KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS. Deeltijdse opleiding Tweede jaar STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR 2013-2014

Vergelijkbare documenten
Instroombeleid banaba s lerarenopleiding. BNB zorgverbreding & remediërend leren BNB buitengewoon onderwijs

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN. Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

Bijlage 1/5 Competentiematrix

STUDIEGIDSS. Campus Markgrave Antwerpen

banaba-opleidingen BuO en Zorg, postgraduaat ICO

Home. Een verhaal uit de praktijk. Ludo Vandael KdG visie en beleid:

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL DEPARTEMENT LERARENOPLEIDING VOORTRAJECT DIDACTIEK BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN STUDIEGIDS

G.V.Basisschool Hamont-Lo

elk kind een plaats... 1

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Kortrijk

Gids voor de praktijkschool (GPS) schoolversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en

BACHELOR NA BACHELOR IN HET ONDERWIJS BRUGGE

zorgvisie Heilige familie Lagere school

Competentiematrix. Bachelor na bachelor. Buitengewoon onderwijs

BaCHeLor Na BaCHeLor in HeT onderwijs BUiTeNgeWooN onderwijs

Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs!

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Tielt

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

De specifieke lerarenopleiding

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Functiebeschrijving mentor

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Mentorenvorming D1. Sessie 2. Elisa Vandenbussche

1. Onze visie op zorg

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

Visie op het basisaanbod

Infobrochure SLO SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING

Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Ontwikkelingsgericht werken

Een leerling heeft niet langer een probleem, wel een oplossing Een eerste kennismaking voor CLB-medewerkers en leerlingenbegeleiders

Overzicht van de trajecten

Indeling hoger onderwijs

GEBOEID DOOR ZORG? Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk Hemelrijk 25, 3500 Hasselt T F

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

1. Functionele gehelen

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

VLAAMSE THUISBEGELEIDINGSDIENSTEN AUTISME. Floor Tempelaere Pedagogisch begeleider in het project rond competentieontwikkeling Regio West-Vlaanderen

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Competentiegroeiverslag

Didactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

Zorgvuldig communiceren: het belang van een samenwerkingsmodel Dr. Inge Van Trimpont

Succesindicator: Schoolbeleid en schoolleiderschap

VSLW Themaprofielen. Thema s. Omgaan met verschillen, Pesten, Opbrengstgericht werken en Ouderbetrokkenheid

T E N D R I E S PEDAGOGISCH PROJECT

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Klaar voor redelijke aanpassingen

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

Mentor als medeopleider Verdieping Sessie 2 13/12/2016

Zorgbeleid in het Groene Lilare

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Vrije Kleuterschool De Link Patronaatstraat 28 Jan Verbertlei Edegem

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

BuSO GON-BEGELEIDING VANUIT BUSO TEN DRIES LANDEGEM ALGEMENE LEIDRAAD

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

1. Zorgvisie: elk kind telt op t Veld.

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie.

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC-NVK Sint-Niklaas

Leerlinggericht: De GON-begeleider:

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221)

stevige stam is de boom waardeloos.

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Zorg op school binnen een nieuw leerzorgkader. Prof. Dr. Pol Ghesquière. Gezins- en Orthopedagogiek. Leerzorgkader. één kader voor zorg in onderwijs

GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders

20 oktober 2010 School of Education. Handelingsgericht. Samen Werken in BuSO

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

FUNCTIEBESCHRIJVING Onderwijzend personeel LERAAR ASV (OV1 OV2 OV3) Buitengewoon Secundair Onderwijs

Uitdagingen voor de professionalisering en de loopbaan van leerkrachten. Geert Devos.

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Specifieke lerarenopleiding economie

Transcriptie:

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS Deeltijdse opleiding Tweede jaar STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR 2013-2014 Campus Markgrave Van Schoonbekestraat 143 2018 Antwerpen

DEEL 1 1. Inleiding 2. Onze krachtlijnen 3. De competenties als uitgangspunt 4. Opleidingsonderdelen 5. Keuzetrajecten 6. Toelichting bij alternatief keuzetraject, incl internationalisering 7. Werkervaring /stage tijdens de opleiding 8. Aanwezigheden 9. Evaluatie 10. KdG-mail, blackboard, roosters en e-studentservice 11. Coördinatie, ondersteuners en begeleiders van de opleiding 12. Toelichting bij de opbouw van de studiegids Bijlage 1: Competentiematrix Bijlage 2: Internationaliseringscompetenties in het curriculum DEEL 2 Eigenlijke studiegids

1. INLEIDING Welkom in de opleiding BaBO II aan KdG-Hogeschool. BaBo II staat voor Bachelor na Bachelor Buitengewoon Onderwijs, deeltijdse opleiding twee jaar. Deze opleiding kan je ook voltijds volgen of spreiden over maximaal vijf jaar. We vormen mensen opdat ze kinderen of jongeren met specifieke noden en mogelijkheden zouden (leren) liefhebben. Dit (leren) liefhebben vormt immers de fun of het fun -dament van onze opleiding. Samen met een adviserende stuurgroep, de lesgevers, de scholen en de studenten proberen we die opdracht vorm én inhoud te geven in een buitengewoon en zorgverbredend opleidingsprogramma. De professionele ontwikkeling van de leerkracht en de ontwikkeling van het team en de school tot een boeiend leer- en leefklimaat staan daarbij centraal. De uitwerking ervan vind je verder in deze studiegids. Onze visie mikt tijdens het hele traject op de persoonlijke ontwikkeling van elke mens. Zo spreken we niet langer over kinderen en jongeren met een handicap, maar hebben we het over kinderen en jongeren met specifieke noden én mogelijkheden. Als gewone medemensen dragen ook zij betekenisvol aan onze samenleving bij. Wij vinden dan ook dat deze kinderen en jongeren, waar ze zich nu ook bevinden, in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs, kwaliteitsvolle aandacht en vorming verdienen. Dat maakt onze opleiding in de ware zin van het woord inclusief. Om dit mogelijk te maken, willen wij alle leerkrachten uitnodigen, vormen en stimuleren opdat ze de groei in henzelf ook bij hun leerlingen zouden helpen realiseren. Binnen de opleidingsonderdelen professioneel ontwikkelingsplan en communicatie wordt daar zelfs expliciet aandacht aan besteed. Wij hopen uiteindelijk dat leerkrachten, maar ook andere onderwijsmedewerkers, door diepgaande én geduldige processen van onderwijzen en opvoeden, hun vele talenten mogen helpen zichtbaar maken. Het studiecontract van de hogeschool bestaat uit 2 elementen die online ter beschikking zijn: - het Hogeschool Onderwijs en Examenreglement (HOE) - de Studiegids per opleiding In deze studiegids proberen we je wegwijs te maken doorheen de opleiding. Hierin vind je informatie over je opleidingsprogramma en toelichting bij de verschillende evaluatievormen. We wensen je heel veel succes! Het BaBO/ZO-team

2. ONZE KRACHTLIJNEN Met onze opleidingen willen wij: - een gespecialiseerde opleiding bieden aan volwassenen - die bijdragen tot een deskundige en toekomstgerichte pedagogisch didactische vorming en begeleiding - van kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het buitengewoon en gewoon onderwijs - en dit in samenwerking met alle betrokken partijen. Een gespecialiseerde opleiding aan volwassenen Het leerproces van deze opleiding is vrij specifiek. Het gaat om een opleiding voor mensen die reeds een professionele bachelor of een academische master op zak hebben, en/of instappen met een brede beroepservaring. Daarom is de opleiding gebaseerd op de principes van de volwassenvorming. Wij wensen leerkrachten op te leiden tot personen die zelfstandig problemen kunnen oplossen in hun praktijk/werksituatie. Een leerproces kan immers niet anders zijn dan een constructieve ontmoeting tussen theorie en praktijk, met wederzijds respect en waardering. Wij verwachten de bereidheid om praktische ervaringen en problemen uit de praktijk/werksituatie in te brengen en uit te wisselen, om van elkaar te leren. Volwassenen leren op een eigen specifieke wijze. Wij willen met onze opleiding tegemoet te komen aan deze verwachtingen van onze leraar/studenten. De opleidingsdoelstellingen kaderen dan ook in een onderwijsvisie aangepast aan de lerende volwassene: 1. Begeleidingsmodel 2. Duale visie op leren: theorie en praktijk staan in een voortdurende wisselwerking 3. Delen van expertise: dit verwijst zowel naar het netwerk van lesgevers (specialisten en ervaringsdeskundigen) als naar de verplichte aanwezigheid van de studenten in de lessen 4. Zelfstandigheid en zelfsturing: dit geldt zowel voor de samenstelling van het keuzetraject, de keuze in het werkplekleren als voor de verwerking van bepaalde opleidingsonderdelen. Deskundige en toekomstgerichte pedagogische didactische vorming en begeleiding De bedoeling van de opleiding is dat de student in de praktijk kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden pedagogische en didactische ondersteuning kan bieden. De specialisten die deze kennis en vaardigheden bezitten, zijn enerzijds de praktijkmensen die dagelijks met deze kinderen/jongeren werken en anderzijds experten die zeer betrokken zijn op de praktijk vanuit hun specifieke deskundigheid, al dan niet in een schoolcontext. Zo maakt de student kennis met de knowhow die in het werkveld ontwikkeld is en willen we een samenwerking bevorderen tussen alle actoren die bij het onderwijsgebeuren betrokken zijn. Uitwisselingen met het buitenland maken het mogelijk dat docenten én studenten hun visie en hun praktijk kunnen toetsen aan internationale ontwikkelingen. Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het gewoon of buitengewoon onderwijs Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden worden in Vlaanderen in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs begeleid. Wij streven ernaar de opleiding vanuit het kind of jongere te bekijken, waar of in welke onderwijscontext hij zich ook bevindt. De leraar buitengewoon onderwijs, de klasleraar, de GONbegeleider, de zorgcoördinator, de interne zorgbegeleider, werken in hoofdzaak met dezelfde problematiek. Daarom vinden we het noodzakelijk dat leraren vanuit verschillende achtergronden met elkaar ervaringen uitwisselen en zo een eigen visie uitbouwen. Deze visie moet zowel uitgaan van de behoeften als van de begaafdheden van het kind en de jongere. Op die manier wensen wij bij te dragen aan de uitbouw van meer inclusief onderwijs. In samenwerking met de betrokken partijen Omwille van de maatschappelijke evolutie in de school- en onderwijscultuur, waar dialoog en overleg meer en meer centraal komen te staan, en omwille van de toenemende (wetenschappelijke) kennis, zijn communicatie en samenwerking essentiële voorwaarden voor de optimale ondersteuning van kinderen en jongeren.

3. DE COMPETENTIES ALS UITGANGSPUNT De te verwerven competenties bestaan uit 5 functionele gehelen: De afgestudeerde student is in staat om: 1. planmatig te handelen ten aanzien van specifieke onderwijsbehoeften op individueel, groeps- en schoolniveau, in duurzame interactie met alle betrokkenen, en daarbij zorgvragen te formuleren en permanent bij te stellen met nadruk op observatie, assessment en handelingsgerichte diagnostiek; 2. positief en deskundig om te gaan met elke vorm van diversiteit door het onderwijsaanbod, de leerlijnen en de inhouden uit de diverse leerdomeinen functioneel af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen; 3. vanuit een gedeelde zorg constructief en emancipatorisch samen te werken met de leerlingen, de ouders / gezinnen en met alle betrokkenen in het team/de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften; 4. het proces van handelingsplanning te implementeren door collegiale consultatie, coaching van collega s, beleidsondersteuning en coördinatie op schoolniveau. 5. gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaringen via het cyclisch proces en het eigen handelen dynamisch en creatief bij te sturen. In de bijlage vind je een competentiematrix waarin deze 5 functionele gehelen worden vertaald en geconcretiseerd. Op grond daarvan kan je de rode draad in jouw opleiding, je persoonlijk professionaliseringstraject verduidelijken, verhelderen, concretiseren en weergeven in je competentieportfolio. Om het diploma van Bachelor Buitengewoon Onderwijs of Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren te verwerven moet elke student de eindcompetenties op integratieniveau behalen. 4. OPLEIDINGSONDERDELEN Er zijn 2 soorten opleidingsonderdelen: een enkelvoudig opleidingsonderdeel (eolod) een samengesteld opleidingsonderdeel (solod), bestaande uit deelopleidingsonderdelen (dolod) waaraan aparte studiepunten toegekend worden. De student respecteert de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen, zoals beschreven in de studiegids. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden na overleg met de opleidingscoördinator. Bij de samenstelling van zijn persoonlijk deeltraject (PDT) / individueel deeltraject (IDT) is de student zelf verantwoordelijk voor de combinaties die hij kiest: de opleiding kan om organisatorische redenen het lessenrooster niet aanpassen aan individuele vragen. 5. KEUZETRAJECTEN Eén derde van de integrale opleiding (20 studiepunten) bestaat uit keuzetrajecten die de student zelf samenstelt uit een aanbod dat de opleiding heeft uitgewerkt. Elk keuzetraject vormt een samengesteld opleidingsonderdeel (solod), bestaande uit deelopleidingsonderdelen (dolod). In de samenstelling van het traject kunnen na 7 februari 2014 geen wijzigingen meer aangebracht worden. Als een student één of meerdere keuzevakken niet volgde, is hij, ook na deze datum, wel verplicht om voor die studiepunten een of meerdere andere keuzevakken te kiezen. Indien dit niet meer mogelijk is, krijgt hij bij gewettigde afwezigheid een vervangende inhaalopdracht in eerste zittijd. Bij ongewettigde afwezigheid, kan de opdracht pas in tweede zittijd worden ingediend. Hierdoor verschuift ook het bijhorend samengesteld opleidingsonderdeel «Keuzetraject» naar de tweede zittijd.

6. TOELICHTING BIJ ALTERNATIEF KEUZETRAJECT, INCL INTERNATIONALISERING Bij het opleidingsonderdeel keuzetraject heb je de mogelijkheid om een alternatief keuzetraject te kiezen. Dit betekent dat je ook elders cursussen mag volgen en laten meetellen in je leertraject en dit op voorwaarde dat: de cursus beantwoordt aan de doelstellingen van de opleiding en binnen jouw competentiekeuze ligt de cursus inhoudelijk niet overeenstemt met een cursus die in ons aanbod voorkomt de cursus gevolgd wordt in de periode dat je hier bent ingeschreven als student de cursus geen pedagogische studiedag is die wordt georganiseerd in jouw school tijdens je uren werkervaring je voordat de cursus aanvangt een gemotiveerde aanvraag indient bij de coördinator (motivatie op grond van jouw leertraject, van jouw te verwerven competenties) en dit ten laatste op 7 februari 2014. Het team bepaalt dan of een cursus al dan niet in aanmerking komt en bepaalt ook het aantal studiepunten je (of anderen) de cursus betaalt je na het volgen van de cursus een attest van deelname bezorgt aan het secretariaat waarin je deelname aan de cursus wordt bevestigd. Zonder dit attest is je alternatief keuzetraject niet ontvankelijk voor evaluatie, zelfs al kreeg je de toestemming om dit te volgen en werd dit reeds ingebracht. Dit attest moet ten laaste op 15 mei 2014 ingediend zijn. Zoniet wordt een vervangopdracht gegeven en verschuift het bijhorend samengesteld opleidingsonderdeel naar tweede zittijd je de cursus verwerkt in je portfolio. Je kan binnen dit alternatief keuzetraject ook voor een internationaal programma opteren, voor een maximum aan 20 studiepunten. Dit programma kan bestaan uit: Mobiliteitsactiviteiten - buitenlandse studiereizen - beperkte individuele studentenmobiliteit, o.m. deelnemen aan intensieve programma s, bilaterale projecten, korte stages, - internationale mobiliteitsprogramma s o.m.: o het LLP- / Erasmus-programma voor een buitenlandse studie- of stageperiode o het Erasmus-Belgica-programma voor studie of stage in één van de Belgische gemeenschappen o het Comenius- en Grundtvig-prgramma voor een buitenlandse stage als Comenius- of grundtvigassistent voor toekomstige leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs o Het VLIR- / UOS-reisbeurzenprogramma voor een stage of een project in een ontwikkelingsland (concretisering in studiegids) o Internationale stage buiten mobiliteitsprogramma s Activiteiten met internationale dimensie voor niet-mobiele studenten: - transnationale projecten - module(onderdelen) gegeven door buitenlandse gastdocenten - volgen van specifieke (keuze)vakken met een internationale dimensie De aanvraag en de toestemming voor een buitenlandse stage (Europees of niet-europees) gebeurt in het departement volgens de afgesproken deadlines en procedures. Toelichting bij deze projecten vind je in de Handleiding internationalisering op blackboard.

7. WERKERVARING/STAGE TIJDENS DE OPLEIDING Voorwaarde tot deelname aan de opleiding, is dat de student praktijkervaring opdoet in onderwijscontext en dat gedurende de periode dat hij de opleiding volgt. De student doet 2 dagdelen per week werkervaring in de vorm van officiële tewerkstelling of stage. De student mag werkervaring opdoen in een school voor buitengewoon onderwijs of in een school waar expliciet voor inclusief onderwijs gekozen is vanuit het pedagogisch project. Hij werkt dan in die school met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden.ook werkervaring als GON-leerkracht of in het buitenland is mogelijk. Tijdens deze werkervaring participeert de student actief aan heel het klas- en schoolgebeuren.dit betekent dat hij al de aspecten van de zorg verkent, lesgeeft, teamveraderingen, klassenraden en ander overleg of activiteiten bijwoont en zich engageert voor speelplaatsbegeleiding en andere taken die men in de school van de leerkrachten verwacht. Per week werkt hij 2 dagdelen. Een dagdeel is een voormiddag, een namiddag of een avond van 3,5 uren. In totaal doet men dan per week 7 uren werkervaring. Men mag ook dagdelen clusteren: vb. een hele donderdag werken. Indien de student stage loopt, kiest hij voor 2 verschillende stageplaatsen in de opeenvolgende jaren van de opleiding. Een stage loopt steeds van de eerste week van oktober tot de laatste week van de maand mei. De student mag tijdens zijn opleiding ook officieel werken. In dat geval geeft hij een attest hiervan voor 1 oktober 2013 aan de opleidingsondersteuner. Voor verdere informatie in verband met de werkervaring in de vorm van stage verwijzen we naar het Vademecum werkervaring. Hier vind je ook hoe je gemiste stagedagen kan inhalen. 8. AANWEZIGHEDEN Voor het verwerven van de theoretische inzichten en praktische vaardigheden is de regelmatige aanwezigheid van de student in de lessen vereist. De opleiding wil ook zoveel mogelijk praktisch zijn, wat impliceert dat de student aan de gevarieerde activiteiten, dikwijls in groepsverband (discussie, voorbereiding, opdrachten, ) deelneemt. Om dit alles vlot en zinvol te kunnen organiseren, is het noodzakelijk dat de student regelmatig aanwezig is in de lessen. Aanwezigheid in de lessen is dan ook een voorwaarde om te kunnen slagen voor een opleidingsonderdeel. Indien je niet aanwezig kan zijn op een geplande cursus dien je zo snel mogelijk het onthaal te verwittigen en breng je een gewettigd attest binnen. Voor de gemeenschappelijke vakken neem je bovendien contact op met de lesgever om na te gaan hoe je deze gemiste lessen kan inhalen. Indien de cursus op verplaatsing wordt georganiseerd, dien je ook de school/organisatie te verwittigen van je afwezigheid. Bij langdurige afwezigheid (langer dan 3 weken) neemt de student contact op met de ombuds om afspraken te maken met betrekking tot (aanpassing van) het studieprogramma.

9. EVALUATIE Een statuut van examenstudent is niet mogelijk in deze opleiding. De evaluatie van de opleidingsonderdelen gebeurt aan de hand van opdrachten. Deze staan omschreven in de Evaluatiewijzer. De student is verantwoordelijk voor het indienen van zijn schriftelijke opdrachten. De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel/de onderwijsactiviteit geeft hieromtrent sluitende instructies. We verwachten dat taken tijdig worden ingediend. Bij het niet afgeven van de taak op de indiendatum, krijgt de student een nul. Bij overmacht richt de student zich tot de ombuds die, in overleg met de lector, een alternatieve indiendatum kan bepalen. Als een opdracht op zich een deelopleidingsonderdeel van een samengesteld opleidingsonderdeel vormt, wordt deze geïnterpreteerd als een examen en wordt de regelgeving van het examen toegepast. Als een student op een deelopleidingsonderdeel van een samengesteld opleidingsonderdeel minder dan een 6/20 behaalt, dan krijgt hij op het niveau van het samengesteld opleidingsonderdeel niet geslaagd. Er is wel overdracht van cijfers naar de 2de zittijd en het volgende academiejaar voor deelopleidingsonderdelen waarvoor de student 10 of meer op 20 behaalt. De stage is niet herhaalbaar binnen hetzelfde academiejaar. Het volledig afronden van de stage en het aantonen hiervan, is een voorwaarde om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel Professioneel ontwikkelingsplan. Voor het opleidingsonderdeel Professioneel ontwikkelingsplan, moet de student steeds 10/20 halen, dit is m.a.w. niet delibereerbaar. 10. KDG-MAIL, BLACKBOARD, ROOSTERS en E-STUDENTSERVICE Het is verplicht om regelmatig je KdG-mail en blackboard te raadplegen. Op blackboard http://bb.kdg.be wordt via de mededelingen belangrijke informatie weergegeven zoals wijzigingen, annulatie (door ziekte lesgever bv), data voor afspraken, Op blackboard vind je ook de Evaluatiewijzer, informatie omtrent internationaliseringen en het Hoe. Het is ook langs deze weg dat lesgevers hun cursussen, interessante achtergrondinformatie, of een voorbereidingstaak opgeven. Het is dus een belangrijk communicatie-instrument dat je tijdens lesweken regelmatig moet raadplegen. Je lessenrooster kan je raadplegen via http://roosters.kdg.be in de loop van de eerste week van september. Op http://e-studentservice.kdg.be kan je terecht voor je persoonlijke gegevens, je inschrijvingsprogramma, - attesten, en later ook voorlopige punten en definitief rapport. Je vindt hier ook onder mijn actueel studiecontract de grensdatum van elk opleidingsonderdeel. Dit is de datum waarop je ten laatste kan uitschrijven voor dat opleidingsonderdeel.

11. COORDINATIE, ONDERSTEUNERS EN BEGLEIDERS VAN DE OPLEIDING Het team (lokaal 3V17) De inhoudelijke planning en organisatie van het vormingspakket wordt opgemaakt door het team. De studenten kunnen bij hen steeds terecht met suggesties en /of vragen in verband met de opleiding. Leen Stoffels opleidingscoördinator leen.stoffels@kdg.be 03 613 14 60 0477 72 99 15 Griet Van Balen verantwoordelijke internationalisering stagecoördinatie griet.vanbalen@kdg.be 03 613 14 60 Heidi Lagast studieloopbaancoördinator heidi.lagast@kdg.be 0475 33 79 58 Opleidingsondersteuners Griet Van Dun 03/ 613 14 25 griet.vandun@kdg.be Tamara Deroover 03/ 613 14 39 tamara.deroover@kdg.be Onhaalmedewerker Ombuds (lokaal 2M02) 03/ 613 15 00 Laura Claes 03/613 15 21 laura.claes@kdg.be Mentorschap in geval van stage In de school waar je werkervaring doet, is een mentor aanwezig voor aanvangsbegeleiding. Hij is de persoon waarbij je steeds terecht kan met taak- of persoonsgerichte vragen. Deze mentor is niet noodzakelijk de klasleerkracht bij wie je werkt. Leertrajectbegeleider Tijdens je opleiding krijg je een leertrajectbegeleider toegewezen. Hij is de persoon die je begeleidt tijdens je leerproces. Hij geeft de POP-sessies en en evalueert je portfolio. Je kan bij je leertrajectbegeleider ook altijd terecht met vragen, suggesties en/of problemen.

12.TOELICHTING BIJ DE OPBOUW VAN DE STUDIEGIDS In deze studiegids vind je al de nodige informatie over de opleidingsonderdelen. Per opleidingsonderdeel vind je: - of het een enkelvoudig of samengesteld onderdeel is - het aantal studiepunten (SP) dat het opleidingsonderdeel telt. 1 SP (studiepunt) staat voor 25 uur studielast. De studielast is het aantal uren dat je in normale omstandigheden in de loop van het academiejaar moet werken om voor dat opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Het gaat daarbij niet alleen om de contacturen, maar ook om je stage-uren, de uren die je thuis werkt voor je opleiding, de tijd nodig voor taken, groepswerk, - de wegingscoëfficiënt die aangeeft voor welk aandeel het opleidingsonderdeel in rekening wordt gebracht - in welke periode het opleidingsonderdeel loopt Verder wordt voor elk opleidingsonderdeel aangegeven : - de begin- of toelatingsvoorwaarde - wat de doelstellingen zijn - de inhoud - hoe en wanneer geëvalueerd wordt, ook voor de tweede zitperiode - de studiematerialen - de (kern)competenties die je via dit opleidingsonderdeel kan verwerven. De omschrijving van de competenties waarnaar wordt verwezen, vind je in bijlage. Deze zijn de rode draad van de opleiding.

BIJLAGE 1 Competentiematrix Buitengewoon onderwijs 1. Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 1.1. Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingen Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare leerlingen Geloof tonen in de mogelijkheden tot ontwikkeling van iedere leerling, hoe beperkt of verstoord de ontwikkeling ook mag zijn Verdedigen van het recht op persoonlijke ontwikkeling en de ontplooiingskansen van ieder kind Actief op zoek gaan naar ontwikkelingsmogelijkheden via observatie, interactie en via gebruik van beschikbare hulpmiddelen Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren Zich actief inzetten tegen elke vorm van achterstelling van elke leerling Getuigen van een doordacht en volgehouden engagement t.a.v. elke leerling in alle omstandigheden 1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn noden Signalen zien van problemen bij leerlingen Herkennen en benoemen van signalen van leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij de leerling Actief op zoek gaan naar informatie om zich een totaalbeeld te kunnen vormen van een leerling met een specifieke ondersteuningsvraag Leerlingen kritisch en gedetailleerd observeren over een langere periode De observaties correct interpreteren vanuit meerdere referentiekaders in overleg met het team Beluisteren van het beeld dat CLB, collega s en ouders geven van een leerling met speciale noden Bevragen van collega s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen Kennis bezitten van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen Gebruik maken van diagnostische gegevens, observaties en informatie uit de brede context (schoolloopbaan, gezin, ruime omgeving) Gebruik maken van kennis van specifieke ondersteuningsvragen als duiding en als achtergrondinformatie Een uitgebreider en geïntegreerde beeldvorming van de leerling weergeven op basis van observaties in de dagelijkse schoolcontext en nieuwe informatie uit de omgeving

In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving Selecteren van de meest relevante gegevens als basis voor een voorlopige beeldvorming van de leerling Een hypothese kunnen formuleren omtrent de oorzaken en de aard van grote leer-, gedrags- of ontwikkelingsverschillen bij individuele leerlingen, rekening houdend met alle beschikbare gegevens Uit de beeldvorming verschillende mogelijke ondersteuningsvragen afleiden en beoordelen vanuit verschillende referentiekaders De ondersteuningsvraag steeds verder verfijnen, rekening houdend met het kind in zijn context, incl. beperkende en beschermende factoren Een essentiële ondersteuningsvraag afleiden uit de beeldvorming 1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale noden Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen Op basis van de ondersteuningsvraag relevante doelen selecteren uit ondermeer de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief van de leerling en met de gegeven context Vanuit de geselecteerde doelen prioritaire doelen koppelen aan de ondersteuningsvraag, op individueel en op groepsniveau Steeds creatief op zoek gaan naar nieuwe stappen, hoe klein ook, in de ontwikkeling die de toekomstkansen zinvol verruimen Het ondersteuningsplan dynamisch en creatief bijsturen 1.4. Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg De verschillende fasen uit het proces van handelingsplanning kennen en hanteren met een voortdurende bijsturing en verfijning van elk van de stappen (beeldvorming, prioritaire doelen bepalen, uitvoering en evaluatie). Heldere en inzichtelijke afspraken maken met meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van de leerling Op systematische wijze de afspraken uitvoeren en evalueren Erop toezien dat afspraken die rond een leerling gemaakt werden in het team worden nageleefd binnen een

Op klassenraden en bij informeel overleg een correcte en gepaste formulering weergeven van de specifieke onderwijsnoden, de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen en de afspraken rond de aanpak en de opvolging hiervan redelijke termijn Met het oog op een lange termijn planning afspraken evalueren en bijsturen De voorbereiding van een leerlingbespreking op zich nemen Het planmatig werken verantwoorden in een dossier, dat de beeldvorming, de doelen, de aanpak en de opvolging weergeeft Het verslag van een leerlingbespreking schrijven De functie van gespreksleider opnemen in een multidisciplinair overleg (MDO) of klassenraad Toezien op de coherentie en continuïteit van het handelingsplan

2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 2.1. Waarderen van de diversiteit in de klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van iedere leerling Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten Een leerbevorderende, responsieve onderwijs- en begeleidingsstijl hanteren t.a.v. individuele leerlingen Model staan voor onderwijs- en begeleidingsstijlen die de diversiteit van leerlingen benutten bv coteaching Op zoek gaan naar het kind achter het label Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep De groepsdynamiek gebruiken en versterken als leerbevorderende factor voor alle leerlingen Coöperatief leren gevarieerd en doelgericht inzetten als middel tot interactie en samenwerking 2.2. Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de groep Herkennen van grote verschillen tussen kinderen Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen Een brede waaier aan differentiatievaardigheden hanteren en gevarieerd en doelgericht inzetten Soepel omgaan met differentiatiemaatregelen (incl. preteaching, tutoring...) Flexibel ondersteunen van de Klaspraktijk Vorming bieden over differentiatievromen, aanpassingen ed Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod Differentiëren in instructie en verwerking in functie van de noden van de leerlingen Moeilijk gedrag begrijpen in een gegeven context De eigen begeleidingsstijl aanpassen aan grote verschillen in gedrag Duidelijk en helder rapporteren en evalueren op een manier die recht doet aan het individuele leertraject van elke leerling Handleidingen maken in verband met de specifieke leertrajecten an leerlingen Tips verzamelen van collega s Nascholingsbeleid van de school onderzoeken in functie van het zorgaanbod en zorgbeleid en beter klasmanagement. Nascholingsbeleid helpen uitvoeren

2.3. Actief op zoek gaan naar hulpmiddelen en ondersteuning die de communicatie- en interactiemogelijkheden van de leerling bevorderen Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling Geen pestgedrag tolereren in de klasof schoolgroep Werk maken van verbondenheid in de klas Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden De communicatiemogelijkheden van de leerlingen kennen Actief op zoek gaan naar aangepaste communicatiemiddelen en ondersteuning voor leerlingen met communicatieve beperkingen Het eigen aandeel erkennen in het ontwikkelen van de communicatievaardigheid van de leerlingen Actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen de leerlingen en met bredere netwerken bevorderen Specifieke communicatiemiddelen kennen De communicatiemogelijkheden van de leerlingen uitbreiden via een doelgerichte en consequente aanpak Gebruik maken van een interactiestijl en beschikbare middelen die de communicatie bevorderen van leerlingen met communicatieve beperkingen 2.4. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod incl. de leerlijnen - op de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle leerdomeinen Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkheden van de leerling met speciale noden Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling De verschillende niveaus van planmatig handelen benoemen en gebruiken (individueel, groeps- en schoolniveau) Vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen selecteren voor het groepswerkplan De beschikbare leerlijnen kritisch benaderen, aanvullen en wijzigen Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep Blijvende op zoek gaan naar maximale participatiekansen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, in de huidige context en in de toekomst Individualiseren en aanpassen van het onderwijsaanbod, rekening houdend met het kind in zijn context

Leerlijnen aanpassen voor de individuele afstemming van het onderwijsaanbod Het geïndividualiseerd aanbod weer afstemmen op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie Leeftijdsadequaat handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Het eigen didactisch handelen ten aanzien van de individuele leerling en de groep creatief en dynamisch bijsturen

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 3.1. In de samenwerking model staan voor een toekomstgerichte en emancipatorische begeleiding Opkomen voor kwetsbare leerlingen Dromen en toekomstplannen beluisteren die ouders voor hun kinderen koesteren Bevragen van collega s naar procedures voor samenwerking Herkennen van problematische opvoedingssituaties Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden Erkennen en waarderen van het geloof dat ouders tonen in de mogelijkheden van hun kind Een positieve kijk hebben op de eigen inbreng van ouders en leerlingen In het schoolteam opkomen voor de mening van de ouders en de leerling Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling De kansen om ouders en leerlingen weerbaar te maken tegen achterstelling, zien en benutten Een brede kijk hebben op factoren kennen die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden Informatie kennen en ter beschikking stellen omtrent schooleigen procedures, netwerken en samenwerkingsverbanden rond het omgaan met problematische opvoedingssituaties Met het team actief naar hulp zoeken voor kinderen en gezinnen in een problematische opvoedingssituatie Actief op zoek gaan naar alle partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding op langere termijn 3.2 Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie Uitbouwen van informele contacten met alle ouders Ouders betrekken bij de klaswerking Toegankelijk maken van mondelinge en schriftelijke informatie Diversiteit van de ouders benutten Uitwisselen van ervaringen onder ouders (opvoedingsondersteuning)

3.3. Een duurzame en gelijkwaardige interactie voeren met alle betrokken partijen bij de begeleiding van leerlingen met speciale noden De betrokken partijen kennen Begrijpen van de kwetsbaarheid van ouders van leerlingen met speciale noden en hun nood aan overleg Doelgericht informele en formele contacten onderhouden met alle betrokken partijen 1 De principes van open communicatie kennen 2 Communicatievaardigheden bezitten die een constructieve samenwerking ondersteunen Op betrokken en actieve wijze de leerling, de ouders en het team bevragen met betrekking tot een wenselijke en mogelijke aanpak Met alle betrokken partijen een voortdurende dialoog aangaan rond de handelingsplanning en de dagelijkse begeleiding van de leerlingen De principes van open communicatie toepassen bij de meeste oudercontacten en contacten met andere partijen 3.4. Constructief samenwerken met het begeleidingsteam of met meerdere begeleidingsteams Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling Bereid zijn tot langdurige samenwerking Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden Initiatief nemen in de samenwerking met ouders van leerlingen met speciale noden Een netwerk van betrokken partijen opzoeken, uitnodigen of samenstellen, rekening houdend met betekenisvolle relaties voor de leerling Planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en de schoolomgeving In oudercontacten de behoeften van ouders en omgeving achterhalen en integreren in de aanpak Actief streven naar een transdisciplinaire aanpak in de samenwerking Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie Erkennen van ieders rol en bijdrage in het team Het gelijkgericht denken in een groep die handelt vanuit verschillende referentiekaders bevorderen Leerlingen, ouders en familie ruimte en tijd geven om constructief om te gaan met aanvaarding en verwerking van de functiebeperking 1 Zou naar startniveau moeten maar is voor jonge mensen niet evident 2 idem

De inbreng van de teamleden (paramedici, vakcollega s, ondersteuners en anderen) beluisteren en integreren in de afspraken en aanpak Een gesprek en een groep leiden bij overleg (klassenraden, multidisciplinair overleg, informele contacten)

4. Coach van collega s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 4.1. Ruime coachingvaardigheden ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen De kenmerken erkennen van een eigen schoolcultuur Conflicthantering bij verschillende meningen van de diverse betrokkenen Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en ervaringen van anderen Zelf openstaan voor en aanvaarden van collegiale ondersteuning De expertise van anderen erkennen De expertise van anderen integreren in het eigen functioneren Kennis hebben van meerdere referentiekaders rond de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Aansluiten bij de opvattingen, ervaringen, kennis en vaardigheden van de betrokken scholen, leerkrachten en andere partijen Bewust en kritisch kijken naar het eigen referentiekader omtrent de begeleiding van leerlingen met speciale noden In overleg zinvolle taken afspreken voor de leerling Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk Zicht hebben op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in een schoolteam Eigen expertise effectief inzetten en delen met collega s en teamleden Gepast inspelen op krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in meerdere schoolteams 4.2. Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisie Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwing en visieontwikkeling nastreven Initiatieven nemen in het vormgeven van aangepaste leerlijnen voor groepswerkplanning in het team Deelnemen aan werkgroepen die de visie van de school bevragen en bijsturen Initiatieven nemen in onderwijsvernieuwingsprojecten op school ten aanzien van leerlingen met speciale noden of diversiteit Een constructieve bijdrage leveren in het (her)formuleren van schoolvisie en onderwijsvernieuwingsprojecten Een constructieve bijdrage leveren in het vormgeven van schooleigen leerlijnen Een nascholingsplan vanuit de noden van het schoolteam uitstippelen In het team een wezenlijke bijdrage leveren tot het tot standkomen, bijsturen en actualiseren van het schoolwerkplan Met collega s in team werken aan schoolklimaat waarin verdraagzaamheid, communicatie, conflicthantering, openheid en respect tav diversiteit belangrijke waarden zijn

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen. Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over leerlingen met speciale noden, hun onderwijs, begeleiding en maatschappelijke positie in de actualiteit is Actief op zoek gaan naar actuele informatie over leerlingen met specifieke onderwijsnoden via literatuur en bijscholing Zich actief inzetten om de kennis over leerlingen met specifieke onderwijsnoden te verspreiden door deelname aan werkgroepen e.d. 5.2. Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. leerlingen bij wie het toekomstperspectief bedreigd is Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van leerlingen met speciale noden Voortdurend bevragen van het eigen handelen t.a.v. leerlingen met speciale noden via mentoring en intervisie Het eigen aandeel zien in het tot standkomen van moeilijk of positief gedrag van de leerlingen Handelen in voortdurend overleg, open voor tips en kritische bemerkingen van andere partijen Het eigen handelen bijsturen vanuit een reflectie over het eigen aandeel in het gedrag van leerlingen Bewust en kritisch kijken naar de eigen begeleidingsstijl.

BIJLAGE 2: Internationaliseringscompetenties in het curriculum 1. logisch redeneren waarin culturele aspecten en achtergronden worden meegenomen; 2. kunnen reflecteren op Vlaams / persoonlijk handelen, kennis, inhoud, werkwijze, vakgebied, plaats van vakgebied in internationale maatschappelijke context 3. inzicht hebben in internationale normen binnen het vakgebied en het professioneel handelen; 4. in staat zijn met internationale vakgenoten en niet-vakgenoten te communiceren over een eigen project/aspect van het vakgebied; 5. in staat zijn informatie uit een brede verzameling van internationale bronnen te vergaren, vergelijken en op waarde te kunnen schatten; 6. in staat zijn de culturele grondslagen van het vakgebied aan te geven en te interpreteren 7. in staat zijn om een brugfunctie te vervullen en te functioneren in een multidisciplinair internationaal team 8. in staat zijn in groepen met mensen uit verschillende culturen te werken 9. in staat zijn de manier/stijl van communicatie aan te passen aan de bestaande gebruiken in andere culturen (crossculturele communicatievaardigheden 10. in staat zijn met formele buitenlandse instellingen om te gaan; 11. in staat zijn in minimaal één andere dan de moedertaal te communiceren; 12. reflecteren op de verschillen en overeenkomsten tussen de eigen cultuur en een andere cultuur, in het bijzonder waar het communicatieverschillen betreft; 13. reflecteren op het eigen aanpassingsvermogen aan de context van een andere cultuur; 14. effectief kunnen functioneren in formele en informele situaties binnen een andere culturele of multiculturele context; 15. in staat zijn in een vreemde cultuur te werken en omgaan met cultuurverschillen; 16. in staat zijn zich te verplaatsen in een andere manier van denken en communiceren;

Studiegids Academiejaar 2013-14 Studiegebied Opleiding Traject Onderwijs Buitengewoon onderwijs BNB-BO 2 (Deeltijds modeltraject) Soort opleiding Diplomatitel Bacheloropleiding die volgt op een bacheloropleiding Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Toelatingsvoorwaarden -Rechtstreekse toegang vanuit volgende bacheloropleiding : Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs -Rechtstreeks toegang omwille van werksituatie : Alle personeelsleden van het buitengewoon onderwijs -Toegangsvoorwaarden vanuit andere bachelor- en masteropleidingen * Mits het succesvol voltooien van een voorbereidingsprogramma: elk ander diploma bachelor/master opleiding. Studenten die beschikken over bijkomend een GPB-getuigschrift of aggregaat kunnen hiervan vrijgesteld worden. Studieomvang Onderwijstaal 60 studiepunten (ECTS) Nederlands Begindatum 18-9-2013 Einddatum 17-9-2014 Vakantie Kerstvakantie van 23-12-2013 tot 5-1-2014 Paasvakantie van 7-4-2014 tot 20-4-2014 Zomervakantie van 1-7-2014 tot 31-8-2014 Aansluit- en vervolgopleidingen Pagina 1 van 189 - versie: 2013.6.23

Opleidingsprofiel De opleiding biedt: - een gespecialiseerde opleiding aan volwassenen - die bijdragen tot adequate orthopedagogische en orthodidactische begeleiding - van kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het (buitengewoon) onderwijs - in samenwerking met de betrokken partijen Competenties: 1. Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden. 2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen. 3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid. 4. Coach van collega's en coördinator van beleidsondersteundende maatregelen, bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau. 5. Zich zelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen. Pagina 2 van 189 - versie: 2013.6.23

Eindcompetenties Zie competentiematrix in bijlage. Pagina 3 van 189 - versie: 2013.6.23

Modeltrajecten Modeltraject Voltijds - deeltraject BNB-BO Modeltraject Deeltijds - deeltraject BNB-BO 1 - deeltraject BNB-BO 2 Pagina 4 van 189 - versie: 2013.6.23

Opleidingsprogramma BNB-BO 2 (Deeltijds modeltraject) studiepunten tijdsorganisatie BREED KIJKEN BO/VISIEOND BO/KWSYST Visie op onderwijs 3 Periode 3+4 Kwetsbare groepen en systeemdenken 4 Periode 2+3 GERICHT HANDELEN BO/DENK Denkontwikkelend onderwijs 3 Periode 2 of Periode 3 PROFESSIONEEL GROEIEN BO/PG Professioneel Groeien 3 Periode 1+2+3 BO/PG- ROLGON BO/PG- BELEIDVERM - De rol van de GON-begeleider 1 Periode 1 - Beleidsvoerend vermogen 2 Periode 3 of Periode 2 BO/POP2 Professioneel ontwikkelingsplan 2 4 Academiejaar BO/COMM2 Communicatie Deel 2 4 Periode 1+2 of Periode 1+2+3 KEUZETRAJECTEN Keuzetraject Deel 2 9 Academiejaar BO/KEUZE2-2DETAAL BO/KEUZE2-COMBEP BO/KEUZE2-ADHD BO/KEUZE2-ASSINI BO/KEUZE2-ASSCOMM BO/KEUZE2- ASSGEDRAG BO/KEUZE2- ASSPSYCHOINI BO/KEUZE2- ASSPSYCHOVERD BO/KEUZE2- BASSIMSNOEZ BO/KEUZE2- COACHPRAKT BO/KEUZE2-COMPHULP - 2de taalverwerving binnen een goed taalbeleid 1 Periode 4 - Aangepast computergebruik voor kinderen met een beperking 1 Periode 4 - ADHD: een stand van zaken 1 Periode 3 - Autismespectrumstoornis (ASS); initiatie 2 Periode 3+4 - ASS; Communicatie 1 Periode 4 - ASS; Gedragsproblemen 1 Periode 4 - ASS, Psychoeducatie en zelfbeeld: do's & don'ts 1 Periode 4 - ASS; Psychoeducatie en zelfbeeld: verdieping 1 Periode 4 - Basale stimulatie; snoezelen 1 Periode 3 - Coachen van collega's in de praktijk 4 Periode 2+3 - Compenserende hulpmiddelen voor leerlingen met leerstoornissen 1 Periode 3 Pagina 5 van 189 - versie: 2013.6.23

BO/KEUZE2-CREACENT BO/KEUZE2-CPESTEN BO/KEUZE2-DCD BO/KEUZE2- BREDESCHOOL BO/KEUZE2-DIDWVBO BO/KEUZE2-DIDWVSO BO/KEUZE2- DOODVERLIES BO/KEUZE2- DRAMAZONDER BO/KEUZE2- GESPKINDINTRO BO/KEUZE2- GESPKINDVERD BO/KEUZE2- GODBEPASS BO/KEUZE2-HECHT BO/KEUZE2- HERSENGNKLEUR BO/KEUZE2-HIPPOTH BO/KEUZE2-HOOGBEG BO/KEUZE2-INTINC BO/KEUZE2-ICCPRAKT BO/KEUZE2-KANSARM BO/KEUZE2-KJGEDRAG BO/KEUZE2-T7INI BO/KEUZE2-T4 BO/KEUZE2-T2 BO/KEUZE2-T6 BO/KEUZE2-VISBEP BO/KEUZE2-LEREN BO/KEUZE2-MUZSV BO/KEUZE2-NAH - Creacentreren 1 Periode 4 - Cyberpesten 1 Periode 4 - DCD 1 Periode 3 - De brede school 1 Periode 3 - Didactische werkvormen in het basisonderwijs 2 Periode 2 - Didactische werkvormen in het secundair onderwijs 1 Periode 2 - Doodgraag; omgaan met verlies 1 Periode 4 - Drama zonder woorden 1 Periode 1 - Gesprekken met kinderen; introductie 1 Periode 4 - Gesprekken met kinderen; verdieping 1 Periode 4 - Godsdienst aan kinderen en jongeren met een matige of ernstige mentale beperking en/of ASS 1 Periode 4 - Hechten en vechten 2 Periode 1 - Hersenen hebben geen kleur 1 Periode 3 - Hippotherapie in het onderwijs 1 Periode 4 - Hoogbegaafdheid 1 Periode 3 - Integratie, inclusie; "What's in a name?" 2 Periode 1 - Interculturele communicatie in de praktijk 3 Periode 2+3 - Kansarmoede 1 Periode 2 - Kinderen en jongeren met gedragsproblemen in het gewoon en buitengewoon onderwijs 3 Periode 1+2 - Kinderen met een auditieve beperking; initiatie 1 Periode 4 - Kinderen met een fysieke beperking 2 Periode 3 - Kinderen met een matige en ernstige verstandelijke beperking 2 Periode 2 - Kinderen met een visuele beperking 1 Academiejaar - Kinderen met een visuele beperking; introductie 1 Periode 4 - Leren leren 2 Periode 2 - Muzisch werken aan sociale vaardigheden 1 Periode 3 - NAH 1 Periode 1 Pagina 6 van 189 - versie: 2013.6.23

BO/KEUZE2- NMONTWOPV BO/KEUZE2-GEZINSV BO/KEUZE2-DIVER BO/KEUZE2-ONTWDYSF BO/KEUZE2-ORTHODS BO/KEUZE2-ORTHODL BO/KEUZE2-ORTHOREK BO/KEUZE1- ODREKBREUK BO/KEUZE2- ODREKKOMMA BO/KEUZE2- ODREKMETREK BO/KEUZE2- ODREKGET1000 BO/KEUZE2-ODREKSO BO/KEUZE2-ODENG BO/KEUZE2-ODFRANS BO/KEUZE2-VEILIG BO/KEUZE2-RECHPLICH BO/KEUZE2- RSVMENTBEPASS BO/KEUZE2- SAMENMEET BO/KEUZE2- SCHRIJFDANSKO BO/KEUZE2- SCHRIJFDANSLO BO/KEUZE2-SHERB BO/KEUZE2-SMOG BO/KEUZE2-SUICPREV BO/KEUZE2-TICS BO/KEUZE2-TIMEOUT BO/KEUZE2-TSSGEWBO - Neurologische en motorische ontwikkelingsopvolging Pagina 7 van 189 - versie: 2013.6.23 2 Periode 1 - Nieuwe gezinsvormen en (v)echtscheiding 2 Periode 2 - Omgaan met diversiteit in de klas en aan de schoolpoort - Omgaan met leerlingen met ontwikkelingsdysfasie in het onderwijs 2 Periode 2 1 Periode 3 - Orthodidactiek van de spelling 1 Periode 2 - Orthodidactiek van het lezen 1 Periode 2 - Orthodidactiek van het rekenen; theoretisch kader 1 Periode 1 - Orthodidactiek van het rekenen: Breuken 1 Periode 4 - Orthodidactiek van het rekenen: Kommagetallen 1 Periode 4 - Orthodidactiek van het rekenen: Metend rekenen en meetkunde - Orthodidactiek van het rekenen: Rekenmoeilijkheden met getallen tot 1000 remediëren - Orthodidactiek van het rekenen - Secundair onderwijs 1 Periode 4 3 Periode 2+3 1 Periode 1 - Orthodidactiek vreemde talen - Engels 1 Periode 3 - Orthodidactiek vreemde talen - Frans 1 Periode 3 - Persoonlijke en teamgerichte veiligheidstechnieken 2 Periode 4 - Rechten en plichten in het onderwijs 1 Periode 4 - Relationele en seksuele vorming aan kinderen/jongeren met (ernstige) mentale beperking en/of autisme - Samen tot aan de meet; alternatieven voor zittenblijvers 1 Periode 4 2 Periode 3 - Schrijfdans voor peuters en kleuters 1 Periode 3 - Schrijfdans: lagere school 1 Periode 3 - Sherborne 3 Periode 1+2+3 - Smog 2 Periode 3 - Suïcidepreventie bij jongeren 1 Periode 4 - Tics en het syndroom van Gilles de la Tourette 1 Periode 3 - Time-out projecten; een toekomst voor iedereen 1 Periode 2 - Tussen gewoon en buitengewoon de grenzen tussen leerlingen in T1, T8 en het gewoon onderwijs 1 Periode 4 - Van moetivatie naar goesting! De leerkracht en 1 Periode 2

BO/KEUZE2- MOETIVATIE BO/KEUZE2-BUSO_OV1- OV2 BO/KEUZE2-BUSO_OV3- OV4 BO/KEUZE2-VERKBUSO BO/KEUZE2-DRAMA BO/KEUZE2-WISINIT BO/KEUZE2-ZELFZORG BO/KEUZE2- ZIEKENHOND BO/KEUZE2-ZORUST BO/KEUZE2-INTNDL BO/KEUZE2-INT@HOME BO/KEUZE2- INTLEOVINCI BO/KEUZE2-INTJOB BO/KEUZE2- INTMAROKKO BO/KEUZE2- INTERASMUS BO/KEUZE2-INTCAMBOD BO/KEUZE2- INTECUADOR BO/KEUZE2- INTRWANDA BO/KEUZE2- INTSURITRAIN BO/KEUZE2-INTTANZ BO/KEUZE2-INTVIET BO/KEUZE2- INTZAMBGEMKO BO/KEUZE2- INTZAMBBUKO BO/KEUZE2- INTZAMBKOLO BO/KEUZE2- INTZIMBBUO directie als motiverende coach - Verdieping Buso OV1-OV2 2 Periode 1 - Verdieping Buso OV3-OV4 2 Periode 1 - Verkenning van het Buso 1 Periode 1 - Werken met drama 1 Periode 1 - Wiskundige initiatie en aanvankelijk rekenen 2 Periode 1 - Zelfzorg 1 Periode 3 - Ziekenhuisonderwijs 2 Periode 2 - Zorg voor rust 1 Periode 3 - Internationaal traject: Zorg in het Nederlandse onderwijssysteem Pagina 8 van 189 - versie: 2013.6.23 2 Periode 3 - Internationaal traject: INT@home 2 Periode 1 - Internationaal traject: Leonardo da Vinci Studyvisit: Training the Change Agents towards inclusion 3 Periode 1 of Periode 4 of Periode 2 of Periode 3 - Internationaal traject: Jobshadowing 3 Periode 3+4 - Internationaal traject: Marokko, i.s.m. AUHA en de stad Antwerpen 6 Periode 3+4 - Internationaal traject: Erasmus, Europa en Belgica 15 Periode 3+4 - Internationaal traject: VVOB; Cambodja: Lesstage in Cambodjaans lagere school - Internationaal traject: VVOB; Ecuador: Stage in school voor inclusief onderwijs - Internationaal traject: VVOB; Rwanda: Lesstage Scholenbanden - Internationaal traject: VVOB; Suriname: Uitwerken van een trainingspakket - Internationaal traject: VVOB; Tanzania, Arusha: schoolopbouwwerk - Internationaal traject: VVOB; Vietnam: Engelse les bij lerarenopleidingen - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Lesgeven en onderzoek in gemeenschapsscholen voor kleuters - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding buitengewoon kleuteronderwijs - Internationaal traject: VVOB; Zambia: Stage lerarenopleiding kleuter- of lager onderwijs - Internationaal traject: VVOB; Zimbabwe, Bulawayo (King George VI): BuO 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4 15 Periode 3+4