ρ ρ koper = 17 10 9 Ωm (tabel 8 van Binas)



Vergelijkbare documenten
Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 7 Golven ( ) Pagina 1 van 12

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 4 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 20

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand ( ) Pagina 1 van 16

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 11

Stevin Antwoorden hoofdstuk 16 Algemene technieken ( ) Pagina 1 van 22

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 25

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand ( ) Pagina 1 van 26

Na 0,25T volgt een tweede piek die andersom staat. De pieken vloeien in elkaar over.

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 5 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 16

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 7 Trillingen en golven ( ) Pagina 1 van 11

5. Lineaire verbanden.

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 6 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 10

Hoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Stevin havo Uitwerkingen hoofdstuk 9 Algemene technieken (augustus 2009) Pagina 1 van 9

Hoofdstuk 3 - Differentiëren

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 12

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 20. b c

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Inductie ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 12 Algemene technieken ( ) Pagina 1 van 5

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 15

1.1 Grootheden en eenheden

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 14 Straling van sterren ( ) Pagina 1 van 6

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 21

Hoofdstuk 7 Exponentiële formules

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 8 - Periodieke functies

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Golven Pagina 1 van 8

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Noordhoff Uitgevers bv

2009 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra

Hoofdstuk 11 Verbanden

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

natuurkunde havo 2016-I

Revisie uitwerkingen Stevin vwo deel 2 ( ) Pagina 1 van 13. Elk paard neemt hiervan een achtste deel voor zijn rekening:

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (oktober 2014) Pagina 1 van 13 0,515 38,4

Eindexamen vwo natuurkunde I

Hoofdstuk 2 - De kettingregel

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Zonnestelsel en heelal ( ) Pagina 1 van 12

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9

Hoofdstuk 5 - Hypothese toetsen

Noordhoff Uitgevers bv

de Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN VWO 1

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 5 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 14

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Oplossing examenoefening 2 :

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

Noordhoff Uitgevers bv

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

11.1 Straling van sterren

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde havo II

H23 VERBANDEN VWO. d t INTRO. 1 a - b De boven- en ondergrens van de aerobe zone: bij 15 jaar tussen 143 en 175.

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 10

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =

Maak een schatting van de weerstand bij een afstand van 55 cm en laat zien hoe je aan je schatting bent gekomen.

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kromme banen ( ) Pagina 1 van 13

Noordhoff Uitgevers bv

natuurkunde oud programma havo 2015-I

voorbeeld van een berekening: Uit de definitie volgt dat de ontvangen stralingsdosis gelijk is aan E m,

Noordhoff Uitgevers bv

ET uitwerkingen.notebook May 20, 2016

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Hoofdstuk 12B - Breuken en functies

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

1 Lading en spanning. Hoofdstuk 3. Elektriciteit. Plus. Elektriseermachines

Transcriptie:

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 1 van 13 Opgaven hoofdstuk 5 Los zand 1 a I = U G Er is niet veel aan af te leiden, het is de definitie van G. 1 = ρ A R G = σ met σ = A ρ ρ koper = 17 10 9 Ωm (tael 8 van Binas) D = 0,20 mm A = 3,14 10 8 m 2 Alles invullen geeft: G = 6,2 S Met 10 parallelle draden wordt G 10 zo groot. 62 S d Zeewater geleidt stroom eter dan kraanwater, dus G is groter. 2 a 1 is de voltmeter. 1 Er gaat 38 ma door de weerstand van 100 Ω. Daar staat dus 3800 mv = 3,8 V over. Dan staat er 2,2 V over de draad. 6,2 S 2,2 V 2 3 I 38 10 2 G = = = 1,72..10 S R = 57,9 Ω U 2, 2 1,73 10 2 S 2,2 10 6 S/m 9 R A 57,89 7,85 10 7 6 R = ρ ρ = = = 4,5 10 Ω m en σ = 2,2 10 S/m 4,5 10 7 Ω m A 1 3 D = 0,10 mm A = 7,85 10-9 m 2 4,5 10 7 Ω m = 0,45 10 6 Ω m onstantaan (tael 9). 3 a Kleiner dan de kleinste. Groter dan de grootste. 4 a Als R 12 zo klein wordt, wordt G 12 zo groot. 2 2 U U 2 (6 V; 0,30 W) hoort ij randen. P = R = Raan = 1, 2 10 Ω R P 1,0 Ω R uit is 120 zo klein R uit = 1,0 Ω. G aan = 8,3 10 3 S G uit = 1,0 S 1,0 S

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 2 van 13 d Zie opgave 46 van hoofdstuk 6 in vwo deel 1: alle I(U)-grafieken van gloeilampen heen dezelfde vorm. 6 V; 0,30 W I = 0,30/6 = 0,05 A Shets eerst een I(U)-grafiek en ereken daarij waarden van G. 5 a [ρ (10 6 Ωm; T ( C)]: (35; 0) (27; 500) ( 21;1000) (16; 1500) (13; 2000) [σ (ks/m; T ( C)]: (29; 0) (37; 500) (48; 1000) (62; 1500) (77; 2000)

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 3 van 13 6 - De waarden van G zijn: 1,00 10 2 S 0,500 10 2 S 0,333 10 2 S G v = 1,83 10 2 S 0,10 S 0,5 10 3 S 0,3 10 6 S G v = 0,10 S 1,83 10 2 S 0,10 S 7 - De stroomwet: I 1 = I 2 + I 3 De spanningswet: 12 = 20 I 1 + (10 + 20) I 2 en 12 = 20 I 1 + 60 I 3 (10 + 20) I 2 = 60 I 3 I 2 = 2 I 3 Dit resultaat krijg je ook door de spanningswet op de onderste lus toe te passen: (10 + 20) I 2 60 I 3 = 0 Comineren: I 1 = 3 I 3 dus: 12 = 20 3 I 3 + 60 I 3 = 120 I 3 I 3 = 0,10 A I 2 = 0,20 A en I 1 = 0,30 A 8 a1 12 = 10 I 1 + 20 I 2 (1) 24 = + 20 I 2 + 20 I 3 (2) 12 24 = 10 I 1 20 I 3 (3) 0,30 A 0,20 A I 1 = I 2 I 3 (4) a2 Als je de regels (2) en (3) optelt, krijg je regel (1). Comineer (4) met (1) 12 = 10 (I 2 I 3 ) + 20 I 2 12 = 30 I 2 10 I 3 2 24 = 60 I 2 20 I 3 24 = 20 I 2 + 20 I 3 3 72 = 60 I 2 + 60 I 3 72 24 = 48 = 80 I 3 I 3 = 0,6 A 24 = 60 I 2 20 0,6 I 2 = 0,60 A en I 1 = 0 A 0 A 0,60 A 0,60 A Ahteraf ekeken misshien niet.

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 4 van 13 d 9 = 10 I 1 + 20 I 2 (1) 24 = + 20 I 2 + 20 I 3 (2) 9 24 = 10 I 1 20 I 3 (3) Blijft overodig. I 1 = I 2 I 3 (4) Comineer (4) met (1) 9 = 10 I 2 10 I 3 + 20 I 2 0,15 A 0,525 A 0,675 A 9 = 30 I 2 10 I 3 2 18 = 60 I 2 20 I 3 24 = 20 I 2 + 20 I 3 3 72 = 60 I 2 + 60 I 3 72 18 = 54 = 80 I 3 I 3 = 0,675 A 18 = 60 I 2 20 0,675 I 2 = 0,525 A en I 1 = 0,525 0,675 = 0,15 A A 9 a De kruisjes horen preies ij de horizontale lijntjes. Van links naar rehts: (1,8; 0,04) (4,0; 0,06) (5,0; 0,2) (6,2; 0,7) (10,0; 1,0) (0,2; 0,3) (0,4; 0,9) 1,0; 0,2) 1,3; 0,6) (5,0; 0,1) 10 a 1 t 3 m = 500 ( ) 2 log( m) = log(500) + t log( 1) = 2,70 t 0,30 3 2 3 en op logaritmish papier: 1 t 3 1 3 2 2 mt ( ) = 500 ( ) m (9) = 500 ( ) = 62,5 g 63 g

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 5 van 13 11 a Er is een kans van 3 uit 10 dat ij een ahtvlak een 1, een 3 of een 5 oven ligt. Het aantal overgeleven ahtvlakken na werpeurten is te erekenen met 40 ( 7 N = ). De groeifator is dus 0,7. Het punt (0; 40) mag je niet geruiken om de grafiek te tekenen. N 0 40 1 28,0 2 19,6 3 13,7 4 9,6 5 6,7 6 4,7 7 3,3 8 2,3 10 10 0,7 40 20 10 5 Dit is 3 t ½.Je leest 5 af ij 6 t ½.= 2 eurten, want het moet natuurlijk een heel getal zijn. 2

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 6 van 13 12 a 1 In het egin he je te maken met de mix van 27 kev en 60 kev. Aan het eind he je alleen de fotonen van 60 kev. De genoemde rehte lijn zou je gevonden heen als er geen fotonen van 27 kev geweest waren. 2 N(0) = 190. Je moet dus aflezen ij N = 95 om de halveringsdikte te epalen. d ½ = 5,6 mm. 1 De kromme lijn evat de mix van 27 kev en 60 kev. De rehte lijn hieroven hoort ij 60 kev. Als je die twee van elkaar aftrekt, houd je dus 27 kev over: 5,6 mm

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 7 van 13 2 0,36 mm Lees d af ij N = 100 en ij N = 25. Dat is 2 d ½ verder. 2 d ½ 0,88 0,16 = 0,72 mm d ½ 0,36 mm 13 a ρ(t ) = A e B/T lnρ = lna + B/T = lna + B T 1 Maak een grafiek van lnρ tegen T 1 met T in kelvin. Uit de grafiek van opgave 5 volgt: 1/T (K 1 ) ln ρ (ln(ωm)) 0,003663-10,3 0,001294-10,5 0,000786-10,8 0,000564-11,0 0,00044-11,3

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 8 van 13 De grafiek die ij deze tael hoort, ziet er zo uit: Daar klopt dus niet veel van. Toh weten we zeker dat de formule ρ(t ) = A e B/T NTC-weerstanden goed is. We maakten ook deze grafiek: voor Daarna vonden we dat er naast NTC s ook RTD s estaan: (Resistane Temperature Detetors) die zijn gemaakt van puur metaal of koolstof. Daarvoor geldt: ρ = ρ(0) e αt lnρ = lnρ(0) +α T. Voor metalen heeft α een positieve waarde en voor koolstof is α = 0,0005 K 1. Kijk ijvooreeld op http://hyperphysis.phy-astr.gsu.edu/hase/hframe.html voor een tael met waarden van α. α = 0,0005 K 1 komt overeen met de helling van de lnρ(t )-grafiek. Kijk ijvooreeld ook op: http://matse1.matse.illinois.edu/s/.html, waar je een meting kunt vinden. Volgens de formule die Exel levert, geldt: lnρ(0) = 10,13 ρ(0) = 4,0 10 5 Ωm 5 10 4 K 1 4,0 10 5 Ωm

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 9 van 13 14 a Met de 0 erij maakt Exel geen logshaalverdeling (tereht!); dus (0,0) niet meenemen ij tekenen van grafiek! De I = 0,400 A ij U = 6,0 V is een gekke waarde. Meetfout of tikfout? We heen deze oördinaat niet meegenomen ij het tekenen van grafiek. U (V) I (A) 0 0 0,5 0,14 1,0 0,18 2,0 0,26 3,0 0,33 4,0 0,40 5,0 0,45 6,0 0,400

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 10 van 13 I = k U a logi = logk + a logu a is de r van de trendlijn. Geruik de punten (9,0 V; 0,60 A) en (0,3 V; 0,10 A) a = {log 0,6 log 0,1} /{log 9 log 0,3} = 0,53 15 - p. 111: y = a x logy = loga + x log Dat komt wiskundig neer op: Y = A + x B De Y(x)-grafiek is een rehte lijn ij met B = log als helling. 0,53 p. 112: y = a x logy = loga + logx Dat komt wiskundig neer op: Y = A + X De Y(X)-grafiek is een rehte lijn ij met als helling. Als de assen dezelfde shaal heen, geldt: tan=. 16 a 4T = 5 ms T = 1,25 10 3 s f = 800 Hz 800 Hz Iedere 1 ms wordt een monster genomen; f = 1 khz. 1 khz De periode van de rode sinus is 5,0 ms f s = 1/0,0050 = 200 Hz. Bonusvraag: is het toeval dat f s = f f? d De emonsteringsfrequentie is veel te laag. e f = 2 khz Aan de regel is dus voldaan. 17 a AM: amplitudemodulatie FM: frequentiemodulatie BIj FM zijn de zijanden het grootst. 1 Ja. 2 Nee. 18 a1 Tael 19B: VHF a2 8 2,997925 10 λ = = = 1,91316 m f 8 1, 56700 10 Het is de frequentie van de draaggolf. De frequentie van de audiogolf is maximaal 10 khz. Bij FM wordt de frequentie niet eïnvloed door onweer, ij AM de amplitude wel. 19 a rust ΣF = 0 N F w = 10 N 10 N onstante vaart ΣF = 0 N F w = 10 N 10 N Om te versnellen is 6 N nodig. Kennelijk wordt er 4 N geruikt om de weerstandskraht te overwinnen. 20 a F w = µ F n en F n = m g µ heeft dezelfde waarde en g is 6 zo klein F w is 6 zo klein. ½mv 2 F w x rem = 0 Bij dezelfde eginsnelheid is x rem dus 6 zo groot. ½m 6,0 2 = 0,2 m 1,62 x rem x rem = 56 m 56 m Met veel water ondervind je een weerstandskraht die het effet van het smeren teniet doet. 21 a In zaht ijs zakt de shaats teveel weg. Sprinters heen overigens graag iets zahter ijs omdat ze meer afzetten dan glijden. 1,91316 m Hij zal voor de laagste µ kiezen, dus voor 7,5 C. 7,5 C 22 a Bij 260 s zie je een sherpe knik in de grafiek. De snelheid is daarna veel kleiner. 4 N

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 11 van 13 23-3 24 10 1 v = = 910 m/s 270 Eigenlijk moet je hier het woord vaart geruiken want v is hier negatief. Die 100 m/s uit de opgave moet meer gelezen worden als 1 10 2 m/s vandaar dat we nu afronden op 9 10 1 m/s. F w,l = ½ρ w Av 2 en F w,l = mg Alles invullen leidt tot: w = 2,75.. 10 2 = 3 10 2 Controleren van de eenheid: kg m s 2 = kg m 3 m 2 m 2 s 2 [ w ] w heeft geen eenheid. 3 10 2 F w,max = F 1 = mg sinα* F n = F 2 = mg osα* µ = F w,max /F n µ = tanα* 24 a Eigenlijk hoort deze formule niet ij de stof voor het CE. Je het de soortelijke warmte van water nodig, tael 11: = 4,18 10 3 Jkg 1 K 1. Bekijk de eenheid goed en leg dan aan je uurman/vrouw uit dat dit de goede formule moet zijn: Q = m T ; hierin is Q de warmte in joule. m = ρ V ρ = 0,9982 kg/l m = 0,9982 2,000 = 1,996 kg Q = 4,18 10 3 1,996 0,38 = 3,17.. 10 3 J Dit is de oprengst van 1,5 g appel. 100 3 5 De voedingswaarde van 100 g appel is: 3,17 10 2,1 10 J 1, 5 = In de nieuwste Binas is de tael met de voedingswaarden niet meer opgenomen. In een oude versie vind je voor 100 g appel 211 kj. Je kunt ook op www.voedingswaardetael.nl kijken. Voor 110 g appel vind je daar 292 kj. 25 a De kilowatt is geen eenheid voor energie. De zin is verder niet te vereteren, want je weet niet hoe lang de geiser aanstaat. 2,1 kj P lamp > 30 10 3 /600 = 50 W 50 W d Zie de opmerking ij opgave 24a. Water heeft een zeer grote soortelijke warmte. Dat etekent dat het veel energie kost om water op te warmen. Je het die 93% niet nodig, want die zit al verwerkt in die 30 kw. E = 30 10 3 10 60 = 1,8 10 7 J De stookwaarde van (Gronings) aardgas is 32 10 6 J/m 3. 7 1, 8 10 3 2 3 V = = 0,56 m = 5,6 10 dm 6 32 10 5,6 10 2 dm 3

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 12 van 13 Toets 1 Een aquarium a Demi-water evat (vrijwel) geen ionen en geleidt dus nauwelijks. Brak water evat wel zouten en heeft dus een grotere σ. 1 σ = 590 1,044 = 616 µs/m 616 µs/m 2 616 µs/m is te hoog. Je moet dus wat drinkwater toevoegen. 2 De Hindenurg a Helium is onrandaar maar heeft een iets grotere dihtheid. V = 0,96 x 2,0 10 8 = 1,6 10 8 x log0,96 = log0,8 x = 5,46 aantal dagen = 5 5,46.. = 27,3.. = 27 dagen 27 Je moet het punt (0 min; 2800 µs) weglaten, want anders kan Exel geen trendlijn maken. Bij de logaritmishe grafiek is dat niet nodig. aflezen: na 11 min is G < 500 µs. d onentratie = 0,85 x 2800 = 500 x log0,85 = log0,178.. x = 10,60 Het is dus verstandig om het verdunnen 11 min vol te houden. 11 min e D = 41 m A = 1320 m 2 ρ = 1,293 kg/m 3 (tael 12) F w,l = ½ρ w Av 2 4,1 10 4 = ½ 1,293 1320 31 2 w w = 5,0 10 2 5,0 10 2

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 13 van 13 3 Wrijvingsoëffiiënt a F w ~ F n ~ m dus F w ~ E k De remweg lijft dus even lang. 1 F w x rem = ½mv 2 F w wordt 2 zo klein, de remweg wordt dus 2 zo groot. 2 2 v a rem t rem = 0 a rem wordt 2 zo klein, de remtijd wordt ook 2 zo groot. 2 F n ~ 8 ollen F w ~ 4 ollen µ = 0,5 0,5