Exact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2

Vergelijkbare documenten
EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

De Wetenschappelijke notatie

1 Rekenen met gehele getallen

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Exact Periode 5.1. Rekenvaardigheid Controlekaarten

H1 Werken met hoeveelheden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

SAMENVATTING BASIS & KADER

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

Exact Periode 9.1. Rekenvaardigheid Controlekaarten

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Elementaire rekenvaardigheden

Significante cijfers en meetonzekerheid

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

De uitleg in dit moduul is gebaseerd op een CASIO rekenmachine fx-82ms. Voor de verschillen met de TI-30X II zie de bijlage achterin.

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Getal omzetten naar technische notatie: Typ een getal in, bijvoorbeeld Druk op = en dan op ENG. Nu staat er: 123, x 1006

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Wiskundige vaardigheden

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

3.1 Haakjes wegwerken [1]

Voorkennis : Breuken en letters

LESFICHE 1. Handig rekenen. Lesfiche 1. 1 Procent & promille. 2 Afronden. Procent of percent (%) betekent letterlijk per honderd.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

WISNET-HBO. update aug. 2011

Voorkennis : Breuken en letters

Significante cijfers en meetonzekerheid

1.Tijdsduur. maanden:

1. Optellen en aftrekken

3.2 Basiskennis De getallenlijn Symbolen, tekens en getallen. 92 Algebra. Inhoofdstuk1zijnaandeordegeweest: Het=teken. =staat.

Decimaliseren. 1.1 Vereenvoudigen Verhoudingen omzetten Afronden Oefeningen 4

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

Thema 0 Bouwstenen Naam Klas. Startdatum / lesnr. cijfer

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Rekenen met cijfers en letters

4. Exponentiële vergelijkingen

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

4,7. Praktische-opdracht door een scholier 1959 woorden 1 juni keer beoordeeld

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

woensdag 14 december :06:43 Midden-Europese standaardtijd

4. Exponentiële vergelijkingen

Noorderpoortcollege school voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 periode 3. M. van der Pijl. Transfer Database

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

1.1 Opbouw en naamgeving van decimale getallen. vijf honderd drie en twintig komma vier en twintig

(o.a. voor 2F en 3F) Inhoud

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

VAKANTIEWERK WISKUNDE

Praktisch bestaan er enkele eenvoudige methoden om een decimaal getal om te zetten naar een binair getal. We bespreken hier de twee technieken.

Werken met de rekenmachine

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken

1.1 Rekenen met letters [1]

In dit stuk worden een aantal berekeningen behandeld, die voor verschillende kostenberekeningen noodzakelijk zijn:

Domeinbeschrijving rekenen

Basiskennis van machten WISNET-HBO. update juli 2007

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

Download gratis de PowerPoint rekenen domein getallen:

1.3 Rekenen met pijlen

D A G 1 : T W E E D O M E I N E N

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur ( uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Hoe schrijf je de logaritmische waarden welke bij db s horen?

Grootheden, eenheden, voorvoegsels, symbolen

1 Complexe getallen in de vorm a + bi

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

Inleiding in de natuurkunde. 1 Wat is natuurkunde? 2 Grootheden en eenheden 3 Voorvoegsels van eenheden 4 Afronden na vermenigvuldigen en delen

Trillingen en geluid wiskundig

Uw gebruiksaanwijzing. TEXAS INSTRUMENTS TI-30 ECO RS

Aanvulling hoofdstuk 1

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Rekenen met letters. RGO-Middelharnis 1. 1 c RGO-wiskunde

Hoofdstuk 1 : REKENEN

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Antwoorden bij Rekenen met het hoofd

Doe eenvoudige opgaven zonder een rekenmachine. XX. Gebruik een rekenmachine bij moeilijke opgaven. Controleer de berekening door te schatten.

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

= (antwoord )

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 Periode M. van der Pijl.

Wereld in Getallen Blok 4A groep 6

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Transcriptie:

Exact periode 1.1 0 = 1 h = 0,000000000000000000000000000000000662607Js h= 6,62607. -34 Js 12 * 12 = 1,4. 2 1

Instructie gebruik CASIO fx-82ms 1. Instellingen resetten tot begininstellingen <SHIFT> <CLR> 3 < = > <AC> 2. Komma gebruiken voor decimale getallen <MODE> <MODE> <MODE> <MODE> 1 <MODE> 2 3. Getallen met machten van Gebruik de <EXP> Voorbeelden: 3,483 15 3. 483 <EXP> 15 (Kijk goed naar de display) 1,601-19 1.601 <EXP> (-) 19 (Kijk goed naar de display) 4. getallen in het geheugen zetten Getal intypen <SHIFT> <STO> <A> Door <B> of een andere letter te gebruiken kan je meerdere getallen opslaan. 5. Een getal uit het geheugen halen <RCL> <A> Of een andere letter Oefenen: Kijk in BINAS tabel 7 2

1. Bereken N A * m p geef je antwoord in kg 2. Bereken m e e in kg/c 3. Voor geel licht geldt f = 0,53 15 Hz Bereken h f 3

Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden. Als een grootheid gemeten is, wordt het resultaat uitgedrukt in een eenheid. Voorbeeld: Je bepaalt de massa (m) van een hoeveelheid NaCl. Dit is het resultaat: m = 23,3 g m, massa is de grootheid. g, gram is de eenheid. Andere voorbeelden van eenheden (met bijbehorende symbolen): 4

1.3 Machten van (positief en negatief en nul). Machtsverheffen betekent: een getal een aantal maal vermenigvuldigen met zichzelf. 3² betekent 3*3 (=9). In dit voorbeeld heet 3 het grondtal en 2 de exponent. 4³ = 4*4*4 We gaan speciaal aandacht besteden aan de machten van omdat die veel worden gebruikt bij het weergeven van uitkomsten. BINAS: tabel 6A t/m D en tabel 7 5

Exponenten kunnen ook negatief zijn. In onderstaand schema wordt de betekenis van negatieve exponenten duidelijk. Een pijl omhoog betekent: vermenigvuldigen met. Een pijl omlaag betekent: delen door. 00000 0000 000 00 0 ² 0,001 1 00 Je ziet dus dat -3 1 hetzelfde betekent als 3. Het minteken geeft aan: één gedeeld door 6

1.4 Rekenen met machten van. 1. vermenigvuldigen Als machten van met elkaar worden vermenigvuldigd moet je de exponenten optellen. ²*³= 2+3 = 5 Want 0*00=0000 (zie schema hierboven) 2. delen Als machten van op elkaar worden gedeeld moet je de exponenten aftrekken. ²:³= 2-3 = -1 Want 0:00=0,1 (zie schema hierboven) Let op: - - verandert in + 3-(-2)=3+2=5 ²: - ³= 2-(-3) = 2+3 = 5 7

Onthouden: 0 =1 Algemene rekenregels: (m en n stellen getallen voor) m n = m+n m : n = m-n n 1 n 8

9 oefensommen 1.4 2 6 1 2 3 3 2 3 5 2 7 3 4 2 2 4 6... 4 2 1 j. 1 i. h. g. f. e. d. c. b. a.

oefenlink: rekenen met machten van Uitleg in de powerpoint-presentatie: 01a rekenen met machten van (powerpoint)

1.5 Voorvoegsels, gigahandig. Een voorvoegsel staat voor een eenheid. In BINAS tabel 2 zie je welke voorvoegsel er zijn. Ook de bijbehorende machten van staan erbij. kilo, k betekent: maal ³; dus maal 00. 1,8 km = 1,8.³m milli, m betekent: maal -3 ; dus maal 0,001 32 mg = 32. -3 g 1 a. 2,3 kg = g b. 45 dm = m c. 3,4. 4 mm = m d. 4,9. 2 Ms = s 11

2 a. 2,3. 4 g = kg b. 0,54. -2 ms = s c. 53 ml = l 3 a. 5,4 g.cm -3 = kg.m -3 b. 12 cm 3 = ml c. 12 m 3 /min = l/s d. 24 m 2 /h = m 2 /s e. 0,2 g/l = mg/ml 12

Zie ook de prezi :eenheden van dichtheid omrekenen Zie ook de powerpoint-presentatie: 01b rekenen met voorvoegsels 13

1.6 Wetenschappelijke notatie. Het woord notatie betekent: manier van opschrijven. Een getal kan op verschillende manieren opgeschreven worden, met verschillende machten van. 3138 = 313,8. 1 = 31,38.² = 3,138.³ = 0,3138. 4 = 0,03138. 5 = enz Allemaal notaties voor hetzelfde getal. Onthouden :Bij de wetenschappelijke notatie staat er één cijfer ( 0) voor de komma. 3,138.³ staat in de wetenschappelijke notatie 14

Schrijf de getallen die hieronder staan in de wetenschappelijke notatie. a. 0,0352 = b. 34,53 = c. 0,0943 = d. 132. -2 = e. 0 = f. 0,280. 6 = 15

1.7 Het aantal significante cijfers. 41,6540.³ Het woord significant betekent: betekenisvol, boeiend. Het aantal significante cijfers geeft de precisie van het getal aan. 3,138.³ is preciezer dan 3,14.³ 4 significante cijfers, 3 significante cijfers Let op: Nullen die voor andere cijfers staan tellen niet mee. Nullen die achter andere cijfers staan tellen wel mee 0,1380.³ 0,0318. 5 4 significante cijfers, 3 significante cijfers de nul na de acht telt mee de nul voor de drie telt niet mee Het aantal significante cijfers speelt een rol bij afronden van het antwoord van een vermenigvuldiging of een deling. 16

1.8 Het aantal decimalen. 41,6540.³ Het woord decimalen betekent: cijfers achter de komma. Het aantal decimalen speelt een rol bij afronden van het antwoord van een optelling. 15,890.³ heeft 5 significante cijfers en 3 decimalen 1.9 Afrondregel bij vermenigvuldigen en delen. 8:3=3 (?!) Als getallen worden vermenigvuldigd moet je letten op het aantal significante cijfers van die getallen. Ga uit van het laagste aantal. Het antwoord moet afgerond worden tot het laagste aantal significante cijfers. Hetzelfde geldt bij delen. 5,43 * 3,1 = 17 Aantal significante cijfers: 3 en 2 wordt: 2 9,2 * 42 = 3,9. 2 Aantal significante cijfers: 2 en 2 wordt: 2 17

Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers a. 2,34*0,821 = b. 22,0/3,0 = c. 3,0. 2 *0,06 = d. 3,591*2,322/0,0140 = 18

1. Afrondregel bij optellen en aftrekken 51+0,6=52 Als getallen worden opgeteld moet je letten op het aantal decimalen van die getallen. Ga uit van het laagste aantal. Het antwoord moet afgerond worden tot het laagste aantal decimalen. Hetzelfde geldt bij aftrekken. 5,43 + 3,1 = 8,5 Aantal decimalen: 2 en 1 wordt 1 9,2 42 = -33 Aantal decimalen: 1 en 0 wordt 0 19

1. Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers a. 2,34-0,821 = b. 22,0-3,0 = c. 3,0. 2 +0,06. 2 = d. 3,591+2,322-0,0140 = 2. Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers en in de wetenschappelijke notatie. a. (3,21+0,03)*0,0821 = b. 9,43/(182-91,21) = c. 5,4. 3 +4,3. 2 = d. 0,52*73+1,2883 = 20

oefenen links : decimalen significante cijfers afronden1 afronden2 afronden3 21

Voorvoegsels oefenblad LO41 periode 1 Invullen: d deci -1 0,1 1/ m 6 k 0,01 1/00000 G 22

Omrekenen: Geef je antwoord met het juiste aantal cijfers. a.) 134 cm = m b.) 0,094 km = m c.) 0,2 kg = g d.) 28 ms = s e.) 0,045 s= ms f.) 65 g = kg g.) 0,009 m 3 = dm 3 h.) 19,0 kg.dm -3 = g.cm -3 23