Dag 3 Lollige letters

Vergelijkbare documenten
Dag 1: Lettergrepensoep met rijmballetjes

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Dag 1: Knip- en plakwerk

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Dag 5: Als de kast aan t praten gaat

Dag 2 Letterlijke figuurtjes

Dag 2: Combi-ja, combi-nee(r)

Dag 2 Letterlijke figuurtjes

Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft.

Dag 4 Een kilootje poëzie, alstublieft.

Dag 2 Rare rijmende regels

Dag 3: Veelzijdige woorden

akelige doosjes Dag 3 Monsters in Lesdoelen Materialen Voorbereiding Coöperatieve werkvormen in deze les

Dag 4: t Zit m in die ene letter

Dag 1 Kaders vol kunst!

Dag 3: t Ruikt hier naar poëzie

Dag 2 Monstergedichten

Dag 5 De stoute dingen-symfonie

Dag 5 De stoute dingen-symfonie

Dag 2: Pientere poëten en enge suikerspinnen

Dag 3 Gekke dieren. Lesdoelen. Materialen. Voorbereiding. Coöperatieve werkvormen in deze les

Dag 4 Oost, west, thuis best!

Dag 3 Geluidengedichten

Dag 2 Gevoelensgedichten

Je eigen nieuwjaarsbrief

Navorming rond poëzie Sandrine Lambert

Voordoen (modelen, hardop denken)

Dag 4: Ritselraadsels

Voordoen (modelen, hardop denken)

Thema 5: Lijken dieren op elkaar? webversie

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

Voordoen (modelen, hardop denken)

MOERASBOS IN STADSHAGEN. Thema: natuur

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Lestip 'Die hoed zit goed'

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Winkelen in het bos?

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

De parabel van de Talenten

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Werkblad bij het gedicht Ik en jij

Uitgeschreven interviews van groep tien

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Clown durft. Luk Depondt Guido Van Genechten GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,95. Uitgeverij: Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Dobbelstenenrace LESRICHTLIJN OVERZICHT LES LESDOELEN MATERIALEN, MIDDELEN EN VOORBEREIDING. Opstarten - 15 minuten

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

LEERKRACHTGEDEELTE HOE-FILES: HOE ZIE IK ER SEXY UIT?

Thema 6: Kun je verloren lopen in je gedachten? webversie

... Dag 1... MentorMix Elke dag beter. Maak de wereld iedere dag een beetje mooier. Help mee!

t Vuil Reclametruukske

Lesbrief bij Romeo is op Julia en Layla op Majnun

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Bron foto s: Pixabay

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

Workshop 6 oktober 2010 Mieke Vermeulen. opzet van de workshop Gedichten lezen en schrijven en hoe je dat doet met de leerlingen van je groep

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

LESBRIEF MODDER THEATERGROEP KOETERWAALS

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Liefdesgedichten schrijven

Bekende bijbelse verhalen

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s.

Een boek presenteert a.d.h.v. een boekendoos; Een samenvatting maakt; Een mening vormt (met argumenten).

Algoritmes in het dagelijks leven:

1 Een flus? Fien wil een flus

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

Spreekbeurt, en werkstuk

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

Auteur: Kimberley Meinen, Communication & Multimedia Design, NHL Leeuwarden. Digitaal portfolio voor het basis- en voortgezet onderwijs

Les 1 Kikker en de Vreemdeling

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Zoveel heb ik jou lief

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Een verhaal schrijven

Overzicht Affichespel

Toneelspelen KINDERLITERATUUR

Liefde, voor iedereen gelijk?

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 5-6. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Kinderboekenweek 2016

lezen Sinterklaastip

Accent op materiaal. Titel les/thema Vingerpopjes Graad: 3 Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

7.4 Script en plaatjes les

Samen een dierentuin nabouwen. Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

BLOK 1 thema 1 Kennismaking

Benodigdheden: Filmpje brein uitleg: overtuigingen en het effect op leren Kaartjes helpende en remmende gedachten, zie bijlage 1

Briefjes op ramen en deuren

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Transcriptie:

Dag 3 Lollige letters 1 VOORBEREIDING > Kopieer kopieerblad 1 en 2 één keer per duo (van beide voorzie je best enkele extra s voor vlugge werkers). Kopieer deze NIET recto-verso. Dat is makkelijker voor het overschrijven van de kladversie naar de nette versie. > Voorzie (enkel wanneer je het gedicht niet kunt projecteren) voor elke leerling een kopie van de gedichten op bronnenblad 1. 2 LESGANG Alliteraties met namen bedenken Laat de leerlingen een grote kring vormen (rond de banken in je eigen klas of ga naar een ruimte waar wat meer plaats is). Vraag hen hun eigen naam luidop uit te spreken. Dat mag door elkaar. Nu zoeken ze een handeling met dezelfde beginletter als hun eigen naam. Geef enkele voorbeelden: Bij sommige namen is dat heel makkelijk bv. lachende Lisa, roeiende Roos, snijdende Staf Voor sommige namen is dat wat moeilijker maar dan mag je dat met wat fantasie aanpakken: bv. citroenen etende Cédric, mooie liedjes zingende Marta, ruikend aan bloemen Rachid Geef even tijd om hierover na te denken. Help eventueel wie niet direct op een handeling komt. Als iedereen iets heeft gevonden, vraag je hen een beweging bij de handeling te verzinnen: Bv. Lachende Lisa stapt naar voor en doet alsof ze plat ligt van het lachen; ruikend aan bloemen Rachid doet een pirouette met zogezegd bloemen in zijn hand en ruikt eraan Als ook iedereen een beweging heeft bedacht, laat je de leerlingen elk om de beurt naar het midden stappen. Terwijl ze dat doen, zeggen ze hun alliteratie en tonen ze de bijhorende beweging. Dan gaat de persoon terug in de kring staan. Nu doet iedereen (persoon zelf incluis) dit na. Daarna is de volgende persoon aan de beurt. Als iedereen is geweest doe je een tweede ronde, maar nu vraag je om te overdrijven: Wie een nieuwe handeling kan bedenken (met uiteraard dezelfde beginletter als de eigen naam), gecombineerd met een nieuwe beweging mag dat natuurlijk doen! Stimuleer die creativiteit! > Zeg de handeling met naam extra luid, met een bijzondere stem, extra grappig > Maak je beweging extra groot, super afgewerkt > Als je de klasgenoot nadoet, neem je zijn overdrijvingen perfect over, natuurlijk! Na de tweede ronde laat je iedereen terug plaatsnemen op de eigen stoel. didactische suggesties dag 3 1

Lettergrepengedichten onderzoeken Lees deze gedichten traag voor. Gedicht 2 is gemakkelijker dan gedicht 1. Daarbij kun je ook expressief uitbeelden. 1 wie wist waarom wanda witte wollen wanten wou wouter wist waarom wanda wanten wilde wanda wou wanten wegens woest winters weer waarom wanda wollen wanten wilde wist wim wanda wilde wollen wanten want wol was warm waarom wanda witte wanten wou wisten wij wel wanda wilde witte wanten want wanda wist waarin witte was weer wit wordt warm wijwater werkt witte wol wel wat weken weken Ted van Lieshout Uit: Hou van mij, p. 145 ISBN 978-90-258-5521-5 2 me sokke sakke so me sokke sakke so me sokke sakke somaar op me voete se o se sakke so se o se sakke so souen er soms stiekelties in moete? Joke van Leeuwen Uit: ÉÉN GEDICHT IS NOOIT GENOEG ISBN 978-90-5930-658-5 Vraag welke techniek de dichter heeft gebruikt: Hoe is de dichter elke keer tot het gedicht gekomen? Hij/zij heeft allemaal woorden gezocht die met dezelfde letter beginnen of woorden die ongeveer met dezelfde letter beginnen een beetje aangepast (mijn sokken zakken zo me sokke sakke so). Het lijkt wat op kindertaal of op dialect. Projecteer gedichten 1 en 2 (bronnenblad 1) om de beurt. Kun je niet projecteren? Bezorg de leerlingen dan het bronnenblad als kopieerblad zodat ze de gedichten toch kunnen volgen. Vraag bij elk gedicht: > Hoe klinkt dit gedicht? > Wat vind je moeilijk aan de gedichten? > Waar gaat het gedicht over? Bespreek daarbij moeilijke woorden zoals stiekelties (elastiekjes). Elastiekjes zouden het afzakken tegengaan. > Wat vind je van het herhalen van die beginletter? 2 didactische suggesties dag 3

Projecteer om de beurt gedicht 3 en 4 van bronnenblad 1. Kun je niet projecteren? Bezorg de leerlingen dan het bronnenblad als kopieerblad zodat ze de gedichten toch kunnen volgen. 3 Een varken met een strik kreeg van het schrokken op een dag de hik. Het hikte en het schrok, waardoor de hik van die schrik plotseling weer verdween. En zijn strik? Die at het varken op. Per vergissing. Ook van die schrik. En toen? Toen kreeg het varken weer de hik. Maar dan zonder strik. Geert De Kockere 4 Een olifant met een pruillip tot aan de grond slurfte slomber rond. Want zijn moeder had hem ach die moeders toch een nieuwe trui geslurft. Met van zijn staart tot aan zijn kop een reuzenmuis erop. Geert De Kockere Uit: Er is iets aan de kip met je hand, p.93 ISBN 978-94-6291-263-2 Ga met de leerlingen op zoek naar de alliteraties en neologismen in het gedicht en bespreek: Gedicht 3 Bespreek eerst de inhoud. > Wat vind je van het gedicht? > Welk effect heeft het op je? > Wat vind je grappig/ontroerend? Bespreek dan de vorm. > Welke lettergroepjes worden herhaald? schr / ik / ok Kleur die lettergroepen in het gedicht op het bord of laat ze aanduiden op het kopieerblad. > Bestaat elk woord in het gedicht? Ja > Met welke woorden speelt de dichter? schrik/schrok/hik/strik > Kan wat in het gedicht wordt verteld echt gebeuren? Neen didactische suggesties dag 3 3

Gedicht 4 Bespreek eerst de inhoud. > Wat vind je van het gedicht? > Welk effect heeft het op je? > Wat vind je grappig/ontroerend? Bespreek dan de vorm. > Welk lettergroepje wordt herhaald? Sl > Met welke woorden speelt de dichter? De dichter maakt net met die lettergroep sl nieuwe woorden. Somber wordt slomber; slurfen bestaat eigenlijk niet (maar de dichter heeft wellicht aan het werkwoord smurfen gedacht; uit de verhalen van de blauwe mannetjes, die smurfen werkelijk alles ) > Kan wat in het gedicht wordt verteld echt gebeuren? neen Besluit: > Een gedicht kan heel origineel worden als je een bepaalde letter herhaalt (door woorden te zoeken die bestaan of door die woorden zelf te verzinnen). > Zo n gedicht is leuk als de inhoud niet echt kan gebeuren. Gedichten met alliteraties en neologismen schrijven Verdeel de klasgroep in duo s (of trio s). Deel de kopieerbladen 1 en 2 uit en leg de opdracht stapsgewijs uit: Stap 1: Noteer op je kopieerblad een woord. Dat kies je zelf. Zoek dan zo veel mogelijk woorden met dezelfde beginletter. Raak je vast? Neem er dan een woordenboek bij! Je mag in deze stap ook kiezen voor een woord waarvan je dezelfde lettergroep herhaalt (zoals de dichter dat bijvoorbeeld deed bij schrik, schrok ). Stap 2: Kun je ook woorden met diezelfde letter of lettergroep verzinnen? Hoeveel nieuwe woorden kunnen jullie maken? Stap 3: Bekijk de verzamelde woorden goed. Zie je er ergens een verhaaltje in als je bepaalde woorden bij elkaar zet? Probeer in het klad de woorden zo bij elkaar te zetten dat er een verhaal ontstaat. Je mag natuurlijk de woorden aanvullen met andere woorden of er zinnen mee maken, zoals in de gedichten die we daarnet gezien hebben. Stap 4: Ga zo lang door tot je vindt dat jullie gedicht af is. Zet het dan in het net. Werktijd Treed tijdens de werktijd als coach op: beloon, daag uit en ga vooral zelf zo weinig mogelijk suggesties doen. (Te) vlugge werkers kun je aansporen om het gedicht nog mooier te maken of je kunt hen een tweede, een derde versie laten maken met andere letterherhalingen, lettergroepen Of je kunt hen een grappige of een griezelige of variant laten maken. 4 didactische suggesties dag 3

Op het proces en het product reflecteren Laat enkele groepen hun gedicht voorlezen. Bespreek: > Welke alliteraties/bedachte woorden ontdekte je? > Welke woorden vind je knap gevonden? > Wat vond je moeilijk? Wat was gemakkelijk? > Wat vind je van het resultaat? > Wat zou je volgende keer anders doen? Maak een poëziewand (of poëzieboom, -draad, -blok, -doos ) waar de dichters hun werk kunnen tentoonstellen. Domeinoverschrijdend werken? Wil je nog verder gaan? Dan kunnen de gedichten onder handen genomen worden met verf, stof, kleurpotloden, knipsels uit tijdschriften of kranten Daarbij laten de leerlingen de letterherhaling duidelijk opvallen. Wanneer de foto s van die werken gebundeld worden heb je meteen een dichtbundel waar je als klas, als school, mee kunt uitpakken. Misschien wil je er wel een digitaal fotoboek van maken zodat de ouders op de schoolwebsite kunnen meegenieten van het talent van hun spruit? 3 VOORBEELD VAN EEN CREATIE VAN LEERLINGEN slakje loom stapt supertraag naar de supermarkt slakje loom stapt soms supergraag schuin slakje sloom, toch sapperloot! (Mila en Lucas 2 de leerjaar) didactische suggesties dag 3 5

BRONNENBLAD 1 1 wie wist waarom wanda witte wollen wanten wou wouter wist waarom wanda wanten wilde wanda wou wanten wegens woest winters weer waarom wanda wollen wanten wilde wist wim wanda wilde wollen wanten want wol was warm waarom wanda witte wanten wou wisten wij wel wanda wilde witte wanten want wanda wist waarin witte was weer wit wordt warm wijwater werkt witte wol wel wat weken weken 3 Een varken met een strik kreeg van het schrokken op een dag de hik. Ted van Lieshout Uit: Hou van mij, p. 145 ISBN 978-90-258-5521-5 Het hikte en het schrok, waardoor de hik van die schrik plotseling weer verdween. En zijn strik? Die at het varken op. Per vergissing. Ook van die schrik. 2 4 me sokke sakke so me sokke sakke so me sokke sakke somaar op me voete se o se sakke so se o se sakke so souen er soms stiekelties in moete? Joke van Leeuwen Uit: ÉÉN GEDICHT IS NOOIT GENOEG ISBN 978-90-5930-658-5 Een olifant met een pruillip tot aan de grond slurfte slomber rond. Want zijn moeder had hem ach die moeders toch een nieuwe trui geslurft. Met van zijn staart tot aan zijn kop een reuzenmuis erop. Geert De Kockere Uit: Er is iets aan de kip met je hand, p. 93 ISBN 978-94-6291-263-2 En toen? Toen kreeg het varken weer de hik. Maar dan zonder strik. Geert De Kockere Uit: Er is iets aan de kip met je hand, p. 75 ISBN 978-94-6291-263-2 6 didactische suggesties dag 3

KOPIEERBLAD 1 STAP 1: Kies één woord. Kleur de beginletter of de lettergroep die je wil herhalen. Verzamel nu andere woorden met dezelfde letter of lettergroep. STAP 2: Maak nieuwe woorden. Je herhaalt weer de gekozen letter of lettergroep. De woorden mogen nog niet bestaan. STAP 3: Op naar een gedicht! Maak een verhaaltje met de gevonden woorden. Durf te schrappen/aanvullen/verplaatsen/ didactische suggesties dag 3 7

KOPIEERBLAD 2 STAP 4: Schrijf jullie gedicht in het net! 8 didactische suggesties dag 3