Beslisnota GS Provincie Zeeland OPENBAAR llllillllllilililliillllllliillllilllll zaaknummer verwijsnummer 16002326 onderwerp Klacht voorgesteld besluit Brief aan toezenden Meegaan met het oordeel van de commissie met betrekking tot de klachten 1,2 en 4 tot en met 9. Niet meegaan met het oordeel van de commissie ten aanzien van klacht nummer 3. Het verslag van de commissie en het rapport van bevindingen en uitspraak rechtbank d.d. 19 november2015 meesturen aan naar aanleiding Een op 12 oktober 2015 ontvangen klacht van over het uitblijven van een besluit op het door de familie ingediende handhavingsverzoek betreffende Scheepswerf Reimerswaal portefejiiheftölltter - portefeuille pacdaf afdeling^oofd A./. vaï\ der Maas raaf pbrtefeuillehpuper Handhaving paraaf secretaris voor agendering datum GSjvergadering (in te/vullen door agendaki mer) besluit GS paraaf secretaris voor uitvoering
Beslisnota GS overwegingen en advies motivering besluit Provincie Zeeland Op 12 oktober 2015 hebben wij een klacht ontvangen. Deze klacht is doorgestuurd door de Nationale Ombudsman. De klacht is behandeld door de provinciale klachtencommissie op 15 december 2015. Naar aanleiding van de klacht heeft onze klachtencommissie een rapport van bevindingen opgesteld. Door de commissie is aangegeven dat de klacht ontvankelijk is. De klachten zijn door de commissie samengevat en luiden als volgt: 1. Sinds augustus 2014 worden klagers geconfronteerd met een onwillige houding van gedeputeerde staten om handhavend op te treden tegen de door Reimerswaal BV. veroorzaakte geluidsoverlast. 2. Volgens klagers is de feitelijke situatie zodanig verslechterd dat ook als wordt uitgegaan van de maximale geluidsnormen in de aangepaste bestemmingsplannen Buitengebied te herziening en Hansweertle herziening en besluit hogere waarden bestemmingsplan Loswal of het besluit omgevingsvergunning gedeputeerde staten, deze normen met regelmaat worden geschonden. 3. Klagers geven aan dat de overschrijding van de geluidsnormen eind september 2015 tot tweemaal toe zo erg waren, dat zij hun huis zijn ontvlucht. 4. Klagers geven aan dat de geluidsoverlast hun nachtrust en gezondheid in ernstige mate schaadt. 5. Klagers maken zich zorgen over hun gezondheidstoestand. 6. Op het door klagers op 25 april 2015 ingediende Wob-verzoek is door gedeputeerde staten tot op heden niet gereageerd. 7. Klagers stellen dat er onjuiste mededelingen aan hen zijn gedaan over de reden waarom de nieuwe geluidsmetingen namens gedeputeerde staten zo lang op zich laten wachten. 8. Klagers stellen dat herhaaldelijk is aangegeven dat men begrip heeft voor de situatie van klagers, dat klagers gelijk hebben wat betreft de overlast en dat men serieus bezig is met het zoeken van een oplossing. Een oplossing is volgens klagers nog steeds niet zicht. 9. Eerder gedane toezeggingen worden de volgende dag of vlak erna ontkend, teruggetrokken of afgezwakt De commissie acht de klachten 1 en 4 tot en met 9 ongegrond. Voorgesteld wordt de commissie hierin te volgen. De commissie is van mening dat de klachten 2 en 3 gegrond zijn. De commissie heeft ten aanzien van de tweede klacht aangegeven dat er niet voldoende is gecommuniceerd. Voorgesteld wordt het oordeel van de commissie op dit punt te onderschrijven. Voorgesteld wordt hiertoe een tweetal verbeterpunten te formuleren. De eerste is om na afloop van een termijn schriftelijk te communiceren, ook als op dat moment nog niet bekend is op welk moment wel een besluit genomen kan worden. De tweede is om dit jaar met de RUD samen te bezien hoe de communicatie richting burgers het beste vorm gegeven kan worden. Hiervoor is in de dienstverleningsovereenkomst met de RUD een speerpunt opgenomen. De commissie adviseert vervolgens om de derde klacht gegrond te verklaren. Voorgesteld wordt hierin de mening van de commissie niet te volgen. U heeft immers tijdig beschikt op het WOB verzoek (2 juni 2015). In de beschikking op het WOB verzoek is aangegeven waarom de gegevens niet gelijktijdig met de beschikking zijn toegezonden en wanneer de gegevens wel toegezonden zouden worden. Hiertegen had door de klager een bezwaar ingediend kunnen worden. De klager heeft hier niet voor gekozen. Wel is in een andere zaak waarin een geluidrapport ook niet is toegezonden door de rechtbank geacht dat het nog niet toezenden gerechtvaardigd is zolang er nog geen (ontwerp)besluit is genomen op het handhavingsverzoek. Voorgesteld wordt om op dit punt niet mee te gaan met het voorstel van de commissie en de klacht dus ongegrond te verklaren. Overigens loopt nog een bezwaarprocedure tegen het niet toekennen van een dwangsom wegens
het tijdig is beslist). niet tijdig beslissen op het WOB-verzoek (waarop dus wel aansluiting bij provinciale doelstellingen en/of beleid bestuurlijke planning en doorlooptijd indien van toepassing consequenties besluit financiële consequenties NVT juridische consequenties personele consequenties en inhuur Er is geen externe inhuur nodig. inkoop & aanbesteding Inkoop is niet van toepassing.
Gedeputeerde Staten bericht op brief van: uw kenmerk: ons kenmerk: afdeling: Ruimte bijlage(n): 2 tiehandeld door: doorkiesnummer: onderwerp: Afhandeling klacht van verzonden: Middelburg, Geachte Op 12 oktober 2015 hebben wij van u een klacht ontvangen. Deze klacht is doorgestuurd door de Nationale Ombudsman. Uw klacht is behandeld door een door ons ingestelde klachtencommissie. U heeft uw klacht op 15 december 2015 tijdens een hoorzitting aan de klachtencommissie toegelicht. Het verslag van deze hoorzitting is als bijlage bij deze brief gevoegd. Naar aanleiding van uw klacht heeft onze klachtencommissie een rapport van bevindingen opgesteld. Het rapport van bevindingen van de klachtencommissie is als bijlage bij deze brief gevoegd. De commissie heeft aangegeven dat uw klacht ontvankelijk is en wij onderschrijven dat. Uw klachten zijn door de commissie samengevat en luiden als volgt: 1. Sinds augustus 2014 worden klagers geconfronteerd met een onwillige houding van gedeputeerde staten om handhavend op te treden tegen de door Reimerswaal BV. veroorzaakte geluidsoverlast. 2. Volgens klagers is de feitelijke situatie zodanig verslechterd dat ook als wordt uitgegaan van de maximale geluidsnormen in de aangepaste bestemmingsplannen Buitengebied ie herziening en Hansweert ie herziening en besluit hogere waarden bestemmingsplan Loswal of het besluit omgevingsvergunning gedeputeerde staten, deze normen met regelmaat worden geschonden. 3. Klagers geven aan dat de overschrijding van de geluidsnormen eind september 2015 tot tweemaal toe zo erg waren, dat zij hun huis zijn ontvlucht. 4. Klagers geven aan dat de geluidsoverlast hun nachtrust en gezondheid in ernstige mate schaadt. 5. Klagers maken zich zorgen over hun gezondheidstoestand. 6. Op het door klagers op 25 april 2015 ingediende Wob-verzoek is door gedeputeerde staten tot op heden niet gereageerd. 7. Klagers stellen dat er onjuiste mededelingen aan hen zijn gedaan over de reden waarom de nieuwe geluidsmetingen namens gedeputeerde staten zo lang op zich laten wachten. 8. Klagers stellen dat herhaaldelijk is aangegeven dat men begrip heeft voor de situatie van klagers, dat klagers gelijk hebben wat betreft de overlast en dat men serieus bezig is met het zoeken van een oplossing. Een oplossing is volgens klagers nog steeds niet zicht. 9. Eerder gedane toezeggingen worden de volgende dag of vlak erna ontkend, teruggetrokken of afgezwakt De commissie acht de klachten 1 en 4 tot en met 9 ongegrond. Wij delen de mening van de commissie op uc^c ijuiiicii eii zuiien deze punten verder met oenandeien.
De commissie is van mening dat de l<lachten 2 en 3 gegrond zijn. -> De commissie heeft ten aanzien van de tweede klaclit aangegeven dat wij niet voldoende hebben gecommuniceerd. Wij onderschrijven het oordeel van de commissie op dit punt. We hebben op 12 december 2014 een brief aan u gestuurd waarin we hebben aangegeven dat de termijn voor het nemen van een beslissing op het handhavingsverzoel< werd uitgesteld tot 16 mei 2015. Daarna heeft u van ons geen formele reactie meer gehad tot het moment dat wij de concept afwijzing van het handhavingsverzoek aan u hebben opgestuurd. Dat is in december 2015 geweest. Wij delen de mening van de commissie dat de periode tussen het laatste moment van officiële communicatie in mei 2015 tot het verzenden van de afi/vijzing op het handhavingsverzoek te lang heeft geduurd. We zullen onze werkwijze aanpassen om te voorkomen dat in een volgende zaak mensen te lang moeten wachten, In de dienstverleningsovereenkomst met de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD) hebben we als provincie opgenomen dat we in 2016 de communicatie richting de omwonenden als speerpunt zien. We vinden het jammer dat u door de lange wachttijd tussen de brief waarin het uitstel tot mei is genoemd en het ontwerpbesluit in december langer dan nodig in onzekerheid heeft gezeten over het moment waarop wij een ontwerpbesluit zouden nemen op uw handhavingsverzoek. De commissie adviseert vervolgens om de derde klacht gegrond te verklaren. Hierin volgen we de mening van de commissie niet. We hebben immers tijdig beschikt op het WOB verzoek (2 juni 2015). In de beschikking op het WOB verzoek hebben we aangegeven waarom we de gegevens niet gelijktijdig met de beschikking toezenden en wanneer de gegevens wel toegezonden worden. Tegen het besluit op uw Wobverzoek had u een bezwaarschrift kunnen indienen. Van die mogelijkheid heeft u echter geen gebruik gemaakt. Wel is in een andere zaak, waarin een geluidrapport aangaande metingen betreffende Scheepswerf Reimerswaal ook niet is toegezonden voorafgaande aan het te nemen ontwerpbesluit, door de rechtbank geacht dat het gerechtvaardigd is om het geluidmeetrapport nog niet toe te zenden zolang er nog geen (ontwerp)besluit is genomen op het handhavingsverzoek. Wij gaan in deze dus niet mee met de commissie om deze derde klacht gegrond te verklaren. Overigens loopt nog een bezwaarschrift van u tegen het niet toekennen van een dwangsom wegens het (door u gestelde) niet tijdig beslissen op uw Wobverzoek. Wij gaan gelet op die procedure nu hier verder niet inhoudelijk in op het besluit op het WOB verzoek. We vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd / Tegen deze brief kunt u geen bezwaar maken./lngevolge artikel 912, tweede lid, van de Algemene wet \ bestuursrecht wijzen wij u op de mogelijkheid een verzoekschrift in te dienen bij de Nationale Ombudsman 1 U kunt dit verzoekschrift indienen binnen één jaar na verzenddatum van deze brief. Informatie over de l werkwijze van de Nationale Ombudsman vindt u op www.nationateorinbudsmannl Hoogachtend, gedeputeerde staten, Drs. J.M.M. Polman, voorzitter A.W. Smit, secretaris Behoort bij brief d.d.26 januari 2016 met ons kenmerk: van de afdeiing Ruimte 4