PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT 2018 2019 semester 6 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage praktijkcoordinatie.oso@arteveldehs.be
VOORAF... 3 1. KENNISMAKINGSGESPREK MET STAGEBEGELEIDER AFSTUDEERSTAGE... 4 2. OPDRACHT TIJDENS DE INGROEIWEEK VAN DE DIDACTISCHE STAGE... 5 2.1. Verken de beginsituatie van de school... 5 2.2. Observatie van de vakmentor... 5 2.3. Participatiestage... 6 3. OPDRACHT TIJDENS DE DIDACTISCHE STAGE... 7 3.1. Weekroosters... 7 3.2. Lesvoorbereidingen maken en lessen geven... 7 3.3. Mesotaken... 8 3.4. Peerobservatie / co-teaching... 8 3.5. Volgopdracht... 9 3.6. Professionalisering praktijk... 10 4. BEGELEIDING, REFLECTIE EN FEEDBACK TIJDENS DE DIDACTISCHE STAGE... 11 4.1. Begeleiding door de (vak)mentor, de stagebegeleider, docent... 11 4.2. Zelfreflectie in het midden van de stage en tussentijds feedbackgesprek... 11 4.3. Supervisiegesprek leren van elkaar... 12 4.4. Feedback van je leerlingen... 12 4.5. Zelfreflectie op het einde van de stage en eindfeedbackgesprek... 13 5. DOELGROEPENSTAGE... 15 5.1. Tussentijdse reflectie... 15 5.2. Reflectie na afloop van de stage: poster... 15 Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 2 2018-2019 Arteveldehogeschool
VOORAF Je weet uit de voorbije jaren dat jij voor een groot deel zelf verantwoordelijk bent voor je leeren groeiproces. Tijdens PR3 Afstudeerstage wordt de verantwoordelijkheid om je leerproces in goede banen te leiden nog groter dan tijdens de voorbije praktijkmomenten van de opleiding. Op deze manier leer je aanvoelen dat het leerproces om een goede leraar te worden nooit af is. We helpen je vaardigheden ontwikkelen die levenslang leren professioneel kunnen ondersteunen. De stageopdrachten helpen jou en je stagebegeleider om inzicht te krijgen in je eigen leer- en groeiproces en vormen mee de basis voor de zelfreflectie- en feedbackgesprekken. Deze opdrachten maak je op de hiervoor voorziene momenten en voeg je toe aan je persoonlijk digitaal dossier op OneDrive, dat gedeeld is met je stagebegeleider(s) PR3 Afstudeerstage. Dit document is een aanvulling bij Praktijk 3 Handleiding student dat je kan vinden op Canvas < PR3 sem6. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 3 2018-2019 Arteveldehogeschool
1. KENNISMAKINGSGESPREK MET STAGEBEGELEIDER AFSTUDEERSTAGE De eigen sterktes en zwaktes i.f.v. de basiscompetenties en de attitudes voor een beginnend leraar voor de start van de afstudeerstage expliciteren. Suggesties formuleren van hoe je je sterktes en talenten kunt inzetten om werkpunten aan te pakken. Eén of meerdere professionaliseringssessies selecteren in functie van je persoonlijke groei tot beginnend leraar. Opdrachten tijdens en na het kennismakingsgesprek (28/01/2019 van 8u30 tot 10u30): Noteer op basis van je eigen reflecties en de informatie uit het stagedossier (beoordelingsdocumenten en feedbackdocumenten van PR1 en PR2) 1. de vaardigheden en/of attitudes waar je sterk in bent 2. de vaardigheden en/of attitudes waarin je extra wil groeien tijdens de afstudeerstage 3. formuleer grondig en concreet enkele suggesties van hoe je je sterktes en talenten (zie PR2 praktijkcoaching) kan inzetten om werkpunten aan te pakken tijdens de didactische stage. Bekijk het aanbod professionalisering praktijk (zie folder) van de opleiding en ga na of er één of meerdere sessies zijn die een meerwaarde bieden aan je professionele ontwikkeling. Je stagebegeleider bekijkt je keuze en kan zelf ook nog een sessie voorstellen die voor jou zinvol kan zijn. Je schrijft je in op Canvas voor de geselecteerde sessie(s) professionalisering praktijk. Tijdens de stage kan je ook nog steeds kiezen om op eigen initiatief te professionaliseren (zie 3.6 professionalisering praktijk). Maak een verslagje van je suggesties over hoe je je talenten kan inzetten om werkpunten aan te pakken. Noteer dit als startsituatie in het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds in je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 4 2018-2019 Arteveldehogeschool
2. OPDRACHT TIJDENS DE INGROEIWEEK VAN DE DIDACTISCHE STAGE 2.1. Verken de beginsituatie van de school Doel: De relevante kenmerken van de beginsituatie m.b.t. de school, de klas en de leerlingen inventariseren. Verzamel tijdens de ingroeiweek zoveel mogelijk informatie omtrent de beginsituatie van de school, de leerlingen, de klasgroepen en de situationele gegevens. Dit kan je doen door je in te lezen (website van de school, schoolreglement), te observeren, vragen te stellen en in gesprek te gaan met directie, leerkrachten, leerlingen en andere betrokkenen. Ondersteuning: Kijkwijzer PR3 Leidraad verkennen beginsituatie (te vinden in je digitaal dossier) Deze informatie heb je nodig om je lessen goed voor te bereiden. 2.2. Observatie van de vakmentor Observeren leer je door het veel te doen. Dat betekent bewust kijken, luisteren en aanvoelen. Het is belangrijk om dat zo onbevangen mogelijk te doen en niet meteen te oordelen. Dingen zijn soms anders dan ze lijken. Doel: Een onderscheid maken tussen het beschrijven van de objectieve situatie en de eigen interpretatie. Observeer tijdens de ingroeiweek voor elk vak 3 lessen bij de vakmentor. Je maakt in je verslag een onderscheid tussen de objectieve situatie (Wat gebeurde er? Wat deed de vakmentor? Wat deden de leerlingen?) en jouw (subjectieve) interpretatie (Hoe heb ik dit ervaren? Wat denk ik hierover?). Tijdens de observatielessen leer je de beginsituatie ook verder kennen. Je noteert enkele relevante gegevens die je opgemerkt hebt in verband met de beginsituatie die je later kunt gebruiken in je lesvoorbereiding. Ondersteuning: Kijkwijzer PR3 Leidraad voor lesobservatie (te vinden in je digitaal dossier) Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 5 2018-2019 Arteveldehogeschool
In totaal: 6 observaties van vakmentoren (3 per vak) Noteer dit in het sjabloon observatie vakmentor in je digitaal dossier. 2.3. Participatiestage Doel: Actief participeren bij de les die de vakmentor geeft. Vraag voor elk vak aan de vakmentor of je hem of haar kan assisteren bij 3 lessen die zij geven. Stel enkele mogelijkheden voor (oefeningen van leerlingen bekijken, een groepje leerlingen begeleiden, een eenvoudige instructie geven ). Op het einde van de introductieweek noteer je wat je hieruit geleerd hebt. Noteer wat je leerde tijdens de participatiestage in het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds in je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 6 2018-2019 Arteveldehogeschool
3. OPDRACHT TIJDENS DE DIDACTISCHE STAGE 3.1. Weekroosters Je maakt voor elke week een gedetailleerd uurrooster van alle stageactiviteiten die je zal uitvoeren in de betrokken week. Je geeft in het weekrooster heel duidelijk aan welke uren je les geeft, in welk lokaal de lessen plaatsvinden, of er specifieke activiteiten gepland zijn (bijvoorbeeld toets, uitstap ), welke mesotaken je opneemt, op welk moment je een medestagiair observeert Laad je weekrooster op in je digitaal dossier telkens ten laatste de vrijdag van de voorafgaande week. 3.2. Lesvoorbereidingen maken en lessen geven Je maakt voor iedere les een lesvoorbereiding. Je maakt vooraf afspraken met je vakmentor in verband met het al dan niet vooraf doorsturen van je lesvoorbereiding. Je geeft richtinggevend 6 uur les per vak per week. Je neemt zoveel mogelijk het totale pakket van de leraar op (lessen geven, huistaken en toetsen opstellen en corrigeren, leerlingen ophalen op de speelplaats, ). Tijdens de examenperiode neem je bepaalde taken op ter vervanging van je lesopdracht: examenvragen opstellen, toezicht houden, examens corrigeren, invoeren van punten, bijwonen van klassenraden, bijwonen van gesprekken met ouders, eventueel uitwerken van didactische pakketten, Je bespreekt vooraf met je vakmentoren welke taken je kan opnemen. Ondersteuning: Lesvoorbereiding richtlijnen en Lesvoorbereiding sjabloon (te vinden in je digitaal dossier) Je geeft bij de start van elke les de lesvoorbereiding en de bijhorende bijlagen af aan de vakmentor. Indien je stagebegeleider dit wenst, voeg je enkele/alle lesvoorbereidingen toe aan je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 7 2018-2019 Arteveldehogeschool
3.3. Mesotaken Doel: Verkennen van het volledige takenpakket van een leraar via mesotaken. Naast je lesopdracht neem je mesotaken op binnen de school. Zorg ervoor dat je minstens één taak opneemt in het kader van zorg. Voorbeelden van mesotaken: toezicht opnemen, helpen tijdens een schoolfeest, mee organiseren van een sportevenement, klassenraad bijwonen, vakvergadering bijwonen, persoonlijke studiebegeleiding, meelopen met de cel leerlingbegeleiding, Je bespreekt met je vakmentoren (en stagebegeleider) welke mesotaken je kan opnemen. Neem de mesotaken op in je weekrooster (met beknopte omschrijving). 3.4. Peerobservatie / co-teaching Een les samen met een medestagiair voorbereiden en de les geven. Een les van een medestagiair observeren. Leren van elkaar. Uit observatie van elkaars aanpak kan je veel leren. Via co-teaching kan je ideeën uitwisselen, inspiratie opdoen en elkaar versterken. Je kiest zelf (eventueel in overleg met je stagebegeleider) hoe je deze opdracht invult. Zoek voor jezelf naar een invulling waaruit je het meest kan leren. Enkele mogelijkheden: Observeer een les van een medestagiair (zelfde vak of ander vak). Bereid samen met een medestagiair een les voor (of een deel van een les) en geef deze les in co-teaching. Dit kan uiteraard voor een gemeenschappelijk vak, maar ook vakoverschrijdend zijn er misschien mogelijkheden. Ga zelf actief op zoek. Je voert deze opdracht 4 keer uit tijdens de stageperiode (observatie of co-teaching of een combinatie van beide). Hoe heb je deze opdracht ingevuld? Wat heb je hieruit geleerd? Noteer je voorstel in het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds in je digitaal dossier. Noteer wat je hieruit geleerd hebt in het sjabloon zelfreflectie en feedback einde stage in je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 8 2018-2019 Arteveldehogeschool
3.5. Volgopdracht Na de lesobservatie enkele mogelijke interpretaties koppelen aan wat geobserveerd werd. Bij zichzelf herkennen wat het verschil is tussen het noemen van feiten en het geven van een mening bij het beschrijven van gedrag van leerlingen en leerkrachten. Je kiest voor een specifieke observatieopdracht in functie van je groei als leraar. Je bespreekt dit vooraf met je stagebegeleider en je vakmentor(en). Je plant dit zelf in in de loop van de stageweken. Je kiest voor één van deze mogelijkheden: Observatie van een specifieke klas naar keuze tijdens een halve dag (4 lesuren) les: je wil graag één van jouw klassen observeren waarbij bijvoorbeeld klasmanagement moeilijk verloopt. Je observeert hen tijdens andere lessen en bij andere leraren zodat je hieruit inspiratie kan opdoen. Observatie van één van je vakmentoren tijdens zijn of haar lessen van jouw vak tijdens een halve dag (4 lesuren): je wil graag leren uit de aanpak van een vakmentor tijdens andere lessen in andere klasgroepen. Observatie van één van je vakmentoren gedurende een volledige dag: je wil graag een beter zicht krijgen op het volledige takenpakket van een leraar. Je volgt deze leraar tijdens zijn lessen, vergaderingen, informele overlegmomenten, tijdens één dag. Je observeert gericht en kijkt bewust. Je hebt aandacht voor het verschil tussen (objectieve) observatie en (subjectieve) interpretatie. Je bespreekt deze opdracht tijdens het tussentijds of eindfeedbackgesprek met je stagebegeleider. Bespreek je voorstel met de stagebegeleider en vakmentor(en). Neem je bevindingen mee op in het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds en/of zelfreflectie en feedback einde stage in je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 9 2018-2019 Arteveldehogeschool
3.6. Professionalisering praktijk Initiatieven in functie van de eigen professionalisering volgen. Voor deze opdracht krijg je de keuze: Je volgt een sessie uit het aanbod 'Pas(sie) voor de klas! Groeien als leraar' uit het professionaliseringsaanbod praktijk op de campus. Jij bepaalt, op basis van je stageervaringen, of er een sessie is die aansluit bij je (leer)noden. Ook je stagebegeleider kan je adviseren om een bepaalde sessie te volgen, op basis van (het) je stageverloop (informatie te vinden op Canvas). Je volgt een externe professionaliseringsactiviteit (vorming, lezing, opleiding, nascholing, ). Misschien bots je gedurende je stage wel op een externe vorming (kijk eens rond in de leraarskamer van je stageschool!) die je heel interessant lijkt in functie van je groei als leraar. Je neemt deel aan een vorming binnen de stageschool (bovenop je andere mesotaken). Let op! De vorming valt tijdens de weken PR3 didactische stage. De vorming mag in geen geval overlappen met stageactiviteiten (ze moet dus 's avonds, in het weekend, op woensdagnamiddag of een vrije lesdag gevolgd kunnen worden). De opleiding kan niet tussenkomen in gemaakte kosten in verband met deze professionaliseringsactiviteit (inschrijvingsgeld, vervoerkosten). Bespreek je voorstel met de stagebegeleider. Neem je bevindingen mee op in het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds en/of zelfreflectie en feedback einde stage in je digitaal dossier. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 10 2018-2019 Arteveldehogeschool
4. BEGELEIDING, REFLECTIE EN FEEDBACK TIJDENS DE DIDACTISCHE STAGE 4.1. Begeleiding door de (vak)mentor, de stagebegeleider, docent De feedback van de (vak)mentoren, de stagebegeleider (en de docent) kritisch analyseren. De feedback integreren in het handelen als stagiair. Je neemt elk begeleidingsdocument grondig door en je neemt actief deel aan de begeleidingsgesprekken. Zorg ervoor dat je steeds alle begeleidingsdocumenten op papier bij jou hebt tijdens de stage zodat de stagebegeleider deze kan inkijken. Plaats elk volledig ingevuld begeleidingsdocument in je digitaal dossier. Scan in of neem een foto indien nodig. 4.2. Zelfreflectie in het midden van de stage en tussentijds feedbackgesprek De competentiegerichte standaard hanteren als referentiekader bij het reflecteren over het eigen functioneren binnen de afstudeerstage. De eigen reflecties aanvullen met de informatie van de stagebegeleider, de vakmentoren, de medestagiairs, de leerlingen en de reeds gemaakte opdrachten. Het eigen functioneren bijsturen op basis van de informatie tijdens het feedbackgesprek in het midden van de stage. Ongeveer halverwege de stage reflecteer je over jouw eigen functioneren tijdens de afstudeerstage tot dan toe. Noteer bij elke functioneel geheel, vaardigheden en attitudes hoe jij jouw eigen functioneren inschat. Zorg ervoor dat je heel eerlijk en open kijkt naar je eigen functioneren. Dit verhoogt de kans om werkpunten voldoende te analyseren zodat ze aanleiding geven tot bijsturing van je eigen handelen. Bekijk vooraf de sterke en zwakke punten die je na het kennismakingsgesprek met de stagebegeleider hebt genoteerd. Verwerk de informatie uit de begeleidingsdocumenten en gesprekken met de vakmentoren en je stagebegeleider, je inzichten uit observatiemomenten en participatiestage, peerobservaties/co-teaching en de volgopdracht. Bespreek op een constructieve manier met de stagebegeleider je eigen functioneren tijdens een tussentijds feedbackgesprek. Je gaat samen met de stagebegeleider actief op zoek naar manieren waarop je aan bepaalde werkpunten kunt werken. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 11 2018-2019 Arteveldehogeschool
Je bereidt je grondig voor op het tussentijds feedbackgesprek door het sjabloon zelfreflectie en feedback tussentijds in je digitaal dossier in te vullen enkele dagen voor het gesprek gepland is. Je stagebegeleider vult na afloop van het feedbackgesprek het document aan met zijn/haar bevindingen. 4.3. Supervisiegesprek leren van elkaar Doel: Samen met de medestagiairs zoeken naar manieren om om te gaan met diversiteit in de klas en differentiëren in de klas. Je stagebegeleider plant met jouw en je medestagiairs een supervisiegesprek leren van elkaar in de loop van de stageperiode. De focus van dit gesprek ligt op omgaan met diversiteit en differentiatie in de klas, maar er kunnen ook andere thema s aan bod komen waar je mee geconfronteerd wordt (zoals klasmanagement). Je bereidt je voor op dit gesprek door grondig na te denken over: een situatie of les waarbij je moeilijkheden ondervond met differentiatie of diversiteit in de klas of een situatie of les waarbij je differentieerde en dit goed is verlopen (good practice). Breng je voorbereiding mee naar het gesprek, eventueel aangevuld met didactisch materiaal dat je wil delen met je stagebegeleider en medestagiairs. 4.4. Feedback van je leerlingen Een evaluatie-instrument ontwikkelen i.f.v. het functioneren als leerkracht, afgestemd op de doelgroep. De resultaten van de evaluatie door de leerlingen correct interpreteren en opnemen in het reflectieverslag op het einde van de stage. Suggesties formuleren m.b.t. het eigen handelen als leerkracht op basis van de resultaten van de evaluatie. Ontwikkel een eenvoudig evaluatie-instrument waarbij je feedback krijgt van de leerlingen over je functioneren als leerkracht. Zorg ervoor dat het instrument dat je ontwikkelt haalbaar en duidelijk is en dat je het aanpast aan je eigen lessen en leerlingen. Deze informatie levert een Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 12 2018-2019 Arteveldehogeschool
bijzondere bijdrage aan je eigen professionele ontwikkeling. Leerlingen zien je dagelijks aan het werk en kunnen je helpen bij het in kaart brengen van je eigen sterktes en zwaktes. Je toont je evaluatie-instrument vooraf aan je vakmentor. Je vraagt zijn of haar toestemming om de vragenlijst bij je leerlingen af te nemen. Je vraagt aan minstens één klas per vak om de evaluatie in te vullen. Op basis van de antwoorden van de leerlingen denk je na over relevante verbeterdoelen voor je eigen handelen als leerkracht. Ondersteuning: Als voorbeeld vind je op Canvas een vragenlijst die opgesteld werd door de Vlaamse ScholierenKoepel (VSK) ( Vragenlijst VSK feedback leerlingen ). Je kan dit gebruiken ter inspiratie, maar je maakt een eigen instrument dat hanteerbaar is door jouw klassen. Neem het voorstel van je vragenlijst op in de tussentijdse reflectie. Neem wat je leerde uit de feedback van de leerlingen mee op in het sjabloon zelfreflectie en feedback einde stage in je digitaal dossier. Neem de ingevulde vragenlijsten door de leerlingen (op papier) mee naar het eindfeedbackgesprek. 4.5. Zelfreflectie op het einde van de stage en eindfeedbackgesprek De basiscompetenties en attitudes hanteren als referentiekader bij het reflecteren over het eigen functioneren binnen de afstudeerstage. De eigen reflecties aanvullen met de informatie van de stagebegeleider, de vakmentoren, de medestagiairs, de leerlingen en de opdrachten. Op het einde van de didactische stage reflecteer je over jouw functioneren tijdens de voorbije stage. Je maakt zelf een inschatting van je functioneren voor elk van de 10 functionele gehelen van de basiscompetenties en de 8 attitudes: in welke mate bezit ik op dit moment deze vaardigheden en attitudes? Hoe heb ik hieraan gewerkt tijdens de didactische stage? Welke groei heb ik doorgemaakt? Waar sta ik op dit moment? Je staaft dit met voorbeelden en/of materiaal uit de begeleidingsdocumenten en gesprekken met de vakmentoren en de stagebegeleider, de feedback van de leerlingen en de opdrachten die je gemaakt hebt tijdens de stage (peerobservatie/co-teaching, volgopdracht en professionalisering). Je toont aan of bewijst als het ware dat je aan de competenties hebt gewerkt en dat je ze beheerst. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 13 2018-2019 Arteveldehogeschool
Bespreek op een constructieve manier je eigen functioneren met de stagebegeleider tijdens het eindfeedbackgesprek. Je bereidt je grondig voor op het eindfeedbackgesprek door het sjabloon zelfreflectie en feedback einde stage in je digitaal dossier in te vullen enkele dagen voor het gesprek gepland is. Je stagebegeleider kan na afloop van het feedbackgesprek het document aanvullen met zijn/haar bevindingen. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 14 2018-2019 Arteveldehogeschool
5. DOELGROEPENSTAGE Opgelet: studenten LO of MO hebben een verplichte invulling vanuit de betrokken vakgroep. Alle informatie, begeleiding en beoordeling gebeurt door de vakgroep. 5.1. Tussentijdse reflectie Een concrete situatie of stage-ervaring beschrijven. Zicht krijgen op je leraar-zijn in een andere context dan de didactische stage. Beschrijf een concrete situatie of ervaring die je graag wil delen met je stagebegeleider (bijvoorbeeld: waar was je verrast over? Wat is je bijgebleven? Wat heb je bijgeleerd?). Je beschrijft een situatie of ervaring op het einde van de eerste stageweek (of halfweg de stage indien gespreid opgenomen (ION)) en je vult dit aan in je digitaal dossier. 5.2. Reflectie na afloop van de stage: poster Een poster opstellen met een beschrijving van de doelgroep, een zelfevaluatie en een reflectie. In gesprek gaan met medestagiairs over de ervaringen binnen de verschillende doelgroepen. Maak een poster met inhoud die specifiek is voor jouw stagecontext en stagebeleving. De layout van de poster ligt niet vast. Je mag het sjabloon Doelgroepenstage Poster (te vinden in je digitaal dossier) gebruiken maar voel je vrij om zelf ook creatief aan de slag te gaan. Zorg ervoor dat de volgende informatie op één A4 terecht komt. Een korte beschrijving o Geef een situering van stageschool/organisatie in het werkveld. o Welke taken heb je opgenomen? Hoe werd je hierbij begeleid? Een reflectie over je leraar-zijn in deze stageplaats o Wat heb je tijdens deze stage geleerd? o Waar ging het goed? Leg uit en geef een concreet voorbeeld. o Waar ondervond je nog moeilijkheden? Leg uit en geef een concreet voorbeeld. Zelfevaluatie van de doelgroepenstage o Wil je je na deze verkenning verder verdiepen in dit werkveld? Waarom wel/niet? o Welke doelen stel je je voor de (eventuele) verdere verdieping? Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 15 2018-2019 Arteveldehogeschool
Stel tijdens het reflectiegesprek (03/05/2019 van 14u tot 16u) met je stagebegeleider en medestagiairs je stage-ervaringen voor. Dit doe je aan de hand van de poster. Ga met je medestagiairs in gesprek hierover. Je brengt je poster mee naar het reflectiegesprek met je stagebegeleider. Je plaatst dit ook in je digitaal dossier. Afwijkende planning: Studenten die hun doelgroepenstage gespreid opnemen (ION, Buffalo Cup): - Tussentijdse reflectie (halfweg de stage): je beschrijft een situatie of ervaring en je vult dit aan in je digitaal dossier (breng ook je stagebegeleider via e- mail op de hoogte). - Je neemt deel aan het reflectiegesprek op 03/05/2019 met de medestagiairs. - Poster: je stelt dit op na afloop van de doelgroepenstage en je plaatst dit in je digitaal dossier (breng ook je stagebegeleider via e-mail op de hoogte). - Je bezorgt de ingevulde begeleidingsdocumenten aan je stagebegeleider. Praktijk 3 Afstudeerstage: stageopdracht (semester 6) 16 2018-2019 Arteveldehogeschool