Nederlandse interpretatie van de Codex.44.A.8 (1452) (Codex Peter Von Danzig of Codex MS 1449)

Vergelijkbare documenten
(pdf p. 60, München-manuscript plaat 21). Een hoge en een lage steek.

(pdf p. 100, München-manuscript plaat 61). Twee openingen aan de linkerkant

Gründtliche Beschreibung der Kunst des Fechtens. Door Joachim Meÿer. Vertaling Langzwaard hoofdstuk 4

(pdf p. 50, München-manuscript plaat 11). Een andere manier van navolgen. Nachrayßen

Begrippenlijst: Nieuwe versie Liechtenauer en Ringeck langzwaard. Zoals gebruikt in de lessen van Zwaard & Steen. Laatste aanpassing: 21/1/2016

Gründtliche Beschreibung der Kunst des Fechtens. Door Joachim Meÿer. Vertaling Langzwaard hoofdstuk 3

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

Ne-Waza-Jitsu-Kata. Handeling De aanval

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Ju Jitsu Dõ. Deel 4 Programma Groen. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de groene gordel

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

小洪拳 XiaoHongQuan - kleine golvende vuistvorm

Pal Dan Gum oefeningen

Ju Jitsu Dõ. Deel 3. Programma Oranje. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de oranje gordel

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

Train your Core Stability with energy lab

Cambridge Health Plan Benelux BV

NEKSPIEREN. Buig je hoofd langzaam naar voor, even houden, dan langzaam naar achter 3x herhalen op de maat van de muziek

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s!

Buikspieroefeningen (basis)

Statische rekoefeningen

Simpele oefeningen voor een platte buik. Werk aan uw centrale spieren met deze oefeningen en verbeter uw kracht, houding en stabiliteit.

BIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren. c Het nemen van de vrije worp Als deel 1

Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels.

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

De 11+ Een compleet warming-up programma

10 OEFENINGEN VOOR THUIS

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp.

Dragen op de buik. Om de draagdoek uit te doen:

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefening 1. Oefening 3 Oefening Oefening. Oefening 2 Oefening 2

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Ademhaling. Yoga Oefeningen

Bondsreeks Werkjaar Gemaakt door KLJ Limburg Werkjaar

Oefenstof voor aquamove:

Peer Brouwers, Het begin

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen

Core stability training

Yogales mei Ademoefening Prana Mudra!

OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen

7 fijne yogahoudingen

Core Stability - serie 1

MUAYTHAI TECHNIEKEN. 1.1 Links voor positie: Linkervoet voor- rechtervoet achter, ongeveer 50cm tussen beide voeten, deze staan op schouderbreedte.

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Schouder oefeningen (Deel 2)

november 2014 vanaf 9 jaar Zeuren tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Techniekenboekje. geel-oranje U9

JU NO KATA 1. INLEIDING

buikspieroefeningen voor een ideale sixpack

Succes en veel plezier toegewenst!

LEERSTOF BLAUWE GORDEL

LEERSTOF GROENE GORDEL

poortschietspel vaste afstand

De trap op of aflopen: Probeer uw lichaam rechtop te houden en niet voorover te kantelen.

Oefeningen voor beenspieren

mei 2014 vanaf 9 jaar Doe normaal tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

1. Vertrouw op aanwijzingen van je keeper! Die heeft het beste overzicht aangezien die continue met zijn gezicht naar de bal toe ligt.

JUMP UP VZW. Skipper Brevet

Reeksbeschrijving: Parendans

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang.

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

Staan. Maak de slackline korter, doordat er iemand op gaat zitten. Maak het moeilijker, door met twee benen tegelijk op de slackline te staan.

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

EVENWICHTSSTOORNISSEN OVERWINNEN

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

Oefeningen bij schouderklachten

JUDOCLUB BOECHOUT. Nota: Programma boekjes mogen enkel door de leden van judoclub Boechout gebruikt worden. SHIKYU 1 / 10

JUMP UP VZW. Super Jumper Brevet

Clear: Een verdedigende slag. De shuttle wordt hoog gepakt en hoog naar het achterveld van de tegenspeler gespeeld.

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN

CD Liggende Yoga oefeningen (Joke Hellemans) tekstuitwerking

Oefenprogramma revalidatie

De foamroll oefeningen

schoolslag voor beginners

Microbe Brevet JUMP UPVZW. Aangesloten bij Bond Voor Lichamelijke Opvoeding

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

doelschietspel met keeper

G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN

CD Staande Yoga oefeningen (Joke Hellemans) tekstuitwerking

Droogtraining op zwemschoolniveau

13. MICROBEWEGINGEN VOOR IN DE BADKAMER

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Leven met Multipele Sclerose uitgave 11. MS en bewegen EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS

OPLEIDING Redder aan Zee. Praktijk Module 2 - Bevrijdingsgrepen

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

BELANGRIJK! BEWAREN TER REFERENTIE IN DE TOEKOMST

Lenigheidtrainingsschema - niveau 1

Zomerfit Pagina 1 van 5

Transcriptie:

Nederlandse interpretatie van de Codex.44.A.8 (1452) (Codex Peter Von Danzig of Codex MS 1449) Gebaseerd op Duitse transcriptie door Dierk Hagedorn van Hammaborg Krist Martens voor de Hallebardiers 2011

Woordenlijst abnehmen Abschneiden Abschneiden (das) Absetzen (das) Alber Anzetzen (die) Blöße (der) Drei Wundern Duplieren (das) Durchlaufen (das) durchwechseln (das) Fehler (der) Fühlen (das) Händendrücken (das) Hängen (die) Hängen (die) hauen Hut, Huten (die) Indes Klinge (der) Krieg (der) Krumphau (der) Mutieren (das) Nach Nachreisen (das) Ochs ort, langenort, langort (den) Pflug Ringen (das) Scheitelhau (der) Schielhau (der) afnemen afsnijden afsnijden wegzetten de dwaas aanzetten opening de drie verwonders verdubbelen doorlopen doorwisselen De dwaling voelen handendrukken de hangers de hangers houwen postuur, posturen indes kling de Krijg kromme houw muteren na nareizen os punt (langepunt) ploeg worstelen schedel houw schele houw

Schnitt Schrankhut Schwäche Schwert (das) Sprechfenster Stärke stechen Stücke (der) Twerhau, Zwerchhau (der) Überlaufen (das) verborgene Hiebe (die) verkehrer (der) Verzetzen, die vier verzetzen (die) vier Leger (die) Vom Tag Vor Windingen (die) Zecke (die) Zornhau (der) Zucken (das) Zufechten snijbeweging geschrankte postuur zwak zwaard spreekvenster sterk steken technieken, stukken dwarse houw overlopen verborgen houwen Het omkeren breuken (de vier breuken) de vier posities van het dak voor de windingen snelle (opwaartse) slag of tik met het zwaard, geen houw toornige houw trekken toevechten

Voorwoord Jonge ridder, leer God lief te hebben en de vrouwen te eren, zo vergroot je je eer. Wees ridderlijk en leer de kunst, die je waardigheid geeft en in de strijd vleit met eer. Wees sterk in het worstelen, wees kundig met de lans, speer, zwaard en het lange mes, die in andere handen nutteloos zijn. Sla toe en val aan, wees vurig, tref of laat het gaan. Zo word je door de wijzen benijd, die je zullen prijzen. Samenvattend kan men zeggen: Alle Kunst heeft lengte en massa/maat.

Een algemene les van het langzwaard, vervuld met zeer grote meesterschap. Wil je meesterschap zien, zie dat je links gaat en rechts houwt, en van links naar rechts. Dit is hoe je sterk zal vechten. Dit is de eerste vaardigheid van het langzwaard. Voor alle dingen moet je eerst leren correct te houwen als je krachtig wil vechten. Dit betekent : wanneer je met de linker voet voor staat en je van je rechterzijde houwt, dit echter zonder voorwaartse stap van je rechtervoet, dan is je houw vals (zwak) en niet correct. Als je met je rechterzijde achter blijft, en je houw verkort wordt, kan deze niet in een correct boog naar de andere zijde uitgevoerd worden, zodat hij niet voor en boven de linkervoet eindigt. Anderzijds sta je met de rechtervoet voor, om vanuit de linkerzijde te slaan, en je volgt de houw eveneens niet met de linkervoet, zo is ook deze houw vals. Zorg er daarom voor, dat wanneer je van de rechterzijde slaat, je altijd met de rechtervoet de houw volgt. Doe dit eveneens, wanneer je van je linkerzijde slaat. Zo blijft je lichaam altijd in evenwicht, en de houwen worden lang en correct geslagen. Een andere les Diegene die zijn houwen volgt, zal in zijn kunst weinig vreugde kennen. Wanneer je in het toevechten naar hem komt, zul je noch stilstaan en kijken hoe hij houwt, noch wachten met welke techniek hij tegen je zal vechten. Alle vechters, die enkel toekijken en op de houw van de andere wachten om deze te pareren, zullen in de kunst van het zwaard weinig plezier vinden, zij worden daardoor geminacht. Meer nog ze worden er door geslagen.

Een andere les Sla hem bij het nader komen waar je wilt, geen wisselaar komt door je verdediging. Vermijd vlugge aanval noch naar het hoofd nog naar het lichaam. Vecht met het ganse lichaam, als je sterk wil vechten. Wanneer je in het toevechten naar hem komt, maak dat hoe je ook wil vechten, je vecht met de ganse kracht van je lichaam. Sla hem bij het nader komen naar het hoofd en naar het lichaam en blijf met je punt voor zijn gezicht of borst. Zo kan hij voor je punt niet doorwisselen. Pareert hij je hard, zodat je punt opzij gedrukt wordt, val hem dan vlug aan op zijn arm. Gaat hij echter met zijn armen hoog om te pareren, sla hem met een vrije houw laag naar het lichaam en stap daarbij snel achteruit. Zo wordt hij geslagen voor hij het merkt. Een andere les Luister wat slecht is : vecht niet boven links wanneer je rechts bent. Wanneer je links bent, ben je ook rechts beperkt. Dit is een les voor de twee soorten mensen, namelijk de rechts- en de linkshandige. Het behandelt hoe je moet slaan, zodat men het zwak van je zwaard met de eerste houw niet gebruikt om de controle over te nemen. Dit betekent: wanneer je rechts bent en in het toevechten naar hem komt, sla in geen enkel geval je eerste houw van de linkerzijde, omdat deze zwak is. Je kan hiermee niets tegenhouden, wanneer je tegenstander gelijktijdig krachtig slaat. Sla daarom van de rechter zijde. Hiermee kun je (hem) sterk tegenhouden en aan het zwaard verder werken, hoe het je ook belieft. Ben je links, sla eveneens je eerste houw niet van de rechter zijde. Daar het voor een linkshandige zeer ongemakkelijk is om rechts te vechten. Dit geldt ook voor een rechtshandige van zijn linker kant.

Een andere les Voor en na Voor en na deze twee dingen zijn de oorsprong van alle meesterschap. zwak en sterk. indes. Merk deze woorden. Leer met kunde aanvallen en je te verdedigen. Als je snel angstig bent, leer het vechten dan niet. In de eerste plaats moet je twee dingen begrijpen en verstaan, dit is de voor en de na. Daarna kom het zwak en het sterk van het zwaard alsook het woord indes (*). Omdat hierin de basis van alle vechtkunst ligt. Wanneer je deze dingen werkelijk begrijpt en verstaat en daarenboven indes niet vergeet, ben je in alle vechttechnieken die je uitvoert een voortreffelijke meester van het zwaard. Dan kan je zelfs vorsten en heren onderrichten, zodat zij daarmee de ware kunst van het zwaard in sport als in een juridisch duel kunnen beoefenen. De»Voor«Je moet hem steeds voor zijn, zij het met een houw of een steek. Wanneer je hem met een houw voor bent, of wanneer je ziet, dat hij je moet pareren, werk»indes«met kunde vanuit deze parering voor je met het zwaard, of gebruik een andere techniek. Zo kan hij niet met succes aanvallen De»Na«De»na«zijn de breuken tegen alle technieken en houwen, die men tegen je richt. Dit is zo te verstaan : wanneer hij je met een houw voor is en je deze moet pareren, werk indes vanuit je parering met kunde met je zwaard naar de dichtste opening. Zo breek je zijn»voor«met jouw»na«.

Het zwakke en het sterke van het zwaard. Het zwakke en het sterke aan het zwaard: van het kruis tot het midden van de kling is het sterke van het zwaard, en verder, van het midden tot aan de punt, is het zwakke. Hoe je met het sterke van het zwaard naar het zwakke van zijn zwaard moet werken, wordt in het volgende uitgelegd. De vijf houwen Leer de vijf houwen van de rechter zijde. Wie in staat is deze af te weren, beloven we gaarne, hem te belonen met ware vaardigheid. Er zijn vijf verborgen houwen, waarvan vele meesters van het zwaard niets weten. Deze moet je van je rechter zijde correct leren slaan. Deze vechter, die deze houwen met kunde en zonder schade op te lopen breken kan, deze wordt geprezen door de ware meesters, zijn kunst zal beter worden beloond dan die van een andere vechter. Hoe men die houwen zal slaan, samen met de technieken, word je hierna verklaard. Tekst en commentaar van de technieken van het geschrift toornige houw, kromme houw, dwarse houw, schele houw, schedel houw, postuur van de dwaas, pareer, nareizen, overlopen veroorzaakt houwen, doorwisselen, trekken, doorlopen, afsnijden, de handen drukken, de hangers, winden naar de openingen, sla, vang, strijk, steek met stoten. Hier worden de ware hoofdstukken van het geschrift over het langzwaard opgenoemd, ieder met zijn eigen benaming. Zo kan je ze beter beoordelen en begrijpen. In het begin staan de vijf houwen en hoe ze elk worden genoemd.

De eerste heet de toornige houw De tweede heet de kromme houw De derde de dwarse houw De vierde de schele houw De vijfde de schedel houw Hier volgen de technieken De eerste zijn de vier posturen De tweede de vier breuken De derde is het nareizen De vierde het overlopen De vijfde het wegzetten De zesde is het doorwisselen De zevende het trekken De achtste het doorlopen De negende het afsnijden De tiende het handendrukken De elfde zijn de hangers De Twaalfde zijn de windingen Hoe je met deze technieken moet vechten en hoe je met de hangers en de windingen een opening moet geven, zal je één voor één in de volgende geschriften vinden.

De toornige houw De toornige houw met zijn technieken Diegene die een hoge houw naar je slaat, wordt bedreigd door de punt van de toornige houw. De toornige houw breekt met de punt alle hoge houwen en is toch niets meer dan een simpele boerenslag. Voer hem als volgt uit: wanneer je in het toevechten naar hem komt, en hij van zijn rechterzijde boven naar je hoofd slaat, sla jij ook van je rechter zijde van boven zonder enige parering gelijktijdig heftig op zijn zwaard. Is hij dan zwak aan het zwaard, stoot naar hem met je punt rechtstreeks lang en steek hem naar het gezicht of naar de borst. Tref hem zo. Een andere techniek van de toornige houw Wordt hij het gewaar, neem boven af zonder gevaar. Wanneer je met de toornige houw naar hem slaat, stoot hem de punt lang naar het gezicht of naar de borst, zoals boven beschreven. Wordt hij de punt gewaar en hij pareert hij krachtig, doordat hij je zwaard opzij drukt, ga met je zwaard langs de kling van zijn zwaard hoog en boven weg van zijn zwaard. Sla hem langs de andere zijde wederom langs zijn zwaardkling op zijn hoofd. Dit noemt met boven afnemen. Breek dit als volgt: wanneer hij boven afneemt, bindt met de lange snede krachtig tegen zijn zwaard in de richting van zijn hoofd. Een andere techniek van de toornige houw Wees sterk tegen hem, wind en steek. Ziet hij het, neem het naar beneden.

Wanneer je een toornige houw naar hem slaat, die hij pareert en met de parering sterk aan je zwaard blijft, zo blijf jij ook met je zwaard sterk op het zijne. Ga met de armen hoog, wind aan zijn zwaard met je kruisgevest voor je hoofd en steek hem boven naar het gezicht. Wordt hij de steek gewaar en gaat hij met de armen zo dat hij met het kruis pareert, blijf met je kruis voor je hoofd staan en tref hem met de punt onder de hals of tussen zijn beide armen in de borst. Een les van de toornige houw Let hier op: houw, steek, positie, zwak of sterk, indes en voor, na. Wees zonder haast en in de krijg niet onstuimig. Wanneer hij je met een houw, een steek of op een andere manier op je zwaard gebonden heeft, dan mag je niet onstuimig naar het winden overgaan. Tenzij, je in de voor merkt, zodra het zwaard op het ander klettert, of je zwak of sterk in de bind bent. Wanneer je dit gevoeld hebt, werk indes met het winden vanuit een zwakke of een sterke bind altijd naar de dichtstbijzijnde opening, zoals verduidelijkt zal worden in de volgende technieken. De krijg Wat de krijg boven begeert, verliest hij langs onder. De krijg is een synoniem van het winden en de daarop volgende aanvallen met de punt naar de vier openingen. Voer hem als volgt uit: wanneer je een toornige slag slaat, die hij pareert, ga onmiddellijk met armen hoog en wind met je punt boven langs zijn zwaard naar de bovenste opening aan zijn linkerzijde. Zet hij deze hoge steek weg, blijf in de winding, met het kruisgevest voor je hoofd, en laat de punt insgelijks naar de onderste linker opening zinken. Volgt hij dan na met een parering van je zwaard, zoek met de punt de

onderste opening aan zijn rechter zijde. Volgt hij daarenboven je zwaard met een parering, ga met je zwaard hoog naar je linker zijde en hang hem de punt naar de bovenste opening aan zijn rechterzijde. Op deze manier wordt hij door de krijg zowel boven als ook onder verslagen, wanneer je deze volmaakt en correct uitvoert. Een andere les van de toornige houw Leer, bij elke winding, mogelijkheden te vinden, om te houwen, te steken of te snijden. Alsook zul je in elke strijd de gelegenheid herkennen, wanneer je houwen, steken of snijden moet, als je de meesters wil bedotten. Wanneer je met een toornige houw naar hem slaat, moet je in het winden aan het zwaard goed getraind en kundig zijn. Daar elke winding bestaat uit drie verschillende technieken, met name de houw, de steek en het snijden. Wanneer je aan het zwaard windt, moet je dit steeds indachtig zijn, de technieken die bij het winden horen niet verkeerd uit te voeren. Je moet dan ook niet houwen, als je steken moet; niet snijden, als je houwen moet; niet steken, wanneer je snijden moet. Je moet je dus steeds op de correcte technieken beroepen en deze in elke strijd en bij elke bind van de zwaarden aanwenden, wanneer je de meesters bedotten of bedriegen wil, die het tegen je opnemen. Hoe je het winden uitvoeren moet en hoe veel kunsten van het winden er zijn, vind je in de laatste techniek van dit geschrift, die heet»deze die goed leidt en correct breekt «De vier openingen Je moet de vier openingen kennen. Richt, en sla zeker zonder enig gevaar en twijfel,hoe hij zich ook gedraagt.

Wie een meester van het zwaard wil zijn, moet weten, hoe men de vier openingen met kunde bereiken kan, als hij volledig correct en veilig wil vechten. De eerste opening is de rechter zijde, de tweede de linker zijde boven de gordellijn. De andere twee openingen zijn eveneens de rechter en de linker zijde, echter onder de gordellijn. Er zijn twee soorten aanvallen, waarmee men deze openingen kan bereiken. Vooreerst kan men vanuit het toevechten met het nareizen en het steken vanuit de lange punt bereiken. Anderzijds zal men ze met de acht windingen bereiken, wanneer de andere aan het zwaard gebonden is. Dit moet men zo verstaan, dat, wanneer je in het toevechten naar hem komt, je altijd met een houw of steek moedig en zonder angst één van de vier openingen moet aanvallen, naar deze die je het best bereiken kan. Let niet op, wat hij doet of vecht. Daarmee dwing je hem, om te pareren. Van zodra hij pareert, zoek vanuit de parering via het winden aan zijn zwaard de dichtstbijzijnde opening. Richt zo steeds naar de openingen van de tegenstander en vecht niet naar het zwaard, zoals beschreven is in de techniek, waar het zegt:»leer, naar de vier openingen te treffen/te richten en blijf dit doen, wanneer je er een einde aan wil maken..«hoe men de vier openingen breken zal Wil je je wreken en de vier openingen met kunde breken, verdubbel boven en muteer onder. Ik zeg je waarachtig, geen man kan zich zonder gevaar verdedigen. Als je dit begrepen hebt, kan hij nauwelijks tot slagen komen. Wanneer iemand met kracht naar je slaat, wreek je op hem door zijn openingen met kunde te overwinnen, zodat hij tegen zijn wil geslagen zal worden: verdubbel tegen het sterk van zijn zwaard, en muteer wanneer hij zwak aan het zwaard is. Ik zeg je waarachtig, dat hij zich van deze slagen

niet zal kunnen verdedigen, en zelf niet tot slagen zal komen. Het verdubbelen van beide zijden Wanneer hij boven van zijn rechter schouder naar je slaat, sla hem dan gelijktijdig ook krachtig boven van je rechterkant naar het hoofd. Wanneer hij pareert en sterk aan het zwaard blijft, ga»indes«met de armen (hoog) en duw met de linker hand de pommel van je zwaard onder je rechter arm en sla hem met de lange snede en met gekruiste armen achter zijn zwaardkling op het hoofd. Een andere techniek Slaat hij met de lange snede van zijn linker schouder boven naar je hoofd, doe dit eveneens. Blijft hij dan sterk aan het zwaard, ga dan onmiddellijk met de armen (hoog) en sla hem achter zijn zwaardkling met de korte snede op het hoofd. Het muteren aan beide zijden Wanneer je van je rechter schouder krachtig boven naar zijn hoofd slaat, en hij pareert en is zwak aan het zwaard, wind dan naar je linker zijde met de korte snede aan zijn zwaard en ga geschikt met de armen hoog. Ga met je kling boven over zijn zwaard en steek hem naar de onderste opening. Een andere techniek Wanneer je hem van je linker zijde boven naar het het hoofd slaat, en hij pareert en is zwak aan het zwaard, ga met de armen hoog, hang met de punt boven over zijn zwaard en steek naar de onderste opening. Deze twee technieken kun je vanuit alle houwen aanwenden, afhankelijk, of je zwak of sterk aan het zwaard voelt.

De kromme houw De kromme houw Sla de kromme houw met kunde, gooi de punt op de handen. Diegene die de kromme houw uitvoert terwijl hij (uit)stapt, kan vele houwen verhinderen en vergelden. De kromme houw is een van de vier breuken tegen de vier posturen. Met hem breekt men de postuur van de os alsook de boven- en onder houwen. Voer hem als volgt uit: wanneer je in het toevechten naar hem komt en hij met zijn zwaard voor zijn hoofd in de postuur van de linkeros voor je staat, zet je linker voet voor en houd je zwaard aan de rechterschouder in de postuur. Spring met je rechter voet resoluut naar je rechter zijde naar hem toe. Sla hem met de lange snede met gekruiste armen over zijn handen. Een andere techniek Je kan de kromme houw ook vanuit de geschrankte postuur van beide zijden uitvoeren. Plaats je als volgt in deze postuur: wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linker voet voor en houd je zwaard met de punt naast je rechter zijde naar de grond, zo dat de lange snede naar boven wijst. Maak zo een opening aan je linker zijde. Slaat hij dan naar deze opening, spring met je rechter voet resoluut naar je rechter zijde, weg van de houw, naar hem toe, en sla hem met gekruiste handen met de lange snede de punt op zijn handen Zet je als volgt in de geschrankte postuur aan de linker zijde: wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je rechter voet voor en houd je zwaard naast je linker zijde met gekruiste handen naar de grond, zodat de korte zijde naar boven wijst. Maak zo een opening aan je rechter zijde. Slaat hij dan naar deze opening, spring met je linker voet resoluut naar zijn

rechter zijde, weg van de houw, en sla hem in de sprong met de korte snede over de handen. Een effectieve techniek met de kromme houw Sla de kromme houw naar het plat, wanneer je de meesters verzwakken wil. Wanneer het boven klettert, laat gaan. Dit wil ik loven. Deze techniek moet je tegen de meesters gebruiken vanuit de bind van de zwaarden. Voer het als volgt uit: wanneer je in het toevechten naar hem komt, plaats je in de rechtse geschrankte postuur en sta met je linker voet voor, of houd je zwaard aan de rechter schouder. Slaat hij je dan naar je opening, sla krachtig met de lange snede met gekruiste armen tegen zijn houw. Zodra de zwaarden samen kletteren, wind»indes«naar je linker zijde met je korte snede aan zijn zwaard en steek hem naar het gezicht. Wanneer je niet wil steken, sla hem»indes«met de korte snede van je zwaard naar het hoofd of naar het lichaam. Een andere techniek met de kromme houw Sla de kromme houw, niet kort. Wees aandachtig voor het doorwisselen. Wanneer hij van zijn rechterzijden boven naar je wil slaan, ga met je handen hoog en doe alsof, je met een kromme houw tegen zijn zwaard wil binden. Ga met je punt onder zijn zwaard door en steek hem aan de andere kant naar het gezicht of naar de borst en let hierbij op, dat je je hoofd met je kruisgevest goed dekt. Meer nog met deze techniek breek je de de postuur van de os. Doe dit als volgt: wanneer je in het toevechten naar hem gaat en hij met het kruisgevest links voor zijn hoofd voor je staat, gooi (breng) dan je zwaard naar je rechter schouder en doe alsof, je met een kromme houw tegen zijn zwaard wil binden. Sla je houw kort en wissel gelijktijdig onder zijn zwaard door. Steek hem met de punt lang aan zijn andere

zijde onder zijn zwaard in de hals. Op deze wijze moet hij je pareren, waardoor je de gelegenheid krijgt om te houwen of je ander werk aan het zwaard uit te voeren. Een andere techniek met de kromme houw Sla de kromme houw naar hem, als hij je stoort (bedreigt). De nobele krijg zal hem verwarren, zodat hij waarachtig niet weet, waarheen hij zich zonder gevaar kan wenden. Wanneer je een kromme houw wil uitvoeren, moet je steeds een opening maken. Dit moet je zo verstaan: wanneer je van rechts een kromme houw naar hem slaat of aan zijn zwaard bindt, open je tegelijkertijd de openingen aan je linker zijde. Wanneer hij verstandig is en hij je vanaf het zwaard naar je openingen wil slaan en je met kunde wil storen (bedreigen), blijf dan met je zwaard aan de zijne. Volg zijn zwaard na en wind je punt naar zijn gezicht. Werk zo altijd verder vanuit de krijg, wat niets anders betekent dan winden naar de openingen. Op deze wijze verwar je hem, zodat hij waarachtig niet kan weten, welke verdediging hij tegenover je houwen of steken moet gebruiken.

De dwarse houw De dwarse houw met zijn technieken De dwarse houw weert af, wat van het dak komt. De dwarse houw breekt de postuur van het dak alsook alle houwen, die van bovenaf geslagen worden. Voer de dwarse houw als volgt uit: wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linker voet voor en houd je zwaard aan je rechter schouder. Wanneer hij met zijn zwaard hoog met uitgestrekte armen boven zijn hoofd voor je staat en dreigt, een hoge houw te slaan, voorkom je dit met je houw. Spring met je rechter voet resoluut naar je rechter zijde, hem tegemoet. Windt in de sprong je zwaard met het kruisgevest voor je hoofd, zodat je duim onder ligt, en sla hem met de korte snede naar de linkerzijde van zijn hoofd. Wanneer hij daarentegen zijn houw van boven vroeger naar beneden slaat dan jij (slaat), spring met je rechter voet resoluut naar je rechter zijde, van de houw weg, en pareer op de daarnet beschreven manier. Zo vang je zijn houw op met je kruisgevest. Sla hem dan met de dwarse houw naar de linkerzijde van zijn hoofd. De breuk tegen de dwarse houw Wanneer je tegenover hem staat in de postuur van het dak, sla hem moedig boven naar het hoofd. Wanneer hij van je houw wegspringt en met een dwarse houw anticipeert, door naar de linker kant van je hoofd te slaan, val met je lange zijde op zijn zwaard. Slaat hij dan met een andere dwarse houw naar de andere zijde, sla»indes«naar voor eveneens een dwarse houw, naar de hals onder zijn zwaard.

Wanneer je met een vechter aan zijn zwaard gebonden hebt en hij vanaf het zwaard met een dwarse houw naar de andere zijde slaat, val hem met de lange snede op zijn handen of armen. Druk in het snijden zijn arm met je zwaard volledig van je weg, en sla hem vanuit het snijden weg van zijn armen met je zwaard naar het hoofd. De breuk tegen een hoge snede naar de armen Wanneer je naar zijn rechter zijde een dwarse houw slaat, waarop hij je wil snijden door op je armen te vallen, sla hem met een verdubbelaar met je korte snede achter zijn kling in de mond. Wanneer je anderzijds naar zijn linker kant een dwarse houw slaat, waarop hij je wil snijden door op je armen te vallen, sla hem met een verdubbelaar achter zijn kling met je lange snede in de mond. Breek het verdubbelen als volgt: wanneer je het hoge snijden naar zijn armen uitvoert, waarop hij je met een verdubbelaar boven naar het hoofd slaat, ga hoog en wind je zwaard tegen zijn slag onder de zijne. Ga bij hem met de korte snede van je zwaard naar zijn hals. Een andere techniek van de dwarse houw Maak de dwarse houw met het sterk. Wees dit indachtig bij je werk. Wanneer je een dwarse houw wil slaan, moet je dit met de volledige kracht van je lichaam doen. Bovendien moet je steeds met het sterk van je zwaard aan de zijne binden. Zo kan je zijn openingen bereiken. Dit is als volgt te verstaan: sla je een dwarse houw van je rechter zijde naar hem, die hij pareert en daarbij sterk aan je zwaard bindt, verdubbel vervolgens. Of stoot hem vanuit je dwarse houw met je kruisgevest zijn zwaard langszij weg en sla hem al doende naar zijn andere zijde.

Een andere techniek Wanneer je van je rechter zijde een krachtige dwarse houw naar hem slaat, die hij pareert maar zwak aan het zwaard is, ga dan met de korte snede van je zwaard naar zijn hals aan de rechter zijde. Spring met je rechter achter zijn linker voet en trek hem met je zwaardkling over je voet. Je kan ook naar zijn onderste opening muteren. Dit kan als volgt gebroken worden: wanneer er iemand met zijn zwaard naar je hals gaat, ga met de pommel hoog langs de binnenkant van zijn zwaard en laat je kling er onder hangen. Stoot gelijktijdig zijn zwaard van je hals weg en sla hem met het snappen boven naar de hoofd. Of sla hem met een verdubbelaar met de rechter hand boven over zijn zwaard onder het gezicht, terwijl hij zijn zwaard nog aan je hals heeft. Hoe de dwarse houw naar de vier openingen geslagen wordt Sla de dwarse houw krachtig naar de ploeg en de os. Diegene die de dwarse houw met sprongen goed slaat, brengt het hoofd in gevaar. Dit heb je al eerder gehoord, dat de os en de ploeg twee postities zijn, posturen genaamd. Ze heten eveneens de vier openingen. De os is de bovenste twee openingen, links en rechts van het hoofd. De ploeg is de twee onderste openingen, links en rechts onder de gordellijn. Al deze vier openingen moet je met de dwarse houw vanuit het toevechten aanvallen. Hoe de dwarse houw naar de vier openingen geslagen wordt Wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linker voet voor. Wanneer het moment daar is, spring met je

rechter voet resoluut naar zijn linker zijde toe en sla hem met een dwarse houw krachtig naar zijn linker onderste opening. Dit noemt men naar de ploeg slaan. Wanneer hij pareert, sla hem onmiddellijk naar de bovenste rechter opening. Dit noemt men naar de os slaan. Sla je dwarse houwen altijd snel, één naar de os en de andere naar de ploeg, kruisgewijs van de ene zijde naar de andere, en van het hoofd naar het lichaam. Steeds moet je er aan denken, dat je met iedere dwarse houw altijd wijd naar zijn zijde moet springen. Zo kan je hem goed op het hoofd treffen. Hou er rekening mee, dat je ondertussen boven voor je hoofd goed met je kruis gedekt bent. De breuk tegen de dwarse houw langs onder Wanneer hij van zijn rechter zijde met een dwarse houw hoog naar de linker kant van je hoofd slaat, pareer met je lange snede en blijf met je punt voor zijn borst. Slaat hij dan vanaf het zwaard met een dwarse houw naar je onderste rechter opening, sla eveneens een lage dwarse houw tussen jullie door, gelijktijdig naar zijn rechter zijde. Bind daarbij aan zijn zwaard en blijf in de bind. Steek hem»indes«naar de onderste opening De dwaling Wie de dwaling van onder uitvoert, kan naar believen treffen. De dwaling is een techniek, waarmee veel vechters, die graag pareren en naar het zwaard in plaats van naar de openingen vechten, worden misleid en naar wens kunnen worden getroffen en geslagen. Wanneer je in het toevechten naar hem komt, doe zo, alsof je hem met een vrije hoge houw naar het hoofd wil slaan. Verzaak je houw en sla hem met een dwarse houw naar de onderste linker opening of naar een vrije opening aan de rechterzijde. Let op, dat je

met je kruis boven je hoofd goed beschermd bent. Je kan dit eveneens met een dwarse houw op deze wijze uitvoeren Het omkeren Het omkeren dwingt het doorlopen en worstelen af. Neem de elleboog met zekerheid en spring in zijn balans. De vechters noemen het omkeren de halve houw of de draaihand. Hiermee dwingt men de tegenstander, zodanig dat je met het doorlopen of het worstelen hem kan overwinnen. Voer het als volgt uit: Wanneer je in het toevechten naar hem gaat, ga met je linker voet naar voor en sla van je rechter zijde de halve houw met gedraaide lange snede steeds opnieuw, je linker voet volgend, naar boven en naar onder, zolang, tot je hem bereikt hebt. Zodra je hem hiermee aan zijn zwaard bindt, hang»indes«je punt boven naar hem en steek hem in het gezicht. Wanneer hij je pareert en met zijn armen hoog gaat, loop door. Wanneer hij echter tijdens het pareren zijn handen laag houdt, grijp met je linker hand zijn rechter elleboog en houdt hem daaraan vast. Spring met je linker voet voor zijn rechter voet en duw hem er over. Wanneer je hem echter met je linker hand aan zijn elleboog niet over je voet wil duwen, zoals boven beschreven, ga met je linker arm achter en om zijn lichaam en werp hem over je linker heup voor je. Een andere dwaling Verdubbel de dwaling. Tref je, maak daarbij een snede. Doe het daarenboven tweemaal. Ga naar links en wees niet traag.

Dit is de dubbele dwaling, en wordt als volgt uitgevoerd. Wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linker voet voor en houd je zwaard aan de rechterschouder. Wanneer het moment daar is, spring met je rechter voet resoluut naar zijn linker zijde toe. Doe daarbij, alsof je hem met een vrije dwarse houw links op zijn hoofd wil slaan. Verzaak je houw en spring met je linker voet naar zijn rechter zijde. Sla hem daar naar het hoofd. Pareert hij en je treft zijn zwaard, spring hem aan dezelfde zijde voorbij en snijd hem met de korte snede achter zijn zwaard met de verdubbelaar in de mond. Of val op hem met je zwaard over beide armen met het snijden. Je kan de dwaling vanuit een hoge houw evengoed slaan als vanuit een dwarse houw, naar je belieft of hoe je het wil.

De schele houw De schele houw met zijn technieken De schele houw breekt, wat een buffel slaat of steekt. Wie dreigt om door te wisselen, wordt door de schele houw verhinderd. De schele houw breekt de postuur van de ploeg. Het is een buitengewone doeltreffende houw, daar hij houwen en steken breekt met kracht. Hij wordt met het zwaard gedraaid uitgevoerd. Toch zijn er veel zwaardmeesters, die deze houw niet kennen. Hoe men de schele houw zal slaan Wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linkervoet voor en houd je zwaard aan je rechter schouder. Wanneer hij dan hoog naar je hoofd slaat, draai je zwaard en sla met de korte snede met lang uitgestrekte armen tegen zijn houw en sla hem (hoog) over zijn zwaard op het hoofd. Wanneer hij van plan is, om de houw van je zwaard te ontlopen, door onder door te wisselen, stoot dan de punt van je houw door. Zo kan hij onderdoor niet doorwisselen Een andere techniek Wanneer je met je zwaard aan je rechter schouder voor hem staat, en hij staat in de postuur van de ploeg voor je, om langs onder naar je te steken, sla dan met een schele houw lang hoog naar hem. Stoot daarbij je lange punt naar zijn borst. Zo kan hij je met een lage steek niet bereiken. Een les van de schele houw Scheel, wanneer hij kort is tegen je. Doorwisselen zal hem verslaan.

Wanneer je in het toevechten naar hem komt, zul je met je ogen schelen, om te zien, of hij kort tegen je vecht. Je kan dit hieraan herkennen, dat, wanneer hij naar je slaat, de armen met de houw niet lang uitstrekt zijn. Dit heet, zijn zwaard is verkort. Of, wanneer je je in de postuur van de dwaas zelf voor hem bevindt en hij je hierop met een kromme houw wil slaan, dan is zijn zwaard evenzeer verkort. Doch bevindt hij zich in de postuur van de os of ploeg, dan is zijn zwaard evenzeer verkort. Je zal ook weten, dat alle windingen met het zwaard voor de tegenstander kort is, omdat dit het zwaard verkort. Wissel ongehinderd door op de houwen en steken bij de vechter, die op deze wijze windt. Stoot daarbij je lange punt naar de dichtstbijzijnde opening. Daarmee dwing je hem, om te pareren. Daardoor kan je het werk alsnog uitvoeren. Hoe men met de schele houw de lange punt breekt Houw scheel naar de punt en neem onversaagd de hals. Wanneer je in het toevechten naar hem komt en hij voor je staat, en hij zijn lange punt tegen je gezicht of borst houdt, houd je zwaard aan de rechter schouder. Scheel met je ogen naar de punt en doe zo, alsof je hem daar wil slaan. Sla een krachtige schele houw met de korte snede op zijn zwaard en stoot hem daarbij de punt lang naar de hals, dit met een voorwaartse stap van de rechtervoet. Een verdere techniek van de schele houw Houw scheel naar de bovenkant van het hoofd, als je de handen wil beschadigen. Dit is een andere breuk. Wanneer hij met de lange punt voor je staat, scheel met de ogen naar het hoofd en doe, alsof je daar wil slaan. Sla echter met de schele houw je punt op de handen.

De schedel houw De schedelhouw De schedel houw is een gevaar voor het gezicht. Daarnaast is hij een groot gevaar voor de borst. Wat van hem komt, vangt de kroon op. Snijd door de kroon, zo heb je deze al krachtig gebroken. Voer de slagen met druk uit en trek ze snel met het snijden terug. De schedel houw breekt de postuur van de dwaas en is daarenboven zeer gevaarlijk voor het gezicht en de borst. Hij wordt als volgt uitgevoerd: wanneer je in het toevechten naar hem komt en hij zich voor je in de postuur van de dwaas plaatst, zet je linker voet voor en houd je zwaard aan de rechter schouder in de houding. Spring op hem af en sla hem van boven met de lange snede krachtig neer op zijn hoofd. Wanneer hij je houw pareert, zodat zowel zijn punt als ook de ene helft van zijn kruis naar boven staat, dit noemt men de kroon. Houd de armen boven en hef met je linker hand je pommel naar boven en zink je punt over zijn kruis naar beneden naar zijn borst. Wanneer hij dan met zijn zwaard hoog gaat en hij je punt met zijn kruis naar boven duwt, wind je zwaard al snijdend in zijn armen onder zijn kroon door en druk. Zo wordt de kroon gebroken. Terwijl je hem wegdrukt snijd hem krachtig in de armen en trek je al snijdend terug.

De vier posities De vier posities Plaats je enkel in de vier posities en vermijd het ordinaire. Os, ploeg, de dwaas en van het dak mogen voor je niet onbekend zijn. De vier posities zijn hetzelfde als de vier posturen, van waaruit je moet vechten. De eerste postuur noemt de os en wordt als volgt uitgevoerd: sta met je linker voet voor en houd je zwaard met het kruis voor je hoofd, zodat je duim zich onder je zwaard bevindt. Hang je punt naar zijn gezicht. Van je linker zijde ziet de os er als volgt uit: sta met je rechter voet voor en houd je zwaard naast je linker zijde met je kruis voor je hoofd, zodat je duim onder zit. Hang met je punt naar zijn gezicht. Dit is de os aan beide zijden. De tweede postuur De tweede postuur noemt de ploeg en wordt zo gedaan: sta met je linker voet voor en houd je zwaard vast met gekruiste handen. De pommel die je naast je rechter zijde ter hoogte van de heupen houdt moet naar onder wijzen. De korte snede bevindt zich boven en de punt bedreigt zijn gezicht. Langs de linker zijde ziet de ploeg er als volgt uit: sta met je rechter voet voor en houd je zwaard met de naar onder wijzende pommel naast je linker zijde ter hoogte van de heup. De lange snede bevindt zich boven en de punt bedreigt zijn gezicht. Dit is de ploeg aan beide zijden. De derde postuur De derde postuur noemt de dwaas en gaat als volgt: sta met je rechter voet voor en houd je zwaard met gestrekte armen voor je met de punt naar de grond, zodat de korte zijde naar boven wijst.

De vierde postuur Deze postuur noemt van het dak en wordt als volgt uitgevoerd. Sta met je linker voet voor en houd je zwaard ofwel aan je rechter schouder ofwel met gestrekte armen hoog boven je hoofd. Zo sta je in de houding.

De vier breuken De vier breuken Er zijn vier breuken, welke de posities zeer kwetsen. Je hebt al gehoord, wat de vier posturen zijn. Nu moet je ook de vier breuken leren, die deze vier posturen breken. Let op het betreft hier geen gewone parering, het gaat eigenlijk om vier houwen, welke ze breken. De eerste houw is de kromme houw, die de postuur van de os breekt. De tweede houw is de dwarse houw, die de postuur van het dak breekt. De derde houw is de schele houw, die de postuur van de ploeg breekt. De vierde houw is de schedelhouw, die de postuur van de dwaas breekt. Op welke wijze de vier posturen met de houwen gebroken worden, vind je uitgebreid beschreven boven in de commentaren van de houwen. Waarom men niet moet pareren Behoed je voor het pareren. Gebeurt het je toch, kan het je veel problemen bezorgen. Je moet niet pareren, zoals de ordinaire vechters doen. Wanneer deze pareren, houden zij hun punt in de hoogte of opzij. Dit betekent, dat zij vanuit hun parering met hun punt de vier openingen niet kunnen aanvallen. Daarom worden zij geregeld verslagen. Wanneer je echter wil pareren, doe dit met een houw of steek en probeer,»indes«met je punt de dichtstbijzijnde openingen te bereiken. Zo kan geen enkele meester jou slaan zonder zelf gekwetst te worden. Wat te doen, wanneer je postuur wordt gebroken. Wanneer het je gebeurt, dat je gebroken wordt, hoor, wat ik je adviseer: trek weg en sla snel toe.

Wanneer iemand je gebroken heeft en hij aan je zwaard blijft, om je zo van je bewegingsvrijheid te beroven, trek je zwaard langs zijn zwaardkling naar boven, alsof je boven langs het zwaard wil afnemen. Blijf echter aan het zwaard en sla hem simpelweg langs de kling met de lange snede opnieuw naar het hoofd.

De vier aanzetters De vier aanzetters Leer, naar de vier openingen aan te zetten, wanneer je er een einde aan wil maken. Er zijn vier aanzetters, ze maken deel uit van het gevecht. Deze moet je aanwenden, wanneer je je tegenstander snel wil slaan of verwonden. Ze worden als volgt uitgevoerd: wanneer je in het toevechten naar hem komt, plaats je met je zwaard in de postuur van de os of ploeg. Wil hij dan langs boven naar je slaan of langs onder naar je steken, wees aandachtig, wanneer hij zijn zwaard opheft om te slaan of langs onder terugtrekt om te steken. Wees dan eerder dan hem en stoot je lange punt in de dichtstbijzijnde opening, nog voor hij zijn houw of steek kan uitvoeren. Wees aandachtig, of je bij hem kan aanzetten. Doe dit eveneens, wanneer hij een houw langs onder naar je slaat. Stoot je punt naar hem, nog voor hij met de lage houw hoog kan komen. Doe dit langs beide zijden. Wanneer hij het aanzetten opmerkt, blijf met je zwaard aan je zijde en werk met kunde naar de dichtstbijzijnde openingen.

Het nareizen Het nareizen Leer het nareizen op twee manieren of snijd in het wapen. Richt naar de twee buitenste en begin vervolgens je ware werk. Test, of de aanvallen zwak of sterk zijn. Het nareizen is een veelzijdige en verschillende kunst. Het wordt zowel vanuit houwen alsook vanuit steken met grote omzichtigheid tegen deze vechters uitgevoerd, die met vrije en wijde houwen vechten en die toch niet van de ware kunst van het zwaard houden. Voer het nareizen als volgt uit: Wanneer je in het toevechten naar hem komt, sta met je linker voet voor in de postuur van het dak en kijk aandachtig, wat hij tegen je wil ondernemen. Slaat hij van boven lang naar je, zorg er voor, dat hij je met zijn houw niet bereikt. Op het moment, dat zijn zwaard vanuit de houw naar onder naar de grond wijst, spring met je rechter voet vooruit, en sla hem boven naar het hoofd, voor hij met zijn zwaard opnieuw naar boven gaat. Zo is hij verslagen. Streef naar de buitenste Wanneer hij met zijn houw terug hoog gaat, reis hem met een houw naar een opening na. Wanneer hij onmiddellijk met het zwaard hoog gaat en onder aan je zwaard komt, blijf er sterk op. Heft hij dan met zijn zwaard (je) sterk naar boven, spring met je linker voet achter zijn rechter en sla hem met een dwarse houw of een andere houw naar de rechter zijde naar het hoofd. Werk onmiddellijk opnieuw naar zijn linkerkant met het verdubbelen of een andere techniek, afhankelijk als je voelt of hij zwak of sterk aan het zwaard is.

Een goede techniek van het nareizen aan het zwaard van uit een houw langs onder Wanneer je hem met een lage houw of een snelle opwaartse aanval aanvallen wil of je je in de postuur van de dwaas bevindt en hij je met zijn zwaard op de jouwe valt, voor je met je zwaard hoog kan komen, blijf met je zwaard onder aan de zijne en hef het naar boven. Wanneer hij je dan aan het zwaard zijn punt naar het gezicht of je borst windt, verlaat zijn zwaard niet, maar volg hem daaraan na en werk met je punt naar de dichtstbijzijnde opening. Slaat hij echter vanaf het zwaard om, volg of reis hem met je punt eveneens na zoals voorheen. Je moet hem vanuit alle houwen en vanuit alle posturen nareizen, zodra je bemerkt, dat hij slecht/verkeerd houwt of zich met zijn zwaard een opening maakt. Wees echter indachtig, dat je met het nareizen zelf geen opening maakt of te ver gaat. Let hier op langs beide zijden. Een andere techniek van het nareizen Reis tweemaal na. Treft men, maak daarbij het oude snijden. Het nareizen moet je van beide zijden aanwenden en daarenboven het snijden niet vergeten. Dit moet men als volgt begrijpen: wanneer hij met zijn houw gemist heeft, wees het van zijn rechter- of zijn linkerzijde, sla hem moedig naar zijn opening. Gaat hij dan hoog en bindt hij je aan de onderkant van het zwaard, wees indachtig, dat zodra een zwaard tegen het ander klettert, je hem»indes«naar de hals snijdt. Of val met de lange snede op de armen en snijd met kracht. (opmerking deze techniek, staat in het manuscript na het stuk Het voelen en het woord»indes«)

Het voelen en het woord»indes«het voelen en het woord»indes«leer het voelen. Het woord»indes«snijdt pijnlijk Het voelen en het woord»indes«vertegenwoordigen het grootste en het beste van de kunst van het zwaard. Wie een meester van het zwaard is of wil zijn, maar het voelen niet beheerst en ook de betekenis van het woord»indes«niet begrijpt, hij is geen meester, maar enkel een buffel in het zwaardvechten. Daarom moet je deze twee zaken voor alle andere uiterst zorgvuldig leren, zodat je ze waarlijk begrijpt. Een les van het voelen en het woord»indes«wanneer je in het toevechten naar hem komt en je bindt met de andere aan het zwaard, dan moet je in het moment, dat de zwaarden samen kletteren, onverwijld voelen, of hij zwak of sterk gebonden heeft. Zodra je dit voelt, herinner het woord»indes«. Dit betekent, dat je met dit voelen snel en kundig aan het zwaard moet werken. Zo is hij verslagen, nog voor hij het gewaar wordt. Merk op, Dat het voelen en het woord»indes«een eenheid vormen. Het ene kan niet zonder het andere bestaan. Dit is als volgt te begrijpen: wanneer je hem aan zijn zwaard bindt, moet je onmiddellijk met het woord»indes«voelen, of hij zwak of sterk is aan het zwaard. Wanneer je dit gevoeld hebt, moet je wederom»indes«daar aanvallen, waar hij zwak of sterk is aan het zwaard. Daarom zijn deze beiden een eenheid. Het

woord»indes«is aanwezig in alle technieken. Dit is als volgt te verstaan:»indes«verdubbelt,»indes«muteert,»indes«wisselt door,»indes«loopt door,»indes«neemt het snijden,»indes«worstelt,»indes«neemt het zwaard,»indes«doet, wat je hart verlangt.»indes«is een scherp woord, waarmee alle meesters van het zwaard worden verwond, die dit woord nog kennen nog verstaan. Dit is de sleutel naar de kunst.

Het overlopen Het overlopen Overloop hem, die naar onder richt; zo wordt hij verslagen. Wanneer het boven klettert, wees sterk, dit wil ik prijzen. Voer je werk uit, of val tweemaal krachtig aan. Wanneer je in het toevechten naar hem komt en hij langs onder naar je onderste openingen slaat, pareer dan niet, maar sla hem langs boven krachtig naar zijn hoofd. Of, wanneer hij houwen langs onder naar je slaat, wees indachtig, dat je, nog voor hij met de lage houw naar boven komt, hem je punt langs boven lang naar het gezicht, of naar de borst steekt, om hem boven aan te zetten. Zo kan hij je langs onder niet bereiken. Daar alle vormen van hoog aanzetten breken deze immers langs onder en bevrijden je daar ook van. Gaat hij dan hoog en bindt hij je langs onder aan je zwaard, blijf met je lange snede sterk op de zijne en werk snel naar zijn dichtste opening. Of laat hem aanvallen, zodat je hem»indes«treft.

Wegzetten Hoe men steken en houwen zal wegzetten Leer het wegzetten van een vaardige houw en steek, die hij naar je richt om je te kwetsen. Je punt treft en breekt zijn actie. Tref van beide zijden telkens wanneer je een stap wil maken. Voer het wegzetten als volgt uit: wanneer je in het toevechten naar hem komt en hij tegenover je staat met de bedoeling je te steken, zet dan je linker voet voor en sta voor hem in de postuur van de rechtse ploeg. Geef hem een opening aan je linkerzijde. Steekt hij dan naar deze opening, wind met je zwaard tegen zijn steek naar je linkerzijde, dit met je korte snede tegen zijn zwaard. Zet op deze wijze weg en maak gelijktijdig een pas met je rechter voet. Steek hem»indes«naar het gezicht of naar de borst. Een andere techniek Wanneer je in de postuur van de rechtse Ploeg staat en hij je dan hoog links naar je hoofd wil slaan, ga omhoog met je zwaard, en wind gelijktijdig het gevest naar je linkerzijde tegen zijn houw en voor je hoofd. Maak daarbij een stap met je rechtervoet en steek hem in het gezicht of in de borst. Deze techniek kan je vanuit de houding ploeg van beide zijden gebruiken.

Doorwisselen Hoe men zal Doorwisselen Leer het doorwisselen aan beide zijden. Steek en kwets hem, die bindt, doorwisselen vindt hem onmiddellijk. Er zijn verschillende mogelijkheden om door te wisselen. Het doorwisselen zal tegen deze vechters gebruikt worden, die graag pareren en op het zwaard in plaats van naar de openingen op het lichaam slaan. Je zult het doorwisselen zelfzeker en behoedzaam leren uitvoeren, zodat men je niet steekt of je elders treft, terwijl je doorwisselt. Zo zal je het doorwisselen uitvoeren Wanneer je in het toevechten naar hem komt, sla krachtig en hoog naar hem. Slaat hij dan tegen je zwaard en niet naar je lichaam, laat tijdens je houwbeweging de punt onderdoor glippen, voor hij tegen je zwaard bindt. Steek hem dan in de andere zijde van zijn borst. Wanneer hij je steek opmerkt en hij volgt om te pareren, wissel opnieuw door. Doe dit telkens, wanneer hij (op) je zwaard pareert. Of, wanneer je in het toevechten naar hem komt, zet je linker voet voor en houdt je lange punt voor zijn gezicht. Slaat hij dan uit de hoogte of van onder naar je zwaard, om je (punt) weg te slaan of om sterk te binden, laat dan je punt naar onder vallen en steek hem aan de andere zijde. Gebruik dit tegen alle houwen, die men naar je zwaard slaat. Wees het volgende indachtig Hoe men zal doorwisselen, zodat men je niet steekt. Dit wordt zo gedaan : wanneer hij je pareert, zodat zijn punt naast je gaat, wissel kundig door en steek hem in de andere zijde. Wanneer hij echter met zijn de punt voor je gezicht of een andere opening blijft, wissel niet door, maar blijf aan het

zwaard en werk vandaar naar de dichtstbijzijnde opening. Zo kan hij je noch navolgen noch naar jou aanzetten.

Het trekken Het trekken aan het zwaard Stap bij het binden dichter. Het trekken geeft goede mogelijkheden om te treffen. Trek. Maakt hij contact, trek opnieuw. Vind aanvalsmogelijkheden. Dit pijnigt hem. Trek bij elke ontmoeting, wanneer je de meesters wil bedotten. Het trekken moet tegen deze meesters aangewend worden, die sterk aan het zwaard binden en in de bind van de zwaarden stil blijven staan en er op wachten, dat men hen (opnieuw) slaat of van het zwaard weg gaat. Zodat zij naar één van je openingen kunnen nareizen. Wanneer je deze meesters bedotten of misleiden wil, wend het trekken als volgt aan: sla van je rechter zijde krachtig boven naar het hoofd. Komt hij dan met zijn zwaard met een houw wijd naar voor, om je te pareren, of wanneer hij je naar het zwaard slaat, trek dan aldus je zwaard naar je, voor hij tegen je bindt. Steek hem aan de andere kant. Doe dit tegen elk treffen of elke bind van de zwaarden. Een andere techniek van het trekken Heeft hij je aan je zwaard gebonden, zodat hij voor je in een bind staat, en wacht hij tot, dat je van zijn zwaard weggaat, doe alsof, je wil trekken. Blijf echter aan het zwaard en trek je zwaard slechts naar je terug tot de helft van je kling en steek hem onmiddellijk langs het zwaard opnieuw naar het gezicht of naar de borst. Wanneer je hem met je steek niet goed raakt, val hem met het verdubbelen of anderzijds een andere techniek aan, diegene die jou het beste lijkt.

Het doorlopen en het worstelen aan het zwaard Het doorlopen en het worstelen aan het zwaard Loop door. Laat hangen, grijp met de pommel wanneer je worstelen wil. Wees indachtig, vermijd het doorlopen, tegen deze die sterk tegen je is. Je kan op twee manieren doorlopen en worstelen aan het zwaard. Het doorlopen is hetzelfde als het lijfworstelen. Daarenboven is er ook het armworstelen, die tegen deze vechters moet worden gebruikt, die graag inlopen. Voer het eerste doorlopen als volgt uit Wanneer hij op je inloopt met de armen hoog, om je langs boven met kracht te overdonderen, ga eveneens met je armen hoog. Houd je zwaard met de linker hand aan de pommel boven je hoofd en laat de kling achter over je rug naar onder hangen. Loop met de pommel door de armen naar zijn rechterzijde. Spring met je rechter voet achter zijn rechter en grijp in je sprong met je rechterarm langs voor naar zijn linker zijde rond zijn lichaam. Trek hem op deze wijze over je rechter heup en werp hem met zijn achterhoofd voor je. Een andere lijfworsteling Wanneer hij met gestrekte armen op je inloopt, doe hetzelfde. Loop hem met het hoofd aan zijn rechterzijde door en laat je zwaard langs achter over je rug hangen, zoals hierboven beschreven. Stap met je rechter voet voor zijn rechter en grijp hem met je rechter arm onder zijn rechter

arm door langs achter om zijn lichaam. Trek hem over je rechter heup en werp hem achter je. Voer deze worstelingen langs beide zijden uit. Een andere lijfworsteling Wanneer hij langs je rechter zijde met de armen hoog op je inloopt, doe hetzelfde. Houd je zwaard in je rechter hand met de pommel naar boven en stoot met je kruis zijn arm en zijn zwaard van je weg. Spring met je linker voet voor zijn beide voeten en grijp hem met de linker arm goed langs achter om zijn lichaam. Trek hem over je linker heup en werp hem voor je. Een andere lijfworsteling Wanneer hij je met de armen hoog op je inloopt, doe hetzelfde. Houd je zwaard in de rechter hand en stoot hem daarmee zijn armen van je weg. Spring met je linker voet achter zijn rechter en grijp met je linker arm voor zijn borst onder door naar zijn linker zijde. Trek hem over je linker heup en werp hem achter je. Voer deze twee worstelingen eveneens langs beide zijden uit. Het armworstelen aan het zwaard Wanneer hij met zijn zwaard op je inloopt en daarbij zijn handen laag houdt, draai je linker hand en grijp daarmee zijn rechter langs de binnenkant tussen zijn beide handen. Trek hem zo naar je linker zijde en sla hem met je rechter (hand) met je zwaard op het hoofd. Spring daarna met je rechter voet achter zijn linker en ga met je rechter arm voor of achter om zijn hals en werp hem zo over je rechter knie.