Exact periode 1.1 0 = 1 h = 0,000000000000000000000000000000000662607Js h= 6,62607. -34 Js 12 * 12 = 1,4. 2 1
Instructie gebruik CASIO fx-82ms 1. Instellingen resetten tot begininstellingen <SHIFT> <CLR> 3 < = > <AC> 2. Komma gebruiken voor decimale getallen <MODE> <MODE> <MODE> <MODE> 1 <MODE> 2 3. Getallen met machten van Gebruik de <EXP> Voorbeelden: 3,483 15 3. 483 <EXP> 15 (Kijk goed naar de display) 1,601-19 1.601 <EXP> (-) 19 (Kijk goed naar de display) 4. getallen in het geheugen zetten Getal intypen <SHIFT> <STO> <A> Door <B> of een andere letter te gebruiken kan je meerdere getallen opslaan. 5. Een getal uit het geheugen halen <RCL> <A> Of een andere letter Oefenen: Kijk in BINAS tabel 7 2
1. Bereken N A * m p geef je antwoord in kg 2. Bereken m e e in kg/c 3. Voor geel licht geldt f = 0,53 15 Hz Bereken h f 3
Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden. Als een grootheid gemeten is, wordt het resultaat uitgedrukt in een eenheid. Voorbeeld: Je bepaalt de massa (m) van een hoeveelheid NaCl. Dit is het resultaat: m = 23,3 g m, massa is de grootheid. g, gram is de eenheid. Andere voorbeelden van eenheden (met bijbehorende symbolen): 4
1.3 Machten van (positief en negatief en nul). Machtsverheffen betekent: een getal een aantal maal vermenigvuldigen met zichzelf. 3² betekent 3*3 (=9). In dit voorbeeld heet 3 het grondtal en 2 de exponent. 4³ = 4*4*4 We gaan speciaal aandacht besteden aan de machten van omdat die veel worden gebruikt bij het weergeven van uitkomsten. BINAS: tabel 6A t/m D en tabel 7 5
Exponenten kunnen ook negatief zijn. In onderstaand schema wordt de betekenis van negatieve exponenten duidelijk. Een pijl omhoog betekent: vermenigvuldigen met. Een pijl omlaag betekent: delen door. 00000 0000 000 00 0 ² 0,001 1 00 Je ziet dus dat -3 1 hetzelfde betekent als 3. Het minteken geeft aan: één gedeeld door 6
1.4 Rekenen met machten van. 1. vermenigvuldigen Als machten van met elkaar worden vermenigvuldigd moet je de exponenten optellen. ²*³= 2+3 = 5 Want 0*00=0000 (zie schema hierboven) 2. delen Als machten van op elkaar worden gedeeld moet je de exponenten aftrekken. ²:³= 2-3 = -1 Want 0:00=0,1 (zie schema hierboven) Let op: - - verandert in + 3-(-2)=3+2=5 ²: - ³= 2-(-3) = 2+3 = 5 7
Onthouden: 0 =1 Algemene rekenregels: (m en n stellen getallen voor) m n = m+n m : n = m-n n 1 n 8
9 oefensommen 1.4 2 6 1 2 3 3 2 3 5 2 7 3 4 2 2 4 6... 4 2 1 j. 1 i. h. g. f. e. d. c. b. a.
oefenlink: rekenen met machten van Uitleg in de powerpoint-presentatie: 01a rekenen met machten van (powerpoint)
1.5 Voorvoegsels, gigahandig. Een voorvoegsel staat voor een eenheid. In BINAS tabel 2 zie je welke voorvoegsel er zijn. Ook de bijbehorende machten van staan erbij. kilo, k betekent: maal ³; dus maal 00. 1,8 km = 1,8.³m milli, m betekent: maal -3 ; dus maal 0,001 32 mg = 32. -3 g 1 a. 2,3 kg = g b. 45 dm = m c. 3,4. 4 mm = m d. 4,9. 2 Ms = s 11
2 a. 2,3. 4 g = kg b. 0,54. -2 ms = s c. 53 ml = l 3 a. 5,4 g.cm -3 = kg.m -3 b. 12 cm 3 = ml c. 12 m 3 /min = l/s d. 24 m 2 /h = m 2 /s e. 0,2 g/l = mg/ml 12
Zie ook de prezi :eenheden van dichtheid omrekenen Zie ook de powerpoint-presentatie: 01b rekenen met voorvoegsels 13
1.6 Wetenschappelijke notatie. Het woord notatie betekent: manier van opschrijven. Een getal kan op verschillende manieren opgeschreven worden, met verschillende machten van. 3138 = 313,8. 1 = 31,38.² = 3,138.³ = 0,3138. 4 = 0,03138. 5 = enz Allemaal notaties voor hetzelfde getal. Onthouden :Bij de wetenschappelijke notatie staat er één cijfer ( 0) voor de komma. 3,138.³ staat in de wetenschappelijke notatie 14
Schrijf de getallen die hieronder staan in de wetenschappelijke notatie. a. 0,0352 = b. 34,53 = c. 0,0943 = d. 132. -2 = e. 0 = f. 0,280. 6 = 15
1.7 Het aantal significante cijfers. 41,6540.³ Het woord significant betekent: betekenisvol, boeiend. Het aantal significante cijfers geeft de precisie van het getal aan. 3,138.³ is preciezer dan 3,14.³ 4 significante cijfers, 3 significante cijfers Let op: Nullen die voor andere cijfers staan tellen niet mee. Nullen die achter andere cijfers staan tellen wel mee 0,1380.³ 0,0318. 5 4 significante cijfers, 3 significante cijfers de nul na de acht telt mee de nul voor de drie telt niet mee Het aantal significante cijfers speelt een rol bij afronden van het antwoord van een vermenigvuldiging of een deling. 16
1.8 Het aantal decimalen. 41,6540.³ Het woord decimalen betekent: cijfers achter de komma. Het aantal decimalen speelt een rol bij afronden van het antwoord van een optelling. 15,890.³ heeft 5 significante cijfers en 3 decimalen 1.9 Afrondregel bij vermenigvuldigen en delen. 8:3=3 (?!) Als getallen worden vermenigvuldigd moet je letten op het aantal significante cijfers van die getallen. Ga uit van het laagste aantal. Het antwoord moet afgerond worden tot het laagste aantal significante cijfers. Hetzelfde geldt bij delen. 5,43 * 3,1 = 17 Aantal significante cijfers: 3 en 2 wordt: 2 9,2 * 42 = 3,9. 2 Aantal significante cijfers: 2 en 2 wordt: 2 17
Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers a. 2,34*0,821 = b. 22,0/3,0 = c. 3,0. 2 *0,06 = d. 3,591*2,322/0,0140 = 18
1. Afrondregel bij optellen en aftrekken 51+0,6=52 Als getallen worden opgeteld moet je letten op het aantal decimalen van die getallen. Ga uit van het laagste aantal. Het antwoord moet afgerond worden tot het laagste aantal decimalen. Hetzelfde geldt bij aftrekken. 5,43 + 3,1 = 8,5 Aantal decimalen: 2 en 1 wordt 1 9,2 42 = -33 Aantal decimalen: 1 en 0 wordt 0 19
1. Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers a. 2,34-0,821 = b. 22,0-3,0 = c. 3,0. 2 +0,06. 2 = d. 3,591+2,322-0,0140 = 2. Bereken en geef je antwoord in het juiste aantal cijfers en in de wetenschappelijke notatie. a. (3,21+0,03)*0,0821 = b. 9,43/(182-91,21) = c. 5,4. 3 +4,3. 2 = d. 0,52*73+1,2883 = 20
oefenen links : decimalen significante cijfers afronden1 afronden2 afronden3 21
Voorvoegsels oefenblad LO41 periode 1 Invullen: d deci -1 0,1 1/ m 6 k 0,01 1/00000 G 22
Omrekenen: Geef je antwoord met het juiste aantal cijfers. a.) 134 cm = m b.) 0,094 km = m c.) 0,2 kg = g d.) 28 ms = s e.) 0,045 s= ms f.) 65 g = kg g.) 0,009 m 3 = dm 3 h.) 19,0 kg.dm -3 = g.cm -3 23