterschap heeft de taak en de financiën om de kustversterking en de wateropgave te realiseren. De gemeente is verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid en beschikt over het bestemmingsplan. DaaN00r is menskracht en capaciteit beschikbaar Rol en focus De gebiedscommissie vindt het voor de uitvoering van haar taken noodzakelijk dat het instellingsbesluit voor de gebiedscommissie door GS wordt herbevestigd met een bijgestelde onderstaande opdrachtformulering: - De gebiedscommissie bewaakt de integraliteit van de gebiedsontwikkeling en rapporteert aan Gemeente, Provincie en Waterschap over de voortgang, samenhang en evenwichtigheid van de uitvoering van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. - De gebiedscommissie is het forum van overheid en maatschappelijke organisaties waar plannen in een vroegtijdig stadium kunnen worden besproken en beoordeeld op inpasbaarheid in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. Hiermee dient een versnelling van de procedure tot stand gebracht te worden. - De gebiedscommissie verbindt initiatieven gericht op de uitvoering van het gebiedsplan Natuurlijk vitaal waardoor geïntegreerde oplossingen worden aangeboden aan de regio. Zij ondersteunt initiatieven en zoekt middelenlmogelijkheden om te bereiken dat er betere oplossingen komen voor minder geld. - De gebiedscommissie adviseert, gevraagd en ongevraagd, het waterschap, gemeente, provincie, over de doelrealisatie van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal zoals deze is bevestigd in de bijstellingsnotitie. De rol van DLG is de uitvoerder van de provinciale zaken. De gebiedscornmissie adviseert is dat kader aan de provincie over: ILG: Natuurontwikkeling, recreatienatuur, agrarische str~ctuu~erbetering en kavelruil; Cultuurhistorie (Staats Spaanse linie); Inzet middelen Nationaal Landschap Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan zoals omgevingsplan Inpassingsplan de gemeente over (Kwaliteitsslag van de) recreatieve ontwikkeling Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan zoals beleidsnota minicampings Bestemmingsplan(wijzigingen) het Waterschap over: Beleidsnota's en projecten die relevant zijn voor de realisatie van de doelen uit het gebiedsplan op het gebied van water, wegen en kustversterking. De gebiedscornmissie is beslissingsbevoegd met betrekking tot de inzet van de 'rood voor groen' middelen.
Voorstel De realisatie van een sociaal-economische impuls door ontwikkeling van ruimteliike kwaliteit blijft onverkort de ambitie van de gebiedscommissie. De opdrachtformulëring wordt te-r accordering - voorgelegd aan de betrokken overheden. De opdrachtverstrekking door provincie, gemeente en waterschap geeft de commissie de benodigde legitimiteit. Het formele gezag en de beslissingsbevoegdheid blijven onverlet bij deze organisaties. Organisatie Bovenstaande verdeling van taken en verantwoordelijkheden resulteert in een gewijzigde positionering van de gebiedscommissie ten opzichte van de betrokken overheden. De afzonderlijke projectgebonden besluiten die passen binnen de uitvoering van het gebiedsplan vormen een taak en verantwoordelijkheid van de afzonderlijke overheden. De gebiedscommissie is als adviescommissie onafhankelijk en houdt voldoende afstand. Zij focust op de hoofdlijnen van het gebiedsprogramma. De gewijzigde positionering resulteert in een gebiedscommissie met een onafhankelijke voorzitter. De huidige partijen blijven vertegenwoordigd in de commissie. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. Deze wordt beschikbaar gesteld door (één of meer van) de overheden. Werkgroepen worden georganiseerd rondom projecten in de verkenningsfase. Daarin kunnen ook externen worden uitgenodigd. Provincie / DLG, gemeente en waterschap, zijn verantwoordelijk om voldoende ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen voor uitvoering van de eigen taken binnen het gebiedsplan. Zij maken gezamenlijk organisatorische en financiële afspraken over de onderlinge afstemming en over de inzet van specifieke capaciteit voor het initiëren en ondersteunen van initiatieven. Voorstel Om de onafhankelijke positie van de gebiedscommissie te onderstrepen wordt voorgesteld een onafhankelijke voorzitter aan te trekken. Communicatie In de gebiedsgerichte aanpak is communicatie van essentieel belang. In het afgelopen jaar is de communicatie met de omgeving geïntensiveerd. Zo is er aangegeven dat de gebiedscommissie adviseert aan het begin van de planvorming en voordat tot uitvoering wordt overgegaan. De agendastukken en nieuwsfeiten worden op de website geplaatst. Er is een communicatiebulletin dat direct na elke vergadering naar de achterbannen wordt verspreid. De openbare vergaderingen zijn in de avonduren zodat zo veel mogelijk mensen hierbij aanwezig kunnen zijn. En toch gaan er dingen soms verkeerd. Naar aanleiding van commotie over een aantal concrete projecten is de noodzaak van tijdige communicatie met daarnaast betrokkenheid van de regio bij de planvorming weer onderstreept. Dit blijft een aandachtpunt, ook voor de komende tijd. De uitvoering van het communicatieplan zal hierop worden beoordeeld. De afzonderlijke overheden blijven echter wel verantwoordelijk voor de communicatie met betrokkenen voor hun projecten en voor de onderlinge afstemming bij de uitvoering van die projecten. Voorstel Voorgesteld wordt om de uitvoering van en de afspraken in het communicatieplan scherper te bewaken en waar nodig bij te stellen.
Gebiedsplan West Zeeuwsch-Vlaanderen Integratiekaart
Gebiedsplankaart Legenda Begrenzing van het plangebied Begrenzing waterdunen Zoekgebied landgoederen Plangebied duinstruweel / recreatienatuur Volgens legenda gebiedsplankaart Zoekgebied verplaatsing verblijfsrecreatie Accentueren Killa Natuur Binnendijkse duinen Streefbeeld natuurlijke afvoer Geul-polderdijken Forten en schansen Streefbeeld groene dijken Landschappelijke dijk Wegenstructuur Bedrijventerrein Zoeklokatie onthaalparking Plangebied recreatienatuur DLG rea lisee rt g ro ene pla nn en voo r 16 mi ljoe n N ed erlan de rs! West Zeeuwsch_Vlaanderen datum: 24-06-09 DLG Regio Zuid Bronn en: De auteu rsrec hten en databankenrec hten: To pografi sc he Di enst K adaster, Em m en, 2004 1.000 20080213RV001 500 0 1.000 Meter s