Vakblad voor bedrijfsvoering in het onderwijs. magazine. nummer 2 februari 2015



Vergelijkbare documenten
Overzicht vervallen of gewijzigde artikelen in de cao PO ??

Wwz: wat moet u weten!

EXTRA NIEUWS: nieuwe wetten. Twee nieuwe wetten die belangrijk zijn voor u om te weten.

HR ontwikkelingen Veranderingen in beeld Bijgewerkt met informatie zoals bekend op 1 januari 2016

Pay for People Informatiebrochure WAB Mei Informatiebrochure. Wet Arbeidsmarkt in Balans

Dossier Wet werk en zekerheid per

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid

WAB kalender - stappenplan

ACTUALITEITEN ARBEIDSRECHT HR Seminar WWZ op de schop

Wet werk en zekerheid

Werk en inkomen. Flexwerken in het middelbaar beroepsonderwijs. beroepsonderwijs. middelbaar. Bepaalde of onbepaalde tijd

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wet werk en zekerheid in het onderwijs

Nieuwsbrief, december 2014

Derek Sivers: How to start a movement

II Het dienstverband

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijeenkomst GMR. maandag 26 januari 2015

De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker

Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs

De inzet van vervangers in het onderwijs wijzigt na 1 juli 2015

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

Het werken met arbeidsovereenkomsten. Arbeidsovereenkomsten informatie

Werk en inkomen primair onderwijs. Tijdelijk werk in het primair onderwijs

1 Arbeidsovereenkomst

Werk en inkomen voortgezet onderwijs. Tijdelijk werk in het voortgezet onderwijs

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Whitepaper. Wet Werk en Zekerheid

Informatie afkomstig van

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg

WERK EN INKOMEN MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs

FACTSHEET Arbeid & Recht

INHOUD WIJZIGINGEN. Proeftijd (1) WET WERK EN ZEKERHEID Overzicht van een aantal wijzigingen in het arbeidsrecht door de Wet werk en zekerheid

WERK EN INKOMEN PRIMAIR ONDERWIJS. Tijdelijk werk in het primair onderwijs

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Wijziging ontslagrecht / Flexrecht. Juni 2014

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR

Toelichting op de jaarurensystematiek

RSW Special wet werk en zekerheid Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS

Een beknopte samenvatting ten behoeve voor personeel en medezeggenschapsraden

Ketenregeling. Opzegtermijn. Rechtspos. Flexwerker GOED VOORBEREID OP DE WET WERK EN ZEKERHEID DA AROM EEN ACCOUNTANT

Wet Werk en Zekerheid

Alles op een rij over: Alle veranderingen voor je verlof in 2015

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid

- Beide verenigingen zijn partij bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het horecabedrijf (NHG-CAO).

W E T WE RK E N Z E KE RH E ID A LLE WIJ Z IG IN G E N O P E E N RIJ! april 2015 SUSA B.V.

Den Haag, 1 december

VERANDERINGEN IN DE UITZEND CAO'S IN DE WET WERK EN ZEKERHEID IN 2015

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019

Voorstellen cao Houthandel. Uitwerking Sociaal Akkoord

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerder recht op een vast contract? Bereid u voor op de wijziging van de ketenbepaling

De sportvereniging & werkgeverschap. Heerenveen 25 november 2011

Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 juli 2015

10 Tips bij een reorganisatie

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

WET ARBEIDSMARKT IN BALANS. Wake-Update Van Herwijnen Kreston 18 april 2019

Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling bij ziekte van werknemers (conventioneel)

Avondje Legal. 3 Advocaten

Nieuwsbrief Juli 2014

Allianz Inkomensverzekeringen. Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling bij ziekte van werknemers (conventioneel)

Wet Werk en Zekerheid

Bespreking nieuwe CAO PO

Kosten besparen? Payroll! Uw personeelsadministratie in vertrouwde handen!

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

ONLINE SEMINAR ARBEIDSRECHT. mr. Allard Bekius 4 juni 2019

Wet Werk en Zekerheid (WWZ)

Arbeidsovereenkomst. naam:, gevestigd te. adres: , (werkgever); naam:, geboortedatum, (werknemer);

Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ. Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

WERKGEVERSCHAP EN VRIJWILLIGERS

Voorlichting Cao (R)PO

Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden en vrije ruimte werkkostenregeling

WWZ en vervangingsbeleid in het primair onderwijs

11 september Onderhandelingsakkoord CAO-PO tot en met

ACTIEF VOOR Sportverenigingen Sportorganisaties WERKGEVERSCHAP EN VRIJWILLIGERS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Wet Werk en Zekerheid

INHOUD KETENREGELING BIJ BEGENOEMING OP GROND VAN LID 3, 4 OF 5

MEMO WIJZIGINGEN ARBEIDSRECHT 2015

De Wet Werk en Zekerheid. Mr. J.W. Janse-Velema Mr. R. Di Lorenzo

Flexibele contracten

TOELICHTING VOOR MEDEWERKERS. Datum: 9 oktober 2013

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Arbeid en Arbeidscontracten. Ken uw rechten en plichten! whitepaper

WIJZIGING ARBEIDSRECHT/ ONTSLAGRECHT. H.F.A. Bronneberg R.C. Breuls

Transcriptie:

Vakblad voor bedrijfsvoering in het onderwijs magazine nummer 2 februari 2015 > Mogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling > De regels rond vrijwilligersvergoeding > Nieuwe aspecten jaarverslaglegging PO 2014

Unieke autoverzekering 9 van de 10 premieberekeningen gunstiger via collectief Dyade bij Allianz Uitermate scherpe premie (9 op de 10 is voordeliger uit) Uitstekende dekking bij één van de grootste verzekeraars in Europa 1e jaar gratis inzittendenverzekering (t.w.v. 44,-) Snelle en zorgvuldige afhandeling van eventuele schade Mogelijkheid tot afsluiten pechhulp Maand- of kwartaalbetalingen zonder termijntoeslag! 1e jaar GRATIS schade inzittendeverzekering (t.w.v. 44,-) KLANT- WAARDERING: TUSSEN 8 & 9 (Door huidige verzekeraars: op Consumentenbond en Independer) Exclusief voor het onderwijs Bereken hier: www.allianzcollectief.nl/ dyade snel uw premie! UITERMATE SCHERPE PREMIE Onderwijspersoneel heeft in verhouding tot andere doelgroepen minder schade. Daardoor heeft Dyade een uitermate scherpe premie met uitstekende dekking kunnen bedingen bij verzekeraar Allianz specifi ek voor het onderwijs. Onderzoek toont aan dat 9 van de 10 personen een scherpere premie en/of betere dekking voor de autoverzekering kunnen afsluiten via het collectief van Dyade dan bij andere verzekeringsmaatschappijen.

C O L O F O N??? PO/VO/MBO/HBO Dyademagazine is een uitgave van Dyade. Dyademagazine verschijnt elf maal per jaar. Redactie Frank Cannegieter Marianne Groen Harry Klein Obbink Frank Tromp Herman de Wild (hoofdredacteur) Met medewerking van Bianca Brouwer Berlinda Harkink Joop de Jager Wilma Rijndorp-Kreft Frank Verweij Jan Willem Vijfhuize Redactie-adres Postbus 5040 3502 JA Utrecht redactiedyade@dyade.nl Abonnementen Klanten van Dyade ontvangen een exemplaar van het Dyademagazine per bevoegd gezag plus een exemplaar per school. Voor niet- klanten en extra abonnementen kost het Dyademagazine E 39,95 per jaar, exclusief btw. Voor opgave van abonnementen en adreswijzigingen kunt u contact opnemen met uw Dyade vestiging. Advertentie-informatie Herman de Wild Tel. (030) 630 56 26 Hoewel aan de productie van Dyademagazine veel zorg wordt besteed, kan het voorkomen dat iets aan onze aandacht ontsnapt. De Stichting Dyade Dienstverlening aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de eventuele gevolgen van drukfouten, onjuist heden of onvolledigheden in de gepubliceerde informatie. Vormgeving designgenerator, Arnhem Eindredactie Hanneke Leening, Dyade Drukkerij Nivo, Delfgauw 5 10 21 In dit nummer: Column : de aftrap 04 De kritische vriend van de bestuurder 05 Mogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling 08 De regels rond vrijwilligersvergoedingen 10 Basisschooladvies steeds belangrijker 12 Randstad Payroll Solutions 15 Kort nieuws 19 Mobiliteitsbevordering als onderdeel van uw formatiestrategie 20 Belastingen en onderwijs 21 Voorkom reputatieschade met juiste aanpak crisiscommunicatie 24 Nieuwe aspecten jaarverslaggeving PO 2014 26 Dyade Voordeelservice 27 Kalender 27 Waar vindt u ons? Dyademagazine nummer 2 februari 2015 3

DE Aftrap... Frank Tromp Algemeen directeur Dyade Dienstverlening Onderwijs frank.tromp@dyade.nl De kritische vriend van de bestuurder Onderwijsbestuurders bekleden een functie waarin buitengewoon veel van hen wordt gevraagd, vooral in kleine en middelgrote instellingen. Je moet als bestuurder van heel veel onderwerpen verstand hebben, omdat er geen specialisten aanwezig zijn. Een bestuurder van een dergelijke instelling kan het inspectiebezoek niet overlaten aan een collega, of het maken van een bestuursformatieplan delegeren aan een HRM-directeur zoals in de grotere onderwijsinstellingen. Een meerjarenbegroting komt ook vaak neer op de schouders van de bestuurders. Eigenlijk is een bestuurder van een dergelijke instelling vaak gewoon ondernemer. In de jaren dat ik ondernemer en eigenaar was van een klein opleidingsinstituut, moest ik ook veel zelf doen. Dat is natuurlijk heel afwisselend en dynamisch, er is geen dag hetzelfde. Dat is een groot voordeel ten opzichte van een specialistenfunctie waar werkzaamheden zich vaak herhalen. Toch brengt een dergelijke positie ook onzekerheid met zich mee: It s lonely at the top. Je vraagt je soms af of je overal aan hebt gedacht: Heb ik nu echt alle veranderingen in beeld? Mis ik geen belangrijke risico s? Wat zit er in mijn dode hoek?. In mijn ondernemerstijd voerde ik iedere maand een gesprek met Kasper, iemand uit de vriendenkring van de familie en werkzaam als zelfstandig accountant. Kasper kwam één keer per maand langs, meestal aan het einde van de dag. Hij controleerde de cijfers, overlegde met mijn secretaresse die de boekhouding deed en daarna bespraken we in een uur de relevante ontwikkelingen in mijn onderneming: de laatste winstcijfers, de ontwikkelingen op fiscaal gebied, de productiecijfers, etc. Ik vertelde Kasper ook over mijn plannen en hij stelde mij daar lastige vragen over. Hij hield me scherp zodat mijn bedrijfsvoering op rolletjes liep. Ik noemde Kasper mijn kritische vriend. Ik gun iedere bestuurder in het onderwijs een dergelijke kritische vriend. Iemand die regelmatig langskomt om de actuele situatie van de instelling door te spreken, om samen vast te stellen wat er goed gaat en wat er niet goed gaat. Iemand die ontwikkelingen signaleert binnen én buiten de organisatie. Geen meedenker, maar een tegendenker die kritische vragen stelt en blijft doorvragen als er geen afdoende antwoord komt. Iemand die je scherp houdt en de blinde vlekken benoemt. Een vriend die bovendien in oplossingen denkt en de oplossingen mede mogelijk maakt. Omdat die vriend een uitgebreid netwerk heeft. Een netwerk van organisaties en deskundigen die hebben bewezen goede kwaliteit te leveren. Kijk, dat zijn vrienden voor het leven. 4 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

PO Mogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling In een eerder artikel in het Dyademagazine is de wijziging van de ketenregeling besproken en de mogelijke gevolgen voor het onderwijs. De nieuwe ketenregeling houdt in dat werkgevers hun werknemers drie tijdelijke opvolgende arbeidsovereenkomsten in maximaal twee jaar kunnen aanbieden. Bij het vierde contract of bij overschrijding van de twee jaar, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de nieuwe ketenregeling per 1 juli 2015 wordt een contract als opeenvolgend gezien indien er zes maanden of minder tussen zitten. De keten van opeenvolgende contracten wordt derhalve pas doorbroken bij zes maanden en een dag, nu is dit nog drie maanden en een dag. De belangrijkste wijziging is echter dat van de cao nog slechts beperkt mag worden afgeweken per 1 juli 2015. Nu mag nog onbeperkt bij cao van de ketenregeling worden afgeweken. door Bianca Brouwer, onderwijsjuriste Dyade Advies De ketenregeling is overigens niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg, zoals bedoeld in artikel 7.2.2. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. In de respectievelijke onderwijscao s is dan ook onbeperkt afgeweken van de regeling dat na drie opvolgende tijdelijke contracten omzetting naar een contract voor onbepaalde tijd plaatsvindt, en maakt de werknemer pas aanspraak op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als de 36 maanden wordt overschreden. Anders zou immers de ongewenste situatie ontstaan dat een invalkracht na drie keer een dag in te vallen, de vierde dag een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou moeten krijgen. In het onderwijs hebben cao-partijen dan ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid om onbeperkt van het aantal contracten te mogen afwijken. Per 1 juli 2015 is het niet meer mogelijk om onbeperkt van de ketenregeling af te wijken Afwijkingsmogelijkheden Per 1 juli 2015 is het dus niet meer mogelijk om onbeperkt van de ketenregeling af te wijken. De wettelijke regeling biedt wel de ruimte de periode van 24 maanden bij cao te verlengen naar maximaal 48 maanden en het aantal arbeidsovereenkomsten uit te breiden naar maximaal zes. Deze afwijkingsmogelijkheden zijn echter beperkt tot uitzendovereenkomsten en functies of functiegroepen waarvan uit de cao blijkt dat de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering de afwijking vereist. Tijdens de parlementaire behandeling heeft de regering er op gewezen dat ook invalkrachten in het primair onderwijs onder de afwijkingsmogelijkheid van de ketenbepaling kunnen vallen, aangezien uit de aard van de functie volgt dat het om tijdelijk werk gaat. De afwijking van de ketenregeling kan alleen bij cao en hangt dus af van de cao-partijen en de uitkomst van de cao-onderhandelingen. Indien niet wordt afgeweken dan geldt de regeling van maximaal drie contracten in maximaal twee jaar. Het gaat hier om het bijzonder onderwijs omdat de werknemers in het bijzonder onderwijs onder het Burgerlijk Wetboek vallen en werknemer zijn in de zin van het Burgerlijk Wetboek. De Wet werk en zekerheid heeft indirect wel gevolgen voor de ambtenaren in het openbaar onderwijs, aangezien op basis van de wet wijzigingen in de respectievelijke cao s zullen worden opgenomen. De verwachting is dat de ketenregeling in de cao wordt opgenomen en op die wijze ook van toepassing is op het openbaar onderwijs. Duidelijkheid hierover ontstaat pas op het moment dat de cao-partijen hierover uitsluitsel geven. >> Dyademagazine nummer 2 februari 2015 5

Na drie keer een dag invallen, zal de vierde arbeidsovereenkomst er een zijn voor onbepaalde tijd, een onwerkbare situatie >> Brandbrieven Naast deze algemene afwijkingsmogelijkheid is er een specifieke afwijkingsmogelijkheid voor bepaalde functies, in sectoren die niet kunnen bestaan zonder tijdelijke contracten en zouden omvallen als de ketenregeling wordt toegepast, zoals in het profvoetbal. Inmiddels zijn er brandbrieven gestuurd naar de regering om de invalkrachten in het onderwijs als aparte categorie aan te merken, net zoals de profvoetballers. De minister heeft hier tot nu toe geen gehoor aan gegeven. Dit heeft als consequentie dat drie maal een dag invallen door een invalkracht de daaropvolgende arbeidsovereenkomst wordt omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, indien er zes maanden of minder heeft tussen gezeten. Er ontstaat derhalve een situatie dat er geen vervanging kan worden georganiseerd en dat klassen worden opgedeeld of naar huis worden gestuurd, dan wel dat er geen leraar voor de klas staat. De regering is echter van mening dat de gewenste flexibiliteit ook langs andere weg kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door inzet van flexpools, nul-urencontracten, dan wel uitzendarbeid. In het onderstaande worden de mogelijkheden tot interne flexibiliteit besproken. Het probleem zal zich waarschijnlijk niet zo zeer voordoen bij langdurige vervanging. In die situatie kunnen werkgevers immers contracten voor een aantal maanden afsluiten. Zo kan een werkgever bijvoorbeeld drie contracten van een half jaar geven, en pas bij het vierde contract ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een andere mogelijkheid is twee contracten van een jaar waarbij pas na overschrijding van de 24 maanden een arbeidsovereenkomst ontstaat voor onbepaalde tijd. Derhalve zijn lange periodes van vervanging op te lossen, zonder dat meteen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Tijdelijke taakuitbreiding Het probleem zal zich met name voordoen bij kortdurende vervanging, van een dag, een week of een maand. Zoals eerder geschetst zal na drie keer een dag invallen, de vierde arbeidsovereenkomst er een zijn voor onbepaalde tijd, een onwerkbare situatie. Dit zou betekenen dat kortdurende vervanging niet meer mogelijk is. Er zijn echter meerdere oplossingen denkbaar. Een mogelijkheid om dit intern op te lossen, is (zowel tijdelijke als vaste) medewerkers een tijdelijke taakuitbreiding te geven. De werktijdfactor kan immers op jaarbasis tot maximaal 1,2 worden uitgebreid. Deze tijdelijke taakuitbreiding vervalt van rechtswege en valt ook niet onder de ketenregeling in het PO en VO. Op deze manier ontstaan dus geen arbeidsrechtelijke verplichtingen. Het enige nadeel zou kunnen zijn dat indien de tijdelijke taakuitbreiding geen vervanging betreft, dat bij verlies van vijf arbeidsuren of meer welke minimaal een half jaar heeft geduurd, dat de werkgever kan worden geconfronteerd met de vergoeding van de gehele of gedeeltelijke uitkeringskosten. Indien de reden van beëindiging niet kan worden onderbouwd gaat het in het primair onderwijs om de volledige uitkeringskosten. In het VO wordt 75% collectief opgeslagen en 25% onder de individuele werkgever, en het MBO is in zijn geheel eigenrisicodrager. Nul-urencontracten Een andere mogelijkheid is om nul-urencontracten met de invalkrachten af te sluiten, ook wel oproepcontract genoemd. In dit tijdelijke contract is overeengekomen dat er geen loon wordt betaald als er niet wordt gewerkt. Gedurende de eerste zes maanden is het mogelijk tussen werkgever en werknemer de loondoorbetalingsverplichting bij schriftelijke overeenkomst uit te sluiten. Gedurende een half jaar kunnen werknemers dan worden opgeroepen voor een dag, een paar dagen, een week of een maand bij ziekte en andere redenen, zonder dat na een aantal oproepen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Het is echter een oplossing voor maximaal zes maanden en niet voor het gehele schooljaar. Bij cao kan de periode van zes maanden echter worden verlengd, mits de aan de aan die functie verbonden 6 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. Het is aan cao-partijen om deze mogelijkheid in de cao op te nemen en het zo voor het gehele schooljaar te regelen en de maximumperiode naar drie jaar te brengen, zodat de regeling bijna overeenkomt met de huidige caoregeling. Een voorbeeld van een nul-urencontract kan van de site van Dyade worden gedownload. Nul-urencontracten afsluiten met de invalkrachten is een goed alternatief Oud recht Het nieuwe recht wordt van toepassing op arbeidsovereenkomsten die na 1 juli 2015 worden aangegaan. Voor een arbeidsovereenkomst die voor 1 juli 2015 is aangegaan geldt eerbiedigende werking van oud recht, vanwege het feit dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de consequenties van het nieuwe recht nog niet konden worden overzien. Deze arbeidsovereenkomst loopt nog van rechtswege af. Wanneer op of na 1 juli 2015 een (opvolgend) contract wordt gesloten met een tussenpoos van zes maanden of korter, telt het voorgaande contract wel mee in de keten volgens het nieuwe recht. Het oude recht blijft van toepassing op contracten die aanvangen voor 1 juli 2015. Cao s die een ruimere afwijkingsmogelijkheid hebben blijven van toepassing zolang die cao blijft gelden, maar ten hoogste tot 1 juli 2016. Voor de CAO PO geldt de onmiddellijke werking van het nieuwe recht, omdat deze tot 1 juli 2015 loopt. De CAO VO loopt tot 1 augustus 2015, tot dan geldt de ruimere afwijkingsmogelijkheid. Gedurende die periode mogen de betreffende afwijkingsmogelijkheden ook worden toegepast op eventuele nieuwe arbeidsovereenkomsten. Wellicht verlengen cao-partijen de looptijd van de respectievelijke cao s zodat tot 1 juli 2016 mogelijkerwijs nog onbeperkt van het aantal contracten in het onderwijs kan worden afgeweken. Nul-urencontracten zijn alleen mogelijk in het bijzonder onderwijs, deze vindt zijn basis in artikel 7:628 BW. Voor het openbaar onderwijs is de mogelijkheid tot een oproepcontract er niet, de wettelijke basis hiertoe ontbreekt. De grondslag hiertoe dient voor het openbaar onderwijs in de onderwijscao te worden opgenomen. Het is nog even wachten op de cao-partijen in dezen. In het primair en voortgezet onderwijs is een werkgroep sociale zekerheid ingericht, die afspraken zal maken over de WWZ, tijdelijke contracten en wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen. De verwachting is nu dat de werkgroepen in het voorjaar van 2015 met een samenhangend voorstel ten aanzien van al deze onderwerpen zullen komen. In het volgende Dyademagazine gaan we verder in op de externe flexibiliteit en de voor- en nadelen, van onder andere uitzendarbeid en ZZP-ers. Heeft u behoefte aan ondersteuning of advies op het gebied van ontslagrecht in het onderwijs, dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Bianca Brouwer, bianca.brouwer@dyade.nl. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 7

PO De regels rond vrijwilligersvergoedingen Regelmatig bereiken ons vragen over de vrijwilligersvergoeding. Hieronder geven we kort weer wat nu wel en wat niet is toegestaan inzake het uitbetalen van de vrijwilligersvergoeding. Een vrijwilligersvergoeding is toegestaan in geval van vrijwilligerswerk, waarbij iemand zonder dienstbetrekking bereid is bepaalde beperkte werkzaamheden vrijwillig te doen. Daarvoor gelden de volgende randvoorwaarden: > Een vrijwilliger van 23 jaar of ouder die bij u vrijwilligerswerk verricht krijgt een vergoeding van maximaal 4,50 per uur, met een maximum van 150,- per maand en 1.500,- per jaar. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen voor de inzet van de vrijwilliger. > Een vrijwilliger, jonger dan 23 jaar die bij u vrijwilligerswerk verricht, krijgt een vergoeding van maximaal 2,50 per uur, met een maximum van 150,- per maand en 1.500,- per jaar. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen voor de inzet van de vrijwilliger. > Een vrijwilliger die bij u vrijwilligerswerk verricht ontvangt een vergoeding die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Dan mag de vergoeding maximaal 150,- per maand en 1.500,- per jaar zijn. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor de inzet van de vrijwilliger. Als een vrijwilliger alleen deze vrijwilligersvergoeding ontvangt, dan is de vergoeding onbelast. U als werkgever geeft deze vergoedingen aan de Belastingdienst door via een zogenaamd IB-47 formulier. Bijstandsuitkering en vrijwilligerswerk Voor personen die een bijstandsuitkering en een vergoeding voor vrijwilligerswerk ontvangen geldt dat de hoogte van de uitkering niet wijzigt indien de vrijwilligersvergoeding maximaal 95,- per maand en maximaal 764,- per jaar bedraagt. Als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor de re-integratie, dan verandert de hoogte van de uitkering niet als de vrijwilligersvergoeding niet hoger is dan 150,- per maand en 1.500,- per jaar. Voor de volledige richtlijn verwijzen wij u graag naar de website van de Belastingdienst. 8 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

Inkomstenbelasting Het kan zijn dat u een vrijwilliger een hogere vergoeding verstrekt dan 4,50 per uur (of 2,50 per uur indien de vrijwilliger jonger is dan 23 jaar), 150,- per maand of 1.500,- per jaar. In dat geval gaat de Belastingdienst er in principe van uit dat sprake is van een vergoeding die in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Deze vergoeding is dan in beginsel eveneens belast voor de loon- en inkomstenbelasting. Enkele voorbeelden: > U betaalt een vrijwillige oppas-ouder van 32 jaar incidenteel een bedrag van 10,- voor 1,5 uur tussenschoolse opvang. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Nee, het maximaal toegestane uurtarief is 4,50 > U betaalt een ander gedurende de periode januari tot en met juni 250,- per maand aan onkostenvergoeding. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Nee, het maximaal toegestane uit te betalen maandbedrag is 150,- > U betaalt gedurende tien maanden een ouder van 30 jaar die diverse vrijwilligerswerkzaamheden verricht 100,- per maand. De vrijwilliger verricht gemiddeld 30 uur per maand werkzaamheden voor en op de school. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Ja, het maandbedrag en het uurtarief liggen beide onder de toegestane grenzen. Wat kunnen de risico s zijn als er ten onrechte een vrijwilligersvergoeding uitbetaald wordt? Indien de Belastingdienst tijdens een boekenonderzoek bij uw vereniging of stichting, vaststelt dat er vergoedingen zijn verstrekt aan personen/personeel die niet voldoen aan de vereisten van de vrijwilligersvergoeding kunt u rekenen op een naheffing loonbelasting, mogelijk ook een (hoge) boete. Aanvullend willen wij u erop wijzen dat bij leraren in opleiding (LIO ers niet zijnde LIO ers conform artikel 3.27/4.26 cao PO 2014/2015) er sprake is van een fictief dienstverband en dat deze medewerkers afgerekend moeten worden via de reguliere personele en salarisadministratie. Het formulier declaratie vrijwilligers - vergoeding kunt u downloaden op onze website: www.dyade.nl > Financiële administratie > Formulieren > Declaratie vrijwilligersvergoeding *Op al onze producten en diensten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 9

PO/VO Basisschooladvies steeds belangrijker Elk jaar maken 190 duizend leerlingen de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Deze mijlpaal kan van grote invloed zijn op de verdere schoolloopbaan. Het schooladvies is leidend en de uitslag op de eindtoets het enige objectieve tweede gegeven ( second opinion ) dat scholen voor voortgezet onderwijs mogen betrekken bij de toelating van leerlingen uit het basisonderwijs. Dit betekent dat scholen voor voortgezet onderwijs de toelating niet afhankelijk mogen stellen van het resultaat op de eindtoets. door Joop de Jager, adviseur Dyade Advies De regelgeving is zo aangepast dat scholen voor voortgezet onderwijs naast de eindtoets geen andere gegevens mogen gebruiken of eisen als tweede gegeven. Dit geldt zowel voor toelatingstoetsen die een school voor voortgezet onderwijs zelf al dan niet vooruitlopend op het resultaat van de eindtoets - zou overwegen af te nemen, als voor andere toetsen die leerlingen op de basisschool maken. Bij dit laatste gaat het bijvoorbeeld om de Entreetoets in groep 7, de resultaten van toetsen uit het leerlingvolgsysteem of een IQ-test. Het is aan de basisschool om deze gegevens te betrekken bij het opstellen van het schooladvies. Op lokaal en regionaal niveau kunnen over de wijze waarop dit gebeurt op vrijwillige basis afspraken worden gemaakt tussen het basis en voortgezet onderwijs. Het advies dat een basisschoolleerling krijgt, is dus heel belangrijk. Het basisschooladvies heeft meer gewicht en de status van een basisschoolbesluit gekregen. Het spreekt vanzelf dat leerlingen gelijke kansen horen te hebben om een zo goed mogelijk vervolg te krijgen van hun schoolloopbaan. Omdat het basisschooladvies hier zo n grote rol speelt, moet de kwaliteit hiervan zo goed mogelijk zijn. De Inspectie van het Onderwijs heeft onderzoek verricht naar de kwaliteit van het basisschooladvies. Dit onderzoek richtte zich op de kwaliteit van de adviesprocedure, de samenhang tussen het basisschooladvies en de Eindtoets Basisonderwijs en de samenhang tussen het advies en het vervolg van de schoolloopbaan. Wat gebeurt er met leerlingen die een hoger of lager advies krijgen dan op basis van de eindtoets kan worden aangenomen? Welke verklaringen zijn er te geven voor betere of juist minder goede door- Het resultaat van dit onderzoek is vastgelegd in het rapport De kwaliteit van het basisschooladvies. Het rapport geeft ook een trendanalyse van adviezen en doorstroom van de afgelopen tien jaar. Welke trends zijn er zichtbaar in basisschooladviezen? Hoe staat het met de kwaliteit van de adviesprocedure? 10 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

stroom van leerlingen in het voortgezet onderwijs en welke rol speelt het basisschooladvies daarin? Trends Het rapport toont twee duidelijke trends. Tot 2011 adviseerden basisscholen gemiddeld steeds hogere onderwijsniveaus, terwijl de score voor de eindtoets niet in gelijke mate toenam. De tweede trend was dat iets meer leerlingen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op een hogere positie kwamen dan het advies aangaf. Deze trends versterkten elkaar en vertaalden zich in een grotere deelname aan de hogere onderwijssoorten zoals havo en vwo. Beide stijgende trends zijn sinds 2011 afgebogen. Ten eerste adviseren de basisscholen nu gemiddeld een iets lager onderwijsniveau dan in 2011. Daarnaast komen sinds vorig jaar juist iets minder leerlingen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op een hogere positie dan het advies aangaf. Het basisschooladvies heeft meer gewicht en de status van een basisschoolbesluit gekregen Advisering zorgvuldig Vrijwel alle scholen uit het onderzoek (118) gaan zorgvuldig met de advisering om en hanteren een procedure, maar bij een derde van de scholen is die procedure niet vastgelegd. Verder hanteren lang niet alle scholen richtlijnen voor het opstellen van het advies en het wegen van factoren die van belang zijn voor het advies. Ook wordt de adviesprocedure door een aantal scholen niet of maar beperkt geëvalueerd, terwijl een zorgvuldige adviesprocedure de school beschermt tegen druk van ouders en scholen om een hoger of juist een lager onderwijsniveau te adviseren. Geen overadvisering De meeste leerlingen komen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op de positie terecht die het advies aangeeft; gemiddeld 75 procent. De hoogte van het advies blijkt zeer bepalend te zijn voor de verdere doorstroom in het voortgezet onderwijs. Adviseert een basisschool een hoger onderwijsniveau dan men op basis van de eindtoets zou verwachten, dan werkt dat vaak in het voordeel van de leerlingen. Leerlingen met een advies voor een hoger onderwijsniveau dan de eindtoets indiceerde, komen na twee jaar voortgezet onderwijs meestal ook op het onderwijsniveau dat de basisschool adviseerde of op een hoger niveau (73 procent). Het onderzoek toont ook aan dat een lager advies dan de toets indiceert, vaak tot een lager onderwijstype leidt dan de score op de eindtoets aangaf. Er is geen beeld van massale overadvisering waardoor leerlingen in het voortgezet onderwijs massaal afstromen. De meeste leerlingen komen op de positie van het advies terecht. Doorstroomkansen De doorstroomkansen in het voortgezet onderwijs hangen niet alleen af van het advies en de eindtoetsscore, maar ook van de samenstelling van de school voor voortgezet onderwijs. Wanneer een leerling met een vmbo-kader-advies op een brede scholengemeenschap komt, heeft deze leerling meer kansen om op te stromen naar het vmbo-t dan wanneer de leerling op een smalle school komt die alleen het beroepsgerichte vmbo in huis heeft. Leerlingen die advies krijgen voor een laag onderwijsniveau zijn dus gebaat bij brede scholengemeenschappen. Leerlingen met adviezen voor hogere onderwijsniveaus (havo en vwo) doen het beter op smalle scholen met enkel havo en vwo. Samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs kan de doorstroomkansen van leerlingen bevorderen. Hoge verwachtingen stimuleren dat leerlingen een goed niveau halen. Dit geldt voor de basisscholen bij de afgifte van het advies. Dit geldt ook voor scholen voor voortgezet onderwijs bij de plaatsing van leerlingen. BRON: rapport De kwaliteit van het basisschooladvies. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 11

PO/VO/MBO/HBO Randstad Payroll Solutions voldoet volledig aan nieuwe wet- en regelgeving Payroll heeft de beeldvorming niet altijd mee gehad: het zou een gekunstelde constructie zijn, niet bij wet geregeld, enkel en alleen bedoeld om de opdrachtgever te vrijwaren van de administratieve lasten en de arbeidsrechtelijke risico s die horen bij werkgeverschap. De inlener werft zelf de payrollmedewerker, maar de payroll - onderneming sluit met hem of haar een arbeidsovereenkomst af. De payrollmedewerker werkt exclusief bij de opdrachtgever, maar het werkgeverschap ligt bij de payrollonderneming en die geeft daar niet altijd inhoudelijke invulling aan. De payrollonderneming heeft geen gezagsverhouding met de payrollmedewerker, voert vaak geen functioneringsgesprekken, want dat doet de inlener, en bemoeit zich niet met ziekteverzuim(preventie). Kortom: de inlener loopt geen risico s, de payrollonderneming gedraagt zich niet als werkgever en de payrollmedewerkers vallen tussen wal en schip. Tot zover het heersende beeld. En nu hoe het ook anders kan: dit artikel gaat over de manier waarop Randstad Payroll Solutions (Randstad), partner van Dyade Voordeelservice, werkt, volledig conform de eisen die de nieuwe wet Werk en Zekerheid daaraan stelt. door Herman de Wild U wilt als opdrachtgever (schoolorganisatie) gevrijwaard worden van arbeidsrechtelijke risico s en administratieve lasten en u wilt flexibel zijn in de inzet van personeel. Door het juridisch werkgeverschap bij Randstad neer te leggen, beschikt u over de voor u beste arbeidskrachten omdat u ze zelf werft en selecteert. Tevens behoudt u flexibiliteit doordat u met hem of haar geen arbeidsovereenkomst afsluit. Want door payroll kunt u die medewerker die u geen arbeidscontract kunt geven, maar die u toch graag wilt inzetten, voor uw organisatie werven en behouden. Deze medewerkers op hun beurt, hechten vaak aan hun flexibiliteit en zoeken meer naar werkzekerheid dan naar baanzekerheid. Aan beide wensen kan Randstad voldoen. Randstad geeft als professionele payrollonderneming uit overtuiging wel degelijk vorm aan de verantwoordelijkheid die hoort bij deze werkgeversrol. Dat blijkt uit de duidelijke scheiding tussen het juridisch werkgeverschap en het opdrachtgeverschap. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid, en dus ook de risico s, die verbonden zijn met ziekteverzuim, leegloop en doorbetaling bij een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd bij Randstad ligt, en niet bij de opdrachtgever (de schoolorganisatie). Randstad neemt namelijk alle werkgeversverplichtingen die daarmee samenhangen op zich om die strikte scheiding van verantwoordelijkheden te waarborgen. Uitstekend pakket arbeidsvoorwaarden Randstad staat garant voor een uitstekend pakket aan arbeidsvoorwaarden. Dit pakket kunt u zo samenstellen dat er nauwelijks verschil is met uw vaste medewerkers. Dat is belangrijk als u veelbelovende mensen wilt binden bijvoorbeeld in de aanloop naar een vast dienstverband. Payrollmedewerkers weten waar ze bij Randstad als juridisch werkgever aan toe zijn. Ze kunnen bij Randstad altijd rekenen op: > Transparantie en uitgebreide informatie vooraf over arbeidsvoorwaarden, rechten en plichten; > Stipte en correcte uitbetaling; > Informatie over bijvoorbeeld cao en pensioen (de ABU-cao voor uitzendkrachten, waarbij vanaf de eerste werkdag de bij uw geldende arbeidsvoorwaarden van kracht zijn); > Rechtstreekse aansluiting bij het ABP en de mogelijkheid om tegen gunstige voorwaarden een IPAP verzekering af te sluiten; > Begeleiding bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en re-integratie; > Inspanningen voor herplaatsing van arbeidskrachten met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarvan de opdracht bij u eindigt (Randstad Payroll herplaatst gemiddeld tachtig procent van de payrollmedewerkers); > Facilitering bij scholing en ontwikkeling, in overleg met u als opdrachtgever. Duidelijkheid over juridische status Omdat bij payroll sprake is van een driehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en opdrachtgever kan er soms verwarring ontstaan over bij wie nu het juridisch werkgeverschap ligt. Lange tijd is er een juridische discussie gevoerd over of het ontbreken van een allocatieve functie er toe zou kunnen leiden dat een onderneming geen werkgever in de zin van artikel 12 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

7:690 BW kan zijn. Recent zijn vier arresten 1 gepubliceerd die samen zorgen voor duidelijkheid over de juridische status van payroll en (het ontbreken van) de allocatieve functie. Belangrijkste conclusie van de uitspraken is dat een onderneming geen allocatieve functie hoeft te hebben om onder artikel 7:690 BW te kunnen vallen, zolang wel aan de andere vereisten van dat artikel wordt voldaan (zoals ter beschikking stellen). Er wordt dan ook gesteld dat de payrollwerkgever de juridisch werkgever is. Randstad voldoet aan alle huidige juridische vereisten. In de Staatscourant is recentelijk de regeling tot wijziging van het Ontslagbesluit 2 inzake de opzegging van de arbeidsverhouding met de payrollwerknemer gepubliceerd. In deze regeling is ook een omschrijving opgenomen van wat een payrollwerkgever is. Ook hieruit blijkt dat het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt geen voorwaarde is. Deze nieuwe ontslagregels zijn per 1 januari 2015 in werking getreden en hebben alleen impact als er sprake is van ontslag van payrollmedewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd lopen immers van rechtswege af. Uw contactpersoon van Randstad Payroll Solutions kan u hier verder over informeren. Randstad onderschrijft de visie van de sociale partners in het sociaal akkoord dat het voor de payrollmedewerker duidelijk moet zijn wat zijn/ haar positie is. Zowel in de voorwaarden van inschrijving en verklaring medewerker, de payrollovereenkomst en de werkwijzer wordt de payrollmedewerker goed uitgelegd dat Randstad de juridisch werkgever is en wat de rechten en plichten van beide partijen zijn. Daarnaast neemt Randstad voor aanvang van de werkzaamheden contact op met de payrollmedewerker om de werkgeversrol van Randstad nog eens extra te benadrukken. Dyade heeft voor haar klanten een collectief contract gesloten Klanten kunnen profiteren van zeer gunstige tarieven. Kijk voor meer informatie op www.dyade.nl > Voordeelservice > Payroll of neem direct contact op met Marit Lubberink van Randstad Payroll Solutions: T 020 398 90 30, M 06 27 13 92 94 marit.lubberink@nl.randstad.com 1 Hof Amsterdam, het Hof Den Haag en het Hof Arnhem-Leeuwarden 2 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276 Dyademagazine nummer 2 februari 2015 13

Payroll Solutions de oplossing voor een optimaal formatieplan Exclusief voor klanten van Dyade: zeer scherpe tarieven Wist u dat payroll een prima oplossing is voor een opti maal formatieplan? En dat vele schoolbesturen al gebruikmaken van deze dienst van Randstad? Met Payroll verzorgt u zelf de werving en selectie, maar het juridische werkgeverschap nemen wij van u over. Zo houdt u controle over uw grootste kostenpost, personeel, en kunt u gemakkelijk meebewegen met onverwachte veranderingen. Voordelen payroll uitsluiten van arbeidsrechtelijke risico s maximale flexibiliteit op basis van de ABU cao eerste 78 gewerkte weken onbeperkt aantal contracten niet gebonden aan herbenoemingsverplichting risicovermindering bij tijdelijke contracten Waarom Randstad Payroll Solutions scherpe tarieven voor klanten van Dyade betrouwbare partner en specialist in onderwijs payrollmedewerkers werken volgens uw cao wij staan voor goed werkgeverschap Informatie & contact Op www.dyade.nl>voordeelservice>payroll vindt u meer informatie over onze dienstverlening. U kunt ook direct contact opnemen met Randstad Payroll Solutions op (020) 569 52 02 of info@payrollsolutions.nl.

PO Kort nieuws CAO PO versus onderhandelaarsakkoord: de verschillen De CAO PO 2014-2015 is eind 2014 gepubliceerd. Een aantal zaken is opvallend anders opgenomen in de caoteksten dan in het onderhandelaarsakkoord. Wij stippen deze zaken kort aan. > De tien procent deskundigheidsbevordering is per 1 juli 2014 al vervallen. In artikel 9.7 van de CAO PO 2014-2015 is opgenomen dat een medewerker recht heeft op 2 uur professionalisering per week. Dit geldt voor alle medewerkers. Bij een normjaartaak van 1659 uur en een werkweek van 40 uur (1659 : 40) is er sprake van 41,48 werkweken en 83 uur (41,48 x 2) professionalisering per medewerker op jaarbasis. Dit is vijf procent van de normjaartaak. Dit komt overeen met de helft van de tien procent deskundigheidsbevordering die men eerder zelf in mocht zetten. > Uiterlijk in 2017 moeten schoolbesturen gebruikmaken van een gevalideerd lesobservatie- instrument (artikel 9.9 en 9.10). > De vier weken aansluitend zomervakantie is niet opgenomen in de CAO PO 2014-2015. In artikel 8.5 is opgenomen dat vakantieverlof bij voorkeur in de schoolvakanties wordt verleend. Uw kader is het aantal uren vakantie op jaarbasis. Dit geldt vanaf 1 augustus 2015 of zoveel eerder als u besluit het nieuwe taakbeleid van toepassing te verklaren. > De pauze tussen 11.00 en 14.00 uur in het onderhandelaarsakkoord is aangepast naar tussen 10.00 en 14.00 uur). Zie artikel 2A.7 lid 4. > Kortdurende vervanging kan vanaf minimaal vijf uur plaatsvinden in plaats van de acht uur opgenomen in het onderhandelaarsakkoord (artikel 2A.3 lid 4). > Het beschikbaarheidsschema (artikel 2.4) geldt vanaf 1 augustus 2015 alleen voor schoolbesturen die het basismodel hanteren (en dus niet voor besturen die het overlegmodel hanteren). Van belang is daarbij dat de WTF eerst op 1 cijfer achter de komma wordt afgerond vóór toepassing. Een medewerker met een WTF van 0,23 valt dan onder het kader onder t/m 0,2. > De vijfhonderd euro professionalisering per FTE (artikel 9.7) is bedoeld voor individuele scholing. Deze gelden zijn alleen in te zetten voor teamscholing of opgedragen scholing als er een bedrag over blijft van de samengevoegde gewenste individuele scholing van de medewerkers. Helaas zijn de definities van wat onder basisbekwaam en vakbekwaam moet worden verstaan nog niet in de cao opgenomen en daarmee ook niet de toetsbare criteria waarmee een objectieve beoordeling mogelijk is. Meer informatie over de wijzigingen CAO PO 2014-2015 ten opzichte van de verlengde CAO PO 2013 en een overzicht Q&A kunt u kosteloos downloaden van onze site www.dyade.nl > Dyade Advies > Personeel Inventarisatie lesobservatieinstrumenten Veel schoolbesturen maken gebruik van een lesobservatie-instrument, in het kader van de verbetering van het onderwijs en in samenhang met hun HRM-beleid. Schoolbesturen die dat nu nog niet doen, kunnen bij hun keuze uit de verschillende lesobservatie-instrumenten gebruik maken van de inventarisatie die de PO-Raad heeft uitgevoerd. De inventarisatie is te downloaden van de site van de PO-raad. Er worden zeventien instrumenten beschreven. Van elk instrument wordt het doel beschreven, wat er gemeten wordt, hoe het proces verloopt, hoe het instrument verbonden is met andere instrumenten en wat de externe validatie is. Ook wordt aandacht besteed aan de hoeveel tijd die het gebruik van het instrument in beslag neemt en wat de kosten zijn. Het resultaat is een overzicht dat schoolbesturen en de medezeggenschapsraden ondersteunt bij de keuze voor het instrument dat bij hun onderwijsinstelling past. De personeelsvertegenwoordiging in de (G)MR heeft daarbij instemmingsrecht. De inventarisatie is onderdeel van de afspraken uit het bestuursakkoord primair onderwijs. Schoolbesturen moeten uiterlijk in 2017 in hun HRM-beleid gebruik maken van een gevalideerd instrument waarmee de didactische vaardigheden van de leraar in beeld gebracht worden. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 15

Kort nieuws Eigenrisicodragerschap Vervangingsfonds De mogelijkheden om eigenrisicodrager te worden voor het Vervangingsfonds worden uitgebreid. Op dit moment komen alleen besturen of samenwerkende besturen met een lumpsum-budget van tenminste twintig miljoen euro in aanmerking voor het eigenrisicodragerschap. Vanaf 1 januari 2015 komen ook besturen met een lumpsum- budget lager dan twintig miljoen euro in aanmerking voor het eigen risicodragerschap, mits in het jaar voorafgaand aan het verzoek sprake is van een ziekteverzuimpercentage lager dan vier procent. Een tweede voorwaarde is dat een met instemming van de P(G) MR vastgesteld verzuim- en vervangingsbeleid en een met instemming van de P(G)MR vastgestelde rapportage over succesvol uitgevoerd verzuim- en vervangingsbeleid gedurende minimaal een jaar voorafgaand aan het jaar waarin het verzoek is ingediend wordt aangeleverd. Het Vervangingsfonds toetst het beleid en de rapportage niet inhoudelijk, zij toetst of de P(G)MR heeft ingestemd met de rapportage. Ook een instemming van de P(G)MR met de aanvraag is noodzakelijk. Vanaf 1 augustus 2014 kunnen ook besturen met een ziekteverzuimpercentage van zeven procent of lager eigenrisicodrager Vervangingsfonds worden. Ook besturen die een verlaging van het ziekteverzuim in 2013 met tien procent ten opzichte van 2012 hadden, kunnen in aanmerking komen voor de status van eigenrisicodrager. Schoolbesturen die voldoen aan de voorwaarden kunnen per 1 augustus van een jaar eigenrisicodrager worden. Een verzoek hiertoe moet uiterlijk acht weken vóór 1 augustus bij het Vervangingsfonds zijn ingediend. Bij dit verzoek dient in alle gevallen een verklaring te worden bijgevoegd waaruit blijkt dat het verzoek met instemming van de P(G)MR is gedaan. Indien u wilt onderzoeken of voor uw schoolbestuur het eigenrisicodragerschap een goede optie is en u wilt advies over het opzetten van een vervangingssystematiek, neem dan vrijblijvend contact op met Wilma Rijndorp-Kreft via 06-25 49 03 00 of per e-mail: wilma.rijndorp@dyade.nl. Meer informatie over het eigenrisicodragerschap en/of de modernisering van het Vervangingsfonds vindt u op www.vervangingsfonds.nl > Vervanging > Eigenrisicodragers 16 Dyademagazine nummer 2 februari 2015

Nieuwe wetgeving verlof en arbeidstijden De Eerste Kamer heeft onlangs unaniem ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De meeste maatregelen, bedoeld om het combineren van werk en zorg gemakkelijker te maken, gelden vanaf 1 januari 2015. Het wetsvoorstel vormt samen met de Wet werk en zekerheid (WWZ) en de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) een belangrijke stap richting een fatsoenlijke en moderne arbeidsmarkt. De maatregelen uit het wetsvoorstel op een rij: > Vergroting gebruiksmogelijkheden van het ouderschapsverlof door: - onvoorwaardelijk recht op drie dagen opname voor vaders bij geboorte kind. - het laten vervallen van de wettelijke eisen aan de wijze van aanvraag. - het laten vervallen van de eis dat men één jaar in dienst moet zijn bij de werkgever. > Flexibilisering van het pleegzorg- en adoptieverlof door: - het toevoegen van de mogelijkheid dat de werknemer het verlof in overleg met de werkgever gespreid kan opnemen (is nu vier weken aaneengesloten). - verruiming van de opnametermijn van 18 naar 26 weken rond de komst van het kind. > Flexibilisering van de opname van langdurend zorgverlof door het laten vervallen van de wettelijke beperkingen voor de wijze van aanvraag. > Uitbreiding van het kort- en langdurend zorgverlof naar werknemers die zorgen voor broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving (per 1 juli 2015). > Uitbreiding langdurig zorgverlof: noodzakelijke zorg ingeval van ziekte en hulpbehoevendheid (per 1 juli 2015). > Uitbreiding van het bevallingsverlof voor gevallen waarbij het kind na geboorte langdurig in het ziekenhuis moet worden opgenomen ( couveusekinderen ). > Overdracht bevallingsverlof in geval van overlijden van de moeder. > Mogelijkheid om het bevallingsverlof vanaf de zesde week na de bevalling in deeltijd op te nemen over een periode van maximaal dertig weken. > Het zwangerschapsverlof bij een meerling wordt met vier weken uitgebreid. De datum van inwerkingtreding van dit onderdeel is nog niet vastgesteld. Kort nieuws > Verheldering van de werkingssfeer van het calamiteiten- en kortverzuimverlof door toevoeging van het criterium onvoorziene omstandigheden als grondslag van verlof en explicitering van ziekenhuisbezoek door de werknemer en noodzakelijke begeleiding van naasten bij medische zorg. > Verkorten van de termijn waarop een nieuwe aanvraag tot aanpassing van de contractuele arbeidsduur kan worden gedaan van twee naar één jaar. Bij onvoorziene omstandigheden mag dit ook tussendoor. > Introductie van de mogelijkheid om bij onvoorziene omstandigheden (zoals een plotseling zieke partner) af te wijken van de procedurele bepalingen, bijvoorbeeld de aanvraagtermijn in de Wet aanpassing arbeidsduur. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 17

Exclusief voor klanten van Dyade! BESPAAR OP UW KOPIEERPAPIER VIA DYADE! Levering de volgende werkdag Persoonlijk en direct contact Online bestellen Geen verzendkosten Geen retourkosten ISO gecertificeerd Uitgebreid assortiment van milieuvriendelijke producten Online bestellen www.lyreco.nl Bellen 088 60 32 001

PO/VO Mobiliteitsbevordering als onderdeel van uw formatiestrategie Mobiliteit bevorderen in tijden van krimp en minder arbeidsmarktmogelijkheden voor uw medewerkers is mogelijk. Gedwongen ontslag kan voorkomen worden door het hanteren van een sociaal reglement. Uit ervaringen over de afgelopen jaren blijkt dat door het aanbieden van opties voor mobiliteit aan medewerkers een procedure sociaal plan of procedure RDDF-plaatsing achterwege kan blijven. Een neveneffect is dat minder gemotiveerde medewerkers of medewerkers die elders een uitdaging zoeken, eerder geneigd zijn gebruik te maken van de vertrekmogelijkheden. Dit kan uw organisatie in financieel en kwalitatief opzicht gezonder maken. door Wilma Rijndorp-Kreft, adviseur Dyade Advies onbezoldigd verlof en/of een tegemoetkoming in de verhuiskosten. Het blijkt in de praktijk dat schoolbesturen die actief inzetten op zulke maatregelen gedwongen ontslagen vaak kunnen voorkomen. Het sociaal reglement kunt u, in overleg met de eigen (G)MR, binnen uw eigen organisatie vaststellen. Dit betekent dat u zelf kunt kiezen welke maatregelen u wel of niet wilt opnemen in het reglement én u kunt zelf bepalen welk bedrag u wilt besteden aan de maatregelen. Sturen op de personele capaciteit, enerzijds met als doel financieel evenwicht, anderzijds het vasthouden van goede onderwijskwaliteit, vereist een langere-termijnvisie. Uw verwachting met betrekking tot de leerlingontwikkelingen en uw beleidsuitgangspunten vertaalt u naar meerjarig financieel perspectief. Een bestuursformatieplan sluit hier op aan doordat het inzichtelijk maakt welk volume aan medewerkers voor uw organisatie passend is. Voorts heeft u keuzes. Of u volgt de cao of u stelt een sociaal reglement op met mobiliteitsbevorderende maatregelen. Alleen als u weet dat gedwongen ontslag niet te voorkomen is, is het zaak de cao te volgen. In alle andere gevallen kunt u besluiten gebruik te maken van een sociaal reglement. In een sociaal reglement, dat zowel bij ontslagbeleid als werkgelegenheidsbeleid kan worden toegepast, staan maatregelen voor vrijwillige uittreding. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan instrumenten als vertrekpremies, aanvullingen op het keuzepensioen, een bijdrage in om-,heren bijscholing, verkorten van de opzegtermijn, Met dit alternatief is het geenszins de bedoeling te duiden dat het DGO of RDDF gepasseerd kan worden indien toch sprake is van gedwongen ontslag. Heeft een actief eigen personeelsbeleid niet het gewenste effect en moeten uiteindelijk maatregelen worden genomen op grond waarvan binnen de cao is vastgesteld dat daarvoor DGO gevoerd moet worden of RDDF-plaatsing aan de orde is, dan moet aan die verplichting ook gehoor gegeven worden. Onze adviseurs ondersteunen u graag bij de afwegingen en het opstellen en in proces brengen van het sociaal reglement. Ook voor een bestuursformatieplan, ontslagruimteberekening of sociaal plan en het overleg met de vakbonden kunt u bij ons terecht. Indien u meer wilt weten over de mogelijkheden van Dyade Advies op dit terrein, dan kunt u contact opnemen met Wilma Rijndorp-Kreft via 06-25 49 03 00 of per e-mail: wilma.rijndorp@dyade.nl. Dyademagazine nummer 2 februari 2015 19

PO/VO/MBO/HBO Belastingen en onderwijs Onderwijsinstellingen vallen in beginsel op dezelfde manier onder de belastingen als iedere andere onderneming of instelling. Meest bekend is uiteraard de loonbelasting, die moet worden ingehouden op het salaris van het personeel en afgedragen aan de belastingdienst. Wat betreft de omzetbelasting (BTW) en de vennootschaps - belasting (winstbelasting) gold tot dusver in de meeste gevallen een vrijstelling voor het onderwijs. door Frank Verweij, adviseur Dyade Advies Vanaf 2016 gaan overheidsbedrijven inclusief het onderwijs, regulier onder de vennootschapsbelasting vallen. De huidige reguliere vrijstelling voor scholen komt dan te vervallen. Als een school winst behaalt, dan valt dit in 2016 in beginsel onder de vennootschapsbelasting en hier kan met de Belastingdienst afgerekend gaan worden. Dat kan dus ook van toepassing zijn indien activiteiten binnen de organisatie plaatsvinden die buiten de reguliere onderwijsactiviteiten vallen. Ook in 2015 wordt een aantal zaken gewijzigd op het gebied van belastingen en onderwijs. Zo is is vanaf 1 januari de werkkostenregeling verplicht gesteld. Van alle kostenvergoedingen en verstrekkingen in het kader van het werk moet worden bepaald of deze wel of niet zijn vrijgesteld dan wel in de zogenaamde vrije ruimte kunnen vallen. Daarnaast wordt in 2015 de zogenaamde VAR, waardoor ZZP-ers konden worden ingeschakeld bij allerlei activiteiten, afgeschaft; u moet zelf gaan bepalen of een bepaalde opdrachtverstrekking wel of niet onder de loonbelasting valt. Als u in 2015, naast het reguliere onderwijs, andere activiteiten ontwikkelt waarmee u gaat deelnemen aan het maatschappelijk / economisch verkeer (bijvoorbeeld door het verhuren van een gymzaal of uitlening van personeel) dan kan uw school of organisatie onder de omzetbelasting (BTW) gaan vallen. Dyade biedt ook op het fiscale terrein adviezen en ondersteuning. Wij doen bijvoorbeeld fiscale checks om te bezien of een onderwijsinstelling fiscale risico s loopt en om die fiscale risico s te voorkomen. Daarnaast begeleiden wij onderwijsinstellingen bij de invoering van allerlei regelingen, zoals de werkkostenregeling, de scholieren en studentenregeling, de juiste toepassing van de vrijwilligersvergoedingen, etc. En ook wanneer een onderwijsinstelling een controle van belastingdienst krijgt, kan Dyade ondersteunen. Heeft u behoefte aan ondersteuning op fiscaal gebied? Neem telefonisch of per e-mail contact op met Frank Verweij (frank.verweij@dyade.nl, 06-48 32 65 90) of met Geerlof Bins (geerlof.bins@dyade.nl, 06-36 10 62 64). 20 Dyademagazine nummer 2 februari 2015