Sectoranalyse Horeca 2013



Vergelijkbare documenten
Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca Ondernemingen Arbeidsmarkt en tewerkstelling Diversiteit

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI /02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Desk Research Arbeidsmarkt, sectorfoto horeca

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2014

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

SECTORANALYSE HORECA 2015

SECTORANALYSE HORECA 2016

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Diversiteitsrapport horecasector. Vlaanderen 2014

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Diversiteit in de horecasector 2011

Diversiteit horecasector

Diversiteit horecasector

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

SECTORANALYSE HORECA 2015

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

De regionale impact van de economische crisis

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juni juni 2016

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

Sectorrapport: Social Profit

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2017

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

EEN BEELD VAN DE HORECA Hoofdstuk 11

Arbeidsmarkt Onderwijs

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt November november 2016

Arbeidsmarkt Onderwijs

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt Onderwijs

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Arbeidsmarkt Onderwijs

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Oktober 2017

Sectorfoto PSC

Arbeidsmarkt Onderwijs

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

Arbeidsmarkt Onderwijs

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Foto van de lokale arbeidsmarkt

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

Arbeidsmarkt Onderwijs

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juli juli 2017

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2018

Arbeidsmarkt Onderwijs

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Meeruitgaven in 2005 t.o.v voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw en Horeca Vorming Vlaanderen

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Omschrijving: De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking.

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Transcriptie:

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2013 Arbeidsmarkt en tewerkstelling

2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw stelt zich echter niet aansprakelijk voor de juistheid van de aangeboden informatie. In geen geval is Guidea, het Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met de aangeboden informatie uit deze publicatie.

i Inleiding 1 Synthese 3 1 Trends in de economie 3 2 Werkzaamheid 4 2.1 Werknemers 4 2.2 Zelfstandigen 6 2.3 Studentenjobs 8 2.4 Arbeidsvoorwaarden 8 3 Werkzoekenden 9 3.1 Niet werkende werkzoekenden 9 3.2 In- en uitstroom van werkzoekenden 9 4 Vacatures en horecaopleidingen VDAB 10 4.1 Vacatures VDAB 10 4.2 Opleidingen VDAB 11 Trends in de economie 13 1 Bruto Binnenlands Product (BBP) 14 2 Werkloosheidsgraad in Vlaanderen 15 3 Consumptieprijzen 16 4 Ondernemingen in de horecasector 18 5 Faillissementen in de horecasector 20 6 Oprichtingen in de horecasector 23 7 Tijdelijke werkloosheid in de horecasector 25 8 Uitgaven per huishouden 27 Werkzaamheid 29 1 Aantal werknemers in de horecasector 30 1.1 Overzicht 31 1.2 Aantal werknemers in alle sectoren in België 34 1.3 Aantal werknemers in de horecasector 35 1.4 Werknemers per subsector 36 1.5 Werknemers per dimensiegrootte van de onderneming 38 1.6 Werknemers per dimensiegrootte van de onderneming en per subsector _ 40

ii 1.7 Werknemers per statuut 42 1.8 Werknemers per statuut en per subsector 43 1.9 Werknemers per geslacht 44 1.10 Werknemers per geslacht en per subsector 45 1.11 Werknemers per regime 46 1.12 Werknemers per regime en per subsector 48 1.13 Werknemers per leeftijdscategorie 49 1.14 Werknemers per leeftijdscategorie en per subsector 52 2 Aantal zelfstandigen in de horecasector 55 2.1 Overzicht 56 2.2 Aantal zelfstandigen in alle sectoren in België 59 2.3 Aantal zelfstandigen in de horecasector 61 2.4 Aantal zelfstandigen in de horecasector per aard van bezigheid 62 2.5 Aantal zelfstandigen in de horecasector per geslacht 64 2.6 Aantal zelfstandigen in de horecasector per aard van bezigheid en per geslacht 65 2.7 Aantal zelfstandigen in de horecasector per leeftijdscategorie 67 2.8 Aantal zelfstandigen in de horecasector per aard van bezigheid en per leeftijdscategorie 69 2.9 Aantal startende en stoppende zelfstandigen in de horecasector in de gewesten 72 3 Tewerkstelling van studenten met een studentencontract 74 4 Arbeidsvoorwaarden 75 4.1 Werknemers 75 4.1.1 Gemiddeld brutokwartaalloon in de horecasector per statuut 75 4.1.2 Gemiddeld brutokwartaalloon in de horecasector per statuut en per subsector 76 4.1.3 Gemiddeld brutokwartaalloon in de horecasector per statuut en per geslacht 76 4.1.4 Gemiddeld bruto-uurloon in de horecasector per geslacht 77 4.1.5. Arbeidsduur op weekbasis 78 4.1.6 Werken op onregelmatige uren 79 4.1.7 Tijdelijke arbeid 81 4.2 Zelfstandigen 83 4.2.1 Gemiddeld inkomen in de horecasector per gewest en geslacht 83 4.2.2 Gemiddeld inkomen in de horecasector per gewest en aard van bezigheid 83

iii 4.2.3 Arbeidsduur op weekbasis 84 4.2.4 Werken op onregelmatige uren 85 Werkzoekenden 87 1 Niet werkende werkzoekenden 87 2 In- en uitstroom van werkzoekenden 90 Vacatures, horecaopleidingen en Leren & Werken 93 1 Vacatures VDAB 93 1.1 Ontvangen vacatures 94 1.2 Ontvangen vacatures per subsector 96 1.3 Belangrijkste beroepen en vacatures 97 2 Opleidingen 99 2.1 Aantal beëindigde opleidingen bij de VDAB 99 2.2 Individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) 101 2.3 Stelsel van Leren en Werken 105 Toelichting van de bronnen 109 1 Nace-bel code 109 2 Faillissementen 110 3 Ondernemingen, oprichtingen 110 4 Loontrekkende werknemers 110 5 Zelfstandigen 110 6 Enquête naar de arbeidskrachten (EAK) 111 7 Werkzoekenden 111 8 Vacatures, horecaopleidingen en Leren & Werken 112 Bijlage: Evolutiereeksen werknemers 113 Bijlage: Evolutiereeksen zelfstandigen 125

iv

1 Inleiding In dit rapport maken we een analyse van de horeca-arbeidsmarkt in Vlaanderen (en België) op basis van gegevens beschikbaar bij diverse officiële bronnen. In verschillende hoofdstukken besteden we aandacht aan enkele onderwerpen. We leggen ze hieronder kort uit. 1. Trends in de economie In het eerste hoofdstuk gaan we dieper in op de economische situatie in Vlaanderen. Zo bespreken we het Bruto Binnenlands Product en de werkloosheidsgraad alsook enkele belangrijke indicatoren met betrekking tot de horecasector. Achtereenvolgens zijn dit de consumptieprijzen, het aantal ondernemingen, faillissementen en oprichtingen, het aantal dagen economische werkloosheid en de gemiddelde uitgaven per huishouden die besteed worden aan de horeca. 2. Werkzaamheid Om het aantal werkenden in de sector in beeld te brengen, geven we in hoofdstuk 2 een overzicht van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en het aantal studentenjobs in de horecasector voor het jaar 2012. Daarnaast geven we een beeld van de arbeidsvoorwaarden. We bespreken de lonen en de arbeidsduur en afwijkende werktijden. 3. Werkzoekenden In het korte deel rond werkzoekenden kijken we enerzijds naar de niet-werkende werkzoekenden met aspiraties in de horecasector. Anderzijds bekijken we ook de in- en uitstroom van werkzoekenden in de horecasector gedurende de verschillende kwartalen. 4. Vacatures, horecaopleidingen en Leren en Werken In hoofdstuk 4 kijken we naar de vacatures, horecaopleidingen en het stelsel van Leren en Werken. In het eerste gedeelte wordt een beeld gevormd van de toestand en de evolutie van het aantal ontvangen vacatures in de horecasector voor het jaar 2012. In het tweede gedeelte geven we vervolgens het aantal beëindigde horeca(web-)opleidingen van de VDAB weer. In dat deel komen ook de individuele beroepsopleidingen in de onderneming (IBO) in de horeca aan bod. Als laatste bekijken we het stelsel van Leren en Werken in de horeca. Na de vier hoofdstukken geven we achteraan in dit rapport nog toelichting bij de gebruikte bronnen in dit rapport. Net als vorig jaar bieden we in de bijlagen tabellen met lange termijn evoluties aan. Voor werknemers wordt er een reeks weergegeven van 2001 tot 2012, voor zelfstandigen van 2003 tot 2012. Vooraleer van start te gaan met de trends in de economie vatten we de belangrijkste bevindingen van dit rapport samen in een synthese.

2

3 Synthese 1 Trends in de economie Het bruto binnenlands product of BBP van een land is een veel gebruikte maatstaf voor de welvaartscreatie van een land of regio. De tabel hiernaast toont de jaargroeicijfers voor België over de verschillende kwartalen van 2012. We zien dat 2012 opnieuw een moeilijk jaar is. Hoewel er nog een groei is in kwartaal 1, noteren de daaropvolgende kwartalen negatieve groeicijfers. Het aandeel van de horeca in het BBP tenslotte bedraagt bij benadering 1,60% in 2011 (BBP in kettingeuro's, referentiejaar 2010) (Bron: Nationale Bank van België). Dit is een minieme daling ten opzichte van 2010. Een tweede economische indicator is de werkloosheidsgraad, de verhouding tussen het aantal niet-werkende werkzoekenden (nwwz) tussen 18 en 65 jaar en de beroepsbevolking tussen 18 en 65 jaar (Bron: VDAB). We zien dat de werkloosheidsgraad in 2012 terug omhoog gaat. Waar de gemiddelde werkloosheidsgraad in Vlaanderen in 2011 op 6,66% ligt, is deze in 2012 gestegen naar 6,92%. Het indexcijfer van de consumptieprijzen is een economische indicator, die tot hoofdtaak heeft op objectieve wijze de prijsevolutie in de tijd weer te geven van een korf van goederen en diensten. Er is een duidelijk verschil tussen de ho- en de reca. De hotels en andere accommodaties kennen een serieuze prijsstijging in de zomermaanden terwijl de eet- en drinkgelegenheden een zeer geleidelijke stijging kennen doorheen het jaar. Als we januari 2012 en januari 2013 met elkaar vergelijken, zien we een prijsstijging van 2,5% voor de horecasector in het algemeen. De evolutie van de horecaondernemingen is een andere economische indicator. Hiervoor bekijken we zowel het aantal actieve horecaondernemingen alsook de faillissementen en oprichtingen in de sector. Voor Vlaanderen zien we een negatieve evolutie. Zo daalt het aantal actieve ondernemingen, stijgt het aantal faillissementen en daalt het aantal oprichtingen. Voor België valt vooral de faillissementsstijging op tot voorbij de kaap van 2.000. Meer detail over ondernemingen vindt u in het rapport Horecaondernemingen 2013. Tabel: aantal en jaargroei van de actieve ondernemingen, faillissementen en oprichtingen in de horecasector in de gewesten 2011/2012 - Actieve ondernemingen Faillissementen Oprichtingen 2012 1 2011-2012 2012 2011-2012 2012 2011-2012 Vlaanderen 33.763-0,5% 1.066 +2,3% 3.009-2,1% Wallonië 16.589 +0,8% 600 +3,6% 1.820 +1,2% Brussel 6.732 +1,7% 396 +8,2% 773 +5,6% Totaal 57.503 +0,1% 2.062 +3,8% 5.685 ±0,0% Bron: FOD Economie ADSEI Tabel: Economische jaargroei België 2012 Kwartaal 1 0,4 Kwartaal 2-0,3 Kwartaal 3-0,4 Kwartaal 4-0,4 Bron: Nationale Bank van België (Bewerking Departement WSE) Een laatste conjunctuurindicator en bijgevolg voorspeller van de toekomstige evolutie van de werkgelegenheid is de tijdelijke werkloosheid (bron: RVA). In 2012 daalt de economische werkloosheid in de horecasector in Vlaanderen voor het derde jaar op rij. Dit is in tegenstelling tot wat 1 In 2012 zijn er naast de 57.084 horecaondernemingen nog 400 horecaondernemingen met hoofdzetel in het buitenland en 19 horecaondernemingen met hoofdzetel op een onbekende plaats. Hierdoor komt het totaal aantal horecaondernemingen actief in België op 57.503. Hetzelfde principe geldt voor de oprichtingen.

4 men zou mogen verwachten, aangezien er in 2012 eerder een negatieve conjunctuur is. De negatieve conjunctuur zet bedrijven blijkbaar niet aan tot tijdelijke werkloosheid. We noteren voor 2012 ten opzichte van 2011 een daling van 10% in het aantal dagen economische werkloosheid in de horecasector. 2 Werkzaamheid 2.1 Werknemers In 2012 werken in België 120.681 werknemers in de horecasector of 3,48% van alle werknemers over alle sectoren heen. Vlaanderen telt 66.706 horecawerknemers in 2012. Dit is een gevoelige daling ten opzichte van het jaar voordien met 3,5% en het laagste peil sinds 2003. In Wallonië en Brussel daalt het aantal horecawerknemers minder, dit met respectievelijk 0,2% en 2,1%. Met 55% van alle horecawerknemers blijft Vlaanderen het grootste gewest. Grafiek: evolutie aantal werknemers in de horecasector in Vlaanderen en België -2001/2012-130.000 120.000 113.351 121.294 119.907 123.730 120.681 110.000 100.000 90.000 Vlaanderen 80.000 België 70.000 66.608 71.246 68.511 69.092 66.706 60.000 50.000 Bron: RSZ, gecentraliseerde statistiek, situatie op 30/06 Bewerking door GUIDEA In 2012 daalt het aantal horecawerknemers in Vlaanderen in nagenoeg elke subsector, behalve bij de kampeerterreinen en de overige accommodatie. De restaurants blijven de grootste werkgever in de horecasector. In Vlaanderen werken bijna zes op tien horecawerknemers in een restaurant. Hoewel in 2012 in absolute aantallen het aantal restaurantwerknemers daalt, stijgt het aandeel nog tot ruim 58%. De hotels, catering en drinkgelegenheden volgen op ruime afstand met elk iets meer dan 10%. De overige logies zijn goed voor 4% van alle horecawerknemers. Vooral de drinkgelegenheden verliezen aandeel en vertegenwoordigen 13% van alle horecawerknemers in Vlaanderen. 45% van alle horecawerknemers in Vlaanderen werkt in een bedrijf met minder dan 10 werknemers. Op het gebied van dimensiegrootte zien we voor Vlaanderen in nagenoeg elke categorie een absolute daling van het aantal horecawerknemers ten opzichte van 2011. Er is enkel een absolute stijging van het aantal werknemers bij de bedrijven met minimum 50 werknemers in dienst. Er is een groot verschil in evolutie tussen de verschillende statuten. Het aantal arbeiders in de horecasector in België en Vlaanderen daalt in absolute cijfers met respectievelijk 3% en 4%. Het aantal bedienden daarentegen stijgt met 1% in België en 3% in Vlaanderen. Op die manier stijgt in

5 2012 het percentage bedienden in Vlaanderen boven de 10%. Voor België was dit reeds het geval aangezien in Brussel zo n 20% van alle horecawerknemers een bediende is. Traditioneel stelt de horecasector meer vrouwen dan mannen te werk. Toch merken we al enkele jaren dat de verdeling evolueert naar een 50-50 verdeling. In België werken in 2012 reeds iets meer mannen dan vrouwen. In Vlaanderen zien we het aandeel mannen in 2012 met 0,6 procentpunt omhoog gaan richting 48,3% van alle horecawerknemers. De verdeling is ook afhankelijk van de subsector. Zo werken er in 2012 in Vlaanderen meer mannen dan vrouwen in de subsectoren van de restaurants en kampeerterreinen. In Vlaanderen zien we voor 2012 een toename van het aantal voltijdse horecawerknemers met 1,3%. Dit wil zeggen dat de afname van het totaal aantal horecawerknemers volledig toe te schrijven is aan de werknemers die deeltijds of als specialen werken. We zien voor deze groepen een daling van respectievelijk 4% en 12%. Voor België zien we hetzelfde patroon, al liggen de percentages iets anders. In vergelijking met andere sectoren tenslotte stelt de horecasector een groot aandeel jongeren tewerk. In 2012 is in Vlaanderen 36% van de horecawerknemers jonger dan 30 jaar, terwijl dit over alle sectoren heen 21% is. Als gevolg van de vergrijzing van de bevolking neemt het aandeel 50-plussers daarentegen toe tot ruim 19%. Voor Vlaanderen bedroeg het percentage jongeren nog 41% in 2008, terwijl dit in 2012 reeds gedaald is naar 36%. Tabel: Overzicht loontrekkende werknemers in de horecasector -2012-2 n % Vlaanderen België Vlaanderen België Totaal aantal 66.706 3 120.681 100% 100% Gewesten Vlaanderen -- 66.706 -- 55,3% Wallonië -- 26.675 -- 22,1% Brussel -- 27.300 -- 22,6% Subsector Hotels 8.611 16.975 12,9% 14,1% Vakantieverblijven 2.388 3.756 3,6% 3,1% Kampeerterreinen 310 476 0,5% 0,4% Overige accommodatie 130 684 0,2% 0,6% Restaurants 38.810 67.948 58,2% 56,3% Catering 7.743 16.674 11,6% 13,8% Drinkgelegenheden 8.714 14.168 13,1% 11,7% Dimensiegrootte 1 tot 4 werknemers 15.361 27.609 23,0% 22,9% 5 tot 9 werknemers 14.608 24.321 21,9% 20,2% 10 tot 19 werknemers 13.805 22.302 20,7% 18,5% 20 tot 49 werknemers 10.678 18.657 16,0% 15,5% 50 of meer werknemers 12.254 27.792 18,4% 23,0% Arbeiders/bedienden Arbeiders 59.988 105.757 89,9% 87,6% Bedienden 6.718 14.924 10,1% 12,4% 2 De groene, rode of gele pijltjes in de tabel wijzen op de evolutie in absolute cijfers ten opzichte van 2011. 3 De cijfers van de RSZ geven normaliter het aantal arbeidsplaatsen op basis van de hoofdzetel van de onderneming weer

6 Geslacht n % Vlaanderen België Vlaanderen België Man 32.251 60.441 48,3% 50,1% Vrouw 34.455 60.240 51,7% 49,9% Arbeidsregime Voltijds 23.883 45.281 35,8% 37,5% Deeltijds 4 33.518 63.939 50,2% 53,0% Specialen 5 9.305 11.461 13,9% 9,5% Leeftijdscategorie 59.867 6 106.229 100% 100% <20 jaar 3.369 5.125 5,6% 4,8% 20-29 jaar 18.271 33.392 30,5% 31,4% 30-39 jaar 13.555 25.842 22,6% 24,3% 40-49 jaar 13.023 23.322 21,8% 22,0% 50-64 jaar 10.864 17.477 18,1% 16,5% >64 jaar 785 1.071 1,3% 1,0% Bron: RSZ, gecentraliseerde statistiek, situatie op 30/06/2012 Bewerking door GUIDEA 2.2 Zelfstandigen In 2012 telt België 39.727 zelfstandigen in de horecasector. Dit komt neer op 4,1% van alle zelfstandigen over alle sectoren heen. Vlaanderen telt 25.513 zelfstandige horeca-uitbaters, een stijging met een kleine 500 ten opzichte van 2011 en goed voor een aandeel van 4,2%. Sinds 2008 is het aantal zelfstandigen in de horecasector gevoelig toegenomen (+18% in Vlaanderen in de periode 2008 2012). 64% van de zelfstandigen in de horecasector woont in Vlaanderen, 30% in Wallonië en slechts 5% in Brussel. De verdeling over de gewesten blijft reeds enkele jaren min of meer gelijk. In Vlaanderen blijft West-Vlaanderen de provincie met het grootst aantal zelfstandige horeca-uitbaters. Het is echter wel de enige provincie die er in absolute aantallen op achteruit gaat. Voor 77% van de zelfstandigen in de horecasector in Vlaanderen, is de horeca-activiteit hun hoofdbezigheid. Daarnaast oefent 18% een horecafunctie uit als bijkomende activiteit. 5% is actief na de pensioensleeftijd te hebben bereikt. Op lange termijn is er een evolutie naar aard van bezigheid. In 2003 was 86% nog zelfstandige in hoofdbezigheid, terwijl 11% dit was als bijkomende bezigheid. Het percentage actieven na pensioen(leeftijd) is in dezelfde periode lichtjes gestegen van 3% naar 5%. In 2012 is 56% van de zelfstandigen in Vlaanderen een man, terwijl 44% een vrouw is. Het verschil tussen beide geslachten is de laatste jaren iets groter geworden. Waar we bij de werknemers een grote groep jonge werknemers (<30 jaar) aantreffen, zien we bij de zelfstandigen net een omgekeerde leeftijdsverdeling. 36% van de Vlaamse zelfstandigen in de horecasector is ouder dan 50 jaar. 21% is jonger dan 35 jaar. Op lange termijn is er een evolutie zichtbaar naar meer ouderen als zelfstandige in de sector. In 2003 was slechts 28% van de zelfstandigen in de horecasector ouder dan 50 jaar terwijl 25% jonger was dan 30 jaar. 4 De deeltijdse prestaties betreffen de prestaties van de werknemer die gemiddeld slechts een gedeelte presteert van de arbeidstijd van de referentie persoon (voltijds werknemer). 5 De groep specialen bevat vooral loontrekkenden die werken via gelimiteerde prestaties (extra s in de horeca). 6 Werknemers per leeftijdscategorie: deze statistieken geven het aantal unieke werknemers naar leeftijdscategorieën weer volgens de hoofdverblijfplaats van de werknemer.

7 Het aantal starters en stoppers in de horecasector tenslotte stijgt beiden. Het aantal starters in Vlaanderen stijgt met 14% tot 3.255, terwijl het aantal stoppers met 1% stijgt tot 1.798. Voor België is er een stijging van het aantal starters met 16%, terwijl het aantal stoppers stijgt met 5%. Vooral in Brussel zijn er grote stijgingen. Tabel: Aantal zelfstandigen in de horecasector -2012-7 n % Vlaanderen België Vlaanderen België Totaal aantal 25.513 39.727 100% 100% Gewesten Vlaanderen -- 25.513 -- 64,2% Wallonië -- 12.052 -- 30,3% Brussel -- 2.162 -- 5,4% Vlaamse provincies West-Vlaanderen 6.582 -- 25,8% -- Oost-Vlaanderen 5.965 -- 23,4% -- Antwerpen 5.322 -- 20,9% -- Vlaams-Brabant 3.670 -- 14,4% -- Limburg 3.974 -- 15,6% -- Aard van bezigheid 8 Hoofdbezigheid 19.705 30.935 77,2% 77,9% Bijkomende bezigheid 4.574 6.754 17,9% 17,0% Actief na pensioen 1.234 2.038 4,8% 5,1% Geslacht Man 14.189 22.491 55,6% 56,6% Vrouw 11.324 17.236 44,4% 43,4% Leeftijd <25 jaar 884 1.379 3,5% 3,5% 25 tot 35 jaar 4.368 6.669 17,1% 16,8% 35 tot 50 jaar 11.164 17.197 43,8% 43,3% 50 tot 65 jaar 7.984 12.577 31,3% 31,7% >65 jaar 1.113 1.905 4,4% 4,8% Starters/stoppers Starters 3.255 5.513 -- -- Stoppers 1.798 3.050 -- -- Bron: RSVZ 7 De groene, rode of gele pijltjes in de tabel wijzen op de evolutie in absolute cijfers ten opzichte van 2011. 8 Zelfstandige in bijberoep: Dit is het geval als men samen met de zelfstandige activiteit nog een andere beroepsbezigheid uitoefent voor een werkgever. Of, als men als zelfstandige ook een loonvervangend inkomen krijgt uit een andere, weggevallen beroepsactiviteit als werknemer of ambtenaar. Zelfstandige actief na pensioen(leeftijd): Hier moet de zelfstandige rekening houden met een aantal voorwaarden. Zo zijn de inkomsten uit de beroepsbezigheid begrensd.

8 2.3 Studentenjobs Tabel: Aantal studentenjobs in de horecasector per kwartaal in België -2012- jaar kwartaal Aantal 2011-2012 Q1 25.294 +42,0% 2012 Bron: RSZ, gecentraliseerde statistiek Q2 35.415 +33,9% Q3 50.380 +25,4% Q4 29.785 +31,5% Wat opvalt is de grote stijging in alle kwartalen ten opzichte van 2011. De jaargroei is het grootst in kwartaal één, met name 42%. Er zijn eveneens grote verschillen tussen de vier kwartalen wat betreft het aantal studentenjobs in de horeca. Zo waren er tijdens kwartaal drie van 2012 dubbel zoveel studenten tewerkgesteld als tijdens kwartaal één. 2.4 Arbeidsvoorwaarden In de horecasector in België en Vlaanderen heerst er een kloof tussen de brutokwartaallonen van arbeiders en bedienden. In 2012 voor Vlaanderen bedroeg deze kloof op kwartaalbasis 44% in het voordeel van de bedienden (5.893 8.491). In België en Vlaanderen is er eveneens een verschil tussen de brutokwartaallonen van mannen en vrouwen in de horecasector, dit in het voordeel van de mannen. Waar dit verschil voor Vlaanderen bij arbeiders slechts 4% is (5.760 6.004), loopt dit tussen mannelijke en vrouwelijke bedienden op tot 18% (7.845 9.243). De cijfers voor België liggen in dezelfde lijn. Als we kijken naar de zelfstandigen, zien we dat deze in 2012 in de horecasector in Vlaanderen gemiddeld 10.444 euro op jaarbasis verdienden, iets meer dan het Belgisch gemiddelde in de horecasector. Er zijn wel duidelijke verschillen naar geslacht en aard van bezigheid. Zo verdienden mannen in Vlaanderen en België gemiddeld ruim 3.000 euro meer dan hun vrouwelijke collega s. Bij de aard van bezigheid zien we in Vlaanderen dat de zelfstandigen als hoofdbezigheid ruim 12.000 euro verdienden. De actieven na pensioen stranden op een kleine 6.000 euro terwijl deze in nevenbezigheid net boven de 2.000 euro uitkomen. De cijfers voor België liggen in dezelfde lijn. De gemiddelde werktijd bij voltijdse horecawerknemers in Vlaanderen ligt in 2012 net onder de kaap van 40 uren. Bij deeltijds loontrekkenden ligt de gemiddelde werktijd in 2012 op iets minder dan 19 uur. Er zijn duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. In Vlaanderen werkt 62% van de vrouwen minder dan 37 uren per week, terwijl dit percentage voor mannen op 38% ligt. Daarnaast werkt 11% van de mannen meer dan 40 uren, terwijl dit bij vrouwen 4% is. De resultaten voor België liggen in dezelfde lijn. De gemiddelde werktijd bij voltijdse zelfstandigen in de horecasector in Vlaanderen ligt in 2012 op iets minder dan 67 uur. In Vlaanderen werkt 88% van de mannelijke zelfstandigen en 75% van de vrouwelijke meer dan 40 uur per week. Beide percentages zijn beduidend hoger dan bij de loontrekkenden. De verdeling tussen mannen en vrouwen is bij de zelfstandigen vrij gelijklopend, al is er zoals vermeld een groter percentage mannen dat aangeeft meer dan 40 uren per week te werken. Uit de EAK 9, blijkt dat zelfstandigen in de horecasector in Vlaanderen meer op onregelmatige uren werken dan hun loontrekkende collega s, en dit voor beide geslachten. Avond-, zaterdag en zondagwerk wordt door meer dan 80% van de zelfstandige horeca-uitbaters soms of altijd gedaan. De percentages voor loontrekkenden liggen hier weliswaar ook hoog, maar toch gevoelig lager. Er zijn 9 Enquête naar de arbeidskrachten

9 eveneens verschillen tussen mannen en vrouwen en dit zowel voor loontrekkenden als zelfstandigen. Er zijn meer vrouwen dan mannen die aangeven nooit te werken tijdens de avond, nacht, zaterdag of zondag. Tenslotte ligt het percentage dat nachtwerk doet het laagst voor iedereen. Er zijn niettemin nog steeds twee op drie mannelijke zelfstandigen die aangeven soms of altijd nachtwerk te doen. Als we kijken naar eigen bevragingen bij werknemers zien we dat zaterdagwerk eveneens het vaakst wordt aangegeven als werk op onregelmatige uren. Nachtwerk en ochtendwerk is daar op het minst aantal respondenten van toepassing. 10 Tabel: werken op onregelmatige uren in Vlaanderen naar loontrekkenden / niet-loontrekkenden en geslacht -2012-11 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% avondwerk nachtwerk zaterdagwerk zondagwerk zelfstandigen mannen 96% 65% 98% 91% zelfstandigen vrouwen 85% 42% 93% 80% werknemers mannen 75% 29% 81% 65% werknemers vrouwen 58% 24% 69% 55% Bron: FOD Economie - Afdeling Statistiek, Enquête naar de arbeidskrachten 2012, NACE_2008=55 of 56 Tenslotte geeft zowat 86% van de horecawerknemers in Vlaanderen aan vast werk te hebben. Dit is iets meer dan het percentage voor gans België. 3 Werkzoekenden 3.1 Niet werkende werkzoekenden In 2012 zijn er gemiddeld 17.548 niet-werkende werkzoekenden met een aspiratie in de horecasector. Nu meerdere aspiraties in rekening worden gebracht, liggen de cijfers bijna dubbel zo hoog als vorig jaar. In detail worden keukenhulp, drankkelner en afwasser veel opgegeven als voorkeurberoep. De beroepen van nachtportier, pizzabakker en kok trekken een mannelijker publiek aan, terwijl gouvernante, kamerpersoneel of zaalhulp eerder vrouwen aantrekken. 3.2 In- en uitstroom van werkzoekenden Op jaarbasis zien we in 2012 een toename van het aantal mensen dat uitstroomt uit de horeca naar werkloosheid. Daarenboven zien we een afname van het aantal mensen dat instroomt naar werk in de horeca vanuit de werkloosheid. Op onderstaande grafiek zien we voor 2012 dat de rode trendlijn 10 Rapport Arbeidssituatie van werknemers in de Vlaamse horeca 2012 11 Antwoordcategorie avond- en nachtwerk = werkt soms, gewoonlijk of altijd s avonds / s nachts Antwoordcategorie zaterdag- en zondagwerk = werkt minstens één zaterdag / zondag in de maand.

10 (uitstroom uit de horeca naar werkloosheid) hoger ligt dan de groene trendlijn (instroom naar werk in de horeca vanuit werkloosheid). Dit wijst op een negatieve evolutie in de werkzoekendenstromen m.b.t. de horecasector. Grafiek: Uitstroom uit werk in de horeca naar werkloosheid 12 en instroom naar werk in de horeca uit de werkloosheid 13 in Vlaanderen per kwartaal -Q1 2007/Q4 2012-3.300 3.100 2.900 2.700 2.500 2.300 2.100 1.900 1.700 1.500 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Uitstroom uit horeca naar werkloosheid Instroom naar horeca vanuit werkloosheid Trendlijn uitstroom uit horeca naar werkloosheid Trendlijn instroom naar horeca vanuit werkloosheid Bron: Departement WSE 4 Vacatures, horecaopleidingen en Leren & Werken 4.1 Vacatures VDAB 3,9% van alle vacatures in 2012 zijn vacatures in de horecasector. Het grootste aantal ontvangen vacatures in de horecasector vinden we traditioneel in West-Vlaanderen. In 2012 is dit niet anders, al daalt het aandeel van West-Vlaanderen wel spectaculair met zes procentpunten naar 33%. Zowel Antwerpen (21%) als Oost-Vlaanderen (19%) hebben elk ongeveer één vijfde van het aantal vacatures. Vlaams-Brabant en Limburg vertegenwoordigen een kleiner aandeel in het aantal vacatures met respectievelijk 11% en 8%. Oost-Vlaanderen is de enige provincie die in absolute aantallen meer vacatures had in 2012 dan in 2011. Het gevraagde studieniveau voor de ontvangen vacatures in de horecasector is eerder laag (82%). Slechts 4% van de vacatures verwacht een hoog opleidingsniveau. Het verwachte opleidingsniveau ligt in de horecasector heel wat lager dan voor alles sectoren samen. Ook voor gevraagde ervaring wijkt de horecasector af van het gemiddelde over alle sectoren heen. Bij 61% van alle horecavacatures vraagt men minimaal 6 maanden ervaring, terwijl dit voor alle sectoren samen maar 52% is. 12 Het aantal mensen werkzaam in de horeca dat in de loop van de maand werkzoekend wordt 13 Het aantal werkzoekenden dat in de loop van de maand instroomt in de horeca

11 De verdeling naar subsector in de horecasector op gebied van vacatures blijft nagenoeg gelijk. Zo blijft restaurants de grootste categorie met 53% van de vacatures, gevolgd door hotels (19%). In absolute aantallen stijgt het aantal vacatures in de subsector Kantines en catering tussen 2011 en 2012. Het aantal vacatures in de andere subsectoren daalt met minstens 10%. Voor 88 beroepen in de horecasector werden in 2012 minstens vijf vacatures ontvangen. De meeste vacatures in de horecasector waren voor restaurant-kelner, drankkelner en keukenhulp. 4.2 Opleidingen VDAB In 2012 beëindigden 1.374 cursisten een horecaopleiding bij de VDAB. Het aantal horecaopleidingen kent een daling met 14%, waarmee het aandeel van de horecaopleidingen in alle VDAB-opleidingen daalt naar 1,54%. Van de horecaopleidingen zijn 70% opleidingen voor keukenpersoneel, 13% voor zaalpersoneel en 18% voor ander horecapersoneel. In 2012 beëindigden eveneens 413 cursisten een horeca-webopleiding. In 2012 zijn er in totaal 11.979 IBO-opleidingen in Vlaanderen. In 2012 is er, ten opzichte van 2011, een toename van 3,3% in het aantal IBO s in de horecasector (839 => 867). Over alle sectoren heen was er daarentegen een afname van 2,2%. Het aantal IBO-opleidingen in de horecasector is 7,2% van alle IBO-opleidingen in alle sectoren. Hiermee staat de horecasector op de derde plaats na de bouwsector en de kleinhandel. 4.3 Stelsel van Leren en Werken Onderstaande figuur toont het stelsel van Leren en Werken. Indien beschikbaar zijn de aantallen voor de horecasector voor het jaar 2012 toegevoegd. 'Leren en Werken' / Deeltijds Onderwijs Syntra leertijd (322) Deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) via Centrum Deeltijds Onderwijs Persoonlijk Ontwikkelingstraject (POT) Voortraject Brugproject Tewerkstelling in Normaal Economisch Circuit (340) Deeltijds Contract IBO (binnen deeltijds onderwijs) ILW (186)

12

13 Trends in de economie Vooraleer te focussen op de arbeidsmarkt, gaan we eerst dieper in op de economische situatie in Vlaanderen. De vraag en het aanbod van de arbeid worden immers in grote mate bepaald door economische ontwikkelingen. Inzicht in economische ontwikkelingen vertelt ons heel wat over de toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst bespreken we een aantal conjunctuurindicatoren zoals het Bruto Binnenlands Product, de werkloosheidsgraad en de consumptieprijzen. Meer specifiek voor de horecasector bekijken we eveneens de consumptieprijzen maar ook het aantal ondernemingen, het aantal faillissementen, het aantal oprichtingen, en het aantal dagen economische werkloosheid. Deze indicatoren geven een beeld van de algemene conjuncturele toestand en hebben een voorspellende waarde voor de toestand op de arbeidsmarkt. Bovendien lijkt horeca een sector te zijn die snel met een conjuncturele beweging mee evolueert (bron: Graydon, publicaties 01/03: faillissementen, p. 2; www.graydon.be). Tot slot geven we cijfers uit het huishoudbudgetonderzoek, namelijk de gemiddelde uitgaven per huishouden die gaan naar horeca.

14 1 Bruto Binnenlands Product (BBP) Het bruto binnenlands product of BBP van een land of van een regio is de marktwaarde van alle goederen en diensten die op één jaar tijd worden geproduceerd. Het is een veel gebruikte maatstaf voor de welvaartscreatie van een land of regio. Grafiek: Evolutie van de economische groei op jaarbasis (België en EU-27; Q1 2000 Q4 2012) Bron: Nationale Bank van België (Bewerking Departement WSE) Bovenstaande grafiek geeft de evolutie van de economische groei voor België en de EU-27 per kwartaal ten opzichte van het kwartaal in het voorgaande jaar. Het gaat hierbij om seizoensgezuiverde en voor kalendereffecten gecorrigeerde veranderingspercentages ten opzichte van de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar van het Bruto Binnenlands Product (BBP) naar volume in kettingeuro s 14 (referentiejaar 2005). (Bron: Steunpunt WSE) De economische crisis tijdens de tweede helft van 2008 en het volledige jaar 2009 is duidelijk te zien op de grafiek. In 2009 Q2 was er de grootste krimp in België met een negatieve groei van 4,2%. In 2010 en 2011 herstelde de economie zich in België en de EU27 met positieve groeicijfers. 2012 is terug een moeilijk jaar. Hoewel er nog een groei is in kwartaal 1, noteren de daaropvolgende kwartalen negatieve groeicijfers. De tabel hiernaast toont de groeicijfers voor België over de verschillende kwartalen van 2012. Tabel: Economische jaargroei België 2012 Kwartaal 1 0,4 Kwartaal 2-0,3 Kwartaal 3-0,4 Kwartaal 4-0,4 Bron: Nationale Bank van België (Bewerking Departement WSE) Het aandeel van de horeca in het BBP bedraagt bij benadering 1,60% in 2011 (BBP in kettingeuro's, referentiejaar 2010) (Bron: Nationale Bank van België). Dit is een lichte daling ten opzichte van 2010. 14 Om de volumegroei van het bbp en zijn componenten te meten is het nodig om uit de waarde-evolutie het effect van de prijsveranderingen te elimineren, door de prijzen a.h.w. constant te houden.

januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november 15 2 Werkloosheidsgraad in Vlaanderen Een tweede economische indicator is de werkloosheidsgraad. Vanaf januari 1999 wordt de werkloosheidsgraad bepaald door de verhouding tussen het aantal niet-werkende werkzoekenden (nwwz) tussen 18 en 65 jaar en de beroepsbevolking tussen 18 en 65 jaar (Bron: VDAB). Grafiek: werkloosheidsgraad in Vlaanderen - 2011/2012-8,00% 7,50% 7,00% 6,50% 6,00% 5,50% 5,00% 2011 2012 Bron: VDAB We zien dat de werkloosheidsgraad een piek kent in de zomermaanden. Begrijpelijk aangezien dan heel wat jongeren de schoolbanken verlaten. Als we 2012 met 2011 vergelijken zien we in nagenoeg alle maanden een hogere werkloosheidsgraad dan het jaar voordien. Als we de trendlijn van de laatste jaren bekijken, zien we dat deze een piek bereikt in 2010 waarna een lichte daling volgt om terug te stijgen in 2012. Grafiek: evolutie werkloosheidsgraad Vlaanderen -2008/2012-8,50% 8,00% 7,50% 7,00% 6,50% 6,00% 5,50% 5,00% Bron: VDAB 2008 2009 2010 2011 2012

16 3 Consumptieprijzen Het indexcijfer van de consumptieprijzen is een economische indicator, die tot hoofdtaak heeft op objectieve wijze de prijsevolutie in de tijd weer te geven van een korf van goederen en diensten die door de gezinnen worden aangekocht en als representatief voor hun verbruiksgewoonten worden beschouwd. Het indexcijfer meet niet zozeer het prijsniveau van deze korf voor een bepaalde periode, maar wel de schommeling van dit niveau tussen twee periodes, waarbij de eerste periode als vergelijkingsbasis geldt (bron: Fod Economie). Het basisjaar ter vergelijking is 2004. Dat basisjaar wordt gelijkgesteld met 100. We geven hieronder de indexen weer voor de maanden in 2012 en dit voor 12 groepen van uitgaven. De horeca (hotels, restaurants en cafés) is er één van. Grafiek: index consumptieprijzen voor 12 uitgavengroepen 2012-150 1. Voedingsmiddelen en dranken 140 130 120 110 100 90 80 2. Tabak 3. Kleding en schoeisel 4. Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen 5. Stoffering, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning 6. Gezondheidsuitgaven 7. Vervoer 8. Communicatie 9. Recreatie en cultuur 10. Onderwijs 11. Hotels, cafés en restaurants 12. Diverse goederen en diensten ALLE GROEPEN/GETUIGEN Bron: FOD Economie ADSEI Als we kijken naar de grafiek van de indexen, zien we dat de horecaprijzen meer dan gemiddeld (voor alle groepen) gestegen zijn ten opzichte van 2004. Er is een duidelijke piek te zien in de zomermaanden vanwege de prijsstijgingen bij de accommodatie. De index voor de horecasector schommelt in 2012 tussen de 120 en 130. De groep van huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen is het meest gestegen in acht jaar tijd. De groep van communicatie is de enige die nu goedkoper is dan in 2004. Hieronder splitsen we de horecasector verder op.

17 Grafiek: index consumptieprijzen horecasector - 2012/2013-160 150 140 130 120 110 100 90 80 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2012 2013 Restaurants Frituren, fastfood en snackbars Hotels Horeca algemeen Cafés Kantines Andere accomodaties Bron: FOD Economie ADSEI We zien een duidelijk verschil tussen de ho- en de reca. De hotels en andere accommodaties kennen namelijk een serieuze prijsstijging in de zomermaanden. Verder zien we eveneens lokale pieken bij andere accommodaties tijdens april en december (schoolvakanties). Hotels kennen enkel een piek tijdens de zomermaanden, aangezien hun doelpubliek ook meer divers is. Bij de eet- en drinkgelegenheden, zien we een zeer geleidelijke stijging doorheen het jaar. Als we januari 2012 en januari 2013 met elkaar vergelijken, zien we een prijsstijging van 2,5% voor de horecasector in het algemeen (126,38 123,3). De tabel hieronder toont de verschillen per subsector. De index van de cafés staat het hoogst van alle subsectoren, althans in januari 2013. Dit wil uiteraard niet zeggen dat de prijzen in cafés hoger liggen dan in de andere subsectoren, wel dat zij de grootste stijging van prijzen kennen sinds 2004. Tabel: index consumptieprijzen horecasector 2012/2013 - jaar 2012 2013 maand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 Restaurants 123,3 123,69 124,2 124,4 124,6 124,8 125,1 125,45 125,72 125,95 126,18 126,19 126,45 Cafés 130,4 130,59 131,7 131,9 132,7 132,9 133 133,33 133,45 133,67 133,83 133,95 133,95 Frituren, fastfood en snackbars 126 126,19 126,7 126,8 127,1 127,4 127,8 128,17 128,35 128,67 128,68 128,93 129,3 Kantines 126,1 126,05 126,1 126,1 126,1 126,1 126,1 126,05 129,45 129,47 129,47 129,47 129,47 Hotels 112,4 112,35 112,2 114,5 116,3 119,6 127,8 126,59 120,45 116,38 116,3 115,05 115,05 Andere accommodaties 96,86 108,63 98,81 122,2 113 119,7 153,4 146,88 110,89 113,59 100,72 118,79 96,01 Horeca algemeen 123,3 124,04 124,2 125,4 125,4 126,1 128,2 128,16 126,69 126,75 126,37 127,08 126,38 Bron: FOD Economie ADSEI

18 4 Ondernemingen in de horecasector Tabel: Aantal horecaondernemingen per gewest -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 2011-2012 Vlaanderen 33.872 33.881 33.918 33.921 33.763-0,5% Wallonië 16.189 16.220 16.296 16.463 16.589 +0,8% Brussel 6.301 6.386 6.522 6.619 6.732 +1,7% Buitenland 411 424 428 414 400 Niet gekend 39 33 24 20 19 Totaal 56.812 56.944 57.188 57.437 57.503 +0,1% 2008 2009 2010 2011 2012 Vlaanderen 59,6% 59,5% 59,3% 59,1% 58,7% Wallonië 28,5% 28,5% 28,5% 28,7% 28,8% Brussel 11,1% 11,2% 11,4% 11,5% 11,7% Buitenland 0,7% 0,7% 0,7% 0,7% 0,7% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI In 2012 blijft het aantal horecaondernemingen in België vrij stabiel in vergelijking met 2011. Er is wel een verschil tussen de gewesten. Waar er in Vlaanderen een daling is, stijgt het aantal horecaondernemingen in Wallonië en Brussel. Tabel: Aantal horecaondernemingen per subsector in België -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 1.930 1.936 1.938 1.927 1.932 Vakantieverblijven 934 1.057 1.171 1.285 1.371 Kampeerterreinen 472 465 451 440 435 Overige accommodatie 262 240 223 211 207 Restaurants 29.705 29.958 30.237 30.546 30.738 Catering 4.778 4.862 5.023 5.117 5.299 Drinkgelegenheden 18.731 18.426 18.145 17.911 17.521 Totaal 56.812 56.944 57.188 57.437 57.503 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 3,4% 3,4% 3,4% 3,4% 3,4% Vakantieverblijven 1,6% 1,9% 2,0% 2,2% 2,4% Kampeerterreinen 0,8% 0,8% 0,8% 0,8% 0,8% Overige accommodatie 0,5% 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% Restaurants 52,3% 52,6% 52,9% 53,2% 53,5% Catering 8,4% 8,5% 8,8% 8,9% 9,2% Drinkgelegenheden 33,0% 32,4% 31,7% 31,2% 30,5% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI De grootteorde van verdeling over de verschillende subsectoren blijft min of meer gelijk in België en Vlaanderen. De laatste jaren zien we wel een absolute en relatieve stijging in België van de

19 restaurants, cateringbedrijven en de vakantieverblijven. Drinkgelegenheden gaan er daarentegen op achteruit. Tabel: Aantal horecaondernemingen per subsector in Vlaanderen -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 1.089 1.108 1.103 1.091 1.091 Vakantieverblijven 553 632 715 782 825 Kampeerterreinen 224 222 219 213 213 Overige accommodatie 142 135 126 123 119 Restaurants 17.247 17.318 17.417 17.481 17.469 Catering 3.043 3.101 3.216 3.296 3.384 Drinkgelegenheden 11.574 11.365 11.122 10.935 10.662 Totaal 33.872 33.881 33.918 33.921 33.763 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 3,2% 3,3% 3,3% 3,2% 3,2% Vakantieverblijven 1,6% 1,9% 2,1% 2,3% 2,4% Kampeerterreinen 0,7% 0,7% 0,6% 0,6% 0,6% Overige accommodatie 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% Restaurants 50,9% 51,1% 51,4% 51,5% 51,7% Catering 9,0% 9,2% 9,5% 9,7% 10,0% Drinkgelegenheden 34,2% 33,5% 32,8% 32,2% 31,6% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI Tabel: Evolutie van het aantal ondernemingen in de horecasector in Vlaanderen per subsector -2008/2012-2008 - 2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Δ % Δ % Δ % Δ % Hotels +19 +1,7% -5-0,5% -12-1,1% 0 ±0,0% Vakantieverblijven +79 +14,3% +83 +13,1% +67 +9,4% 43 +5,5% Kampeerterreinen -2-0,9% -3-1,4% -6-2,7% 0 ±0,0% Overige accommodatie -7-4,9% -9-6,7% -3-2,4% -4-3,3% Restaurants +71 +0,4% +99 +0,6% +64 +0,4% -12-0,1% Catering +58 +1,9% +115 +3,7% +80 +2,5% +88 +2,7% Drinkgelegenheden -209-1,8% -243-2,1% -187-1,7% -273-2,5% Totaal +9 +0,0% +37 +0,1% +3 +0,0% -158-0,5% Bron: FOD Economie - ADSEI Als we de horecasector in Vlaanderen bekijken, zien we min of meer hetzelfde verhaal als voor België, al blijft het absolute aantal restaurants de laatste jaren vrij constant. In 2012 zijn er in de horecasector in Vlaanderen 158 ondernemingen minder dan in 2011. Procentueel betekent dit een daling van 0,5%. Tussen de verschillende subsectoren zien we vrij grote verschillen qua evolutie. Zo kennen enkel de vakantieverblijven en de cateringbedrijven een positieve jaargroei. Zoals reeds gezegd, gaan de drinkgelegenheden verder achteruit, dit jaar met een netto-daling van 273 ondernemingen of 2,5%. Meer detail over het aantal ondernemingen vindt u in het rapport Horecaondernemingen 2013.

20 5 Faillissementen in de horecasector Een andere belangrijke conjunctuurindicator is het aantal faillissementen. Bij opleving van de economie daalt het aantal faillissementen, bij achteruitgang stijgt het aantal faillissementen. We geven het aantal faillissementen op jaarbasis weer 15. Tabel: Aantal faillissementen in de horecasector in de gewesten -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 2011-2012 Vlaanderen 835 1.007 936 1.042 1.066 +2,3% Wallonië 456 466 504 579 600 +3,6% Brussel 301 325 348 366 396 +8,2% Totaal 1.592 1.798 1.788 1.987 2.062 +3,8% 2008 2009 2010 2011 2012 Vlaanderen 52,4% 56,0% 52,3% 52,4% 51,7% Wallonië 28,6% 25,9% 28,2% 29,1% 29,1% Brussel 18,9% 18,1% 19,5% 18,4% 19,2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI In 2012 gingen er in Vlaanderen in absolute cijfers meer horecaondernemingen failliet dan een jaar eerder. Ten opzichte van de andere gewesten, kent Vlaanderen de kleinste procentuele stijging. Tabel: Aantal faillissementen in de horecasector per subsector in België -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 30 30 23 31 37 Vakantieverblijven 1 3 6 12 9 Kampeerterreinen 3 1 6 0 2 Overige accommodatie 1 1 2 3 0 Restaurants 957 1.093 1.015 1.091 1.141 Catering 39 48 56 68 69 Drinkgelegenheden 561 622 680 782 804 Totaal 1.592 1.798 1.788 1.987 2.062 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 1,9% 1,7% 1,3% 1,6% 1,8% Vakantieverblijven 0,1% 0,2% 0,3% 0,6% 0,4% Kampeerterreinen 0,2% 0,1% 0,3% 0,0% 0,1% Overige accommodatie 0,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,0% Restaurants 60,1% 60,8% 56,8% 54,9% 55,3% Catering 2,4% 2,7% 3,1% 3,4% 3,3% Drinkgelegenheden 35,2% 34,6% 38,0% 39,4% 39,0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI 15 cyclische schommelingen, waarbij gewoontegetrouw de maanden mei, juli en augustus lagere cijfers tonen en de maanden maart, september en oktober systematisch hogere, worden afgevlakt via cijfers op jaarbasis (bron: Graydon, publicaties 02/06/2010: faillissementen, p.3; www.graydon.be).

21 Tabel: Aantal faillissementen in de horecasector per subsector in Vlaanderen -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 18 15 9 18 19 Vakantieverblijven 0 1 5 8 6 Kampeerterreinen 1 0 4 0 1 Overige accommodatie 0 1 2 1 0 Restaurants 484 590 500 549 565 Catering 18 30 28 38 34 Drinkgelegenheden 314 370 388 428 441 Totaal 835 1.007 936 1.042 1.066 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 2,2% 1,5% 1,0% 1,7% 1,8% Vakantieverblijven 0,0% 0,1% 0,5% 0,8% 0,6% Kampeerterreinen 0,1% 0,0% 0,4% 0,0% 0,1% Overige accommodatie 0,0% 0,1% 0,2% 0,1% 0,0% Restaurants 58,0% 58,6% 53,4% 52,7% 53,0% Catering 2,2% 3,0% 3,0% 3,6% 3,2% Drinkgelegenheden 37,6% 36,7% 41,5% 41,1% 41,4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI In 2012 is de verdeling in Vlaanderen en België naar subsector gelijkaardig aan de voorbije jaren. In 2012 is 53% van de 1.042 failliete horecaondernemingen in Vlaanderen een restaurant, 41% is een drinkgelegenheid. Een minderheid van de failliete ondernemingen is te vinden bij de cateringbedrijven of logiesverstrekkers. Tabel: Evolutie van het aantal faillissementen in de horecasector in Vlaanderen per subsector -2008/2012-2008 - 2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Δ % Δ % Δ % Δ % Hotels -3-6 +9 +1 Vakantieverblijven +1 +4 +3-2 Kampeerterreinen -1 +4-4 +1 Overige accommodatie +1 +1-1 -1 Restaurants +106 +21,9% -90-15,3% +49 +9,8% +16 +2,9% Catering +12 +66,7% -2-6,7% +10 +35,7% -4-10,5% Drinkgelegenheden +56 +17,8% +18 +4,9% +40 +10,3% +13 +3,0% Totaal +172 +20,6% -71-7,1% +106 +11,3% +24 +2,3% Bron: FOD Economie - ADSEI Het aantal faillissementen in de horecasector in Vlaanderen kent in de periode tussen 2008 en 2012 16 slechts één maal een daling, meer bepaald in het jaar 2010. Opvallend is dat vanaf 2008 de drinkgelegenheden elk jaar een stijging kennen. Zoals hieronder ook te zien, kennen de restaurants 16 Voor de jaren 2008 en 2009 zijn de cijfers herberekend van de (oude) nace-bel nomenclatuur 2003 naar de (nieuwe) nace-bel nomenclatuur 2008 volgens een probabilistische methode. Dit maakt een evolutie mogelijk over meerdere jaren.

22 en drinkgelegenheden in 2012 een stijging van om en bij de 3%. De cateringbedrijven daarentegen kennen een daling van 4 eenheden oftewel een kleine 11%. Grafiek: Evolutie van het aantal faillissementen in de horecasector 17 in Vlaanderen -2012 t.o.v. 2011- -12% -10% -8% -6% -4% -2% 0% 2% 4% Restaurants + 2,9% Catering-10,5% Drinkgelegenheden + 3,0% Bron: FOD Economie - ADSEI 17 Hotels en andere logiesmogelijkheden zijn weggelaten omwille van te lage aantallen.

23 6 Oprichtingen in de horecasector Een volgende conjunctuurindicator is het aantal oprichtingen. Tabel: Aantal oprichtingen in de horecasector per gewest -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 2011-2012 Vlaanderen 3.211 3.183 3.257 3.076 3.009-2,1% Wallonië 1.761 1.695 1.777 1.792 1.820 +1,2% Brussel 632 710 723 735 773 +5,6% Buitenland 111 100 112 80 82 Niet gekend 1 1 0 0 1 Totaal 5.717 5.664 5.886 5.685 5.685 ±0,0% 2008 2009 2010 2011 2012 Vlaanderen 56,2% 56,2% 55,2% 54,1% 52,9% Wallonië 30,7% 29,7% 30,4% 31,6% 32,0% Brussel 11,1% 12,4% 12,5% 12,9% 13,6% Buitenland 1,9% 1,8% 1,9% 1,4% 1,4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI Het aantal oprichtingen in de horecasector in België is exact hetzelfde in 2012 als in 2011. In Vlaanderen zijn er in totaal 3.009 oprichtingen, een kleine daling ten opzichte van 2011. Meer dan één op twee oprichtingen in de horecasector vindt plaats in Vlaanderen. Tabel: Aantal oprichtingen in de horecasector per subsector in Vlaanderen -2008/2012-2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 45 61 55 53 57 Vakantieverblijven 126 101 116 91 90 Kampeerterreinen 7 5 7 4 5 Overige accommodatie 2 2 1 1 2 Restaurants 1.541 1.516 1.557 1.499 1.524 Catering 316 309 335 311 319 Drinkgelegenheden 1.176 1.187 1.180 1.115 1.012 Totaal 3.213 3.181 3.251 3.074 3.009 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels 1,4% 1,9% 1,7% 1,7% 1,9% Vakantieverblijven 3,9% 3,2% 3,6% 3,0% 3,0% Kampeerterreinen 0,2% 0,2% 0,2% 0,1% 0,2% Overige accommodatie 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% Restaurants 48,0% 47,7% 47,9% 48,8% 50,6% Catering 9,8% 9,7% 10,3% 10,1% 10,6% Drinkgelegenheden 36,6% 37,3% 36,3% 36,3% 33,6% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron: FOD Economie - ADSEI

24 Tabel: Evolutie van het aantal oprichtingen in de horecasector in Vlaanderen per subsector -2008/2012-2008 - 2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Δ % Δ % Δ % Δ % Hotels +16-6 -2 +4 Vakantieverblijven -25 +15-25 -1 Kampeerterreinen -2 +2-3 +1 Overige accommodatie 0-1 0 +1 Restaurants -25-1,6% +41 +2,7% -58-3,7% +25 +1,7% Catering -7-2,2% +26 +8,4% -24-7,2% +8 +2,6% Drinkgelegenheden +11 +0,9% -7-0,6% -65-5,5% -103-9,2% Totaal -32-1,0% +70 2,2% -177-5,4% -65-2,1% Bron: FOD Economie - ADSEI In 2012 zijn er in de horecasector in Vlaanderen 65 oprichtingen minder dan in 2011, ofwel een daling van iets meer dan 2%. Naargelang de subsector zien we verschillen in de evolutie. Ten opzichte van 2011 zijn er meer restaurants en cateringbedrijven opgericht. Daarentegen zien we een gevoelige daling in het aantal oprichtingen van drinkgelegenheden. Er werden in 2012 in Vlaanderen 103 of 9% minder drinkgelegenheden opgericht dan in 2011.

25 7 Tijdelijke werkloosheid in de horecasector Een voorlaatste conjunctuurindicator en bijgevolg voorspeller van de toekomstige evolutie van de werkgelegenheid is de tijdelijke werkloosheid (bron: RVA). Wanneer de tijdelijke werkloosheid daalt, stijgt de werkgelegenheid en omgekeerd. De evolutie van de conjunctuur loopt bovendien quasi parallel met de evolutie van de tijdelijke werkloosheid. We focussen hier op de tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen 18. We spreken van tijdelijke werkloosheid als de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk wordt opgeschort met behoud van de contractuele band. Zo kan de onderneming het hoofd bieden aan een tijdelijke vermindering of onderbreking van de bedrijfsactiviteit 19. Tabel: Het aantal dagen economische werkloosheid in de horecasector per kwartaal in Vlaanderen - 2007 t.e.m. 2012- Andere vormen Jaargroei Economische van tijdelijke Totaal economische werkloosheid werkloosheid werkloosheid Totaal 2007 303.625 16.435 320.061 Totaal 2008 311.995 16.653 328.648 +2,8% Kwartaal 1 09 131.599 6.297 137.896 +23,3% Kwartaal 2 09 89.385 4.653 94.038 +19,7% Kwartaal 3 09 58.171 5.102 63.272 +27,5% Kwartaal 4 09 83.484 5.377 88.861 +9,0% Totaal 2009 362.639 21.428 384.067 16,2% Kwartaal 1 10 132.254 5.999 138.252 +0,5% Kwartaal 2 10 87.782 5.053 92.835-1,8% Kwartaal 3 '10 52.668 4.359 57.027-9,5% Kwartaal 4 '10 80.065 5.090 85.155-4,1% Totaal 2010 352.768 20.501 373.269-2,7% Kwartaal 1 '11 119.368 7.243 126.611-9,7% Kwartaal 2 11 74.513 3.811 78.324-15,1% Kwartaal 3 '11 44.986 5.314 50.300-14,6% Kwartaal 4 '11 72.022 5.776 77.798-10,0% Totaal 2011 310.889 22.145 333.034-11,9% Kwartaal 1 12 107.915 8.679 116.594-9,6% Kwartaal 2 12 71.966 4.386 76.352-3,4% Kwartaal 3 12 45.780 4.507 50.287 +1,8% Kwartaal 4 12 53.655 4.569 58.224-25,5% Totaal 2012 279.316 22.141 301.457-10,2% Bron: RVA In bovenstaande tabel geven we het aantal dagen economische werkloosheid in de horecasector in Vlaanderen per kwartaal. 20 18 De tijdelijke werkloosheid komt voornamelijk voor bij arbeiders. Door de crisis werd besloten om tijdelijke werkloosheid ook voor bedienden toe te laten. Aangezien in de horecasector in Vlaanderen 91% (2010) als arbeider werkt, vermoeden we dat deze uitbreiding een beperkte invloed zal hebben op het aantal tijdelijk werklozen in de horecasector. 19 Deze kan meerdere oorzaken hebben: bv. economische redenen, slechte weersomstandigheden, technische storingen, overmacht, jaarlijkse vakantie, staking of lock-out.