^ Gemeente *Zt IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein Gemeenteraad en cluster Ruimte Postbus 26 3400 AA IJSSELSTEIN bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft Clusterbrief Ruimte t.b.v. oktober cyclus uw kenmerk uw brief van behandeld door E. van Schalkwijk zaaknummer 194433-Ruimte datum 6 oktober 2015 blad 1 van 4 bijlagen 1 Geachte raads- en clusterleden Ruimte, Ter voorbereiding op de vergadering van het cluster Ruimte van 13 oktober a.s. informeren wij u hierbij over de voortgang van de onderwerpen op de aandachtspuntenlijst van 8 september jl. 1. Inventarisatie en analyse begraafplaatsen De voorbereidingen voor het ruimen van graven gaan gestaagd door. De afgelopen periode hebben wij een fors aantal nabestaanden kunnen achterhalen. Met het ruimen van de graven wordt eerst in 2016 gestart. Het onderzoek naar de toekomst van de begraafplaatsen is in de afrondende fase. Besluitvorming wordt nog in 2015 verwacht. De voorbereidingen voor het ruimen van graven richten zich in deze fase met name op het achterhalen van nabestaanden. Met het ruimen van graven wordt eerst in 2016 gestart. Alle nabestaanden (voor zover bekend) krijgen voorafgaand bericht daarover. Het onderzoek naar de toekomst van de begraafplaatsen heeft vertraging opgelopen omdat het niet mogelijk is gebleken om alle gegevens op tijd aan te leveren. Besluitvorming wordt nu begin 2016 verwacht. 2. Analyse verkeersmeldpunt De themasessie met cluster en raadsleden heeft plaatsgevonden. Daarin is afgesproken een mobiliteitsagenda voor de komende jaren op te stellen. De analyse van het verkeersmeldpunt, fietsknelpuntennotitie, alsmede de in de themasessie aangereikte prioriteiten, vormen input voor deze agenda. Recentelijk is een interne sessie geweest waarin vanuit verschillende beleidsterreinen input is aangeleverd voor de mobiliteitsagenda. Dit wordt meegenomen bij het opstellen bij de agenda. In de bijlage treft u bij deze clusterbrief het verslag aan van de sessie met de raadsfracties over de Mobiliteitsagenda. De genrnme tjsselslein gebiuikt uw persoonsgegevens wisluiiend mor het doei weenoor zij zijn verstrekt BmkraMto BNG Vtw meer tnformntm daarover kimt u eonteet opnemen mei de behandelend ambtenaar van onze gemeente. NL79BNGH028.50.09.95S
datum 6 oktober 2015 ons kenmerk 194433-Ruimte blad 2 van 4 3. Presentatie Hogeschool Utrecht studenten Smart Sustainable City- Oranjekwartier. In het najaar wordt een vervolgtraject ter besluitvorming voorgelegd aan het college en de raad. Er wordt gedacht aan een voorstel waarbij een nieuwbouwlocatie wordt gereserveerd voor Nul op de meter duurzame woningen. Geen nieuwe ontwikkelingen te melden. 4. Startnotitie d.d.23-12-2014 van ODRU m.b.t. contouren vorming provincie brede Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht De leden zijn geïnteresseerd in het wordingsproces vandaar dat wordt besloten de brief op de aandachtspuntenlijst te plaatsen. Het algemeen bestuur heeft Ingestemd met de toetreding van IJsselstein in de ODRU. De koersnotitie is door het AB vastgesteld en wordt u separaat aangeboden. Dhr. Post, directeur van de ODRU, is genegen om de koersnotitie nader toe te lichten. 5. Presentatie Recreatieschap Stichtse Groenlanden In juni heeft in het cluster de presentatie plaatsgevonden gegeven over de ontwikkelingen op het gebied van recreat rond IJsselstein, het ontwikkelplan en RodS-gebied Hollandsche IJssel. De presentatie heeft plaatsgevonden. 6. Panoven-fietsstraat De suggestie om van de Panoven een fietsstraat te maken wordt meegenomen als input voor het GWP. De heer Huizinga voegt hieraan toe dat de suggestie om van de Panoven een fietsstraat te maken, een breed gedragen idee is door het cluster. Het lopende GWP wordt vertaald in een geactualiseerd mobiliteitsagenda. In de genoemde bijlage onder punt 2 treft u ook dit punt aan. 7. Ontwikkelingen Schuttersgracht e.o. Tekst Aandachtspuntenlijst Komt als permanent aandachtspunt op de aandachtspuntenlijst. Toegezegd wordt dat de planning aan de raad zal worden aangeboden. Wethouder Veldhuijsen deelt mee dat de omgevingsvergunning onherroepelijk is en dat gestart zal worden met voorbereidende werkzaamheden. Tevens kan de campagne van het project gestart worden. Begin november a.s. zal gestart worden met de aanleg van de tijdelijke ontsluiting. Daaraan voorafgaand zal op 14 oktober 2015 voor de belanghebbende een informatiebijeenkomst worden gehouden om de consequenties toe te lichten. In een paginagrote advertentie in het Zenderstreeknieuws op 7 oktober 2015 zal ruim aandacht aan het project worden geschonken. De raad is separaat met een brief geïnformeerd over de inhoud van de uitnodigingsbrief aan omwonenden en de advertentietekst van Artica.
datum 6 oktober 2015 ons kenmerk 194433-Ruimte blad 3 van 4 8. RV inzake vaststellen bp Landelijk gebied noord en zuid : De heer Verkleii vraagt, kort samengevat, om het weer mogelijk te maken om bij de Achtersloot 144/146 en 148 in totaal drie woningen te mogen realiseren in plaats van twee. Hij wijst op een in het verleden gedane toezegging waarbij hij aangeeft dat voornoemde omissie (van 2 naar 3 woningen) ambtshalve gerepareerd kan worden en een verzoek om planschade kan uitblijven. Verder wordt duidelijk dat de bereidheid bestaat om de woningen aan de Achtersloot 144/146 te splitsen van één naar twee woningen. Deze informatie is nieuw voor het college. De heer Overbeek geeft aan dat voor het bestaande rustpunt geen duidelijke voorschriften gelden. Naar zijn mening is sprake van een publieksgerichte activiteit met een commerciële invulling(theeschenkerij). Wethouder Veldhuijsen zegt toe om nog voor de komende raadsvergadering met aanvullende informatie te komen ten aanzien van de ingebrachte punten van de insprekers. De heer Slob vraagt het college waarom ten aanzien van het dierenpension nog geen antwoord is gegeven op de vraag of er wel of geen uitzondering kan komen: om de 400 m2 alleen te laten gelden voor de bestaande bedrijfsopstallen en niet inclusief speelweides. Wethouder Veldhuijsen zegt toe om nog voor aankomende raadsvergadering aan te geven hoeveel tijd nog nodig is om antwoord te geven op voornoemde vraag. De opmerkingen die in het Cluster Ruimte zijn gemaakt, zijn voor de raadsvergadering van 24 sept per brief beantwoord. 9. RV inzake rekenkameronderzoek Duurzaamheidsbeleid IJsselstein : Wethouder Van den Berg zegt toe om serieus te onderzoeken of, zoals door de heer Lappee is voorgesteld, een paragraaf duurzaamheid standaard kan worden opgenomen bij raadsvoorstellen. De heer Huizinga vraagt de Werkgroep P&C om instrumenten aan te reiken voor de controle op het duurzaamheidsbeleid. De heer Lappee verwijst naar een motie waarin is afgesproken om een werkgroep Duurzaamheid te formeren. Aanmeldingen voor deze werkgroep kan bij de griffie. Wethouder Van den Berg roept deze werkgroep op om nog voor de dag van de Duurzaamheid op 10 oktober 2015 bij elkaar te laten komen om deel te nemen aan eerder genoemd proces (a t/m c). Agenderen voor de Werkgroep P&C 15-10-15 Afgelopen periode is fors ingezet op de organisatie van de dag van de duurzaamheid, genoemde partijen zijn daarbij betrokken. Input wordt meegenomen bij het nieuw op te stellen duurzaamheidbeleid. 10. RV t/h kennisnemen v/h stedenbouwkundig plan A2 zone en het vrijgeven v/e voorbereidingskrediet voor de verdere uitvoering van dit project : Het cluster geeft het college diverse aandachtspunten mee voor verdere uitvoering van dit project. Deze zijn: eventuele leegstand op oude bedrijventerreinen. Flora- en fauna, de verkeersdrukte op de N210, effect nieuwe Omgevingswet, duurzaamheid en de eventueel te realiseren afslag A2. Wethouder Veldhuijsen geeft aan dat rekening zal worden gehouden met deze aandachtspunten. Deze aandachtspunten worden meegenomen bij de verdere uitwerking van de plannen.
datum 6 oktober 2015 ons kenmerk 194433-Ruimte blad 4 van 4 11. RV t/h vaststellen v/d Uitvoeringsagenda Economische visie IJsselstein 2015-2020 : Wethouder Veldhuijsen zegt toe om het dictum aan te vullen (financiering uit de algemene middelen ) en om de begrotingswijziging toe te voegen. Begrotingswijziging is toegevoegd, de raad heeft op 24 september ingestemd met het voorstel. 12. Notitie v/h college inzake herdenkings- en adoptiebankjes : Wethouder Van den Berg zegt toe op zoek te gaan naar betere bankjes (ter illustratie). Geen voortgang te melden. Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN IJSSELSTEIN, de secretaris, de burgemeester. /, örc mr. P.J.M. van Domburg
Y /,. j?, MetGraumans Thema's voor Mobiliteitsagenda IJsselstein (sessie raadsfractie 7 juli 2015) De looptijd van het vastgestelde gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GWP) van de gemeente IJsselstein is tot 2020. In plaats van het traject op te starten om een nieuw GWP op te stellen wordt een 'Mobiliteitsagenda' opgesteld. De Mobiliteitsagenda bestaat uit de focus op het gebied van mobiliteit voor de komende jaren. De Mobiliteitsagenda bestaat uit thema's, opgaven en projecten. Op 25 juni 2015 heeft een themasessie Mobiliteit met de raadsfracties plaatsgevonden. Deze themasessie had als doel om input te definiëren voor de op te stellen Mobiliteitsagenda. In deze notitie is samengevat welke thema's besproken zijn en hoe deze een plaats kunnen krijgen in de Mobiliteitsagenda. Het project parkeren woonwijken is een apart project en maakt geen onderdeel uit van de Mobiliteitsagenda, hetzelfde geldt voor het terugdringen van het aantal verkeersborden (uiteraard wordt hier bij de verschillende uitvoeringsopgaven wel aandacht aan gegeven). Ontsluiting autoverkeer IJsselstein Rond dit thema spelen de volgende zaken: - IJsselstein heeft één aansluiting, via de N210, op de A2. De heeft tot gevolg dat het externe verkeer sterk gebundeld wordt op de N210 zelf (tussen de A2 en de Utrechtseweg), de Utrechtseweg en de Baronieweg. De Utrechtseweg en de Baronieweg liggen midden in de bebouwde woonomgeving en hebben tevens een belangrijke functie voor de interne ontsluiting en het langzame verkeer (waaronder oversteekbaarheid). - Daar staat tegenover dat de N210 ten zuiden van de Utrechtseweg en aan de zuidkant van IJsselstein buiten de bebouwde omgeving ligt en niet optimaal wordt benut. De verbindingen 'binnendoor' zijn blijkbaar sneller en logischer. Daarbij speelt mee dat de afwikkeling op de rotonde N210/Baronieweg in de spitsuren te wensen overlaat (verkeer vanaf Baronieweg heeft voorrang op verkeer vanaf N210-zuid). Als oplossing is gesproken over het maken van een 'turbo-rotonde' op deze plek. - Het terrein tussen de A2 en de N210 van circa zeven hectare wordt mogelijk ontwikkeld als A2- zone. Dit terrein is bedoeld voor bedrijven die gevestigd zijn in de Lopikerwaard die willen uitbreiden. - De gemeente IJsselstein is gesprek met de Provincie (en Rijkswaterstaat) om de hoofdontsluiting aan de westzijde structureel te verbeteren. Dat hangt mede samen met het vorige punt. De Provincie geeft aan dat maatregelen die eind 2014 zijn genomen het beoogde effect lijken te hebben, en heeft in een eerder stadium aangegeven dat effecten van Beter Benutten 2 af te willen wachten. Wat kan dit betekenen voor de Mobiliteitsagenda? - Verbeteren verkeersafwikkeling op de rotonde N210/Baronieweg (aandachtspunt: provincie is wegbeheerder en de dus beslisorgaan over eventuele aanpassingen). - In beeld brengen op welke wijze er meer bundeling op de N210 kan plaatsvinden en wat hiervoor nodig is voor de verbindingen tussen de N210 en IJsselstein-zuidwest, met andere woorden: op welke wijze kan de N210 meer als 'randweg' voor IJsselstein gaan functioneren. - Als opstap naar het GWP diverse toekomstige ontsluitingsstructuren (varianten) voor IJsselstein in beeld brengen met als invalshoek: het bundelen van het externe verkeer zoveel
mogelijk buiten de bebouwde omgeving en de verkeersstructuur binnen de bebouwde omgeving primair benutten voor het interne verkeer en als directe verbinding naar de externe structuur. Daar hoort bij om een duidelijk verschil te realiseren in beleving van de infrastructuur (stedelijke kwaliteit en beïnvloeding van het rijgedrag): hoofdwegen (primair verkeersfunctie voor gemotoriseerd verkeer) versus 'stadboulevards' (primaire functie intern verkeer, langzaam verkeer en in 'evenwicht' met de omgeving en daarbij behorende functies). Hierbij kunnen worden betrokken: de regionale mobiliteitsvisie grootstedelijk Utrecht, de economische visie, de toekomstvisie, leefbaarheid en milieu). - Bij de varianten wordt eveneens het thema van de ontsluitingsstructuur rond de binnenstad opgenomen (verkeerscirculatieplan binnenstad) inclusief de bewegwijzering. - Het definiëren van het kwaliteitsniveau op verschillende in- en externe verbindingen met onderscheid tussen spitsuren en daluren (reistijd en vertragingstijd, betrouwbaarheid, vrachtverkeer, verkeersmanagement). Fietsverkeer IJsselstein is een compacte gemeente en leent zich uitstekend voor het gebruik van de fiets. Dat gebeurt ook al in hoge mate. Voor de aanpak van het fietsverkeer is het verstandig om een onderscheid te maken tussen de korte termijn en de langere termijn. Op regionaal niveau is het bevorderen van het gebruik van de fiets een speerpunt. Er liggen dan ook kansen voor cofinanciering (subsidies), vooral als de aanpak een samenhang heeft met de regionale bereikbaarheid. Voor de Mobiliteitsagenda (korte termijn) kan ingezet worden op: - De aanpak van de verkeersonveilige locaties (op basis van ongevallenbeeld). - De aanpak van knelpunten onder andere op basis van onder andere 'Verbeterpunten en suggesties om het fietsen te stimuleren (D66)' en de analyse van het verkeersmeldpunt wat door de VVD IJsselstein is gelanceerd. - De stallingsvoorzieningen in en rond de binnenstad (vooral vrijdag en zaterdag) en bij haltes en knooppunten van het openbaar vervoer. - Het fietsen in de binnenstad (bijvoorbeeld Utrechtsestraat): de fietser is 'welkom' maar levert ook ergernis op. Hoe kunnen we daar meer omgaan (handhaving, toestaan of niet, inrichting, gedrag)? - Het fietsen naar de binnenstad: directheid, veiligheid vanuit de verschillende wijken. - Het beoordelen van de logica en continuïteit van de fietsroutes, vooral de continuïteit en verkeersveiligheid bij rotondes (twee richtingen) en de behoefte van de fietsers aan fietspaden in twee richtingen. - Het beoordelen en verbeteren van de fietsroutes naar het voorgezet onderwijs: vanuit de verschillende wijken, de verbindingen naar de regionale routes (verkeersveiligheid, directheid en continuïteit) en de directe schoolomgeving (bijvoorbeeld Cals College). - Een voorbeeldproject met een fietsstraat (als onderdeel van een belangrijke fietsverbinding zoals de Panoven. Voor het GWP zelf zal het meer gaan om een samenhangend beeld van het fietsnetwerk (functie en kwaliteitseisen), de regionale verbindingen, directe verbindingen naar de werkgebieden en de binnenstad, de stallingsvoorzieningen, voorzieningen die nodig zijn in verband met de toename van het gebruik van de elektrische fiets (snelheidsverschillen, stallingen) en het stimuleren van het fietsgebruik, de ontvlechting van het hoofdwegennet en het fietsnetwerk en de onderlinge prioriteiten (daar waar de netwerken elkaar kruisen).
Verkeersveiligheid Voor de Mobiliteitsagenda (korte termijn) kan ingezet worden op: - Onveilige situaties, routes en gebieden (op basis van ongevallenbeeld). - Voorbeeldprojecten schoolomgeving (basisschool) in samenhang met halen/brengen (wel of niet parkeren tot de voordeur) en stimuleren lopen/fiets naar school. - Voorbeeldprojecten looproutes omgeving voorzieningen (bijvoorbeeld winkelcentrum, wijk/buurtcentrum): verkeersveiligheid, directheid, oversteekbaarheid, toegankelijkheid (rolstoelen, rollator, kinderwagen). - Praagsingel, Tuinensingel: veranderen of juist niet (verkeersveiligheid, langzaam verkeer, verkeersafwikkeling)? Deze vraagt geldt ook voor Overtoom, Touwlaan/Utrechtseweg, Utrechtseweg/Overwaard, Parklaan (bij motorbedrijf Molenaar), Baronieweg/Tuinensingel (linksaf slaan, heeft ook effect op de doorstroming). - Meer rotondes: eerst definiëren (in samenhang met verkeersstructuur en functie van wegen) waar wel/niet rotondes gewenst zijn, vervolgens keuze maken waar nieuwe rotondes gewenst zijn inclusief de prioriteit (mede op basis van functie van wegen, verkeersveiligheid en hoofdroutes fietsnetwerk). - Noord IJsseldijk, recreatief en regionaal fietsverkeer. Openbaar vervoer Voor de Mobiliteitsagenda (korte termijn) kan ingezet worden op: - In beeld brengen welke regionale verbindingen verbeterd zouden moeten/kunnen worden om als alternatief voor de auto te kunnen dienen: naar locaties van werkgelegenheid op basis van reistijdverhoudingen (relatie met Beter Benutten en mobiliteitsmanagement), behoefte van werkgevers. - P+R-functie (voor het achterland Lopikerwaard) voor de tramlijn. Mobiliteitsvisie grootstedelijk Utrecht (2014) Voor de Mobiliteitsagenda wordt aansluiting gezocht bij de volgende beleidsuitgangspunten uit de Mobiliteitsvisie van de regio Utrecht: - Kiezen voor het verantwoord accommoderen van de mobiliteitsgroei: de ruimtelijke en economische groei in de regio Utrecht leidt tot een grote mobiliteitsopgave. Verantwoord accommoderen betekent dat het stedelijk gebied leefbaar en aantrekkelijk blijft. - Kiezen voor de meest geschikte vervoerwijze per gebied: voor sommige locaties en reizen is het openbaar vervoer geschikt, voor andere de auto. Soms is het beter om te lopen of te fietsen. Hierbij is het van belang dat het overstappen tussen vervoerwijzen vlot en soepel verloopt. Daarom versterkt de regio knooppunten en bevordert het de ketenmobillteit. - Kiezen voor kwaliteit voor de OV-reiziger: topprioriteiten daarbinnen zijn de verbetering van de betrouwbaarheid van het totale openbaarvervoersysteem, vergroting van de capaciteit door een schaalsprong in het openbaarvervoersysteem en het ontlasten van het Utrechtse stationsgebied. - Kiezen voor kwaliteit voor de fietser: hiermee kiest de regio voor een schaalsprong van het fietsnetwerk omdat fietsen een goedkope, ruimte-efficiënte en gezonde wijze van verplaatsen is. - Kiezen voor een gezamenlijke aanpak van leefbaarheid en bereikbaarheid bij de Ring Utrecht: op veel plekken in de regio blijft de auto het belangrijkste vervoermiddel. Denk hierbij aan de werkgebieden met voldoende parkeergelegenheid of aan landelijke woongebieden. Veel autoritten gaan over een deel van de Ring Utrecht. Als de Ring Utrecht vaststaat, kiezen automobilisten voor alternatieven door steden en dorpen wat negatieve effecten heeft voor de leefbaarheid van grootstedelijk Utrecht. De Mobiliteitsvisie grootstedelijk Utrecht is een belangrijk aanknopingspunt van het verkrijgen van regionale cofinanciering voor onderdelen van de Mobiliteitsagenda die aansluiten bij de regionale visie.
Duurzaamheid S/oor de Mobiliteitsagenda (korte termijn) kan ingezet worden op: - Verkennen mogelijkheden om met werkgevers kansen te benoemen en tot uitvoering te brengen (inspiratiesessie, wensen, ideeën). Daarbij betrekken het kostenaspect en mogelijke kostenvoordelen.