Lezen, doe het maar! Ria van Adrichem 16 januari 2019 Over lezen en leesstrategieën vanuit een groeimindset en eigenaarschap van leren.
Voorstellen Ria van Adrichem schrijver/uitgever De Stiep Educatief docent NT1 en NT2 trainingen aan vrijwilligers / Train-de-trainer begeleider individuele trajecten
Programma en doelen In deze workshop Lezen, doe het maar raak je je bewust van wat er komt kijken bij lezen vanuit een groeimindset; eigenaarschap ligt bij cursist: Wat wil hij of zij met de tekst? ondervind je het belang om het lezen voor te bereiden; VUT belevend en betekenisvol lezen: boek, tijdschrift, theaterlezen 3
Wat is lezen? 4
Tekst 1 Lzn s nt ht vrklnkn vn lttrs, mr ht bgrpn vn d btkns. H snllr mnd lst, h btr ht bgrp zl zn. 5
Lezen is niet het verklanken van letters, maar het begrijpen van betekenis. Hoe sneller iemand leest, hoe beter het begrip zal zijn. 6
Tekst 2 Hoe meer nadruk.. ligt.. de afzonderlijke letters,... langzamer... tempo... zijn. Bij... lezen moeten we deelnemers leren..... zo weinig mogelijk woorden zoveel........ informatie.... doen. Sommige woorden..... tekst zijn.... belangrijk, andere.... gewoon ruis. We blijken..... denken met.. schrijver..... gedachten.... veel verder... onze ogen. 7
Hoe meer nadruk er ligt op de afzonderlijke letters, hoe langzamer het tempo zal zijn. Bij het lezen moeten we deelnemers leren om met zo weinig mogelijk woorden zoveel mogelijk informatie op te doen. Sommige woorden in een tekst zijn belangrijk, andere zijn gewoon 'ruis'. We blijken mee te denken met de schrijver. Onze gedachten gaan veel verder dan onze ogen. 8
9
Visuele informatie Omslag, titel, tekst op de achterkant Illustraties Inhoudsopgave Layout (hoofdstuktitels, tussenkopjes, alinea/witregels) 10
Niet-visuele informatie Betekenis: voorkennis van het onderwerp, verwachtingen verhaal Verbeeldingskracht: niet wat er in de tekst staat, maar waar de tekst over gaat Meer zintuigen: Hoe voelt het? Hoe ruikt het? Wat voel ik als ik mezelf daar voorstel in die situatie? Zie ik een filmpje in mijn hoofd en klopt dat met wat er staat? 11
Voorbeeld 12
Maak een beeld van wat er staat. Hoe ziet dat eruit voor jou? - een stem van boven - een lekkend dak - bouwvakkers op een ladder 13
Voorbeeld De overvaller bedreigde de man, stak hem neer en gooide het wapen in de bosjes. 14
Is dit het wapen? 15
Samen een boek lezen en begrijpen! Wat is daarvoor nodig? Voor een ervaren (boek)lezer vanzelfsprekend. Bij een beginnend (boek)lezer in ontwikkeling. Praat erover met elkaar. Wat is daarvoor nodig? 16
Samen een boek lezen en begrijpen Wat heb je nodig? - Voldoende woordenschat - Voorkennis over wat je gaat lezen - Verhaallijn vasthouden, gebeurtenissen onthouden - Namen van personen, plaatsen onthouden (in een andere taal klinken namen vaak niet als naam) - Beelden bij de inhoud, zelf een filmpje in je hoofd maken - Luistervaardigheid en concentratie - Voelen en ervaren wat de inhoud van het verhaal met je doet door te praten en na te denken over wat je gelezen hebt en wat je daarvan vindt, je mening erover vormen 17
Oké, je weet nu wat lezen is, en wat je nodig hebt om samen een boek te lezen en begrijpen, maar hoe ga je dat nu aan iemand leren? Wat is daarvoor nodig? 18
Jouw droomvraag Als je morgen wakker wordt, dan kun je ineens (schrijf op waar je altijd al van droomt dat je het kunt of doet in je leven) Wat zou er dan anders zijn dan dat het nu is? 19
Tussen droom en daad Hoe komt het dat die droom nog steeds een droom is? 20
Tussen droom en daad Misschien is je droomvraag niet te verwezenlijken, maar er zijn ook kleinere dromen Een droom is een punt op de horizon. Daar gaan je ogen van glanzen. Je krijgt er energie van. Dat wil je bereiken! Maar hoe kun je een droom, iets wat je echt wilt leren, waar maken? Wat heb je daarvoor nodig? 21
Je eigen leerproces Hoe ga jij om met dingen die je moet leren te doen? Denk aan lijnen, fysiotherapie-oefeningen, snoepen, meer bewegen, meer sporten, meer schoonmaken, eindelijk opruimen, minder op je telefoon kijken, minder tv kijken, meer lezen Hoe succesvol ben je? 22
Je eigen leerproces Schrijf 1 ding op dat je echt wilt leren. 23
Schaalwandelen Ga uit van het leerpunt dat je benoemd hebt. Waar sta je op een schaal van 1 tot 10? Denk na en schrijf kort op: 1 Hoe ben je daar gekomen? 2 Wat heb je ervoor gedaan om daar te komen? 3 Waar wil je naartoe? (welk cijfer op de schaal?) 4 Hoe kun je daar komen? 24
Hoe denk je over je leerproces? Beantwoord voor jezelf: > Kun je komen daar waar je wilt zijn? Ja, als Nee, omdat > Zo ja, kun je dat alleen of heb je hulp nodig? Van wie? > Wat zijn je verwachtingen over je leerproces? > Wat zeg je tegen jezelf? 25
Hoe denk jij? Hoe kun je komen daar waar je wilt zijn? Wat zeg je tegen jezelf? 26
Groeimindset: Wat zeg je tegen jezelf? 27
Groeimindset: Wat zeg je tegen jezelf? 28
Denken vanuit een groeimindset Wat betekent dat voor - de manier waarop je omgaat met de cursisten? - hoe je het lezen aanbiedt? - wie bepaalt wat er gelezen wordt en hoe? - hoe het leerproces eruit ziet? - het einddoel? Bespreek met elkaar. 29
Eigenaarschap van het leren: lezen en zelf je succesfactoren bepalen De cursist denkt zelf na - Ik kan dit nog niet en wat is er voor nodig om het wel te kunnen - Wanneer ben ik blij met wat ik heb gedaan? - Wat wil ik kunnen lezen? Belangrijk: de cursist formuleert zelf wat hij wil kunnen, wat hij zelf als een succes ervaart. 30
Eigenaarschap van het leren: lezen en zelf je succesfactoren bepalen 1. Lezen en nut ervaren geeft de inspanning van het lezen waarde: > Wat weet je nu wat je eerst niet wist? > Wat ga je doen met die kennis? > Nadenken en nieuwe ideeën krijgen voor jezelf 2. Talent: ontwikkelen van sterktes ipv wegwerken van tekorten 3. Successen ervaren: welke talenten hebben mensen? Hoe kunnen zij die inzetten bij het lezen? 31
Eigenaarschap van het leren: lezen en zelf je succesfactoren bepalen 32
Samen lezen 33
Kiezen: Wat? Welk? Hoe? Handleiding voor meeleesclubs Iedereen leest mee 34
Voorbereiding vóór het lezen Kennis en ervaring activeren Verwachtingen verwoorden Boek doorbladeren en bekijken: omslag, titel, tekst op de achterkant, illustraties, inhoudsopgave, lay-out (hoofdstuktitels, tussenkopjes, alinea/witregels) Mogelijke obstakels, verhaalstructuur, kernbegrippen, namen, plaatsen, flashbacks 35
Theaterlezen: Je mag meer doen met een verhaal dan alleen het te lezen en erover te praten. Luisteren Een rol kiezen regisseur detective professor speler Inleven, beleven, herhaald lezen Doel: een toneelstuk maken met elkaar van de tekst. 36
Filmpje Leesclub 37
Lezen, doe het maar Jos Ruijs Wil je het e-book Lezen, doe het maar' van Jos Ruijs ter waarde van 9,95 gratis ontvangen? Stuur een e-mail met je naam, de organisatie en je e-mailadres naar Pieter de Graaf contact@alfabeter.nl Filmpje Leesclub https://vimeo.com/54368242 38
www.taalvoorhetleven.nl