Zoveel heb ik jou lief

Transcriptie

1 Zoveel heb ik jou lief Jutta Langreuter Stefanie Dahle GEGEVENS BOEK: ISBN ,99 Uitgeverij Bakermat Suggesties: Emy Geyskens Vanaf 3 jaar Ook verschenen: Wij horen bij elkaar! Thema s: houden van, liefhebben, missen, weglopen, eigen zin doen, mama, taken uitvoeren, verantwoordelijkheid nemen KORTE INHOUD: Jij en ik! Victor Haas heeft een fi kse ruzie met mama Haas: Hij moet mee opruimen, zich wassen en ook nog ochtend- gymnastiek doen! Bij zijn vrienden is het vast veel beter, denkt Victor - en daarom gaat hij gewoon weg van huis. Maar weg van huis is er iets wat Victor zo erg mist, dat het in zijn hart opeens verschrikkelijk begint te steken... Zoveel heb ik jou lief!

2 VOOR HET VOORLEZEN Check op voorhand de gezinssamenstellingen van de kinderen. Hou hiermee rekening tijdens deze les. Er zijn misschien kinderen die hun mama hebben verloren, die een plusmama hebben, die twee mama s hebben enzovoorts Onderstaande suggesties gaan uit van een tweeoudergezin (een papa en een mama). Pas de suggesties aan op maat van de klassituatie. Gedichtje voor mama - Je zit met de kinderen in een gezellige kring. Je leest enkele gedichtjes voor over mama. Deze gedichtjes kun je gemakkelijk op het internet vinden via de zoekterm gedichten mama. Ook de op website kun je heel wat leuke versjes vinden. Tip: Misschien heb je wel kinderen in de klas die al kunnen schrijven en zin hebben om zelf een gedicht te schrijven?! Lees dan deze voor of lees het gedichtje zelf voor (of een klasgenootje ) - Laat de kinderen na het voorlezen van de gedichtjes die je koos altijd kort even vertellen over hun eigen mama. Welke zaken uit het versje herkennen zij/gelden ook voor hun mama? Welke niet? Waarom? - Dit is ook een ideaal moment om eens enkele mama s uit te nodigen in de klas. Zij kunnen naar de klas komen en hun talent voorstellen aan de kinderen. Kan mama goed voorlezen? Dan is een leuk verhaal (over mama s) hier op zijn plaats! Of misschien leest zij wel graag de gedichten voor! Kan mama lekker koken? Dan kan zij misschien eens samen met de kinderen iets klaarmaken. Enzovoorts Klusjes - Neem enkele grote A3-fl appen en deel de klas in groepjes van twee of drie kinderen. Zorg ervoor dat ieder groepje een doosje met wasco s heeft. Laat de kinderen tekenen wat zij thuis voor taakjes hebben. Waarbij moeten zij hun mama/papa helpen? Waar zijn zij verantwoordelijk voor? (speelgoed opruimen, tafel dekken, helpen afwassen, kamer opruimen ) Wanneer de kinderen klaar zijn met tekenen, vraag je hen wat ze hiervan denken. Vinden zij het fi jn om deze taken uit te voeren? Waarom wel of waarom niet? Waarom zou hun mama/papa hen deze taak geven?

3 Boos op mama! - Voor je aan het verhaaltje begint, vraag je ook aan de kinderen of zij ooit al eens boos waren op hun mama. Laat hen kort even vertellen hoe dat kwam en hoe de ruzie uiteindelijk is bijgelegd. Hoe voelden zij zich toen? Hoe kwam dat dan precies? Vraag aan de kinderen of zij weten wat weglopen is. Stel hierover bijkomende vragen. Wat betekent weglopen? (Iemand die niet meer thuis wil zijn, loopt weg. Hij wil ergens anders gaan wonen.) Waarom zou iemand willen weglopen? (Omdat hij boos is of bang is of ) Waarom kan het gevaarlijk zijn om weg te lopen? (Omdat het niet veilig is voor kinderen om alleen rond te lopen ) Hoe zouden je mama/papa/oma/opa zich voelen wanneer jij zou weglopen?... - Vertel dat je het verhaaltje zult vertellen over Victor Haas. Hij houdt heel erg veel van zijn mama. Maar op een dag is hij ontzettend boos op zijn mama en besluit hij

4 HET VOORLEESMOMENT Samen in de kring - Je toont de cover van het boek en bedekt de titel. Wat zien de kinderen? (Een volwassen konijn en een klein konijntje ze knuffelen elkaar) Wie kan de titel lezen? (Of wie kan er een leuke titel bedenken bij deze cover?) Wie weet er nog hoe het haasje heet? (Victor Haas) Ik vertelde daarnet al dat Victor Haas boos zou worden op zijn mama in het verhaal. Ziet hij er hier op de cover al boos uit? (Nee) Hoe dan? (Blij, ze houden van elkaar) - Daarna lees je het verhaal voor. Het verhaal begint eigenlijk meteen al met een confl ict: mama is boos omdat Victor Haas zijn taakjes niet goed uitvoert. Het is belangrijk dat de kinderen deze taken goed begrepen hebben (want ze komen terug doorheen het boek, wanneer Victor Haas het nut van deze taken ontdekt). Daarom kun je deze best even na het voorlezen van deze taken even kort laten herhalen door de kinderen. - Meteen daarna wordt Victor Haas ook boos op zijn mama. Hij roept: Stomme mama! Hiervan zullen wellicht wat kinderen schrikken. Kom hier later, aan het einde van het verhaal, even op terug. - Aan het einde komt Victor Haas weer terug thuis. Mama is erg blij. Maar het einde stopt nogal abrupt. Mama roept: Je bent weer thuis! Het is fi jn om de kinderen hier meteen even op te laten reageren. Victor Haas is weer terug thuis. Hoe zou mama zich nu voelen? Waarom? En hoe zou Victor Haas zich voelen? En zijn zusjes Weet je het nog? - Je kunt samen met de kinderen de verhaallijn nog eens herhalen. Dit kun je doen door de prenten over te tekenen (of stukken ervan te kopiëren) en de kinderen deze in de juiste volgorde te laten leggen. Per twee of klassikaal. Samen overloop je de verhaallijn nog een keer. - Wat vonden de kinderen fi jn aan het verhaal? Waarvan schrokken ze? Wat vonden ze spannend? Eng?

5 NA HET VOORLEZEN Hulp gevraagd De kinderen zullen nu allemaal een individueel takenbord knutselen. Dit takenbord mogen ze mee naar huis nemen en aan hun mama geven. De bedoeling is dat de kinderen zo mama kunnen helpen met klusjes! - Zorg voor een stevig A3-papier of een groot stuk karton. Zorg ervoor dat het kleurig is door het eventueel te beschilderen, versieren met stickers, stukken uit een tijdschrift te laten knippen en op te laten kleven - Bovenaan het papier of karton laat je de kinderen een willekeurig stuk uit een krantenartikel kleven als achtergrond. Daarover kleven ze de woorden HULP GEVRAAGD. (Bv. door de woorden af te drukken op een wit papier, ze deze zelf op een wit papier te laten schrijven met een zwarte stift ) - Daarna laat je de kinderen nog 9 even grote rechthoekjes uitknippen uit het krantenpapier. Deze worden 3 x 3 netjes, met dezelfde afstand ertussen, naast en onder elkaar op het papier/karton gelijmd. - Op ieder rechthoekje wordt een enveloppe gehangen. (Bij voorkeur een zelfgemaakte kleine enveloppe, maar het mag evenzeer een zakje zijn of ) De bedoeling is dat er op deze enveloppe een taakje komt te staan. Bv. tafel dekken. - Neem daarna 20 houten spatels (bv. van een dokter, of van een ijsje). Laat de kinderen daarna op iedere spatel één naam van iemand uit hun gezin schrijven. Bv. mama, papa, Daan, Mila. - De personen die de taakjes uitvoeren plaatsen nu hun spateltje in het juiste zakje of in de juiste enveloppe. Zo weet iedereen wat die week zijn taakje is thuis!