www.grontmij.nl Gemeentelijk Rioleringsplan Voorst Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010 t/m 2014



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Gemeentelijk rioleringsplan Wijk bij Duurstede

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Basisopleiding Riolering Module 1

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

TOETSING VERBREED GRP

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert

Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

F. Buijserd burgemeester

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Feiten over de riolering

Water- en Rioleringsplan

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

EEN BODEM VOOR WATER

Beter omgaan met hemelwater

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode Definitief

De Veranderende Zorgplicht

150 Doel en status Leidraad riolering Gaat over hoe u de Leidraad riolering kunt gebruiken en over de status van de informatie.

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland

Riolering 120 kilometer

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

E Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Olst-Wijhe, 14 oktober doc. nr.: RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe

Module D1100 Kostenkengetallen rioleringszorg. Inhoud

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Water- en rioleringsplan Loon op Zand

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Ontwikkeling duurzame Afvalwaterketen in De Glind

Waterparagraaf Heistraat Zoom

rio+ SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN ZEDERIK R O

Beslisdocument college van Peel en Maas

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

Aanvraag rioolaansluiting

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Waddinxveen

Transcriptie:

Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010 t/m 2014 Gemeentelijk Rioleringsplan Voorst www.grontmij.nl Wij ontwerpen en realiseren plannen voor de toekomst, door mensen en partijen in regio s bij elkaar te brengen en met elkaar te verbinden, met respect voor onze leefomgeving, onze klanten en elkaar.

Gemeentelijk rioleringsplan Voorst Planperiode 2010 t/m 2014 Definitief Gemeente Voorst Postbus 9000 7390 HA TWELLO Grontmij Nederland B.V. Houten, 12 oktober 2009

Verantwoording Titel : Gemeentelijk rioleringsplan Voorst Subtitel : Planperiode 2010 t/m 2014 Projectnummer : 274885 Referentienummer : 13/99094849/HdM Revisie : D1 Datum : 12 oktober 2009 Auteur(s) : Heleen de Man E-mail adres : heleen.deman@grontmij.nl; aad.oomens@grontmij.nl Gecontroleerd door : Heleen de Man Paraaf gecontroleerd : b.a. Goedgekeurd door : Aad Oomens Paraaf goedgekeurd : Contact : De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 47 00 F +31 30 637 94 15 midwest@grontmij.nl www.grontmij.nl Pagina 2 van 42

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Geldigheidsduur... 6 1.3 Procedures... 6 1.4 Termen en definities... 6 1.5 Leeswijzer... 7 2 Evaluatie GRP 2005-2009... 8 2.1 Inleiding... 8 2.2 Evaluatie Projectteam... 8 2.3 Geplande maatregelen GRP 2005-2009... 8 2.3.1 Aansluitingen... 8 2.3.2 Onderhoud, reparatie en vervanging... 102H9 2.4 Onderzoek... 103H10 2.5 Milieumaatregelen... 104H11 2.6 Samenvatting evaluatie GRP 2005-2009... 105H11 3 Gewenste situatie... 106H12 3.1 Inleiding... 107H12 3.2 Waarom riolering?... 108H12 3.3 Relaties met andere plannen en regelgeving... 109H12 3.4 Gewenste situatie... 110H13 3.4.1 Zorgplicht stedelijk afvalwater... 111H13 3.4.2 Hemelwaterzorgplicht... 112H13 3.4.3 Grondwaterzorgplicht... 113H16 3.4.4 Voorwaarden voor effectief beheer... 114H16 3.5 Overleg met andere overheden... 115H16 4 Huidige situatie... 116H17 4.1 Inleiding... 117H17 4.2 Totaal overzicht voorzieningen... 118H17 4.3 Stedelijk afvalwater... 119H19 4.3.1 4.3.2 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing... 120H19 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater... 121H19 4.3.3 Overzicht aanwezige voorzieningen voor stedelijk afvalwater... 122H19 4.3.4 Toestand van de objecten... 123H20 4.3.5 Functioneren van de voorzieningen... 124H20 4.4 Hemelwater... 125H21 4.4.1 Verwerking van hemelwater... 126H21 4.4.2 Overzicht van aanwezige voorzieningen... 127H21 4.4.3 Toestand van de objecten... 128H22 4.4.4 Functioneren van de voorzieningen... 129H22 4.5 Grondwater... 130H22 4.5.1 Inzicht in grondwaterregime... 131H22 4.5.2 Functioneren van de voorzieningen... 132H22 4.5.3 Klachten en overlast... 133H22 5 De opgave... 134H23 5.1 Inleiding... 135H23 Pagina 3 van 42

Inhoudsopgave (vervolg) 5.2 Aanleg van nieuwe voorzieningen... 136H23 5.2.1 Nieuwbouw... 23 5.2.2 Bedrijventerrein... 24 5.3 Onderzoek... 24 5.3.1 Inventarisatie... 24 5.3.2 Inspectie en controle vrijvervalriolering... 25 5.3.3 Berekeningen e.a. studies... 25 5.3.4 Actualisatie GRP... 25 5.3.5 OAS... 25 5.3.6 Monitoring/ Meten aan de riolering... 26 5.3.7 Waterkwaliteitsspoor... 27 5.3.8 Benchmarking... 27 5.3.9 Indirecte lozingen... 27 5.3.10 Modelverordening afvoer hemelwater en grondwater... 27 5.3.11 WION... 28 5.3.12 Ontvlechten en bestrijdingsmiddelen... 28 5.3.13 Waterloket... 29 5.3.14 Samenvatting onderzoekinspanningen planperiode... 29 5.4 Maatregelen... 29 5.4.1 Onderhoud rioleringsobjecten... 29 5.4.2 Vervanging, renovatie en reparatie van drukriolering... 30 5.4.3 Vervanging, renovatie en reparatie van gemalen en persleidingen... 30 5.4.4 Vervanging en reparatie van riolen... 31 5.4.5 Verbetering hydraulisch en milieutechnisch functioneren (basisinspanning)... 159H32 5.4.6 Verbetering functioneren grondwater drainage... 160H33 5.5 Samenvatting beheermaatregelen planperiode... 161H33 6 Organisatie en financiën... 162H34 6.1 Personele middelen... 163H34 6.2 Financiële middelen... 164H36 6.2.1 Algemeen... 165H36 6.2.2 Vervangingswaarde... 166H36 6.2.3 Totale uitgaven... 167H37 6.3 Kostendekking... 168H37 6.3.1 Inleiding... 169H37 6.3.2 6.3.3 Heffingsgrondslag... 170H38 Heffingseenheden... 171H39 6.3.4 Vergelijking van de rioolheffing met omliggende gemeenten... 172H39 6.3.5 Inkomsten anders dan rioolrecht/heffing... 173H40 6.3.6 Rioolheffing... 174H40 6.3.7 Vergelijking met tarief GRP 2005-2009 en herziening 2007... 175H42 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Tabellen Uitwerking maatregelen planperiode Doelen, Functionele eisen en Maatstaven Woordenlijst Relaties met andere plannen en regelgeving Reacties van Derden Pagina 4 van 42

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aanleg en beheer van voorzieningen voor afvalwater, hemelwater en grondwater is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33) en de Wet op de waterhuishouding (Whh art. 9a en 9b). Een belangrijke ontwikkeling is die van de Verbreding van het rioolrecht (verbrede watertaken gemeenten). Per 1/1 2008 is de wet Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht. In deze wet krijgt de gemeente formeel de zorgplicht voor: a. de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater; b. de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; c. het treffen van maatregelen in het openbaar gebied teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Deze wetgeving draagt bij aan de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) op te stellen (Wm art.4.22). In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad, telkens voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Met het verstrijken van de planperiode 2005-2009 van het GRP Voorst is het noodzakelijk het bestaande GRP te actualiseren. In dit GRP is weergegeven hoe de gemeente haar watertaken de komende planperiode vorm wil geven. Voor de planperiode 2010-2014 zullen de kosten voor vuilwater, hemelwater en grondwater (waterketen watersysteem) gescheiden inzichtelijk worden gemaakt. Ook zal extra aandacht worden geschonken aan de Benchmark Rioleringszorg. Wet milieubeheer, artikel 4.22 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat ten minste: a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a ; c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. 4. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aan gemeenten de plicht opleggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10.33, alsmede de taken, bedoeld in de artikelen 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking. Pagina 5 van 42

Inleiding Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van het beheer van de openbare ruimte, de bescherming van de bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. 1.2 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast (art. 4.22 Wm). De geldigheidsduur van dit beleidsplan is vijf jaar (2010 t/m 2014). De financiële peildatum van dit GRP is 1 januari 2009 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009. In 2014 zal het GRP aan de dan bestaande inzichten worden getoetst en, als dat nodig is, worden bijgesteld. 1.3 Procedures Dit GRP is in nauwe samenwerking tussen de gemeente en Grontmij tot stand gekomen. De Wet milieubeheer (art.4.23) schrijft voor dat bij de voorbereiding van het plan in ieder geval overleg plaats moet vinden met: Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (deze hebben een aanwijzingsbevoegdheid); Waterschap Veluwe, als beheerder van de zuiveringstechnische werken waarnaar het afvalwater wordt afgevoerd en als beheerder van het oppervlaktewater waarop wordt geloosd; Na afronding van het GRP is deze ter inzage voor burgers. Wet milieubeheer, artikel 4.23 1. Het gemeentelijke rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a. gedeputeerde staten, b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd, en c. de beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd. 2. Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het plan aan de in het eerste lid, onder a tot en met c, genoemde instanties, en Onze Minister. 3. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van het plan. Tijdens het opstellen van het GRP is meerdere keren overleg geweest met Waterschap Veluwe. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het plan worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Op basis van art. 4.23 Wm moet het college van Burgemeester en Wethouders de vaststelling van het GRP bekendmaken in ten minste één dag- of nieuwsblad. 1.4 Termen en definities Dit GRP is een gemeentelijk beleidsplan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor overleg met de in de Wm genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP vaktaal wordt gebruikt. In dit GRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in bijlage 2. Pagina 6 van 42

Inleiding 1.5 Leeswijzer Dit GRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering (ref.1) opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer. Duurzaamheid Ontwikkelingen Wet- en regelgeving Evaluatie Toetsingskader Wat willen we? Toetsing huidige situatie Wat hebben we? De opgave Wat moeten we doen? Organisatie en financiën Wat kost dat? In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot 2009 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2010 t/m 2014. In hoofdstuk 3 'Gewenste situatie worden voor de komende planperiode (en de periode daarna) doelen beschreven en uitgewerkt. Hiermee wordt een toetsingskader gegeven waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) kunnen worden aangegeven. In hoofdstuk 4 'Toetsing huidige situatie' wordt getoetst in hoeverre de doelen nu al zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 4 geeft het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wm, artikel 4.22 lid 2a). In hoofdstuk 5 'De opgave' worden in hoofdlijnen de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Daarmee wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 6 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wm, artikel 4.22 lid e). Tabellen met een letter (bijvoorbeeld tabel A) zijn in de rapporttekst opgenomen, tabellen met een cijfer in bijlage 1. Pagina 7 van 42

2 Evaluatie GRP 2005-2009 2.1 Inleiding Voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan, is het goed terug te kijken. De evaluatie geeft aandachtspunten voor het nieuw op te stellen GRP en bepaalt mede de vertrekpositie voor het nieuwe GRP. De evaluatie vindt plaats aan de hand van: evaluatie projectteam; geplande maatregelen planperiode 2005-2009; onderzoek; milieumaatregelen. Deze evaluaties zijn hieronder kort samengevat. 2.2 Evaluatie Projectteam De rol en de functie van het GRP is geëvalueerd met het projectteam, bestaande uit Marjolijn Bijsterveld, Paul van Bussel, Paul van Dijk. Het GRP 2005-2009 is als een prettig en goed instrument ervaren omdat dit de hoofdlijnen aangaf en het kader vormde voor de financiële middelen gedurende de planperiode. Een minder punt van het GRP 2005-2009 is dat de operationele planning niet expliciet (met bijvoorbeeld putnummers) is vermeld in de tabellen (zie tabel 4.7 in het GRP 2005-2009). Hierdoor is het lastig bij te houden en te toetsen welke maatregelen wel of niet zijn uitgevoerd. In het nieuwe GRP zal hieraan aandacht worden besteed. Vanwege de extra zorgplicht zal in het nieuwe GRP (grondwater)overlast gedefinieerd worden. Op dit moment is er geen sprake van structurele grondwateroverlast in de gemeente. Aandachtsgebieden waar hoge grondwaterstanden kunnen optreden zijn Doornweerd en Klarenbeek. In het GRP 2005-2009 werd de berekening van het rioolrecht als laatste pagina van bijlage 1 getoond. In het nieuwe GRP wordt de berekening van het rioolrecht als eerste pagina van de bijlagen getoond, de gegevens waarop deze berekening is gebaseerd zullen daarna volgen. Hiermee wordt de vindbaarheid verbeterd. De gemeente krijgt soms klachten over de hoogte van het rioolrecht. In het nieuwe GRP zal een onderbouwing worden gegeven van de hoogte van het rioolrecht, en wordt deze gerelateerd aan het rioolrecht in andere gemeenten. 2.3 Geplande maatregelen GRP 2005-2009 2.3.1 Aansluitingen Alle percelen binnen de gemeente hebben een aansluiting op de riolering, nog niet alle percelen lozen hier echter op. Enkele percelen hebben een tijdelijke ontheffing van de gemeente gekregen omdat deze gebruik maken van een afdoende grote septic tank of rietveld. Deze ontheffing is gebaseerd op de afschrijvingstermijn van de IBA of het helofytenfilter. Op dit moment is de handhaving om de overige percelen te laten lozen op de riolering nog niet afgerond. Pagina 8 van 42

Evaluatie GRP 2005-2009 In de afgelopen planperiode zijn 455 woningen gebouwd en aangesloten, bij: Scholtenshoek (Twello); het Palet (Twello) het Stationskwartier (Twello) Veenhuisweg (in aanbouw) (Twello) De Lage Kamp (Terwolde) Achter 't Holthuis (Twello) De Windvang (Voorst) Hessenlaan (Teuge) 2.3.2 Onderhoud, reparatie en vervanging Het gemaal aan de Bremstraat is geheel gerenoveerd. De vervanging van het mechanische/elektrische deel van het gemaal bij de Omloop en de Koppelstraat is verschoven naar de volgende planperiode in het jaar 2012. De vervanging van het bouwkundige deel van het gemaal de Omloop is van 2008 verplaatst naar 2010. De reden voor het uitstel van deze werkzaamheden is dat de onderhoudsstaat nog afdoende was. Ook kan nu geanticipeerd worden op de komst van de ringtransportleiding. Het gemaal Bussloo is geheel vervangen in 2009. De gemalen zijn in beheer bij Waterschap Veluwe. Vanwege de hoge kosten wil de gemeente overwegen om de gemalen in haar eigen beheer te nemen. Het is op dit moment de vraag of en hoe de gemeente deze taak (op langere termijn) kan uitvoeren. Bij de drukriolering zijn 29 units aangesloten op telemetrie. Hiervan zijn 10 units verplaatsbaar. De telemetrie van de drukriolering werkt nog niet goed doordat er problemen zijn met het bereik. De leverancier is hiermee bezig. In de planperiode 2005-2009 is de persleidingvan het gemaal Bremstraat vervangen. De vervanging van de persleiding vanaf het gemaal Omloop is verschoven van het jaar 2008 naar 2010. De wijk De Veldjes is geheel voorzien van gescheiden riolering. Net als vele andere wegen Koningin Julianastraat (Twello), Wilhelminaweg (Voorst), Binnenweg (Voorst) e.d.) die gelijktijdig met de wegreconstructie afgekoppeld zijn. De woningen mochten vrijwillig afkoppelen, een groot deel is nog aangesloten op het gemengde stelsel. Figuur 2-1 De Wilhelminaweg is afgekoppeld bij wegreconstructie Pagina 9 van 42

Evaluatie GRP 2005-2009 Tabel A geeft een overzicht van de uitgevoerde en nog niet uitgevoerde onderhoudsmaatregelen uit de operationele planning uit het GRP 2005-2009. Sommige riolen zullen de komende planperiode worden gerelined. Relinen is het geheel vernieuwen van riolering door het aanbrengen van een kous in het riool. De kous vormt een nieuwe buis in de bestaande riolering. Tabel A Maatregelen uit GRP 2005-2009 Uitgevoerde maatregelen Nog niet uitgevoerde maatregelen Planning Locatie Planning Locatie 2005 Molendwarsstraat 2008 Parmentierstraat (relining) 2005 Martinusweg 2008 Parmentierstraat (relining) 2005 Lindelaan 2008 Torenweg 2005 Kerkstraat Wilp 2008 Stationstraat, (relining) 2006 Nijverheidsweg/Molenstraat 2008 Veldhoendreef (relining) 2006 Schoolstraat, Terwolde 2009 Martinusweg (wordt gemonitord) 2006 reparatie Korte Binnenweg 2009 Grotenhuisweg (monitoring) 2006 Binnenweg Voorst 2009 Burgemeester v.d. Feltz hwa intratuin 2006 Parkelerweg 2006 Tuinstraat,Voorst 2006 "De Veldjes" 2007 Enkweg, reparatie 2007 Sikkeplein 2008 Koningin Julianastraat 2008 Duistervoordse weg 2008 Stationstraat 2008 Molenveld Twello 2008 Prinses Beatrixstraat 2008 Kruisdwarsweg 2008 Rijksstraatweg Wilp 2008 Oude Rijksstraatweg 2008 Acacialaan 2008 Holhuizerstraat 2008 Vermeersweg 2.4 Onderzoek De gemeente Voorst heeft in de afgelopen planperiode deelgenomen aan de optimalisatiestudie van het afvalwatersysteem (OAS) van het gebied dat loost op de zuivering van Terwolde. Dit gebied omvat het gehele stelsel van de gemeente Voorst (met uitzondering van enkele kleine delen van de drukriolering) en enkele kleine stelsels van de gemeente Brummen (Empe), Apeldoorn (Klarenbeek) en Deventer (De Worp). In deze studie is onderzocht op welke wijze de gemeentelijke basisinspanning (reductie van de hoeveelheid overstorten rioolwater) en de afname verplichting van het waterschap (hoeveelheid te verpompen water) het meest optimaal gerealiseerd kan worden. Beide partijen hebben hiervoor het gehele stelsel van het ontvangstpunt bij de woning of straatkolk tot aan het lozingspunt van de rioolwaterzuivering in de IJssel in haar samenhang bekeken. Tot welke uitkomsten deze studie heeft geleid is weergegeven in paragraaf 5.3.5. In 2005 is 4 km en in 2006 is 6 km riolering geïnspecteerd. In 2008 is er 13 km riolering gereinigd, hiervan is 7,5 km geïnspecteerd. In 2009 is 15 km riolering gereinigd, hiervan is 6,3 km geïnspecteerd en 5,3 km beoordeeld. Er is in de afgelopen planperiode geen gebruik gemaakt van de gereserveerde onderzoeksuitgave voor extra reinigen en inspecties. Dit komt omdat de prijs bij aanbesteding meeviel, deze aanbesteding wordt met de gemeente Brummen uitgevoerd waardoor de eenheidsprijzen lager uitvallen. Pagina 10 van 42

Evaluatie GRP 2005-2009 Het restant in het onderzoeksbudget tot en met het jaar 2009 is 140.000. Dit bedrag is toereikend tot het jaar 2013. Vanaf 2014 wordt weer 15.000 per jaar gereserveerd. Op dit moment worden de riooloverstorten nog niet gemonitord bij de gemeente Voorst. Dit zal vanaf 2010 opgestart worden. De hiervoor benodigde kosten passen binnen het restant van het onderzoeksbudget. 2.5 Milieumaatregelen Vanaf het jaar 2004 t/m 2009 was circa 6.4 miljoen euro begroot om maatregelen te treffen om te voldoen aan de basisinspanning. Deze maatregelen zouden worden ingevuld in overleg met het waterschap. Tot en met het jaar 2009 is 1.9 miljoen euro gebruikt om af te koppelen. Er wordt verwacht dat er in 2009 nog voor circa 55.000 wordt afgekoppeld. Het budget wat begroot is blijft nodig en zal worden ingezet voor de uivoering van maatregelen uit de OAS-studie zoals verwoord is in paragraaf 2.4. In het jaar 2009 is gestart met de voorbereiding van het bergbezinkbassin in Terwolde en de ringtransportleiding om Twello. Dit brengt het totaal voor de afgelopen planperiode op circa 2,5 miljoen euro. Figuur 2-1 Bij de Overstort in Terwolde wordt een bergbezinkbassin voorbereid 2.6 Samenvatting evaluatie GRP 2005-2009 In Figuur 2-2 is de evaluatie van GRP 2005-2009 in een grafiek samengevat. Indicatie realisatie voornemens GRP 2005-2009 100% 80% 85% 100% 80% 100% 60% 40% 30% 20% 0% vervanging milieumaatregelen onderhoud onderzoek inspecties Figuur 2-2 Indicatie realisatie voornemens GRP 2005-2009 Pagina 11 van 42

3 Gewenste situatie 3.1 Inleiding Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Op grond hiervan heeft de gemeente een drietal zorgplichten: zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater; zorg voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; zorg voor treffen van maatregelen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De zorgplicht voor ons afvalwater (stedelijk afvalwater en hemelwater) vulde de gemeente al lang in door de aanleg van riolering. De zorgplicht voor grondwater is nieuw. Dit betekent dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen moet treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoren. Het in beeld brengen van de gemeentelijke grondwatertaken in de gemeente Voorst vormt een belangrijke doelstelling voor dit GRP. De zorgplichten voor het hemel- en het grondwater zijn inspanningsverplichtingen. Daarom zijn keuzes over de invulling hiervan nodig en is er behoefte aan een toetsingskader: hoe is de samenhang tussen kosten, maatregelen en het maatschappelijk belang. Dit hoofdstuk geeft dat toetsingskader. 3.2 Waarom riolering? De reden om riolering aan te leggen is en was: het beschermen van de volksgezondheid: verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving verwijderen; de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen en dergelijke in te zamelen en af te voeren; de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door het afvoeren van het afvalwater naar een zuiveringsinstallatie. 3.3 Relaties met andere plannen en regelgeving Riolering staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de waterketen (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering). De riolering heeft relaties met het watersysteem en vormt onderdeel van de openbare ruimte. Dit brede GRP heeft dan ook relaties met andere (beleids)plannen, zowel van de gemeente als van andere overheden. Deze beleidsplannen kunnen directe invloed hebben op de te nemen maatregelen en op de actuele uitvoeringstermijn van de maatregelen die in dit GRP aan de orde komen. Pagina 12 van 42

Gewenste situatie In bijlage 5, is aangegeven welke plannen en wet- en regelgeving van invloed zijn op de (afval)waterketen. Een aantal relaties wordt daar kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. 3.4 Gewenste situatie In deze paragraaf wordt de gewenste situatie weergegeven voor alle gemeentelijke watertaken De gewenste situatie houdt rekening met de bestaande wet- en regelgeving, de afspraken met het waterschap en de keuzes die de gemeente kan maken met betrekking tot de inzameling, transport en verwerking van stedelijk afvalwater en hemelwater evenals het grondwater. 3.4.1 Zorgplicht stedelijk afvalwater In de oude wetgeving kon de zorgplicht strikt genomen alleen door aansluiting op de riolering worden ingevuld. Toepassing van individuele afvalwatervoorzieningen in de bebouwde kom was formeel niet mogelijk. De gemeente kan nu zelf kiezen, in plaats van een openbaar vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan als daarmee minstens een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. De effecten op het milieu en de kosten van de maatregel zijn dus bepalend voor deze afweging. In de gemeente Voorst zijn bijna alle percelen aangesloten op de riolering. Voor de invulling van deze zorgplicht zijn daarom geen verdere afwegingen en keuzes nodig. Om de bestaande voorzieningen in stand te houden zijn goed gebruik van de riolering en tijdige vervanging daarbij noodzaak. Voor het transport van stedelijk afvalwater naar een afvalwaterzuiveringsinrichting (RWZI) moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water binnen een bepaalde tijd door de riolen naar het gemaal of ander lozingspunt kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. Aandachtspunten: een onderbouwde planning voor onderhoud en vervanging van de riolen is nodig; door meten en monitoren kan het functioneren van het systeem in kaart worden gebracht. 3.4.2 Hemelwaterzorgplicht Om wateroverlast bij regen zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben. Water op straat kan ontstaan als bij hevige regen niet al het water direct kan worden afgevoerd, soms leidt dat ook tot overlast. Bij hevige regenval is berging van hemelwater in de openbare ruimte noodzakelijk omdat dan niet al het hemelwater door de riolering kan worden afgevoerd. De voorspellingen rond klimaatverandering maken duidelijk dat de opgave om (hemel)water in stedelijk gebied te bergen tot 2050 mogelijk zal verdubbelen en tot 2100 zal verviervoudigen. In Voorst zijn nu overwegend gemengde rioolstelsels aanwezig, waarbij afstromend hemelwater vermengd met vuilwater van woningen en bedrijven wordt afgevoerd. Berging van water uit een gemengd systeem in de openbare ruimte is, onder andere door de (potentiële) risico s voor de volksgezondheid, ongewenst. Het scheiden van vuil water en schoner hemelwater is dan nodig (ontvlechten). Het ontvlechten van het hemelwater (ook wel afkoppelen genoemd) maakt het mogelijk veel flexibeler om te gaan met de opgave(n) voor de toekomst. Redenen om te ontvlechten zijn: het relatief schone hemelwater kan lokaal worden teruggebracht in het milieu; het hemelwater hoeft niet te worden getransporteerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), dat scheelt energie; door de aanvoer van minder hemelwater op de RWZI kan het zuiveringsrendement tijdens piekbuien worden vergroot; door klimaatontwikkelingen wordt verwacht dat de regenval heviger zal zijn, wat eerder tot overlast kan leiden. Door het hemelwater te ontvlechten wordt de riolering ontlast en zijn er meer mogelijkheden om (water)overlast te voorkomen of reduceren. Je kunt schoner water makkelijker bergen in de openbare ruimte dan vuilwater. Kort samengevat Je moet geen schoon water mengen met vuilwater, gaan verpompen en zuiveren. Pagina 13 van 42

Gewenste situatie Figuur 3-1 Wateroverlast bij Jupiter De gemeente Voorst heeft gekozen om bij bestaande bebouwing de openbare ruimte af te koppelen waar dat mogelijk is. Een logisch moment hiervoor is als de riolering vervangen wordt of als er herinrichting / reconstructie plaatsvindt van de weg. Voor het particuliere terrein wordt van burgers (vooralsnog vrijwillig) gevraagd om de voorkant van de woningen bovengronds af te koppelen. Hierbij zal aan de burgers de keuze worden gelaten tussen: het afzagen van de regenpijp, waarna het regenwater bovengronds afstroomt richting de straatkolk; het aanleggen van een ondergrondse voorziening (bijvoorbeeld kratjes) waar het regenwater in geborgen kan worden en kan infiltreren in de grond. Bij calamiteiten mag het water via een bovengrondse overloop afgevoerd worden naar openbaar gebied. Bij nieuwbouw van woningen en grootschalige verbouw wordt door de gemeente verplicht om zowel aan de voor- als achterkant van de woningen of de uitbouw het hemelwater te infiltreren waarbij een bovengrondse afvoeren is toegestaan voor calamiteiten. Hierbij wordt als eis aan de particulier gesteld dat op eigen terrein een berging gerealiseerd wordt voor een bui van T=10 (36mm). (Gedeeltelijke) vrijstelling hiervan is mogelijk wanneer de tuinen te klein zijn en waardoor overlast in de woning te verwachten is of een tuin ontbreekt of wanneer de ondergrond onvoldoende doorlatend is. Het gemengd aanleveren van het water is niet meer toegestaan. Voor het gehele gebied wordt een berging geëist van T=10 (36mm). De gemeente Voorst heeft voorkeur voor bovengronds afkoppelen omdat dit controleerbaar is en omdat er dan geen kans bestaat op foute aansluitingen. Het kan echter voorkomen dat het planontwerp andere eisen stelt. Voor het openbaargebied in nieuwbouwwijken geeft de gemeente de voorkeur aan een wadi, omdat het hierbij zichtbaar is vanwaar het water komt en waar het water heengaat. De gemeente Voorst vindt het belangrijk om apart ruimte beschikbaar te houden voor groen en speelplaatsen voor kinderen, dit behoeft aandacht bij de planvorming voor nieuwbouw. Er moet voorkomen worden dat locaties om regenwater te bergen in de plaats komen van bijv. een park met bomen. Bij bestaande bouw is een wadi meestal moeilijk in te passen, in dat geval geeft de gemeente daarom de voorkeur voor een infiltratie/transport riool (IT-riool) in de openbare weg. Het IT-riool is goed te onderhouden en legt geen claim op bestaande groen voorzieningen. Daarnaast is het IT-riool makkelijk uitbreidbaar, op den duur kan het IT-riool van verschillende wijken op elkaar worden aangesloten en kan een overstort worden gemaakt op open water. Pagina 14 van 42

Gewenste situatie Voor die tijd is een overstort op het gemengde stelsel nog noodzakelijk om water-op-straat te voorkomen bij extreme buien. Indien het grondwater te hoog is kunnen infiltratiekratten toegepast worden. Deze dienen dan wel toegankelijk te zijn voor inspectie en onderhoud. Aandachtspunten: bij bestaande bebouwing bovengronds afkoppelen waar mogelijk; bij nieuwbouw volledig bovengronds afkoppelen, mits het planontwerp dit toelaat. Tabel B geeft een samenvatting van bovenstaande gemaakte beleidskeuzes. Tabel B Samenvatting beleidskeuzes afkoppelen Openbaar terrein Particulier terrein Bestaande bouw Indien mogelijk afkoppelen bij vervanging van de riolering, wegreconstructie (T=10) Voorkant huizen afkoppelen op vrijwillige basis door: - Ondergrondse voorziening (T=10) - Bovengrondse afstroming richting straatkolk Nieuwbouw/verbouw Berging 36 mm(t=10) Berging 36mm(T=10) op eigen terrein met bovengrondse overloop, tenzij anders voorgeschreven door gemeente. Hoe? De voorkeur gaat uit naar bovengronds bergen d.m.v. een wadi. Indien dit niet mogelijk is geeft de gemeente voorkeur aan een IT-riool Voor de dimensionering van de voorzieningen (berging) wordt uitgegaan van statische berging op basis van ontwerpbuien met een bepaalde herhalingstijd. In bestaande situaties is de inpassing van dergelijke voorzieningen complex, uitgangspunt is daar T= 10. Voor nieuwbouw situaties is het uitgangspunt eveneens T=10. Wanneer de mogelijkheden op particulier terrein beperkt zijn of de ondergrond dit niet toelaat, kan een deel van de benodigde berging centraal in de openbare ruimte worden ingevuld. Figuur 3-2 Aanleg hemelwaterafvoer bij school/sporthal Teuge Pagina 15 van 42

Gewenste situatie 3.4.3 Grondwaterzorgplicht In de nieuwe wetgeving is een deel van de zorg voor het grondwater bij de gemeente neergelegd. De zorgplicht voor het grondwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. De wet werkt echter niet met terugwerkende kracht. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor bestaande situaties maar krijgt wel de zorgplicht bij nieuwbouw en aanpassingen in bestaand gebied grondwaterproblemen te voorkomen. De gemeente Voorst is, als beheerder van de openbare ruimte, verantwoordelijk voor de ontwateringsdiepte van haar terrein. Deze ontwateringdieptes gelden voor bestaand stedelijk gebied (wegen en parken) en voor in de toekomst te realiseren stedelijk gebied (wegen en parken). Grondwater dat zich structureel boven deze gestelde ontwateringdiepte bevindt wordt als overtollig beschouwd. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor de grondwaterstand op het particuliere terrein. Op eigen terrein heeft de burger nadrukkelijk zelf een verantwoordelijkheid om het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. De gemeente stelt zich tot doel de burger het mogelijk te maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Op dit moment bestaat de indruk dat er geen structurele problemen met de grondwaterstand optreden. Wel zijn er onvolkomenheden in de drainage van de wijk Doornweerd en dient in het zuidwest deel van Klarenbeek zorgvuldig om gegaan te worden met nieuwe ontwikkelingen zodat er een overlast gaat ontstaan. Wel is de invloed van rivier- en Veluwekwel op veel plaatsen goed waarneembaar. Er is een grondwatermeetnet aanwezig, met behulp van dit meetnet worden de grondwaterstanden in de gemeenten gemonitord. Hierdoor kunnen optredende knelpunten goed onderzocht worden en heeft de gemeente een historisch inzicht in de grondwaterstanden. Voor nieuw te bouwen wijken zullen indien nodig overgangsgebieden gemaakt worden met de bestaande bebouwing met bij voorkeur open water, zodat het grondwater gemakkelijk afgevoerd kan worden. Waar dit niet mogelijk is zal de grond worden opgehoogd, in het uiterste geval zal drainage worden aangelegd. 3.4.4 Voorwaarden voor effectief beheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen voor een doelmatige zorg voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater. Wanneer de voorwaarden niet zijn ingevuld kan de doelmatigheid van de rioleringszorg niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld, deze zijn opgenomen in bijlage 2. 3.5 Overleg met andere overheden Het concept GRP is ter becommentariëring verstuurd naar het waterschap en de provincie. In het overleg tussen de gemeente en het waterschap op 14 september 2009 is het concept GRP besproken. De relevante opmerkingen zijn in dit GRP verwerkt. De officiële reactie van het waterschap en de provincie zijn in opgenomen bijlage 6. Pagina 16 van 42

4 Huidige situatie 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Deze toetsing is samen met de gewenste situatie (hoofdstuk 3) het uitgangspunt voor het bepalen van de opgave (hoofdstuk 5). Naarmate de gewenste en de huidige situatie meer van elkaar afwijken, zullen meer ingrijpende en omvangrijke maatregelen noodzakelijk zijn. Het vaststellen van de huidige situatie heeft plaatsgevonden op basis van: evaluatie van het gemeentelijk rioleringplan Voorst 2005-2009; objectgegevens in het gemeentelijke rioolbeheersysteem. In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt in de drie zorgplichten: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. 4.2 Totaal overzicht voorzieningen In Tabel C is een overzicht weergegeven van de aanwezige voorzieningen in de gemeente. Tabel C Totaal overzicht voorzieningen per 1-1-2009 Vrijverval riolering Gemengd 94,2 km RWA 12,7 km DWA 11,7 km Overstortleidingen 2,6 km IT-riool 6 km Totaal 123,6 km Drukriolering Pompunits 1084 stuks Drukriolering 238 km Overig Infiltratievoorziening (36 kratten) 1404 m 3 Rioolgemalen (beheer waterschap veluwe) 7 stuks Persleiding 1,9 km IBA s/helofietenfilter 3 stuks Bergbezinkleiding + pompinstallatie 1 stuk Groene berging 1 stuk Hemelwatergemaal 3 stuks In Figuur 4-1 is de vrijvervalriolering naar leidingtype en aanlegperiode weergegeven. Tot en met 1990 is hoofdzakelijk gemengde riolering aangelegd. In 181HFiguur 4-2 is de riolering schematisch weergegeven. In het plaatje is de gemengde riolering donkerblauw gekleurd. Het drukrioleringssysteem in het buitengebied bestrijkt inmiddels de hele gemeente. Pagina 17 van 42

Huidige situatie lengte (m) 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 < 1951 1951-1960 1961-1970 1971-1980 1981-1990 1991-2000 2001-2009 periode gemengd riool overstortriool transportriool rwa-riool dwa-riool Figuur 4-1 Vrijvervalriolering naar leidingtype en aanlegperiode Overstort Gemaal Gemengd RWA DWA Figuur 4-2 Rioleringschema gemeente Voorst In de paragrafen 4.3, 4.4 en 4.5 wordt ingegaan op de aanwezige voorzieningen, hierbij wordt dan onderscheid gemaakt in de verschillende afvalwaterstromen. Per type stelsel wordt een overzicht van de voorzieningen gegeven en wordt de toestand en het functioneren van deze voorzieningen beschreven. Pagina 18 van 42

Huidige situatie 4.3 Stedelijk afvalwater Het stedelijk afvalwater omvat de gemengde- en de vuilwaterriolering. 4.3.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing Alle bebouwing heeft de mogelijkheid om aan te sluiten op de riolering. Sommige percelen hebben een tijdelijke ontheffing. Er vindt op dit moment geen handhaving plaats om nog niet aangesloten percelen zonder ontheffing aan te sluiten. Conclusie: de huidige situatie in de gemeente Voorst voldoet bijna aan de maatstaf dat alle percelen binnen de gemeente op de (druk)riolering of op een IBA zijn aangesloten (maatstaf 1a) tenzij dit niet doelmatig is met het oog op de kosten en milieu. 4.3.2 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom vindt hoofdzakelijk plaats door vrijvervalriolen. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater ingezameld door middel van drukriolering. Het ingezamelde stedelijk afvalwater van alle kernen wordt via gemalen en persleidingen verpompt naar de rioolwaterzuivering (RWZI) in Terwolde. 4.3.3 Overzicht aanwezige voorzieningen voor stedelijk afvalwater De gegevens van de riolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheersysteem van de gemeente. Het rioolstelsel voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater heeft de volgende kenmerken: In totaal is er circa 107 km vrijvervalriolering aangelegd waarvan: o gemengd 94,2 km; o dwa-riolen 11,7 km; o overstortriolen 1,2 km In de gemeente Voorst zijn 6 rioolgemalen voor gemengd afvalwater in eigendom. De lengte van bijbehorende persleidingen bedraagt circa 1,9 km, zie ook tabel 5.1 GEM en 5.2 GEM in bijlage 1. In de gemeente Voorst is 1 rioolgemaal voor dwa in eigendom. De lengte van bijbehorende persleiding bedraagt circa 340 meter, zie ook tabel 5.1 GEM en 5.2 GEM in bijlage 1. Er is drukriolering aanwezig met 1084 pompunits, circa 238 km drukleiding, zie ook tabel 5.3 DWA in bijlage 1. Bij 3 percelen wordt het huishoudelijk afvalwater gezuiverd met behulp van een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater) of een helofietenfilter. In Figuur 4-3 is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw per type (gemengd en dwa) riool weergegeven. 40.000 35.000 30.000 lengte (m) 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 < 1951 1951-1960 1961-1970 1971-1980 1981-1990 1991-2000 2001-2009 periode Gemengd Overstortriool Transportriool DWA-Riool Figuur 4-3 Aanlegjaar vrijverval riolering voor inzameling stedelijk afvalwater Pagina 19 van 42

Huidige situatie Conclusie: de gemeente beschikt over een geautomatiseerd rioleringsbeheer programma met bijbehorende gegevensbestanden. Aan de maatstaf voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van gegevens wordt voldaan. 4.3.4 Toestand van de objecten Vrijvervalriolering Inzicht in de toestand van de riolering is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief rioleringsbeheer. Het doel van rioolinspectie is het inzicht verkrijgen en houden in de kwaliteit van de riolen. 61% van de vrijvervalriolering is geïnspecteerd met behulp van videocamera. Sinds 2004 is er 20 km riolering nader beoordeeld. De waarnemingen zijn geclassificeerd volgens de Nederlandse Norm NEN 3399:2004 (ref. 3). Dit houdt in dat gekeken wordt naar achttien verschillende toestandsaspecten (bijvoorbeeld lekkage, zand- en vuilophoping, aantasting van het beton van de buis) die in hoofdgroepen waterdichtheid, stabiliteit en afstroming zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld, waarbij een klasse 1 betekent dat er niets aan de hand is en een klasse 5 dat het toestandsaspect in ernstige mate is waargenomen (bijvoorbeeld grondwater dat door een lekke voeg naar binnen spuit, een buis die voor een groot deel is gevuld met zand, aantasting van de buis zodat het grind uit het beton valt). De procentuele verdeling over de rioolstrengen van de ingrijp- en waarschuwingsmaatstaven volgend uit de inspectie zijn in Figuur 4-4 weergegeven Stedelijk afvalwater 22% 5% Geen bijzonderheden Ingrijpmaatstaf waterdichtheid Ingrijpmaatstaf stabiliteit Ingrijpmaatstaf afstroming Waarschuwing 62% 3% 8% Figuur 4-4 Resultaten inspecties Van de geïnspecteerd riolen heeft 16% een ingrijpmaatstaf gekregen. Dit betekent dat de riolering vervangen/gerepareerd zal moeten worden. De oorzaak is onderverdeeld in de categorieën waterdichtheid, stabiliteit en afstroming. Een ingrijpmaatstaf moet leiden tot een nadere beoordeling van de schadebeelden, waarbij de gewenste maatregel wordt vastgesteld. Van de geïnspecteerd riolen heeft 62% een waarschuwingsmaatstaf gekregen. Een waarschuwingsmaatstaf betekent dat de toestand van deze riolen in de toekomst moet worden gevolgd. Bij de rest van de geïnspecteerde riolering (22%) zijn er geen gebreken geconstateerd. Conclusie: er wordt voldaan aan de functionele eis dat er inzicht moet zijn in de toestand van de (vuilwater) riolen. Hier wordt in hoofdstuk 5 op teruggekomen. 4.3.5 Functioneren van de voorzieningen Het vrijvervalstelsel van de gemeente Voorst functioneert goed. Er zijn hydraulisch gezien geen grote problemen in periode van (hevige) regenval. Het rioolstelsel voldoet nog niet aan de basisinspanning. Hiervoor zijn maatregelen gedefinieerd in de OAS. Pagina 20 van 42

Huidige situatie Uit het BRP is gebleken dat de leiding onder de Rijksstraatweg in Teuge te klein is. Dit wordt in 2010 gelijktijdig met de reconstructie van de Rijksstraatweg aangepakt. Uit het BRP komt tevens een te klein gedimensioneerde aansluiting van de woonwijk aan de zuidzijde van de Hoofdweg in Klarenbeek. Dit wordt gelijktijdig met de woningbouw in de komende planperiode aangepakt. Conclusie: er wordt nagenoeg voldaan aan de functionele eis dat het stelsel voldoende hydraulische capaciteit heeft (functionele eis 2d. Er wordt nog niet voldaan aan de functionele eis dat vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater beperkt dient te zijn (4b). 4.4 Hemelwater 4.4.1 Verwerking van hemelwater De inzameling van hemelwater, bij (verbeterd) gescheiden stelsels, vindt nu nog overwegend plaats middels vrijvervalriolering. Het hemelwater wordt via rioolgemalen en persleidingen deels afgevoerd naar de RWZI. Aansluiting van hemelwater op de drukriolering in het buitengebied is niet toegestaan. Er zijn in de gemeente verschillende infiltratievoorzieningen aangelegd voor de verwerking van hemelwater. Deze voorzieningen (kratten, wadi s en IT-riolering) liggen op verschillende plaatsen. 4.4.2 Overzicht van aanwezige voorzieningen De gegevens van de hemelwater riolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheerpakket. De hemelwaterriolering in de gemeente laat zich als volgt karakteriseren: In de verschillende kernen is circa 12,7 km rwa-riolering aangelegd, voornamelijk in de nieuwere wijken en op bedrijventerreinen, voor het inzamelen en transporteren van hemelwater naar het oppervlaktewater. Er is een een totale berging van 1400 m 3 gerealiseerd aan infiltratiekratten. Er zijn een drietal grote wadi s in Klarenbeek (Boterbloem) en Twello (Scholtenshoek, Stationskwartier). Er zijn 3 hemelwatergemalen aanwezig. In figuur F is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw weergegeven 8.000 7.000 6.000 lengte (m) 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 < 1951 1951-1960 1961-1970 1971-1980 1981-1990 1991-2000 2001-2009 periode Overstortriool RWA-Riool Figuur 4-5 Aanlegjaar vrijverval riolering voor inzameling hemelwater Pagina 21 van 42

Huidige situatie Conclusie: de gemeente beschikt over een geautomatiseerd rioleringsbeheer programma met bijbehorende gegevensbestanden. Aan de maatstaf voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van gegevens wordt voldaan. Aandachtspunt daarbij vormen de gegevens over drainage, deze zijn momenteel nog niet geautomatiseerd vastgelegd in het beheerprogramma van de gemeente. 4.4.3 Toestand van de objecten Van de hemelwaterriolen is nog maar een klein deel geïnspecteerd. De noodzaak hiertoe is, gezien de leeftijd (>1980) ook niet groot. Het oudere deel (aangelegd <1950) is enige jaren terug wel geïnspecteerd, de daarbij aangetroffen gebreken zijn hersteld. De hemelwaterriolen worden in het inspectieprogramma meegenomen. 4.4.4 Functioneren van de voorzieningen Over het functioneren van het hemelwater stelsel zijn geen klachten bekend bij de gemeente. Het hemelwater stelsel functioneert goed. 4.5 Grondwater 4.5.1 Inzicht in grondwaterregime In de wet- en regelgeving is de rioleringszorgplicht aangepast en uitgebreid. Naast een zorgplicht voor het stedelijk afvalwater en hemelwater is er een zorgplicht voor het grondwater bijgekomen. Enkele punten in deze nieuwe grondwaterzorgplicht zijn: de aanpak van grondwateroverlast is een samenspel van de grondeigenaar, gemeente, Waterschap en Provincie; de wet wijst uitdrukkelijk niet één van de overheden aan die de zorgplicht heeft voor een grondwaterstand; eigen verantwoordelijkheid van de grondeigenaar is het uitgangspunt, deze moet zelf ervoor zorgen dat zijn woning in goede staat verkeert (waterdichte vloer); de gemeente heeft een regierol en eist bij problemen (klachten) een goede analyse van oorzaken en mogelijke maatregelen; de gemeente treft in ieder geval maatregelen als grondeigenaar voor haar eigen grondgebied; maatregelen moeten problemen oplossen en doelmatig zijn. De gemeente heeft inzicht in de grondwaterstanden door middel van een peilbuizen meetnet. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan. 4.5.2 Functioneren van de voorzieningen In Doornweerd is drainage aangelegd in de jaren 80. Deze functioneert niet optimaal. In deze wijk zal de riolering en de drainage worden aangepakt in de komende planperiode. 4.5.3 Klachten en overlast Op dit moment bestaat de indruk dat er geen structurele problemen met de grondwaterstand optreden. Er is een grondwatermeetnet aanwezig, met behulp van dit meetnet zullen eventuele problemen in kaart kunnen worden gebracht in Klarenbeek. Voor de wijk Doornweerd is dit reeds gebeurt. Pagina 22 van 42

5 De opgave 5.1 Inleiding Een strategie geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van gestelde doelen. Het is een samenspel van onderzoek (inspectie, studie), maatregelen (onderhoud, verbetering en vervanging), benodigde middelen (personeel, financieel) en tijd (NPR 3220). In de volgende paragrafen komt achtereenvolgens aan de orde: Aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing en bij nieuwbouw voor: o de inzameling en transport van stedelijk afvalwater; o de inzameling en verwerking van hemelwater; o (de beheersing van) het grondwater. Het beheer van de bestaande voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater (onderzoek en maatregelen). Het is de opgave voor de komende planperiode om de gestelde doelen te kunnen halen. Bedragen die worden genoemd zijn op prijspeil 2009 en exclusief BTW. De investeringen zijn inclusief percentages voor winst, risico, honorarium, voorbereiding en toezicht. 5.2 Aanleg van nieuwe voorzieningen 5.2.1 Nieuwbouw In de komende planperiode (2009 t/m 2014) zijn diverse nieuwbouwprojecten gepland in de gemeente Voorst, zie tabel D. tabel D Overzicht nieuwbouwwoningen in de gemeente Voorst 2010-2014 2015-2030 Totaal De Vecht 30 0 30 Nijbroek 27 0 27 Wilp 98 0 98 Teuge 1 0 1 Wilp Achterhoek 51 0 51 Klarenbeek 28 99 127 Voorst 74 220 294 Terwolde 17 125 142 Twello 360 584 944 Posterenk 0 85 85 Totaal 686 1113 1799 Gemiddeld per jaar 137 74 bron: woningbouw registratiesysteem (geplande woningbouwprogrammering 2005-2030) De woningen worden aangesloten op de gemeentelijke riolering. In geval van inbreiding wordt het perceel aangesloten op het bestaande stelsel. Op het perceel dienen de waterstromen gescheiden te zijn. In geval van aansluiting op gemengde riolering vindt een koppeling op de erfgrens plaats. Indien mogelijk, en financieel haalbaar, wordt gestreefd naar een duurzame op oplossing voor de afvoer van het hemelwater (vasthouden-bergen-afvoeren), e.e.a. conform functionele eisen 1c, 2a en 2b. Pagina 23 van 42

De opgave De kosten voor het aansluiten van nieuwe percelen binnen en buiten de bebouwde kom worden betaald door de aanvrager. Al de nieuw te bouwen woningen dienen op de riolering aangesloten te worden. Het gebruik van IBA s, zoals septic tanks en helofietenfilters is niet meer toegestaan. Daarbij wordt uitgegaan van een gescheiden stelsel of een gelijkwaardig alternatief. Ook hier zal bij het ontwerp en de aanleg rekening worden gehouden met een duurzame oplossing voor de afvoer van het hemelwater (e.e.a. conform functionele eis 2a & 2b). De aanleg van riolering bij nieuwbouwlocaties wordt bekostigd uit de grondexploitatie. Deze kosten worden in het GRP buiten beschouwing gelaten. Beheer van deze voorzieningen wordt wel meegenomen. In nieuwbouwlocaties wordt riolering ontworpen en toegepast volgens de richtlijnen uit de Leidraad Riolering. Het uitgangspunt is dat bij nieuwbouw het hemelwater na berging/infiltratie wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater (gescheiden stelsel). Zie paragraaf 3.4.2. Bij inbreidingen worden de woningen veelal aangesloten op de bestaande vrijvervalriolering. De toename van het aantal woningen zal ook tot gevolg hebben dat de hoeveel af te voeren afvalwater zal toenemen. Door de toename van het aantal woningen en het afkoppelen van hemelwater zal tevens de lengte te beheren riolering toenemen. De gegevens van nieuw aan te leggen riolering zullen in het rioleringsbeheersysteem van de gemeente worden opgenomen. 5.2.2 Bedrijventerrein Uitbreiding Engelenburg Ten westen van het bestaande Engelenburg en Engelenburg-Noord is een uitbreidingslocatie opgenomen voor de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein. Het betreft hier een locatie van 40 ha waarvan 25 ha bruto (20 ha bedrijven incl. 5 ha wegen en dergelijke) Het ligt in de lijn der verwachting dat er binnen de planperiode gestart wordt met de ruimtelijke invulling van dit gebied (circa 5 ha). Glastuinbouw Het college heeft uigesproken medewerking te verlenen voor bestemmingsplanwijziging om glastuinbouw mogelijk te maken nabij de VAR. Dit voor zover het glastuinbouwbedrijven betreft die afkomstig zijn uit De Hoven bij Zutphen of de eigen gemeente, die moeten wijken voor woningbouw of op de bestaande locatie geen uitbreidingsmogelijkheden hebben. Op het moment dat dit een feit wordt zal bekeken moeten worden hoe met dit specifieke afvalwater omgegaan moet worden. Het afvalwater van glastuinbouw kan brijn bevatten die moeilijk te verwerken is voor regulieren waterzuiveringsinstallaties. Regionaal bedrijventerrein nabij de VAR In de regionale structuurvisie 2030 is nabij de VAR een mogelijkheid tot een regionaal bedrijventerrein aangegeven. In dit GRP wordt ervan uitgegaan dat in de komende planperiode geen activiteiten in die zijn ontplooid worden. 5.3 Onderzoek 5.3.1 Inventarisatie Gegevens zijn voor het rioleringsbeheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. Om op adequate wijze de aan de riolering te verrichten maatregelen qua aard en omvang te kunnen bepalen, is een overzicht nodig van de in beheer zijnde voorzieningen. Dit overzicht is grotendeels in digitale rioleringsbestanden aanwezig. De reguliere terugkerende werkzaamheden hierbij zijn: Periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervangingen van de riolering). Toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw, verplaatsing, vervanging door gescheiden stelsel). Invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens in het beheerprogramma. Bijhouden van meldingen en storingen. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de exploitatie-uitgaven in bijlage 1, tabel 6.2. Pagina 24 van 42