Doelgericht trainen van functionele stabiliteit Een overzicht van de neurologische regelmechanismen Martin Moons Sportfysiotherapeut
Samenvatting van de ochtendlezing en de workshops tijdens het MFT congres Stabiliteit en Balans, op zaterdag 13 oktober 2007
Problemen met definities Veel termen voor stabiliteit Verschillende definities voor allerlei trainingsvormen in relatie tot stabiliteit Babylonische spraakverwarring!! Ook in de KNGF-richtlijnen onduidelijk gebruik van allerlei termen
Neutrale en elastische zone Overschrijden van elastische zone; overschrijden fysiologische bewegingsgrens: (sub)luxatie /giving way: onvoldoende reageren op externe verstoring Handhaven van bepaalde bewegingszone binnen fysiologische bewegingsgrens: de neutrale zone: onvoldoende interne controle
Functionele stabiliteit in de praktijk Geen correlatie tussen de mate van VKB insufficiëntie en aanwezige functionele instabiliteit Na VKB-reconstructie kan ook functionele instabiliteit aanwezig zijn Onderscheid te maken in copers en non-copers
Functionele stabiliteit in de praktijk Na VKB-ruptuur (conservatief behandeld en reconstructie) sterk verhoogde kans op artrose. Controle neutrale zone? Propriosensorische deficits tot 1 jaar na OK? Bewuste motorische controle? 60 procent geen contact-trauma?
Werken met modellen Werking zenuwstelsel? Vereenvoudigde weergave van de `werkelijkheid` Hypothese Waarde wordt bepaald door resultaat in de praktijk Vervorming door taal
Regelsystemen in CZS: feedback en feedforward Feedback: waarnemen/registreren van intrinsieke afferentie en vervolgens corrigeren/bijsturen. Feedforward: anticiperen op extrinsieke informatie / cognitieve bewegingsplanning.
Kenmerken proprioceptie Gewrichtspositiezin en bewegingszin (kinesthesie) Waarneming van versnelling, vertraging, bewegingssnelheid en inwerkende krachten Snelle geleiding via dikke gemyeliniseerde vezels Is niet gebaseerd op visuele informatie Grotendeels onbewust Automatisch beschikbaar
Proprioceptoren Mechanoreceptoren in huid, pezen, kapsel, ligamenten en spierweefsel Ruffini-sensoren Pacini-sensoren Golgi-peessensor Spierspoel
Interactie proprioceptie / cortex Cerebellum: directe en snelle verbinding: spinocerebellaire banen; onbewuste processen Sensorische schors: bewustwording sensatie van houding en beweging, onbewuste verwerking Motorische schors: ook rechtstreekse verbinding, ontwikkeling kinesthetisch geheugen
Interactie proprioceptie /hersenstam Integratie informatiestromen visueel, vestibulair en proprioceptie Gezamenlijk naar cortex / cerebellum Regulering balans en lichaamshouding
Interactie proprioceptie op spinaal niveau Onbewuste processen Overschakeling via interneuronen Interactie spierspoel en alfa-motoneuron Interactie artrogene propiosensoren en alfa-motoneuron? Interactie artrogene propriosensoren en gamma-motoneuronen
Neuromusculaire controle Onbewuste efferente respons op een afferente prikkel met betrekking tot het handhaven van gewrichtsstabiliteit Integratie van motorische en (proprio)sensorische processen op spinaal / onbewust niveau onbewust verloop
Muscle stiffness Onbewuste proces Altijd beschikbaar Spierspoelreflexen verlopen sneller: kortere reactietijden Aspecifieke pre-activatie Basis voor centrale feedforward regelsystemen Intrinsieke en extrinsieke component
Bewegingsprogramma Abstracte neerslag van een motorisch leerproces in het centrale zenuwstelsel Uitvoering bewegingsprogramma is flexibel en doelgericht Automatische uitvoering Fine-tuning door feedbackregelsystemen en spinale reflexen
Coördinatie Optimale timing, type en grootte contractie Selectieve activatie spieren Beperking niet-relevante vrijheidsgraden door antagonisten/synergisten Inhibitie niet-noodzakelijke spieren!!! Motorische koppeling tussen verschillende spieren komt tot stand in een motorisch leerproces
Aandachtspunten compensatie en flexibiliteit Co-contractie ipv co-activatie Vermijden Cognitieve controle Visuele controle Inefficiënte motorische koppelingen Latentietijden
Functionele stabiliteit in de praktijk 1. Handhaven van een bepaalde houding; rompstabiliteit 2. Controleren van een bepaald bewegingsverloop; werpen in schoudergewricht 3. Reageren op onverwachte verstoringen; inkomende kracht door medespeler, wijziging ondergrond
Verwachte verstoringen Verstoringen door interne invloed: handhaven houding, rompbalans of gewrichtspositie tijdens activiteiten Motorisch leerproces speelt zoveel mogelijk een rol Automatische motorische koppeling en feedforwardregelsystemen zijn het doel Muscle stiffness is altijd aanwezig
Onverwachte verstoringen Reactiesnelheid speelt cruciale rol Tijdsvertraging tussen waarnemen sensorische prikkel en uitvoering van de beschermingsreactie Spierspoelreflex (shortloop) voldoende voor ADL, te langzaam voor trauma`s en sport Verschil bij reflexen tussen reactietijden en opbouw voldoende vermogen Longloopreflex en bewuste motorische controle veel te traag
Onverwacht Verwacht Feedback Reactietijd Elastische zone Externe verstoring Onbewust verloop Feedforward Pre-activatie Neutrale zone Ook interne verstoring Cognitie Leerproces
Verwacht het onverwachte!!
Reactietijd bij onverwachte verstoringen Positie van het gewricht Richting en snelheid van inwerkende kracht Aanwezigheid vertragende elementen: schoeisel, tape en braces Mate van muscle stiffness Persoonsgebonden factoren: vermoeidheid, arousal, leeftijd, training
Functionele stabiliteit in de praktijk Trauma Verminderde gewrichtsbelasting Vermoeidheid Pijn
Trauma en functionele instabiliteit Beschermingsreactie schiet tekort of reactietijd is te lang Functie van ligament als sensor en uiteindelijk als noodrem Weefselbeschadiging Afname neuromusculaire controle
Trauma en functionele instabiliteit Stimulatie pijnafferenten door weefselbeschadiging Beschadiging en afname hoeveelheid propriosensoren Afname of wegvallen spanning op een ligament Desoriëntatie proprioceptieve informatie vanuit niet-beschadigde structuren Secundaire ontstekingsactiviteit met verhoogde intra-articulaire druk
Verminderde gewrichtsbelasting en functionele instabiliteit Afname proprioceptieve afferentie Afname excitatie gamma-neuronen Absolute afname aantal artrogene propriosensoren Wijziging aanspanningspatroon van stabilizers en prime movers Afname tonische functie mono-articulaire spieren
Bouwstenen oefenprogramma 1. Proprioceptie 2. Bewuste motorische controle 3. Neuromusculaire controle 4. Ontwikkelen automatische motorprogramma`s 5. Snellere reactie op een verstorende impuls
Proprioceptie Wordt in principe altijd aangesproken Specifiek oefenen na immobilisatie / trauma / operatie Maximale aandacht op het gevoel Geen visuele feedback Passief: nadruk artrogene propriosensoren Actief: nadruk op spierspoelsysteem; meer functioneel Representatie cortex!!
Bewuste motorische controle Correcte uitgangshouding Aanleerfase automatisch motorprogramma Concentratie op de taak Visuele feedback
Neuromusculaire controle Geen bewuste controle Geen visuele feedback (visuele oriëntatie) Instabiel oefenmateriaal zinvol, bepalen aan de hand van zichtbare reacties Statische en dynamische uitvoering Uitlokken co-activatie Corrigeren verstoringen neutrale zone
Ontwikkelen motorprogramma`s Principes van motorisch leren Van feedback naar feedforward Van closed loop naar open loop Spelen met informatie
Reageren op onverwachte verstoringen Reflexactiviteit op `onverwachte verstoringen` Geen visuele feedback Onbewuste controle Opbouw in snelheid Vermoeidheid speelt belangrijke rol Naar eindgrens elastische zone toe werken
Cognitieve controle Zo weinig mogelijk bij neuromusculaire controle Maximaal bij bewuste motorische controle Maximale aandacht bij proprioceptie Afbouwen bij ontwikkelen automatische bewegingsprogramma`s Test automatisch bewegingsprogramma Afwezig bij reageren op externe verstoring
Bent u geïnteresseerd in het volgen van nascholing en praktische workshops met betrekking tot het trainen van functionele stabiliteit? Zend dan een e-mail naar mmoons@hetnet.nl