Samen voor verbetering



Vergelijkbare documenten
Lerend Netwerk. Coachingavond Draaiboek Plan B. Case Caermerklooster Firma Denys NV. Proactief handelen

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

Lerende gebouwen. meer comfort & minder energie. 2e Expert meeting TAG, 7 oktober 2015, Haagse Hogeschool, Delft

De toekomst van consultancy

ISO Crises! What Crises?

Speech van commissaris van de koningin en voorzitter RvT Energy Valley Max van den Berg, inspiratiemiddag Enexis, Dwingeloo, 7 september 2012

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft?

Preactor Case Study. Historie. Missie & Strategie

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

ÉÉN VAN ONZE EXPERTS

Whitepaper ERP Vreemde ogen

Whitepaper. Hoe de kans op een succesvolle ERP-implementatie te vergroten. ..het effect van vreemde ogen.. VERTROUWELIJK.

crisishulpverlening bedrijfsmaatschappelijk werk verzuim aanpak re-integratie teambalans het nieuwe leidinggeven trainingen

Staan de beste stuurlui aan wal?

Timemanagement? Manage jezelf!

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle. Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet?

ogen en oren open! Luister je wel?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Cleantech Markt Nederland 2008

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen doe je samen. Anita den Hoed Sr. Adviseur Inkoop Enexis Groep.

De ambtenaar als ambassadeur aan de slag met social business Door: Jochem Koole

Wel of niet certificatie? K. de Jongh

Cao Metalektro: die deal doen we samen

ELKE ONDERNEMING TOPFIT

Management. Analyse Sourcing Management

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

Rabobank vertrouwt op HeadFirst voor tijdelijke professionals

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Uitdagingen van de energie transitie

100% groene energie. uit eigen land

R&D in Roemenië: begin van het einde voor de Nederlandse technologische industrie?

Visie op duurzaam Veranderen

De volgende stap naar certificering!

Case study: Service en sales gaan samen voor beter klantcontact

The Road to Working Capital Excellence. Werken aan structurele verbeteringen door het tussen de oren krijgen van werkkapitaal

Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Feeding the world with solar power.

atworkshops Live online & interactief Experts in live, online & interactief leren en samenwerken

Leiderschap in Turbulente Tijden

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Afdeling Inkoop Januari 2017

Nieuwe verbindingen. Inspiratie voor innovatie. Van Kenniscreatie naar Kenniscirculatie. Peter Koudstaal 3 juni 2010

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

BUSINESS INNOVATION. BE TOMORROW, CHALLENGE TODAY > Waarom innoveren? > Innovation drivers > Succes- en faalfactoren

Lean Six-Sigma. HealthRatio Operational Excellence

Organisatieprestatiescan. Deze techniek wordt gebruikt in de focus- en analysefase bij het analyseren van de huidige situatie.

Together is better Talent.Samenwerking.Ontwikkeling.Toewijding.

De kracht van een sociale organisatie

HOE DE KANS OP EEN SUCCESVOLLE ERP- IMPLEMENTATIE TE VERGROTEN

De online bedrijfsanalysetool PARTNERPROGRAMMA

Contract Awareness voor staf- en bureaumedewerkers

Functieprofiel. Positie Personal Assistant. Organisatie Quaestus Executive Leadership

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL

Joost Verberk, Business Consultant en oud-trainee

25 juni 2014 Masterclass Training within Industry

SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE]

Drinkwater wij voegen er iets aan toe

Meerwaarde met Online Marketing Expertise

1. De methodiek Management Drives

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015

Bedrijfsprofiel. Constant Jurgens

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

FINANCE DIRECTOR EMEA

Het leerlandschap van organisaties

Nudge Finance Leadership Challenge

F A B S C H O L K I D S

Samen Sterker? Spiegelbijeenkomst voetbalvereniging Zelhem. Datum: 1 mei 2017 Versie: 1.0 Status: Definitief

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

T-prognoses. nut en noodzaak

Lean Innovation Network

ICT Management. Leerprocessen en hun invloed op de kwaliteit van IT-servicemanagement. Kortere terugverdientijd door het versnellen van het leerproces

Whitepaper ERP Succesvol ERP implementeren

Het maken van een duurzaamheidsbeleid

NAP innovatie programma, de analyse

Strategische Issues in Dienstverlening

Ik ben een Man van de Cijfers

CASE STUDY MDM LEERT KLANTEN ZELF VISSEN

C O N V E N A N T. Extern scouten in jeugdvoetbal. Het verantwoord en respectvol omgaan van amateurclubs met jonge voetballers en met elkaar.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Sense Template. Toegevoegde waarde vanuit inhoud

Best Practice Teleperformance stuurt op TOPprestaties

Nedap Varkens Prestatie Test

Leergang Opleidingsmanagement

Dragon1 EA Tool. Business case webbased EA tool. Een webbased EA tool geschikt voor elke architectuurmethode!

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Agenda Ouderavond Woensdag 26 oktober uur

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

dorpsinformatie avond Haarle Energieneutraal

Beleidsplan senioren. r.k.v.v. H.S.C. 28

Training. Vergaderen

Transcriptie:

De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder jaargang 27 Themanummer 2014 Periodiek van de Kwaliteitskring Twente Samen voor verbetering

Business improvement Advies, TrAining & implementatie Organisatieontwikkeling Procesverbetering Kwaliteitsmanagement Milieu & Veiligheid werken AAn world class performance de concurrentiepositie en efficiency van organisaties verbeteren, dat is waar symbol voor staat. symbol geeft advies en training op het gebied van organisatie-ontwikkeling, procesverbetering, kwaliteit, milieu en veiligheid. symbol begeleidt organisaties in het vertalen van de strategie naar een concreet implementatieplan. focus, resultaat en borging zijn hierbij het uitgangspunt. symbol ondersteunt bij het elimineren van activiteiten die geen waarde toevoegen. naast een veilige werkomgeving staan hierin het verbeteren van kwaliteit, het reduceren van kosten en het verkorten van doorlooptijden centraal. vraag onze trainingsgids aan via: info@symbolbv.nl enschede institutenweg 26 7521 pk enschede T +31 (0)53-2030240 f +31 (0)53-2030241 Amersfoort maanlander 14 3824 mp Amersfoort T +31 (0)33-2030200 info@symbolbv.nl www.symbolbv.nl

Informatie over de Kwaliteitskring Twente De vereniging KKT is op 23 augustus 1972 opgericht en heeft tot doei in Twente en daarbuiten de kennis en toepassing van Integrale Kwaliteitszorg en nieuwe management tools te bevorderen en daarbij de menselijke factor uitdrukkelijk te betrekken. De vereniging kent drie soorten leden: bedrijfsleden, individuele leden en studenten. Ereleden: Dhr. M. Pot Dhr. G. Smeitink Dhr. A. Meirik Bestuur: Henk-Jan Wegman Elize Hulscher Eric van de Straat Johan Zemansky Wouter van der Zee Gerard Berendsen Voorzitter Secretaris Penningmeester Programmacommissie Redactiecommissie Commissie opleidingen Het adres van het secretariaat is: Kwaliteitskring Twente Postbus 8071, 7550 KB Hengelo Telefoon 06 5085 0360 E-mail kantoorkkt@kwaliteitskringtwente.nl Internet www.kwaliteitskringtwente.nl LinkedIn Kwaliteitskring Twente Twitter @KKTwente Colofon Het themanummer is het periodiek van de KKT. Oplage 325 exemplaren. Redactieadres: Kopij kan gestuurd worden naar het secretariaat of naar het volgende e-mailadres: kantoorkkt@kwaliteitskringtwente.nl De vereniging telt de volgende commissies: Commissie Opleidingen: Gerard Berendsen (voorzitter) Peter Blankestijn Jielis van Daalen Rienco Ligtenbarg Annemarie Denneboom Cursusbureau: Oranda Krupers Postbus 8071 7550 KB Hengelo Telefoon 06-5085 0360 Commissie Programma: Johan Zemansky (voorzitter) Alfred Bonke René ter Horst Kristel Zonder Tim Steffens Wouter Verhagen Jaap Hekkema Rick Nijhuis jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder Commissie Redactie Wouter van der Zee (voorzitter) Jeroen Voortman Nicole Mak Inhoudsopgave Van de voorzitter 2 Van de redactie 2 Werken aan kwaliteit in voetbalopleidingen 3 Howden, Kwaliteit en verder 7 3dPrintCompany 10 De systemen voorbij - ketenoptimalisatie & de energietransitie 14 Prioriteit nummer 1: kwaliteit en veiligheid? 20 oopen 24 Apollo Vredestein 27 Omdenken van lafhartig naar manmoedig 30 1

2jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder Van de voorzitter Kwaliteit is al tijden niet meer voorbehouden aan productiebedrijven, dienstverlening of andere vormen van voortbrengingsprocessen het gaat steeds verder en wordt steeds breder in haar definitie. De dagen dat ik tijdens mijn stage in de kantine moest komen om te horen wat er morgen wel en niet gezegd mocht worden tijdens de ISO audit liggen gelukkig ver achter ons. Kwaliteit is een manier van beleven geworden die gepaard gaat met het steeds maar verder verbeteren van technieken, softe en harde, en processen en haar weg gaat vinden in het 3 dimensionale van de organisatie. Het overtreft de systemen en is meer dan ooit een mindset van verbeteringen. Natuurlijk liggen aan al die verbeteringen een methode en systeem ten grondslag, maar daar stopt het niet. De drive binnen gezonde organisatie is om het elke dag beter te doen, te leren en samen te werken in de keten. Het besef is, misschien mede door de crisis, dat niet de vaste systemen zijn die voortgang brengen maar juist de invulling die de medewerkers aan deze Van de Redactie Voor u ligt het Thema-nummer van onze vereniging, dit keer met als titel De Systemen voorbij, kwaliteit gaat verder. Na de wijzigingen van de redactie vorig seizoen hebben wij de redactie dit jaar weer mogen versterken met Nicole Mak. Zij heeft direct een grote bijdrage aan artikelen geleverd. Jeroen is o.a. de voetbal ingedoken en heeft als Deventernaar de kwaliteitsmanager van FC Twente (!) geinterviewed, nl. het hoofd van de opleidingen en organisatorische zaken. Het is een interessant artikel geworden en laat zien hoe topprestaties en kwaliteit wel hand in hand moeten gaan. In het kader van MVO heeft Energy Watch een uitgebreid artikel geschreven dat ons een inkijk in de wereld van energievoorziending in Nederland verschaft. De bouw heeft sinds enig jaren onze aandacht. Net als de vorige keer is innovatie het sleutelwoord, echter nu niet vanuit een globale insteek, maar vanuit een specifiek product van Normteq dat al diverse keren de kranten heeft gehaald. Q-consult neemt de gezondheidszorg voor systemen geven en er mee spelen. De grenzen voorbij springen en juist daardoor een betere basis leggen onder het begrip kwaliteit. Het is de redactie en de vele inbrengers gelukt om het thema van alle kanten te belichten en ook weer praktisch inhoud te geven. Wij mogen trots en dankbaar zijn op iedereen die weer vele uren in dit meer dan boeiend thema nummer heeft gestoken. Veel leesplezier. Henk-Jan Wegman, voorzitter haar rekening. Dit artikel benadert de kwaliteit als een verandertraject en de noodzakelijke voorwaarden om een verbetering in de complexe gezondheidszorg te bereiken. De industrie belichten wij in dit nummer met drie artikelen van 3dPrintCompany, Vredestein en Howden. 3ePrintCompany hebben wij uitgebreid bezocht, maar is voor het ter perse gaan van dit nummer helaas failliet gegaan. Verder hebben wij nog een artikel van Martin Hoeve (oopen) toegevoegd waarin hij filosofeert over het thema van dit nummer in engere zin. Net als voorgaande jaren wil ik langs deze weg alle redactieleden, auteurs en adverteerders weer bedanken voor hun bijdrage aan dit nummer. Veel leesplezier Wouter van der Zee

Werken aan kwaliteit in voetbalopleidingen Topvoetballer worden is een droom van velen. Wie heeft er in zijn/haar jeugdjaren niet op het veld gestaan met de hoop te worden ontdekt als de nieuwe Cruyff, Van Basten of Sneijder? Toch zullen de meesten inmiddels een andere carrière hebben gekozen. Topvoetballer wordt je namelijk niet zomaar. Naast een benodigd flinke portie talent komt er veel toewijding met hard trainen bij kijken. Regionale Jeugdopleidingen (RJO s) scouten continu naar talent in Nederland en daarbuiten. De beste talenten krijgen de kans om te groeien tot profvoetballer onder de optimale omstandigheden van de RJO s. Deze jeugdopleidingen hebben als doel het beste uit de spelers te halen, het optimaal ontwikkelen van hun persoonlijke kwaliteiten. Om dit zo goed mogelijk te doen maken ze daarbij gebruik van hun eigen kwaliteitsmanagementsysteem. Hierover sprak ik onlangs met John van Miert. John is Hoofd Opleidingen Organisatorische Zaken bij FC Twente. In ons gesprek gingen we in op de wijze waarop een voetbalacademie werkt. Hoe ontwikkel je gestructureerd aan de ontwikkeling van talenten? Hoe ga je om met de persoonlijke omstandigheden die bij elke speler anders zijn? Welke ontwikkelingen zijn er gaande en wat betekent dat voor de opleidingsinstituten en de spelers? Regionale Jeugdopleidingen in Nederland In het verleden had elke betaaldvoetbalorganisatie (BVO) haar eigen jeugdopleiding. Met 38 verschillende opleidingen bleek het echter moeilijk om alle talenten maximaal te ontwikkelen. Daarom is gekozen voor een beperkt aantal topopleidingen. Momenteel zijn er veertien RJO s met een landelijke dekking voor de herkenning en opleiding van de meest getalenteerde voetballers. De FC Twente Voetbalacademie is één van deze veertien RJO s. De FC TwenteVoetbalacademie is de levensader van FC Twente, Heracles Almelo en het Deventer Go Ahead Eagles. Deze laatste heeft overigens onlangs het samenwerkingsverband per 1 juli 2014 opgezegd en is voornemens om een eigen jeugdopleiding te starten. Voetbalacademie FC Twente De FC Twente Voetbalacademie houdt zich bezig met het opleiden van jeugdvoetbal- jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 3

4jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder lers. De voornaamste doelstelling waar de academie zich voor inzet is dat binnen vijf jaar het eerste elftal uit 50% van de spelers uit de eigen opleiding bestaat. De kwaliteit van de jeugdopleiding is een van de voornaamste aandachtsgebieden van de FC Twente Voetbalacademie. De oudere talenten van FC Twente spelen in de 2e elftallen, de zogenaamde beloften-teams, van zowel de heren als ook de vrouwen. De jongere talenten (onder 19 jaar) spelen in de jeugdteams (A1 t/m E2). Al met al heeft de voetbalacademie ruim 250 spelers onder haar hoede. Deze spelers variëren niet alleen in leeftijd (grofweg van 8 tot 19 jaar), maar ook in afkomst (lokaal/internationaal) en sociale achtergrond, opvoeding en karakter. Het is dus een hele uitdaging om elk talent de begeleiding te geven die het nodig heeft om zich zowel voetbaltechnisch als persoonlijk te ontwikkelen. Samenwerking met lokale amateurclubs Om nieuw talent te ontdekken werkt de academie samen met de lokale amateurclubs en hebben ze een aantal scouts in dienst. De FC Twente Voetbalacademie heeft met ca. 170 amateurclubs een convenant afgesloten. Dit convenant houdt in het kort in dat de clubs actief meewerken bij het scouten van talent door de voetbalacademie. Als tegendienst verleent de voetbalacademie ondersteuning aan de clubs, bijvoorbeeld in de vorm van voorlichting of advies. Naast de lokale amateurclubs heeft de voetbalacademie ook een samenwerking met amateurclub UVS Leiden en de Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland, een initiatief van voormalig coach betaald voetbal, Dolf Roks en oud-voetbalprofs Dennis & Gérard de Nooijer. Het ontwikkelen van talent Talent is al te ontdekken bij een kind van ongeveer acht jaar. Dit uit zich in de technische capaciteiten, het tactische inzicht en het gedrag van het kind. Bij de jongsten gaat het vooral om het ontdekken van aanleg. Pas als ze ouder worden zal blijken of ze de vereiste ontwikkeling laten zien. Hoe jonger een talent wordt ontdekt, hoe beter het te behalen eindresultaat is. Echter, daar waar de fysieke ontwikkeling vaak goed in te schatten is, blijkt de mentale ontwikkeling minder voorspelbaar. Toch is het beschikken over de juiste mentaliteit van wezenlijk belang om te kunnen slagen als profvoetballer. Daarom wordt ook aan dit aspect ruim aandacht gegeven. Talenten worden daarom niet alleen beoordeeld op hun techniek en conditie, maar ook op zaken als zelfredzaamheid en hun studieresultaten. De FC Twente Voetbalacademie is van mening dat het een brede maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Daarom besteedt de academie naast voetbal veel aandacht aan studie, normen en waarden en discipline tijdens de opleiding. Eén van de uitgangspunten is dat alle talenten hun studie moeten voltooien. De uitslag van de CITO toets wordt hierbij als uitgangspunt

gehanteerd voor het bepalen van het opleidingsniveau. Hiermee wordt inhoudt gegeven aan het doel om spelers ook als mens sterker in de maatschappij te zetten. Drie maal per jaar wordt de voortgang van ieder talent individueel geëvalueerd. Hierbij krijgt elke speler terugkoppeling op zijn / haar ontwikkeling op sportief vlak, maar ook de sociale ontwikkeling en de behaalde schoolresultaten. Persoonlijke ontwikkelplannen worden opgesteld en bijgesteld. In een aantal gevallen zal ook besloten moeten worden om de opleiding op de voetbalacademie te beëindigen indien blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven. Heldere doelen, concrete afspraken, regelmatig contact en eerlijke feedback zijn essentieel om een talent te begeleiden naar het niveau van een topvoetballer. Verandering biedt kansen Als gevolg van de beslissing van Go Ahead Eagles om een eigen RJO op te zetten, zal de opleidingslocatie in Twello komen te vervallen. De voetbalacademie is namelijk gebonden aan de regio s van de BVO s die zich hebben aangesloten en mogen niet actief zijn in binnen een straal van ca. 60 kilometer van de thuisbasis van een andere BVO. Mede als gevolg van deze gewijzigde situatie, is de FC Twente Voetbalacademie bezig met het doorvoeren van een reorganisatie. John van Miert: De veranderingen bieden nieuwe kansen. De focus van de organisatie ligt nu op één locatie, die in Hengelo. Dat er door het verdwijnen van de locatie Twello banen verdwijnen is daarentegen natuurlijk heel vervelend De organisatorische wijzigingen richten zich op een nieuwe structuur. Op voetbaltechnisch vlak wordt er nadrukkelijker gekeken naar de kwaliteit van de instroom. De mindere spelers trekken zich op aan de beste spelers en dat is goed. Echter, we merken ook dat het niveau van alle spelers mede beïnvloed wordt door de spelers met de minste kwaliteiten., stelt John van Miert. Om die negatieve invloed zo veel mogelijk te beperken, kijkt de FC Twente Voetbalacademie momenteel nog strenger naar de kwaliteit van de instroom. Kwaliteitsmanagement bij RJO s De KNVB heeft duidelijke eisen op papier gezet waaraan een volwaardige RJO aan moet voldoen. Denk aan de begroting, de organisatievorm een vereniging, BV of NV, de kostenverdeling tussen de partners, afspraken over spelers, kwaliteitszorg, jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 5

6jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder communicatie en de samenwerking met amateurverenigingen in de regio. Bij de uitvoering van haar taken hanteert de voetbalacademie een kwaliteitsmanagementsysteem dat bestaat uit een handboek en procedures. Op dit moment loopt een pilot voor een nieuw beoordelingssystematiek waar ook de FC Twente Voetbalacademie aan deelneemt. In de nieuwe beoordelingssystematiek zijn negen kwaliteitsdomeinen benoemd. Deze zijn uitgewerkt in diverse aandachtsgebieden waaruit een organisatie kan kiezen of deze ingevuld worden en zo ja, hoe ze dit willen doen. Op basis van de resultaten van de beoordeling worden de clubs en hun opleidingsinstituten ingedeeld in categorieën: 1. Lokaal niveau 2. Regionaal niveau 3. Nationaal niveau 4. Internationaal niveau Het is uiteindelijk aan de organisatie zelf om te bepalen op welk niveau ze actief willen zijn. Na het eerste jaar zal de werking van deze nieuwe systematiek geevalueerd worden. Voorlopig werkt de FC Twente Voetbalacademie verder aan de verdere implementatie van het vernieuwde systeem en de zelf geïnitieerde reorganisatie. Het doel om binnen drie jaar 50% van de selectie van het 1 e team van FC Twente gevuld te hebben vanuit de eigen opleiding blijft daarbij centraal staan. De negen kwaliteitsdomeinen 1. Beleid 2. Teams 3. Kader 4. Training- & wedstrijdprogramma 5. Samenwerking 6. Innovatie & kennisdeling 7. Ontwikkeling spelers & trainers 8. Accommodatie & voorzieningen 9. Resultaten & verantwoording

Howden, Kwaliteit in Beeld Vrijdag 6 december werd een niet alledaagse groep van genodigden voor een bedrijfstour bij Howden NL te Hengelo ontvangen. Howden NL ontwikkelt en produceert composiet schoepenbladen. Deze vestiging is van oorsprong van Stork geweest en is gevestigd aan het spoor in het centrum van Hengelo. Sinds 1992 is deze volledig in handen van de Howden Groep. En sinds 2012 is de Howden groep onderdeel van het Amerikaanse Colfax. De groep werd ontvangen door Maarten Kuyck Operations Manager van de vestiging. De bedrijfstour werd gehouden binnen de afdeling Operations met als doel om op informele wijze gebruik te maken van de kennis van buitenstaanders. De groep kreeg als inleiding het raamwerk van Operations gepresenteerd in de vorm van de bekende visgraad. Deze is gericht op het bereiken van budgetdoelen en klant eisen (VOC). Deze visgraad heeft drie invloedsgebieden zowel vanuit het continu borgen en als vanuit het continu verbeteren van het prestatieniveau. Het continu borgen betreft het verstevigen van de organisatie, de processen en het op niveau houden van de performance. Het continu verbeteren betreft het leren van kwaliteitsafwijkingen, het stimuleren van bottom-up Quick Kaizens en uitvoering geven aan breakthrough projecten (Major Kaizens). Operations Manager Maarten Kuyck is verantwoordelijk voor de performance van de Operations en ook de initiatiefnemer achter deze uitnodiging. Hij heeft in het kader van continu verbeteren het afgelopen jaar verschillende verbeterprojecten doorgevoerd. Met een mix van behoeftes, nl. de presentatie van de resultaten tot nu toe maar ook de behoefte aan terugkoppeling en het verzamelen van ideeën en meningen van kennissen en buitenstaanders, werd deze ongewone bijeenkomst georganiseerd. Je zou kunnen zeggen dat in het kader van crowd sourcing kennissen en (oud)collega s waren uitgenodigd om samen door de fabriek te lopen om ideeën te verzamelen. Vreemde ogen dwingen, leggen bedrijfsblindheid bloot en discussie traint gastheer en bezoekers merkwaardige zaken onder woorden te brengen en toe te lichten. Ook zou een ethisch motief een dergelijke bezoek kunnen rechtvaardigen: omwonenden betrekken bij de gang van zaken bij het bedrijf in hun woonomgeving. middels een bewust beter thermometer de bereikte besparingen bijgehouden. De jaarlijks opgebouwde besparingen maken onderdeel uit van een eindejaar bonus voor alle Howden NL medewerkers. Op deze manier wordt het continu verbeteren onderdeel van de dagelijkse operatie. Met deze achtergrond werden ook alle genodigden voor deze bedrijfstour uitgedaagd om bij te dragen aan het verbeterproces. En met de mogelijke beloning in het verschiet, zijn medewerkers gemotiveerd om mee te werken en aandacht te schenken aan opmerkingen van bezoekers. Vooraf hebben Maarten en de auteur zich afgevraagd hoe een bezoek en eventueel een discussie georganiseerd zou moeten worden om een zo hoog mogelijk rendement voor Howden NL te bewerkstelligen. Strijd om de aandacht Een van de ideeën was om de groep in kleinere groepjes onder te verdelen en ieder groep een ander aandachtsgebied te geven. Wanneer een grotere groep mensen die elkaar niet zo goed kennen met een zelfde opdracht op pad worden gestuurd, ontstaat tijdens de evaluatie het gevaar dat enkele groepsleden alle communicatietijd verbruiken waardoor mogelijk interessante ideeën van anderen niet aan bod te komen. De volgende aandachtgebieden werden door Maarten aangewezen: Afgeleid van de eerder genoemde visgraad waren een viertal aandachtsgebieden aangewezen. Elke groep werd de Maarten Kuyck heeft HTS Economische Bedrijfstechniek en TIAS Bestuurlijke Informatie Kunde gestudeerd. Voor zijn positie bij Howden als Operations Manager & Operational Excellence Manager is hij werkzaam geweest bij Thales NL waar zijn laatste functie Manager Supply Chain & Manufacturing was. jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder Om de aandacht en betrokkenheid van alle Howden NL medewerkers te behouden bij het bereiken van de gewenste verbeterdoelen worden elk jaar, naast de resultaten van de diverse performance KPI s, 7

8jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder fabriek ingestuurd met de opdracht middels foto s opvallende waarnemingen vast te leggen. In totaal werden vier groepen geformeerd gericht op 5S & Arbo/Milieu/ Veiligheid, onderhanden werk/flow, kwaliteit en communicatie cellen (stand-up meetings)/ Performance indicatoren. Strijd tegen het korte termijngeheugen Een andere uitdaging is gelegen in het feit dat tijdens een rondgang de groepsleden veel meer waarnemen dan dat tijdens de nabeschouwing naar voren zal worden gebracht. Dit fenomeen heeft niet alleen te maken met de strijd om de aandacht zoals hierboven is beschreven, maar ook met het feit dat voor de bezoekers alles nieuw is. Hierdoor maakt het brein van de bezoeker overuren. Heel veel valt op, maar heel veel wordt ook noodgedwongen weer snel vergeten. Of een opgevallen onderwerp tijdens de discussie wordt herinnerd en naar voren wordt gebracht, hangt sterk af van de omstandigheden tijdens de groepsdiscussie. Een onderwerp van een ander kan net het geheugen prikkelen om op aan te haken met een eigen onderwerp, maar komt net niet aan bod omdat een ander interrumpeert waardoor de discussie weer een heel andere kant op gaat. Om dit probleem te omzeilen maakten wij gebruik van camera s. Elke groep stond onder leiding van een medewerker van Howden en kreeg een digitale camera mee. Elk groepslid die iets opviel, gaf deze medewerker de opdracht een foto te maken van een onderwerp dat hem opviel. De medewerker kon eventueel ter plekke uitleg geven over het onderwerp, maar het geval werd in elk geval vastgelegd met de foto en kon daardoor niet meer worden vergeten. Aan het einde van de rondgang hielden wij een pauze en werden ondertussen alle foto s verzameld voor een eindsessie met een beamer. De initiatiefnemer van de foto lichtte de foto toe waarna een korte discussie effectief en to the point verliep. Context en visuele ankerpunten Visuele vastlegging van waarnemingen met bijv. een foto heeft een aantal belangrijke neveneffecten. Stel elke bezoeker had een eigen camera en tijdens de discussie kon iedereen alleen zijn eigen gemaakte foto s op zijn eigen schermpje zien. Dan zult u merken dat sprekers meer foto s gaan overslaan. Dit fenomeen komt omdat de spreker een afweging maakt of hij in staat is binnen de gegeven tijd de context van het onderwerp over te brengen. in de fabriek zag ik daar en daar, dat en dat en meestal moet nog veel meer verteld worden voordat het echte onderwerp kan worden aangesneden wat de bezoeker nou precies opviel. Door de foto direct te delen met de hele groep wordt deze drempel grotendeels weggenomen. De bezoeker wordt zelfs sterk gestimuleerd zijn foto toe te lichten. Het is de gastheer die alle foto s afloopt en niemand zal ontkennen dat zijn foto niet door hem is gemaakt. Bovendien blijkt dat een foto zoveel context overbrengt dat andere groepsleden al voor 50% weten waarom de foto is gemaakt en zij gaan de originele maker zelfs ondersteunen bij de toelichting. Een tweede belangrijk voordeel van de foto is de ondersteuning van het geheugen van de maker. De auteur weet uit ervaring dat experts die binnen een bedrijf 100 foto s maken, deze na een maand nog kunnen toelichten waarom zij de foto gemaakt hadden. De foto vormt een visueel ankerpunt. Dit visuele ankerpunt bewijst ook zijn waarde na afloop van de discussie. Stel er is een foto gemaakt van een onveilige situatie, tijdens de discussie wordt in de groep besloten hoe het veiliger kan. Dit besluit wordt tevens het ankerpunt voor de werknemers, hoe het wel moet. Wanneer de foto na een week weer wordt getoond met de vraag Wat is hierover besloten? helpt dat werknemers enorm om het besluit te memoriseren. De beschreven methode met foto s heeft nog een extra mogelijkheid, nl. om het visuele ankerpunt met besluiten toe te passen voor trainingen. De foto s zijn uitermate geschikt voor adaptieve, case based leersystemen. De foto wordt voor elke medewerker herhaald met een vraag naar het genomen besluit. Deze vorm van herhalen wordt door isee iknow expliciete herhaling genoemd. Het bijzondere van visuele ankerpunten uit de eigen werkomgeving is

dat de medewerker het gerepresenteerde beeld ook in zijn werk tegenkomt zonder trainingsysteem. oh ja, dat is de nooddeur die geblokkeerd was met de mogelijke gevolgen. De memorisatie gaat door impliciete herhaling, dus tijdens het werk, gewoon door. Methode isee iknow De hierboven beschreven procedure is mede geïnspireerd op de methode van isee iknow kennismanagement. Non-Conformiteiten en verbeterpunten en risico s worden met een foto vastgelegd. Iedereen kan dit doen: medewerkers, manager die rondlopen, maar ook auditoren. De foto heeft als doel een case van een visueel ankerpunt te voorzien, maar tevens voor het overbrengen van context zonder dat daar veel geschreven informatie aan toegevoegd hoeft te worden. (Medewerkers weten voor 50% al waarom een foto is gemaakt). Omdat voor een vreemde bezoeker van een fabriek zo veel is te zien, werkt het beter om elke groep een bepaalde bril op te zetten. Elk groepje krijgt daarom een focusgebied mee. Afhankelijk van de expertise van de individuele groepsleden, wordt de groep groter of kleiner gemaakt. Voor de rondgang door de fabriek moet ruim tijd worden ingeruimd. Het werkt handig als een werknemer de ploeg begeleid om de eerste vragen te beantwoorden en dat deze persoon ook de camera bedient. Bovendien wordt op deze manier in de hand gehouden dat foto s binnen de poort blijven in het kader van intellectuele eigendom en informatieveiligheid. Na afloop van de rondgang komt de groep bij elkaar en worden de foto s op de beamer gepresenteerd. De bezoeker die de foto heeft laten maken licht deze ook toe. Een van de werknemers notuleert de essenties van elke discussie. Na afloop bepaalt de programmamanager welke foto s tot verbeteracties worden opgevoerd. Bezoekers met een benchmark -achtergrond zijn uitermate veilig en onbevangen om ideeen en feedback te geven voor een organisatie. Het proces is goed te combineren met bedrijfsbezoeken. En men heeft na afloop ook daadwerkelik iets om over te praten. De organisator ontvangt De meeste lezers zijn vertrouwd met het begrip leercurve. Echter, omgekeerd is er ook sprake van een vergeetcurve. Wanneer u dit artikel leest, dan kunt u direct na die tijd de inhoud grotendeels reproduceren. De volgende dag is dat al een stuk minder en een maand later kunt u zich nog herinneren of het een goed of niet goed artikel was. Het moment van lezen is slechts een impuls. Alleen op dat moment weet u even alles. Om het effect van vergeten te minimaliseren zou u elke week dit artikel even opnieuw moeten lezen. (grafiek) Na de derde keer ontdekt u al dat grote delen van de tekst niet meer interessant zijn omdat u dat nog weet. Wanneer de case is gekoppeld aan een foto uit het eigen werk vindt ook herhaling buiten de leersetting plaats. Het herkennen van de foto vertraagt de vergeetcurve. Is het lange termijn geheugen eenmaal geprogrammeerd, dan is dat nog geen garantie voor een blijvend succes. Ook het lange termijn geheugen vergeet, alleen een stuk langzamer. Een ander effect van dit fenomeen is één van de grote problemen bij herhaaltrainingen in een formele (groeps)setting. Iedereen vergeet iets anders. Wanneer slechts 20% van de noodzakelijke kennis is vergeten, nemen de faalkosten al weer toe. Echter, bij een noodzakelijke herhalingstraining verveelt de toehoorder zich stierlijk omdat hij 80% nog weet. Sommige voelen zich zelfs als een klein kind behandeld. Aan de andere kant wordt door het management dit type faalkosten vaak afgedaan als ongedisciplineerdheid en als een motivatieprobleem. meer terug dan alleen PR naar de bezoekers. Het leren kijken naar de eigen organisatie met de ogen van een vreemde krijgt op deze manier een extra dimensie. De kracht om een casus te koppelen aan een foto komt op verschillende momenten tot uitdrukking. De maker van de foto kan makkelijker zijn verhaal vertellen waarom hem iets was opgevallen. Wordt de casus verheven tot verbeterproject, dan krijgt de foto de status van visueel ankerpunt voor het project. En als laatste stap van de verbetercyclus wordt de foto gebruikt om context over te brengen bij kennisoverdracht en kennisborging. Deze methode zou de KKT ook eens kunnen uitproberen tijdens haar kringmiddagen. jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 9

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 3dPrintCompany Directeur van 3dPrintCompany, Marjan van Lambalgen, komt oorspronkelijk uit het bankwezen. Na diverse carrièrewisselingen heeft zij medio 2012 3dPrintCompany opgericht. Omdat de technologie nieuw is, steekt Marjan veel energie in het uitdragen van de mogelijkheden van 3dprinten en het bijbehorende nieuwe ondernemen. Met het nieuwe ondernemen wordt de nieuwe manier van samenwerken van kleine bedrijven en freelancers bedoelde in nauwe samenwerking en snel wisselende verbanden om eindklanten van diensten te kunnen voorzien. Het ontwikkelen van zinvolle samenwerkingen ziet zij als key succesfactor en staakt daar ook veel tijd in. Zij organiseert bijv. De magie van 3dprinten. Dit is een bijeenkomst waarbij ze met haar netwerkpartners, maar ook scholen en mensen uit de maakindustrie uitnodigt om onder het genot van kunst en lekker eten op een ongedwongen manier kennis te nemen van de ontwikkelingen van 3dprinten. De bijeenkomst ontwikkelt zich als een soort marktplaats waar iedereen met affiniteit voor ontwikkeling, design en productie welkom is. Ook verzorgt ze regelmatig rondleidingen in haar bedrijf. Uiteraard is het bedrijfsleven welkom, maar ook andere organisaties zoals bijvoorbeeld het IKT en KKT. Marjan is sterk gedreven om invulling te geven aan MVO en MBO (Maatschappelijk Bewust Ondernemen). In het kader van MBO neemt zij deel aan Pact MVO Hengelo. Zoals vele oud-leden kunnen beamen is de KKT van oudsher ontstaan uit de maakindustrie, grotere ondernemingen binnen de regio zoals Stork, Holec, HSA om maar een paar namen te noemen. Op dit moment is in de maakindustrie een ware revolutie onder de naam 3-d-printing aan de gang. Met deze 3dprinttechniek ontstaat misschien wel een compleet nieuwe maakindustrie waaruit de huidige maakindustrie in de regio veel voordelen kan halen. Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst, en tevens ingelaste ALV voor het kiezen van onze nieuwe voorzitter, konden leden een kijkje nemen bij een aansprekend voorbeeld: 3dPrintCompany uit Hengelo. De corebusiness van 3dPrintCompany is het 3dprinten van modellen en producten, waarbij de focus ligt op klanten binnen de maakindustrie. Het bedrijf beschikt over 2 eigen 3dprintmachines: een metaalprinter en een kunststofprinter. Het business model van 3dPrintCompany kenmerkt zich door een zeer nauwe relatie met haar klanten. De klantvraag staat centraal. Er wordt veel tijd en energie geïnvesteerd om de klantvraag helder boven water te krijgen. In deze fase onderscheidt 3dPrintCompany zich door snel en flexibel inschakelen van co-creatie en co-engineering: het op verschillende niveaus meedenken met - en adviseren van klanten over nieuwe modellen en verbetering van bestaande modellen. Gespecialiseerde ontwerpers en ontwikkelaars uit het netwerk kunnen snel en flexibel aan het proces worden toegevoegd. Vervolgens wordt in samenspraak met de klant gezocht naar de meest optimale oplossing. Deze oplossing kan bestaan uit een model dat bij 3dPrintCompany zelf wordt geprint of uitbesteed bij één van de netwerkpartners. basis van mond op mond reclame in contact en de opdrachten worden vaak door aanbevelingen gegund. Door te werken volgens het nieuwe werken en vanwege de jonge technologie is interne en externe communicatie een key succesfactor. Vaardigheden op het vlak van vertrouwelijkheid, organisatie sensitiviteit, collegialiteit worden als basisvaardigheid voor toekomstige werknemers beschouwd. De doelstellingen op gebied van MVO ondersteunen niet alleen de gunfactor, maar resulteren ook milieuverbetering en betere verhoudingen op de arbeidsmarkt. Er wordt gewerkt met mensen die om redenen een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Naast positieve effecten op de sociale cohesie binnen de kleine organisatie loopt 3dPrint- Company hiermee ook vooruit op nieuwe wetgeving die de arbeidsparticipatie gaat afdwingen. Tijdens het laatste bezoek van de KKT werd o.a. een kunststof printer getoond die op basis van nylonpoeder een product formeert. De structuur van het 10 3dPrintCompany is zich zeer bewust van de vertrouwelijkheid van de modellen en discretie en reden om geen namen van klanten te noemen. Nieuw klanten komen op

niet-gebruikte poeder wordt tijdens het productieproces iets gewijzigd, waardoor dit uitgangsmateriaal maar gedeeltelijk kan worden hergebruikt. Onlangs is een onderzoeksopdracht bij de UT geplaatst voor het re-generen van het kunststofpoeder dat overblijft na een printopdracht. Verbeteringen reduceren de afvalstroom. Techniek 3dPrinten is een techniek waarbij een model laagje voor laagje wordt opgebouwd, zonder dat hiervoor een matrijs nodig is. Hierdoor is het mogelijk om modellen met een zeer complexe geometrie te maken. Door deze eigenschap ontstaan nieuwe mogelijkheden die met conventionele fabricage processen niet of nauwelijks mogelijk zijn. De technologie waar 3dprintingcompany gebruik van maakt is gebaseerd op materiaalkunde (uitgangsmateriaal in de vorm van een zeer fijn poeder) en lasertechnologie (om het poeder aan elkaar te smelten). Laag voor laag zakt het model in een bad met poeder terwijl de laser met hoge precisie het bovenste laagje poeder vast last. Naast de kunststofprinter (op basis van nylon) beschikt 3dprintingcompany over een metaalprinter. Deze functioneert op hetzelfde principe maar om oxidatie tijdens de verhitting door de laser te voorkomen wordt het hele proces omgeven door een inert gas. Praktijkvoorbeelden over de aanpak van 3dPrintCompany Het volgende voorbeeld geeft een typisch praktijkvoorbeeld hoe een order in 3dprintingcompany wordt afgehandeld. Een ingenieur/ontwikkelaar van een bekende rela- tie zoekt op enig moment contact om eens van gedachten te wisselen over een flowmeter met een te lage nauwkeurigheid. De ingenieur weet dat zijn probleem te maken heeft met de inwendige vorm, maar met zijn kennis van conventionele fabricagetechnieken ziet hij geen verbetermogelijkheden. Het contact wordt min of meer geïnitieerd door nieuwsgierigheid maar ook door de reputatie van de leverancier. Met de vraagstelling kon direct een multidisciplinaire brainstormgroep bij elkaar worden geroepen. Dankzij de kennis over beschikbare expertises binnen het netwerk werd een ontwerper van het ingenieursbureau Tegeman uitgenodigd die kennis bezat over flowmeting én de mogelijkheden van 3d metaal printen. Binnen twee weken lag een prototype flowmeter met sterk verbeterde nauwkeurigheid op het bureau van de ingenieur. Het volgende voorbeeld toont een ander aspect van een netwerk-organisatievorm. Een bestaande relatie, Wolbers RVS, had een nieuw octrooi verworven met betrekking tot een nieuwe generatie mestinjectoren. N.a.v. een vraag van de klant betrekt 3dPrintCompany Roy Stroek van IDC junior designers (www.juniordesigners.nl) bij het project. IDC is een matching-bureau die Studenten met de studierichting Industrieel Ontwerpen koppelt aan prive en marktpartijen om op een andere manier met ontwerpvraagstukken om te gaan. Vanuit de klantvraag en 3D-printing wordt de problematiek anders benaderd. Bij aanvang van het project was nog niet duidelijk of het om een functioneel product of om een promotioneel product ging. Naarmate jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 11

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 12 de tijd verstreek bleken de verschillende ontwerpeisen van het bestaande (conventionele) ontwerp op een andere manier beter en eenvoudiger ingevuld konden worden. Vanuit dit veelbelovende perspectief kreeg het project meer de status van een functioneel product. De verwachting groeide dat met het nieuwe ontwerp de productie economisch vanuit China terug naar Europa gehaald kan worden. Ten tijde van het schrijven van dit artikel zijn al een aantal ontwerp-itteraties uitgevoerd. De verwachting is dat in twee maanden na de start van het project een eerste prototype in kunststof kan worden geprint. Aan de hand van dit prototype zal verder gekeken worden naar verbeteringen en een metalen prototype. Door de hele ontwikkeling van 3dprinting en het ontstaan van een hele nieuwe markt van digitale ontwerpen en ontwerpers wordt ook de ontwikkeling van modeleringssoftware gestimuleerd. Vele softwareleveranciers bieden een even zo grote verscheidenheid aan ontwikkeltools aan. Elke designer heeft zijn voorkeuren en elke combinatie van ontwerper / ontwikkeltool leidt tot een bepaalde specialisatie binnen de ontwerpmarkt als geheel. Met de organisatie van De magie van 3dprinten wordt komend jaar gestreefd om een ontmoetingsplaats van gespecialiseerde ontwerpers te zijn. Op deze manier wordt de kennis en kunde van 3dprinting binnen de regio verder vooruit geholpen. Conclusie Vergelijken wij de maakindustrie met bijv. de software industrie dan zou je over software kunnen zeggen: ontwikkelen is duur en kopiëren kost niets. Voor kleine aantallen kun je over 3d printen hetzelfde zeggen. De kosten zitten in de ontwikkeling. Het (prototype) product kost in verhouding weinig. Bovendien is de ontwikkeling digitaal net als bij de softwareontwikkeling. Gaat de voorkant van de 3d printen industrie op de software industrie lijken? Het eerste waar de auteur dan aan denkt is open source, freelance programmeurs, kortom een markt van ontwerpers die via internet hun werk uitwisselen. Wordt voor deze industrie de ISO 27000 een belangrijkere normering dan de ISO 900X? Er bestaat al een initiatief voor een website a la marktplaats om alle 3d-printers (ook van particulieren) in één vraag en aanbod website bij elkaar te brengen. Over een paar jaar heeft elke school een batterij aan 3d-printers staan. Particuliere opdrachtgevers kunnen prachtige stageopdrachten verstrekken. Over een paar jaar zoekt u als consument uw favoriete ontwerp op internet, specificeert een paar extra wensen, zoekt een freelancer (waar ook ter wereld) om het ontwerp hierop aan te passen en vervolgens laat u dit bij uw buurman printen. Wanneer deze manier van behoefte-invulling gaat werken, zal de conventionele industrie zich hierop moeten aanpassen. In de B2C-markt zal bijv. de marketingafdeling zich moeten gaan bezig houden met het ontdekken van populaire ontwerpen op internet, om deze vervolgens zelf te verbeteren (nieuw IE) en met een nog goedkopere productietechniek grootschalig op de markt zetten. Voor de B2B markt zullen gelijke ontwikkelstructuren ontstaan, echter geheimhouding en IE zullen belangrijke randvoorwaarden blijken te zijn. Dus toch ISO 27000?

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 13

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 14 Ir. Ing. J.H. Scholten Hans is afgestudeerd als werktuigbouwkundige aan de Universiteit Twente en heeft ruim 17 jaar gewerkt als ontwerper, projectleider en business developer in de Twentse high-tech industrie. Hans is een creatieve en strategische denker met passie voor techniek en duurzame energie. Samen met Jaap de Boer en Petra Zwijnenberg heeft hij in 2013 het bedrijf Energy-Watch opgericht. De systemen voorbij - ketenoptimalisatie & de energietransitie Ons huidige energiesysteem heeft een opbouw en infrastructuur die historisch gezien de ontwikkelingen en behoeften van elke generatie volgt. We hebben geen energietekort, het Nederlandse gas en elektriciteits-systeem is van hoge kwaliteit en het werkt met grote betrouwbaarheid. De uitdaging is om dit zo te houden en toch de duurzaamheidsdoelstellingen te halen. De veranderingen in de energiewereld gaan echter dermate snel dat ons energiesysteem zich niet vanzelf en tijdig zal kunnen aanpassen. Er is een verschuiving gaande van centrale opwek naar decentraal, van producent naar prosument, van fossiel naar duurzaam. Er is een omslag nodig in denken en doen en er wordt veel gesproken over innovaties die deze energie-transitie mogelijk moeten maken. Energievoorziening komt vrijwel dagelijks in het nieuws en er is al veel over geschreven. In het Energieakkoord voor duurzame groei van de SER van afgelopen September worden begrippen zoals innovatie, concurrentiepositie, hervormingen etc. vaak genoemd. De term kwaliteit komt in deze discussies en rapporten echter zelden voor, ondanks het feit dat ook bij kwaliteitsdenken soortgelijke begrippen zoals strategie, innovatie, transitie en bewustwording, een essentiële rol spelen. De definitie van kwaliteitsmanagement volgens Wikipedia is: kwaliteitsmanagement vloeit voort uit de overtuiging dat kwaliteit van producten en processen vrijwel altijd het gevolg is van zorgvuldige en nauwkeurige analyse en vervolgens daarop gebaseerde planning. De kwaliteit van een product of proces is daarmee een logisch gevolg van de beheersing van het proces. Op dit moment bevinden we ons middenin een bijzonder moeilijk beheersbaar proces; de huidige energie-transitie laat zich maar moeilijk meten en plannen. De vraag die in dit artikel gesteld wordt is: welke rol kan kwaliteitsmanagement spelen in deze energietransitie? Hiertoe worden in vogelvlucht de veranderingen geschetst die de energiewereld heeft doorgemaakt in het verleden en worden trends en bottlenecks beschreven die de huidige situatie en energietransitie kenmerken. Historie Energie Sector Een geschiedenis van Kansen, Crisissen en Keerpunten Het is zeker niet de eerste keer dat Nederland een energietransitie doormaakt. Na de tweede wereldoorlog waren kolen en goedkope olie de voornaamste energiebronnen. Kernenergie was de grote toekomstbelofte. Na de aanvankelijke stille ontdekking van het Groninger gasveld in 1959 ging de Nederlandse overheid een actief beleid voeren om het gebruik van aardgas te stimuleren. Aardgas werd gezien als een transitiebrandstof waarvan de baten goed aangewend konden worden voor het bekostigen van sociale voorzieningen, overheidspersoneel en onderwijs. De gedachte was dat, als het gas na 30 jaar op zou zijn, de belofte van schone en goedkope kernenergie inmiddels ingevuld zou zijn. De gasopkomst veroorzaakte grotendeels ook de kolenneergang. De kolenmarkt kwam dusdanig onder druk te staan dat in 1965 tot sluiting van de Nederlandse mijnen werd overgegaan. Binnen tien jaar was deze gehele bedrijfstak verdwenen. Nog geen 10 jaar later stond Nederland voor de volgende grote verandering: de oliecrisis van 1973. De macht die lange tijd bij de grote oliemaatschappijen had gelegen was overgegaan naar de olieproducerende landen en er was een global sellers markt ontstaan. De olie-exporterende landen bleken hiermee een bijzonder effectief handelswapen in handen te hebben die als vergeldingsmaatregel werd ingezet na de Jom Kipoer oorlog in het Midden- Oosten. Door de boycot steeg de prijs van olie explosief wat wereldwijd grote economische gevolgen had. Feit was dat de oliecrisis voor Nederland en de Westerse wereld het begin vormde van een langdurige periode van economische malaise die tot 1985 duurde en bepalend

was voor het ontstaan van het Nederlandse energiebeleid. Grondbeginselen van het energiebeleid - betrouwbaar, schoon en betaalbaar De periode van 1974-1986 werd gekenmerkt door de drang tot diversificatie van energiebronnen (risicospreiding en onafhankelijkheid van olie) en meer overheidsbemoeienis om de betrouwbaarheid en leveringszekerheid van energie te waarborgen. Er was een sterke behoefte aan een integrale energie-visie. Dit resulteerde in de Energienota van 1974; een vooruitstrevend document met een aantal visionaire elementen zoals: het efficiënt gebruik van grondstoffen, beperking van het energieverbruik, internationale vervlechting van de gehele energieketen (immers waar wordt samengewerkt, wordt niet gevochten) en ecologische inpasbaarheid. Om dit ambitieuze beleid uit te voeren was een actieve, doortastende en sturende rol van de overheid nodig. Over de inhoud waren vrijwel alle actoren het wel eens. De net-gebonden nutsbedrijven, Economische Zaken, de politiek, onderzoeksinstituten en adviseurs zagen in diversificatie de sleutel tot voorzieningszekerheid en betaalbaarheid van het energiesysteem. Dus: meer kolen, minder gas, meer kernenergie, meer duurzaam en meer besparen. Het bleek echter bijzonder moeilijk om deze visie in beleid te vatten en op te leggen aan de nutssector. Veel tijd en slagkracht ging verloren in een strijd over verantwoordelijkheden, spelregels, politieke sturing en de noodzakelijke structuur; een belangenstrijd over wie aan het stuur zit en over wie wat wanneer doet. Kenmerkend ook voor deze periode en bijdragend aan de toenemende complexiteit van het krachtenveld was de groeiende betrokkenheid en inspraak uit de samenleving. In deze periode ontstond de eerste echte Breed Maatschappelijke Discussie over nut en noodzaak van kernenergie. Met vallen en opstaan werden in deze periode de fundamenten gelegd voor ons huidige energiesysteem volgens de uitgangspunten: Betrouwbaar, Schoon en Betaalbaar. De aandacht voor schone en duurzame energie werd echter onverwacht aangewakkerd door een verschrikkelijk ongeluk. Tsernobyl, het milieu en duurzame energie Op Koninginnedag 30 April 1986 bereikten de eerste berichten Nederland dat er een nucleair ongeval had plaatsgevonden, naar later blijkt, de grootste nucleaire ramp met een kerncentrale uit de geschiedenis. Bijna 9 ton radioactief materiaal werd in Tsjernobyl de lucht in geslingerd. De directe gevolgen voor Nederland waren klein maar de politiek en maatschappelijke fallout van Tsjernobyl leidde tot een herbezinning van kernenergie en een jarenlang moratorium op de besluitvorming voor nieuwe kerncentrales. Duurzame energiebronnen werden steeds meer een speerpunt van het energiebeleid. In het rapport Our Common Future, uit 1987 van de VN-commissie Brundtland werd voor het eerst een heldere definitie voor duurzame ontwikkeling gebruikt: duurzame ontwikkeling sluit aan op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Het rapport heeft een enorme impact gehad op het energievraagstuk van de jaren 90. Milieu en klimaatbeleid werden gevleugelde begrippen en bepaalden de agenda. Energiebesparing moest het gebruik van Energie uit wind broeikas bevorderende fossiele energie zoveel mogelijk beperken. In plaats daarvan moest er zo snel mogelijk overgeschakeld worden naar duurzame bronnen. Dat laatste blijkt tot op de dag van vandaag echter nog niet bepaald eenvoudig. Een illustratief voorbeeld van de moeizame start van duurzame energie is het demonstratie windpark bij Sexbierum. Het project had drie ambitieuze doelstellingen: het testen van windenergie als duurzame energiebron, de inpassing daarvan in het elektriciteitsnet en het betrekken van de jonge Nederlandse windindustrie. Goede ervaringen waren opgedaan met de projectaanpak van de kerncentrale bij Dodewaard waarbij de toeleverende industrie sterk betrokken was. Dezelfde strategie werd ook hier toegepast om zoveel mogelijk ontwerp-, bouw-, en bedrijfskennis op jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 15

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder Bewustwording te doen. De ontwerpfilosofie voor nucleaire installaties werd overgenomen om 100% betrouwbaarheid te garanderen. Holec won de aanbesteding en kreeg opdracht 18 turbines voor 13,5 miljoen euro te bouwen. De ontwerpspecificaties en materiaaleisen die voor de kerncentrale van toepassing waren werden middels het pas geïntroduceerde kwaliteitskeurmerk ISO9001 onvoorwaardelijk doorgevoerd. Dus werden de bladen niet van glasvezel versterkt kunststof gemaakt, maar van staal. Het resultaat was dat Holec de windturbines feitelijk vanaf de grond af opnieuw ontwierp. Hierdoor werden de molens peperduur, het project liep 3 jaar uit en de prototypes bleken bijzonder storingsgevoelig. Betaalbaarheid, marktdenken en liberalisering Privatisering van staatsbedrijven en overheidsdiensten werd door de politiek vanaf eind jaren tachtig gezien als hét antwoord op vrijwel alle problemen. Staatsbedrijven waren log en traag, de publieke dienstverlening was inefficiënt en niet transparant. Aan die ellende zou allemaal een einde komen als de markt het voor het zeggen zou krijgen. De inzet hiervan was in het kort: meer markt, meer efficiency, meer innovatie, meer kwaliteit, minder overheid, minder regels. De trend voor liberalisering en privatisering sloot goed aan bij het Europese beleid van eind jaren 90 voor verdere integratie van de afzonderlijke lidstaten. In 1994 werd KPN naar de beurs gebracht en in navolging van deze succesvolle privatisering werden er ook plannen gemaakt voor de energiesector. bruik te voorkomen. Daarnaast werd de duurzame pijler van het energiebeleid verder versterkt door de duurzame doelstellingen concreet en ambitieus te definieren. Het gevoerde beleid leidde echter tot nieuwe problemen. Naast achterstallig onderhoud van de netten bleek uit onderzoeken ook dat er onvoldoende werd geinvesteerd in productiecapaciteit. Om aan deze zorgen tegemoet te komen werd in 2006 de Wet Onafhankelijk Netbeheer aangenomen. In deze wet werd geregeld dat de hoogspanningsnetten overgingen van de regionale netbeheerders naar landelijk netbeheerder TenneT en er kwam een groepsverbod voor netbeheer en commerciële activiteiten, wat feitelijk resulteerde in eigendomssplitsing. De Wet Onafhankelijk Netbeheer leidde tot grote controverses en eindigde met de verkoop van de energiebedrijven NUON en Essent, terwijl hun energienetwerken in handen bleven van regionale overheden of deels werden overgenomen door TenneT. Opmerkelijk is dat Nederland met deze wet nog steeds het enige land in Europa (en de wereld) is waar eigendomssplitsing wettelijk verplicht is. Wat heeft het ons nu opgeleverd? Heeft de splitsing nu geleid tot een hogere kwaliteit energie(voorziening) tegen een lagere prijs?. Het effect van energiesplitsing is lastig te scheiden van de effecten ten gevolge van gelijktijdige ontwikkelingen 1. Zo zijn er met name in de afgelopen 10 jaar grote verschuivingen geweest op het gebied van capaciteitsuitbreiding, opkomst duurzame energie, verschuiving van centrale naar decentrale opwek, veranderende kostenstructuur en de zeer lage CO2- prijzen, waardoor het CO2 emissiehandelssysteem niet werkt. 16 Met de derde Energienota die in 1995 werd gepresenteerd werd de pijler betaalbaarheid vorm gegeven eendachtig de filosofie: markt waar mogelijk, overheid waar nodig. Het voornaamste doel was het doorbreken van de positie van de monopolistische nutsbedrijven zodat er lagere energieprijzen zouden ontstaan. Voor de marktstructuur werd ingezet op vrije toegang tot de netwerken en scheiding van productie en levering. Transport zou onder toezicht van de overheid blijven om mis- Het blijft onduidelijk of liberalisering de doelstelling van grotere kostenefficiëntie en betaalbare energie voor de eindgebruiker heeft bevorderd. De key-performance-indicators voor prijs en beschikbaarheid geven geen uitsluitsel: Internationaal gezien liggen de Nederlandse tarieven nog steeds op het Europees gemiddelde. De betrouwbaarheid van de elektriciteitslevering in Nederland ligt met een beschikbaarheid van 99,996% hoger dan

in andere Europese landen. Maar dit hoge kwaliteitsniveau hadden we ook reeds vóór de liberalisering en splitsing van de energiesector. De liberalisering heeft nog een onvoorzien effect gehad, namelijk de opkomst van handelspartijen die grote risico s nemen zonder zelf verantwoordelijkheid te dragen als vergunninghouder. Eind 2012 gaat dit mis en vallen als dominostenen eerst Orro Energy, vervolgens Trianel en tenslotte Endon om. De failliete bedrijven bleken hoge risico s te hebben genomen tegen lage marges en waren zonder bezittingen niet in staat om tegenvallers op te vangen. Het blijkt ingewikkelder dan gedacht om energieleverancier te zijn en als gevolg hiervan worden strengere eisen gesteld aan de financiële, technische en organisatorische kwaliteit van handelspartijen. Duidelijk is ook dat de aanpak van het duurzaamheidsvraagstuk flink tekort is geschoten. Bijna twintig jaar na het formuleren van de eerste doelstelling voor duurzame energie is het aandeel in het totaal verbruik slechts 4,4 procent. Opmerkelijk hierbij is dat biomassa met een aandeel van 75% de belangrijkste bron van duurzame energie vormt. Hierbij moet de volgende kanttekening worden geplaatst: Elektriciteit opgewekt in de Nederlandse afvalverbrandingsinstallaties uit ongescheiden huishoudelijk en industrieel afval wordt voor de helft als duurzaam aangemerkt. Huishoudelijk restafval in Nederland bestaat namelijk voor ongeveer 50% uit biomassa (GFTafval, papier, karton, enz.). Hoewel het verbranden en terugwinnen van energie uit afval een uitstekende oplossing is voor het afvalprobleem, is het de vraag of het verbranden van afval nu werkelijk aangemerkt moet worden als duurzaam ; het is geen uitbreidbare energiebron. In dat licht bezien zou het aandeel duurzame energie nog geen 3% bedragen, een Afvalverbranding bijzonder mager resultaat voor twee decennia inspanningen. De Nederlandse Energie Sector vandaag De uitgestelde crisis - integratie van nieuwe duurzame bronnen Terugkijkend kan wel gesteld worden dat eind jaren 80, beginjaren 90 de tijdgeest rijp was voor grootschalige invoering van duurzame energie. Helaas bleken zon, wind en biomassa op dat moment geen enkele rol van betekenis te kunnen spelen. Nu duurzame bronnen wel een aanzienlijk aandeel van de energie-mix kunnen gaan uitmaken, beginnen de problemen rondom een grootschalige inpassing daarvan pas goed duidelijk te worden. De huidige Nederlandse elektriciteitssector bestaat momenteel uit vier schakels: productie, transmissie (hoogspanning, TenneT), distributie (midden- en laagspanning) en levering. Transmissie en distributie zijn gereguleerde activiteiten. Productie en levering vindt plaats in een vrije, geliberaliseerde markt. Deze fragmentatie van de energiesector is tot stand gekomen door de sterke focus op marktwerking in het energiebeleid. De huidige instrumenten ter bevordering van duurzame energie hebben ook als doel een concurrerende energiemarkt tot stand te brengen. Door deze focus op marktwerking, moeten duurzame bronnen nu meedoen in dezelfde energiemarkt als fossiele energiebronnen, hetgeen voor beide nadelig blijkt te zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de perfecte storm die de Nederlandse energiesector momenteel teistert: Als gevolg van onze duurzame doelstellingen komt steeds meer wind- en zonneenergie op de markt, terecht geholpen, door overheidsbeleid. Echter, zon en wind hebben vrijwel geen marginale kosten; na de initiële investering in zon en windparken kost het produceren van een extra hoeveelheid energie vrijwel geen geld; zon en wind zijn immers gratis. Bovendien krijgen zon en wind voorrang bij de invoeding op het elektriciteitsnet. Dit drukt de marktprijs van elektriciteit. Centrales op fossiele brandstoffen hebben echter wel hoge marginale kosten en de huidige hoge gasprijzen verergeren de situatie. Leverings- en productiebedrijven die (door de splitsingswet!) geïnvesteerd hebben in gas- jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 17

jaargang 27 themanummer 2014 De systemen voorbij, kwaliteit gaat verder 18 Fossiel balanceert duurzaam Toch kan kwaliteitsmanagement een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie, zeker op het voorziene lokale en decentrale niveau van energieproductie en consumptie. Overzicht over de energieketen is van groot belang omdat een toeneen kolencentrales boeken juist nu hele lage resultaten. Daarbij is door de economische crisis de algehele vraag naar energie afgenomen. Tegen deze achtergrond besluiten veel energiebedrijven nu hun gas- en kolencentrales te sluiten. Maar, deze centrales zijn juist hard nodig voor de balancering bij veranderingen in de energievraag en het aanbod van wind en zon. Er is nog wel degelijk voor tientallen jaren fossiele productiecapaciteit nodig in Nederland om de transitie naar een duurzamer energiesysteem mogelijk te maken. Dit voorbeeld laat zien dat de technologische ontwikkeling van (duurzame) energie die streeft naar laagste kosten per kwh, geen rekening houdt met balancerings- en inpassingskosten verderop in de energieketen. De fragmentatie van de energieketen heeft tot gevolg dat de kosten van integratie van duurzame energie op een andere plek terecht komen dan waar ze ontstaan, waarmee de prikkel verdwijnt om het probleem bij de bron aan te pakken. De energietransitie en ketenoptimalisatie De historische ontwikkelingen die hiervoor geschetst zijn laten ook zien dat er de afgelopen 30 jaar niets wezenlijks is veranderd aan de productiezijde van energie. Fossiele energiebronnen als aardgas en kolen domineren nog steeds de productiemix. Dat alles kan binnen 5 jaar veranderen als zon en wind doorgroeien in hetzelfde huidige groeitempo. In 2013 werd in Europa 11 GW aan windvermogen bijgeplaatst waarmee de totale windcapaciteit op 117 GW kwam. Met het huidige groeitempo is de verwachting dat er in 2020 een ruime verdubbeling (230GW) aan windvermogen in Europa wordt gerealiseerd en dat er in 2030 bijna weer van een verdubbeling sprake is (400GW) 2. Voor zon PV lijkt een nog steilere groeicurve te bestaan. In 2011 stond in Nederland 145 MW aan opgesteld zon vermogen. In 2013 was dat al ruim 504MW 3. Met deze exponentiele groei wordt in 2019 de grens van 5GW gehaald waarbij netbeheerder TenneT problemen verwacht met de netinpassing en balancering van zonnestroom. De verwachting dat rond 2020 bijna dertig procent van de stroomproductie uit zon en wind komt leidde eind 2013 tot de prikkelende uitspraak van Peter Molengraaf, CEO van netbedrijf Alliander: Als we niets doen, gaat in 2023 het licht uit als de zon schijnt. Van niets doen is gelukkig geen sprake; er verandert wel degelijk wat bij toonaangevende stakeholders zoals Alliander, Eneco en TenneT. Deze spelers binnen de energiesector worden zich steeds meer bewust van de opkomende kracht van decentrale en kleinschalige energieproductie door burgers en burgerinitiatieven. De energieonbewuste en -onbekwame massa aansluitingen evolueert tot bewuste en bekwame energie up- & downloaders. Is het MKB in Nederland zich ook bewust van deze veranderingen en voorbereid op de nieuwe energiescenario s? Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat in de toekomst de prijs van elektriciteit per 15 minuten gaat variëren; er zullen momenten zijn dat het niks kost en momenten zijn dat stroom onbetaalbaar is. Terug naar de vraag: welke rol kan kwaliteitsmanagement spelen in de energietransitie? De veranderingen in de energiewereld lijken bijna haaks te staan op de bijna statische aard van de definitie van kwaliteitsmanagement zoals gegeven in de inleiding: zorgvuldige en nauwkeurige analyses die leiden tot planning & beheersing. De historische terugblik in de voorgaande hoofdstukken lijkt namelijk uit te wijzen dat elke opvolgende energietransitie complexer en daarmee moeilijker planbaar en beheersbaar was.