Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR

Vergelijkbare documenten
Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Gebruik van condensatoren

DE OPERATIONELE VERSTERKER

DE REËLE OPERATIONELE VERSTERKER

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

Digitale Systeem Engineering 1

Amplitudemodulatie. 1. Wiskundige vergelijking van een amplitudegemoduleerd signaal.

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Meten van vermogen in een driegeleidernet. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

Uitslagen voorspellen

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et3 019)

Oplossingen van de oefeningen

digitale signaalverwerking

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Hoofdstuk 6: Draadloze communicatie

Hoofdstuk 2: LOGISCHE SCHAKELINGEN

GESTABILISEERDE VOEDING

Logaritmen, Logaritmische processen.

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (ET3 019)

Labotekst. Meetsystemen

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

2.4 Oppervlaktemethode

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Universiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Tentamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177)

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 10

Vraag Antwoord Scores

Het berekenen van de transiëntresponsie via de Laplacetransformatie

Overzicht. Inleiding. Classificatie. NP compleetheid. Algoritme van Johnson. Oplossing via TSP. Netwerkalgoritme. Job shop scheduling 1

Labotekst. Meetsystemen

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij?

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie:

Blok 1 - Vaardigheden

wiskunde A pilot vwo 2015-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

elektriciteit voor 5TSO

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

wiskunde A bezem havo 2017-I

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II

DE INVERTERENDE VERSTERKER

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Aanvullingen van de Wiskunde

Noordhoff Uitgevers bv

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

INLEIDING. y(t) x(t) transformatie. inverse transformatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Correctievoorschrift VWO

Examen beeldverwerking 30/1/2013

wiskunde A vwo 2015-I

Operationele versterkers

Tijdelijke inpasmethode werkzame beroepsbevolking

Hoofdstuk 6: Laden en ontladen van condensatoren.

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Werkboek. meer. check! Geluk. in 3Weken! Marjan van de Bult

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Lineaire processen. HAVO - CM en EM

1 Inleidende begrippen

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Rekenen banken te veel voor een hypotheek?

Vak: Labo elektro Pagina 1 / /

Noordhoff Uitgevers bv

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

Integratiepracticum III

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

Het wiskunde B1,2-examen

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

t-toets met één steekproef Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 t obs = s N Marjan van den Akker Tweezijdige t-toets met één steekproef

7.9. Inhomogene lineaire stelsels. We keren nu weer terug naar de situatie

C. von Schwartzenberg 1/11

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Master data management

Beveiligingsunits Micrologic 2.0 A, 5.0 A, 6.0 A, 7.0 A Laagspanningsapparatuur

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

Het spel over genetisch gemodificeerd voedsel. Handleiding

Juli Canonpercentages Het vaststellen van canonpercentages bij de herziening van erfpachtcontracten

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Appendix E Goniometrie. Open Universiteit Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde

LABO 3 : De tijdbasis 1

De Woordpoort. De besteksverwerker van Het Digitale Huis

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Vraag Antwoord Scores

wiskunde C pilot vwo 2015-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

haarlemmerolie van de IT? Tobias Kuipers en Per John

Evolueren met portfoliomonitoring

Correctievoorschrift VWO 2014

Invloed overzetverhouding op gedrag transformatoren

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Privacy en cloud computing

Transcriptie:

naloge Elekronika DE KOMPRTOR De mees eenvoudige oepassing van de operaionele verserker is de komparaor. Om de werking van de komparaor e begrijpen, bekijken we de karakerisiek van de opamp, zoals geekend in figuur. Bij de opamp is de spanningsverserking zeer groo ( of meer). Wa kunnen we nu aanvangen me een verserker die zo n enorm groe verserking heef? We beschouwen figuur en plakken er wa geallen op. Me =, = en = - kunnen we berekenen da de opamp zich in he lineaire gebied bevind als er geld da 5µV < v P - v N < 5µV. ls er geen erugkoppeling is (geen verbinding ussen de uigang en de ingang), dan zal de verschilspanning aan de ingang meesal groer zijn, zoda de opamp zich dan bevind in een van de wee verzadigingsgebieden. De uigangsspanning is dan ofwel hoog ( ) ofwel laag ( ) : di is een digiaal signaal. De opamp, zonder erugkoppeling en me zijn enorme verserking, kan dus gebruik worden als een bi analoog-digiaal omzeer. lleen als de ingangsspanning och kleiner is dan ± 5 µv, dan bevind de uigangsspanning zich ussen V+ en V-, en is dus, digiaal gezien, nie gedefiniëerd. In prakische schakelingen word di probleem wel op de één of andere manier opgelos. / Fig. / v P - v N Fig. 2 In figuur 2 word he analoge ingangssignaal aangelegd aan de posiieve ingangsklem, en een refereniespanning aan de negaieve ingangsklem. Dan is de uigangsspanning = als > + / = als < / ussen en V- als / < < + / Dikwijls neem men voor de eenvoud gelijk aan oneindig, zoda he overgangsgebied o nul word herleid. We krijgen dan de eenvoudige regel = als > = als < waarbij alleen nog voor = de uigang nie is bepaald De funkie van deze schakeling is dan ook vrij eenvoudig in woorden ui e leggen : de schakeling vergelijk (engels : o compare) de ingangsspanning me een refereniespanning, en word daarom komparaor genoemd. ls de ingang groer is dan de referenie, is de uigang digiaal hoog. Di is een nie-invererende komparaor. De komparaor / 6

naloge Elekronika 2 Door he ingangssignaal aan de min-ingang aan e leggen en he refereniesignaal aan de plusingang bekom men een invererende komparaor : de uigang is dan digiaal laag als de ingang groer is dan de referenie (figuur 3). Fig. 3 Enkele oepassingen zullen nu worden besproken.. OMZETTEN VN EEN SINUS IN EEN BLOKGOLF De werking van de schakeling van figuur 4 zou nu voor zichzelf moeen spreken. De refereniespanning is hier nul vol. De opamp is geschakeld als nie-invererende komparaor. Tijdens de posiieve periodehelf van he ingangssignaal is de uigang hoog. Bij de nuldoorgang gaa de uigang van hoog naar laag. + - _ Fig. 4-2. HET INSTELLEN VN DE DUTY CYCLE Eers de definiie van de duy cycle. Voor een blokvormig signaal word de duy cycle D gedefiniëerd als volg : ijd hoog D = x periode Er word vermenigvuldigd me honderd omda de duy cycle in procen word uigedruk. Bekijken we nu figuur 5 : me behulp van de poeniomeer kan de spanning aan de posiieve ingangsklem worden ingeseld ussen, en 4,. an de negaieve ingangsklem word een zaagand aangelegd waarvan de spanning variëer ussen en. Men kan nagaan da, als v P = V, een duy cycle van 2% word bekomen, erwijl, voor v P = 4V, de duy cycle 8% bedraag. De komparaor 2 / 6

naloge Elekronika 3 k 8k k v P + _ Fig. 5 v P = 4V v P = V D = 2% D = 8% 3. EEN 3 BIT NLOOG-DIGITL OMZETTER He omzeen van een analoog signaal in een geal bied heel wa voordelen, denk bv. aan een digiale mulimeer. Hoe groer de gewense resoluie, des e meer bis er moeen worden voorzien. Indien we de maximale waarde van he ingangssignaal FS noemen (FS = full scale), en indien n he aanal bis voorsel, dan is de resoluie gelijk aan FS resoluie = n 2 Voorbeeld : FS = 8V, n = 6, dan is de resoluie gelijk aan 25 mv. Of als we he voorbeeld van de mulimeer hernemen : indien we in he 2V bereik (FS = 2,48V) de spanning willen kennen op mv nauwkeurig, dan zijn er bis nodig. Om een analoog-digiaal omzeer e realiseren zijn er heel wa mogelijkheden. We bespreken hier een flash = 8V = 3,2V Priorieis-encoder DC (= analog digial converor) me 7V 7 2 n - komparaoren : he voordeel van di ype DC is da de omzeing zeer snel 6V 6 gebeur (daarom noem hij ook flash), he nadeel is da er zeer veel komparaoren nodig zijn als n groo is. 5 B 2 In figuur 6 is er een DC geekend voor 4V 4 B n = 3 en FS = 8V. De resoluie bedraag dan V. Er zijn dus 7 komparaoren nodig. Elke komparaor heef zijn eigen 3V 3 B refereniespanning, die afgeleid word m.b.v. ach idenieke weersanden. 2V 2 In de figuur is = 3,2 V : de uigang van de drie onderse komparaoren is dan V hoog, erwijl de uigang van de vier bovense laag is gebleven. Me deze zeven komparaoren bekomen we zeven Fig. 6 digiale signalen, die echer maar ach verschillende oesanden kunnen hebben (zie ondersaande abel). De komparaor 3 / 6

naloge Elekronika 4 analoge ingang Komparaoroesanden uigang digiaal uigang 7 6 5 4 3 2 B 2 B B decimaal < < V V < < 2 V 2 V < < 3 V 2 3 V < < 4 V 3 4 V < < 5 V 4 5 V < < 6 V 5 6 V < < 7 V 6 7 V < < 8 V 7 Om deze ach oesanden voor e sellen hebben we maar drie bis nodig. In de priorieisencoder word deze omzeing gerealiseerd. Di is een zuivere digiale schakeling. Merk op : door de analoog-digiaal omzeing gaa er informaie verloren. In di eenvoudig voorbeeld is de uigang gelijk aan 3 : di wil dus zeggen da we ween da he ingangssignaal zich ussen 3 en 4 vol bevind, maar we kunnen dus nooi meer ween of he nu 3,2 dan wel 3,8 vol was. Di verloren gaan van informaie noemen we kwanisaieruis. We kunnen deze ruis reduceren door he aanal bis zo groo mogelijk e nemen. 4. BEWKING VN DE BTTERIJSPNNING In figuur 7 is he schema geekend van een schakeling die de spanning U ba van een baerij moe bewaken : indien deze spanning e groo word moe de gele LED oplichen, en indien anderzijds de spanning e laag zak, dan moe de rode LED gaan branden. De nominale baerijspanning is in di voorbeeld gelijk aan 3,6 V (di zijn bijvoorbeeld 3 oplaadbare NiCd baerijjes van,2v in serie). Bij deze nominale spanning brand geen van beide LEDs. We zullen de werking van de schakeling uileggen door he newerk op e lossen voor drie waarden van de baerijspanning. ) U ba = 3,6 V De refereniespanning van de beide komparaoren is 2,2V, de spanning over de zenerdiode ; deze spanning is onafhankelijk van U ba. De spanningen V en V 2 kunnen eenvoudig worden berekend me de formule van de poeniomerische deling : 3,9 V = U ba =,747 U ba en V 2 = U ba =,538 U ba 4,7 + 3,9 8,6 + In di geval is V = 2,69 V. Deze spanning kunnen we zien als de ingangsspanning van de bovense komparaor, die hier als invererende komparaor is geschakeld. Vermis V >, is de uigang V UIT = V. Dus is I B = en eveneens I C =, dus brand de rode LED nie. De spanning V 2 =,93 V. Deze spanning kunnen we zien als de ingangsspanning van de onderse komparaor, die hier als nie-invererende komparaor is geschakeld. Vermis V 2 <, is de uigang V UIT2 = V. Dus de gele LED brand evenmin. 2) U ba = 4,2 V In di geval is V = 3,4 V. De uigang van de bovense komparaor blijf op nul vol, dus de rode LED blijf gedoofd. De spanning V 2 = 2,26 V. De komparaor 4 / 6

naloge Elekronika 5 k 4,7k Ω 22Ω V UIT I C2 I C V U ba 3,9k V 2 GEEL ROOD V UIT2 4,7k 4,7k 2,2V k I B2 I B Fig. 7 Nu is V 2 >, zoda de uigang van onderse komparaor hoog word : V UIT2 = U ba. De 4,2,7V basissroom van de ransisor is dan I B2 = =,74 m en de collecorsroom 4,7k 4,2,8,3V I C2 = = 9,5m, me,8v de spanning over de LED en,3v de spanning 22 over de ransisor die in verzadiging is. Door de LED loop dus eveneens een sroom van 9,5m, waardoor de gele LED dus oplich. 3) U ba = 2,9 V In di geval is V = 2,7 V. Nu is V <, zoda de uigang van bovense komparaor hoog word : V UIT = U ba. De 2,9,7V basissroom van de ransisor is dan I B = =,47 m en de collecorsroom 4,7k 2,9,8,3V I C = = 8m, zoda de rode LED brand. Merk op da de weersand die de collecorsroom bepaal werd verlaagd (van 22 naar ohm), zoda de sroom door de LED ongeveer dezelfde is en de LED ongeveer even hard oplich. De spanning V 2 =,56 V. Vermis V 2 <, blijf de uigang V UIT2 laag en zal de gele LED nie branden. Samengeva kunnen we zeggen da de gele LED zal branden van he ogenblik da de baerijspanning is gesegen boven een waarde van 8,6 U ba > 2,2V = 4,92V en da de rode LED zal branden als de baerijspanning is gezak onder de waarde van 8,6 U ba < 2,2V = 2,944V 3,9 De komparaor 5 / 6

naloge Elekronika 6 Opgave We verondersellen da de posiieve sauraiespanning van de opamp gelijk is aan U B. De sauraiespanning van de ransisor V CEsa =,3 V. De spanning over de lichgevende diode in doorlaa bedraag hier 2V. Bereken de weersanden R o R 5 zodanig da egelijkerijd aan de volgende vijf eisen is voldaan : U B i i 2 i 5 a) i =µ @ U B =9V R 2 R 5 b) i 2 =5µ @ U B =9V R c) de LED begin e R 4 2V branden als U B <8,V d) i 5 =m @ U B =8,V β = e) de ransisor moe zich 3,6V R 3 i B bevinden op de grens ussen lineair gebied en verzadiging @ U B =8,V Oplossing a) i = (9 3,6) / R = µ. Hierui volg : R = 54k. b) (R 2 + R 3 ) i 2 = 9V. Hierui volg : R 2 + R 3 = 8k. c) 8,V x R 3 / (R 2 + R 3 ) = 3,6V zoda R 2 + R 3 = 2,25 R 3. Ui di selsel van wee vergelijkingen volg : R 3 = 8k en R 2 = k. d) (8, 2,3) / R 5 = m. Hierui volg : R 5 = 58 Ω. e) i B = i 5 / β = µ. Eveneens is i B = (8,,7) / R 4. Hierui volg R 4 = 74k. De komparaor 6 / 6