Water- en rioleringsplan Loon op Zand

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Basisopleiding Riolering Module 1

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

TOETSING VERBREED GRP

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

De Veranderende Zorgplicht

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Waddinxveen

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeentelijk rioleringsplan Wijk bij Duurstede

Gemeentelijk Riolerings Plan

Programma Water en klimaatveranderingen

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Gemeentelijk Rioleringsplan Voorst Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010 t/m 2014

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Water- en Rioleringsplan

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Ontwerp GRP

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater.

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

F. Buijserd burgemeester

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

Olst-Wijhe, 14 oktober doc. nr.: RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Feiten over de riolering

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Gemeentelijk rioleringsplan Bodegraven-Reeuwijk

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode

Gemeentelijk rioleringsplan Woerden

datum dossiercode Samenvatting van de watertoets (normale procedure)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode Definitief

Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

CVDR. Nr. CVDR305377_1

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

Nieuwe riolering in uw straat

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Transcriptie:

Water- en rioleringsplan Loon op Zand Stedelijk afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater Planperiode 2011-2015 Gemeente Loon op Zand I.s.m. Grontmij Nederland B.V. Houten, 22 september 2010

Inhoudsopgave Bestuurlijke samenvatting en besluit... 5 Deel 1: Verbreed gemeentelijk rioleringsplan... 9 1 1.1 Inleiding... 11 Aanleiding... 11 1.2 1.3 Geldigheidsduur... 11 Procedures... 12 1.4 1.5 Termen en definities... 12 Leeswijzer... 12 2 Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2 Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008... 13 2.3 Samenvatting evaluatie op maatregelen... 15 3 Gewenste situatie... 17 3.1 3.2 Inleiding... 17 Waarom rioleringszorg?... 17 3.3 3.4 Relaties met andere plannen, regelgeving en overheden... 17 Afvalwaterzorgplicht... 18 3.5 Hemelwaterzorgplicht... 19 3.6 3.7 Grondwaterzorgplicht... 21 Doelen rioleringszorg... 24 3.8 3.9 Functionele eisen en maatstaven... 24 Meetmethoden... 24 3.10 Voorwaarden voor effectief beheer... 24 4 Afvalwaterzorgplicht... 27 4.1 4.2 Inleiding... 27 Overzicht aanwezige voorzieningen... 27 4.3 Toetsing huidige situatie... 28 4.4 De opgave... 32 4.5 Verordeningen en vergunningen... 38 5 Hemelwaterzorgplicht... 39 5.1 Inleiding... 39 5.2 Toetsing huidige situatie... 39 5.3 De opgave... 42 6 Grondwaterzorgplicht... 45 6.1 Inleiding... 45 6.2 Toetsing huidige situatie... 45 6.3 De opgave... 47 7 Organisatie en financiën... 49 7.1 Personele middelen... 49 7.2 Financiële middelen... 51 Pagina 3 van 64

Inhoudsopgave (vervolg) 7.3 Kostendekking... 52 Deel 2: Waterplan... 57 8 8.1 Waterplan... 59 Inleiding... 59 8.2 8.3 Gewenste situatie... 59 Huidige situatie... 60 8.4 De opgave... 62 Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Beleid- wet en regelgeving Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Tabellen met technische gegevens Tabellen met financiele gegevens Uitgangspunten financiele berekening Woordenlijst Referenties Reacties van derden Lijst met overstorten Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand Pagina 4 van 64

Bestuurlijke samenvatting en besluit Aanleiding De gemeente Loon op Zand is wettelijk verantwoordelijk voor de invulling van drie watertaken. De zogenaamde zorgplichten betreffen: 1. De inzameling en transport van stedelijk afvalwater. 2. De inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. 3. Het nemen van grondwatermaatregelen. Doel van dit water- en rioleringsplan (WRP) van Loon op Zand is in de eerste plaats het vastleggen van het eigen beleid voor de drie zorgplichten en in de tweede plaats om aan het bevoegd gezag te verantwoorden op welke wijze de gemeente haar watertaken uitvoert en in hoeverre zij voldoende middelen heeft om dit in de toekomst te blijven doen. Hiermee voldoet de gemeente aan haar planverplichting zoals deze in de Wet milieubeheer (art. 4.22) is opgenomen. Tot 2008 had de gemeente de zorgplicht voor doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De zorg voor de riolering is sinds 1 januari 2008 verbreed tot de bovengenoemde zorgplichten. Dit is het eerste verbrede gemeentelijk rioleringsplan waarin de drie zorgplichten zijn opgenomen. Het WRP heeft als planperiode 2011-2015. Beleid en doelstellingen In dit WRP zijn een aantal beleidskeuzes opgenomen die betrekking hebben op de manier, waarop Loon op Zand haar zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater wil invullen. De algemene beleidslijnen zijn: Zorgplicht Afvalwater Algemene beleidslijn - Resultaatsverplichting voor inzameling en transport van vrijkomend stedelijk afvalwater. Hemelwater Grondwater - De verwerking van hemelwater is een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. - De perceelseigenaar is er in principe zelf verantwoordelijk voor dat hemelwater op zijn eigen terrein niet tot overlast en vervuiling leidt. - Bij de behandeling van hemelwater gaat de gemeente uit van de in de Waterwet opgenomen voorkeursvolgorde voor het omgaan met hemelwater. - Op lange termijn is het uitgangspunt dat het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater gescheiden ingezameld en getransporteerd wordt. Een gescheiden stelsel is hierbij het doel. - De gemeente is niet verplicht alle problemen door grondwaterstanden op te lossen. De gemeentelijke zorgplicht beperkt zich tot het nemen van doelmatige maatregelen in openbaar terrein voor structurele problemen. - De gemeente is aanspreekbaar voor grondwateroverlast maar niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de grondwaterstand. - De particulier is zelf verantwoordelijk voor de gevolgen en het treffen van maatregelen op particulier terrein om een niet gewenste ontwateringssituatie tegen te gaan. Voor de invulling van de drie zorgplichten zijn vijf doelen geformuleerd. De doelen zijn in dit WRP geconcretiseerd door middel van functionele eisen en maatstaven zodat getoetst kan worden of de situatie in Loon op Zand aan de gestelde doelen voldoet. De primaire doelen van de rioleringszorg zijn: Pagina 5 van 64

Bestuurlijke samenvatting en besluit 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. Waar staan we nu? Op 1 januari 2010 zijn alle woningen en bedrijven in Loon op Zand, op 3 woningen na, aangesloten op (druk)riolering. Deze 3 percelen worden in 2011 aangesloten op drukriolering. De gemeente voldoet daarmee aan haar wettelijke zorgplicht. De te beheren voorzieningen bestaan uit circa 84 km gemengde riolering, 15 km vuilwaterriolering, 21 km hemelwaterriolering, 12,5 km persleiding, 28 rioolgemalen, 67 km drukriolering met 220 pompunits. De vervangingswaarde van deze voorzieningen vertegenwoordigt een waarde van ongeveer 87 miljoen. De gegevens van de vrijvervalriolen zijn opgeslagen in het rioleringsbeheersysteem (dg DIALOG riolering) van de gemeente. De gegevens van de voorzieningen zijn volledig, actueel en goed toegankelijk. De toestand van de riolen wordt bewaakt door middel van videocamera inspecties. Circa 86% van de totale lengte van de gemengde vrijvalriolering, 27% van de vuilwaterriolering en 51% van de hemelwaterriolering is met videocamera geïnspecteerd. De resterende niet geïnspecteerde riolering is relatief jong en nog niet in het inspectieprogramma opgenomen. Indien uit de inspectieresultaten blijkt dat ingrijpen noodzakelijk is, wordt adequate actie ondernomen. De gemeente beschikt over een meetnet van peilbuizen waarmee een globaal inzicht in de optredende grondwaterstanden gekregen kan worden. De gebieden die gevoelig zijn voor (grond)wateroverlast zijn bekend bij de gemeente. In de gemeente Loon op Zand heeft een gedetailleerd inzicht in het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren van de riolering. Tijdens (hevige) neerslag kan het rioolstelsel van Loon op Zand de hoeveelheden water niet altijd goed verwerken. Op enkele locaties treedt water op straat op. Dit heeft vaak te maken met een laag gelegen maaiveld of een lokaal te krap gedimensioneerd riool. De vuiluitworp op het oppervlaktewater vanuit de riolering voldoet nog niet helemaal aan de eisen van het waterschap Brabantse Delta. De controle van de vergunningen en de handhaving van de naleving van de regelgeving betreffende de Wet milieubeheer wordt uitgevoerd door de gemeente. Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? In dit WRP staan de hoofdlijnen van aanpak om de doelen te halen. Dit beleid wordt jaarlijks uitgewerkt in gedetailleerde jaarprogramma s. Hierbij wordt rekening gehouden met de veelal complexe factoren die bij daadwerkelijke uitvoering van maatregelen een rol spelen en worden op projectniveau keuzes gemaakt. De toestand van vrijvervalriolen zal door videocamera inspectie worden onderzocht en de inspectiegegevens zullen in het rioleringsbeheersysteem worden opgeslagen. Jaarlijks wordt een deel van de riolering gereinigd en geïnspecteerd. Om een goede afstroming in de vrijvervalriolering te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud nodig. In het WRP is dit beschreven. In de planperiode zijn verschillende onderzoeken, het opstellen en uitvoeren van maatregelen opgenomen. Naast onderzoek zullen de komende periode verschillende maatregelen uitgevoerd worden. Zo zal in de planperiode het mechanisch/elektrisch deel van 100 pompunits en van 18 gemalen vervangen worden. Met betrekking tot de vrijvervalriolering zal er een deel vervangen of gere- Pagina 6 van 64

Bestuurlijke samenvatting en besluit pareerd worden. In de planperiode is circa 3,5 miljoen opgenomen voor vervanging en reparatie van vrijvervalriolering. Waar mogelijk wordt gelijktijdig met het vervangen van gemengde riolering verhard oppervlak afgekoppeld. Voor het afkoppelen is jaarlijks 250.000,-- opgenomen. Om meer inzicht te krijgen in de grondwatersituatie is in de gemeente een grondwatermeetnet opgezet. Op 22 locaties is daarvoor een peilbuis aangelegd. Het verzamelen en verwerken van de grondwatermeetgegevens is uitbesteed. Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? De aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen kost geld. De uitgaven voor de komende planperiode 2011-2015 zijn begroot op circa 9,9 miljoen euro (excl. BTW), ofwel circa 1,98 miljoen euro per jaar. Het gaat dan om de investeringen en de jaarlijkse exploitatie bij elkaar opgeteld. De kosten worden gedekt door de inkomsten vanuit de rioolheffing. Planperiode Jaarlijkse uitgaven Investeringen kosten van Kapitaal Onderzoek Exploitatie Vervanging / Overige milieumaatregelen aatregelen Grondwaterm investeringen lasten verbetering verleden jaar TOTAAL excl. BTW x 1.000 EURO 1 2 3 4 5 6 7 1+2+6+7 2011 226 948 2.327 1.535 - - 719 1.892 2012 41 966 430 250-278 677 1.961 2013 41 973 1.599 250-309 647 1.969 2014 41 981 437 250-412 605 2.039 2015 66 992 504 250-440 568 2.066 totaal planperiode 413 4.859 5.296 2.535 0 1.439 3.217 9.928 Totaal 2011-2070 2.915 61.908 92.353 16.285 0 114.907 11.883 191.613 Om over de gehele beschouwde periode 2011 tot en met 2070 kostendekkend te zijn, zou de rioolheffing per 1 januari 2011 292,02 per heffingseenheid moeten bedragen. Omdat de rioolheffing in 2010 van 180,36 (per heffingseenheid per jaar) lager is dan de benodigde rioolheffing bij directe invoering van 292,02 is uitgerekend hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. Hiervoor zijn 3 scenario s opgesteld. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 7% (5% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2022 en bedraagt 312,78 per heffingseenheid. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 5% (3% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2032 en bedraagt 338,35 per heffingseenheid. Dit scenario is nagenoeg een voortzetting van het huidige beleid. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 9% (7% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2018 en bedraagt 305,14 per heffingseenheid. De bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010. Jaarlijks moeten deze met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Pagina 7 van 64

Bestuurlijke samenvatting en besluit Besluit De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. Het WRP Loon op Zand 2011-2015 vast te stellen; 2. Een jaarlijkse stijging van 5% inclusief de inflatiecorrectie vast te stellen m.i.v. 2011; 3. Jaarlijks een uitvoeringsplan met kostenraming vast te stellen verband houdend met de taakstelling uit het WRP. Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het Water- en Rioleringsplan. Na vaststelling van dit WRP, zal dit plan tezamen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: waterschap Brabantse Delta en waterschap De Dommel; Provincie Noord-Brabant. Na vaststelling zal in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend worden gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit Water- en rioleringsplan. Pagina 8 van 64

Deel 1: Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Pagina 9 van 64

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Voor het verwijderen van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater uit de woonomgeving zijn voorzieningen nodig. Aanleg en beheer van deze voorzieningen is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer 1 en de Waterwet 2. Ze dragen bij aan de verbetering van de volksgezondheid, bescherming van het milieu en het tegengaan van wateroverlast. De gemeente is wettelijk verplicht een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. De gemeenteraad stelt voor een nader vast te stellen planperiode een GRP vast. Met het verstrijken van de planperiode 2004-2008 van het GRP Loon op Zand is het noodzakelijk het bestaande GRP te actualiseren. De planperiode van het huidige GRP is verlengd tot 2011. Per 1-1-2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht, figuur A geeft de essentie weer. De zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater is vervangen door drie zorgplichten: Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; Zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van figuur A Essentie Wet gemeentelijke watertaken maatregelen ten einde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is. Vooral de grondwaterzorgplicht is nieuw. Dit zorgt ervoor dat het GRP verbreed wordt tot een zogenaamd verbreed GRP (vgrp). In dit vgrp is ook het waterplan opgenomen zodat het vgrp uitgebreid is tot een Water- en rioleringsplan (WRP). Dit WRP geeft aan hoe Loon op Zand in de planperiode met de drie zorgplichten en het oppervlaktewater omgaat. 1.2 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast. De geldigheidsduur van dit beleidsplan is 5 jaar (2011 t/m 2015). Voor de geldigheidsduur hebben wij aangehaakt bij de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en bij een belangrijke termijn in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW juli 2008) is opgenomen dat het watersysteem in 2015 op orde dient te zijn. De financiële peildatum van dit WRP is 1 januari 2010 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010. In 2015 zal het WRP aan de dan bestaande inzichten worden getoetst en, als dat nodig is, worden bijgesteld. 1 Wm art. 10.33 2 Waterwet art. 3.5 en 3.6 Pagina 11 van 64

Inleiding 1.3 Procedures Dit WRP is in nauwe samenwerking tussen de gemeente en de partners in de waterketen tot stand gekomen. De Wet milieubeheer (art.4.23) schrijft voor dat bij de voorbereiding van het plan in ieder geval overleg plaats moet vinden met: Gedeputeerde Staten van de provincie (deze hebben een aanwijzingsbevoegdheid); Waterschap Brabantse Delta, als beheerder van de zuiveringstechnische werken waarnaar het afvalwater wordt afgevoerd en als beheerder van het oppervlaktewater waarop wordt geloosd; Waterschap De Dommel als beheerder van het oppervlaktewater. Tijdens het opstellen van het WRP is overleg gevoerd met het Waterschap Brabantse Delta, Brabant water en de provincie Noord-Brabant. De reacties van Waterschap Brabantse Delta op het concept WRP zijn mede gedaan namens Waterschap De Dommel. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het plan met het besluit worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Op basis van art. 4.23 Wm moet B&W de vaststelling van het GRP bekendmaken in ten minste één dag- of nieuwsblad. 1.4 Termen en definities Dit WRP is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor het gemeentebestuur geschreven, maar ook voor overleg met de in de Wet milieubeheer genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit WRP vaktaal wordt gebruikt. In dit WRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in bijlage 6. 1.5 Leeswijzer Dit WRP is opgebouwd uit twee delen. Deel 1 is het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vgrp) en deel 2 is het waterplan gedeelte. Het WRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer. In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot en met 2009 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor dit WRP. In Hoofdstuk 3 wordt de vraag Waarom rioleringszorg beantwoord en worden de beleidskeuzes geformuleerd. Vervolgens beschrijft hoofdstuk 3 de gewenste situatie voor de komende planperiode (en de periode daarna) inclusief de doelen. Hiermee wordt een toetsingskader gegeven waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) kunnen worden aangegeven. Hoofdstuk 4 beschrijft voor de afvalwaterzorgplicht de huidige situatie en de opgave om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Hoofdstuk 5 beschrijft voor de hemelwaterzorgplicht de huidige situatie en de opgave om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Hoofdstuk 6 beschrijft voor de grondwaterzorgplicht de huidige situatie en de opgave om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. In hoofdstuk 7 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 4, 5 en 6 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wm, artikel 4.22 lid e). Tabellen met een letter (bijvoorbeeld tabel A) zijn in de rapporttekst opgenomen, tabellen met een cijfer in bijlage 3 en 4. Pagina 12 van 64

2 Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008 2.1 Inleiding Voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan, is het goed terug te kijken naar de uitgevoerde activiteiten in de achterliggende periode. De resultaten bepalen mede de vertrekpositie voor het nieuwe WRP. Het GRP 2004-2008 wordt geëvalueerd op een tweetal punten, een algemeen deel en een deel met de voorgenomen onderzoeken en maatregelen. In dit hoofdstuk zijn de uitkomsten uit de evaluatie op hoofdlijnen beschreven. 2.2 Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008 2.2.1 Algemeen Het GRP is door de medewerkers als een goed instrument ervaren omdat dit het kader vormde voor de uit te voeren werkzaamheden gedurende de planperiode. Het GRP is ervaren als een duidelijk, begrijpbaar en een pragmatisch beleidsdocument. Voor de organisatie is het een goede leidraad en bron van informatie. Een groot nadeel van het GRP 2004-2008 is dat dit GRP niet of nauwelijks een visie voor de toekomst bevat. Een ander nadeel was dat de onderliggende basisgegevens niet actueel waren tijdens het opstellen van het plan. De consequentie hiervan was dat enkele maatregelen niet op basis van de juiste gegevens zijn vastgesteld. 2.2.2 Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing Per januari 2010 kan gesteld worden dat er, op drie percelen na, geen ongezuiverde lozingen meer zijn op het oppervlaktewater of in de bodem in het buitengebied van de gemeente Loon op Zand. Deze laatste drie percelen worden in 2011 aangesloten op drukriolering, de gemeente voldoet hiermee aan haar zorgplicht. 2.2.3 Aanleg van riolering bij nieuwbouw Van de in de periode 2004-2008 geplande nieuwbouw van 623 woningen zijn er 168 gerealiseerd. Al deze woningen zijn aangesloten op een gescheiden rioolstelsel. De resterende woningen worden in een later stadium gerealiseerd. 2.2.4 Onderzoeksprogramma In het GRP 2004-2008 zijn verschillende onderzoeken opgenomen. Deze onderzoeken hebben betrekking op de inspectie van de vrijvervalriolering, inspectie van vitale putten, onderzoek naar de afvoercapaciteit van de campings nabij Duinlaan, meten aan de riolering en opstellen van een afkoppelplan en een basisrioleringsplan. In 2009 zijn deze onderzoeken afgerond. In 2008 is een basisrioleringsplan opgesteld waarin het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering wordt beschreven. In 2008 is ook een totaal afkoppelplan voor de hwa-riolering voor de kernen Kaatsheuvel en Loon op Zand opgesteld. In dit plan wordt de toekomstige gewenste situatie beschreven hoe er omgegaan kan worden met betrekking tot het ontvlechten van de waterstromen. Aan het meten aan de riolering is in de periode 2004-2008 invulling gegeven. Er is een meetplan overstorten opgesteld. Op basis van dit meetplan wordt er bij de overstorten gemeten hoe vaak en hoeveel water er tijdens hevige neerslag overstort op het oppervlaktewater. De meetgegevens worden opgestuurd naar het waterschap Brabantse Delta. Pagina 13 van 64

Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008 2.2.5 Beheer en onderhoud van objecten Het beheer en onderhoud van riolen, kolken, gemalen en pompunits is uitgevoerd zoals in het GRP 2004-2008 is beschreven. 2.2.6 Gegevensbeheer Een volledig en actueel overzicht van de gegevens van de rioleringsvoorzieningen is zeer belangrijk voor een goed beheer. De gemeente beschikt over het rioleringsbeheerprogramma dg DIALOG met bijbehorende gegevens bestanden. Ter voorbereiding voor het opstellen van het WRP is het rioleringsgegevensbestand geactualiseerd. Gesteld kan worden dat het rioleringsgegevensbestand volledig en actueel is. 2.2.7 Maatregelenprogramma In het GRP 2004-2008 zijn maatregelen opgenomen om aan de gestelde doelen en functionele eisen te kunnen voldoen. Deze maatregelen zijn onder te verdelen in de categorieën: Renovatie van riolering; Verbeteringsmaatregelen ten behoeve van het milieutechnisch functioneren; Verbeteringsmaatregelen ten behoeve van het hydraulisch functioneren; Verbeteringsmaatregelen ten behoeve van het waterkwaliteitsspoor; Renovatie rioolgemalen en drukrioleringsstelsel. In tabel A en in tabel B zijn de maatregelen weergegeven die in het GRP 2004-2008 waren opgenomen. De meeste maatregelen zijn uitgevoerd, behalve de rioolvervangingswerkzaamheden in de Beatrixstraat, Irenstraat en Mozartstraat. Deze maatregelen zijn niet uitgevoerd wegens het ontbreken van de juiste basisgegevens en de afstemming met het wegbeheer. De rioolverzwaring in de Wilibrordusstraat is niet uitgevoerd omdat de noodzaak tot vergroting van de hydraulische capaciteit is komen te vervallen door de uitkomsten van de hydraulische berekeningen in het nieuwe basisrioleringsplan uit 2008. De benodigde verzwaring zal met name plaatsvinden in de Hoge Steenweg. Het afkoppelen van afvoerend verhard oppervlak van de weg nabij de Roestenbergstraat is wel uitgevoerd. Het afkoppelen van de daken en particuliere verharding is niet meegenomen. Het afkoppelen van afvoerend verhard oppervlak in kern De Moer is komen te vervallen omdat er aan de basisinspanning voldaan wordt en er daarom geen noodzaak is om afvoerend verhard oppervlak in kern De Moer af te koppelen. Het samenvoegen van enkele riooloverstorten, in het kader van het waterkwaliteitsspoor, is in overleg met het waterschap komen te vervallen en zal niet meer worden uitgevoerd. Rioolgemaal Droomgaard is overgedragen aan de Oostappengroep. Rioolgemaal Duinlaan is verplaatst en vergroot. Hierdoor is de afvoercapaciteit van het campinggebied (Kaatsheuvel Noord-Oost) vergroot naar 150 m 3 per uur. tabel A Overzicht verbeteringsmaatregelen GRP 2004-2008 Verbeteringsmaatregel ten behoeve van: Uitgevoerd? relining en vervanging Vossenbergselaan (resp. 345 m en 90 m ø 1.500 mm) renovatie Ja vervanging Venloonstraat (450 meter eivormig) renovatie Ja vervanging Beatrixstraat (190 m ø 400 mm) renovatie Nee vervanging Irenestraat (180 m ø 300 mm) renovatie Nee vervanging Ecliptica (400 m ø 400 mm) renovatie Ja vervanging Mozartstraat (202 m ø 400 mm) renovatie Nee vervanging Van Salm-Salmstraat (158 m eivormig (300/450 mm)) renovatie Ja aanleg BERGBEZINKBASSIN RO11 (1.135 m 3 ) basisinspanning Ja aanleg BERGBEZINKBASSIN RO18 (515 m 3 ) basisinspanning Ja Pagina 14 van 64

Evaluatie GRP Loon op Zand 2004-2008 afkoppelen verhard oppervlak Lage Zandschel basisinspanning Ja afkoppelen verhard oppervlak De Moer Basisinspanning Vervallen aanleg BERGBEZINKBASSIN RO1 (456 m 3 ) Basisinspanning Ja rioolverzwaring industrieterrein Jan de Rooijstraat (308 m ø 600 mm) Hydr. cap. Ja regenwateruitlaat westelijk deel voorzien van pompinstallatie (25 m 3 /h) Hydr. cap. Ja rioolverzwaring Willibrordusstraat richting Kerkstraat (ø 600 mm of groter) Hydr. cap. Vervallen Afkoppelen verhard oppervlak nabij Roestenbergstraat/Vaarstraat (4 ha) Hydr. cap. Gedeeltelijk Afkoppelen drukriolering en De Efteling Hydr. cap. Ja samenvoegen riooloverstorten waterkwaliteitsspoor Vervallen aanleg BBB RO1 waterkwaliteitsspoor Ja ombouwen industrieterrein Jan de Rooijstraat naar vgs waterkwaliteitsspoor Ja Afkoppelen verhard oppervlak in bestaand stedelijk gebied Ja tabel B Overzicht renovatie rioolgemalen GRP 2004-2008 Gemaal aanleg jaar Pomp Capaciteit [m 3 /h] vervangen Uitgevoerd? Hoek Haestrechtstraat 1980 9,7 - mech/elek Ja - telemetriesysteem Molenwijck 1975 100 2 pompen Ja Curiosahuys (Zuidhollandsedijk) 1984 18 - mech/elek Ja - telemetriesysteem Droomgaard 1975 270 - mech/elek Vervallen - vergroten capaciteit met 20% ivm uitbreiding camping Wielstraat 1980 7,5 drukopnemer Ja Zandpad (Zuidhollandsedijk) 1984 5 - mech/elek ja - telemetriesysteem Hoge Steenweg (bij brandweerkazerne) 1975. - mech/elek - vergroten capaciteit met minimaal 20% ivm voorkomen wateroverlast in voorbereiding, uitvoering 1 e kwartaal 2011 2.3 Samenvatting evaluatie op maatregelen In Figuur B is een samenvatting weergegeven van de evaluatie op voorgenomen maatregelen. Een groot gedeelte van alle voorgenomen onderzoeken, aanleg bij bestaande bebouwing en maatregelen zijn in de afgelopen planperiode uitgevoerd. Een deel van de maatregelen is niet uitgevoerd omdat uit onderzoek is gebleken dat dit niet meer noodzakelijk was of andere (belangrijker) keuzes gemaakt zijn. Renovatie 100% Onderzoek 80% 60% Basisinspanning 40% Gegevensbeheer 20% 0% Hydraulische capaciteit voorgenomen gerealiseerd Beheer van objecten Waterkwaliteitsspoor Renovatie gemalen Figuur B Samenvatting evaluatie GRP 2004-2010 In het GRP 2004-2008 lag de nadruk op het uitvoeren van de maatregelen in het kader van de basisinspanning, renovatie en het waterkwaliteitsspoor. In het nieuwe WRP 2011-2015 zal de nadruk, naast het reguliere beheer, deels komen te liggen bij de nieuwe zorgplichten voor hemelwater en grondwater. Daarnaast zullen de resterende maatregelen in het kader van de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor aandacht vragen. Pagina 15 van 64

3 Gewenste situatie 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft waarom we riolering aanleggen en wat we hiermee op lange termijn willen bereiken (doel riolering). Voor het aanleggen en in stand houden van riolering is er door verschillende overheden beleid, wet- en regelgeving opgesteld. Dit heeft invloed op hoe de gemeente invulling geeft aan de drie zorgplichten. Voor deze invulling moeten beleidskeuzes worden gemaakt. De uiteindelijke gemaakte beleidskeuzes worden toetsbaar gemaakt door middel van een set van doelen, functionele eisen en maatstaven. 3.2 Waarom rioleringszorg? Van oudsher was de bescherming van de volksgezondheid de belangrijkste functie van de riolering. Door verschillende deskundigen in binnen- en buitenland wordt de aanleg van rioolstelsels zelfs gezien als de grootste bijdrage aan de volksgezondheid van de afgelopen eeuw. In de loop der jaren zijn de aspecten van ont- en afwatering van het stedelijk gebied en de bescherming van het milieu daarbij gekomen als nevenfuncties. Het doel van het aanleggen van riolering is om: de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. en overtollig grondwater in te zamelen en af te voeren; de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem- of oppervlaktewater voorkomen. 3.3 Relaties met andere plannen, regelgeving en overheden Riolering staat niet op zichzelf maar maakt onderdeel uit van een groter geheel, de waterketen (drinkwatervoorziening - riolering rioolwaterzuivering) en het watersysteem (grondwater - oppervlaktewater). In figuur C zijn de relaties van de riolering met de waterketen en het watersysteem weergegeven. figuur C Relatie riolering - waterketen watersysteem Pagina 17 van 64

Gewenste situatie Het WRP heeft relaties met andere (beleids)plannen, zowel van de gemeente als van andere overheden. De wet- en regelgeving maakt onderscheid naar de drie verschillende invalshoeken water, milieu en ruimtelijke ordening en bouwen. De wet- en regelgeving en beleidsplannen kunnen directe invloed hebben op de beleidskeuzes en de te nemen maatregelen en op de actuele uitvoeringstermijn van de maatregelen die in dit WRP aan de orde komen. In bijlage 1 is aangegeven welke plannen en wet- en regelgeving van invloed zijn op de (afval)waterketen. Een aantal relaties wordt daar kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. Om deze relaties goed te kunnen borgen is samenwerken in de waterketen belangrijk. De essentiële voorwaarden voor deze samenwerking zijn: De interne samenwerking dient geborgd te zijn. De externe samenwerking wordt gewaarborgd door het sluiten van convenanten zoals die met o.a. Brabantse Delta waaraan de gemeente deel neemt. De gemeente zal een (grond) waterloket oprichten waardoor zij als eerste aanspreekpunt zijn voor het publiek. Klachten, vragen en/of het signaleren van knelpunten door burgers worden behandeld door de gemeente. Belangrijk is wel dat er intern afspraken worden gemaakt over de aanvragen van een watervergunning en de Wabo. Externe procesafspraken hierover met bijvoorbeeld het waterschap zijn al in gang gezet. Relatie met energiesystemen (WKO) Het toepassen van nieuwe energiesystemen zoals warmtekoude opslag (WKO) vindt steeds meer toepassing in Nederland en daarmee ook in de gemeente Loon op Zand. Het ongecontroleerd aanleggen van dergelijke systemen kan effecten hebben op de riolering bijvoorbeeld i.v.m. een daling of stijging van grondwater. Multifunctioneel ruimtegebruik en een goede regie is noodzakelijk voor het zo optimaal mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden. Onderzocht zal gaan worden hoe om te gaan met dit relatief nieuwe fenomeen en zo nodig zal beleid opgesteld worden voor het omgaan met nieuwe energiesystemen zoals WKO. Vroegtijdige betrokkenheid van de rioolbeheerder bij ruimtelijke plannen is noodzakelijk om uitvoerbare en duurzame plannen te maken die robuust zijn. 3.4 Afvalwaterzorgplicht De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater 3 in te zamelen bestond voorheen ook al. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is vanuit de Wet milieubeheer een resultaatsverplichting. Al het vrijkomende stedelijke afvalwater dient binnen het gemeentelijke grondgebied ingezameld te worden. Indien de gemeente de inzameling niet meer doelmatig acht kan de gemeente ontheffing aanvragen bij de provincie. De gemeente kan zelf kiezen via welke voorzieningen ze haar zorgplicht invult, zowel voor de bebouwde kom als voor het buitengebied. Dit betekent dat de gemeente voor alle panden in het buitengebied de zorg voor de afvalwatervoorzieningen op zich neemt. Het blijft wel mogelijk om deze verantwoordelijkheid bij de burger te houden. In dat geval dient de gemeente ontheffing van de zorgplicht aan te vragen bij de provincie. De gemeente Loon op Zand heeft de inspanning geleverd om bestaande panden op de riolering aan te sluiten. De meeste panden zijn aangesloten, een drietal panden in het buitengebied nog niet en worden in 2011 aangesloten. De aanleg van IBA s (Individuele behandeling afvalwater) is geen optie voor de gemeente aangezien de beheerkosten hiervan hoog zijn. Daarnaast is het relatief eenvoudig om de niet aangesloten panden aan te sluiten op het bestaand riool. Voor verdere invulling van deze zorgplicht zijn geen verdere afwegingen en keuzes nodig. Naast het inzamelen is ook het transporteren van stedelijk afvalwater vastgelegd in de Wet milieubeheer. Voor het transport van stedelijk afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval 3 Hierbij is van belang dat de definitie van stedelijk afvalwater ten opzichte van voorheen beter is omschreven, zodat tegenwoordig duidelijk onderscheid wordt gemaakt in stedelijk afvalwater en hemelwater. Stedelijk afvalwater omvat huishoudelijk water of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Hemelwater wordt, zolang het niet in aanraking komt met ander afvalwater of verontreinigingen, niet meer beschouwd als stedelijk afvalwater. Grondwater is het water dat vrij onder het oppervlak voorkomt met de daarin aanwezige stoffen. Pagina 18 van 64

Gewenste situatie naar het gemaal of ander lozingspunt binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn. Tijdige vervanging, renovatie of reparatie is daarbij noodzaak. Dit doel heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens regen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben, zie ook de hemelwaterzorgplicht. 3.5 Hemelwaterzorgplicht De zorgplicht voor hemelwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting en houdt in dat de gemeente zorg dient te dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiende hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. De particulier krijgt in de wet nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft dit natuurlijk ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. Ten aanzien van de verwerking van het ingezamelde hemelwater is de keuze aan de gemeente. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Bij het verwerken van hemelwater worden door het waterschap eisen gesteld. Bij de behandeling van overtollig hemelwater is in de Waterwet een voorkeursvolgorde opgenomen. In deze voorkeursvolgorde gaat men ervan uit dat: het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen; als dat niet kan, het schone hemelwater en het vuile afvalwater gescheiden inzamelen; en als laatste mogelijkheid het vuile afvalwater en het schone hemelwater gemengd naar de zuivering afvoeren. Het scheiden (ontvlechten) van hemelwater is geen doel op zich maar een bewuste keuze. Binnen bestaand stedelijk gebied is dit niet overal in de gemeente binnen een redelijke termijn en acceptabele kosten haalbaar. Het afkoppelen (ontvlechten) lift in beginsel mee met reguliere rioolvervanging of herinrichting. De kosten voor het afkoppelen op openbaar terrein komen voor rekening van de gemeente. De wetgeving gaat er vanuit dat hemelwater in de meeste gevallen schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te laten vloeien. De gewenste situatie voor het omgaan met hemelwater heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens regen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal Op grond van een uitspraak op 10 juni 2009 voldoende afvoercapaciteit hebben. van de voorzieningenrechter van de rechtbank Wateroverlast kan ontstaan als bij hevige regen niet al het water direct kan de zorgplicht van de gemeente er toe moet te Middelburg kan worden geconcludeerd dat worden afgevoerd: het met huishoudelijk afvalwater vermengde regenwater komen. leiden dat schade zoveel mogelijk wordt voor- stort over op oppervlaktewater, komt uit de riolering op straat of het regenwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken of overbelasting niet in de riolen komen. De capaciteit van de riolering is immers niet onbeperkt. Een landelijk geaccepteerde maatstaf is dat een theoretische bui die maximaal eenmaal in de twee jaar voorkomt, verwerkt moet kunnen worden door het rioolstelsel (gemiddeld minder dan één keer per twee jaar water op straat ). Tijdens hydraulische doorrekening van het stelsel zal ook gecontroleerd worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien gezien de klimaatsverandering. Klimaatverandering leidt tot toename van hevige buien en daardoor vaker water op straat. Water op straat is hinderlijk maar pas een echt probleem als water gebouwen in stroomt, doorgaande wegen geblokkeerd raken Pagina 19 van 64

Gewenste situatie of water uit het riool stroomt. Het bovengronds bergen en afvoeren van regenwater is soms onvermijdelijk om regenwateroverlast te voorkomen. Water op straat is dus ook een oplossing mits in goede banen geleid. De gemeente moet de openbare ruimte zo inrichten dat er meer water gedurende korte tijd en op een veilige manier bovengronds geborgen kan worden. In het buitengebied is drukriolering aangelegd voor de inzameling en transport van huishoudelijk afvalwater. Dit drukrioleringsstelsel is niet bedoeld voor de afvoer van hemelwater vanwege de beperkte capaciteit van de drukrioleringspompen. Voor het invullen van de hemelwater zorgplicht zijn beleidskeuzes nodig. De belangrijkste beleidskeuzes met betrekking tot het hemelwater hebben te maken met de mate van ontvlechting van verschillende waterstromen en de rol van de particulier in de omgang met hemelwater. Beleidsvraag: afkoppelen hemelwaterafvoer In de gemeente Loon op Zand wordt de hemelwaterafvoer afgekoppeld van het gemengde riool om ervoor te zorgen dat de wateroverlast terug gedrongen wordt. Op deze manier wordt op den duur naar een gescheiden stelsel toegewerkt. De uitgangspunten in het afkoppelplan van de gemeente en het raadsbesluit geven aan dat er gekozen is voor het zoveel mogelijk ontvlechting van de waterstromen. De gemeente streeft ernaar dat bij een theoretische bui met een herhalingstijd T = 2 er geen water op straat staat. (BRP 2008, T=2 met minimaal 30 cm waking). Invulling zorgplicht: afkoppelen hemelwaterafvoer: De gemeente Loon op Zand heeft al gedeeltelijk keuzes gemaakt met betrekking tot de hemelwaterzorgplicht. De volgende uitgangspunten wordt door de gemeente Loon op Zand in haar afkoppelplan (december 2008) en haar raadsbesluit (1998) gehanteerd: Binnen de kernen Kaatsheuvel en Loon op Zand zoveel mogelijk het verhard oppervlak afkoppelen door naast het gemengd rioolstelsel een hwa-riool aan te leggen. Grote diameters zijn noodzakelijk om het hemelwater af te voeren. Overwegen hemelwater te bergen waar ruimte is in groenvoorzieningen. Hemelwaterafvoer via infiltratie of natuurlijke waterlopen. Bij nieuwbouw worden er gescheiden stelsels aangelegd. Bij bestaande bouw wordt per geval bekeken welke optie het beste is om de hemelwaterafvoer te regelen. Beleidsvraag: rol van de particulier bij hemelwaterafvoer Op particulier terrein is primair de eigenaar verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van hemelwater, bij voorkeur naar oppervlaktewater of in de bodem. De bodemopbouw binnen de gemeente is van groot belang voor de mogelijkheid tot infiltratie van hemelwater in de bodem. Wanneer de particulier redelijkerwijs hiervoor niet kan zorg dragen, is de gemeente verplicht een voorziening aan te bieden voor de afvoer van hemelwater van particuliere percelen. De gemeente heeft beleidsvrijheid in de keuze van de aard en omvang van de voorziening. Welke rol krijgt de particulier bij de afvoer van overtollig hemelwater? Invulling zorgplicht: rol van de particulier bij hemelwaterafvoer Bij afkoppelprojecten bij bestaande bebouwing wil de gemeente de voorzijde van de daken meenemen indien dit doelmatig is. Bij afkoppelen van de voorzijde van de daken van particuliere woningen voor het afvoeren van hemelwater wil de gemeente de particulier 100% ontzorgen. Verwacht wordt wel dat de particulier meewerkt aan het afkoppelen van de voorzijde van de woning. Dit zal de particulier niets kosten. De mogelijkheid bestaat dat de particulier de achterzijde van de woning kan afkoppelen en aansluiten op het hemelwaterafvoerstelsel van de gemeente waarbij de gemeente een ondersteunende rol kan bieden. De kosten voor het afkoppelen aan de achterzijde van de woning zijn voor de particulier. Bedrijven, bij bestaande bebouwing, worden eveneens 100% ontzorgt door de gemeente bij het afvoeren van overtollig hemelwater, indien dit doelmatig is. Bedrijven dienen wel mee te werken en krijgen eveneens de mogelijkheid om de achterzijde van het betreffende bedrijfspand af te koppelen. Financieel is een bedrijf verantwoordelijk voor hemelwaterafvoer aan de achterzijde. Pagina 20 van 64

Gewenste situatie Het afvoeren van hemelwater aan de achterzijde van zowel woningen en bedrijven is voor de gemeente niet haalbaar en niet doelmatig vanuit kosten- en technische overwegingen. Bij nieuwbouw moet de particulier de afvalwaterstromen bij de perceelsgrens gescheiden aanleveren. Bij nieuwbouw in inbreidings- en uitbreidingslocaties moeten deze locaties hydrologisch neutraal ingericht worden. Dit houdt in dat een neerslaggebeurtenis die eens in de honderd jaar voorkomt (T=100) geborgen dient te kunnen worden. Het hydrologisch neutraal bouwen in inbreidingslocaties houdt onder andere in dat de toename aan verhard oppervlak gecompenseerd moet worden door het creëren van extra berging zodat er geen toename is van afvoer naar omliggende gebieden. Dit geldt voor locaties die ontwikkeld worden door zowel particulieren, projectontwikkelaars als de gemeente. Bij herinrichtingen, reconstructies en uitbreidingsplannen moet de openbare ruimte robuust ingericht worden ten behoeve van de opvang van overtollig hemelwater. De wegen dienen te worden voorzien van een traditioneel bakprofiel en in de ontwerpfase zal aandacht moeten zijn voor de afvoer en berging van hemelwater in openbaar gebied (bijvoorbeeld een verlaagd grasveld). Daarnaast dienen de vloer- en wegpeilen zorgvuldig te worden bepaald, waarbij de vloerpeilen van nieuwe woningen minimaal 20 tot 25 centimeter boven de ashoogte van de aanliggende weg dienen te liggen. Een nog op te stellen hemelwaterverordening in 2011 zal de verwachtingen en rollen van burgers juridisch bevestigen. Hiermee kan iets vastgelegd worden wat handhaafbaar is. Beleidsvraag: wanneer is water op straat wel en wanneer niet meer acceptabel? Water op straat is hinderlijk maar pas een echt probleem als water gebouwen in stroomt, doorgaande wegen geblokkeerd raken of water uit het riool stroomt. Het bovengronds bergen en afvoeren van regenwater is soms onvermijdelijk om regenwateroverlast te voorkomen. Water op straat is dus ook een oplossing mits in goede banen geleid. Gemeenten moeten de openbare ruimte zo inrichten dat er meer water gedurende korte tijd en op een veilige manier bovengronds geborgen kan worden. Invulling zorgplicht: wanneer is water op straat wel en wanneer niet meer acceptabel? Gemeente Loon op Zand maakt bij wateroverlast onderscheid in drie definities waarbij ernstige hinder en overlast altijd voorkomen dienen te worden. Hinder: kortdurende beperkte hoeveelheden water-op-straat. Ernstige hinder: forse hoeveelheden water-op-straat, ondergelopen kelders en/of tunnels, opdrijvende putdeksels. Overlast: langdurig en op grote schaal water-op-straat, water in winkels, bedrijven en woningen met materiële schade en ernstige belemmering van het (economische) verkeer. 3.6 Grondwaterzorgplicht In de nieuwe wetgeving is vastgelegd dat de gemeente zorg draagt voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken voor zover doelmatig en voor zover niet behorend tot de zorg van waterschap of provincie. De formulering in de wet is zorgvuldig gekozen en impliceert een inspanningsverplichting voor de gemeente. Dit wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. Op grond van de nieuwe wetgeving is de perceelseigenaar in eerste instantie verantwoordelijk voor het oplossen van zijn eigen grondwaterprobleem. Pas als dit in redelijkheid niet van hem gevraagd kan worden is er een taak weggelegd voor de gemeente in samenwerking met andere partijen zoals waterschap en provincie. De gemeente zal in dat geval de regierol op zich nemen. De gemeente stelt zich tot doel de burger het mogelijk te maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Dit zal voornamelijk bestaan uit het bieden van advies en (personele) ondersteuning door gebruik te maken van het centrale meldpunt (waterloket). Pagina 21 van 64

Gewenste situatie De aanpak van grondwateroverlast is een samenspel van de grondeigenaar, gemeente, Waterschap en Provincie, de wet wijst hierbij uitdrukkelijk niet één van de overheden aan die zorgt voor een grondwaterstand. De gemeente treft in ieder geval maatregelen als grondeigenaar voor haar eigen grondgebied waarbij de maatregelen problemen moeten oplossen en doelmatig zijn. In het algemeen hebben bouwkundige maatregelen de voorkeur boven waterhuishoudkundige maatregelen. Ook voor het invullen van de grondwaterzorgplicht zijn beleidskeuzes nodig. De belangrijkste beleidskeuzes met betrekking tot het grondwater hebben te maken met de invulling van de grondwaterzorgplicht en enkele definities die samenhangen met deze zorgplicht en de rol van de particulier in de omgang met grondwater. Beleidsvraag: zorgplicht grondwater voor gemeente Loon op Zand Bij problemen door (hoge) grondwaterstanden speelt in zijn algemeenheid de vraag in welke gevallen de gemeente maatregelen treft en wanneer het oplossen van problemen tot de verantwoordelijkheid van de particulier behoort. Structurele grondwateroverlast is voor zover bekend niet of nauwelijks aanwezig binnen de gemeente Loon op Zand. Het doel van het opstellen van een grondwatermeetnet is om inzicht te krijgen van het grondwatersysteem. Dit inzicht in combinatie met inzicht over de opbouw van de bodem binnen de gemeente geeft ruim voldoende inzicht om eventuele structurele grondwateroverlast te bestrijden. Invulling zorgplicht: zorgplicht grondwater De gemeente is niet verplicht alle problemen door grondwaterstanden op te lossen. De gemeentelijke zorgplicht beperkt zich tot structurele problemen, voor zover deze kunnen worden opgelost door doelmatige maatregelen in openbaar terrein. Voor het begrip doelmatig zijn niet eenvoudig universeel toepasbare regels te benoemen. Het is heel sterk afhankelijk van het probleem en de locatie wat de meest doelmatige aanpak is. Het is wel belangrijk om deze doelmatige aanpak samen met andere waterbeheerders en de betrokken particulieren te definiëren, zodat tegen de laagst maatschappelijke kosten een oplossing gevonden kan worden. Een maatregel / actie kan als doelmatig worden beschouwd wanneer de volgende principes in ogenschouw zijn gehouden: Het principe van "eigen verantwoordelijkheid" is gehanteerd. De eigenaar van het perceel is verantwoordelijk voor de staat van onderhoud van de aanwezige (drainerende) voorzieningen binnen de perceelgrenzen; De voorgestelde maatregel of actie mag geen nieuwe problemen introduceren; De kosten en baten van de maatregel of actie moeten maatschappelijk verantwoord zijn; Van de uit te voeren maatregel of actie is onderzocht of deze te combineren is met andere geplande werkzaamheden in de openbare ruimte; Bij het uitvoeren van de maatregel wordt gezocht naar een financieel samenwerkingverband tussen gemeente, particulieren en indien van toepassing het waterschap. De gemeente is aanspreekbaar voor grondwateroverlast maar niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de grondwaterstand. De gemeente is verantwoordelijk voor grondwateroverlast die ontstaat als gevolg van maatregelen die zijn genomen na het in werking treden van de zorgplicht (1-1-2008). Volgens de wet vormt de gemeente het loket voor klachten en zorgt in samenwerking met de waterbeheerder voor een doelmatige aanpak. Maatregelen in het openbare stedelijke gebied (aanleg drainage e.d.) komen voor rekening van de gemeente. Beleidsvraag: wat wordt verstaan onder structurele grondwateroverlast? Nadelige gevolgen van de grondwaterstand moeten structureel zijn. Klimatologische omstandigheden (waaronder calamiteiten zoals extreme neerslag en overstroming door rivieren) kunnen leiden tot een tijdelijk hogere grondwaterstand. De gebruiksfunctie wordt daardoor weliswaar tijdelijk verminderd, maar dat betekent niet dat deze ook op de langere termijn wordt aangetast. Wel kan het klimaat veranderen (structureel natter worden). Invulling zorgplicht: definitie structurele grondwaterproblemen Pagina 22 van 64

Gewenste situatie Het definiëren van structurele grondwateroverlast is lastig omdat dit van vele lokale factoren afhankelijk is. De gemeente Loon op Zand hanteert voor de definitie van structurele overlast, als aan één van de volgende criteria wordt voldaan: Het gaat niet om een klimatologisch incident (overlast als gevolg van een extreem natte periode bijvoorbeeld), maar om een regelmatig terugkerend of blijvend probleem. Er is sprake van structurele grondwateroverlast bij aantasting van de gebruiksfunctie. Er is sprake van een significante belemmering van het normale gebruik van de bestemming zoals die is vastgelegd in het bestemmingsplan. In nieuwbouwlocaties gelden de gewenste ontwateringsdieptes zoals weergegeven in tabel C. In bestaande gebieden in dit een wenselijke situatie. Door middel van een grondwatermeetnet wordt gekeken of dit haalbaar is. tabel C Gewenste ontwateringsdiepte bij nieuwbouw fase Ontwateringsdiepte fase Ontwateringsdiepte bouwfase 0,9 (wonen) beheerfase 0,5 (woningen zonder kruipruimte) 0,7 (wegen) 0,7 (woningen met kruipruimte) 0,5 (tuinen) 0,7 (wegen) Beleidsvraag: rol van de particulier bij grondwaterafvoer Net als bij de hemelwaterzorgplicht is op particulier terrein primair de eigenaar verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Tot hoever gaat de particuliere verantwoordelijkheid? Invulling zorgplicht: rol van de particulier bij grondwaterafvoer De particulier zal alles in het werk stellen om grondwateroverlast op eigen terrein te bestrijden. Mocht dit niet lukken dan zal de gemeente, in de vorm van gemeenschappelijke voorzieningen, de overlast bestrijden. De perceelseigenaar dient zelf te zorgen dat verblijfsruimten vochtdicht zijn. Als de eigenaar gebruik wil maken van de kelder moet hij zelf zorgen dat deze waterdicht is. Pagina 23 van 64

Gewenste situatie 3.7 Doelen rioleringszorg Met de rioleringszorg worden doelen nagestreefd. Door aan de doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt, zie figuur D. figuur D Toetsingskader rioleringszorg De rioleringszorg in Loon op Zand dient de volgende doelen. Deze zijn aangepast op basis van de nieuwe rol ten aanzien van het hemelwater en grondwater en sluiten goed aan bij het gedachtegoed van de invoering van de verbrede watertaken. 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. 3.8 Functionele eisen en maatstaven In bijlage 2 zijn de functionele eisen en maatstaven weergegeven die de doelen inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater, inzamelen en verwerken van hemelwater en het grondwaterdoel toetsbaar maken. 3.9 Meetmethoden Om de huidige situatie te toetsen aan de maatstaven, kunnen in sommige gevallen meerdere meetmethoden worden gehanteerd. Het is van belang om de bij de toetsing gebruikte meetmethode vast te leggen om een eenduidige en reproduceerbare toetsing te krijgen. In de module Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden van de Leidraad Riolering wordt voor een aantal maatstaven een mogelijke meetmethode aangegeven. Zie bijlage 2 voor de in Loon op Zand gehanteerde meetmethoden. 3.10 Voorwaarden voor effectief beheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling, transport en verwerking te kunnen realiseren. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan is een effectieve besturing niet mogelijk en kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Pagina 24 van 64

Gewenste situatie tabel D Voorwaarden voor effectief beheer Voorwaarden 1 Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken Maatstaven 1a. In het WRP moet de relatie met de overige gemeentelijke taken inzichtelijk worden gemaakt. 1b. Bij wegreconstructies dient door middel van inspectie en beoordeling te worden gecontroleerd of de riolering goed kan functioneren tot de volgende wegreconstructie. 1c. Afstemming met andere beleidsvelden dan wegbeheer. 2 De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. 2a. Naleving en actueel houden vergunningen. 2b. Eenmaal per jaar rioleringsbestand controleren. 2c. Geen illegale of foutieve aansluitingen. 2d. Actueel overzicht van de aansluitingen op de riolering. 3 Inzicht in kosten op langere termijn. 3a. Alle kosten van de rioleringszorg minimaal één keer in beeld. 4 Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering (onderscheiden in gemengde en gescheiden riolering). 5 Er wordt indien mogelijk en zinvol gebruik gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. 3b. De kostenstijgingen moeten passen binnen het gemeentelijke beleid. De rioolheffing dient gebaseerd te zijn op het waterverbruik. 4a. Direct toegankelijkheid en beschikbaarheid riolerings gegevens. 4b. Jaarlijkse video-inspectie van de rioolstelsels, met een frequentie van 1x per 12 jaar. 4c. Verwerking revisiegegevens binnen 2 maanden. 4d. Periodieke hydraulische controle, eenmaal per 10 jaar. Indien dit zinvol is bijvoorbeeld bij wijzigingen van verhard oppervlak of grootschalige nieuwbouw. 4e. Verwerken van meetgegevens riolering. 5a. Toepassing van o.a. nationaal pakket Duurzaam Bouwen in overeenstemming met het milieubeleidsplan. 6 Er dient een klantvriendelijke benadering te worden nagestreefd. 6a. Meldingen dienen snel en effectief afgehandeld te worden. 7 De samenwerking tussen de gemeente en het waterschap dient effectief ingericht te worden 8 De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten moet gewaarborgd zijn. 9 De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. 10 Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. 6b. Voldoende voorlichting en informatie naar belanghebbenden. 7a. Periodiek overleg tussen gemeente en waterschap. 8a. Rioolgemalen dienen van een storingsmelder te zijn voorzien met aansluiting op telemetriesysteem; Bij rioolgemalen in bemalingsgebieden met overstorten dient een reservepomp aanwezig te zijn. 8b. Mogelijke incidenten en de gevolgen daarvan dienen in kaart gebracht te zijn. Te nemen acties moeten bekend zijn. (incidentplan) 9a. Streven naar het voorkomen van overlast door stank. 10a. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven, bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. 10b. Geen verkeersomleiding door woongebieden en bereikbaarheid zoveel mogelijk handhaven. Pagina 25 van 64

4 Afvalwaterzorgplicht 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht wat, gelet op de huidige toestand en functioneren, binnen de komende planperiode nodig is om de gewenste situatie binnen de afvalwaterzorgplicht te kunnen bereiken. Het gaat hier om alle voorzieningen die stedelijk afvalwater afvoeren naar de rioolwaterzuiveringinrichting. Volgens de nieuwe definitie in de Wet milieubeheer is stedelijk afvalwater huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. 4.2 Overzicht aanwezige voorzieningen In tabel E is een overzicht weergegeven van de aanwezige voorzieningen in de gemeente. De tabel laat ook de ontwikkeling in de toename van deze voorzieningen zien vanaf 2004. De gegevens van de rioleringsobjecten zijn opgenomen in het rioleringsbeheersysteem (dg DIALOG) bij de gemeente. De gegevens in het beheersysteem zijn bijgewerkt tot 2010 en zijn daarmee goed toegankelijk en actueel. Aan de voorwaarde dat de rioleringsgegevens beschikbaar en toegankelijk zijn, wordt voldaan, zie figuur E. De gegevens van de lozingswerken, de riooloverstorten en uitlaten zijn opgenomen in het basisrioleringsplan van de gemeente Loon op Zand uit 2008. De theoretische vuiluitworp op het oppervlaktewater is ook opgenomen in het basisrioleringsplan. Een actueel overzicht van de overstorten is opgenomen in bijlage 9. tabel E Overzicht voorzieningen gemeente Loon op Zand OMSCHRIJVING object Eenheid STAND PER 2004 STAND PER 2010 Vrijvervalriolering km 112 122,6 * gemengd riool km - 84,3 * vuilwaterriool km - 15,2 * hemelwaterriool km - 21,0 * transportriool km - 1,7 * overstortleiding km - 0,4 * bergingskelders st 3 3 Drukriolering pompunits st 213 220 drukriolering km 46 66,7 Persleidingen km 16 12,5 Rioolgemalen st 26 28 overstorten (extern) st 16 13 overstorten (intern) st 2 19 hemelwateroverlaten st 2 5 Overstorten VGS st - 8 Bergbezinkbassins st 3 3 Pagina 27 van 64

Afvalwaterzorgplicht figuur E Aanwezige riolering in de gemeente Loon op Zand 4.3 Toetsing huidige situatie 4.3.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing Binnen en buiten de bebouwde kom van de gemeente loon op Zand zijn alle percelen, op drie na, waar afvalwater vrijkomt aangesloten op (druk)riolering. Deze drie percelen worden in 2011 op drukriolering aangesloten. Er bevinden zich daarmee geen ongezuiverde lozingen meer op het oppervlaktewater of in de bodem. De gemeente voldoet hiermee aan de Wet milieubeheer en de Waterwet. Ook wordt voldaan aan maatstaf 1a. 4.3.2 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom vindt hoofdzakelijk plaats door vrijvervalriolen. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater ingezameld met behulp van drukriolering. Al het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd naar de rioolwaterzuiveringinrichting (rwzi) De Roei in de kern Kaatsheuvel. 4.3.3 Overzicht aanwezige voorzieningen Voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater is binnen de bebouwde kom circa 99,5 km vrijvervalriolering aangelegd. In het buitengebied is drukriolering aangelegd met een totale lengte van circa 66,7 km en 220 pompunits. In figuur F is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw per type (gemengd, dwa, overstort en transport) riool weergegeven. Pagina 28 van 64

Afvalwaterzorgplicht 30.000 25.000 20.000 Lengte (m) 15.000 Transportriool Overstortriool DWA-Riool Gemengd 10.000 5.000 0 figuur F 1940-1949 1950-1959 1960-1969 1970-1979 1980-1989 1990-1999 2000-2009 Aanlegperiode vrijverval riolering voor inzameling stedelijk afvalwater 4.3.4 Toestand vuilwater riolering Inzicht in de toestand van de riolering is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief rioleringsbeheer. Het doel van rioolinspectie is het inzicht verkrijgen en houden in de kwaliteit van de riolen. Sinds 1994 is circa 83% van de totale lengte gemengde- en dwa riolering geinspecteerd. Van deze inspecties is circa 21% ouder dan 12 jaar en 62% is jonger dan 12 jaar, zie figuur G. De riolen zijn geïnspecteerd met behulp van een videocamera. 21% 17% niet geinspecteerd inspecties jonger dan 12 jaar inspecties ouder dan 12 jaar 62% figuur G Geïnspecteerde gemengde- en dwa riolering De waarnemingen zijn geclassificeerd volgens de Nederlandse Norm NEN 3399:2004 (ref. 3). Dit houdt in dat gekeken wordt naar zevenentwintig verschillende toestandsaspecten (bijvoorbeeld lekkage, zand- en vuilophoping, aantasting van het beton van de buis) die in hoofdgroepen waterdichtheid, stabiliteit en afstroming zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld, waarbij een klasse 1 betekent dat er niets aan de hand is en een klasse 5 dat het toestandsaspect in ernstige mate is waargenomen (bijvoorbeeld grondwater dat door een lekke voeg naar binnen spuit, een buis die voor een groot deel is gevuld met zand, aantasting van de buis zodat het grind uit het beton valt). In circa 22% van riolen is sprake van een ingrijpmaatstaf, deze riolen voldoen niet aan de gestelde eisen. In 59% van de riolen voldoet de toestand aan de gestelde eisen. Uit figuur H blijkt, dat van de ingrijpmaatstaven het grootste deel (circa 14%) te maken heeft met de stabiliteit van Pagina 29 van 64

Afvalwaterzorgplicht de riolen en 4% te maken heeft met de waterdichtheid. Circa 4% van de riolen heeft een ingrijpmaatstaf op afstroming. Dat wil zeggen dat de riolen vervuild zijn of dat er wortelingroei of obstakels zijn waargenomen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming leiden alleen tot extra onderhoudswerkzaamheden (bijvoorbeeld reinigen van riolen). 4% 14% 4% 19% niet geinspecteerd geen bijzonderheden ingrijpmaatstaf waterdichtheid ingrijpmaatstaf stabiliteit ingrijpmaatstaf afstroming 59% figuur H Verdeling ingrijpmaatstaven Uit de inspectieresultaten blijkt dat de toestand van een deel van de gemengde en vuilwater riolen niet voldoet aan de gestelde maatstaven, er komen immers ingrijpmaatstaven voor op de toestandsaspecten waterdichtheid, stabiliteit en afstroming. Uit de beoordeling van deze inspectieresultaten zal moeten blijken wat de juiste te nemen maatregel is, hoofdstuk 6 gaat hierop in. Toestand overige objecten De in het rioolstelsel aanwezige wervelventielen zijn kwetsbaar. Echter, op dit moment is er weinig inzicht in het functioneren van de wervelventielen. De bouwkundige delen van de gemalen zijn kwetsbaar voor aantasting van eventueel aanwezige H 2 S. Om de bouwkundige delen van gemalen hiertegen te kunnen beschermen wordt er een coating aangebracht. 4.3.5 Functioneren van de vuilwaterriolering Het functioneren van de riolering kan beschreven worden met de termen milieutechnisch en hydraulisch functioneren. In 2007 is een herinventarisatie van het verhard oppervlak uitgevoerd (conform de richtlijnen van het waterschap). Op basis van deze herinventarisatie is in 2008 een nieuw basisrioleringsplan voor de gemeente Loon op Zand opgesteld. In dit plan is het functioneren van het systeem in de huidige situatie onderzocht en beschreven. Daarnaast zijn in het basisrioleringsplan maatregelen uitgewerkt om te kunnen voldoen aan de gestelde maatstaven zoals de vuilemissie volgens de basisinspanning en het hydraulisch functioneren. Paragraaf 4.4.2 gaat hier meer in detail op in. Milieutechnisch functioneren vrijvervalriolering Het milieutechnisch functioneren wordt gecontroleerd met behulp van een emissieberekening. Er wordt gebruik gemaakt van een continue historische neerslagreeks. Onvoldoende bergingscapaciteit resulteert in overstortingen. Het bestaande stelsel wordt getoetst aan de eenduidige basisinspanning, zoals die is omschreven door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW). De kernen met gemengde rioolstelsels en externe overstorten op oppervlaktewater worden elk afzonderlijk getoetst aan de basisinspanning; dit zijn Kaatsheuvel, Loon op Zand, De Moer en Zuidhollandsedijk. Afzonderlijk voldoen de kernen nog niet aan de basisinspanning. In overleg met het waterschap Brabantse Delta is besloten dat bij een kleine uitbreiding van het gemaal in De Moer deze kern wel voldoet aan de basisinspanning. Voor het als gemeente geheel voldoen aan de basisinspanning moet nog circa 7,5 ha verhard oppervlak afgekoppeld worden, zie ook 5.3. Hydraulisch functioneren vrijvervalriolering Voor het hydraulisch functioneren volgt de gemeente de berekeningsmethode van de Leidraad Riolering. Een niet-stationaire ontwerpbui wordt in het rekenprogramma gesimuleerd. Als ontwerpbui wordt bui 8 (T=2) van de Leidraad Riolering gehanteerd. De gemeente stelt daarbij als uitgangspunt dat in die situatie de waking minimaal 0,3 m moet zijn. Daarnaast wordt het toekomstige stelsel hydraulisch getoetst (controlebui) met bui 10 van de Leidraad Riolering (T=10) om te controleren of en waar bij deze situatie serieus wateroverlast voorkomt. Pagina 30 van 64

Afvalwaterzorgplicht Kaatsheuvel In de huidige situatie wordt theoretisch op 13 locaties de wakingseis van 0,3 m bij bui 8 niet gehaald en water-op-straat berekend. Op 8 locaties wordt in de praktijk ook wateroverlast ervaren, waarvan 6 locaties als vrij ernstig zijn aangemerkt. De gemeente heeft als doelstelling deze 6 urgente locaties op te lossen. Uit de vuilemissie berekeningen in het kader van de basisinspanning blijkt dat het huidige rioolstelsel niet voldoet aan de gestelde eisen. Voor maatregelen om aan de basisinspanning te kunnen voldoen zie 5.3. Loon op Zand Uit de berekening volgen 6 knelpunten waar de wakingseis niet wordt gehaald en waar waterop straat voorkomt. Vanuit de praktijk is bekend dat bij 4 van deze knelpunten ook wateroverlast wordt ervaren. Bij alle 4 is direct ingrijpen noodzakelijk. Uit de vuilemissie berekeningen in het kader van de basisinspanning blijkt dat het huidige rioolstelsel niet voldoet aan de gestelde eisen. Voor maatregelen om aan de basisinspanning te kunnen voldoen zie 5.3. De Moer Uit de resultaten van de hydraulische berekeningen blijkt dat er in de Middelstraat bij diverse putten water op straat voorkomt bij bui 8. In de praktijk is dat geen probleem. Uit de vuilemissie berekeningen in het kader van de basisinspanning blijkt dat het huidige rioolstelsel voldoet aan de gestelde eisen. Zuidhollandsedijk De bestaande rioleringssituatie is doorgerekend met een aanname van het verhard oppervlak van 120 m 2 per woning. Bij bui 8 komt er in gebied KQ2 water op straat voor op de Zuidhollandsedijk. In de praktijk blijkt dat geen probleem te zijn. Uit de vuilemissie berekeningen in het kader van de basisinspanning blijkt dat het huidige rioolstelsel niet geheel voldoet aan de gestelde eisen, BZV norm wel en CZV norm niet. Voor maatregelen om aan de basisinspanning te kunnen voldoen zie 5.3. 4.3.6 Toetsing huidige situatie zorgplicht stedelijk afvalwater In deze paragraaf worden de geformuleerde doelen en functionele eisen (gewenste situatie) voor de afvalwaterzorgplicht vergeleken met de huidige situatie. Wanneer huidige- en gewenste situatie niet overeenkomen wordt in paragraaf 4.4 de opgave bepaald om tot de gewenste situatie te komen. tabel F Toetsing huidige situatie zorgplicht stedelijk afvalwater, doel 1 Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling een zelfde graad van milieubescherming biedt. 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. 1c. De huisaansluitleidingen moeten in goede staat zijn. 1d. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater en intredend grondwater beperkt blijft. Huidige situatie x Toelichting In 2011 zijn alle percelen binnen de gemeente Loon op Zand aangesloten op (druk)riolering. Ongewenste lozingen op de riolering mogen niet voorkomen en worden geregeld via de Wet milieubeheer en de Waterwet. Indien verstopping van huisaansluitleidingen op gemeentelijk grondgebied liggen worden deze verholpen. Er wordt niet geheel voldaan aan deze functionele eis omdat in circa 4% van de geinspecteerde gemengde en dwa riolen ingrijpmaatstaven voorkomen op het toestandsaspect waterdichtheid. Pagina 31 van 64

Afvalwaterzorgplicht tabel G Toetsing huidige situatie zorgplicht stedelijk afvalwater, doel 2 Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Huidige situatie Toelichting 2a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van stedelijk afvalwater binnen zekeren grenzen te verwerken. 2b. De afstroming dient gewaarborgd te zijn 2c. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken. 2d. De afvoercapaciteit van de gemengde riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 2e. De objecten moeten in goede staat zijn. 2f. De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn. 2g. De vuiluitworp door overstortingen en hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. x x x x Onder droog weer omstandigheden zijn er geen problemen met de afvoer van het huishoudelijk afvalwater. De gemalen hebben voldoende afvoercapaciteit. Er wordt niet geheel voldaan aan deze functionele eis omdat in circa 4% van de geinspecteerde gemengde en dwa riolen ingrijpmaatstaven voorkomen op het toestandsaspect afstroming. In de kernen is de verblijftijd van het water in het stelsel niet langer dan 18 uur. Uit het basisrioleringsplan blijkt dat in de kern Kaatsheuvel er 13 locaties zijn waar in de praktijk wateroverlast optreedt, hiervan zijn er 6 ernstig. In Loon op Zand bevinden zich 6 knelpunten waarop er in de praktijk er daadwerkelijk 4 wateroverlast ervaren wordt. In de Moer zijn geen problemen met wateroverlast evenals Zuidhollandsedijk. Er wordt niet geheel voldaan aan deze functionele eis omdat in circa 4% van de geinspecteerde gemengde en dwa riolen ingrijpmaatstaven voorkomen op het toestandsaspect waterdichtheid en in 14% van de geinspecteerde riolen komen ingrijpmaatstaven voor op het toestandsaspect stabiliteit. De gemengde en dwa riolen worden volgens een bepaalde strategie geinspecteeerd en gereinigd. Met het waterschap Brabantse Delta zijn afspraken gemaakt dat met een kleine aanpassing van het gemaal De Moer de vuiluitworp van de kern De Moer aan de basisinspanning voldoet. Voor de gemeente als geheel moet nog circa 7,5 ha verhard oppervlak afgekoppeld worden. 4.4 De opgave De strategie (de opgave) geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van de gestelde doelen (de gewenste situatie). Het is een samenstel van onderzoek en maatregelen geplaatst in de tijd. In deze paragraaf komt achtereenvolgens aan de orde: aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing en bij nieuwbouw; het beheer van de bestaande voorzieningen voor afvalwater, hemelwater en grondwater (onderzoek en maatregelen). Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Het treffen van maatregelen is erop gericht het goed functioneren van de rioleringsvoorzieningen te waarborgen of te verbeteren en bestaande constructies in goede staat te houden. Het is de opgave voor de komende planperiode om de gestelde doelen te kunnen halen. 4.4.1 Aanleg van voorzieningen In 2011 worden de laatste drie bestaande percelen op drukriolering aangesloten. De kosten voor het aanleggen van drukriolering bedragen 100.000,--, zie ook tabel 7 in bijlage 3. Naar verwachting zullen er in de gemeente Loon op Zand in de periode 2011-2022 circa 1.125 woningen worden gerealiseerd, zie tabel H. tabel H Overzicht woningbouwprogramma per jaar en per kern 2011-2022 Jaar kern kaatsheuvel kern Loon op Zand kern De Moer Totaal 2011-2015 488 102 14 604 2016-2022 425 89 7 521 totaal 913 191 21 1125 Pagina 32 van 64

Afvalwaterzorgplicht In de nieuwbouwplannen zal gescheiden riolering worden aangelegd. De lengte te beheren riolering zal hierdoor toenemen. De kosten voor het ontwerp, besteksgereedmaken en de aanleg van riolering komen ten laste van de grondexploitatie. De gegevens van nieuw aan te leggen riolering zullen in het rioleringsbeheersysteem van de gemeente worden opgenomen. 4.4.2 Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoek Dit gemeentelijke rioleringsplan is gebaseerd op gedetailleerde informatie, opgenomen in het rioleringsbeheersysteem dg DIALOG. Om voldoende inzicht in de toestand en het functioneren van het rioolstelsel te houden, is structureel onderzoek noodzakelijk. Een samenvatting van de onderzoeksactiviteiten is weergegeven in tabel I. De resultaten van het nu geplande onderzoek worden in het volgende WRP verwerkt. Inventarisatie Gegevens zijn voor het rioleringsbeheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. Om op adequate wijze de aan de riolering te verrichten maatregelen qua aard en omvang te kunnen bepalen, is een overzicht nodig van de in beheer zijnde voorzieningen. Dit overzicht is in digitale rioleringsbestanden in het rioleringsbeheersysteem dg DIALOG aanwezig. De reguliere terugkerende werkzaamheden hierbij zijn: periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervangingen van de riolering); toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw); invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens in dg DIALOG; bijhouden van meldingen en storingen. Het uitvoeren van deze werkzaamheden wordt uitbesteed. Per januari 2010 kan gesteld worden dat het rioleringsbeheerbestand compleet en actueel is. In 2011 wordt het afvoerend verhard oppervlak van Zuid-Hollandsendijk geactualiseerd, hier is 10.000,-- voor opgenomen. Inspectie en controle vrijvervalriolering Om de kwaliteit van de vrijvervalriolering in beeld te brengen worden rioolinspecties uitgevoerd. Tijdens deze rioolinspecties door middel van videocamera, wordt het riool geclassificeerd op de toestandsaspecten zoals vastgesteld in de NEN 3399:2004. De basisstrategie is dat alle riolen eens in de 12 jaar geïnspecteerd worden, dit komt neer op een jaarlijkse inspectie van circa 11 km. Indien nodig worden daarnaast riolen geïnspecteerd waarvan op basis van uiterlijke verschijnselen (bijvoorbeeld plotseling optredende wegverzakkingen) vermoed wordt dat de kwaliteit niet aan de gestelde eisen voldoet. Vanuit kostenoverwegingen en doelmatigheid worden het inspectieprogramma en het reinigingsprogramma gecombineerd uitgevoerd. De jaarlijkse kosten voor het reinigen en inspecteren van riolering bedragen circa 57.000,-- en is opgenomen in de rioleringsbegroting. Het bedrag voor inspecteren en reinigen zal toenemen met de groei van de te beheren lengte riolering. Na het inspecteren van de riolering zullen de inspectieresultaten beoordeeld moeten worden om de juiste maatregel te kunnen bepalen. Voor het beoordelen van inspectieresultaten is uitgegaan van 2,50 per meter en de beoordeling van circa 30% van de inspectieresultaten. Dit komt neer op een jaarlijks bedrag van circa 8.000,--. Berekeningen Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering zal periodiek (1 x per 10 jaar) moeten worden gecontroleerd, onder andere naar aanleiding van wijzigingen in bebouwing, optredende problemen (wateroverlast) of wijziging in regelgeving. In 2008 is het basisrioleringsplan (BRP) voor de gemeente Loon op Zand opgesteld. In 2018 zal het basisrioleringsplan worden geactualiseerd. De kosten voor het uitbesteden van het actualiseren van het basisrioleringsplan bedragen circa 25.000,-- en is opgenomen in tabel 8 in bijlage 3. Pagina 33 van 64

Afvalwaterzorgplicht Voor het uitvoeren van kleinere deelstudies, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of vragen, actualisaties, etcetera is op jaarbasis een bedrag van 15.000,-- opgenomen. Actualisatie Water- en rioleringsplan In 2015 zal dit Water- en rioleringsplan geactualiseerd moeten worden. Hiervoor is een bedrag opgenomen van 25.000,--, zie tabel 8 in bijlage 3. Gemeentelijk riool incidentenplan (GRIP) In 2011 zal een gemeentelijk riool incidentenplan (GRIP) worden opgesteld. In het GRIP is een beschrijving opgenomen hoe er gehandeld moet worden bij een incident/calamiteit zoals het uitvallen van een gemaal of een illegale lozing van een gevaarlijke stof in het riool. Het incidentenplan zal periodiek geactualiseerd moeten worden. Belangrijk bij het actualiseren van het incidentenplan is de betrokkenheid van alle (externe) partijen zoals het waterschap Brabantse Delta. De kosten voor het opstellen van dit plan bedragen 25.000,-- en is opgenomen in tabel 8 in bijlage 3. Aanleg persleiding van gemaal Duinlaan naar RWZI Ter voorbereiding van het eventueel aanleggen van een nieuwe persleiding vanaf het gemaal Duinlaan naar de RWZI wordt er in 2010-2011 een vooronderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden en de voor en nadelen van het aanleggen van deze persleiding. De kosten voor dit onderzoek bedragen circa 15.000,--. Vervolgens wordt er een voorstudie, tracéonderzoek en onderzoek naar de mogelijkheden van een gestuurde boring vanaf gemaal Duinlaan tot aan locatie bij begin Europalaan (nabij Rabobank) uitgevoerd. De kosten van deze onderzoeken bedragen circa 25.000,--, zie ook tabel 8 in bijlage 3. Monitoringsprogramma externe overstorten Om meer inzicht te krijgen in het werkelijk functioneren van het rioolstelsel wordt er gemeten in het rioolstelsel. Op tien locaties zal vanaf 2011 de waterstanden en overstortgebeurtenissen gemeten worden. Dit meetnet in de riolering zal gecombineerd aangelegd met het grondwatermeetnet. De kosten voor het aanleggen van dit meetnet bedragen circa 80.000,--. De jaarlijkse beheerkosten voor het monitoringsprogramma bedragen 8.000,--. Ten behoeve van het monitoringsprogramma externe overstorten worden ook neerslagmetingen uitgevoerd. In 2011 zullen de huidige twee regenmeters in de gemeente vervangen worden door gebruik te gaan maken van radarneerslagmeting. Hiervoor kan bij externe bedrijven aansluiting gezocht worden waarbij een grotere nauwkeurigheid bereikt kan worden in de metingen van de gevallen hoeveelheid neerslag per vierkante kilometer. De eenmalige investering bedraagt 5.000,-- en de jaarlijkse abonnementskosten 1.500,--. Benchmarking In 2010 doet de gemeente Loon op Zand mee met een landelijk benchmark onderzoek georganiseerd door de VNG en Stichting RIONED. Dit benchmark onderzoek vormt een hoofdonderdeel van het Bestuursakkoord Waterketen, dat in juli 2007 werd afgesloten. In dit benchmark onderzoek wordt met behulp van prestatie-indicatoren het presteren van de gemeente, op een aantal rioleringsdeelgebieden, vergeleken met andere gemeenten. Met de Benchmark Rioleringszorg 2010 worden gemeenten vergeleken op de aandachtsgebieden (a) interne processen, (b) financiën en (c) beleving belanghebbenden. De vernieuwde benchmark kent twee onderdelen: Een extern gerichte cijfermatige vergelijking op hoofdlijnen van gemeenten van de kenmerken, kosten en prestaties van de rioleringszorg (Riolering in Beeld). Voor deelname aan dit onderdeel wordt geen financiële bijdrage van individuele gemeenten gevraagd. Een intern gericht leerproces, waarin gemeenten in een diepgaande analyse per regio of specifiek thema onderling worden vergeleken. Voor deelname aan het leerproces (niet verplicht) zal van individuele gemeenten een vergoeding worden gevraagd. Handhaving verordening en vergunningen Pagina 34 van 64

Afvalwaterzorgplicht Het verlenen en handhaven van vergunningen op basis van de Wet Milieubeheer en de Wet bodembescherming wordt uitgevoerd door de Afdeling Vergunning en Handhaving. Vergunningverlening voor directe lozingen op oppervlaktewateren en de handhaving hiervan behoort tot het takenpakket van het waterschap. Door de invoering van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) komen lozingen van bedrijven op de riolering (zogenaamde indirecte lozingen) onder het gezag van de gemeente te vallen. Afdeling Vergunning en Handhaving gaat dan ook deze indirecte lozingen onder haar hoede nemen. Samenwerking met het waterschap ligt hier voor de hand omdat het waterschap tot de invoering van de Wabo bevoegd gezag is. Samenvatting onderzoeksinspanningen planperiode In tabel I is de strategie voor het uitvoeren van onderzoek voor de komende planperiode weergegeven met daarbij een schatting van de bijbehorende kosten. Met de resultaten van het onderzoek zal in 2015 het Water- en rioleringsplan worden bijgesteld. tabel I Samenvatting onderzoeksinspanningen planperiode (EURO) Onderzoeksactiviteit Zie tabel in bijlage 3 Kosten EURO jaarlijks Kleine ad-hoc onderzoeken 8 15.000 jaarlijks Inspectie en reiniging van vrijvervalriolering 8 exploitatie jaarlijks Beoordelen van inspectiegegevens 8 8.000 jaarlijks Monitoringsprogramma 8 8.000 jaarlijks Verzamelen en verwerken grondwatermeetgegevens 8 8.000 jaarlijks Abonnementskosten radarneerslagmeting 8 1.500 2011 gemeentelijk riool incidentenplan 8 25.000 2011 Vooronderzoek persleiding gemaal Duinlaan RWZI 8 15.000 2011 Voorstudie, tracéonderzoek 8 25.000 2011 Aanleg meetnet riolering 8 80.000 2011 Actualiseren afvoerend verhard oppervlak Zuid-Hollandsedijk 8 10.000 2011 Implementatie radarneerslagmeting 8 5.000 2015 Actualisatie Water- en rioleringsplan 8 25.000 Maatregelen Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Het treffen van maatregelen is erop gericht het goed functioneren van de rioleringsvoorzieningen te waarborgen of te verbeteren en bestaande constructies in goede staat te houden. Een samenvatting van de (beheer)maatregelen in de planperiode met de (jaarlijkse) kosten is gegeven in tabel J. Onderhoud vrijverval riolering De reinigingsfrequentie van dwa, rwa en gemengde riolen is eenmaal in de 12 jaar. Enkele specifieke probleemlocaties worden jaarlijks gereinigd. De kosten voor het schoonmaken van riolen zijn opgenomen in de rioleringsbegroting en zijn weergegeven in tabel 9, bijlage 3. Onderhoud straat- en trottoirkolken Het reinigen van de kolken is belangrijk om plasvorming op straat bij regenval te voorkomen en is een preventieve maatregel ter voorkoming van verontreiniging van het oppervlaktewater. De kolken worden 2 keer per jaar gereinigd. Er zijn circa 9.000 kolken in de gemeente. Het vrijkomende kolkenslib wordt volgens de geldende regels verwerkt. De kosten voor het schoonmaken van de straat- en trottoirkolken zijn opgenomen in de rioleringsbegroting en zijn weergegeven in tabel 9, bijlage 3. De kosten voor het straatvegen worden gedeeltelijk aan de rioleringszorg toegerekend en bedragen 101.501,--. Onderhoud gemalen, drukriolering, randvoorzieningen en overige voorzieningen De hoofdrioolgemalen worden 12 x per jaar door derden gecontroleerd en onderhouden. De kleinere rioolgemalen worden door de eigen dienst ook 12 x per jaar gecontroleerd en onderhouden. De mechanische installaties van de bergbezinkbassins worden door de eigen dienst 12 Pagina 35 van 64

Afvalwaterzorgplicht x per jaar gereinigd. De overstorten en injectieputten worden door de eigen dienst 6 x per jaar gecontroleerd en onderhouden. Overstortleidingen en zinker worden 1 x per jaar gereinigd. De wervelventielen worden maandelijks gecontroleerd en, indien noodzakelijk, gereinigd. De kosten voor het onderhoud van deze rioleringsobjecten zijn opgenomen in de rioleringsbegroting, zie tabel 9, bijlage 3. Onderhoud persleidingen De gemeente heeft momenteel geen gegevens voorhanden van de staat van de persleidingen (vervuiling, aantasting, mogelijke zettingen e.d.). Momenteel verricht de gemeente geen structureel onderhoud aan de persleidingen, dit wordt vooralsnog ook niet noodzakelijk geacht. Vervanging, renovatie en reparatie van drukriolering Voor vervanging van de drukriolering is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Zo functioneren de mechanische en elektrische componenten van een pompunit gemiddeld 15 jaar en de bouwkundige delen circa 45 jaar. Na de theoretische levensduur van 60 jaar wordt het gehele systeem in principe vervangen. Op basis van de standaardlevensduur voor het mechanisch en elektrische componenten komen er in de planperiode circa 100 pompunits in aanmerking om vervangen te worden, zie tabel 7 t/m 7d in bijlage 3. De totale kosten hiervoor bedragen circa 380.000,--. Vervanging, renovatie en reparatie van gemalen Voor vervanging van de rioolgemalen is net als bij de drukriolering uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Ook voor gemalen geldt dat de mechanische en elektrische componenten van een rioolgemaal gemiddeld 15 jaar meegaan en de bouwkundige delen circa 60 jaar. In de planperiode 2011-2015 komt het mechanisch/elektrisch deel van 18 gemalen in aanmerking om vervangen te worden, de kosten hiervoor bedragen circa 626.000,--. In tabel 1 en 2 in bijlage 3 zijn de te vervangen gemalen opgenomen. In 2011 wordt de pompcapaciteit van de pompunit van de camping Klokkenweide uitgebreid. De kosten voor deze uitbreiding + vervanging van bijbehorende persleiding bedragen 100.000,--. In de planperiode worden van 10 pompputten de binnenwanden gecoat. De kosten hiervoor bedragen 150.000,--. Vervanging, aanleg, renovatie en reparatie van persleidingen Voor vervanging van de persleidingen is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen van 60 jaar. Er is in deze planperiode geen vervanging voorzien van een persleiding. In de periode 2016-2020 zal, een en ander afhankelijk van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek, de persleiding aangelegd worden vanaf gemaal Duinlaan rechtstreeks naar de RWZI. Het voordeel hiervan is dat de huidige persleiding vanaf het gemaal Duinlaan niet meer loost in het vrijvervalstelsel in de Pastor de Klijnlaan. Hierdoor is er meer hydraulische capaciteit in het vrijvervalstelsel. De uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek kan onderdeel zijn van de OAS studie, waarbij de kosten-baten van het aanleggen van de persleiding afgewogen worden ten opzichte van o.a. afkoppelen van verhard oppervlak. De kosten voor het uitvoeren van dit project bedragen circa 2,5 miljoen en zijn weergegeven in tabel 15, bijlage 3. In 2011 wordt een persleiding aangelegd van gemaal Oude Vaert naar Gasthuisstraat. De kosten voor dit project bedragen circa 30.000,--. Vervanging en reparatie van gemengde en vuilwaterriolen Om de stabiliteit en waterdichtheid te waarborgen, is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem dg DIALOG is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. Riolen krijgen een restlevensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van een standaardlevensduur van 60 jaar. Voor de bepaling van de aanpak op hoofdlijnen (strategische planning) is dit een goede en bruikbare systematiek. Pagina 36 van 64

Afvalwaterzorgplicht Bij het opstellen van de planning is onderscheid gemaakt in vervanging en reparatie van een riool. Indien mogelijk wordt een riool gerepareerd. Aangenomen is dat een gerepareerd rioolmaximaal 25 jaar later alsnog vervangen moet worden. In figuur I is de strategische vervangings-reparatie planning van de gemengde/dwa riolering voor de lange termijn weergegeven. Op basis van de inspectieresultaten en de beoordeling van een deel van deze inspectieresultaten kan een deel van de gemengde en dwa riolen gerepareerd worden. Hiervoor is een reparatiebestek opgesteld. Op basis van dit reparatiebestek is in de planperiode 2011-2015 een bedrag opgenomen van in totaal circa 1,6 miljoen euro. Daarnaast is in de planperiode op basis van de standaard restlevensduur en inspectiegegevens circa 1,8 miljoen euro nodig voor vervanging van vrijvervalriolering, zie figuur I. 20.000 18.000 16.000 14.000 Kosten (euro) 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 reparatie vervanging 0 2011-2015 2016-2020 2021-2030 2031-2040 2041-2050 2051-2060 2061-2070 periode figuur I Vervangings/reparatie planning gemengde/dwa riolering in Loon op Zand De levensduur van de vrijvervalriolen kan sterk uiteenlopen. Het tijdstip waarop de vrijvervalriolen moeten worden gerenoveerd of vervangen wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Bij het maken van planningen wordt daar rekening mee gehouden. In de berekening van de vervangingskosten voor de vrijvervalriolering is rekening gehouden met de kosten voor het opbreken en aanbrengen van de wegverharding ter plaatse van de sleuf, met verkeersmaatregelen, met kosten voor het toegankelijk houden van de bebouwing en met kosten voor kolk- en huisaansluitleidingen. Kosten voor de totale wegreconstructie zijn niet meegenomen. Samenvatting beheermaatregelen planperiode In tabel J is de opgave voor het uitvoeren van maatregelen voor de komende planperiode weergegeven met daarbij een schatting van de bijbehorende kosten. tabel J Samenvatting beheermaatregelen planperiode jaar Maatregel Zie tabel in bijlage 3 Kosten EURO 2011 Aansluiten drie laatste percelen op drukriolering 7 100.000 2011 Aanleg persleiding gemaal Oude Vaert-Raadhuisstraat 4 30.000 2011 Uitbreiding pompcapaciteit camping Klokkenweide 1 100.000 Pagina 37 van 64

Afvalwaterzorgplicht planperiode Onderhoud vrijvervalriolering 9 exploitatie planperiode Onderhoud gemalen en drukriolering 9 exploitatie planperiode Vervanging m/e deel van 100 pompunits 7a-7f 380.000 planperiode Vervanging m/e deel van 18 gemalen 1, 2 626.000 Planperiode Vervanging bouwkundig deel van 2 gemalen 1 136.000 planperiode Coating binnenwanden 10 pompputten 1 150.000 planperiode Reparatie/renovatie vrijvervalriolering o.b.v. detailbeoordeling 11 1.638.000 planperiode vervanging van gemengde/dwa riolen 11 1.809.000 4.5 Verordeningen en vergunningen Lozingen van afvalwater op de riolering (indirecte lozingen) worden geregeld op basis van de Wet milieubeheer (Wm) en voor een 20-tal categorieën bedrijven op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo). De controle van de vergunningen en naleving van de regelgeving betreffende de Wet milieubeheer wordt door de gemeente uitgevoerd. Er worden integrale controles uitgevoerd waarbij ook het aspect lozing van afvalwater wordt meegenomen. De controles (en vergunningverlening en handhaving) vinden periodiek plaats, afhankelijk van type lozing en type bedrijf (milieucategorie). Daarnaast vindt ook controle plaats naar aanleiding van klachten. Het handhavingsbeleid (de controles) is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en voert dit zelfstandig uit. Wetswijzigingen In 2009 is de Waterwet van kracht geworden. Met het van kracht worden van deze wet is de Wvo vervallen. Vanaf dat moment zijn ook de indirecte lozingen waarvoor het waterschap bevoegd gezag was (de 20 categorieën) onder het Wm-bevoegd gezag komen te vallen. Het waterschap is dan alleen nog bevoegd gezag voor de directe lozingen op oppervlaktewater. Het waterschap houdt een zwaarwegende adviesrol over de indirecte lozingen. Per 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. De regels voor lozingen vanuit inrichtingen zijn zoveel mogelijk ondergebracht in het Activiteitenbesluit. Dat wil zeggen dat een groot deel van de voorkomende lozingen met de algemene regels uit het Activiteitenbesluit wordt geregeld, uitgezonderd de IPPC-inrichtingen (grote milieuvervuilende bedrijven). Per 1-1-2010 is het lozen buiten inrichtingen (dus ook via overstorten en regenwateruitlaten) geregeld via het Besluit Lozen Buiten Inrichtingen. Verordeningen Momenteel is op rioleringsgebied de volgende verordening van kracht Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2010. Pagina 38 van 64

5 Hemelwaterzorgplicht 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht wat, gelet op de huidige toestand en functioneren, binnen de komende planperiode nodig is om de gewenste situatie binnen de hemelwaterzorgplicht te kunnen bereiken. Het gaat hier om alle voorzieningen die hemelwater afvoeren naar de bodem of het oppervlaktewater. De drainagemiddelen worden in het volgende hoofdstuk behandeld. 5.2 Toetsing huidige situatie 5.2.1 Verwerking van hemelwater De inzameling van hemelwater, bij (verbeterd) gescheiden stelsels, binnen de bebouwde kom vindt plaats middels vrijvervalriolering. Het hemelwater wordt bij verbeterd gescheiden stelsels via rioolgemalen en persleidingen deels afgevoerd naar de RWZI. De overige hemelwaterriolering en IT-riolering (infiltratieriolering) lozen het hemelwater direct op het oppervlaktewater of infiltreren het in de bodem. Op vijf locaties in de gemeente zijn wadi s aangelegd voor de verwerking van hemelwater. Ook is er op vijf locaties een retentiebassin voor hemelwater aangelegd. In de Heikant en Land van Kleef wordt het hemelwater geïnfiltreerd door middel van infiltratiekolken. 5.2.2 Overzicht van aanwezige voorzieningen In totaal is er circa 21 km hemelwaterriolering aangelegd. Er zijn drie bergbezinkbassins (BBB) aangelegd. In het hemelwaterstelsel zijn twee watershell s aangelegd: Kaatsheuvel: Sweenstraat (BBB), inhoud: 1.100 m 3; Kaatsheuvel: Heuvelstraat (BBB), inhoud: 550 m 3 ; Kaatsheuvel: Parkstraat, inhoud: 620 m 3 ; Loon op Zand: Klokkenlaan (BBB), inhoud: 375 m 3 ; Loon op Zand: De Venloene, inhoud 225 m 3 (Particulier eigendom). Deze bergbezinkbassins dienen er voor om tijdens hevige neerslag een deel van het overstortende (hemel)water te bergen. Daarnaast is er in De Els, Kets-West II, Vaartstraat, Bevrijdingsweg en Amerikastraat een retentievoorziening aanwezig voor berging van hemelwater om water-op-straat te kunnen voorkomen. De retentievoorziening voor de opvang van hemelwater worden geleegd door middel van infiltratie in de bodem of lozing op oppervlaktewater. De wadi s (bovengrondse infiltratievoorzieningen) bevinden zich in Molenwijck-Zuid, De Hoogt, Multatulihof, Deijkerzande. In Castellanie en Andromeda e.o. bevindt zich een IT-stelsel. In figuur J is de hoeveelheid aangelegde hemelwaterriolering en leeftijdsopbouw weergegeven. Pagina 39 van 64

Hemelwaterzorgplicht 14.000 12.000 10.000 8.000 Lengte (m) 6.000 4.000 2.000 0 figuur J 1960-1969 1970-1979 1980-1989 1990-1999 2000-2009 Aanlegperiode vrijverval riolering voor inzameling hemelwater 5.2.3 Toestand hemelwater riolering Sinds 1995 is circa 63% van de totale lengte hemelwaterriolering geïnspecteerd. Van deze inspecties is circa 19% ouder dan 12 jaar en 44% is jonger dan 12 jaar, zie figuur K. De riolen zijn geïnspecteerd met behulp van een videocamera. 19% 37% niet geinspecteerd inspecties jonger dan 12 jaar inspecties ouder dan 12 jaar 44% figuur K Geïnspecteerde hemelwater riolering In circa 2% van riolen is sprake van een ingrijpmaatstaf, deze riolen voldoen niet aan de gestelde eisen. In 57% van de riolen voldoet de toestand aan de gestelde eisen. Uit figuur L blijkt, dat de ingrijpmaatstaven te maken hebben met de stabiliteit en waterdichtheid van de riolen. 57% 1% 1% 0% 41% niet geinspecteerd geen bijzonderheden ingrijpmaatstaf waterdichtheid ingrijpmaatstaf stabiliteit ingrijpmaatstaf afstroming figuur L Verdeling ingrijpmaatstaven Pagina 40 van 64

Hemelwaterzorgplicht Uit de inspectieresultaten blijkt dat de toestand van de hemelwaterriolen nagenoeg voldoet aan de gestelde maatstaven. Uit de beoordeling van deze inspectieresultaten zal moeten blijken wat de juiste te nemen maatregel is, hoofdstuk 6 gaat hierop in. 5.2.4 Functioneren van de hemelwater riolering De rwa-stelsels in de verschillende kernen functioneren goed. Zoals beschreven in 4.3.5 zijn er verschillende locaties in de kernen Kaatsheuvel en Loon op Zand waar tijdens hevige neerslag wateroverlast optreedt. Hierbij gaat het om locaties waar een gemengd stelsel ligt. Deze locaties zijn in detail beschreven in het basisrioleringsplan. De gemeente is voornemens de problemen op deze specifieke locaties met wateroverlast op te lossen. Door middel van het afkoppelen van afvoerend verhard oppervlak is dit mogelijk. Paragraaf 4.4.2 gaat verder in op de wateroverlastproblematiek en de uit te voeren maatregelen. Voor het infiltreren van hemelwater in de bodem bevinden zich infiltratiekolken in het Land van Kleef. Deze infiltratiekolken functioneren niet meer zodat tijdens hevige neerslag water-opstraat voorkomt. Deze infiltratiekolken worden in de komende planperiode vervangen. 5.2.5 Toetsing huidige situatie hemelwater zorgplicht In deze paragraaf worden de in hoofdstuk 4 geformuleerde doelen en functionele eisen (gewenste situatie) voor de hemelwaterzorgplicht vergeleken met de huidige situatie. Wanneer huidige- en gewenste situatie niet overeenkomen wordt in hoofdstuk 6 de opgave bepaald om tot de gewenste situatie te komen. tabel K Toetsing huidige situatie hemelwaterzorgplicht, doel 3 Doel 3: Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen 3a. Alle percelen binnen het gemeentelijke grondgebied zijn voorzien van een aansluiting op de riolering. In beginsel wordt de hemelwaterafvoer niet aangesloten op het rioleringsstelsel. 3b. Voor zover rendabel, afkoppelen van schoon hemelwater zonder wateroverlast en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. 3c. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient te voldoen aan de milieutechnische eisen. 3d. Adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. Huidige situatie x Toelichting In 2010 zijn alle percelen binnen de gemeente Loon op Zand aangesloten op riolering. Afstromend hemelwater mag niet worden geloosd op de drukriolering. Gemeente beschikt over een afkoppelplan. Bij rioolvervanging en nieuwbouw wordt hemelwater afgekoppeld indien doelmatig. Er zijn enkele knelpunten in het oppervlaktewatersysteem met betrekking tot de oppervlaktewaterkwaliteit. Indien mogelijk en doelmatig vindt de afvoer van hemelwaterrechtstreeks op het oppervlaktewater plaats. 3e. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden. 3f. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. 3g. Hoeveelheid intredend schoon hemelwater beperken. x Kolken worden 2 x per jaar gereinigd. Er zijn enkele locaties bekend met structurele problemen met verstopte kolken. Er wordt nagenoeg voldaan aan deze functionele eis omdat er in geinspecteerde rwa riolen minder dan 1% ingrijpmaatstaven voorkomen op het toestandsaspect waterdichtheid. Bij nieuwbouwprojecten wordt het hemelwater altijd gescheiden ingezameld en getransporteerd. tabel L Toetsing huidige situatie hemelwaterzorgplicht, doel 4 Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen 4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 4b. De vuiluitworp door overstortingen uit gescheiden stelsels op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Huidige situatie x Toelichting Uit het basisrioleringsplan blijkt dat in de kern Kaatsheuvel er 13 locaties zijn waar in de praktijk wateroverlast optreedt, hiervan zijn er 6 ernstig. In Loon op Zand bevinden zich 6 knelpunten waarop er in de praktijk er daadwerkelijk 4 wateroverlast ervaren wordt. In de Moer zijn geen problemen met wateroverlast evenals Zuidhollandsedijk. Er zijn geen knelpunten in de gemeente in het oppervlaktewater door lozingen van hemelwater uit gescheiden stelsels. Pagina 41 van 64

Hemelwaterzorgplicht 5.3 De opgave De strategie (de opgave) geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van de gestelde doelen (de gewenste situatie). Het is een samenstel van onderzoek en maatregelen geplaatst in de tijd. In deze paragraaf komt het beheer van de bestaande hemelwatervoorzieningen voor afvalwater, hemelwater en grondwater (onderzoek en maatregelen) aan de orde. Vervanging en reparatie van hemelwaterriolen Om de stabiliteit en waterdichtheid te waarborgen, is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem dg DIALOG is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. De hemelwateriolen krijgen een restlevensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van een standaardlevensduur van 60 jaar. Voor de bepaling van de aanpak op hoofdlijnen (strategische planning) is dit een goede en bruikbare systematiek. In de komende planperiode is circa 40.000,-- opgenomen voor het repareren of vervangen van hemelwaterriolen, zie figuur M. Kosten (euro) 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2011-2015 2016-2020 2021-2030 2031-2040 2041-2050 2051-2060 2061-2070 periode figuur M Vervangingsplanning hwa riolering in Loon op Zand Vervanging hwa gemalen en tunnelgemalen Ook voor de hwa en de twee tunnelgemalen geldt dat de mechanische en elektrische componenten gemiddeld 15 jaar meegaan. De bouwkundige delen maken onderdeel uit van de tunnelconstructies. In de planperiode 2011-2015 komt het mechanisch/elektrisch deel van de 2 tunnelgemalen en van twee hwa gemalen in aanmerking om vervangen te worden, de kosten hiervoor bedragen circa 140.000,--. Verbeteringen infiltratiekolken In Land van Kleef bevinden zich circa 120 infiltratiekolken. Deze infiltratiekolken functioneren niet meer en worden in 2011 vervangen. De investering hiervoor bedraagt 120.000,--, zie tabel 15 in bijlage 3. Water op straat en het afkoppelen van verhard oppervlak Naar aanleiding van het in 2008 opgestelde basisrioleringsplan voor de gemeente Loon op Zand is een totaal afkoppelplan op gesteld voor de kernen Kaatsheuvel en Loon op Zand. De gemeente is voornemens hierbij het verhard oppervlak van de kernen Loon op Zand en Kaatsheuvel zoveel mogelijk af te koppelen. Hiertoe wordt overal naast het gemengd rioolstelsel een hwa-riool aangelegd. Omdat het afkoppelen van verhard oppervlak een traject beslaat over meerdere jaren en omdat het niet duidelijk is waar en wanneer welke maatregelen worden uitgevoerd, is het wenselijk om de noodzakelijke diameters van het hwa-riool te kennen. Hierdoor Pagina 42 van 64

Hemelwaterzorgplicht kan, wanneer een riool wordt vervangen of een weg wordt gereconstrueerd, het hwa-riool met de juiste diameter worden aangelegd. Het afkoppelen van afvoerend verhard oppervlak is noodzakelijk voor het voldoen aan de basisinspanning en voor het voorkomen van wateroverlast tijdens hevige neerslag. Voor het voorkomen van wateroverlast is het noodzakelijk om in de kern Kaatsheuvel circa 40 ha (van de circa 149 ha) verhard oppervlak van het gemengde rioolstelsel af te koppelen. In de kern Loon op Zand is het nodig om circa 10,5 ha (van de circa 51 ha) verhard oppervlak van het gemengde rioolstelsel af te koppelen om wateroverlast te voorkomen. In Loon op Zand liggen twee natuurlijke waterlopen: de Molenstraatseloop aan de oostzijde en de Blauwloop aan de westzijde. Deze worden dan ook in het afkoppelplan gebruikt om op af te wateren door de hemelwaterriolen. In de kern ligt zeer weinig oppervlaktewater. Langs de gehele noordzijde ligt het bosgebied de Loonse Duinen. Daar is geen afvoerend oppervlaktewater aanwezig, daarom zijn daar infiltratievoorzieningen gepland. De bodemopbouw en grondwaterstand zijn daar naar verwachting geschikt voor. Probleem is wel dat er daarvoor nog gronden gereserveerd of eventueel aangekocht moeten worden door de gemeente. De lozingspunten van het hwa-riool worden bepaald door de hoogteligging van het terrein, de ligging van de waterlopen en de keuzelocaties van infiltratievelden. Deze lozingspunten liggen allen aan de buitenranden van Loon op Zand. Daarom zijn de meeste transportafstanden vrij groot en zijn grote diameters noodzakelijk ten behoeve van de afvoer van het hemelwater. Het is te overwegen om daar waar de ruimte aanwezig is in de kern het hemelwater lokaal oppervlakkig te bergen in groenvoorzieningen (wadi s). Door groenvoorzieningen te verlagen kan zodoende lokaal water worden geborgen en geïnfiltreerd in de bodem. Met zekere regelmaat vindt in de Ecliptica overlast plaats bij hevige regenbuien. Het hemelwater komt hier zo hoog op straat te staan dat dit diverse woningen binnendringt en aanzienlijke schade aanricht. De oplossing hier is gevonden in het creëren van berging om tijdelijk het hemelwater te kunnen opvangen en daarna te infiltreren in de ondergrond. Deze maatregelen zullen uitgevoerd worden in de overlap tussen het oude Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2004-2008) en dit WRP. De kosten voor de maatregelen bedragen circa 800.000,--. Maatregelen basisinspanning Op de korte termijn (planperiode WRP) moet de gemeente aan de basisinspanning voldoen. Om aan deze basisinspanning te kunnen voldoen is het nodig om in de kern Kaatsheuvel nog circa 5 ha en in de kern Loon op Zand circa 2,5 ha verhard oppervlak af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. De benodigde financiële middelen voor het afkoppelen van verhard oppervlak zijn in dit WRP opgenomen. Voor het afkoppelen van verhard oppervlak is jaarlijks een bedrag opgenomen van 250.000,--, zie tabel 15 in bijlage 3. Hierbij is ervan uitgegaan dat er ongeveer 1 ha per jaar wordt afgekoppeld hoewel dit sterk afhankelijk is van de uit te voeren (weg)reconstructies. Naast het afkoppelen van verhard oppervlak worden er nog enkele systeem maatregelen uitgevoerd in de planperiode van dit WRP, zie tabel M. Het verkleinen van de pompcapaciteit vindt plaats bij reguliere vervanging van de elektrisch/mechanische installatie. tabel M Systeemmaatregelen volgens BRP kern maatregel Kosten (euro) locatie Kaatsheuvel Diameter riool vergroten tot 900mm en - Sweenstraat (is uitgevoerd) aanleg hwa-riool 700 mm Vergroten hwa-riool tot 700 mm (200m) 200.000 Vlonderaker en Halfrad Capaciteit verkleinen naar 169 m3/h 59.000 gemaal Molenbeek Capaciteit verkleinen naar 14,9 m3/h 21.000 gemaal Erastraat Dichtzetten overstort KC2201.2 1.000 Amerikastraat Drempel plaatsen 15.000 Jan de Rooijstraat tussen KC2254 en KC2227 Pagina 43 van 64

Hemelwaterzorgplicht Loon op Zand Riool vergroten en aanbrengen koppeling 98.500 Dekenstraat, Koningstraat en Gildeweg Afkoppelmaatregelen, creëren berging 800.000 Ecliptica, Ursa Major Samenvatting beheermaatregelen planperiode In tabel N is de opgave voor het uitvoeren van maatregelen voor de komende planperiode weergegeven met daarbij een schatting van de bijbehorende kosten. tabel N Samenvatting beheermaatregelen planperiode jaar Maatregel Zie tabel in bijlage 3 Kosten EURO planperiode Onderhoud hemelwaterriolering 9 exploitatie planperiode Onderhoud gemalen 9 exploitatie planperiode Vervanging m/e deel van 2 tunnelgemalen 3 88.000 planperiode Vervanging m/e deel van 2 hwa gemalen 3 52.000 planperiode Reparatie hemelwaterriolering 13 - planperiode Vervanging hemelwaterriolering 13 41.000 2011 Vervangen infiltratiekolken Land van Kleef 15 100.000 planperiode Afkoppelen verhard oppervlak voor basisinspanning en oplossen water op 15 1.250.000 straat problemen planperiode Uitvoeren systeemmaatregelen volgens BRP 15 1.194.500 Pagina 44 van 64

6 Grondwaterzorgplicht 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht wat, gelet op de huidige toestand en functioneren, binnen de komende planperiode nodig is om de gewenste situatie binnen de grondwaterzorgplicht te kunnen bereiken. Het gaat hier om alle voorzieningen ter regulering van de grondwaterstand. 6.2 Toetsing huidige situatie 6.2.1 Overzicht aanwezige voorzieningen Op gemeentelijk grondgebied zijn zowel bestaande grondwatermeetpunten van de gemeente zelf als van andere beheerders aanwezig. Deze meetpunten zijn weergegeven in figuur N. figuur N Bestaande grondwatermeetpunten van de gemeente Loon op Zand, andere beheerders en Waterschap Brabantse Delta. Nb. DINO Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond. Centrale landelijke database waarin o.a. grondwatermeetgegevens. 6.2.2 Inzicht in de grondwaterstanden De gemeente Loon op Zand is gelegen op de hogere zandgronden van Brabant, in het noordwesten van de Centrale Slenk (Roerdalslenk). De bodem van de gemeente bestaat vrijwel geheel uit leemarm tot zwak lemig zand en Laarpodzolgronden (moerig fijn zand). Hydrologisch gezien gaat het hoofdzakelijk om goed doorlatend materiaal, maar op plaatsen waar een hoger gehalte aan leem voorkomt, is enige stagnatie van infiltrerend regenwater niet uitgesloten. Pagina 45 van 64

Grondwaterzorgplicht In de gebieden rond en tussen de woonkernen komen grondwaterstanden voor variërend van dieper dan 80 cm onder het maaiveld tot circa 40 cm onder het maaiveld. In deze laatste gebieden, die de kern Kaatsheuvel raken, is er een kans dat in gemiddelde wintersituaties de grondwaterstand tot in de kruipruimtes komt. Direct ten zuiden van De Moer komen grondwaterstanden voor waarbij de kans op water in de kruipruimtes nog wat groter is. Sinds 1999 wordt in de gemeente de freatische grondwaterstand gemeten op 14 locaties. Over het algemeen is de ontwateringsdiepte op deze locaties groter dan 1 meter. Slechts in een incidenteel geval wordt een lagere ontwateringsdiepte gemeten. Uiterzondering hierop is het meetpunt aan de Kloosterstraat (in het buitengebied ten oosten van Loon op Zand), waar in winterperiodes ontwateringsdiepten lager dan 50 cm veelvuldig voorkomen. In DINOLoket zijn freatische grondwatermeetpunten te vinden in de gemeente Loon op Zand. Uit de meetreeksen van deze punten kan een beeld gevormd worden van de ontwateringsdiepte. In figuur O is de berekende GHG weergegeven van een selectie van meetpunten. Op de meeste locaties komen GHG s (gemiddeld hoogste grondwaterstand) ondieper dan 80 cm mv voor. Ondiepere GHG s zijn te vinden aan de Kloosterstraat ten oosten van Loon op Zand, ten westen van De Moer en aan de zuidkant van Kaatsheuvel. figuur O GHG van bestaande meetpunten uit DINO (actieve en vervallen meetpunten). Alleen meetpunten met een filterstelling tussen 0 en 30 m mv zijn afgebeeld. Grondwateronttrekkingen In de gemeente Loon op Zand komen geen grote onttrekkingen voor. In het bebouwde deel van de gemeente zijn slechts enkele kleine winningen aanwezig; dit betreffen Koude-Warmteopslag systemen (KWO-systemen). Omdat de KWO-systemen een gering onttrekkingsdebiet hebben, zal de uitstraling naar de omgeving beperkt zijn. Net over de grens in de gemeente Waalwijk ligt een grotere winning van Brabant Water. Deze onttrekt relatief ondiep, uit het eerste watervoerende pakket. De bebouwde kom van de gemeente Loon op Zand ligt buiten de 25-jaarszone. Pagina 46 van 64

Grondwaterzorgplicht Grondwaterstroming In het bebouwd gebied komt op een enkele plek kwel voor. Deze kwel komt voornamelijk voor aan de zuidkant van Kaatsheuvel en in de kern De Moer. Het betref hier waarschijnlijk kwel als gevolg van de overgang van hogere delen aan de zuidoostkant naar lagere delen aan de noorden westkant van de gemeente. 6.2.3 Klachten De afgelopen jaren zijn er bij de gemeente geen klachten binnengekomen over grondwateroverlast. 6.2.4 Toetsing huidige situatie grondwaterzorgplicht In deze paragraaf worden de in hoofdstuk 4 geformuleerde doelen en functionele eisen (gewenste situatie) voor de zorgplicht stedelijk afvalwater vergeleken met de huidige situatie. Wanneer huidige- en gewenste situatie niet overeenkomen wordt in hoofdstuk 6 de opgave bepaald om tot de gewenste situatie te komen. tabel O Toetsing huidige situatie grondwaterzorgplicht, doel 5 Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen 5a. Adequate handhaving van het grondwaterregime. (bestemminginrichtingsfase) 5b. Adequate afvoer van overtollig grondwater (bij te hoge grondwaterstanden). (beheerfase): Huidige situatie Toelichting Door middel van het opzetten van een grondwatermeetnet wordt inzicht verkregen in de grondwaterstanden. Door middel van het opzetten van een grondwatermeetnet wordt inzicht verkregen in de grondwaterstanden. 6.3 De opgave In het plan voor het opzetten van het grondwatermeetnet zijn meetdoelen opgenomen. De gemeente gaat het scenario basis+ uitvoeren. Het meetdoel is om inzicht te verkrijgen in de grondwaterstanden en de fluctuaties hiervan binnen de gemeente om op basis hiervan invulling te kunnen geven aan de vanuit de nieuwe Waterwet opgelegde zorgplicht bij grondwaterproblemen. Het basis grondwatermeetnet in de gemeente Loon op Zand bestaat uit 19 meetlocaties. Van deze meetlocaties komen er 5 overeen met het bestaande gemeentelijke meetnet. Deze peilbuizen worden vervangen. De basis+ variant kent één uitbreiding op de basisvariant: een nieuw meetpunt op het bedrijventerrein De Kets, waarmee het totaal aantal meetlocaties op 20 komt. In 2 van de 20 nieuw te plaatsen meetlocaties wordt rekening gehouden met een dubbele filterstelling. Samengevat betekent dit 22 nieuwe freatische filters op 20 locaties, zie figuur P. De totale kosten van aanleg en de totale ontzorging van de verzameling en verwerking van de meetgegevens (dit voor een periode van 5 jaar) worden geraamd op een bedrag van 85.000, zie ook tabel 11 in bijlage 3. De jaarlijkse kosten voor de ontzorging bedragen na de planperiode ongeveer 8.000. De lasten voor 2010 zijn gedekt via de egalisatiereserve riolering. Pagina 47 van 64

Grondwaterzorgplicht figuur P Ontwerp grondwatermeetnet Samenwerking met buurgemeenten Gemeenten in Nederland gaan steeds meer samenwerken op het gebied van grondwatervraagstukken. Ook het ontwerp en de implementatie van grondwatermeetnetten is een thema waarop steeds meer wordt samengewerkt. De meerwaarde van deze samenwerking betrekt zich met name op de volgende punten Efficiëntie bereiken door centrale coördinatie en gezamenlijke uitbesteding van opdrachten voor implementatie en evaluaties van het meetnet, en het uitvoeren van de metingen. Uitwisseling van ervaringen met het grondwatermeetnet en de met het meetnet verworven kennis over het grondwatersysteem. Een kostenbesparing door reductie van meetpunten bij samenwerking is weinig realistisch, zoals het meetnetontwerp voor de gemeente Loon op Zand laat zien. Gemeenten hebben per definitie geen overlappend grondgebied, en meetpunten dienen veelal een lokaal meetdoel. Een klein schaalvoordeel kan worden behaald door gebruik te maken van barometrische datalogger gegevens van buurgemeenten. Hierdoor kan ook in grotere gemeenten worden volstaan met de aanschaf van één barometrische datalogger. Pagina 48 van 64

7 Organisatie en financiën 7.1 Personele middelen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de benodigde personele middelen om de werkzaamheden uit te kunnen voeren om de doelen van de rioleringszorg te kunnen halen. Uitgangspunt daarbij is de module Personele aspecten van de rioleringszorg (D2000) van de Leidraad Riolering. Een goede basis om te komen tot een beeld van de rioleringstaken, waar aan in de nabije toekomst invulling moet worden gegeven, is dit WRP met planperiode 2011 t/m 2015. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de in de module Personele aspecten van de rioleringszorg beschreven voorbeeldgemeente. De vijf deeltaken zijn weergeven in tabel P. tabel P Vijf deeltaken in de rioleringszorg 1 Planvorming 2 Onderzoek 3 Onderhoud 4 Maatregelen 5 Facilitair a Opstellen verbreed GRP a Inventarisatie a Riolen/kolken a Aanleg van riolering a Verwerken revisiegegevens b Afstemmen met andere plannen b Inspectie/ controle b Gemalen/mechanische riolering b reparatie van riolering b Vergunningen en voorlichting gebruik c Opstellen jaarprogramma s c Meten c Infiltratievoorzieningen/ lokale zuiveringen c Renovatie/ vervanging c Klachtenanalyse en -verwerking d Berekenen d Grondwatervoorzieningen d Verbetering d Klachtenanalyse en -verwerking grondwater e Grondwater De kengetallen van de voorbeeldgemeente uit de Leidraad Riolering zijn gebruikt om tot een eerste inschatting van de benodigde personele capaciteit te komen, zie tabel Q en tabel R. De situatie in de gemeente Loon op Zand wijkt op een aantal punten af van de voorbeeldgemeente; een lokale toespitsing is daarmee nodig. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld kenmerken van het rioolstelsel, omgevingsfactoren maar ook om de organisatie binnen de gemeente. Voor de omrekening van de tijdsbesteding in dagen per jaar naar het aantal benodigde fte s is gerekend met aantal productieve dagen per jaar. Met het aantal productieve dagen per jaar wordt bedoeld het aantal effectieve uren. Dit zijn de netto besteedbare dagen dus exclusief ziekte, studie, verlof en andere indirecte activiteiten. Het aantal netto besteedbare dagen in Loon op Zand is 194. Pagina 49 van 64

Organisatie en financiën tabel Q Schatting benodigde formatie voor planvorming, onderzoek en facilitair tijdbesteding max. uitbesteding tijdbesteding dagen/jaar uit te besteden Loon op Zand dagen/jaar Planvorming Gemeentelijk rioleringsplan 60 70% 50% 30 Afstemming en overleg 75-75 Jaarprogramma's 115 40% 20% 92 Onderzoek Inventarisatie 10-10 Inspectie/controle 175 90% 80% 35 Meten 40 50% 50% 20 Functioneren (berekeningen) 30-80% 6 Grondwater 40 50% 50% 20 Facilitair Verwerken revisiegegevens 25 90% 40% 15 Vergunningen en voorlichting gebruik 20-20 Klachtenanalyse en -verwerking 40-40 Klachtenanalyse en -verwerking grondwater 40 40 tijdsbesteding 403 fte 2,1 tabel R Schatting benodigde formatie voor onderhoud Onderhoud tijdbesteding uitbesteding tijdbesteding dagen/jaar Loon op Zand dagen/jaar Riolen/kolken 345 15% 293 Gemalen/mechanische riolering 160 10% 144 Infiltratievoorzieningen/lokale zuivering 0 0% 0 Drainage 7 0% 7 Planning en begeleiding 15-15 tijdsbesteding 459 fte 2,4 Voor de invulling van de dagelijkse rioleringszorg in Loon op Zand is op basis van kentallen uit de Leidraad Riolering en het gemeentelijke uitbestedingsbeleid circa (2,1+2,4) 4,5 fte nodig. In tabel S is de beschikbare formatie voor de komende planperiode 2011-2015 opgenomen op basis van de begroting van 2010. tabel S Beschikbare personele middelen op basis van begroting 2010 uren kosten uurtarief Fte Uren belastingen 286 21.925 76,60 0,20 Uren Stortrechten 286 17.559 61,33 0,20 subtotaal 573 39.484 0,40 Uren infra binnendienst 2.650 246.283 92,94 1,90 Uren infra buitendienst 3.476 213.192 61,33 2,50 subtotaal 6.126 459.475 4,4 Pagina 50 van 64

Organisatie en financiën De inschatting van de benodigde personele middelen (4,5 fte) voor de dagelijkse rioleringszorg laat zien dat de in de begroting opgenomen uren (4,4 fte) nagenoeg voldoende zijn. De beschikbare personele middelen worden daarom als voldoende beschouwd. De afgelopen periode en de komende jaren van de nieuwe planperiode wordt echter een piek in de werkzaamheden verwacht. Indien nodig zullen de piekwerkzaamheden worden ingevuld door inhuur. In de planperiode worden verschillende maatregelen uitgevoerd zoals het repareren en vervangen van vrijvervalriolering, vervangen van het mechanisch/elektrisch deel van drukriolering en gemalen, aanleg riolering buitengebied en eventueel de aanleg van een persleiding gemaal Duinlaan. Voor de voorbereiding en toezicht van deze projecten is ook personeelscapaciteit nodig. Uitgaande van 15% voor voorbereiding en toezicht is er in de planperiode circa 2,3 fte (ofwel circa 0,4 fte per jaar) nodig. De personeelskosten voor de voorbereiding en toezicht (in eigen beheer) van deze projecten zijn opgenomen in de totale projectkosten en zijn daarmee gedekt. tabel T Schatting benodigde formatie voor maatregelen investeringen % kosten maximale uitbesteding inzet "kale"kostprijs V+T personeel uit te besteden Loon op Zand dagen aanleg nieuwbouw - 15% - 60% 60% - aanleg bestaande bebouwing 70.582 15% 10.587 60% 60% 6 grondwater/drainage - 15% - 60% 60% - vervanging/reparatie 3.667.420 15% 550.113 60% 60% 296 verbetering 1.764.540 15% 264.681 60% 60% 142 Totaal 444 fte 2,3 7.2 Financiële middelen 7.2.1 Algemeen Op korte termijn (de planperiode 2011 t/m 2015) enerzijds en op de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) anderzijds worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. Deze activiteiten worden volgens de beschreven strategie uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. Alle bedragen zijn op prijspeil 2010 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. In de rioolheffingberekening is de BTW-component wel betrokken. 7.2.2 Vervangingswaarde De vervangingskosten van de riolen zijn berekend met behulp van dg DIALOG. Kosten voor eventuele wegreconstructies zijn niet in de berekening betrokken. De vervangingswaarde van de te onderscheiden onderdelen van de riolering is als volgt: Gemengde riolering DWA-riolering Bijlage 3: tabel 11 Bijlage 3: tabel 12 58.000.000 8.300.000 Gemalen gem/dwa Bijlage 3: tabel 1,2 1.936.000 Persleidingen Bijlage 3: tabel 4, 5 1.357.000 Drukriolering Bijlage 3: tabel 7 4.848.000 HWA-riolering Bijlage 3: tabel 13 12.000.000 Gemalen HWA Bijlage 3: tabel 3 354.000 Pagina 51 van 64

Organisatie en financiën De gemiddelde vervangingswaarde van de vrijvervalriolen, bedraagt per strekkende meter riool circa 640,--. De gemiddelde vervangingswaarde van de drukriolering inclusief pompunits bedraagt circa 22.000,-- per pompunit. 7.2.3 Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over de totale levenscyclus van zestig jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in tabel U (exclusief BTW) en in tabel 19 in bijlage 3. De periode van 60 jaar is gesteld omdat dan alle verwachte uitgaven in beeld zijn gebracht. In figuur Q zijn de uitgaven voor de totale beschouwde periode opgenomen. tabel U Overzicht totale uitgaven planperiode (EURO x 1000) Planperiode Jaarlijkse uitgaven Investeringen kosten van Kapitaal Onderzoek Exploitatie Vervanging / Overige milieumaatregelen aatregelen Grondwaterm investeringen lasten verbetering verleden jaar TOTAAL excl. BTW x 1.000 EURO 1 2 3 4 5 6 7 1+2+6+7 2011 226 948 2.327 1.535 - - 719 1.892 2012 41 966 430 250-278 677 1.961 2013 41 973 1.599 250-309 647 1.969 2014 41 981 437 250-412 605 2.039 2015 66 992 504 250-440 568 2.066 totaal planperiode 413 4.859 5.296 2.535 0 1.439 3.217 9.928 Totaal 2011-2070 2.915 61.908 92.353 16.285 0 114.907 11.883 191.613 7.000 6.000 5.000 EURO 1.000 4.000 3.000 2.000 1.000-2011 2015 2019 2023 2027 2031 2035 2039 2043 2047 2051 2055 2059 2063 2067 jaar onderzoek exploitatie kap.last.verl. vervanging milieumaatregelen grondwater maatregelen figuur Q Overzicht jaarlijkse kosten voor rioleringszorg (bestaand beleid) 7.3 Kostendekking 7.3.1 Inleiding In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange(re) termijn aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten voor de gehele beschouwde periode 2011-2070, zoals die in 7.2 is weergegeven. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen komen in het algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg riolering van Pagina 52 van 64

Organisatie en financiën nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de m 2 -verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing. De rioolheffingsberekening is uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode. Deze methode is vooral geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. De berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. Met de contante-waarde-methode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar (2011-2070) worden contant gemaakt naar 1 januari 2011. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde rioolheffing. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven wordt de hoogte van de rioolheffing berekend. Bij deze berekeningsmethode is de verhouding tussen rente en inflatie (1+r/1+i) constant verondersteld. Indien de verhouding tussen rente en inflatie de komende jaren structureel anders blijkt te zijn dan die waarvan in dit rioleringsplan is uitgegaan, is dat reden voor herziening van de berekeningen. Bij de berekeningen is een rentevoet van 4,5% en een inflatie van 2,0% gehanteerd. Het nieuwe artikel 228a van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om 1 of 2 heffingen in te stellen, één heffing voor het vuilwaterdeel en één heffing voor het hemelwater- en grondwaterdeel. Dit nieuwe beleid is erop gericht op het nastreven van een financiële ontvlechting van de waterketen en het watersysteem. Om dit te kunnen bereiken moeten alle in dit WRP genoemde kosten worden toebedeeld aan één van deze twee posten. Voor een aantal zaken is dit vanzelfsprekend en voor minder vanzelfsprekende zaken wordt er een verdeelsleutel gebruikt. Voor de achtergrond van deze verdeelsleutel wordt verwezen naar het rapport Voorstel toerekeningssystematiek kosten voor vuilwater- en regenwaterafvoer, VROM oktober 2005. De gemeente is vrij om te kiezen of ze 1 of 2 heffingen willen instellen. In dit WRP is uitgegaan van de berekening van 1 rioolheffing. Bij de voorstellen vanuit de Beleidskeuzenotitie, welke het college in januari van dit jaar heeft behandeld, is gekozen voor één heffing. 7.3.2 Heffingseenheden Per 1/1/2011 bedraagt het aantal heffingseenheden 10.347 (gebaseerd op de geraamde inkomsten van 1.866.000 gedeeld door de hoogte van de heffing in 2010 van 180,36 ( 15,03/maand). Dit aantal heffingseenheden is een fictief aantal heffingseenheden waarin de grootverbruikers verrekend zijn. In de rioolheffingsberekening is ook rekening gehouden met een stijging van het aantal heffingseenheden als gevolg van nieuwbouw. Voor een overzicht van de toename van het aantal heffingseenheden wordt verwezen naar tabel 17 in bijlage 4. Per 8-9-2010 bedraagt het werkelijke aantal heffingseenheden 9.900 (gebaseerd op de aantallen van door Brabant Water in rekening gebrachte nota s rioolheffing). Van dit aantal zijn er 54 adressen die een waterverbruik hebben groter dan 1.000 m 3, en 8 adressen die een waterverbruik hebben groter dan 5.000 m 3. Het totale waterverbruik over de periode juli 2009 tot en met juni 2010 bedroeg 2.670.525 m3. 7.3.3 Heffingsverordening In de gemeente Loon op Zand wordt rioolrecht geheven volgens de Verordening op de heffing en invordering rioolrechten 2010, die ook als grondslag voor de berekening in dit WRP wordt gehanteerd. Met het verbreden van de gemeentelijke watertaken is het rioolrecht omgezet naar een nieuwe gemeentelijke heffing. Deze gemeentelijke heffing heeft dan het karakter van een bestemmingsheffing waarmee de kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatige werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien hemelwater en grondwater. Deze heffing is gebaseerd op artikel 228a van de Gemeentewet. Pagina 53 van 64

Organisatie en financiën Beleidsvraag: verordening rioolheffing In 2007 is de Wet gemeentelijke watertaken door de Tweede Kamer aangenomen. In deze wet wordt de verbreding van het gemeentelijke rioolrecht tot een bestemmingsheffing geregeld. Kern van het wetsvoorstel is dat gemeenten een aantal nieuwe wettelijke taken krijgen. Het betreft in het bijzonder de zorgplicht voor grondwater en afvoer van regenwater. Deze nieuwe taken moeten we uiterlijk 1 januari 2010 gaan uitvoeren. De vraag is of de huidige systematiek nog aansluit bij de nieuwe wetgeving. Invulling beleidsvraag: verordening rioolheffing De huidige systematiek is dat gebruikers van een eigendom de heffing krijgen opgelegd. De heffingsmaatstaf is het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit een eigendom wordt afgevoerd. Er is geconstateerd dat de huidige heffingssystematiek voldoet en voldoende aansluit bij de nieuwe wetgeving. De nieuwe beleidsvoorkeur aangaande de verordening rioolafvoerrecht betreft de volgende onderdelen: Per 1 januari 2010 is de bestaande verordening op basis van art. 229 Gw omgezet naar een verordening op basis van art. 228a GW. Kiezen voor een verordening voor de rioolheffing met één heffing. Het huidige groeitraject naar 100% kostendekkendheid voortzetten. Het tarief zal voor de gemeente Loon op Zand geleidelijk aan worden verhoogd. 7.3.4 Inkomsten anders dan rioolheffing De stand van de egalisatievoorziening bedraagt per 1/1/2011 2.862.000,-- en komt ten goede aan de riolering, zie tabel 18 in bijlage 4. 7.3.5 Rioolheffing De opbouw van de totale kosten per heffingseenheid, gebaseerd op de contante waarde van de verschillende kostengroepen, is in figuur R aangegeven. Uit figuur R blijkt onder andere dat 49% van de totale kosten op langere termijn betrekking heeft op de vervanging en verbetering van de riolering. De jaarlijkse exploitatiekosten inclusief de structurele onderzoekskosten nemen 33% voor hun rekening. Van de totale kosten zijn 9% kapitaallasten die betrekking hebben op in het verleden gedane investering. Zie ook tabel 21 in bijlage 4. 49% 9% 2% 0% 9% 31% Onderzoek ( totaal) EURO 5,36 Exploitatie ( totaal) EURO 98,74 Kapitaallasten verleden ( totaal) EURO 28,36 Vervanging en verbetering ( totaal) EURO 159,90 Overige milieumaatregelen ( totaal) EURO 30,48 Grondw atermaatregelen ( totaal) EURO 0,00 figuur R Opbouw totale kosten per heffingseenheid Om over de gehele beschouwde periode 2011 tot en met 2070 kostendekkend te zijn, zou de rioolheffing per 1 januari 2011 292,02 per heffingseenheid moeten bedragen. Pagina 54 van 64

Organisatie en financiën Omdat de rioolheffing in 2010 van 180,36 (per heffingseenheid per jaar) lager is dan de benodigde rioolheffing bij directe invoering van 292,02 is uitgerekend hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. Hiervoor zijn 3 scenario s opgesteld. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 7% (5% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. Het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2022 en bedraagt 312,78 per heffingseenheid. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 5% (3% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2032 en bedraagt 338,35 per heffingseenheid. Dit scenario is nagenoeg een voortzetting van het huidige beleid. Jaarlijkse stijging van de rioolheffing met 9% (7% exclusief inflatiecorrectie) totdat het kostendekkend tarief is bereikt. het kostendekkend tarief wordt dan bereikt in 2018 en bedraagt 305,14 per heffingseenheid. 400 bedrag per heffingseenheid EURO 300 200 100 338,35 305,14 getrapt (7% stijging exclusief inflatiecorrectie per jaar) getrapt (3% stijging exclusief inflatiecorrectie per jaar) getrapt (5% stijging exclusief inflatiecorrectie per jaar) 312,78 0 2011 2015 2019 2023 2027 2031 2035 2039 2043 2047 2051 2055 2059 2063 2067 jaar figuur S Getrapte stijging rioolheffing De bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010. Jaarlijks moeten deze met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Pagina 55 van 64

Deel 2: Waterplan Pagina 57 van 64

8 Waterplan 8.1 Inleiding In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) wordt een uitwerking gevraagd van een gemeentelijk plan tegen eventuele wateroverlastproblematiek. In de Kader Richtlijn Water (KRW) wordt een goede chemische en ecologische toestand van het oppervlaktewater en het beschermen en herstellen van grondwaterlichamen nagestreefd. In de gemeente Loon op Zand is zeer weinig oppervlaktewater aanwezig. Om deze reden is het opzetten van een waterplan een te zwaar instrument en zal een te grote inspanning vergen. Daarom is besloten om binnen het water- en rioleringsplan apart aandacht te geven aan het wel aanwezige oppervlaktewater. Dit hoofdstuk beschrijft het gebied van de gemeente loon op Zand, het aanwezige oppervlaktewater en hoe dit een rol speelt binnen de gemeente. 8.2 Gewenste situatie In het bebouwde gebied gaat de aandacht met betrekking tot het oppervlaktewater vooral uit naar waterkwantiteit, waterkwaliteit en ecologie, belevingswaarden (recreatief en economisch) en afstemming met andere beleidsvelden. Hierbij is het uitgangspunt het in stand houden van het bestaande systeem aan greppels, sloten en overige watergangen. Bij het formuleren van de gewenste situatie voor deze aandachtsgebieden wordt rekening gehouden met bestaand beleid en wet- en regelgeving. In bijlage 1 is een beknopt overzicht opgenomen van relevant beleid en regelgeving voor het water. Het gaat dan vooral om: Europese Kaderrichtlijn Water; Nationaal bestuursakkoord Water; Bestuursakkoord Waterketen; Waterbeheerplan Brabantse Delta 2010-2015. 8.2.1 Waterkwantiteit In het kader van het Nationaal Bestuursakkoord (NBW) dient de stedelijke wateropgave te worden bepaald. In de stedelijke wateropgave wordt in beeld gebracht welke maatregelen getroffen moeten worden om in de toekomst wateroverlast in bebouwd (stedelijk) gebied zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. Voorkomen van inundaties vanuit oppervlaktewater. Voor bebouwde gebieden geldt als streefbeeld dat het gebied niet vaker mag inunderen vanuit oppervlaktewater dan volgt uit de werknorm voor inundatie van het NBW. Concreet betekent dit voor het bebouwd gebied dit niet vaker dan eens per 100 jaar mag inunderen. Voor parken en sportterreinen geldt dat dit niet vaker dan eens per 25 jaar mag inunderen. 2. Voorkomen van grondwateroverlast. Voor de bebouwde gebieden in de gemeente Loon op Zand is het streven dat grondwateroverlast zoveel mogelijk wordt voorkomen. Zie verder hoofdstuk 6 van dit WRP. 3. Voorkomen van water op straat. Dit heeft vooral betrekking op het goed functioneren van het rioolstelsel. Zie verder hoofdstuk 5. Waterschap Brabantse Delta stelt in onderling overleg met de gemeente op hoofdlijnen de zogenaamde gemeentelijke (stedelijke) wateropgave vast. Zo ook voor de gemeente Loon op Zand, zie 8.4.2. Pagina 59 van 64

Waterplan 8.2.2 Waterkwaliteit en ecologie In 2015 moet volgens de Europese Unie het watersysteem voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Dit betekent dat het oppervlaktewater in 2015 zich in een goede ecologische en chemische toestand moet bevinden en hierna deze toestand minimaal dient te behouden. Indien deze termijn niet haalbaar is kan de termijn worden opgerekt tot 2021 of 2027. Voor de gemeente Loon op Zand is dit minder relevant omdat er zich geen waterlichamen bevinden in de gemeente met KRW doelstellingen. De immissie op het oppervlaktewater moet voldoen aan de eisen van de waterbeheerder, vastgelegd in het waterkwaliteitsspoor. De gevolgen van overstortend water het uit gemengde rioolstelsel mag geen nadelige effecten hebben op het oppervlaktewater. De invloed van diffuse bronnen vanaf openbaar terrein op oppervlaktewater en bodem is geminimaliseerd. Zowel gemeente als waterschap leveren hieraan een actieve bijdrage zoals een goed onkruidbeheer. 8.2.3 Belevingswaarden Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt met behulp van de watertoets hieraan invulling gegeven. De watertoets is een verplicht procesinstrument voor alle ruimtelijke plannen met als doel te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze hierin worden meegenomen, waarbij hydrologisch neutraal bouwen als uitgangspunt geldt. Afwenteling naar benedenstroomse gebieden is niet aan de orde. De gemeente ontwikkelt geen actief beleid met betrekking tot de aanwezige retentiebassins om deze als visvijvers in te richten. 8.2.4 Afstemming en samenwerking in de waterketen Het college van B&W heeft een convenant (intentieverklaring) met het waterschap Brabantse Delta ondertekend op het gebied van samenwerking binnen de waterketen. Het hoofddoel van het samenwerkingsverband is de verbetering van de doelmatigheid, kwaliteit en draagvlak van alle gemeentelijke activiteiten op het gebied van water en riolering. Het beoogde regionaal overleg heeft daarnaast nog zes doelen: Ontwikkelen en uitwisselen van kennis en ervaring van het watersysteem. Duurzame en kosteneffectieve maatregelen nastreven als invulling van de gezamenlijke ambitie van waterthema s. Samenwerking versterken door in themagroepen concrete producten, communicatie en beleidsuitwerking te realiseren alsmede onderling uitwisselen van personeel. Ontwikkelen van ideeën voor synergie en innovatie. Gezamenlijk onderzoek uit te voeren. Efficiency bereiken door samen te werken. Om het vertrouwen in de samenwerking naar elkaar uit te spreken is een convenant opgesteld die deze intenties bevestigen. 8.3 Huidige situatie 8.3.1 Ontstaansgeschiedenis De ontstaansgeschiedenis van de Loonse en Drunense Duinen is een samenspel van natuurlijke processen en menselijk handelen. Gedurende de barre poolwinters van de laatste ijstijd waaide zand en leem uit het noordelijk gelegen Maasdal. Hierdoor ontstonden zandruggen op verschillende plaatsen in Brabant. Een zacht glooiend landschap, met afwisselend hoge zandbulten en laag gelegen leemhoudende bodems, vormde het beeld van het toenmalige landschap. Veel dorpen en gehuchten hebben een bewogen geschiedenis achter de rug. De stuifzanden in de buurt van de nederzettingen veroorzaakten veel overlast. Op sommige plaatsen hebben zij Pagina 60 van 64

Waterplan tot de ondergang van de dorpen geleid. Westloon en Efteling zijn nederzettingen die onder het stuifzand zijn verdwenen. De oudste van de drie kernen is Loon op Zand, vroeger Venloon geheten. De naam laat zich verklaren door de aanwezigheid van veengronden in de omgeving (ven) en bossen (loon). Reeds voor 1400 ontstond bij Loon op Zand een gehucht, waarvan de oudste naamsvermelding Ketshovel werd aangetroffen. Door het graven van een turfvaart werd deze plaats van economisch groot belang voor het omliggende gebied, dat voornamelijk bestond uit veengronden. De Moer, eveneens ontstaan in de 14de eeuw, is altijd klein gebleven en heeft een sterk agrarisch karakter. Zijn naam dankt dit dorpje aan de ligging in een veengebied: moer betekent veengrond of moerassig land. Het uitbaten van veen door het steken van turf wordt ook wel uitmoeren genoemd. Als overblijfsel van die periode zijn nog enkele vennen aanwezig in het landgoed "Huis ter Heide. Tot begin jaren 90 zijn de Duinen gebruikt als militair oefenterrein. Sporen ervan zijn nog veelvuldig te vinden in het stuifzand. Naast granaatscherven en kogelhulzen uit het recente verleden zijn, met een beetje geluk, werktuigen van jagers uit de steentijd te vinden. Zo laat het hele gebied sporen zien van intensief menselijk gebruik. 8.3.2 Ruimtelijk gebruik De gemeente Loon op Zand ligt in het groene hart van Brabant, tussen de steden Tilburg en 's- Hertogenbosch. De gemeente telt 22.870 inwoners en heeft een oppervlakte van 50,55 km2 (d.d 31 mei 2009). Binnen de gemeente liggen de kernen Kaatsheuvel, Loon op Zand en De Moer. Het oppervlaktewater binnen de gemeente is gering en heeft een oppervlakte van 0,55 km2. Zowel inwoners van de gemeente als recreanten en toeristen genieten van de landelijke omgeving. Zo heeft de gemeente binnen haar grenzen het nationaal park in oprichting De Loonse en Drunense Duinen. Dit unieke natuurgebied met een oppervlakte van 3200 hectare bestaat uit uitgestrekte bossen. Bovendien bevindt zich hier de grootste zandverstuiving van Europa. De werkgelegenheid concentreert zich binnen de gemeente op de recreatieve en toeristische branche. Daarnaast getuigt het bedrijventerrein De Kets bij Kaatsheuvel van het feit dat er gevarieerde industriële bedrijvigheid heerst in de gemeente. 8.3.3 Maaiveldhoogte Het maaiveld is het hoogst in het zuidoosten van de kern Loon op Zand (circa 13m +NAP). Het maaiveld loopt richting de kern Kaatsheuvel af naar circa 2m + NAP. 8.3.4 Oppervlaktewater Er zijn geen noemenswaardige waterlopen binnen de kernen Loon op Zand en Kaatsheuvel, zie figuur T. Buiten de bebouwde kom van Loon op Zand zijn sloten en greppels (voornamelijk zuidoosten) die verder in het landelijk gebied lopen. Voor de kern Kaatsheuvel wordt het noorden gezien als inundatiegebied en is potentieel geschikt voor de tijdelijke berging van water. Binnen de kern Kaatsheuvel zijn er weinig sloten en greppels. In de gemeente bevinden zich enkele retentiebassins voor het bergen van hemelwater. Deze retentiebassins worden recreatief gebruikt als visvijvers. De retentiebassins zijn vaak niet geschikt om te dienen als visvijvers. In een zomerperiode kunnen hierdoor problemen ontstaan als gevolg van een laag waterpeil (grondwaterpeil), te hoge watertemperaturen en/of zuurstoftekorten. Bij extreme problemen (grote vissterfte) zal de gemeente actie ondernemen. In de toekomst overweegt de gemeente om meer retentiebassins aan te leggen als hiervoor de ruimte aanwezig is. Bij de ontwikkeling van het uitbreidingsplan Sweenstraat-west ligt er een kans om dit vorm te geven. In het buitengebied zijn nog enkele waterlichamen aanwezig van derden. Het Lijke- en Plakkeven zijn hiervan een voorbeeld. Deze spelen weliswaar een rol in het regionale watersysteem maar zijn eigendom van Natuurmonumenten. Hetzelfde geldt voor de Blauwloop welke van het waterschap is. Het Blauwe meer speelt echter geen enkele rol en vormt uitsluitend een recrea- Pagina 61 van 64

Waterplan tieve voorziening evenals de vijvers op de golfbaan ten zuiden van de kern Kaatsheuvel en de IJsbaan aan de oostkant. figuur T Watersysteem gemeente Loon op Zand en omgeving 8.3.5 Bodem De bodem van de gemeente Loon op Zand bestaat hoofdzakelijk uit oudstuifzandgebieden en dekzandruggen. Zandlagen komen voor tot ongeveer -20m NAP. Bij -20m NAP komen kleilagen voor. 8.3.6 Grondwaterstanden De huidige GHG en GLG grondwaterstanden (Gemiddeld hoogste grondwaterstand en gemiddeld laagste grondwaterstand) zijn zeer wisselend. De GHG van Kaatsheuvel tot aan de kern Loon op Zand ligt variërend tussen 1.20 en 0.80. De GLG tussen de kernen ligt over het algemeen dieper en varieert van 2.0 en 2.50. Er is sprake van weinig kwel. 8.4 De opgave 8.4.1 Onderzoek In 2011 wordt het waterkwaliteitsspoor onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek wordt door het waterschap in samenwerking met de gemeente uitgevoerd. Als de vuilemissie uit het gemengde rioolstelsel voldoet aan de basisinspanning (emissie-eisen) kan het toch zijn dat het ontvangende oppervlaktewater ongewenst nadelig wordt beïnvloed door het overstortwater (immissieeisen). Het onderzoek in het kader van het waterkwaliteitsspoor gaat uit van het ontvangende water. De waterkwaliteitsbeheerders zijn verantwoordelijk voor de invulling van het waterkwaliteitsspoor. Het waterschap geeft aan waar de basisinspanning onvoldoende is om aan de waterkwaliteitsdoelstellingen te kunnen voldoen. De te nemen (extra) maatregelen wordt door het waterschap in samenwerking met de gemeente bepaald. Voor het uitvoeren van het onderzoek is in dit WRP door de gemeente 25.000,00 opgenomen, zie tabel 8 in bijlage 3. Pagina 62 van 64

Waterplan 8.4.2 Stedelijke wateropgave Waterschap Brabantse Delta stelt voor alle gemeenten in haar beheergebied de zogenaamde gemeentelijke (stedelijke) wateropgave vast. Hierbij wordt getoetst of de overstorten van het rioolstelsel in het stedelijke gebied vrij kunnen afwateren bij hevige neerslag. Dit is ook voor de gemeente Loon op Zand gedaan. Het waterschap heeft voor de stedelijke wateropgave een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste afvoerroutes en watergangen welke in de gemeente aanwezig zijn. In Loon op Zand zijn dit slechts weinig watergangen, omdat het gebied grotendeels infiltrerend is. De toetsing van de stedelijke wateropgave laat zien dat er weinig tot geen problemen zijn met overstorten die niet vrij kunnen afstromen bij hevige neerslag. Inundatie tijdens hevige neerslag (T=100) treedt niet op in het stedelijke gebied van de gemeente Loon op Zand. Enkel in het rioleringsgebied Kaatsheuvel-Zuid is de kans op inundatie behoorlijk, doordat er een duiker met een hoge ligging de doorstroming tegenhoudt, zie figuur U. figuur U Stedelijk wateropgave Loon op Zand Voor alle gemengde en verbeterd gescheiden overstorten (de overdrachtspunten van het hemelwater tussen waterschap en gemeente) zijn de herhalingstijden van verschillende peilstijgingen berekend. Deze waterstanden zijn getoetst aan de overstortdrempel. De resultaten voor de gemeente staan in tabel V, waarin ook de mediaan van de hoogteligging van het bijbehorende stedelijke gebied is weergegeven (50% mv). In de tabel is te zien dat er slechts één overstort is die niet vrij kan afwateren bij een T = 2 jaar neerslaggebeurtenis. Voor een T = 10 jaar neerslaggebeurtenis raakt een tiental net verdronken. De meest problematische overstort is KC2231.1, waarvan de drempelhoogte slechts 1,82m NAP bedraagt ten opzichte van een winter- en zomerpeil van +1,6 en +2m NAP. Waarschijnlijk is de drempelhoogte niet correct en is hier geen sprake van een knelpunt. Dit zal echter nog onderzocht moeten worden. De drie overstorten welke uitkomen op watergang D-OVK1140-1161 in rioolgebied KB Mgr Volkerstraat zorgen in combinatie met een hoge ligging van de bodem voor peilstijgingen in deze watergang. Hierdoor treden voor de T = 10 situatie problemen op. Dit kan tot problemen leiden, zoals inloop in het rioolstelsel of geremde uitstroom van de overstort. Of dit daadwerkelijk het Pagina 63 van 64

Waterplan geval is, kan in een later stadium worden onderzocht. De hier gepresenteerde resultaten hebben op deze manier een signaalfunctie. De stedelijke wateropgave houdt vooralsnog in dat vier overstortdrempels verhoogd worden. Door de ligging en omgevingsomstandigheden is dit een complexe en kostbare aangelegenheid. In dit WRP is voor het aanpakken van drie overstorten 50.000,-- opgenomen. tabel V Toetsingstabel van overstorten gemeente Loon op Zand Rioolgebied Code gemeente Type 50% mv (mnap) Drempel hoogte (m) Drempel breedte (m) T2 T10 T25 T50 T100 Verschil T2 KA; Kom Kaatsheuvel KA3863RV Gemengd 3,21 2,60 13,50 1,73 1,82 1,87 1,88 1,92 0,87 0,78 KB; Mgr. Volkerstraat KB2469.1 Gemengd 5,23 3,42 1,90 3,36 3,50 3,57 3,70 3,70 0,06-0,08 KB; Mgr. Volkerstraat KB2470.2 Gemengd 5,23 3,53 2,75 3,36 3,50 3,57 3,70 3,70 0,17 0,03 KB; Mgr. Volkerstraat KB2469.1 Gemengd 5,23 3,42 1,90 3,36 3,50 3,57 3,70 3,70 0,06-0,08 KB; Mgr. Volkerstraat KB2469.1 Gemengd 5,23 3,42 1,90 3,36 3,50 3,57 3,70 3,70 0,06-0,08 KC; Jan de Rooijstraat KC2279 Gemengd 5,23 2,89 1,99 1,99 2,10 2,16 2,19 2,24 0,90 0,79 KC; Jan de Rooijstraat KC2220.2 Gemengd 3,55 2,87 0,95 1,89 1,98 2,05 2,10 2,13 0,98 0,89 KC; Jan de Rooijstraat KC2231.1 Gemengd 3,55 1,82 0,80 1,89 1,98 2,05 2,10 2,13-0,07-0,16 KC; Jan de Rooijstraat KC2201.2 Gemengd 3,55 2,59 1,30 1,71 1,79 1,84 1,85 1,89 0,88 0,80 KC2; Ind. Sprangsestraat KC2305 VGS 5,23 3,40 3,00 3,35 3,49 3,55 3,67 3,67 0,05-0,09 KC2; Ind. Sprangsestraat KC2281 VGS 5,23 2,96 3,00 1,99 2,10 2,16 2,19 2,24 0,97 0,86 KC3; Ind. Kets-West KC32100 VGS 3,58 1,83 1,77 1,71 1,79 1,84 1,85 1,89 0,12 0,04 KC3; Ind. Kets-West KC32109 VGS 3,08 1,86 2,00 1,71 1,79 1,84 1,85 1,89 0,15 0,07 KC3; Ind. Kets-West KC32132 VGS 3,08 1,85 2,00 1,71 1,79 1,84 1,85 1,89 0,14 0,06 KC3; Ind. Kets-West KC32142 VGS 3,08 1,88 2,00 1,71 1,79 1,84 1,85 1,89 0,17 0,09 KD; Erasstraat KD3927RG Gemengd 2,85 1,78 1,00 1,71 1,79 1,84 1,84 1,88 0,07-0,01 KF; Kaatsheuvel Zuid KA3720RV Gemengd 3,91 3,25 10,00 2,13 2,19 2,23 2,25 2,26 1,12 1,06 Korte Heistraat SC02880.1 Gemengd 5,23 2,66 1,00 2,45 2,72 2,86 2,89 2,98 0,21-0,06 KP; Zuidhollandsedijk West ZHKP2000.2 Gemengd 1,62 0,87 0,98 0,88 1,01 1,07 1,10 1,11-0,01-0,14 KQ; Zuidhollandsedijk ZHKQ2061.2 Gemengd 1,79 0,87 1,24 0,86 0,95 1,00 1,02 1,04 0,01-0,08 KQ2; Zuidhollandsedijk ZHKQ22015.2 Gemengd 2,94 1,82 0,79 1,41 1,53 1,60 1,66 1,68 0,41 0,29 LA; Kom Loon op Zand LA0452 Gemengd 10,68 9,93 6,67 9,22 9,26 9,30 9,33 9,36 0,71 0,67 LA; Kom Loon op Zand LA0441 Gemengd 10,68 9,75 8,00 9,22 9,26 9,30 9,33 9,36 0,53 0,49 MA; De Moer RO1 Gemengd 5,85 5,06 1,59 5,02 5,05 5,08 5,11 5,11 0,04 0,01 Tinus van der Sijdestraat SC09830 VGS 5,23 2,77 1,00 2,62 2,78 2,88 2,94 3,01 0,15-0,01 Tinus van der Sijdestraat SC10080 VGS 5,23 2,63 1,00 2,43 2,58 2,68 2,72 2,78 0,20 0,05 Tinus van der Sijdestraat SC09982 VGS 3,26 2,50 1,00 1,71 1,78 1,82 1,83 1,87 0,79 0,72 Verschil T10 8.4.3 Bestrijdingsmiddelen Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water geldt er een resultaatsverplichting met betrekking tot de oppervlaktewater kwaliteit. De gevolgen voor de gemeente Loon op Zand zijn beperkt wanneer de totale omvang van de Kaderrichtlijn Water in ogenschouw wordt genomen. De gemeente Loon op Zand gaat vanaf 2010 het onkruidbeheer anders aanpakken. Met ingang van 2010 wordt het onkruidbeheer in de openbare ruimte uitgevoerd conform het niveau zilver van de methode van de Stichting Milieukeur. Deze andere manier van onkruidbestrijding is ter bescherming van de bodem en het grondwater en uiteindelijk ook het oppervlaktewater. Pagina 64 van 64

Bijlage 1 Beleid- wet en regelgeving

Bijlage 1: Beleid- wet en regelgeving Waterwet Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland worden vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet zal gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan met name een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. In het kader van de Waterwet zullen zowel de overstortvergunningen als de aansluitvergunningen verdwijnen. Door de Waterwet zullen waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. Europese Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen aan te pakken, op Europees niveau. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015. De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Met name voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. Wet Milieubeheer Met de inwerkingtreding van de Wet Milieubeheer zijn voorschriften gesteld aan het lozen van afvalwater. Lozingen op de riolering worden op basis van de Wet milieubeheer geregeld. Enerzijds mag het materiaal van de riolering niet worden aangetast, anderzijds mag ook de goede werking van de afvalwaterzuiveringsinrichting niet worden belemmerd. Tot slot is de kwaliteit van belang in verband met de overstortingen op oppervlaktewater. Een en ander is vastgelegd in de Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer. Bij Wet milieubeheercontroles bij bedrijven moet ook de rioleringscomponent worden meegenomen. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) De WION (ook wel bekend als Grondroerdersregeling) is 1 juli 2008 in werking getreden. De gemeente is als eigenaar van kabels en leidingen (voor openbare verlichting, riolering) verplicht tot digitale toegankelijkheid van de kabel- en leidinggegevens van hun netwerken en aanlevering hiervan bij het Kadaster. De verplichte aanlevering van informatie betekent voor gemeenten dat zij alle gegevens over kabels en leidingen in hun beheer digitaal beschikbaar moeten hebben. Besluit lozingen afvalwater huishoudens Het Besluit lozing afvalwater huishoudens regelt alle lozingssituaties die bij een particulier huishouden aan de orde kunnen zijn, zowel in het stedelijk gebied als in het buitengebied. In de Regeling lozing afvalwater huishoudens is de normstelling voor septic tanks conform NEN-EN 12566-1 opgenomen. Besluit lozingen afvalwater buiten inrichtingen Het Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen zal naar verwachting begin 2010 in werking treden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wm of een particulier huishouden plaatsvinden. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit waarin alle lozingsroutes worden geregeld, gebaseerd op de Wm en de Waterwet.

Bijlage 1: Beleid- wet en regelgeving (Vervolg 1) Nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (nwro) Met een nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) (geldend sinds 1 juli 2008) wordt gestreefd naar een samenhangend pakket van regels voor de ruimtelijke ordening. Deze wet biedt een nieuw stelsel om beleid voor een duurzame leefomgeving mogelijk te maken en te normeren. Ook draagt zij bij aan vereenvoudiging en versnelling van procedures en beroepsprocedures en worden verantwoordelijkheden beter vastgelegd. Omdat het aspect water in ruimtelijke plannen een mede ordenend principe is, is de watertoets (geïntroduceerd in de voorgaande Wro) nog steeds van toepassing in de nieuwe Wro. De watertoets is een procedure waarbij de initiatiefnemer in overleg met de waterbeheerders de waterhuishouding van een te ontwikkelen gebied moet uitwerken. Het belangrijkste inhoudelijke deel van de watertoets is dat initiatiefnemers waterneutraal moeten bouwen. Dit betekent voor het waterkwantiteitsaspect dat niet meer water wordt afgevoerd uit het plangebied dan in de situatie voor de ruimtelijke ingreep. Voor de waterkwaliteit betekent dit in ieder geval dat de waterkwaliteit in en om het gebied niet mag verslechteren. De watertoets blijft een verplicht onderdeel van de bestemmingsplanprocedure in de nieuwe Wro. Met het wegvallen van de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal de waterbeheerder (met name het waterschap) zelf actief in het planproces moeten controleren of het wateradvies afdoende in het plan is verwerkt. Nationaal bestuursakkoord water In februari 2001 sloten het Rijk, IPO (Interprovinciaal Overleg), UvW (Unie van Waterschappen) en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Daarmee werd de eerste stap gezet in het tot stand brengen van de noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak. Twee jaar later op 2 juli 2003 zijn de resultaten van die samenwerking en van voortschrijdende kennis en inzicht neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Twee belangrijke elementen uit de NBW betreffen: De noodzaak dat gemeenten in samenwerking met het waterschap een waterplan opstellen, mits sprake is van knelpunten in het watersysteem. De stedelijke wateropgave dient uiterlijk in 2009 te worden ingevuld door de gemeente samen met het waterschap, zodat voor de burgers ook in extreme situaties het houden van droge voeten wordt nagestreefd. Het Nationaal Bestuursakkoord Water is geactualiseerd. Hiermee onderstrepen de betrokken partijen nogmaals het belang van samenwerking om het water duurzaam en klimaatbestendig te beheren. In de nieuwe afspraken staat onder meer hoe de betrokken partijen moeten omgaan met nieuwe klimaatscenario s, de stedelijke wateropgave en de gevolgen voor de ruimtelijke ordening. Bestuursakkoord Waterketen 2007 Op 5 juli 2007 heeft de VNG samen met andere betrokken partijen een bestuursakkoord waterketen afgesloten. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het bottum-up samenwerkingsproces tussen gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen. Resultaat van deze afspraken moet zijn dat de doelmatigheid en transparantie van de uitvoering van de taken wordt vergroot. Het akkoord gaat ervan uit dat een doelmatigheid van 10 a 20 % over 10 jaar haalbaar is. Aandachtspunten voor de gemeenten uit het bestuursakkoord waterketen zijn met name Benchmarking rioleringszorg, intergemeentelijke samenwerking en permanente samenwerking met het waterschap. Een belangrijk speerpunt is het doen van vergelijkend onderzoek ter verbetering van de uitvoering van taken (benchmarking). Benchmarking biedt objectieve informatie om de uitvoering van taken te vergelijken en op basis daarvan verder verbeteringen door te voeren. In het bestuursakkoord wordt opgeroepen een benchmark uit te voeren. In 2010 zal een representatieve groep gemeenten een benchmark over 2009 hebben uitgevoerd. Het bestuursakkoord stelt tot doel dat gemeenten en waterschappen een permanente samenwerking in het afvalwaterbeheer realiseren en bestuurlijke overeenkomsten afsluiten om investeringen tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. Voor alle rioolwaterzuiveringsinstallaties en de aangesloten riolering dient in 2009 een optimalisatiestudie te zijn uitgevoerd, tenzij uit een snelle inventarisatie blijkt dat er geen optimalisatiekansen zijn. Het waterschap neemt hiertoe het initiatief.

Bijlage 1: Beleid- wet en regelgeving (Vervolg 2) Het Rijk monitort de ontwikkeling van de doelmatigheid en transparantie ten opzichte van het referentiejaar 1998. In 2007 is de eerste monitor uitgevoerd. In 2009 en 2011 worden de tweede en de derde, de laatste, monitor uitgevoerd. Ontwerp provinciaal waterplan (provincie Noord-Brabant) Het Provinciaal Waterplan bevat het strategische waterbeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2010-2015. Het plan doorloopt samen met de plannen van het Rijk en de waterschappen een 6-jarige beleidscyclus die is afgestemd op de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water. Naast beleidskader is het Provinciaal Waterplan ook toetsingskader voor de taakuitoefening van lagere overheden op het gebied van water. Het plan is tevens beheerplan voor grondwateronttrekkingen. Bovendien is het plan structuurvisie voor het aspect water op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Beleidskader Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplannen (provincie Noord-Brabant) In april 2009 is het beleidskader Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplannen van de provincie Noord-Brabant verschenen. In dit beleidskader wordt het belang van het verbrede GRP voor de goede uitvoering van de gemeentelijke watertaken vastgelegd. De kwaliteit van de leefomgeving is daarbij het uitgangspunt. Samenwerking tussen onder andere gemeente en waterschap is hierbij erg belangrijk. Het beleidskader heeft als doel: het geven van een eigentijdse visie op het verbrede GRP; het geven van een herkenbaar en verbindend beleidskader (inhoud); het intensiveren en verhelderen van de samenwerking (procesmatig). In de notitie wordt een aantal beleidsthema s benoemd, die in het GRP aan de orde moeten of kunnen komen.

Bijlage 2 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden

Bijlage 2: Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt Alle percelen binnen of buiten bebouwde kom moeten aangesloten Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling een zelfde graad van milieubescherming biedt. zijn op riolering of op een lokale behandeling van het afvalwater (IBA) als dit eenzelfde graad van milieubescherming biedt tenzij dit niet doelmatig is met het oog op kosten en milieu. de bebouwde kom. 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wet milieubeheer en geen foutieve aansluitingen. Controle, handhaving en registratie 1c. De huisaansluitleidingen moeten in goede staat zijn. Geen klachten over functioneren aansluitleidingen Meldingen- en klachtenregistratie 1d. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater en intredend grondwater beperkt blijft. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 2a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het Uitgaande van 10 l/(inw/h), alle afvalwaterhoeveelheden van Hydraulische berekeningen aanbod van stedelijk afvalwater binnen zekeren grenzen te verwerken. grootverbruikers (30 m3/dag) mag de maximale vuliingsgraad in een DWA-stelsel niet meer dan 40% bedragen. 2b. De afstroming dient gewaarborgd te zijn Ingrijpmaatstaven voor afstroming vanuit NEN 3398 (tabel 5) mogen niet voorkomen; Alle inslagpeilen van de rioolgemalen moeten onder de bob van het laagst inkomend riool liggen; Persleidingen moeten in of zo dicht mogelijk bij ontvangende rioolgemalen uitmonden. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. 2c. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken. 2d. De afvoercapaciteit van de gemengde riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. Verblijftijd van het afvalwater in het stelsel niet langer dan 18 uur. Bij berekening met bui 8 (herhalingstijd 1x per 2 jaar) uit de module C2100 van de Leidraad Riolering mag per knooppunt geen water op straat voorkomen. 2e. De objecten moeten in goede staat zijn. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. 2f. De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. 2g. De vuiluitworp door overstortingen en hemelwaterlozingen op De vuiluitworp mag de doelstelling van de oppervlaktewater dient beperkt te zijn. oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen; De vuiluitworp moet voldoen aan de eenduidige basisinspanning van het CIW en eventuele aanvullende eisen vanuit het waterkwaliteitsspoor. Hydraulische berekeningen Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08) Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 en hydraulische berekening. Tienjarige regenreeksberekeningen volgens de Leidraad Riolering.

Bijlage 2: Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (Vervolg 1) Doel 3: Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 3a. Alle percelen binnen het gemeentelijke grondgebied zijn voorzien van een aansluiting op de riolering. In beginsel wordt de hemelwaterafvoer niet aangesloten op het rioleringsstelsel. Alle percelen in bestaand bebouwd gebied zijn voorzien van een aansluiting op de riolering; Hemelwater van nieuwe bebouwing mag niet worden aangesloten op het gemengde rioleringstel. Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom. 3b. Voor zover rendabel, afkoppelen van schoon hemelwater zonder wateroverlast en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, toelaatbaar voor het milieu en kosteneffectief. 3c. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient Resterende vuiluitworp mag geen belemmering vormen voor de beperkt te zijn. waterkwaliteit. 3d. Adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier Indien bij nieuwbouw het perceel grenst aan het oppervlaktewater niet redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. dan voorziet de particulier, in overleg met de waterbeheerder, in de afvoer van het hemelwater van daken rechtstreeks op het oppervlaktewater. 3e. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn. vinden. 3f. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. 3g. Hoeveelheid intredend schoon hemelwater beperken. Bij nieuwbouwprojecten en bij rioolvervanging in bestaand stedelijk gebied de maximale inspanning leveren ten aanzien van het afkoppelen van verhard oppervlak. Toetsing oppervlaktewaterkwaliteit Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. Beoordeling bouwaanvragen, rioleringsplannen en rioolrenovatieplannen. Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij (theoretisch). een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08) bepaalde buitengewone omstandigheden. 4b. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet kleiner of gelijk zijn aan de vuiluitworp van het referentiestelsel volgens de eenduidige basisinspanning van de CIW. Berekenen en meten van vuiluitworp conform richtlijnen waterkwaliteitsbeheerder. Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 5a. Adequate handhaving van het grondwaterregime. (bestemminginrichtingsfase) Ontwateringsdiepte minimaal 0,9 m - m.v. (wonen) Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden. 5b. Adequate afvoer van overtollig grondwater (bij te hoge grondwaterstanden). (beheerfase): Ontwateringsdiepte minimaal 0,9 m - m.v. (wegen) Ontwateringsdiepte minimaal 0,5 m - m.v. (tuinen) Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden. Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden. Ontwateringsdiepte minimaal 0,5 m - m.v. (woningen zonder Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden. kruipruimte) Ontwateringsdiepte minimaal 0,7 m - m.v. (wegen) Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden.

Bijlage 3 Tabellen met technische gegevens

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens Overzicht aanwezige gemalen in het gemengde rioolstelsel Tabel 1 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar 15 jaar Nr Lokatie gemaal aanlegjaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel bouwk mech/el m3/h1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW KA Leemkuilen 1980 1980 50 2040 49,00 9,31 2011 33,00 6,27 KA Sweensstraat (Waterschap) 2001 2001 860 KB Oudevaert 1975 2006 106 2011 63,00 11,97 2011 47,00 8,93 KC J. De Rooijstraat/Schotsestraat 1980 1980 159 2011 73,00 13,87 2011 57,00 10,83 KD Erastraat / de Roei 1982 1982 18,5 2042 16,00 3,04 2011 21,00 3,99 KE Duinlaan 2008 2008 20 2068 17,00 3,23 2023 22,00 4,18 O Rechtvaart 2002 2002 23 2062 20,00 3,80 2017 23,00 4,37 KF Molenbeek 1990 1990 170 2050 75,00 14,25 2011 59,00 11,21 KE4 van Haestrechtstraat 1980 2004 46 2040 40,00 7,60 2019 32,00 6,08 KE6 Wielstraat 1980 2006 30 2040 26,00 4,94 2021 26,00 4,94 E1 Roestelbergseweg 1975 2004 42 2035 36,00 6,84 2019 31,00 5,89 G Past. Rietraweg / Europalaan 2000 2000 144 2060 71,00 13,49 2015 54,00 10,26 K1 1e Dwarsbaan / Kraaiven 1982 1982 25 2042 22,00 4,18 2011 24,00 4,56 LA Heideweg (Waterschap) 1994 1994 320 LB Molenwijck 1990 1990 160 2050 73,00 13,87 2011 57,00 10,83 LC Hoge Steenweg 1975 1975 60 2035 52,00 9,88 2011 36,00 6,84 De Moer (waterschap) 1987 1987 17 KQ Zuid Hollandsedijk Zandpad 2004 2004 24 2064 21,00 3,99 2019 24,00 4,56 KP Zuid Hollandsedijk Curiosahuys 1994 1994 14 2054 12,00 2,28 2011 19,00 3,61 Eikendijk 1974 1974 10 2034 9,00 1,71 2011 16,00 3,04 Hotel efteling 1994 1994 10 2054 9,00 1,71 2011 16,00 3,04 Blaauwe meer 1994 1994 20 2054 17,00 3,23 2011 22,00 4,18 Camping Klokkeweide 2011 2011 100,00 19,00 Coating binnenwanden 10 pompputte 2011 150,00 28,50 TOTALEN BK 951,00 180,69 M/E 619,00 117,61 Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2010 1,08 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig mech/elektr. capaciteit factor basisprijs macht factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3.400 1 1 6.100 1 11-50 m3/h 0,014 62.000 1 0,123 45.000 0,46 51-200 m3/h 0,2 62.000 0,35 0,123 45.000 0,46 201-1250 m3/h 0,0075 62.000 1 0,123 45.000 0,46 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 18-aug-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 1) Overzicht aanwezige gemalen in het vuilwater rioolstelsel Tabel 2 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar 15 jaar Nr Lokatie gemaal aanlegjaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel bouwk mech/el m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW KC2 Veerweg DWA 1998 1998 24 2058 21,00 3,99 2013 24,00 4,56 KC3 Kest West DWA 1993 1993 41 2053 36,00 6,84 2011 31,00 5,89 TOTALEN 57,00 10,83 55,00 10,45 Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2010 1,08 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig mech/elektr. capaciteit factor basisprijs macht factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3400 1 1 6.100 1 10-50 m3/h 0,014 62000 1 0,123 45.000 0,46 51-200 m3/h 0,2 62000 0,35 0,123 45.000 0,46 201-1250 m3/h 0,0075 62000 1 0,123 45.000 0,46 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 2) Overzicht aanwezige gemalen in het hemelwaterstelsel Tabel 3 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar 15 jaar Nr Lokatie gemaal aanlegjaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel bouwk mech/el m3/h1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW LB Ambrosiusstraat HWA 2007 2007 29 2067 25,00 4,75 2022 26,00 4,94 KC2 Veerweg HWA 1998 1998 22 2058 19,00 3,61 2013 23,00 4,37 KC3 Kest West HWA 1993 1993 38 2053 33,00 6,27 2011 29,00 5,51 KA De Els 1992 1992 4 2052 3,00 0,57 2011 6,00 1,14 Tunnelgemalen * Tunnel Noord in Duinlaan 1989 1989 106 2011 47,00 8,93 LC Tunnelgemaal N261 1989 1989 77 2011 41,00 7,79 Bergbezinkbassins KA BBB Heuvelstraat 2004 2004 51 2019 34,00 6,46 LA BBB Klokkenlaan 2005 2005 36 2020 29,00 5,51 KA BBB Sweensstraat 2004 2004 110 2019 48,00 9,12 TOTALEN 80,00 15,20 283,00 53,77 Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2010 1,08 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig mech/elektr. capaciteit factor basisprijs macht factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3400 1 1 6.100 1 10-50 m3/h 0,014 62000 1 0,123 45.000 0,46 51-200 m3/h 0,2 62000 0,35 0,123 45.000 0,46 201-1250 m3/h 0,0075 62000 1 0,123 45.000 0,46 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 18-aug-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 3) Overzicht aanwezige persleidingen in gemengd rioolstelsel Tabel 4 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar Nr persleiding behorend bij gemaal lengte diameter jaar 1e jaar Investering BTW (m) (mm) aanleg vervanging excl. BTW Aanleg persleiding gemaal Oude Vaert - Gasthuisstraat 250 110 2011 2071 30,00 5,70 De Els - - - Leemkuilen - - - Sweensstraat (Waterschap) Oudevaert 129 90 2000 2060 7,67 1,46 J. De Rooijstraat/Schotsestraat 43 90 1977 2037 2,56 0,49 Erasstraat / de Roei 193 90 2000 2060 11,47 2,18 Duinlaan 1.072 125 1974 2034 88,48 16,81 Rechtvaart 386 63 1984 2044 13,42 2,55 Molenbeek 1.636 315 1989 2049 340,27 64,65 van Haestrechtstraat 639 125 1974 2034 52,74 10,02 Wielstraat - - - Roestelbergseweg 973 110 1974 2034 70,67 13,43 Past. Rietraweg / Europalaan 410 250 1999 2059 67,68 12,86 Past. Rietraweg / Europalaan 425 200 1999 2059 56,12 10,66 1e Dwarsbaan / Kraaiven 2.004 110 1983 2043 145,55 27,66 1e Dwarsbaan / Kraaiven 391 63 1983 2043 13,60 2,58 1e Dwarsbaan / Kraaiven 463 315 1989 2049 96,30 18,30 Heideweg (Waterschap) Molenwijck 1.047 250 1972 2032 172,83 32,84 Hoge Steenweg - - - De Moer (waterschap) Zuid Hollandsedijk Zandpad 190 400 2000 2060 50,18 9,53 Zuid Hollandsedijk Curiosahuys 348 75 1994 2054 14,41 2,74 Zuid Hollandsedijk Curiosahuys 580 63 1994 2054 20,17 3,83 Eikendijk 706 125 1974 2034 58,27 11,07 TOTALEN 11.885 1.312,39 249,35 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,66 voor diameter 90-315 mm 0,55 voor diameter 63-110 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2011 1,08 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 4) Persleidingen Vuilwater (DWA) Tabel 5 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar Nr persleiding behorend bij gemaal lengte diameter jaar 1e jaar Investering BTW (m) (mm) aanleg vervanging excl. BTW Veerweg DWA - - - Kest West DWA 595 125 1998 2058 45,37 8,62 TOTALEN 595 45,37 8,62 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2011 1,08 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 5) Persleidingen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer Tabel 6 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar Nr persleiding behorend bij gemaal lengte diameter jaar 1e jaar Investering BTW (m) (mm) aanleg vervanging excl. BTW LB Ambrosiusstraat HWA - - - KC2 Veerweg HWA - - - KC3 Kest West HWA zie dwa persleiding Tunnelgemalen * Tunnel Noord in Duinlaan - - - LC Tunnelgemaal N261 - - - Bergbezinkbassins KA BBB Heuvelstraat - - - LA BBB Klokkenlaan - - - KA BBB Sweensstraat - - - TOTALEN 0 0 0 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2011 1,08 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 6) Overzicht aanwezige POMPUNITS Tabel 7 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 60 jaar 15 jaar Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW aansluiten laatste drie percelen 3 2011 2011 2011 67,00 12,73 2011 33,00 6,27 Achtersehoeven 1 1994 1994 2054 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Achtersehoeven 1 1995 2007 2055 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Baan 1 1985 2009 2045 3,40 0,65 2024 3,40 0,65 Baan 1 1985 2007 2045 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Baan 1 1985 2006 2045 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Baan 1 1985 1999 2045 3,40 0,65 2014 3,40 0,65 Baan 1 1985 2008 2045 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Baan 1 1985 2008 2045 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Baan 1 1985 2005 2045 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Baan 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Baan 1 1985 2006 2045 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Baan 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Baan 1 1985 2000 2045 3,40 0,65 2015 6,80 1,29 Baan 1 1985 2002 2045 3,40 0,65 2017 6,80 1,29 Bergstraat 1 1985 2007 2045 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Bergstraat 1 1985 2006 2045 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Bergstraat 1 1994 1994 2054 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Bergstraat 1 1994 2008 2054 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Berkenlaan 1 1984 2003 2044 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Berkenlaan 1 1984 2002 2044 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Bernsehoef 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Bernsehoef 1 1985 2006 2045 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Bernsehoef 1 1985 2005 2045 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Bernsehoef 1 1985 2002 2045 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Bernsehoef 1 1985 2001 2045 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Bisarsteeg 1 1989 1989 2049 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Bisarsteeg 1 1989 1999 2049 3,40 0,65 2014 3,40 0,65 Blauwloop 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Blauwloop 1 1985 1985 2045 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Capelsedreef 1 1994 2002 2054 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Capelsestraat 1 1982 2003 2042 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Capelsestraat 1 1983 1983 2043 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 De Roei 1 1985 2005 2045 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 De Roei 1 1985 1985 2045 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 De Roei 1 1985 1985 2045 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Dongenseweg 1 1985 1985 2045 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Dongenseweg 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Dongenseweg 1 1985 2003 2045 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Dongenseweg 1 1985 2006 2045 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Dongenseweg 1 1985 1985 2045 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2008 2049 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 1989 2049 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2006 2049 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 1989 2049 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2005 2049 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2008 2049 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2007 2049 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2001 2049 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2005 2049 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Dreefseweg 1 1989 2006 2049 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Driestapelenstoel 1 1985 2004 2045 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 subtotaal 1 51 - - 173,40 32,95 180,20 34,24 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 7) Overzicht aanwezige POMPUNITS bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Tabel 7a 45 jaar 15 jaar Nr Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duiksehoef 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Duinlaan 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Financiën 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneind 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneindsestraat 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Galgeneindsestraat 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1989 2006 2034 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1989 1989 2034 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heibloemstraat 1 1998 1998 2043 3,40 0,65 2013 3,40 0,65 Heideweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heideweg 1 1997 1997 2042 3,40 0,65 2012 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 2005 2005 2050 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Heuvelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoekje 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoekje 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoekje 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoekje 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoekje 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1984 2007 2029 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Hoge Zandschel 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Horst 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Horst 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Horst 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Horst 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Horst 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 subtotaal 2 52 - - 176,80 33,59 176,80 33,59 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 8) Overzicht aanwezige POMPUNITS bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Tabel 7b 45 jaar 15 jaar Nr Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW Kasteellaan 1 1985 2007 2030 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 2010 2030 3,40 0,65 2025 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kasteellaan 1 1995 1985 2040 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kasteellaan 1 2003 2003 2048 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Kegelaar 1 1985 2001 2030 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Kerkstraat 1 2010 2010 2055 3,40 0,65 2025 3,40 0,65 Kinkenpolder 1 1985 1990 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kinkenpolder 1 1985 1990 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kinkenpolder 1 1985 2002 2030 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Kinkenpolder 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2009 2030 3,40 0,65 2024 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Klokkenlaan 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Kloosterstraat 1 2004 2003 2049 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Kloosterstraat 1 2004 2001 2049 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Kloosterstraat 1 2004 2004 2049 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2007 2030 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Kraanven 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Lage Zandschel 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Lage Zandschel 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Lage Zandschel 1 1985 2000 2030 3,40 0,65 2015 3,40 0,65 Lage Zandschel 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Land van Kleef 1 1984 2003 2029 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Land van Kleef 1 1984 2003 2029 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Land van Kleef 1 1984 2003 2029 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Land van Kleef 1 2003 2003 2048 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Loonse Molenstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 subtotaal 3 52 - - 176,80 33,59 176,80 33,59 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 9) Overzicht aanwezige POMPUNITS bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Tabel 7c 45 jaar 15 jaar Nr Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW Middelstraat 1 2007 2007 2052 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Middelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Middelstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Middelstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Middelstraat 1 1993 1993 2038 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 2009 2041 3,40 0,65 2024 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 1996 2041 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 2007 2041 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 2001 2041 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 1998 2041 3,40 0,65 2013 3,40 0,65 Moersedreef 1 1996 2005 2041 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Moleneind 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Moleneind 1 1985 2002 2030 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Moleneind 1 1985 2001 2030 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Nieuweweg 1 1985 2009 2030 3,40 0,65 2024 3,40 0,65 Nieuweweg 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 2009 2030 3,40 0,65 2024 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 1999 2030 3,40 0,65 2014 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 2001 2030 3,40 0,65 2016 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Paalstraat 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Pastoor Kampstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Pastoor Kampstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Pastoor Kampstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Pastoor Kampstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Plandloonseweg 1 1995 1995 2040 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 2008 2029 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 2004 2029 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Rechtvaart 1 1984 1984 2029 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Roestelbergseweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Roestelbergseweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Roestelbergseweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Spinderspad 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Tussenbaan 1 1994 1994 2039 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Udenhoutseweg 1 1985 2006 2030 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Udenhoutseweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Udenhoutseweg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 van Haestrechtstraat 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Veerweg 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Veerweg 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Veldstraat 1 1994 2006 2039 3,40 0,65 2021 3,40 0,65 Veldstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Veldstraat 1 1994 2005 2039 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Veldstraat 1 2002 2002 2047 3,40 0,65 2017 3,40 0,65 Wielstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 subtotaal 4 50 - - 170,00 32,30 170,00 32,30 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 10) Overzicht aanwezige POMPUNITS bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Tabel 7d 45 jaar 15 jaar Nr Druksysteem aantal leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel units druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW Zandberg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Zandberg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Zandberg 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 1985 2030 3,40 0,65 2011 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2000 2030 3,40 0,65 2015 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2003 2030 3,40 0,65 2018 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2007 2030 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2004 2030 3,40 0,65 2019 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2008 2030 3,40 0,65 2023 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2005 2030 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Zijstraat 1 1985 2010 2030 3,40 0,65 2025 3,40 0,65 Zuid-Hollandsedijk 1 1982 2005 2027 3,40 0,65 2020 3,40 0,65 Zuid-Hollandsedijk 1 1982 2007 2027 3,40 0,65 2022 3,40 0,65 subtotaal 5 15 - - 51,00 9,69 51,00 9,69 Totaal 220 - - 748,00 142,12 754,80 143,41 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 11) Overzicht aanwezige DRUKRIOLERING bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 45 jaar Straatnaam leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW Tabel 7e Achterste Hoeve 529 1994 2039 26,45 5,02 Achterste Hoeve 1.466 1995 2040 73,30 13,93 Baan 391 1983 2028 19,56 3,72 Baan 1.632 1985 2030 81,59 15,50 Baan 732 1985 2030 36,60 6,95 Baan achter de Plakken 156 1994 2039 7,82 1,49 Baden Powellweg 90 1985 2030 4,49 0,85 Bergstraat 513 1985 2030 25,63 4,87 Bergstraat 143 1994 2039 7,16 1,36 Berkenlaan 692 1984 2029 34,62 6,58 Bernsehoef 240 1985 2030 12,02 2,28 Bernsehoef 1.278 1985 2030 63,92 12,14 Bisarsteeg 199 1989 2034 9,96 1,89 Blauwloop 183 1994 2039 9,15 1,74 Blauwloop 605 1985 2030 30,26 5,75 Capelsedreef 2.100 1994 2039 105,02 19,95 Capelsestraat 229 1982 2027 11,47 2,18 De Roei 692 1985 2030 34,58 6,57 De Zandberg 416 1985 2030 20,78 3,95 De Zandberg 246 1994 2039 12,31 2,34 Dongenseweg 794 1985 2030 39,69 7,54 Dongenseweg 68 1985 2030 3,41 0,65 Dreefseweg 894 1985 2030 44,70 8,49 Driestapelenstoel 59 1985 2030 2,97 0,56 Driestapelenstoel 1.469 1989 2034 73,45 13,96 Duiksehoef 271 1985 2030 13,54 2,57 Duiksehoef 1.225 1985 2030 61,23 11,63 Duiksehoef 751 1985 2030 37,53 7,13 Duinlaan 1.102 1974 2019 55,09 10,47 Duinlaan 1.074 1974 2019 53,72 10,21 Eerste Dwarsbaan 293 1985 2030 14,63 2,78 Eerste Dwarsbaan 443 1983 2028 22,17 4,21 Eikendijk 1.346 1974 2019 67,29 12,79 Erasstraat 193 2000 2045 9,65 1,83 Europalaan 451 1999 2044 22,56 4,29 Galgeneind 381 1994 2039 19,06 3,62 Galgeneind 179 1989 2034 8,97 1,70 Galgeneind 1.270 1989 2034 63,48 12,06 Galgeneindsestraat 550 1994 2039 27,52 5,23 Heibloemstraat 506 1998 2043 25,31 4,81 Heibloemstraat 468 1989 2034 23,40 4,45 Heibloemstraat 440 1989 2034 22,02 4,18 Heideweg 516 1997 2042 25,81 4,90 Heideweg 1.479 1994 2039 73,94 14,05 Heuvelstraat 980 1985 2030 48,99 9,31 Hoekje 684 1985 2030 34,20 6,50 Hoge Steenweg 38 2006 2051 1,92 0,36 Hoge Zandschel 1.294 1984 2029 64,72 12,30 Horst 1.565 1994 2039 78,23 14,86 Kasteellaan 1.814 1985 2030 90,72 17,24 Kasteellaan 258 1995 2040 12,91 2,45 Subtotaal 1 35.388-1.769,41 336,19 - - Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 12) Overzicht aanwezige DRUKRIOLERING bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 45 jaar Straatnaam leidinglengte jaar aanleg vervanging bouwkundig druk vv bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW Tabel 7f Kasteellaan 258 1995 2040 12,91 2,45 Kasteellaan 1.897 1985 2030 94,83 18,02 Kasteellaan 367 1995 2040 18,33 3,48 Kerkstraat 107 1985 2030 5,33 1,01 Kinkenpolder 380 1985 2030 18,98 3,61 Klokkenlaan 211 1985 2030 10,56 2,01 Kloosterstraat 1.105 2004 2049 55,23 10,49 Kraanven 356 1985 2030 17,79 3,38 Kraanven 1.552 1985 2030 77,58 14,74 Kraanven 188 1985 2030 9,40 1,79 Kraanven 448 1983 2028 22,40 4,26 Lage Zandschel 760 1985 2030 38,01 7,22 Land van Kleef 273 1984 2029 13,67 2,60 Land van Kleef 396 1984 2029 19,80 3,76 Loonse Molenstraat 1.540 1985 2030 77,00 14,63 Loonse Molenstraat 849 1985 2030 42,46 8,07 Middelstraat 730 1985 2030 36,51 6,94 Middelstraat 1.738 1993 2038 86,92 16,51 Moersedreef 1.216 1996 2041 60,78 11,55 Moleneind 1.559 1985 2030 77,97 14,81 Molenwijck 1.047 1972 2017 52,35 9,95 Paalstraat 1.070 1985 2030 53,51 10,17 Paalstraat 193 1996 2041 9,66 1,84 Pannenhoefseweg 641 1989 2034 32,04 6,09 Pastoor Kampstraat 45 1989 2034 2,23 0,42 Pastoor Kampstraat 1.387 1989 2034 69,35 13,18 Plantloonseweg 544 1995 2040 27,22 5,17 Rechtvaart 473 1984 2029 23,67 4,50 Rechtvaart 1.054 1984 2029 52,69 10,01 Roestelbergseweg 804 1985 2030 40,21 7,64 Spinderspad 690 1994 2039 34,50 6,55 Sprangsestraat 376 1993 2038 18,82 3,58 Tussenbaan 964 1994 2039 48,20 9,16 Udenhoutseweg 926 1985 2030 46,32 8,80 Veldstraat 8 1985 2030 0,39 0,07 Veldstraat 317 1994 2039 15,83 3,01 Veldstraat 433 1985 2030 21,66 4,11 Veldstraat 680 1994 2039 34,01 6,46 Veldstraat 1.114 1983 2028 55,72 10,59 Waalwijksebaan 181 1985 2030 9,07 1,72 Wielstraat 135 1994 2039 6,74 1,28 Wielstraat 728 1984 2029 36,42 6,92 Zijstraat 57 1989 2034 2,84 0,54 Zijstraat 1.304 1985 2030 65,21 12,39 Zuidhollandsedijk 66 1985 2030 3,29 0,62 Zuidhollandsedijk 365 1982 2027 18,23 3,46 Subtotaal 2 31.531 1.576,54 299,54 Totaal 66.919 3.345,94 635,73 Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,08 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.400 Drukleiding per m1 50 Pompunit (mech/el) 3.400 Vrijvervalleiding per m 220 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 9-apr-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 13) Overzicht onderzoeksuitgaven Tabel 8 bedragen in EURO prijspeil 2010 Uitgaven Vuilwater Hemelwater + GW Gemengd excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW STRUCTUREEL, Jaarlijks 1. Monitoringsprogramma riolering 8.000 1.520 - - - 2. Inspectie vanuit de leiding zie exploitatieuitgaven - - - - - - 3. Beoordeling riolering - - 8.000 1.520 - - - 4. Diverse studies - - 15.000 2.850 - - - 5. Bestandsbeheer zie exploitatieuitgaven - - - 6. Verzameling en vewerking grondwatermeetgegevens 8.000 1.520 7. Abonnementskosten radarneerslagmeting 1.500 285 - - 9.500 1.805 31.000 5.890 INCIDENTEEL PLANPERIODE Vuilwater Hemelwater + GW Gemengd excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW 2011 Actualisatie verhard oppervlak ZuidHollandsedijk 10.000 1.900 2011 Gemeentelijk riool incidentenplan - - 25.000 4.750 2011 Vooronderzoek persleiding Duinlaan-rwzi - - 15.000 2.850 2011 Voorstudie, traceonderzoek persleiding - - 25.000 4.750 2011 Aanleg meetnet voor riolering - - 80.000 15.200 2011 Onderzoek waterkwaliteitsspoor 25.000 4.750 2015 Actualisatie Water- en rioleringsplan - - 25.000 4.750 2018 Actualisatie basisrioleringsplan - - 25.000 4.750 2011 Implementatie radarneerslagmeting 5.000 950 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 23-sep-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 14) Overzicht exploitatieuitgaven beheerbegroting 2010 Tabel 9 bedragen in EURO prijspeil 2010 Uitgaven Vuilwater Hemelwater + GW Gemengd Omschrijving excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW Straatveegkosten 101.501 19.285 Vrij-vervalriolering huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 51.291 9.745 KP Stortrechten 12.291 Doorberekende uren kp infra binnen 118.029 Rioolgemaal algemeen huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 110.306 20.958 Doorberekende uren kp infra binnen 22.305 Doorberekende uren KP Infra buiten 5.520 Rioolgemaal Molenwijk huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 314 60 Doorberekende uren KP Infra buiten 1.717 Rioolgemaal Oudevaert huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 313 59 Rioolgemaal Jan de Ro huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 313 59 Pompunits huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Doorberekende uren kp infra binnen 9.294 Doorberekende uren KP Infra buiten 1.717 Overige kosten riolering huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 54.723 10.397 Doorberekende uren kp infra binnen 18.587 Doorberekende uren KP belastingen 21.925 Rioolaansluitingen huishoudelijk/bedrijfsafvalwater 28.367 5.390 Doorberekende uren kp infra binnen 4.647 Doorberekende uren KP Infra buiten 44.895 Vrij-vervalriolering hemelwater 1.014 193 KP Stortrechten 3.512 Doorberekende uren KP Infra buiten 18.400 Rioolgemaal algemeen hemelwater 50.770 9.646 Doorberekende uren kp infra binnen 13.011 Doorberekende uren KP Infra buiten 82.185 Rioolgemaal Kaatsheuvel-zuid hemelwater Doorberekende uren KP Infra buiten 2.699 Rioolgemaal Molenwijck hemelwater 90 17 Doorberekende uren KP Infra buiten 2.699 Rioolgemaal Oudevaert hemelwater 90 17 Doorberekende uren KP Infra buiten 2.699 Rioolgemaal Jan de Rooijstraat hemelwater 90 17 Doorberekende uren kp infra binnen 1.859 Doorberekende uren KP Infra buiten 1.963 Ondergrondse gemalen hemelwater Doorberekende uren kp infra binnen 7.435 Doorberekende uren KP Infra buiten 16.805 Pompunits hemelwater Doorberekende uren kp infra binnen 9.294 Doorberekende uren KP Infra buiten 23.552 Onderhoud BBV Sweensstraat hemelwater Doorberekende uren kp infra binnen 1.859 Doorberekende uren KP Infra buiten 3.189 Onderhoud BBV Heuvelstraat hemelwater Doorberekende uren KP Infra buiten 3.189 Overige kosten riolering hemelwater 15.635 2.971 Doorberekende uren kp infra binnen 39.963 Doorberekende uren KP Infra buiten 1.963 Vrij-vervalriolering maatregelen grondwater 507 96 KP Stortrechten 1.756 Rioolgemaal algemeen maatregelen grondwater 25.387 4.824 Rioolgemaal Molenwijck maatregelen grondwater 44 8 Rioolgemaal Oudevaert maatregelen grondwater 44 8 Rioolgemaal Jan de Rooijstr maatregelen grondwater 44 8 Overige kosten riolering maatregelen grondwater 7.818 1.485 totaal 184.155 15.787 339.565 19.291 423.900 50.167 Als gevolg van de uitbreiding van de riolering en de daaraan gerelateerde toename van het aantal heffingseenheden, nemen de exploitatielasten met EURO 91,00 per extra eenheid per jaar toe. Toename BTW-component 8,15 per extra eenheid per jaar toe. Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 15) Gehanteerde technische levensduren rioleringsonderdelen Tabel 10 Riolen, putten en kolken: Technische Financiele Levensduur afschrijvingstermijn Riolen krijgen een levensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van de standaardlevensduren va 60 60 Persleidingen 60 60 Gemalen: Onderdeel - mechanisch/electrisch 15 15 - bouwkundig 60 60 Drukriolering: Onderdeel - mechanisch/electrisch 15 15 - bouwkundig 60 60 IBA 30 30 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 14-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 16) Overzicht uitgaven aan de gemengde vrijvervalriolen Tabel 11 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Grondslag aanpasing toeslagen reparatie Aannemer V & T Totaal Totaal gemiddeld jaar Onbepaald reparatie bestek 23% 15% incl toesl. excl. BTW BTW 2011 854,98 360,50 281,99 224,62 1.722,09 868,93 165,10 2012 - - - - 358,18 68,05 2013 377,20 789,10 270,58 215,53 1.652,41 1.476,17 280,47 2014 20,18 4,68 3,73 28,59 358,18 68,05 2015 11,67 6,60 4,24 3,38 25,89 367,53 69,83 2016 293,73-68,15 54,28 416,16 622,15 118,21 2017 - - - - - 622,15 118,21 2018 457,67 2,86 106,84 85,11 652,47 622,15 118,21 2019 604,04-140,14 111,63 855,80 622,15 118,21 2020 837,33-194,26 154,74 1.186,33 622,15 118,21 2021 1.565,34-363,16 289,27 2.217,77 1.431,21 271,93 2022 752,38-174,55 139,04 1.065,98 1.431,21 271,93 2023 907,92-210,64 167,78 1.286,35 1.431,21 271,93 2024 625,18-145,04 115,53 885,75 1.431,21 271,93 2025 1.499,96-347,99 277,19 2.125,15 1.431,21 271,93 2026 1.938,91-449,83 358,31 2.747,05 1.431,21 271,93 2027 479,54-111,25 88,62 679,41 1.431,21 271,93 2028 1.859,88-431,49 343,71 2.635,08 1.431,21 271,93 2029 109,29-25,36 20,20 154,84 1.431,21 271,93 2030 363,28-84,28 67,13 514,70 1.431,21 271,93 2031 1.369,57-317,74 253,10 1.940,40 1.667,63 316,85 2032 365,03-84,69 67,46 517,17 1.667,63 316,85 2033 609,76-141,46 112,68 863,91 1.667,63 316,85 2034 672,58-156,04 124,29 952,91 1.667,63 316,85 2035 381,84-88,59 70,56 540,98 1.667,63 316,85 2036 2.526,25-586,09 466,85 3.579,19 1.667,63 316,85 2037 1.729,89-401,33 319,68 2.450,91 1.667,63 316,85 2038 1.711,03-396,96 316,20 2.424,19 1.667,63 316,85 2039 2.170,41-503,54 401,09 3.075,04 1.667,63 316,85 2040 234,08-54,31 43,26 331,64 1.667,63 316,85 2041 215,61-50,02 39,85 305,48 1.429,24 271,55 2042 1.055,00-244,76 194,96 1.494,73 1.429,24 271,55 2043 947,21-219,75 175,04 1.342,00 1.429,24 271,55 2044 585,94-135,94 108,28 830,16 1.429,24 271,55 2045 350,06-81,21 64,69 495,96 1.429,24 271,55 2046 1.809,18-419,73 334,34 2.563,24 1.429,24 271,55 2047 2.063,97-478,84 381,42 2.924,24 1.429,24 271,55 2048 1.553,64-360,44 287,11 2.201,20 1.429,24 271,55 2049 1.416,23-328,57 261,72 2.006,52 1.429,24 271,55 2050 90,94-21,10 16,81 128,84 1.429,24 271,55 2051 107,19-24,87 19,81 151,86 328,44 62,40 2052 707,54-164,15 130,75 1.002,45 328,44 62,40 2053 336,36-78,03 62,16 476,55 328,44 62,40 2054 73,75-17,11 13,63 104,49 328,44 62,40 2055 161,73-37,52 29,89 229,13 328,44 62,40 2056 62,95-14,60 11,63 89,19 328,44 62,40 2057 - - - - - 328,44 62,40 2058 86,34-20,03 15,95 122,32 328,44 62,40 2059 68,22-15,83 12,61 96,66 328,44 62,40 2060 714,15-165,68 131,97 1.011,80 328,44 62,40 2061 25,66-5,95 4,74 36,35 288,01 54,72 2062 1.588,78-368,60 293,61 2.250,99 288,01 54,72 2063 69,03-16,02 12,76 97,80 288,01 54,72 2064 68,55-15,90 12,67 97,12 288,01 54,72 2065 106,62-24,73 19,70 151,05 288,01 54,72 2066 18,43-4,28 3,41 26,11 288,01 54,72 2067 116,09-26,93 21,45 164,48 288,01 54,72 2068 14,66-3,40 2,71 20,77 288,01 54,72 2069 24,99-5,80 4,62 35,41 288,01 54,72 2070 - - - - - 288,01 54,72 Totalen 39.767,69 2,86 1.156,20 9.495,01 7.563,26 57.985,02-57.985,02 11.017,15 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 17) Overzicht uitgaven aan de vrijvervalriolen Vuilwater (DWA) Tabel 12 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 toeslagen vervanging reparatie Aannemer V & T Totaal incl. Totaal jaar 23% 15% toeslagen excl. BTW BTW 2011 12,93 3,00 2,39 18,32 3,66 0,70 2012 - - - - 3,66 0,70 2013 - - - - 3,66 0,70 2014 - - - - 3,66 0,70 2015 - - - - 3,66 0,70 2016-13,26 3,08 2,45 18,79 61,70 11,72 2017 - - - - - 61,70 11,72 2018-2,14 0,50 0,40 3,03 61,70 11,72 2019 - - - - - 61,70 11,72 2020 202,35-46,95 37,39 286,69 61,70 11,72 2021 - - - - - 38,47 7,31 2022 - - - - - 38,47 7,31 2023 6,77-1,57 1,25 9,60 38,47 7,31 2024 - - - - - 38,47 7,31 2025 39,69-9,21 7,33 56,23 38,47 7,31 2026 - - - - - 38,47 7,31 2027 46,77-10,85 8,64 66,26 38,47 7,31 2028 178,30-41,37 32,95 252,62 38,47 7,31 2029 - - - - - 38,47 7,31 2030 - - - - - 38,47 7,31 2031 - - - - - 81,46 15,48 2032 - - - - - 81,46 15,48 2033 - - - - - 81,46 15,48 2034 17,93-4,16 3,31 25,40 81,46 15,48 2035 124,61-28,91 23,03 176,55 81,46 15,48 2036 - - - - - 81,46 15,48 2037 - - - - - 81,46 15,48 2038 30,66-7,11 5,67 43,44 81,46 15,48 2039 - - - - - 81,46 15,48 2040 401,72-93,20 74,24 569,16 81,46 15,48 2041 - - - - - 96,01 18,24 2042 - - - - - 96,01 18,24 2043 222,62-51,65 41,14 315,41 96,01 18,24 2044 12,83-2,98 2,37 18,18 96,01 18,24 2045 - - - - - 96,01 18,24 2046 74,15-17,20 13,70 105,05 96,01 18,24 2047 83,64-19,40 15,46 118,50 96,01 18,24 2048 284,38-65,98 52,55 402,91 96,01 18,24 2049 - - - - - 96,01 18,24 2050 - - - - - 96,01 18,24 2051 - - - - - 319,49 60,70 2052 - - - - - 319,49 60,70 2053 129,39-30,02 23,91 183,32 319,49 60,70 2054 - - - - - 319,49 60,70 2055 310,63-72,07 57,40 440,10 319,49 60,70 2056 279,58-64,86 51,67 396,11 319,49 60,70 2057 - - - - - 319,49 60,70 2058 644,91-149,62 119,18 913,71 319,49 60,70 2059 349,53-81,09 64,59 495,22 319,49 60,70 2060 540,98-125,51 99,97 766,46 319,49 60,70 2061 438,57-101,75 81,05 621,37 258,07 49,03 2062 240,09-55,70 44,37 340,16 258,07 49,03 2063 49,47-11,48 9,14 70,09 258,07 49,03 2064 - - - - - 258,07 49,03 2065 582,86-135,22 107,71 825,79 258,07 49,03 2066 394,69-91,57 72,94 559,19 258,07 49,03 2067 115,84-26,88 21,41 164,12 258,07 49,03 2068 - - - - - 258,07 49,03 2069 - - - - - 258,07 49,03 2070 - - - - - 258,07 49,03 Totalen 5.815,90-15,40 1.352,86 1.077,63 8.261,79-8.261,79 1.569,74 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 18) Overzicht uitgaven aan de vrijvervalriolen Hemelwater Tabel 13 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 toeslagen vervanging reparatie Aannemer V & T Totaal Totaal jaar 23% 15% incl toesl. excl. BTW BTW 2011 21,58 5,01 3,99 30,58 8,20 1,56 2012 - - - - 8,20 1,56 2013 7,36 1,71 1,36 10,42 8,20 1,56 2014 - - - - 8,20 1,56 2015 - - - - 8,20 1,56 2016-10,49 2,43 1,94 14,86 30,53 5,80 2017 - - - - - 30,53 5,80 2018 - - - - - 30,53 5,80 2019 - - - - - 30,53 5,80 2020 97,24-22,56 17,97 137,77 30,53 5,80 2021 279,55-64,86 51,66 396,07 127,13 24,16 2022 219,81-50,99 40,62 311,42 127,13 24,16 2023 5,60-1,30 1,03 7,93 127,13 24,16 2024 111,48-25,86 20,60 157,94 127,13 24,16 2025 9,94-2,31 1,84 14,08 127,13 24,16 2026 14,74-3,42 2,72 20,89 127,13 24,16 2027 83,69-19,42 15,47 118,57 127,13 24,16 2028 172,53-40,03 31,88 244,43 127,13 24,16 2029 - - - - - 127,13 24,16 2030 - - - - - 127,13 24,16 2031 - - - - - 120,43 22,88 2032 - - - - - 120,43 22,88 2033 - - - - - 120,43 22,88 2034 - - - - - 120,43 22,88 2035 - - - - - 120,43 22,88 2036 - - - - - 120,43 22,88 2037 - - - - - 120,43 22,88 2038 - - - - - 120,43 22,88 2039 - - - - - 120,43 22,88 2040 850,03-197,21 157,09 1.204,32 120,43 22,88 2041 - - - - - 158,61 30,14 2042 41,31-9,58 7,63 58,53 158,61 30,14 2043 - - - - - 158,61 30,14 2044 - - - - - 158,61 30,14 2045 157,62-36,57 29,13 223,32 158,61 30,14 2046 70,90-16,45 13,10 100,46 158,61 30,14 2047 292,99-67,97 54,14 415,10 158,61 30,14 2048 556,67-129,15 102,87 788,69 158,61 30,14 2049 - - - - - 158,61 30,14 2050 - - - - - 158,61 30,14 2051 - - - - - 375,18 71,28 2052 - - - - - 375,18 71,28 2053 138,28-32,08 25,55 195,92 375,18 71,28 2054 - - - - - 375,18 71,28 2055 - - - - - 375,18 71,28 2056 52,92-12,28 9,78 74,98 375,18 71,28 2057 - - - - - 375,18 71,28 2058 1.048,15-243,17 193,70 1.485,02 375,18 71,28 2059 718,68-166,73 132,81 1.018,23 375,18 71,28 2060 690,05-160,09 127,52 977,66 375,18 71,28 2061 596,15-138,31 110,17 844,63 427,65 81,25 2062 445,70-103,40 82,36 631,46 427,65 81,25 2063 43,19-10,02 7,98 61,19 427,65 81,25 2064 462,69-107,34 85,50 655,53 427,65 81,25 2065 405,77-94,14 74,99 574,89 427,65 81,25 2066 911,31-211,42 168,41 1.291,14 427,65 81,25 2067 153,63-35,64 28,39 217,67 427,65 81,25 2068 - - - - - 427,65 81,25 2069 - - - - - 427,65 81,25 2070 - - - - - 427,65 81,25 Totalen 8.659,54-10,49 2.011,45 1.602,22 12.283,69-12.283,69 2.333,90 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 19) Maatregelen Grondwater Tabel 14 bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 jaar Omschrijving investering excl. BTW BTW 2010 Aanleg grondwatermeetnet* 45,00 8,55 2010 Verzamelen en verwerken van grondwatermeetgegevens* 8,00 1,52 2011 Verzamelen en verwerken van grondwatermeetgegevens 8,00 1,52 2012 Verzamelen en verwerken van grondwatermeetgegevens 8,00 1,52 2013 Verzamelen en verwerken van grondwatermeetgegevens 8,00 1,52 2014 Verzamelen en verwerken van grondwatermeetgegevens 8,00 1,52 Totaal over 5 jaar 85,00 16,15 * De ontzorgingskosten bedragen circa 40.000 euro (5 jaar). Lasten voor 2010 gedekt via de egalisatiereserve riolering. Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 3: Tabellen met technische gegevens (Vervolg 20) Milieumaatregelen (Hemelwaterafvoer) Tabel 15 bedragen in EURO * 1000 prijspeil 2010 jaar omschrijving maatregel totaal investering BTW 2011 Vervangen infiltratiekolken Land van Kleef 120,00 22,80 jaarlijks Afkoppelen van verhard oppervlak (circa 1 ha per jaar) 250,00 47,50 2011 Stedelijk wateropgave, verhogen 2 overstortdrempels 50,00 9,50 Systeemmaatregelen in Kaatsheuvel volgens basisrioleringsplan: Uitgevoerd Diameter riool vergroten tot 900mm en aanleg hwa-riool 700 Sweenstraat - - 2011 Vergroten hwa-riool tot 700 mm (200m) Vlonderaker en Halfrad 200,00 38,00 2011 Capaciteit verkleinen naar 169 m3/h Gemaal Molenbeek zie tabel 1 2011 Capaciteit verkleinen naar 14,9 m3/h Gemaal Erastraat zie tabel 1 2011 Dichtzetten overstort KC2201.2 Amerikastraat 1,00 0,19 2011 Drempel plaatsen Jan de Rooijstraat tussen KC2254 en KC222 15,00 2,85 Systeemmaatregelen in Loon op Zand volgens basisrioleringsplan: 2011 Riool vergroten en aanbrengen koppeling Dekenstraat, Koningstraat en Gildeweg 98,50 18,72 2011 Afkoppelmaatregelen, creëren berging, maatregelen wateroverlast Ecliptica 800,00 152,00 Afhankelijk van uitkomsten onderzoek: 2016-2020 Aanleg persleiding gemaal Duinlaan - RWZI 1.250,00 237,50 2016-2020 Aanleg persleiding gemaal Duinlaan - RWZI 1.250,00 237,50 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 27-aug-10

Bijlage 4 Tabellen met financiele gegevens

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens Overzicht kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen Tabel 16 bedragen * EURO 1.000 Voor BTW Compensatiefonds Na BTW Compensatiefonds jaar nominaal prijspeil 2010 nominaal prijspeil 2010 BTW inclusief BTW exclusief BTW mee te rekenen TOTAAL 2011-719,34 719,34 136,67 719,34 2012-690,79 677,25 128,68 677,25 2013-673,09 646,95 122,92 646,95 2014-642,53 605,47 115,04 605,47 2015-615,30 568,44 108,00 568,44 2016-571,13 517,29 98,29 517,29 2017-500,00 443,99 84,36 443,99 2018-480,61 418,40 79,50 418,40 2019-462,72 394,93 75,04 394,93 2020-455,20 380,89 72,37 380,89 2021-447,82 367,37 69,80 367,37 2022-440,45 354,24 67,30 354,24 2023-433,07 341,47 64,88 341,47 2024-414,79 320,64 60,92 320,64 2025-371,38 281,46 53,48 281,46 2026-363,36 269,98 51,30 269,98 2027-353,82 257,74 48,97 257,74 2028-327,08 233,59 44,38 233,59 2029-321,89 225,38 42,82 225,38 2030-316,74 217,42 41,31 217,42 2031-311,07 209,34 39,77 209,34 2032-299,66 197,71 37,56 197,71 2033-281,82 182,29 34,64 182,29 2034-265,63 168,45 32,01 168,45 2035-260,01 161,66 30,71 161,66 2036-255,84 155,94 29,63 155,94 2037-251,66 150,39 28,57 150,39 2038-247,49 144,99 27,55 144,99 2039-242,02 139,01 26,41 139,01 2040-237,62 133,81 25,42 133,81 2041-233,50 128,91 24,49 128,91 2042-229,37 124,14 23,59 124,14 2043-224,16 118,95 22,60 118,95 2044-215,55 112,13 21,31 112,13 2045-211,59 107,92 20,50 107,92 2046-207,63 103,82 19,73 103,82 2047-203,67 99,84 18,97 99,84 2048-199,26 95,77 18,20 95,77 2049-190,27 89,65 17,03 89,65 2050-184,23 85,11 16,17 85,11 2051-179,55 81,31 15,45 81,31 2052-175,85 78,08 14,83 78,08 2053-172,15 74,94 14,24 74,94 2054-168,45 71,89 13,66 71,89 2055-164,75 68,93 13,10 68,93 2056-161,05 66,06 12,55 66,06 2057-157,35 63,28 12,02 63,28 2058-153,65 60,58 11,51 60,58 2059-149,95 57,96 11,01 57,96 2060-139,78 52,97 10,06 52,97 2061-124,44 46,23 8,78 46,23 2062-121,29 44,18 8,39 44,18 2063-115,64 41,30 7,85 41,30 2064-95,30 33,37 6,34 33,37 2065-61,11 20,97 3,98 20,97 2066-51,53 17,34 3,29 17,34 2067-49,66 16,38 3,11 16,38 2068-48,30 15,62 2,97 15,62 2069-46,76 14,83 2,82 14,83 2070-14,72 4,58 0,87 4,58 Totalen - - 16.704 11.883 2.258 11.882,83 Voor de omrekening van de nominale bedragen naar prijspeil startjaar bedragen is uitgegaan van 2,00 % inflatie Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnummer: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 25-jun-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 1) Overzicht heffingseenheden basistarief (Totaal) Tabel 17 rekeneenheden stijging nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw stijging stijging totaal jaar 2010 buitengebied Kaatsheuvel Loon op Zand De Moer 5 6 eenheden 2011 10.347 84 33 10.464 2012 172 17 8 10.661 2013 67 12 3 10.743 2014 75 14 2 10.834 2015 90 26 1 10.951 2016 75 29 1 11.056 2017 75 20 1 11.152 2018 73 20 1 11.246 2019 52 20 1 11.319 2020 50 1 11.370 2021 50 1 11.421 2022 50 1 11.472 2023 11.472 2024 11.472 2025 11.472 2026 11.472 2027 11.472 2028 11.472 2029 11.472 2030 11.472 2031 11.472 2032 11.472 2033 11.472 2034 11.472 2035 11.472 2036 11.472 2037 11.472 2038 11.472 2039 11.472 2040 11.472 2041 11.472 2042 11.472 2043 11.472 2044 11.472 2045 11.472 2046 11.472 2047 11.472 2048 11.472 2049 11.472 2050 11.472 2051 11.472 2052 11.472 2053 11.472 2054 11.472 2055 11.472 2056 11.472 2057 11.472 2058 11.472 2059 11.472 2060 11.472 2061 11.472 2062 11.472 2063 11.472 2064 11.472 2065 11.472 2066 11.472 2067 11.472 2068 11.472 2069 11.472 2070 11.472 Totalen - 10.347-913 191 21 - - 683.347 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 14-jun-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 2) Overzicht baten, excl. Rioolrecht Tabel 18 bedragen x 1.000 Rioolfonds Baten 1 Baten 2 baten 3 Totaal Totaal jaar 2011 nominaal prijspeil nominaal prijspeil nominaal prijspeil nominaal prijspeil 2011 2.862 - - - - - 2.862 2.862 2012 - - - - - - - - 2013 - - - - - - - - 2014 - - - - - - - - 2015 - - - - - - - - 2016 - - - - - - - - 2017 - - - - - - - - 2018 - - - - - - - - 2019 - - - - - - - - 2020 - - - - - - - - 2021 - - - - - - - - 2022 - - - - - - - - 2023 - - - - - - - - 2024 - - - - - - - 2025 - - - - - - - - 2026 - - - - - - - - 2027 - - - - - - - - 2028 - - - - - - - - 2029 - - - - - - - - 2030 - - - - - - - - 2031 - - - - - - - - 2032 - - - - - - - - 2033 - - - - - - - - 2034 - - - - - - - - 2035 - - - - - - - - 2036 - - - - - - - - 2037 - - - - - - - - 2038 - - - - - - - - 2039 - - - - - - - - 2040 - - - - - - - - 2041 - - - - - - - - 2042 - - - - - - - - 2043 - - - - - - - - 2044 - - - - - - - - 2045 - - - - - - - - 2046 - - - - - - - - 2047 - - - - - - - - 2048 - - - - - - - - 2049 - - - - - - - - 2050 - - - - - - - - 2051 - - - - - - - - 2052 - - - - - - - - 2053 - - - - - - - - 2054 - - - - - - - - 2055 - - - - - - - - 2056 - - - - - - - - 2057 - - - - - - - - 2058 - - - - - - - - 2059 - - - - - - - - 2060 - - - - - - - - 2061 - - - - - - - - 2062 - - - - - - - - 2063 - - - - - - - - 2064 - - - - - - - - 2065 - - - - - - - - 2066 - - - - - - - - 2067 - - - - - - - - 2068 - - - - - - - - 2069 - - - - - - - - 2070 - - - - - - - - Totalen 2.862 - - - 2.862 CW 2.862 - - - 2.862 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 14-jun-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 3) Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Tabel 19 Bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 Investeringen jaarlijkse uitgaven vrijverval gemalen persleiding mechanische riolering milieumaatregelen grondwater maatregelen subtotaal Onderzoek Exploitatie subtotaal kap.lasten Totaal jaar bouwkundig mech/el bouwkundig mech/el investering investering invest. jaarl. uitg. verleden excl. BTW 2011 937,47 386,00 561,00 30,00 67,00 345,80 1.534,50 - - - 3.861,77 225,50 947,62 1.173,12 719,34 5.754,23 2012 426,71 - - - - 3,40 250,00 - - - 680,11 40,50 965,55 1.006,05 677,25 2.363,40 2013 1.544,71-47,00 - - 6,80 250,00 - - - 1.848,51 40,50 973,01 1.013,51 646,95 3.508,97 2014 426,71 - - - - 10,20 250,00 - - - 686,91 40,50 981,29 1.021,79 605,47 2.314,17 2015 436,06-54,00 - - 13,60 250,00 - - - 753,66 65,50 991,94 1.057,44 568,44 2.379,54 2016 714,38 - - - - 23,80 250,00 - - - 988,18 40,50 1.001,49 1.041,99 517,29 2.547,47 2017 714,38-23,00 - - 27,20 250,00 - - - 1.014,58 40,50 1.010,23 1.050,73 443,99 2.509,30 2018 714,38 - - - - 81,60 250,00 - - - 1.045,98 40,50 1.018,78 1.059,28 418,40 2.523,66 2019 714,38-169,00 - - 47,60 250,00 - - - 1.180,98 40,50 1.025,43 1.065,93 394,93 2.641,83 2020 714,38-29,00 - - 57,80 250,00 - - - 1.051,18 65,50 1.030,07 1.095,57 380,89 2.527,63 2021 1.596,81-26,00 - - 54,40 250,00 - - - 1.927,21 40,50 1.034,71 1.075,21 367,37 3.369,79 2022 1.596,81-26,00 - - 37,40 250,00 - - - 1.910,21 40,50 1.039,35 1.079,85 354,24 3.344,29 2023 1.596,81-22,00 - - 51,00 250,00 - - - 1.919,81 40,50 1.039,35 1.079,85 341,47 3.341,13 2024 1.596,81 - - - - 17,00 250,00 - - - 1.863,81 40,50 1.039,35 1.079,85 320,64 3.264,30 2025 1.596,81 - - - - 10,20 250,00 - - - 1.857,01 65,50 1.039,35 1.104,85 281,46 3.243,32 2026 1.596,81-561,00 - - 345,80 250,00 - - - 2.753,61 40,50 1.039,35 1.079,85 269,98 4.103,44 2027 1.596,81 - - - - 3,40 250,00 - - - 1.850,21 40,50 1.039,35 1.079,85 257,74 3.187,80 2028 1.596,81-47,00 - - 6,80 250,00 - - - 1.900,61 40,50 1.039,35 1.079,85 233,59 3.214,04 2029 1.596,81 - - - - 10,20 250,00 - - - 1.857,01 40,50 1.039,35 1.079,85 225,38 3.162,23 2030 1.596,81-54,00 - - 13,60 250,00 - - - 1.914,41 65,50 1.039,35 1.104,85 217,42 3.236,67 2031 1.869,52 - - - - 23,80 250,00 - - - 2.143,32 40,50 1.039,35 1.079,85 209,34 3.432,51 2032 1.869,52-23,00 172,83 52,35 27,20 250,00 - - - 2.394,90 40,50 1.039,35 1.079,85 197,71 3.672,45 2033 1.869,52 - - - - 81,60 250,00 - - - 2.201,12 40,50 1.039,35 1.079,85 182,29 3.463,26 2034 1.869,52 9,00 169,00 270,16 176,10 47,60 250,00 - - - 2.791,38 40,50 1.039,35 1.079,85 168,45 4.039,67 2035 1.869,52 88,00 29,00 - - 57,80 250,00 - - - 2.294,32 65,50 1.039,35 1.104,85 161,66 3.560,83 2036 1.869,52-26,00 - - 54,40 250,00 - - - 2.199,92 40,50 1.039,35 1.079,85 155,94 3.435,71 2037 1.869,52-26,00 2,56-37,40 250,00 - - - 2.185,48 40,50 1.039,35 1.079,85 150,39 3.415,71 2038 1.869,52-22,00 - - 51,00 250,00 - - - 2.192,52 40,50 1.039,35 1.079,85 144,99 3.417,36 2039 1.869,52 - - - - 17,00 250,00 - - - 2.136,52 40,50 1.039,35 1.079,85 139,01 3.355,38 2040 1.869,52 115,00 - - - 10,20 250,00 - - - 2.244,72 65,50 1.039,35 1.104,85 133,81 3.483,38 2041 1.675,54-561,00 - - 345,80 250,00 - - - 2.832,34 40,50 1.039,35 1.079,85 128,91 4.041,09 2042 1.675,54 38,00 - - 21,67 3,40 250,00 - - - 1.988,61 40,50 1.039,35 1.079,85 124,14 3.192,60 2043 1.675,54-47,00 159,15 123,24 6,80 250,00 - - - 2.261,73 40,50 1.039,35 1.079,85 118,95 3.460,52 2044 1.675,54 - - 13,42 285,26 10,20 250,00 - - - 2.234,42 40,50 1.039,35 1.079,85 112,13 3.426,41 2045 1.675,54-54,00-1.795,15 13,60 250,00 - - - 3.788,29 65,50 1.039,35 1.104,85 107,92 5.001,05 2046 1.675,54 - - - - 23,80 250,00 - - - 1.949,34 40,50 1.039,35 1.079,85 103,82 3.133,01 2047 1.675,54-23,00 - - 27,20 250,00 - - - 1.975,74 40,50 1.039,35 1.079,85 99,84 3.155,43 2048 1.675,54 - - - - 81,60 250,00 - - - 2.007,14 40,50 1.039,35 1.079,85 95,77 3.182,75 2049 1.675,54-169,00 436,57 389,33 47,60 250,00 - - - 2.968,04 40,50 1.039,35 1.079,85 89,65 4.137,54 2050 1.675,54 148,00 29,00 - - 57,80 250,00 - - - 2.160,34 65,50 1.039,35 1.104,85 85,11 3.350,29 2051 1.023,12-26,00 - - 54,40 250,00 - - - 1.353,52 40,50 1.039,35 1.079,85 81,31 2.514,68 2052 1.023,12 3,00 26,00 - - 37,40 250,00 - - - 1.339,52 40,50 1.039,35 1.079,85 78,08 2.497,44 2053 1.023,12 69,00 22,00-109,14 51,00 250,00 - - - 1.524,25 40,50 1.039,35 1.079,85 74,94 2.679,03 2054 1.023,12 38,00-34,58 702,08 17,00 250,00 - - - 2.064,77 40,50 1.039,35 1.079,85 71,89 3.216,51 2055 1.023,12 - - - 141,95 10,20 250,00 - - - 1.425,27 65,50 1.039,35 1.104,85 68,93 2.599,04 2056 1.023,12-561,00-90,84 345,80 250,00 - - - 2.270,76 40,50 1.039,35 1.079,85 66,06 3.416,66 2057 1.023,12 - - - 29,21 3,40 250,00 - - - 1.305,73 40,50 1.039,35 1.079,85 63,28 2.448,85 2058 1.023,12 40,00 47,00 45,37 28,71 6,80 250,00 - - - 1.440,99 40,50 1.039,35 1.079,85 60,58 2.581,42 2059 1.023,12 - - 123,80 22,56 10,20 250,00 - - - 1.429,68 40,50 1.039,35 1.079,85 57,96 2.567,49 2060 1.023,12 71,00 54,00 69,32 9,65 13,60 250,00 - - - 1.490,68 65,50 1.039,35 1.104,85 52,97 2.648,50 2061 973,73 - - - - 23,80 250,00 - - - 1.247,53 40,50 1.039,35 1.079,85 46,23 2.373,61 2062 973,73 20,00 23,00-3,40 27,20 250,00 - - - 1.297,33 40,50 1.039,35 1.079,85 44,18 2.421,36 2063 973,73 - - - 6,80 81,60 250,00 - - - 1.312,13 40,50 1.039,35 1.079,85 41,30 2.433,28 2064 973,73 21,00 169,00-132,72 47,60 250,00 - - - 1.594,05 40,50 1.039,35 1.079,85 33,37 2.707,27 2065 973,73-29,00-3,40 57,80 250,00 - - - 1.313,93 65,50 1.039,35 1.104,85 20,97 2.439,75 2066 973,73-26,00 - - 54,40 250,00 - - - 1.304,13 40,50 1.039,35 1.079,85 17,34 2.401,32 2067 973,73 25,00 26,00-3,40 37,40 250,00 - - - 1.315,53 40,50 1.039,35 1.079,85 16,38 2.411,76 2068 973,73 17,00 22,00 - - 51,00 250,00 - - - 1.313,73 40,50 1.039,35 1.079,85 15,62 2.409,20 2069 973,73 - - - - 17,00 250,00 - - - 1.240,73 40,50 1.039,35 1.079,85 14,83 2.335,41 2070 973,73 - - - 3,40 10,20 250,00 - - - 1.237,33 65,50 1.039,35 1.104,85 4,58 2.346,76 Totalen 78.730,76 1.088,00 3.828,00 1.357,76 4.197,33 3.151,20 16.284,50 - - - - - 108.637,55 2.915,00 61.908,15 64.823,15 11.882,83 185.343,54 CW 41.641,24 669,18 2.248,83 630,05 1.775,75 1.775,33 9.290,23 - - - - - 58.030,62 1.634,38 32.860,31 34.494,69 8.643,59 101.168,91 Kolom A B C D E F G H I J K L M N O P Q R Brontabel 4 5 5 12 6 7 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 23-sep-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 4) BTW, Totaal Tabel 20 Bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2010 BTW op Investeringen BTW op jaarlijkse uitgaven vrijverval gemalen persleiding mechanische riolering milieumaatregelen grondwater maatregelen subtotaal Onderzoek Exploitatie subtotaal kap.lasten BTW Totaal jaar bouwkundig mech/el bouwkundig mech/el investering verv. mech/el investering verv. mech/el invest. verleden 2011 178 73 107 6 13 66 292 - - - 734 43 85 128 137 999 2012 81 - - - - 1 48 - - - 129 8 87 95 129 352 2013 293-9 - - 1 48 - - - 351 8 88 95 123 569 2014 81 - - - - 2 48 - - - 131 8 88 96 115 342 2015 83-10 - - 3 48 - - - 143 12 89 102 108 353 2016 136 - - - - 5 48 - - - 188 8 90 98 98 384 2017 136-4 - - 5 48 - - - 193 8 91 99 84 376 2018 136 - - - - 16 48 - - - 199 8 92 99 79 378 2019 136-32 - - 9 48 - - - 224 8 92 100 75 399 2020 136-6 - - 11 48 - - - 200 12 93 105 72 377 2021 303-5 - - 10 48 - - - 366 8 93 101 70 537 2022 303-5 - - 7 48 - - - 363 8 93 101 67 531 2023 303-4 - - 10 48 - - - 365 8 93 101 65 531 2024 303 - - - - 3 48 - - - 354 8 93 101 61 516 2025 303 - - - - 2 48 - - - 353 12 93 106 53 512 2026 303-107 - - 66 48 - - - 523 8 93 101 51 676 2027 303 - - - - 1 48 - - - 352 8 93 101 49 502 2028 303-9 - - 1 48 - - - 361 8 93 101 44 507 2029 303 - - - - 2 48 - - - 353 8 93 101 43 497 2030 303-10 - - 3 48 - - - 364 12 93 106 41 511 2031 355 - - - - 5 48 - - - 407 8 93 101 40 548 2032 355-4 33 10 5 48 - - - 455 8 93 101 38 594 2033 355 - - - - 16 48 - - - 418 8 93 101 35 554 2034 355 2 32 51 33 9 48 - - - 530 8 93 101 32 664 2035 355 17 6 - - 11 48 - - - 436 12 93 106 31 573 2036 355-5 - - 10 48 - - - 418 8 93 101 30 549 2037 355-5 0-7 48 - - - 415 8 93 101 29 545 2038 355-4 - - 10 48 - - - 417 8 93 101 28 545 2039 355 - - - - 3 48 - - - 406 8 93 101 26 534 2040 355 22 - - - 2 48 - - - 426 12 93 106 25 558 2041 318-107 - - 66 48 - - - 538 8 93 101 24 664 2042 318 7 - - 4 1 48 - - - 378 8 93 101 24 503 2043 318-9 30 23 1 48 - - - 430 8 93 101 23 553 2044 318 - - 3 54 2 48 - - - 425 8 93 101 21 547 2045 318-10 - 341 3 48 - - - 720 12 93 106 21 846 2046 318 - - - - 5 48 - - - 370 8 93 101 20 491 2047 318-4 - - 5 48 - - - 375 8 93 101 19 496 2048 318 - - - - 16 48 - - - 381 8 93 101 18 501 2049 318-32 83 74 9 48 - - - 564 8 93 101 17 682 2050 318 28 6 - - 11 48 - - - 410 12 93 106 16 533 2051 194-5 - - 10 48 - - - 257 8 93 101 15 374 2052 194 1 5 - - 7 48 - - - 255 8 93 101 15 370 2053 194 13 4-21 10 48 - - - 290 8 93 101 14 405 2054 194 7-7 133 3 48 - - - 392 8 93 101 14 507 2055 194 - - - 27 2 48 - - - 271 12 93 106 13 390 2056 194-107 - 17 66 48 - - - 431 8 93 101 13 545 2057 194 - - - 6 1 48 - - - 248 8 93 101 12 361 2058 194 8 9 9 5 1 48 - - - 274 8 93 101 12 386 2059 194 - - 24 4 2 48 - - - 272 8 93 101 11 384 2060 194 13 10 13 2 3 48 - - - 283 12 93 106 10 399 2061 185 - - - - 5 48 - - - 237 8 93 101 9 347 2062 185 4 4-1 5 48 - - - 246 8 93 101 8 356 2063 185 - - - 1 16 48 - - - 249 8 93 101 8 358 2064 185 4 32-25 9 48 - - - 303 8 93 101 6 410 2065 185-6 - 1 11 48 - - - 250 12 93 106 4 360 2066 185-5 - - 10 48 - - - 248 8 93 101 3 352 2067 185 5 5-1 7 48 - - - 250 8 93 101 3 354 2068 185 3 4 - - 10 48 - - - 250 8 93 101 3 354 2069 185 - - - - 3 48 - - - 236 8 93 101 3 340 2070 185 - - - 1 2 48 - - - 235 12 93 106 1 342 Totalen 14.959 207 727 258 797 599 3.094 - - - - - 20.641 554 5.567 6.121 2.258 29.020 CW 7.912 127 427 120 337 337 1.765 - - - - - 11.026 311 2.955 3.266 1.642 15.934 Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 23-sep-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 5) Berekening rioolheffing Tabel 21 bedragen x 1.000 prijspeil 2010 Beschouwde periode 2011 t/m 2070 Lasten Prijspeil Contante waarde Aandeel in totaal ex BTW BTW ex BTW BTW EURO % Onderzoek ( totaal) 2.915 554 1.634 311 5,36 1,7% Exploitatie ( totaal) 61.908 5.567 32.860 2.955 98,74 30,6% Kapitaallasten verleden ( totaal) 11.883 2.258 8.644 1.642 28,36 8,8% Vervanging en verbetering ( totaal) 92.353 17.547 48.740 9.261 159,90 49,5% Overige milieumaatregelen ( totaal) 16.285 3.094 9.290 1.765 30,48 9,4% Grondwatermaatregelen ( totaal) - - - - - 0,0% Totaal BTW 29.020 15.934 Totaal lasten incl. BTW 214.363 117.103 322,84 100,0% kapitaallasten na het eindjaar niet meegenomen - effect: 8.318 22,93 7,1% Baten Prijspeil Contante waarde Aandeel in totaal ex BTW BTW ex BTW BTW EURO % Rioolfonds (totaal) 2.862 2.862 7,89 2,4% Baten 1 (totaal) - - - 0,0% Baten 2 (totaal) - - - 0,0% baten 3 (totaal) - - - 0,0% Rioolheffing (totaal) 211.501 105.923 292,02 90,5% Totaal Baten 214.363 108.785 299,91 92,9% Aantal heffingseenheden 2011 10.464 2016 11.056 2026 11.472 2070 11.472 De contante waarde van de inkomsten van de rioolheffing moet gelijk zijn aan de contante waarde van de te dekken kosten. De contante waarde van de rioolheffing kan worden bepaald door de sommatie van de jaarlijkse inkomsten uit de heffing: cwf(jaar n) * (hoogte heffing) * (aantal heffingseenheden) De vergelijking wordt dan: contante waarde lasten - contante waarde baten (excl rioolheffingen) = contante waarde rioolheffingen contante waarde lasten 117.102.573 contante waarde baten excl. rioolheffingen 2.862.375 contante waarde rioolheffingen 362.723 * R contante waarde kapitaallasten na beschouwde periode 8.317.528 Hieruit volgt het kostendekkend rioolheffing totaal bij directe invoering per 2011 van 292,02 Gehanteerd rentepercentage 4,50% Gehanteerd inflatiepercentage 2,00% De berekende kostendekkende rioolheffing is gesteld op huidig prijspeil en dient jaarlijks te worden gecorrigeerd met inflatie Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 23-sep-10

Bijlage 4: Tabellen met financiele gegevens (Vervolg 6) Kostendekkingsberekening, trend lange termijn via kapitaaldienst (lineaire afschrijving) CW rente 4,50% alle bedragen (incl. tarief) in de toekomst met 2% per jaar indexeren Tabel 22 bedragen * 1.000 EURO, tenzij anders vermeld prijspeil 2010 Inflatie 2,00% BTW-dekking 100% kostendekkingsperiode: 2011 t/m 2070 Lasten excl. BTW compensabele Baten Benodigde dekking Dekking Egalisatievoorziening nieuwe cum. nieuwe onderzoek oude subtotaal BTW excl heffing te dekken te dekken tarief stijging in eur stijging in % eenheden dekking geindexeerde mutatie rente voorz. saldo jaar investeringen kapitaallast en exploitatie kap. lasten excl BTW 100% en voorziening saldo (A) per eenheid excl infl. corr excl infl. corr excl infl. corr (B) stand vorig jaar A-B *) 4,50% 2011 3.862-1.173 719 1.892 999-2.891 276,28 185,77 5,41 3,0% 10.464 1.944 2.862 947-1.915 2012 680 278 1.006 677 1.961 352-2.314 217,02 191,34 5,57 3,0% 10.661 2.040 1.878 274-84 1.689 2013 1.849 309 1.014 647 1.969 569-2.539 236,32 197,08 5,74 3,0% 10.743 2.117 1.655 422-74 1.308 2014 687 412 1.022 605 2.039 342-2.381 219,77 203,00 5,91 3,0% 10.834 2.199 1.283 182-58 1.159 2015 754 440 1.057 568 2.066 353-2.418 220,84 209,09 6,09 3,0% 10.951 2.290 1.136 129-51 1.058 2016 988 473 1.042 517 2.032 384-2.416 218,53 215,36 6,27 3,0% 11.056 2.381 1.038 35-47 1.049 2017 1.015 517 1.051 444 2.012 376-2.388 214,10 221,82 6,46 3,0% 11.152 2.474 1.029 86 46 1.161 2018 1.046 563 1.059 418 2.040 378-2.418 215,01 228,47 6,65 3,0% 11.246 2.569 1.138 151 51 1.341 2019 1.181 610 1.066 395 2.071 399-2.470 218,26 235,33 6,85 3,0% 11.319 2.664 1.315 193 59 1.567 2020 1.051 671 1.096 381 2.147 377-2.524 222,03 242,39 7,06 3,0% 11.370 2.756 1.536 232 69 1.837 2021 1.927 715 1.075 367 2.157 537-2.694 235,89 249,66 7,27 3,0% 11.421 2.851 1.801 157 81 2.039 2022 1.910 810 1.080 354 2.244 531-2.775 241,93 257,15 7,49 3,0% 11.472 2.950 1.999 175 90 2.264 2023 1.920 900 1.080 341 2.321 531-2.852 248,61 264,86 7,71 3,0% 11.472 3.039 2.220 187 100 2.506 2024 1.864 988 1.080 321 2.388 516-2.905 253,19 272,81 7,95 3,0% 11.472 3.130 2.457 225 111 2.792 2025 1.857 1.067 1.105 281 2.453 512-2.965 258,49 281,00 8,18 3,0% 11.472 3.224 2.738 258 123 3.119 2026 2.754 1.142 1.080 270 2.492 676-3.168 276,14 289,42 8,43 3,0% 11.472 3.320 3.058 152 138 3.348 2027 1.850 1.269 1.080 258 2.607 502-3.109 270,98 298,11 8,68 3,0% 11.472 3.420 3.282 311 148 3.741 2028 1.901 1.337 1.080 234 2.651 507-3.158 275,24 307,05 8,94 3,0% 11.472 3.522 3.668 365 165 4.198 2029 1.857 1.406 1.080 225 2.711 497-3.208 279,65 316,26 9,21 3,0% 11.472 3.628 4.116 420 185 4.721 2030 1.914 1.470 1.105 217 2.792 511-3.303 287,93 325,75 9,49 3,0% 11.472 3.737 4.628 434 208 5.270 2031 2.143 1.535 1.080 209 2.824 548-3.372 293,96 335,52 9,77 3,0% 11.472 3.849 5.167 477 233 5.876 2032 2.395 1.612 1.080 198 2.889 594-3.483 303,60 338,35 2,82 0,8% 11.472 3.882 5.761 399 259 6.419 2033 2.201 1.701 1.080 182 2.963 554-3.517 306,57 338,35-0,0% 11.472 3.882 6.293 365 283 6.941 2034 2.791 1.775 1.080 168 3.024 664-3.687 321,41 338,35-0,0% 11.472 3.882 6.805 194 306 7.305 2035 2.294 1.883 1.105 162 3.150 573-3.722 324,46 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.162 159 322 7.644 2036 2.200 1.957 1.080 156 3.193 549-3.742 326,16 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.494 140 337 7.971 2037 2.185 2.023 1.080 150 3.253 545-3.798 331,08 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.815 83 352 8.250 2038 2.193 2.085 1.080 145 3.310 545-3.856 336,09 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.088 26 364 8.478 2039 2.137 2.146 1.080 139 3.365 534-3.899 339,84 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.312 17-374 8.668 2040 2.245 2.201 1.105 134 3.440 558-3.998 348,50 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.498 116-382 8.764 2041 2.832 2.261 1.080 129 3.470 664-4.134 360,33 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.593 252-387 8.727 2042 1.989 2.355 1.080 124 3.559 503-4.061 354,02 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.556 180-385 8.761 2043 2.262 2.394 1.080 119 3.592 553-4.146 361,39 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.589 264-387 8.712 2044 2.234 2.448 1.080 112 3.639 547-4.186 364,93 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.541 305-384 8.620 2045 3.788 2.498 1.105 108 3.711 846-4.557 397,20 338,35-0,0% 11.472 3.882 8.451 675-380 8.156 2046 1.949 2.640 1.080 104 3.824 491-4.315 376,13 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.996 434-360 7.923 2047 1.976 2.666 1.080 100 3.846 496-4.342 378,46 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.767 460-350 7.657 2048 2.007 2.693 1.080 96 3.869 501-4.370 380,89 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.507 488-338 7.356 2049 2.968 2.721 1.080 90 3.890 682-4.572 398,58 338,35-0,0% 11.472 3.882 7.212 691-325 6.846 2050 2.160 2.805 1.105 85 3.995 533-4.528 394,69 338,35-0,0% 11.472 3.882 6.711 646-302 6.367 2051 1.354 2.838 1.080 81 3.999 374-4.373 381,19 338,35-0,0% 11.472 3.882 6.242 492-281 6.031 2052 1.340 2.821 1.080 78 3.979 370-4.349 379,10 338,35-0,0% 11.472 3.882 5.913 468-266 5.712 2053 1.524 2.803 1.080 75 3.957 405-4.362 380,26 338,35-0,0% 11.472 3.882 5.600 481-252 5.371 2054 2.065 2.796 1.080 72 3.948 507-4.455 388,31 338,35-0,0% 11.472 3.882 5.266 573-237 4.929 2055 1.425 2.822 1.105 69 3.995 390-4.385 382,26 338,35-0,0% 11.472 3.882 4.833 504-217 4.547 2056 2.271 2.808 1.080 66 3.954 545-4.499 392,16 338,35-0,0% 11.472 3.882 4.457 617-201 4.041 2057 1.306 2.845 1.080 63 3.989 361-4.350 379,17 338,35-0,0% 11.472 3.882 3.961 468-178 3.671 2058 1.441 2.823 1.080 61 3.963 386-4.350 379,17 338,35-0,0% 11.472 3.882 3.599 468-162 3.293 2059 1.430 2.809 1.080 58 3.947 384-4.331 377,49 338,35-0,0% 11.472 3.882 3.228 449-145 2.925 2060 1.491 2.794 1.105 53 3.952 399-4.351 379,31 338,35-0,0% 11.472 3.882 2.867 470-129 2.526 2061 1.248 2.784 1.080 46 3.910 347-4.257 371,06 338,35-0,0% 11.472 3.882 2.477 375-111 2.213 2062 1.297 2.758 1.080 44 3.882 356-4.239 369,47 338,35-0,0% 11.472 3.882 2.169 357-98 1.910 2063 1.312 2.737 1.080 41 3.858 358-4.216 367,51 338,35-0,0% 11.472 3.882 1.873 335-84 1.622 2064 1.594 2.716 1.080 33 3.829 410-4.240 369,57 338,35-0,0% 11.472 3.882 1.591 358-72 1.304 2065 1.314 2.713 1.105 21 3.839 360-4.198 365,97 338,35-0,0% 11.472 3.882 1.278 317-58 1.019 2066 1.304 2.693 1.080 17 3.790 352-4.142 361,08 338,35-0,0% 11.472 3.882 999 261-45 783 2067 1.316 2.672 1.080 16 3.769 354-4.123 359,38 338,35-0,0% 11.472 3.882 768 241-35 561 2068 1.314 2.653 1.080 16 3.748 354-4.102 357,58 338,35-0,0% 11.472 3.882 550 221-25 354 2069 1.241 2.634 1.080 15 3.729 340-4.068 354,62 338,35-0,0% 11.472 3.882 347 187-16 176 2070 1.237 2.611 1.105 5 3.720 342-4.062 354,07 338,35-0,0% 11.472 3.882 173 180-8 0 CONTANTE WAARDE LASTEN BATEN 2011-2070 108.785 108.785 CW lasten 58.031 49.713 34.495 8.644 92.851 15.934 108.785 na 2070 8.318 CW baten - 105.923 CW eind periode 0 CW na 2071 8.318 van investeringen t/m 2070 - van BTW t/m 2070 CW voorziening in 2011: 2.862 Kapitaallasten buiten periode zijn niet gedekt Project: GRP Loon op Zand 2011-2015 Scenario: c1 Projectnr: 284651 Projectnr: 284651 @ Filenaam: KDP Loon op Zand.xls Datum: 23-sep-10 Datum: 23-sep-10

Bijlage 5 Uitgangspunten financiele berekening

Bijlage 5: Uitgangspunten financiele berekening In deze bijlage zijn de uitgangspunten voor het kostendekkingsplan weergegeven. 1. Berekeningsmethode De rioolrechtberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waardemethode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar, in de periode 2011 t/m 2070, worden contant gemaakt naar 1 januari 2011. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per aansluiting berekend. Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen. Het inflatie- en rentepercentage worden gebruikt voor het contant maken van de toekomstige uitgaven en inkomsten. Dit gebeurt op de volgende wijze: waarbij: x CW ( U x j ) = U j ( cwf ) ( j x) = U (1 + i) (1 + r) = startjaar berekening U j = uitgave in jaar (j) op prijspeil startjaar i = inflatie (in decimalen, bijvoorbeeld 0,02) r = rente (in decimalen, bijvoorbeeld 0,04) ( j x) cwf = contante-waardefactor { = (1+i) / (1+r) } CW x (U j ) = contante waarde in jaar x van investering U in het jaar j j 2. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Bij het opstellen van het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In de notitie riolering (juli 2007) van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een aantal richtlijnen geformuleerd op het terrein van de gemeentelijke rioleringstaak. Samengevat zijn de richtlijnen als volgt beschreven in de notitie: Investeringen in het riool moeten worden geactiveerd, het gaat om investeringen met economisch nut (artikel 59 BBV). Ter dekking van de kosten kan de gemeente een riooltarief in rekening brengen. Het tarief mag maximaal kostendekkend zijn (op begrotingsbasis; artikel 229b Gemeentewet). In het tarief kan een egalisatiebedrag meegenomen worden voor toekomstig groot onderhoud. Egaliseren is mogelijk op grond van 44,1c BBV. De voorziening krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van een 44,2-voorziening. In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen; Bij realisatie van de vervangingsinvestering wordt deze voor het volle bedrag geactiveerd. Het opgespaarde bedrag aan spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening kan op het te activeren bedrag in mindering worden gebracht (afboeking in de balanssfeer). Ook wanneer idealiter de jaarlijkse spaarbedragen precies gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten vanwege de wettelijke regels de spaarbedragen als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen. Als een boekwaarde overblijft hoeft hierop niet te worden afgeschreven maar kunnen de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen die in latere begrotingsjaren ontvangen worden gebruikt worden om de boekwaarde af te boeken. De gemeente kan er ook voor kiezen om de kapitaallasten in het tarief op te nemen.

Bijlage 5: Uitgangspunten financiele berekening (Vervolg 1) Na inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is de mogelijkheid vervallen om op basis van artikel 229b een kostendekkende retributie in rekening te brengen. Dan kan op basis van artikel 228a Gemeentewet een maximaal kostendekkende rioolbelasting worden geheven. De mogelijkheid van de specifieke spaarconstructie blijft bestaan. de geraamde BTW mag worden meegenomen in de berekening van de tarieven. 3. Planningshorizon Bij de berekening van het rioolrecht is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2011 t/m 2070. Deze termijn is gekoppeld aan de technische levensduur van de rioleringsobjecten in Loon op Zand. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen. Het startjaar is 2011. Het prijspeil is vastgesteld op 1 januari 2010. 4. Inflatie Deze prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 2%. 5. Rentevoet Er is een rentevoet van 4,50% gehanteerd. Dit betreft de rente voor kapitaalleningen en niet de rente voor de tariefegalisatievoorziening. Sterke wijziging van de rente in de komende jaren, kan aanleiding zijn de berekeningen te herzien. 6. Prijspeil Alle in het GRP genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. 7. Eenheidsprijzen De gehanteerde eenheidsprijzen voor de berekening van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering zijn gebaseerd op informatie van leveranciers en het MISSET-prijzenbestand. Voor de berekening van de investeringskosten van de overige rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de module Kostenkengetallen rioleringszorg (D1100), van de Leidraad Riolering. Bij vervanging van de riolering komen alle kosten voor het opbreken en het opnieuw aanbrengen van de wegverharding ten laste van de rioleringszorg. 8. Staartkosten Voor de staartkosten zijn de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post onvoorzien. 9. Kostendekkendheid Het berekende rioolrecht moet 100% kostendekkend zijn. Volgens artikel 228a van de Gemeentewet kan de gemeente kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten of twee aparte heffingen: één voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht en één heffing voor de zorgplichten voor hemel- en grondwater. In het kostendekkingsplan wordt één tarief berekend voor de totale kosten voor de rioleringszorg. 10. Indexering rioolrecht Het in het kostendekkingsplan berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting afgehandeld. 11. Afschrijvingsmethode Voor afschrijving wordt de lineaire methode toegepast.

Bijlage 5: Uitgangspunten financiele berekening (Vervolg 2) 12. Afschrijvingstermijnen Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van het rioolrecht. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief. De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in onderstaande tabel B1. De hierin vermelde technische levensduur is de gemiddelde levensduur van de rioleringsobjecten in Loon op Zand. Tabel B1 Object Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar) afschrijvingstermijn Technisch economisch vrijvervalriolen 60 60 bergbezinkvoorzieningen 60 60 gemalen bouwkundig 45 60 gemalen mechanisch / elektrisch 15 15 Persleidingen 60 60 drukriolering bouwkundig 45 60 drukriolering mechanisch / elektrisch 15 15 grondwatermaatregelen 60 60 IBA s 30 30 13. Tariefegalisatievoorziening In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in het rioolrecht te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt rente via de resultaatsbestemming aan de tariefegalisatievoorziening toegevoegd. Artikel 45 van het BBV bepaalt dat rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn toegestaan, mits deze zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De contante-waardemethode gaat er van uit dat rentetoevoeging aan de tariefegalisatievoorziening noodzakelijk is om de voorziening op voldoende niveau te houden. Gedurende de planningshorizon van het GRP mag de tariefegalisatievoorziening niet negatief worden. 14. Doorlopende kapitaallasten ná 2070 In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met het doorlopen van de kapitaallasten ná 2070. 15. Rioolrecht en BTW De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het product riolering is BTW-compensabel, BTW kan volledig worden gecompenseerd. In dit GRP zijn alle bedragen exclusief BTW weergegeven. Het uiteindelijke tarief is inclusief BTW. De BTW-component is wel overal apart aangegeven. 16. Nieuwe investeringen voor nieuwbouw Nieuwe investeringen voor nieuwbouw mogen niet worden verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. Herinvesteringen komen wel ten laste van de rioolexploitatie. 17. Straatvegen De kosten (50%) van straatvegen worden in het geval van Loon op Zand toegerekend aan de rioleringszorg.

Bijlage 6 Woordenlijst

Bijlage 6: Woordenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie Ontwatering in stedelijk gebied. AFKORTINGEN AMvB BBB BBL BRP GRP DWA HWA IBA NEN NPR RWA RWZI Wm CZV BZV Algemene Maatregel van Bestuur bergbezinkbassin bergbezinkleiding basisrioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan droogweerafvoer hemelwaterafvoer installatie voor individuele behandeling van afvalwater Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenweerafvoer rioolwaterzuiveringinrichting Wet milieubeheer Chemisch zuurstofverbruik Biologisch zuurstofverbruik TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater aangroei aansluitvergunning aantasting afkoppelen afvalwater afvoerend oppervlak afzetting basisinspanning basisrioleringsplan beheer bemalingsgebied beoordelen bergbezinkkelder berging bergingsverlies verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen) het naar de riolering afwaterende oppervlak aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie met betrekking tot de toestand en functioneren van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen zie rioleringsbeheer een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden de inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm/ha de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen of een te hoog inslagpeil van het gemaal

Bijlage 6: Woordenlijst (Vervolg 1) beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak classificatie controleren dg DIALOG Riolering droogweerafvoer (dwa) drukriolering dwa-rioolstelsel emissiespoor externe overstort gemengd rioolstelsel gescheiden rioolstelsel hydraulisch hydraulische berekening ingrijpmaatstaf inhangend voegmateriaal inhangende rubberring inspectie lekkage maatstaf obstakels onderhoud onderzoek overstorting overstortput pompovercapaciteit randvoorziening hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West- Nederland op wijk- en straatniveau de indeling van toestandsaspecten in klassen controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine computerprogramma voor rioleringsbeheer de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen zie vuilwaterrioolstelsel onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater rioolput voorzien van een overstortdrempel (poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel

Bijlage 6: Woordenlijst (Vervolg 2) regenwaterriool regenwaterrioolstelsel renovatie reparatie riolering rioleringsbeheer riool rioolput rioolwaterzuiveringsinrichting rwariool rwarioolstelsel scheuren verbeterd gescheiden rioolstelsel verbeteren vervangen visuele inspectie vrijvervalriool vuilemissie vuiluitworp vuilwaterriool vuilwaterrioolstelsel Waarschuwingsmaatstaf wadi waterkwaliteitsdoelstelling water op straat wateroverlast heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater zorg voor het functioneren van de buitenriolering samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI) zie regenwaterriool zie regenwaterrioolstelsel het geheel van scheuren, barsten en breuken gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd zie vuiluitworp het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of

Bijlage 6: Woordenlijst (Vervolg 3) wortelingroei zandinloop zand en vuilophoping schade wordt ondervonden de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren opgehoopt materiaal met een losse structuur

Bijlage 6: Woordenlijst (Vervolg 4) TERMEN EN DEFINITIES grondwater Afsluitende laag: DINO Doorlatendheid Drainage Drooglegging Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat. Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld Freatisch grondwater Geohydrologie GHG Grondwater Grondwaterisohypse Grondwateronderlast Grondwateroverlast Infiltratie Kruipruimte Kwel Ontwatering Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond. Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen. Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten Intreding van water in de bodem Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning Het uittreden van grondwater De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering

Bijlage 6: Woordenlijst (Vervolg 5) Ontwateringsdiepte De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld. Onverzadigde zone Opbolling Peilbuis REGIS Stijghoogte Wadi Zetting Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporien zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water. Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO. Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain. Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen

Bijlage 7 Referenties

Bijlage 7: Referenties 1. Gemeentelijk Rioleringsplan 1996-2000, BKH Adviesbureau (Delft, augustus 1996) 2. Waterbeheersplan 2010-2015, Hoogheemraadschap van West-Brabant (december 2009) 3. Ontwerp en aanleg 3 bergbezinkbassins Gemeente Loon op Zand, BKH Adviesbureau (Delft, maart 2001) 4. Waternota Loon op Zand, Tauw BV (Eindhoven, april 2003) 5. Leidraad Riolering; Stichting RIONED en ministerie van VROM; onder redactie van W.A. Faber, met medewerking van A.J.H. de Beaufort [et al]; Samson Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 1992; 6. Nederlandse Praktijkrichtlijn Buitenriolering Beheer, NPR 3220, Nederlands Normalisatie Instituut, 2 e druk, 1994. 7. NEN 3399:2004, Buitenriolering - classificatie systeem bij visuele inspectie van objecten, NNI, januari 2004. 8. NEN 3398:2004, Buitenriolering - Onderzoek en toestandsbeoordeling van objecten, NNI, januari 2004; (vervangt NPR 3398:1992, NEN 3398: 2003 Ontw.) 9. Nederlandse Praktijkrichtlijn Inspectie en toestandsbeoordeling van riolen, NPR 3398, Nederlands Normalisatie Instituut, april 1992 10. Voorstel toerekeningssystematiek kosten voor vuilwater- en regenwaterafvoer, VROM oktober 2005 11. Gemeentelijk rioleringsplan Loon op Zand 2004-2008, RPS februari 2005 12. Ontwerp grondwatermeetnet gemeente Loon op Zand, Deltares 2009 13. Basisrioleringsplan gemeente Loon op Zand, RPS BCC b.v. oktober 2008 14. Totaal afkoppelplan hwa riolering Loon op Zand, RPS BCC december 2008 15. Integraal hemelwaterbeleid Deelgebied Brabant West, Grontmij juni 2008

Bijlage 8 Reacties van derden

Bijlage 8: Reacties van derden

Bijlage 9 Lijst met overstorten

Bijlage 9: Lijst met overstorten Kaatsheuvel externe overstorten (gemengd en VGS) d.d. september 2010 Overstortcode putnummer straat x y drempelhoogte drempelbreedte soort type Randvoorziening Overstort- Type inhoud (m3) vergunning brabantse delta (oud) RO18 KA3720RV BBB Heuvelstraat 129197 407323 3,25 10 extern gemengd BBB 510 99/3542 RO11 KA3863RV BBB Sweenstraat 129281,2 408111,9 2,6 13,5 extern gemengd BBB 1100 99/3542 RO1 KB2470.2 Roestenbergstraat 131287,4 408287,5 3,53 2,75 extern gemengd nvt 99/3542 RO1 KB2471.2 Roestenbergstraat 131281,5 408278,8 3,42 1,9 extern gemengd nvt 99/3542 RO1 KB2469.1 Roestenbergstraat 131281,5 408278,8 3,42 1,9 extern gemengd nvt 99/3542 RO1 KB2625.2 Roestenbergstraat 131281,5 408278,8 3,42 2 extern gemengd nvt 99/3542 RO6 KC2201.2 Amerikastraat 130148,1 408731 2,59 1,3 extern gemengd nvt 99/3542 RO5 KC2220.2 jan de rooijstraat 130333,8 408694,5 2,87 0,95 extern gemengd nvt 99/3542 RO3 KC2279 bevrijdingsweg 130635,9 408533,3 2,89 1,99 extern gemengd nvt 99/3542 nvt KC2231.1 Amerikastraat geen drempel rond 800 extern gemengd nvt nvt RO4 KC2305 Bevrijdingsweg 130973,5 408415,8 3,4 3 extern VGS/RWA nvt nvt RO16 KD3927RG Erastraat 128415,2 407564,6 1,78 1 extern gemengd nvt 99/3542 nvt KC32100 Belgiestraat 129908,2 408603,9 1,83 1,77 extern VGS/RWA nvt nvt nvt KC32109 Liechtenstreinstraat 129731,3 408697,6 1,86 2 extern VGS/RWA nvt nvt nvt KC32132 luxemburgstraat 129932 408859,3 1,85 2 extern VGS/RWA nvt nvt nvt KC32142 luxemburgstraat 129754,3 408931,9 1,88 2 extern VGS/RWA nvt nvt Zuidhollandsedijk externe overstorten (gemengd en VGS) d.d. september 2010 Overstortcode putnummer straat x y drempelhoogte drempelbreedte soort type Randvoorziening Overstort- Type inhoud (m3) vergunning RO2 ZHKP2000 Zuidhollandsedijk 129 128246,2 409562,9 0,87 0,98 extern gemengd nvt 03/14067 RO1 ZHKQ2061 Zuidhollandsedijk 113 128795,1 409333,5 0,87 1,24 extern gemengd nvt 03/14065 RO3/46 ZHKQ22015 Capelsestraat 2 129467,6 409008,7 1,82 0,79 extern gemengd nvt 99/3542

Bijlage 9: Lijst met overstorten (Vervolg 1) De Moer externe overstorten (gemengd en VGS) d.d. september 2010 Overstortcode putnummer straat x y drempelhoogte drempelbreedte soort type Randvoorziening Overstort- Type inhoud (m3) vergunning RO1 Zijstraat 129104,0 404230,0 5,06 1,59 extern gemengd nvt 03/14060 Loon op Zand externe overstorten (gemengd en VGS) d.d. september 2010 Overstortcode putnummer straat x y drempelhoogte drempelbreedte soort type Randvoorziening Overstort- Type inhoud (m3) vergunning RO1 LA0441 klokkenlaan 132721,9 403895,9 9,75 8 extern gemengd BBB 375 99/3542 nvt LA0914 de hoogt 132620,1 404315,2 10,1 2,4 extern VGS/RWA nvt nvt RO3 LB0523 scorpius 134143,7 404017,3 9,9 4,74 extern VGS/RWA nvt 03/14066 RO2 LB0701 kornetstraat 134147,5 403939,0 9,9 3,65 extern gemengd nvt 03/14066 RO5 LA0452 Heideweg 132599,5 403903,7 9,93 6,67 extern gemengd nvt 99/3542

Bijlage 10 Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 1) Toelichting watervoorzieningen gemeente Loon op Zand Kern Omschrijving Functie voorziening Beheer en onderhoud bij Tekeningnr Kaatsheuvel Kaatsheuvel Kaatsheuvel Kaatsheuvel Retentiebassin Bevrijdingsweg Retentiebassin Amerikastraat Retentievoorzieningen en visvijver Kets-West II Retentiebassin Vaartstraat Retentie van gemengd overstortwater vanuit gebied B Retentie van gemengd overstortwater en hemelwater vanuit gebied C Retentie van hemelwater vanuit gebied C4, visvijver tbv visrecreatie Retentie van hemelwater vanuit gebied B Kaatsheuvel Wadi Deijkerzande Retentie en infiltratie van hemelwater vanuit Deijkerzande Kaatsheuvel Wadi Multatulihof Retentie en infiltratie vanuit het Multatulihof Kaatsheuvel Kaatsheuvel Kaatsheuvel Retentiebassin Europalaan Grondwatervijver Pannenhoefseweg Retentiebassin Krammer Retentie van hemelwater afkomstig vanuit de Els I en II Natuurvijver, paddenpoel Retentie en infiltratie van hemelwater vanuit de Krammer Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta (na overdracht) Waterschap Brabantse Delta Gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand 1232-01-51 1232-01-52 1232-01-53 1232-01-54 1232-01-55 1232-01-56 1232-01-57 1232-01-58 1232-01-59 Loon op Zand Loon op Zand Loon op Zand Retentiebassin De Hoogt II, bassin 1 Retentiebassin De Hoogt II, bassin 2 Wadi Molenwijck- Zuid Retentiebassin 1 (kleinste) is voor gemengd overstortwater vanuit gebied C Retentiebassin 2 is voor retentie van hemelwater afkomstig vanuit de Hoogt II Retentie en infiltratie vanuit Molenwijck-Zuid Gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand Gemeente loon op Zand 1232-01-60 1232-01-60 1232-01-61 De Moer Wadi Hooivork II Retentie en infiltratie vanuit Hooivork II, overloop naar vijver Natuurmonumenten Gemeente Loon op Zand 1232-01-70

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 2)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 3)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 4)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 5)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 6)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 7)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 8)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 9)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 10)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 11)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 12)

Bijlage 10: Overzicht watersysteem gemeente Loon op Zand (Vervolg 13)