PLAATS VAN ANTIDEPRESSIVA IN DE AANPAK IN DE EERSTE LIJN VAN DEPRESSIE BIJ VOLWASSENEN



Vergelijkbare documenten
Effectiviteit van antidepressiva; implicaties van twee meta-analysen voor de klinische praktijk

MEDICAMENTEUZE AANPAK VAN BIPOLAIRE STOORNIS

AANPAK VAN AANDACHTSTEKORT-HYPERACTIVITEITSTOORNIS (ADHD) BIJ HET KIND

drugs abc antidepressiva

, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis

NIEUWE EUROPESE RICHTLIJN VOOR PREVENTIE, DETECTIE EN BEHANDELING VAN DEPRESSIE IN

Doen bij Depressie. Module 3 Fase 4 - Behandelen. Medicamenteuze behandeling van depressie bij cliënten van verpleeghuizen.

Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Inhoud. Hoofdstuk 4 Screening en diagnostiek bij volwassenen 71 1 Inleiding 71 2 Screening bij volwassenen 72 3 Diagnostiek bij volwassenen 74

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over prozac voor kinderen. (2009Z03061 / )

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Postdatum. Geachte Dokter,

Tweede serie vragen:

ANTIDEPRESSIVA. Projekt Farmaka In opdracht van VAD

FARMACOTHERAPIE BIJ CHRONISCH OBSTRUCTIEF LONGLIJDEN: EEN UPDATE

NeDerLANDse samenvatting

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

De toegevoegde waarde van antipsychotica bij de behandeling van een depressie. P. Moleman directeur Moleman Psychopharmacology

DICK BIJL, ARTS N.P., EPIDEMIOLOOG INTERNATIONAL SOCIETY OF DRUG BULLETINS (ISDB)

Behandeling met antidepressiva


Medische Professionals

Handreiking. Depressie

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

De behandeling van chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

Transitiecentrum Affectieve Stoornissen (TAS) van het Academisch Medisch Centrum -Depressiediagnostiek en -behandeling voor jongeren-

HALDOL tabletten en drank

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

University of Groningen. Depression in general practice Piek, Ellen

DEPRESSIE, ANGST en MUCOVISCIDOSE

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Nederlandse samenvatting

PSYCHOFARMACA. Gert- Jan Hendriks, psychiater Directeur Centrum voor Angststoornissen Overwaal Hoofd Zorgprogramma Angststoornissen Pro Persona

Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie?

Samenvatting van de standaard Angststoornissen (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

Depressie bij ouderen. Filip Bouckaert Dienst ouderenpsychiatrie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen.

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

De toepassing van de multidisciplinaire richtlijn voor depressie in de 2 e lijn

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014

ARIPIPRAZOLE EG (aripiprazol)

Samenvatting (Summary in Dutch)

Tineke Vos, psychiater MCH-Bronovo Den Haag 21 september 2015

Elektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

De Multidisciplinaire richtlijn Depressie

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling

Met elkaar in gesprek over kwaliteitsverbetering en hoogspecialistische ggz. Door Ralph Kupka en Sebastiaan Baan

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Kennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen

Beloop van angst en depressie. belang voor de klinische praktijk

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Nederlandse samenvatting

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

een overzicht Ralph Kupka Hoogleraar Bipolaire Stoornissen, VU Medisch Centrum, Amsterdam GGZ ingeest, Amsterdam / Hoofddorp; Altrecht, Utrecht

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kuzu (PvdA) over de bijwerkingen van antidepressiva (SSRI s) (2014Z07811).

SAMENVATTING. Samenvatting

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn

Multidisciplinaire richtlijn bipolaire stoornissen

Interpersoonlijke psychotherapie

TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009.

Landelijke dag VMDB 18 maart Ontwikkelen en implementeren van Zorgstandaarden

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Als je dip een depressie wordt. Dokter op dinsdag 11 december 2012 L.Breuning, psychiater

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

Samenvatting (Summary in Dutch)

Delirium Clinical Assessment Protocol (CAP) = 0

Nederlandse samenvatting

DE BEHANDELING VAN DEPRESSIEVE STOORNIS BIJ KINDEREN EN ADOLESCENTEN: EEN OVERZICHT K. VANDENBOSCH

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

Inhoud. H.E. van der Horst. T.C. olde Hartman en P.L.B.J. Lucassen. A.H. Blankenstein. H. Woutersen-Koch

Inleiding Hoe het allemaal begon Soorten psychofarmaca, werking, bijwerkingen en indicatiegebieden

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

Nederlandse samenvatting

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

Antidepressiva. De meest gestelde vragen

Propylhexedrine. Eventin. Postfach Ludwigshafen DE Germany. Lid-Staten Registratiehouder Naam van het geneesmiddel

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

WELKOM. Depressieve klachten en hulpbehoefte bij diabetes. De komende 45 minuten

Appendix Hoofdstuk 13 Tabellen wetenschappelijke onderbouwing farmacotherapie van ouderen met een bipolaire stoornis

ROM in de ouderenpsychiatrie

GGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015

Chapter 7. Samenvatting

Transcriptie:

PLAATS VAN ANTIDEPRESSIVA IN DE AANPAK IN DE EERSTE LIJN VAN DEPRESSIE BIJ VOLWASSENEN In dit artikel wordt de plaats van antidepressiva in de aanpak van depressie in de eerste lijn bij volwassenen besproken. Inderdaad verschenen de laatste maanden meerdere richtlijnen, artikels en commentaren. Het is belangrijk ook in de eerste lijn de ernstiger vormen van depressie te onderscheiden van de minder ernstige, met bv. het inschatten van het zelfmoordrisico. Dit heeft immers belangrijke implicaties op de beslissing de patiënt door te verwijzen naar de tweede lijn. De beslissing een patiënt met depressie te behandelen in de eerste lijn, betekent niet dat systematisch een antidepressivum dient te worden voorgeschreven. Wanneer beslist wordt toch een antidepressivum voor te schrijven, moet men kiezen tussen een tricyclisch (of aanverwant) antidepressivum, of een SSRI. Er is geen evidentie dat de doeltreffendheid van de verschillende antidepressiva significant verschilt; de keuze zal dan ook vooral bepaald worden door contraindicaties, co-morbiditeit, eerdere ervaringen met antidepressiva, ongewenste effecten en interacties, kostprijs en voorkeur van de patiënt. Een sombere, depressieve stemming is vaak een normale reactie op teleurstelling of verlies; de depressieve stemming is dan van voorbijgaande aard, en in de meeste gevallen is een gerichte behandeling niet nodig. Een dergelijke depressieve stemming moet onderscheiden worden van een depressieve stoornis (zogenaamde major depression ). Voor de diagnose van een depressieve stoornis kan men o.a. steunen op de DSM-IV-criteria, aangevuld met biologische, psychologische en sociale factoren bij de patiënt: in functie van het aantal symptomen, wordt een onderscheid gemaakt worden tussen een subklinische, een lichte (of milde), een matige en een ernstige depressie. Alvorens te beslissen om in de eerste lijn een behandeling (medicamenteus of niet-medicamenteus) te starten, is het belangrijk de doeltreffendheid en de risico s van de verschillende behandelingsmogelijkheden te kennen. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de plaats van antidepressiva, alsook aan de keuze van het antidepressivum. Het gebruik van antidepressiva bij kinderen en adolescenten met depressie, kwam reeds gedetailleerd aan bod in de Folia van december 2004. De beslissing om een antidepressivum te starten in de eerste lijn Het is belangrijk ook in de eerste lijn de ernstiger vormen van depressie te onderscheiden van de minder ernstige, waarbij ook bv. het inschatten van het zelfmoordrisico, de aanwezigheid van psychotische symptomen, en het bestaan van een bipolaire stoornis belangrijk zijn. Dit heeft immers belangrijke implicaties op de beslissing de patiënt door te verwijzen naar de tweede lijn; de beslissing een patiënt met depressie te behandelen in de eerste lijn, Folia Pharmacotherapeutica 33, maart 2006 http://www.bcfi.be 19

betekent niet dat systematisch een antidepressivum dient te worden voorgeschreven. - De klinische studies met antidepressiva leveren niet de gewenste evidentie van doeltreffendheid. Klinische studies met antidepressiva uitgevoerd in de eerste lijn zijn schaars. Deze die beschikbaar zijn, werden vaak gesponsord door het verantwoordelijke farmaceutische bedrijf, en er zijn voor de selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI s) suggesties voor bestaan van publicatie-bias (d.w.z. dat studies die een gunstig effect tonen voor het antidepressivum meer kans hebben om te worden gepubliceerd dan studies die geen effect of een ongunstig effect tonen). Gezien de karakteristieke ongewenste effecten van de antidepressiva van de verschillende klassen (zie verder), is het blind houden van studies met antidepressiva moeilijk. In de meeste klinische studies worden veranderingen in bepaalde symptomen gemeten, met bv. gebruik van de Hamilton rating scale. In veel studies wordt een verandering in de symptoomscore met antidepressiva gezien, maar de klinische relevantie van de soms kleine veranderingen op dergelijke schalen kan in vraag worden gesteld; daarenboven is vaak onduidelijk of de veranderingen in symptoomscore het gevolg zijn van een effect op de stemming of eerder van een ander effect, bv. op de slaapkwaliteit. Het placebo-effect is daarenboven in de studies hoog. Meta-analyses van gecontroleerde studies tonen geen lagere incidentie van zelfmoord of van zelfmoordgedrag bij patiënten die een antidepressivum kregen, dan bij deze op placebo. Er zijn integendeel suggesties dat antidepressiva het risico van zelfmoordgedachten zouden doen toenemen (zie verder). Het effect van behandeling op het sociaal functioneren of op de levenskwaliteit wordt zelden bestudeerd. De meeste klinische studies met antidepressiva zijn van korte duur (minder dan 8 weken). Een behandeling met antidepressiva vermindert het risico van recidief op korte termijn, maar het is niet overtuigend aangetoond in hoeverre antidepressiva de prognose op lange termijn beïnvloeden. In de klinische studies worden zelden patiënten met een weinig ernstige depressie geïncludeerd. Het zijn echter vooral dergelijke patiënten die hulp zoeken in de eerste lijn. - Uit sommige onderzoeken blijkt dat veel patiënten die worden gezien in de huisartspraktijk, niet in de eerste plaats opteren voor een medicamenteuze behandeling, maar eerder voor een of andere vorm van psychotherapie (gesprekstherapie, cognitieve gedragstherapie). - Ook blijkt dat de therapietrouw tijdens een behandeling met antidepressiva laag is, en dat ongeveer de helft van de patiënten binnen de drie maanden het antidepressivum stoppen. Tevens is er het natuurlijke verloop van de depressie: met of zonder behandeling herstelt 50% van de patiënten binnen 20 Folia Pharmacotherapeutica 33, maart 2006 http://www.bcfi.be

de drie maanden, terwijl 20% een min of meer chronisch verloop (tenminste twee jaar vrijwel continu symptomen van depressie) vertoont. - Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de mogelijke ongewenste effecten en interacties van antidepressiva (zie verder). De richtlijnen van het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE), het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, en het Nederlands Huisartsen Genootschap, zijn het er over eens dat bij patiënten met een eerste, milde depressie niet systematisch meteen een medicamenteuze behandeling dient gestart te worden, tenzij de klachten reeds meerdere maanden aanwezig zijn. Wel wordt één of andere vorm van psychotherapie aanbevolen. [N.v.d.r. er dient wel opgemerkt dat meer gespecialiseerde psychotherapie in de praktijk weinig toegankelijk is: vaak te duur of te lange wachttijden. In dit verband zou het nuttig zijn dat huisartsen zich bekwamen in bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie, om zo de toegankelijkheid tot nietmedicamenteuze behandeling te verbeteren.] Ook is het belangrijk de patiënten regelmatig te zien om na te gaan of de toestand verslechtert, en of de klachten chronisch worden. Bij patiënten met een milde depressie die reeds meerdere maanden aanwezig is, en bij patiënten met matige en ernstige depressie wordt onmiddellijk starten van een behandeling aanbevolen, medicamenteus of nietmedicamenteus. De keuze van het antidepressivum Wanneer beslist wordt een antidepressivum voor te schrijven, rijst de vraag welk middel de beste keuze is: een tricyclisch antidepressivum of aanverwant middel, of een SSRI. Doeltreffendheid, ongewenste effecten en interacties, en kostprijs spelen daarbij een rol. - Wat doeltreffendheid betreft, zijn in de studies uitgevoerd in de eerste lijn, de verschillen in doeltreffendheid doorgaans zeer gering. Het aantal patiënten geïncludeerd in de studies is daarenboven meestal te gering om kleine verschillen te kunnen detecteren. - Wat ongewenste effecten betreft, werd in een aantal studies en systematische overzichten of meta-analyses een betere tolerantie gevonden met de SSRI s dan met de tricyclische antidepressiva. Men weet evenwel niet of deze verschillen in de klinische praktijk relevant zijn. Daarenboven stellen sommigen dat de verschillen in ongewenste effecten tussen tricyclische antidepressiva en SSRI s, niet zozeer gaan over hun frequentie of ernst, maar wel over hun aard. Ongewenste effecten die frequenter worden gezien met tricyclische antidepressiva zijn anticholinerge effecten zoals obstipatie, monddroogte, wazig zien en zweten; met SSRI s worden gastro-intestinale ongewenste effecten (misselijkheid, diarree ) en centrale effecten (bv. angst, agitatie, slapeloosheid, hoofdpijn) frequenter gemeld. [Zie ook Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, editie 2005, blz. 175, hoofdstuk 6.3.1. i.v.m. ongewenste effecten en interacties van de antidepressiva]. Eén van de argumenten om een SSRI aan te bevelen als eerste keuze, is dat bij Folia Pharmacotherapeutica 33, maart 2006 http://www.bcfi.be 21

overdosis tricyclische antidepressiva veel meer cardiotoxisch zijn dan SSRI s, en dus veel frequenter lethaal. Toch dient men voor de SSRI s rekening te houden met het serotoninesyndroom dat ernstig kan zijn, zeker bij inname van een zeer hoge dosis en bij gelijktijdige inname van andere middelen met serotoninerge werking. Er is de laatste tijd veel aandacht voor de mogelijkheid dat antidepressiva bij bepaalde patiënten zelfmoordgedachten induceren of doen toenemen. Wat kinderen en adolescenten betreft is de laatste jaren evidentie beschikbaar gekomen dat bepaalde antidepressiva het risico van zelfmoordgedachten doen toenemen, maar men neemt aan dat een dergelijk risico voor geen enkel antidepressivum (SSRI, tricyclisch antidepressivum of andere) kan uitgesloten worden [zie Folia januari 2004 en december 2004, en Goed om weten-bericht van 27 april 2005 op onze website]. Wat volwassenen betreft bestond er in het verleden vooral discussie over een verhoogd risico van zelfmoordgedachten voor fluoxetine; recent evenwel verschenen berichten over een dergelijk risico voor paroxetine [zie Goed om weten-bericht van 23 augustus 2005 op onze website]. De gegevens over het risico van zelfmoordgedachten en zelfmoordpogingen door antidepressiva bij volwassenen laten op dit ogenblik geen eenduidig besluit toe, maar een verhoogd risico kan voor geen enkel antidepressivum worden uitgesloten [Brit Med J 2004;329:34-8; Brit Med J 2005;330:373-4, 385-8, 389-93 en 396-9; zie daaromtrent ook Minerva 2006;5:2-5]. - Wat de kostprijs betreft, zijn recenter gecommercialiseerde antidepressiva, zeker als er nog geen generiek of kopie beschikbaar is, duurder dan reeds lang gecommercialiseerde antidepressiva. De richtlijnen verschillen voor wat betreft het eerstekeuzemiddel bij depressie. In de NICE-aanbevelingen wordt een SSRI als eerste keuze voorop gesteld; als reden wordt gegeven dat ze even doeltreffend zijn als tricyclische antidepressiva, maar minder frequent worden gestopt omwille van ongewenste effecten; deze keuze kan echter worden bekritiseerd (cfr. supra). In de Nederlandse richtlijnen van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en het Nederlands Huisartsen Genootschap wordt voor de eerste lijn de keuze gelaten tussen een SSRI, of een tricyclisch of aanverwant antidepressivum, afhankelijk van de aanwezigheid van contra-indicaties, co-morbiditeit, ongewenste effecten en interacties, eerdere ervaringen, kostprijs en voorkeur van de patiënt. Duur en stoppen van de behandeling In de Folia van januari 2000 werd aandacht besteed aan de duur van een behandeling met antidepressiva, en aan het stoppen ervan. Voor de behandeling van de acute episode wordt aanbevolen om tenminste 4 à 6 weken te wachten alvorens het therapeutisch effect te evalueren. Men is 22 Folia Pharmacotherapeutica 33, maart 2006 http://www.bcfi.be

het er over eens dat bij depressieve patiënten die gunstig reageren op de behandeling van de acute episode, het antidepressivum gedurende een zestal maanden moet worden verder gezet: daarmee wordt de kans op herval gehalveerd. Men raadt aan de dosis te behouden die werd gebruikt in de acute fase. Bij patiënten met recidiverende ernstige depressie kan, afhankelijk van het aantal vroegere episodes van depressie, een onderhoudsbehandeling gedurende 1 tot 5 jaar overwogen worden; wetenschappelijke onderbouwing omtrent specifieke indicaties en duur ontbreekt evenwel. Het stoppen van de behandeling moet bij voorkeur progressief gebeuren, over een periode van tenminste 6 à 8 weken na een langdurige behandeling. Inderdaad zijn vooral bij bruusk stoppen of te snelle afbouw symptomen zoals slaapstoornissen, gastro-intestinale stoornissen, grieperig syndroom, gerapporteerd. Na stoppen van de behandeling dient men ook steeds bedacht te zijn op recidieven van de depressie. Belangrijke referenties Anoniem. Mild depression in general practice: time for a rethink? Drug and Therapeutics Bulletin 2003;41:60-64 Butler R, Carney S, Cipriani A, Geddes J, Hatcher S, Price J en Von Korff M. Depressive disorders. In: Clinical Evidence 2005;13:1238-76 Middleton H, Shaw I, Hull S en Feder G. Nice guidelines for the mangament of depression. Are clear for severe depression, but uncertain for mild or moderate depression (Editorial). Brit Med J 2005;330:267-8 Moncrieff J en Kirsch I. Efficacy of antidepressants in adults. Brit Med J 2005;331:155-9 Multidisciplinaire richtlijn Depressie 2005. Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen cliënten met een depressie. Onder auspiciën van de Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ; ondersteuning en begeleiding: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en het Trimbos-Instituut. Via http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/rl_depressie_2005.pdf/view National Institute for Clinical Excellence (NICE). Depression: management of depression in primary and secondary care. Clinical guideline 23, december 2004. NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap)-standaard Depressieve stoornis (depressie) (eerste herziening) Via website http://nhg.artsennet.nl/upload/104/standaarden/m44/std.htm - Romeijnders ACM, van Marwijk HWJ en Goudswaard AN. Samenvatting van de standaard Depressieve stoornis (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:523-27 - Mazel JA. De standaard Depressieve stoornis (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap; reactie vanuit de huisartsgeneeskunde. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:507-8 - Van de Broek WW. De standaard Depressieve stoornis (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap; reactie vanuit de psychiatrie. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:509-10 Folia Pharmacotherapeutica 33, maart 2006 http://www.bcfi.be 23