Inspirerende en snelle nascholing. Voor iedere verpleegkundige die meer uit het vak wil halen.

Vergelijkbare documenten
BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005

het kind in acute nood 11

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist

Specialistische reanimatie van kinderen

r.ars Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

Etalagebenen Claudicatio Intermittens

Het kind in Acute Nood September Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS

Reanimatie volwassene. Richtlijnen 2010

Reanimatie pediatrie. Richtlijnen 2010

Reanimatie van pasgeboren baby s

Specialistische reanimatie van volwassenen

Ulcus cruris venosum. Otto Dankerlui Dermatoloog

Waarom richtlijnen? Hoe komen richtlijnen tot stand? Pols voelen. Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes?

Nederlandse richtlijnen. 20 januari 2016

Hoofdstuk 5. Richtlijnen voor de Basale Reanimatie van kinderen

1 Het acuut zieke kind

Opleiding Reanimatie + AED bediener

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

2. Open been (ulcus cruris venosum)

Aanpak van cardiaal arrest

Specialistische reanimatie van kinderen - met de basale reanimatie van kinderen door medische professionals

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

Ongeveer een half procent van de volwassen bevolking krijgt op enig moment in zijn of haar leven een open been of ulcus cruris.

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Het kind in Acute Nood November Leerdoelen. Programma. Herken het kind in acute nood. Specifieke volgorde PBLS te begrijpen

Het reanimatie protocol

Wat is een acute hartritme stoornis?

Kinderen met acute neurologische problematiek

Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

Ulcus Cruris de ins & outs. Corien Dekkers MANP Verpleegkundig Specialist

Verpleegkundig handelen bij acuut respiratoir falen. Olivier Wynant

Opvang van circulatiestilstand

Cardioverteren. Defibrilleren. Tachycardie

REANIMATIE VAN VOLWASSENEN DOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER

Casus 14 : Quinckslag. Casus bibliotheek

CardioPulmonale Resuscitatie: richtlijnen 2010

WELK M Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige & ZEB NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS

Wondsymposium Mary-Ann el Sharouni AIOS Dermatologie UMCU

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof

Reanimatie van pasgeborenen

Herkennen acuut ziek kind

DiaCamschaal 2019 Venticare Reanimatie Competitie

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand

Dermatologie. Open been. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Open been. Ulcus cruris venosum

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen

Het kind met een abnormale hartfrequentie of hartritme

Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care

Wanneer is een circulatie slecht?

De haarvaten bundelen zich tot aderen en het bloed, nu arm aan zuurstof en voedingsstoffen, wordt teruggevoerd naar het hart.

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

MODULE 3 Levensreddende handelingen

Specialistische reanimatie van volwassenen

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Toetsstation. Reanimatie zonder hulpmiddelen

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe

Wat is een arterieel ulcus? Hoe werken de bloedvaten in de benen? Slagaderproblemen (arteriële insufficiëntie)

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Spelregels; A = Groen B = Rood Heeft u het antwoord fout, dan neemt u weer plaats op uw stoel!!

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior

Informatie over thuisbehandeling van Ulcus cruris venosum ( open been )

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

outcome kinderreanimaties. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis

Positieve of negatieve druk: dat is de vraag. Waardoor stroomt het bloed? Over PEEP en NITD. Coronaire perfusiedruk: P Aod -P RA

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

ATLS vs APLS: maar één letter verschil?

Joke Kieboom Kinderarts-intensivist. verdrinking circulatiestilstand met hypothermie onderzoek conclusie

Poortkatheter. Dagbehandeling Oncologie

Open been (Ulcus cruris)

Basale reanimatie. Versie aug / 51

Buikverpleging. Informatie voor bezoek

Reanimatie van de pasgeborene

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis

Een beroerte, wat nu?

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg!

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC)

DiaCamschaal Nederlandse Reanimatie Competitie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

PICC Radboud universitair medisch centrum

Perifeer Arterieel Vaatlijden en het Aneurysma Aortae Abd.

Spataderen. Ervaren dermatologen. Zeer persoonlijke zorg. Korte wachttijden.

Ulcus cruris. (open been)

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr: CAS nr: EEG nr:

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren:

ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE

DEEL II LIFE SUPPORT

PICC-lijn Radboud universitair medisch centrum

Transcriptie:

nurse academy Het artikel op de volgende pagina s wordt je aangeboden door NURSE ACADEMY Inspirerende en snelle nascholing. Voor iedere verpleegkundige die meer uit het vak wil halen. Wat is het? PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING VOOR VERPLEEGKUNDIGEN NURSE ACADEMY VERPLE EGKUN Een ulcus cruris: us of arterieel? brachialis median cubitaal Gevallen of geslagen? radialis Als de nier faalt ulnaris Risicogedrag en vrijheidsbeperking in het ziekenhuis Ouderen en visuele beperkingen JAARGANG 1 NUMMER 1 VOORJAAR 2009 Figuur 1 Veneus ulcus cruris OORZAKE N Tabel 1 Hoe onderscheid t men uze Kenmerken uze ulcera LEERDOELE u een us ulcus cruris kunt onderscheiden van een arterieel brachialis ulcus cruris; bent u op de hoogte van het belang van het onderkennen van mengvormen, van de mogelijke gevaren van compressief verband het belang van en van de enkel-armin dex. TREFWOO RDEN us ulcus cruris, arterieel ulcus cruris, gemengd ulcus Van de patiënten in het ziekenhuis krijgt 80-90% een infuus. Veel van deze infusen worden door dat het inbrengen van een infuusnaald goed en na het inbrengen van een infuus is flebitis, een pijnlijke en gevaarlijke aandoening. In dit artikel beperken wij ons tot het inbrengen van een perifeer infuus bij een volwassen patiënt. Doel van het infuus is het direct in de bloedbaan toedienen van een geneesmiddel of vloeistof. De infuuscanule kan ook als waaknaald worden ingebracht. DRS. TON VAN BOXTEL verpleegkundig specialist bij het team thuiszorgtechnologie in het umc Utrecht; eigenaar van Infu-in, Infusion Innovations, consultancy infuusbeleid en training bij het inbrengen van perifere infusen en picc-lijnen (www.infu-in.eu) PAULIEN SPIEKER hoofdredacteur LEERDOELEN Na het lezen van dit artikel hebt u: kennis over het inbrengen van een perifeer infuus; kennis over complicaties en oplossingen bij infuusprikken; kennis over oplossingen voor moeilijk te prikken patiënten. TREFWOORDEN Perifeer infuus, flebitis, picc cruris, risico s compressief ver band, enkel-armin De voorkeursplaatsmedian voor het inbrengen vandex een perifeer infuus is de onderarm. cubitaaleen infuus op de hand is in verband met de mobiliteit van de patiënt en het risico op afknikken gecontraïndiceerd. radialis De onderarm, van pols tot elleboogplooi heeft dus de voorkeur. Daarbij is de vuistregel het infuus zo distaal mogelijk te plaatsen. Dit houdt verband met het eventu ulnaris eel ontstaan van flebitis: dan kunt u altijd nog hogerop. Alvorens te prikken is het van belang op de hoogte te zijn van de verschillende structuren in de onderarm. Naast spier-, vet- en botweefsel bevinden zich in de onderarm n, arteriën en zenuwbanen. De arteriën bevatten zuurstofrijk bloed dat vanaf het hart naar de weefsels wordt getransporteerd. In de n wordt zuurstofarm bloed vanuit de weefsels terug naar hart en longen geleid. Alle bloedvaten hebben een vergelijkbare opbouw. De binnenkant is bekleed met glad epitheel, het endotheel. Daaronder ligt een laagje bindweefsel, dat samen met het endotheel de tuncia intima vormt. Daaromheen ligt de tunica media, die verschillend van structuur kan zijn. Bij de grotere vaten is er een derde laag, de tunica adventitia, een laag wat losser bindweefsel met kleine bloedvaatjes en lymfvaatjes die de wand van het bloedvat verzorgen. De arteriën hebben een dikke tunica media met veel elastisch bindweefsel. In de n zijn de elastische weefsels in de tuncia een losmazig netwerk. De bloeddruk in de n is laag en n zijn altijd wijder dan hun gelijknamige arteriën. In de n die lager gelegen zijn dan het hart komen kleppen voor die voorkómen dat het bloed terugstroomt. Ook het gebruik van de spieren (spierpomp) zorgt ervoor dat us bloed richting longen en hart stroomt. WAAROM ONTSTAAN COMPLICATIES? Bij het inbrengen van een infuuscanule ontstaat weefselschade. De huid wordt aangeprikt, waardoor bacteriën vanaf de insteekplaats met de canule mee naar binnen genomen kunnen worden. met atrofie blanche ULCERA CRURIS Ongeveer 70% van de beenulcera heeft een uze oorzaak; ongeveer 20% heeft een arteriële oorzaak. zijn echter ook mengvormen. Er Een us ulcus ontstaat doordat de afvoer via de n gestoord is, meestal doordat van bloed de kleppen in verpleegkundige, afdeling e umc Utrecht DR. C.J. SANDERS dermatoloog, afdeling Dermatologie umc Utrecht Infuus inbrengen bij de moeilijk te prikken patiënt de afvoerende vaten beschadigd zijn, bijvoorbee een tromboseb ld door een of door een gebrekkige kuitspierpomp. Het ulcus is dan het eindstadiu uze insufficiën m van zogeheten tie. Een arterieel ulcus ontstaat doordat van bloed gestoord de aanvoer is. De oorzaak is vaak atheroscler ose. De risicofactoren hiervoor zijn oudere leeftijd, roken, diabetes LET OP: mellitus, hypertensie en Bij patiënten vetstofwisselingsstoornissen. met diabetes melop de zeldzamere litus is door beschavormen van beenulcera diging van de bloedvaten, waardoor kan in het bestek deze van minder samendruk dit artikel niet worden baar zijn, een enkel-armin ingegaan. dex onbetrouwbaar. In zo n geval kan DE RISICO S VAN een contrastangiografie COMPRESS IEF VERBAND of EN HET BELANG een MR-angiografi VAN DE e ENKEL-ARM INDEX informatie geven Over het algemeen over de arteriële is in geval van uze ulcera functie. compressietherapie (naast wondbehandeling) de meest aangeweze n behandeling is. arteriële ulcera kan er echter meestal Bij compressie (druk) geen (of minder) worden gegeven, aanwezig. Er mag ook al is er oedeem dus niet zomaar gezwachteld worden, als men niet zeker is van de arteriële vaatstatus, ook al el? Een patiënt met arteriële ulcer a cruris Op de verpleega fdeling Dermatolo gie wordt de heer A. opgenome n met ulcera cruris beiderzijds. Tot nu toe werden de ulcera behandeld door de huisarts en de wijkverpleging, maar de afgelopen weken verslechte rden de wonden. N Na het lezen van dit artikel: weet u hoe zorgvuldig gebeurt. De belangrijkste complicatie Bestudeer de artikelen in het tijdschrift nurse academy en beantwoord de interactieve kennisvragen op www.nurseacademy.nl. Om hieraan te kunnen deel nemen, moet je wel eerst lid worden. Als je je inschrijft via www.nurseacademy.nl/nursing ontvang je vier keer per jaar het glossy tijdschrift nurse academy én vier e-learningmodules voor 99,-. Volledige deelname staat voor 20 uur geaccrediteerde nascholing. Een ulcus cruris: us of arterie CARLA SCHWERZE L Dermatologi VERPLEEGKUNDIGE TECHNIEK verpleegkundigen ingebracht. Het is belangrijk Hoe werkt het? DIGE CASUÏS TIEK Nurse Academy 2009 (1) nurse academy is een nieuwe vorm van leren. Het combi neert actuele vakinformatie in een tijdschrift met de gemak ken van e-learning. Dat is leren wanneer het jou uitkomt. Als je de kennistoets op www.nurseacademy.nl met goed gevolg hebt afgerond, ontvang je een certificaat plus het aantal behaalde accreditatiepunten. Een handige manier dus om je klinische kennis en vaardigheden bij te houden. nurse academy is erkend door de accreditatiecom missie van het kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden (V&V). Op beide scheenben en zien we forse begrensde ulcera, tunica scherp deels met zwarte adventitia necrose. De heer A. is 79 jaar en is al geruime tijd bekend met etalagebe nen. Hij heeft zijn hele leven matig gerookt. Hij heeft geen diabetes mellitus of hypertens ie maar wel een verhoogd cholesterolgehalte, waarvoor hij medicatie De pijnklachte krijgt. n staan op de voorgrond, met name s nachts als de heer A. in bed ligt. De laatste sliep hij vaak tijd in zijn leunstoel met de benen beneden. naar arterie tunica intima median cubitaal tunica media ulcera van arteriële Klinisch: t ondiep t onscherp begrensd t lokalisatie meestal bij de malleoli Bij onderzoek ziet men: t oedeem in het onderbeen t omringend e huid kan witte plekken vertonen (atrofie blanche) en/of hyperpigm entatie (door ijzerdepositie) en/of lipodermatosclerose t spataderen (varices) arterie radialis t paarsrode bloedvaatjes aan de mediale voetrand ulnaris ulcera? Kenmerken arteriële ulcera (enkelknobbels) Klachtenpa troon: t wondenbrachialis meestal minder pijnlijk dan arteriële ulcera t zware, vermoeide benen Klinisch: t diep t scherp begrensd t de necrose is vaak t lokalisatie vaak zwart boven op de voet, op het scheenbeen of aan de tenen Klachtenpatroon: t wonden meestal zeer t het laten afhangen pijnlijk van het been geeft t etalagebenen (claudicatio intermitten pijnreductie s) Bij onderzoek ziet men: t geen/weinig oedeem t omringend e huid t zwakke, afwezige vaak bleek/blauw t weinig beharing pulsaties tunica adventitia tunica intima Figuur 1 De lagen van een bloedvat De belangrijkste complicaties zijn: t flebitis; t afknikken; t verstopt raken. Flebitis Flebitis is een lokale ontsteking van een bloedvat, gekenmerkt door een warme, rode huid boven een pijnlijke, gezwollen. Flebitis kan verschillende oorzaken hebben: t mechanische; t chemische; t bacteriële. Mechanische flebitis Figuur 2 Anatomie van de onderarm: arteriën en n met hun namen. Bij een dikke canule in een nauw bloedvat schuurt de canule tegen het endotheel. Het lichaam reageert op die beschadiging met een ontstekingsreactie. Mechanische flebitis treedt vaak acuut op, snel na het inbrengen van de canule. Het is niet altijd nodig om de infuusnaald meteen te verwijderen. Het toedienen van warmte kan het proces tot rust brengen. Chemische flebitis Chemische flebitis komt het meest voor. Deze vorm van flebitis wordt veroorzaakt door het geneesmiddel dat instroomt. Het kan te maken hebben met de ph, de osmolaliteit en met de snelheid waarmee de vloeistof in het bloedvat verdund raakt. Bij chemische flebitis moet de infuusnaald zo snel mogelijk verwijderd worden. Mechanische flebitis ontstaat doordat de wand van het bloedvat beschadigt bij het inbrengen van de canule. Op de volgende pagina s vind je een voorbeeld van een artikel én de toetsvragen uit nurse academy. Kijk voor meer informatie op www.nurseacademy.nl/nursing. NURSE ACADEMY vertaalt theorie naar de praktijk is toegesneden op je dagelijkse verpleegkundig handelen is niet gesponsord en dus onafhankelijk laat je kennismaken met de nieuwste verpleeg kundige inzichten combineert het gemak van een tijdschrift met de uitdaging van e-learning inspireert je bij het toepassen van nieuwe kennis is didactisch en methodologisch verantwoord wordt samengesteld door verpleegkundigen nurse academy is een initiatief van Prelum Uitgeverij en Cleario. De inhoud is tot stand gebracht buiten de redactie van Nursing om

Dit artikel wordt u aangeboden door Nurse Academy, een initiatief van Prelum uitgevers en Cleario Acute geneeskunde Herkenning en opvang van het vitaal bedreigde kind Voor een belangrijke afname van sterfte en secundaire restschade bij vitaal bedreigde kinderen zijn vroegtijdige herkenning en primaire behandeling van respiratoir, circulatoir of centraal neurologisch falen van essentieel belang. Om dit te standaardiseren, zijn internationale richtlijnen (advanced paediatric life support, apls) opgesteld. In Nederland organiseert de Stichting Spoedeisende Hulp bij Kinderen cursussen over de herkenning en opvang van vitaal bedreigde kinderen voor verpleegkundigen en medici. In dit overzichtsartikel wordt een samenvatting gegeven van de op dit moment toegepaste richtlijn. Dr. Martin C.J. Kneyber kinderarts-intensivist, afdeling Intensive Care Kinderen, Beatrix Kinderziekenhuis/ Universitair medisch centrum Groningen, Groningen Drs. Marc van Heerde kinderarts-intensivist, afdeling Intensive Care Kinderen, vu medisch centrum, Amsterdam Dr. Dick G. Markhorst kinderarts-intensivist, afdeling Intensive Care Kinderen, vu medisch centrum, Amsterdam Leerdoelen Na het lezen van dit artikel: weet u hoe u een vitaal bedreigd kind kunt herkennen; kunt u de eerste opvang (basic life support) toepassen bij het vitaal bedreigde kind; kunt u de vervolgstappen toepassen in het kader van advanced paediatric life support. Trefwoorden vitaal bedreigd kind, kinderreanimatie, basic paediatric life support, advanced paediatric life support, abcprincipe: airway-breathing-circulation, beademing, hartmassage Herkenning Bij de eerste opvang van een vitaal bedreigd kind is het van belang te beoordelen of het om een primair respiratoire, circulatoire of centraal neurologische vitale bedreiging gaat. Dreigend respiratoir falen kan herkend worden aan de hand van de ademarbeid, de effectiviteit van de ademhaling en het effect op andere orgaansystemen. De mate van ademarbeid wordt beoordeeld aan de hand van de ademfrequentie, de aanwezigheid van intrekkingen, in- of exspiratoire geluiden, kreunen en het gebruik van hulpademhalingsspieren en neusvleugelen. Bij het beoordelen van de mate van ademarbeid zijn er drie valkuilen: het kind dat al geruime tijd respiratoire problemen heeft, verricht minder ademarbeid door vermoeidheid, het kind dat door een gestoorde aansturing van de ademhaling zonder toegenomen ademarbeid respiratoir faalt, en het kind met een neuromusculaire ziekte dat te spierzwak is om ademarbeid te leveren. De effectiviteit van de ademhaling wordt beoordeeld aan de hand van auscultatie van de thorax en de transcutaan gemeten zuurstofsaturatie (SpO 2 ). Tot slot wordt het effect op andere orgaan systemen nagegaan door het beoordelen van de hartfrequentie (hypoxie veroorzaakt initieel een tachycardie die kan overgaan in een bradycardie en uiteindelijk een asystolie), de huidskleur, en het bewustzijn

Acute geneeskunde Plaatsbepaling en voelen van de a. brachialis Plaatsbepaling en voelen van de a. carotis Onderkaak omhoogbrengen en hoofd licht kantelen (initieel is een kind onrustig of suf, later zal het bewustzijn dalen). De belangrijkste reden van een hartstilstand bij kinderen is respiratoir falen! Dreigend circulatoir falen wordt herkend aan de hand van de hartfrequentie, het polsvolume en de capillaire refill (veelal een matig betrouwbare parameter). Ook wordt de bloeddruk gemeten, waarbij wel bedacht moet worden dat hypotensie een laat optredend en veelal preterminaal teken is. Ook het effect op andere orgaansystemen wordt nagegaan door het beoordelen van de ademhaling (tachypneu bij metabole acidose), de huidskleur, het bewustzijn (wisselend bewustzijn is een eerste teken van shock, wat een uiting is van verstoorde cerebrale perfusie) en de urineproductie. Pulseless electrical activity Men spreekt van pulseless electrical activity (pea) wanneer er geen pulsaties palpabel zijn, terwijl er herkenbare complexen op de monitor zichtbaar zijn. Dit is een situatie waarop vaak een asystolie volgt. De behandeling van pea is hetzelfde als die van asystolie. Soms is pea het gevolg van een herkenbare en behandelbare oorzaak. Denk aan hypovolemie, spanningspneumothorax, harttamponade, intoxicaties of elektrolytstoornissen. Dreigend centraal neurologisch falen wordt ingeschat aan de hand van het bewustzijn, waarbij een snelle inschatting wordt verkregen door middel van de avpu-methode (Alert, Verbal, Pain, Unresponsive), waarbij de P gelijk is aan een Glasgow Coma Scale van 8. Verder wordt gekeken naar de houding van het kind, de pupillen en het effect op andere orgaansystemen (ademhaling en circulatie). Primaire opvang De primaire opvang, ofwel basic life support (bsl), omvat een aantal stappen volgens het zogeheten abc (airwaybreathing-circulation) principe. Allereerst wordt bij het aantreffen van een vitaal bedreigd kind om deskundige medische en verpleegkundige hulp gevraagd. Vervolgens wordt de patiënt aangesloten op de juiste bewakingsapparatuur, indien dit nog niet heeft plaatsgevonden. Tevens wordt een mondneusmasker geplaatst, waarmee 100% zuurstof met een flow van 10-15 liter/minuut kan worden toegediend. Daarna is het van belang het bewustzijnsniveau te beoordelen door aan de patiënt te vragen hoe het met hem/haar gaat en zachtjes aan de arm te schudden. Als het kind niet reageert, wordt overgegaan tot het evalueren van de doorgankelijkheid van de luchtweg (a). Bij twijfel over de doorgankelijkheid van de luchtweg, en wanneer snelle inspectie van de mondholte geen bijzonderheden toont, wordt bij kinderen jonger dan één jaar het hoofd met de head-tilt/chin lift in neutrale positie gehouden, bij oudere kinderen wordt het hoofd in sniffing position gebracht. Wanneer dit onvoldoende effect heeft,

Dit artikel wordt u aangeboden door Nurse Academy, een initiatief van Prelum uitgevers en Cleario Onderkaak naar voren schuiven Mond-op-mond-en-neusbeademing Mond-op-mondbeademing kan met behulp van de jaw-thrust manoeuvre de luchtweg vrijgemaakt worden: met behulp van één, twee of drie vingers achter de kaakhoek wordt de onderkaak opgelicht. Deze laatste manoeuvre kan ook worden toegepast indien het hoofd niet gekanteld mag worden (bijvoorbeeld bij een trauma). Blijft de luchtweg onvoldoende doorgankelijk, dan dient een mayo-tube te worden ingebracht. Het is van belang de juiste maat te gebruiken, en de tube op de juiste manier in te brengen (zo nodig onder zicht met het weghouden van de tong met een tongspatel). Aansluitend wordt beoordeeld of er een ademhaling aanwezig is (b). Met behulp van de kijk-luister-voelmethode wordt beoordeeld of er ademhaling is: kijk of er thoraxexcursies zijn, luister of ademgeruis gehoord kan worden en voel of er ademgeruis is. Houd daarbij het eigen hoofd gericht op de thorax van de patiënt. Indien de luchtweg vrij is, maar het kind ademt niet, dan worden vijf beademingsteugen toegediend (mond-op-mond bij oudere kinderen en mond-op-mond/neus bij zuigelingen). De ademteug is effectief wanneer de borstkas zichtbaar omhoog komt. Langzame beademingsteugen met de laagst mogelijke druk kunnen insufflatie van de maag verminderen. Is men voldoende tevreden over de doorgankelijkheid van de luchtwegen en de (spontane) ademhaling van het kind, dan wordt de circulatie (c) beoordeeld door perifere pulsaties te palperen. Een circulatiestilstand is te herkennen aan de afwezigheid van centrale pulsaties gedurende maximaal tien seconden, of door pulsaties met een trage frequentie (minder dan 60 per minuut) in combinatie met de afwezigheid van Veelal wordt in het ziekenhuis masker-enballonbeademing toegepast door middel van een ambuballon of een jackson-reessysteem. De ambu-ballon is er in drie maten: 250, 500 en 1500 ml. De kleinste maat is alleen voor neonaten geschikt. De kleinste twee maten hebben een overdrukventiel om barotrauma te voorkomen. Aan het uiteinde van de ambuballon zit een reservoir; hiermee kan een zuurstofconcentratie van 60-98% worden bereikt in de toegediende lucht. andere tekenen van leven. Bij zuigelingen wordt de a. brachialis of de a. femoralis gepalpeerd, bij grotere kinderen de a. carotis. Bij een insufficiënte circulatie wordt direct gestart met hartmassage. Bij aanwezigheid van één hulpverlener wordt een compressie : ventilatieratio van 30 : 2 aangehouden, bij aanwezigheid van twee hulpverleners is dit 15 : 1. Deze verhouding is onafhankelijk van de leeftijd. Bij zuigelingen worden beide handen omcirkelend om de thorax geplaatst, waarbij de duim één vinger boven het processus xiphoideus wordt geplaatst. Bij grotere kinderen worden één of twee handen gebruikt die twee vingers boven het processus geplaatst worden.

Acute geneeskunde Bepalen van het drukpunt voor hartmassage bij een zuigeling Bepalen van het drukpunt voor hartmassage bij een kind Hartmassage bij een pasgeborene Hartmassage bij een kind Secundaire opvang Na de bls wordt gecontinueerd met de apls. Ook deze wordt weer onderverdeeld in a-b-c. Airway en breathing Om de luchtweg definitief veilig te stellen bij een vitaal bedreigd kind, kan een orofaryngeale tube (mayo-tube, of guedel) of een endotracheale tube worden ingebracht. Om de goede maat van de mayo-tube te bepalen, wordt deze langs de zijkant van het gelaat geplaatst met de concave kant tegen de wang. De goede maat reikt van het midden van de mond tot aan de hoek van de onderkaak. Bij zuigelingen en jonge kinderen wordt de mayo-tube ingebracht met de holle kant naar de onderkaak toe, terwijl hij bij oudere kinderen als het ware ondersteboven wordt ingebracht en ter hoogte van het palatum molle 180 wordt geroteerd. Figuur 1 Basic Life Support Beadem met FI0 2 1,0 3 minuten CPR Adrenaline 10 mcg/kg IV of IO Adrenaline 10 mcg/kg IV of IO Behandel het behandelbare

Dit artikel wordt u aangeboden door Nurse Academy, een initiatief van Prelum uitgevers en Cleario Farmaca bij een reanimatie Adrenaline is een sterk werkende alfa en bèta-1-agonist. De intrauze/intraossale dosering bedraagt 10 microgram/kg. Er is geen overtuigend bewijs dat een tienvoudige dosering intraus tot een betere uitkomst leidt. Het geeft adrenerge vasoconstrictie, waardoor de diastolische druk in de aorta tijdens de hartmassage wordt verhoogd en als gevolg daarvan de coronaire perfusiedruk en de toevoer van geoxygeneerd bloed toeneemt. Het versterkt tevens de contractiliteit van het hart en stimuleert spontane contracties. Mocht intrauze of intraossale toegang hetgeen de voorkeur verdient niet mogelijk zijn, dan kan endotracheale toediening overwogen worden in een dosering van 100 mcg/kg. Amiodarone (dosering 5 mg/kg i.v.) is een non-competitieve inhibitor van adrenerge receptoren. Het vertraagt de av-geleiding en verlengt het qt-interval en daarmee de refractaire periode. Behalve bij refractaire vf/vt zonder output wordt amiodarone in tien tot twintig minuten toegediend. Bijwerkingen zijn bradycardie en polymorfe vt. Atropine en calcium worden in principe niet gebruikt tijdens een reanimatie. Glucose 10% 5 ml/kg wordt bij een bewezen hypoglykemie toegediend, magnesium wordt uitsluitend toegediend bij een gedocumenteerde hypomagnesiëmie of bij kinderen met een torsade des pointes vf. Natriumbicarbonaat kan overwogen worden bij langdurige hartstilstand of bij een gedocumenteerde ernstige metabole acidose. Behandel het behandelbare Continueer Basic Life Support Beademing met FI0 2 1,0 Adrenaline 10 mcg/kg IV of IO + Amiodarone 5 mg/kg IV/IO + Beoordeel ritme Beoordeel ritme Beoordeel ritme Iedere TWEE minuten Iedere 3-5 minuten Adrenaline 10 mcg/kg IV of IO Herken ritme Beoordeel ritme Figuur 2 Tijdens een reanimatie wordt bij voorkeur een orofaryngeale tube ingebracht. Daarbij is van belang dat zuurstof in de hoogste concentratie (FiO 2 1,0) wordt gebruikt en kunstmatige beademing wordt toegepast zonder de thoraxcompressies te onderbreken! De effectiviteit van de beademing wordt beoordeeld aan de hand van de transcutaan gemeten zuurstofsaturatie, aanwezigheid van thoraxexcursies, mate van doorkomend ademgeruis en endtidal CO 2. Het doel van hartmassage is het induceren van een toegenomen intrathoracale druk, die een gevolg is van de externe thoraxcompressie. De druk plant zich vervolgens selectief voort in het arteriële vaatsysteem (doordat in de v. jugularis een functionele klep aanwezig is). Hierdoor ontstaat er een arterio-uze drukgradiënt die een bloedstroom veroorzaakt, met name Circulatie Zijn de a en b naar behoren doorlopen, dan wordt de circulatie beoordeeld zoals beschreven bij de basic life support. Een circulatiestilstand kan het gevolg zijn van asystolie of ventrikelfibrilleren (vf) dan wel ventrikel vaten. in de cerebrale tachycardie (vt) zonder output. Asystolie komt bij kinderen het meest voor, omdat het hart op langdurige ernstige hypoxie reageert met een bradycardie en uiteindelijk asystolie. Op het ecg is veelal een vlakke lijn zichtbaar, soms zijn er p-toppen. De behandeling van asystolie is weergegeven in figuur 1. vf en vt zonder output komen

Acute geneeskunde Dit artikel wordt u aangeboden door Nurse Academy, een initiatief van Prelum uitgevers en Cleario zelden voor bij kinderen, maar kunnen optreden bij hypothermie, elektrolytstoornissen, intoxicatie met tricyclische antidepressiva en bij hartafwijkingen. Het behandelingsprotocol staat in figuur 2. Bij vf/vt moet worden nagedacht over de mogelijk oorzaak. Bij hypothermie wordt na een shockblok gestart met actief opwarmen. Bij een intoxicatie met tricyclische antidepressiva wordt natriumbicarbonaat toegediend en mogen er geen antiarrhythmica worden gegeven. Elektrolytstoornissen worden op de juiste manier behandeld. De behandeling bestaat uit (herhaalde) defibrillatie en het toedienen van diverse medicamenten. Asynchroon defibrilleren moet onmiddellijk worden uitgevoerd. Deprecordiale stomp is alleen zinvol bij een witnessed arrest. Bij kinderen onder de 10 kg worden de kinderpaddles (diameter 4,5 cm) gebruikt. Wanneer stoppen met reanimatie De ene paddle wordt op de apex geplaatst in de midaxillair lijn, de andere direct onder de clavicula net rechts van het sternum. Er wordt een asynchrone shock van 4 J/kg toegediend. Vervolgens wordt bls gedurende twee minuten gecontinueerd, na beoordeling van het hartrtitme op de monitor wordt een tweede shock van 4 J/kg toegediend. Na wederom twee minuten bls wordt adrenaline 10 microgram/kg toegediend om de coronaire en cerebrale perfusie te ondersteunen. Na twee minuten bls wordt wederom een shock Indien er na dertig minuten volledige reanimatie nog geen (tijdelijk) herstel van de spontane circulatie is opgetreden, en er geen persisterende vf of vt is, dan is het zeer onwaarschijnlijk dat verdere reanimatiepogingen succesvol zullen zijn. In dat geval kan de reanimatie worden gestaakt. van 4 J/kg toegediend, waarna amiodarone 5 mg/kg in combinatie met een shock van 4 J/kg de volgende stap is. Tussen de shockblokken door wordt beoordeeld of er circulatie is door te voelen of er perifere pulsaties zijn. Ook nu geldt weer dat het behandelbare herkend en behandeld moet worden. Referenties Turner NM, Vught AJ van (red). Advanced paediatric life support. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2004. Berg RA, Zaritsky A, Nadkarni V. Pediatric cardiopulmonary resuscitation. In: Fuhrman BP, Zimmerman JJ (eds). Principles and practice of pediatric intensive care. Philadelphia, VS: Mosby, 2006. International Liaison Committee on Resuscitation. International consensus on cardiopulmonary resuscitation and emergency cardiovascular care science with treatment recommendations. Part 6: Paediatric basic and advanced life support. Resuscitation 2005;67:271-91. Kennistoets 1.1 Welke van onderstaande beweringen is juist? a Een primaire stoornis van het hart is bij kinderen de belangrijkste oorzaak van hartstilstand. b Voor reanimatie van kinderen kunnen richt lijnen voor volwassenen worden gebruikt. c Een hartstilstand bij kinderen is meestal het gevolg van respiratoir falen. d Ventrikelfibrilleren komt vaak voor bij kinderen. 1.2 Welke van onderstaande beweringen is onjuist? a Bij kinderen jonger dan 1 jaar is de verhouding hartmasage : beademing 3 : 1. b Tijdens het masseren dient indien het kind geintubeerd is de beademing niet te worden onderbroken. c De dosering adrenaline is 0,1 ml/kg van de 1:10.000 oplossing (100 microgram/kg). d Indien na 15-20 minuten geen terugkeer is van spontane circulatie kan overwogen worden om de reanimatie te staken. 1.3 Welke van onderstaande beweringen is juist? a Een kind met respiratoire distress vertoont altijd tekenen van verhoogde ademarbeid (tachypnoe, intrekkingen, neusvleugelen). b Ook bij kinderen met een hartafwijking wordt altijd vaatvulling 20 ml/kg NaCl 0,9% toegediend. c Asystolie is de meest frequente vorm van hartstilstand op de kinderleeftijd. d Bij kinderen jonger dan 8 jaar wordt bij hartmassage de hand 1 vinger boven het xiphoid geplaatst. Deze kennistoets kun je maken op www.nurseacademy.nl. Om hieraan te kunnen deelnemen, moet je wel eerst lid worden. Als je je inschrijft via www.nurseacademy.nl/nursing ontvang je vier keer per jaar het glossy tijdschrift Nurse Academy én vier e-learningmodules voor 99,-. Volledige deelname staat voor 20 uur geaccrediteerde nascholing.