Provincie Zeeland. Streekplan Zeeland. Streekplanherziening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Provincie Zeeland. Streekplan Zeeland. Streekplanherziening"

Transcriptie

1 Provincie Zeeland Streekplan Zeeland Streekplanherziening Woonvisie

2 Herziening van het Streekplan Zeeland 1997 Streekplanherziening Woonvisie Vastgesteld door Provinciale Staten van Zeeland op 18 maart 2005

3 Provincie Zeeland 2

4 3 Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde Deel A: Toelichting INLEIDING UITGANGSSITUATIE EN ONTWIKKELINGEN... 6 Bestaand beleid... 6 Ontwikkelingen op de woningmarkt... 7 Aanleiding tot de Streekplanherziening Woonvisie BELEIDSAANPASSING PROCEDURE Procedure Woonvisie Procedure Streekplanherziening STANDPUNTBEPALING OVER DE INGEDIENDE ZIENSWIJZEN Deel B: De Streekplanherziening Bijlagen... 19

5 Provincie Zeeland 4

6 5 Deel A Toelichting 1. INLEIDING Op 12 november 2004 hebben Provinciale Staten de Woonvisie, Bouwsteen voor het Omgevingsplan, vastgesteld. Centraal in de Woonvisie staat de wens om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de woonconsument. Tegemoet komen aan de wensen van de woonconsument betekent dat een kwantitatief en kwalitatief passend aanbod aan woningen en woonmilieus geboden moet kunnen worden. Dit biedt Zeeuwse huishoudens de mogelijkheid om een eventueel gewenste kwaliteitssprong te maken. Daarnaast kan een kwantitatief en kwalitatief passend aanbod een bijdrage leveren aan de doelstelling uit het Streekplan Zeeland 1997 om de bevolkingsgroei vast te houden en te stimuleren. Bevolkingsgroei zal in de toekomst immers meer en meer afhankelijk worden van een positief migratiesaldo, doordat de natuurlijke bevolkingsgroei steeds verder terugloopt. Teneinde de vestiging van huishoudens van buiten Zeeland te stimuleren is een aanbod dat aansluit bij de wensen van ook díe woonconsument van groot belang. Het woonbeleid speelt hierbij een belangrijke rol. In de Woonvisie wordt door middel van een nieuwe werkwijze ruimte gecreëerd om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de woonconsument. Met de vaststelling van de Woonvisie hebben Provinciale Staten de intentie uitgesproken om de nieuwe werkwijze die in de Woonvisie wordt voorgesteld, zo snel mogelijk in te voeren. Deze nieuwe werkwijze is op onderdelen echter strijdig met het vigerende Streekplan Zeeland Om een snelle invoering van de nieuwe werkwijze mogelijk te maken, hebben Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 5 oktober 2004 besloten tot het opstellen van deze Streekplanherziening. In deze Streekplanherziening wordt bepaald dat de Woonvisie het actuele provinciale woningbouwbeleid bevat. Voorzover het Streekplan Zeeland 1997 niet in overeenstemming is met de

7 Provincie Zeeland 6 Woonvisie, geldt het bepaalde in de Woonvisie. Dit betekent tevens dat onderdelen van het Streekplan Zeeland 1997 die niet in de Woonvisie worden geregeld (zoals bijvoorbeeld het beleid voor burgerwoningen in het buitengebied) van kracht blijven. 2. UITGANGSSITUATIE EN ONTWIKKELINGEN Bestaand beleid In het Streekplan Zeeland 1997 is een aantal beleidslijnen opgenomen die van invloed zijn op de woningmarkt. Voor zover de Woonvisie deze beleidslijnen raakt, worden ze hier kort weergegeven. De eerste beleidslijn die van belang is, is het principe van bundeling dat in het Streekplan wordt gehanteerd. Dat wil zeggen dat gestreefd wordt naar een bundeling van activiteiten, waaronder woningbouw, in de steden. Deze bundeling is van groot belang voor het behoud van het voorzieningenniveau in de steden, voor het behoud van het karakter van het landelijk gebied en voor het terugdringen van de groei van de automobiliteit. Om invulling te geven aan het bundelingsbeleid wordt een ruimtelijke indeling in drie categorieën gehanteerd: de stedelijke ontwikkelingszones, de dragende kernen en de overige kernen, aangeduid met de term woonkernen. Een tweede beleidslijn die genoemd moet worden is dat elke kern in de gelegenheid moet zijn om te bouwen voor de eigen lokale woningbehoefte. In de stedelijke ontwikkelingszones en dragende kernen wordt daarnaast ruimte geboden om het migratieoverschot op te vangen. Deze beleidslijnen uit het Streekplan worden geïmplementeerd door middel van het provinciaal woningbouwprogramma, waarbij de provincie per gemeente en per kern aangeeft hoeveel woningen gebouwd mogen worden. Deze aantallen woningen zijn gebaseerd op woningbehoefteprognoses, die gelden als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de woningvoorraad in de betreffende regio. In de prognoses wordt onderscheid gemaakt tussen woningbehoefte voor de opvang van de natuurlijke groei en voor de migratie. Een derde beleidslijn die van belang is, is dat ten behoeve van de kwaliteit en duurzaamheid van het woningaanbod een prioriteitsvolgorde wordt gehanteerd waarbij eerst het accent dient

8 7 te liggen op goed beheer en vernieuwing van de bestaande voorraad, vervolgens op de mogelijkheden van inbreidingslocaties en tenslotte op de locatiekeuze en inrichting van uitbreidingsplannen. Een vierde beleidslijn die hier genoemd moet worden is dat het Streekplan Zeeland 1997 de ontwikkeling van unieke projecten stimuleert. Uitgangspunt daarbij is dat dergelijke projecten in de stedelijke zones en dragende kernen dienen te worden gerealiseerd. Daarnaast wordt ook voor de kernen in West Zeeuwsch-Vlaanderen ruimte geboden voor dergelijke projecten, omdat in deze regio structureel sprake is van een afnemende bevolking. Ontwikkelingen op de woningmarkt Uit het Woningbehoefteonderzoek 2002 is gebleken dat inwoners van Zeeland over het algemeen relatief tevreden zijn met hun woning en woonomgeving. Dit uit zich onder andere in een lage verhuisgeneigdheid. Het zijn signalen van goede kwaliteiten van het Zeeuwse wonen. Niettemin sluiten vraag en aanbod niet altijd op elkaar aan. Er is een aantal problemen te constateren op de Zeeuwse woningmarkt die om aanpak vragen. Zo ligt de woningproductie al enkele jaren lager dan gepland. Op basis van de provinciale woningbehoefteprognose van 1999 is een groei van 1100 woningen per jaar gewenst. De groei van de woningvoorraad is echter teruggelopen van 1850 woningen in 1995 tot slechts 850 woningen in De woningbouwproductie lag de laatste jaren dus lager dan gepland en liep zelfs terug. Een gevolg van deze gestagneerde woningproductie is dat de betaalbaarheid is verslechterd. De gemiddelde verkoopprijzen in Zeeland zijn in de periode met 40% gestegen, waarmee Zeeland landelijk koploper is. Door deze prijsstijgingen zijn steeds minder mensen in staat om de hoge koopprijzen te betalen, waardoor zij hun toevlucht nemen tot de huursector. Zodoende zijn niet alleen de lage inkomensgroepen, maar ook de middeninkomensgroepen steeds meer aangewezen op de huurwoningmarkt. Juist in de huursector is het woningaanbod de laatste jaren echter afgenomen door sloop en verkoop van huurwoningen. Bovendien is het aandeel huurwoningen in woningbouwprogramma s de laatste jaren gedaald; de laatste jaren zijn met name dure koopwoningen aan de voorraad toegevoegd.

9 Provincie Zeeland 8 Gevolg van dit alles is dat de doorstroming stagneert. Huishoudens kunnen de gewenste stap in hun wooncarrière niet maken en blijven dus zitten waar ze zitten. Dit heeft er toe bijgedragen dat ook de herstructurering is gestagneerd. Het gevolg van dit alles is dat met name starters en kwetsbare groepen op de woningmarkt het steeds moeilijker hebben gekregen, en dat onvoldoende tegemoet gekomen kan worden aan de wensen van de woonconsument. De Woonvisie zet dan ook in op het bieden van ruimte om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van de woonconsument. Het Streekplan Zeeland 1997 biedt echter onvoldoende ruimte om dit in praktijk te brengen. Aanleiding tot de streekplanherziening Woonvisie De missie die aan de Woonvisie ten grondslag ligt, luidt: de Zeeuwse woonopgave in brede zin helder weergeven, teneinde binnen de bestaande randvoorwaarden op het gebied van Ruimtelijke Ordening, sociale samenhang en economische ontwikkeling zoveel mogelijk tegemoet te kunnen komen aan de wensen van de uiteenlopende groepen woonconsumenten. In de Woonvisie wordt tegemoet komen aan de wensen van de woonconsument derhalve centraal gesteld. Tegelijkertijd wordt in de Woonvisie geconstateerd dat zich op de huidige woningmarkt een aantal problemen voordoet, waardoor onvoldoende aan de wensen van de woonconsument tegemoet gekomen kan worden. De opgaven die in de Woonvisie worden gesignaleerd, vragen om een brede aanpak met aandacht voor zowel de omvang en diversiteit van de nieuwbouwproductie als voor herstructurering en transformatie van de bestaande woningvoorraad. Er moet ruimte geboden worden voor bijzondere woonwensen, zonder daarmee de mogelijkheden voor groepen met een kwetsbare positie op de woningmarkt uit het oog te verliezen. Zodoende zet de Woonvisie in op de volgende vier speerpunten: 1. het stimuleren van de omvang en diversiteit van de nieuwbouwproductie; 2. stimuleren van herstructurering en transformatie van de bestaande woningvoorraad; 3. ruimte bieden voor bijzondere woonwensen; 4. zorgdragen voor kwetsbare groepen op de woningmarkt. Om de vier speerpunten in de praktijk te kunnen brengen, om ze te kunnen implementeren, zijn instrumenten nodig. Momenteel wordt voor de implementatie van het woonbeleid gebruik gemaakt van contingentering, waarbij de provincie per gemeente en per kern voorschrijft hoeveel woningen er gebouwd mogen worden. Deze werkwijze sluit echter slecht aan bij: de verander(en)de bevolkingsontwikkeling. De afname van de natuurlijke bevolkingsgroei betekent immers dat er steeds minder en op termijn zelfs geen woningbouw in de overige kernen meer kan plaatsvinden; de wens om tegemoet te komen aan de wensen van de woonconsument; de groei-ambities van de provincie; en de rolverdeling en verantwoordelijkheden van provincie en gemeente de provincie als regionale regisseur en gemeenten verantwoordelijk voor uitvoering van het woonbeleid op lokaal schaalniveau. Daarom wordt in de Woonvisie een werkwijze geïntroduceerd waarbij de woningbouwprogrammering een meer bottom-up karakter krijgt. Gemeenten worden jaarlijks gevraagd om, middels de planningslijst woningbouw, hun woningbouwplannen voor een periode van 10 jaar kenbaar te maken. Aan de hand van deze gemeentelijke programma s zal de provincie toetsen of belangrijke doelstellingen uit het Streekplan en de Woonvisie gehaald worden. De provincie zal zodoende meer sturen op beleidsdoelen in plaats van op aantallen. Gemeenten krijgen met de nieuwe werkwijze meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij het bepalen van de omvang, spreiding en samenstelling van hun bouwprogramma. Deze werkwijze betekent een aanzienlijke verruiming van de bouwmogelijkheden, ook in en bij de overige kernen buiten de stedelijke ontwikkelingszones. In het Streekplan is echter opgenomen dat in en bij overige kernen uitsluitend gebouwd mag worden voor de natuurlijke groei. De Woonvisie vormt een bouwsteen voor het Omgevingsplan. De in de Woonvisie voorgestelde wijzigingen van de werkwijze zullen derhalve gehard worden in het Omgevingsplan. Het Omgevingsplan zal echter pas in mei 2006 worden vastgesteld. De Woonvisie is op 12 november 2004 door Provinciale Staten vastgesteld. Om een snelle invoering van de nieuwe werkwijze mogelijk te maken, en aldus de tussenliggende periode van bijna 2 jaar te overbruggen, is een herziening van een aantal uitgangspunten uit het Streekplan Zeeland nodig. Op 5 oktober 2004 hebben Gedeputeerde Staten derhalve besloten tot het opstellen van deze streekplanherziening. 3. BELEIDSAANPASSING Om de Woonvisie en het Streekplan Zeeland 1997 met elkaar in overeenstemming te brengen, wordt een aantal uitgangspunten uit het Streekplan herzien. 1. Het bundelingsbeleid wordt momenteel in praktijk gebracht door het uitgangspunt dat iedere kern in de gelegenheid moet zijn om te bouwen voor de eigen lokale woningbehoefte, en dat het migratieoverschot uitsluitend in de stedelijke ontwikkelingszones en de dragende kernen mag worden opgevangen. Dit uitgangspunt wordt vervangen door een vaste verhouding tussen stedelijke ontwikkelingszones,

10 9 dragende kernen en overige kernen. Deze vaste verhouding heeft betrekking op de groei van de woningvoorraad. De achtereenvolgende provinciale woningbouwprogramma s vormen de basis voor de te hanteren verhouding. De verhouding stedelijke zones dragende kernen overige kernen voor de hele provincie bedraagt Per regio is de vaste verhouding nader uitgewerkt. Overigens geldt dat de regio-indeling in deze Streekplanherziening afwijkt van de indeling die in de Woonvisie gehanteerd wordt: de regio Midden-Zeeland is opgesplitst in de regio De Bevelanden en de regio Walcheren. Schouwen-Duiveland De groei van de woningvoorraad in de dragende kern en de overige kernen op Schouwen-Duiveland dient een verhouding te hebben van: Overigens dient hier te worden opgemerkt dat in de Woonvisie een vaste verhouding van is opgenomen. Deze wijziging hangt samen met de grote migratiedruk in de regio. De ontwikkelingen van de laatste jaren laten zien dat Zierikzee, als dragende kern, de migratiedruk niet alleen op kan vangen. In het provinciaal woningbouwprogramma is overigens al erkend dat Zierikzee door de positie van dragende kern een erg zware taak toebedeeld had gekregen. Door de verhouding aan te passen wordt de druk op Zierikzee enigszins verminderd. Tholen De groei van de woningvoorraad in de dragende kern en de overige kernen op Tholen dient een verhouding te hebben van: Voor dit gebied is aangesloten bij het provinciaal woningbouwprogramma , waarin rekening is gehouden met een omvangrijke natuurlijke groei en migratie. De Bevelanden De groei van de woningvoorraad in de stedelijke ontwikkelingszone en de overige kernen op de Bevelanden dient een verhouding te hebben van: Ook hier is aangesloten bij het provinciaal woningbouwprogramma Walcheren De in de stedelijke ontwikkelingszone en de overige kernen op Walcheren dient een verhouding te hebben van: Ook hier is aangesloten bij het provinciaal woningbouwprogramma

11 Provincie Zeeland 10 Zeeuwsch-Vlaanderen De groei van de woningvoorraad in de stedelijke ontwikkelingszone, dragende kernen en de overige kernen in Zeeuwsch-Vlaanderen dient een verhouding te hebben van: Ook hier is aangesloten bij het provinciaal woningbouwprogramma In het kader van het Omgevingsplan zullen de percentages opnieuw worden bezien. Het bundelingsprincipe blijft daarmee ongewijzigd, met een kleine nuance voor Schouwen-Duiveland. De wijze waarop het bundelingsprincipe wordt geïmplementeerd, wijzigt echter wel. 2. Momenteel wordt in het Streekplan ten behoeve van de kwaliteit en duurzaamheid van het woningaanbod een prioriteitsvolgorde gehanteerd waarbij eerst het accent dient te liggen op beheer en vernieuwing van de bestaande voorraad (herstructurering), vervolgens op de mogelijkheid van inbreidingslocaties, en tenslotte op de locatiekeuze en inrichting van uitbreidingsplannen. Deze prioriteitsvolgorde (herstructurering inbreiding uitbreiding) blijft van toepassing, maar zal voortaan worden geïmplementeerd door een vaste verhouding te hanteren tussen inbreiding en uitbreiding. Deze verhouding bedraagt Dit betekent dat 50% van de nieuwbouwproductie van een gemeente binnen bestaand bebouwd gebied dient plaats te vinden. Teneinde het onderscheid tussen inbreiding en uitbreiding helder en eenduidig te maken, zullen de grenzen van het bebouwd gebied gezamenlijk met gemeenten worden vastgelegd. 3. Momenteel wordt door de provincie een kwantitatieve sturing gehanteerd, waarbij per gemeente en per kern wordt aangegeven hoeveel woningen gebouwd mogen worden. Hiertoe worden woningbehoefteprognoses per regio opgesteld. Deze prognoses gelden als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de woningvoorraad in de regio. In de prognoses wordt onderscheid gemaakt tussen woningbehoefte voor de opvang van natuurlijke groei en migratie. Deze werkwijze wordt gewijzigd. De woningbehoefteprognoses zullen niet langer gehanteerd worden als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de woningvoorraad. In plaats daarvan bepalen gemeenten in hoge mate zelf de omvang, spreiding en samenstelling van het bouwprogramma. De gemeenten zullen gevraagd worden om hun voornemens ten aanzien van woningbouw voor de komende tien jaar kenbaar te maken middels de planningslijst woningbouw. Op deze wijze krijgt de woningbouwprogrammering meer een bottom-up karakter. 4. In het Streekplan Zeeland 1997 is opgenomen dat de overige kernen op het gebied van wonen, werken en voorzieningen vooral een lokale betekenis hebben. Het

12 11 beleid voor deze kernen is er op gericht om de ontwikkelingsmogelijkheden te enten op de lokale behoefte. Dit betekent dat in de overige kernen uitsluitend voor de eigen lokale woningbehoefte gebouwd mag worden. Dit uitgangspunt wordt gewijzigd. Op basis van de werkwijze die in de Woonvisie is opgenomen, wordt het mogelijk om in de overige kernen meer woningen te bouwen dan nodig zou zijn om de natuurlijke groei op te kunnen vangen. 5. In het Streekplan Zeeland 1997 wordt uitgegaan van het feit dat het in het Streekplan geformuleerde woonbeleid voldoende mogelijkheden biedt om in te spelen op knelpuntsituaties. Wanneer gemeenten echter in een structuurvisie kunnen aantonen dat concrete knelpunten niet binnen het regionale programma kunnen worden opgelost, dan kan verruiming ten opzichte van het regionale programma worden overwogen. De in de Woonvisie voorgestelde nieuwe werkwijze biedt gemeenten echter zodanig veel ruimte, dat eventuele knelpunten binnen de woningbouwplanning zullen moeten worden opgelost. De mogelijkheid om op basis van een structuurvisie het regionale programma te verruimen, komt derhalve te vervallen. Per knelpuntsituatie zal bezien moeten worden of ten behoeve van het project kan worden afgeweken van de reguliere woningbouwplanning en beleidsdoelen. 6. Op basis van het Streekplan Zeeland 1997 bestaat de mogelijkheid om in stedelijke zones en dragende kernen, èn in de kernen in West-Zeeuws-Vlaanderen unieke projecten te realiseren. Vanwege de positieve invloed die van deze projecten kan uitgaan op de woonkwaliteit, wordt ontwikkeling van dergelijke projecten gestimuleerd. Deze unieke projecten kunnen buiten het contingent om gerealiseerd worden, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Volgens de nieuwe werkwijze zullen ook unieke projecten moeten passen binnen de woningbouwplanning. In de Woonvisie is bepaald dat gemeenten álle woningbouwplannen op de planningslijst woningbouw moeten vermelden: geen bijzondere categorieën meer en/ of projecten die buiten beschouwing worden gelaten en ongeacht welke doelen of doelgroepen de plannen dienen. Dit betekent dat unieke projecten niet langer als aparte categorie behandeld zullen worden. De unieke projecten bij de bebouwingsconcentratie Cadzand-Bad en de kern Sluis vormen hierop een uitzondering, aangezien deze projecten reeds zijn vastgelegd in de streekplanherziening West Zeeuwsch-Vlaanderen. In deze streekplanherziening, vastgesteld door Provinciale Staten op 16 april 2004, is onder voorwaarden ruimte geboden voor de bouw van 150 woningen voor permanente bewoning in de unieke projecten bij de bebouwingsconcentratie Cadzand-Bad en de kern Sluis. De voorwaarden die in het Streekplan Zeeland 1997 en in de Streekplanherziening West Zeeuwsch-Vlaanderen ten aanzien van unieke projecten gesteld worden, blijven derhalve voor de unieke projecten bij Cadzand-Bad en Sluis onverminderd van kracht. 4. PROCEDURE Procedure Woonvisie Op 16 december 2003 hebben Gedeputeerde Staten de discussienota Woonvisie vastgesteld. Doel van deze discussienota was om aan de hand van de geschetste problemen, opgaven en ambities met diverse betrokken partijen van gedachten te wisselen over inhoudelijke en procedurele aspecten van de Woonvisie. Op 16 januari 2004 is de discussienota in de Statencommissie Ruimte behandeld. Daarbij is afgesproken dat de Commissie Ruimte inhoudelijk betrokken zou worden bij de totstandkoming van de Woonvisie en dat Provinciale Staten de uiteindelijke Woonvisie vast zouden stellen als bouwsteen voor het Omgevingsplan. Een volgende stap in de totstandkoming van de Woonvisie vormde de concept-woonvisie. Deze nota is op 13 april door Gedeputeerde Staten vastgesteld, en op 23 april in de Statencommissie Ruimte behandeld. Tenslotte is de ontwerp-woonvisie opgesteld. De opmerkingen die tijdens de besprekingen over de concept-woonvisie gemaakt zijn, zijn voor zover mogelijk in de ontwerp-woonvisie meegenomen. Gedeputeerde Staten hebben de ontwerp-woonvisie op 15 juni vastgesteld. De ontwerp-woonvisie op 10 september in de Commissie Ruimte besproken. Elk van deze stappen is besproken met vertegenwoordigers van de Zeeuwse gemeenten, met vertegenwoordigers van de afdelingen economie, milieu, ruimtelijke ontwikkeling, water, infrastructuur & vervoer en welzijn, en met de Provinciale Commissie Wonen. De ontwerp-woonvisie heeft in de periode van 21 juni tot 2 augustus ter inzage gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld om zijn/ haar zienswijzen kenbaar te maken. De ingediende zienswijzen hebben aanleiding gegeven tot het op enkele onderdelen wijzigen van de Woonvisie. Door de in de ontwerp-woonvisie voorgenomen sturing op een beperking van ruimtelijke uitbreidingsmogelijkheden bij overige kernen achterwege te laten, bestaat er bij gemeenten breed draagvlak voor het provinciale woonbeleid zoals dit in de Woonvisie is opgenomen. Procedure Streekplanherziening De ontwerp-streekplanherziening Woonvisie heeft van 13 december 2004 tot 17 januari 2005 op de gebruikelijke manier ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om zijn/ haar bedenkingen

13 Provincie Zeeland 12 ten aanzien van de ontwerp-streekplanherziening aan Provinciale Staten kenbaar te maken. Na afloop van deze termijn is op 18 januari 2005 een openbare zitting gehouden, waarbij belanghebbenden en de personen die tijdig hun bedenkingen hadden ingebracht, met de Statencommissie Ruimte van gedachten konden wisselen over de ontwerp-streekplanherziening. Uiteindelijk beslissen Provinciale Staten op 18 maart over vaststelling van de Streekplanherziening. Tegen de beslissing van Provinciale Staten is geen bezwaar of beroep mogelijk. De streekplanherziening is namelijk niet aan te merken als een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht en bevat geen concrete beleidsbeslissingen in de zin van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Woonvisie heeft een zorgvuldig traject doorlopen, waar de Zeeuwse gemeenten intensief bij betrokken zijn geweest. De Woonvisie kent een dermate hoog abstractieniveau, dat geen concrete uitspraken kunnen worden gedaan over gevolgen voor de waterhuishouding. Bij concrete invulling van het woonbeleid door gemeenten is een dergelijke beoordeling wel nodig. Verder wordt geen strijdigheid voorzien met het provinciale milieubeleid, het provinciale waterhuishoudingsbeleid, of het provinciaal verkeers- en vervoersbeleid. 5. STANDPUNTBEPALING OVER DE INGEDIENDE ZIENSWIJZEN Gedurende de periode van ter inzageligging zijn in totaal vijf schriftelijke bedenkingen ingediend. Daarnaast heeft de Provinciale Commissie Omgevingsbeleid een advies ingediend. Op 18 januari 2005 heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden met de leden van de statencommissie Ruimte. Wethouder J. Provoost heeft namens de gemeente Sluis gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot gedachtewisseling. Het advies van de PCO, de schriftelijke bedenkingen en het verslag van de gedachtewisseling zijn als bijlage in deze streekplanherziening opgenomen. Hierna gaan Gedeputeerde Staten op elk van de ingediende reacties afzonderlijk in. Gemeente Noord-Beveland: In de ontwerp-streekplanherziening en in de Woonvisie is opgenomen dat de woningbouwprogrammering een meer bottom-up karakter krijgt. Gemeenten dienen jaarlijks een planningslijst in en de provincie toetst of belangrijke doelstellingen uit het Streekplan en de Woonvisie gehaald worden. Gemeenten krijgen met deze nieuwe werkwijze meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij het bepalen van de omvang, spreiding en samenstelling van hun bouwprogramma. Aan de hand van de gemeentelijke programma s kan de provincie analyseren of op regionaal niveau aan belangrijke doelstellingen uit het Streekplan en de Woonvisie wordt voldaan. De regionale analyses vormen dan als zodanig een toetsingskader voor gemeentelijke plannen. Uit deze omschrijving blijkt geenszins dat de door de gemeenten in te dienen planningslijsten op voorhand door de provincie geaccordeerd dienen te worden. Het recent geactualiseerde besluit inzake artikel 19 lid 2 WRO doet echter anders vermoeden. Hier is in artikel A.4.d. het volgende gesteld: Tevens dienen de locatie(s) te zijn vermeld op een door ons geaccordeerde, meest actuele, gemeentelijke planningslijst woningbouw, zoals bedoeld in de Woonvisie. Wij constateren dat het gestelde in de Woonvisie nu al een eigen leven gaat leiden en verzoeken u toe te zien op een juiste toepassing binnen de provinciale organisatie. Standpunt van Gedeputeerde Staten De analyses van de planningslijsten bieden inzicht in de mate waarin belangrijke doelstellingen als bundeling en zuinig ruimtegebruik gehaald worden, en vormen als zodanig een toetsingskader voor gemeentelijke plannen. Als uit analyse van de planningslijst blijkt dat de doelstellingen gehaald worden, dan betekent dit dat de gemeentelijke plannen op de betreffende planningslijsten eenvoudiger doorgang kunnen vinden. Dit betekent echter ook dat, indien uit de analyse van de planningslijst blijkt dat de doelstellingen niet gehaald worden, overleg met de gemeente(n) zal moeten plaatsvinden over de plannen die daar debet aan zijn. Een gemeente kan er in dat geval voor kiezen de planningslijst níet aan te passen. Echter, aanpassing van de planningslijst zodanig dat deze kan worden geaccordeerd kent enkele voordelen: over gemeentelijke plannen en projecten die op een geaccordeerde planningslijst staan behoeven geen contingentdiscussies meer plaats te vinden, immers: de aantallen woningen zetten de doelstellingen niet onder druk het college van Burgemeester en Wethouders kan gebruik maken van het besluit inzake artikel 19 lid 2 WRO. (plannen binnen bestaand bebouwd gebied en op geaccordeerde planningslijst) Gemeenten zijn zodoende niet verplicht tot het aanpassen van een planningslijst woningbouw, maar het is in het voordeel van de gemeenten dat wel te doen.

14 13 De door de gemeente Noord-Beveland ingediende bedenking geeft geen aanleiding tot wijziging van de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie. Gemeente Sluis: 1. Reeds in reactie op uw ontwerp-woonvisie hebben wij aangegeven dat naast de kern Oostburg als dragende kern ook andere kernen binnen de gemeente kwaliteiten en potenties hebben voor het aantrekken van inwoners van buiten de gemeente of buiten de regio. Hierop heeft u aangegeven vast te houden aan de bundelingsdoelstelling en dus aan de vaste verhouding Gemeenten mogen echter wel zelf bepalen op welke wijze deze woningen over die overige kernen worden verdeeld. De gemeente kan er dus voor kiezen om naast de jaarlijkse toevoeging van 24 woningen in de kern Oostburg, de gezamenlijke 23,8 woningen in te zetten in 1 kern, bijvoorbeeld Aardenburg, Breskens, Sluis of IJzendijke. Wij concluderen dan ook dat gedurende de komende 10 jaar jaarlijks kan worden bekeken of de volledige 23,8 woningen worden ingezet in 1 van de bovenstaande kernen of dat deze meer worden gespreid over de andere kernen binnen de gemeente % van de nieuwbouw moet plaatsvinden binnen bestaand bebouwd gebied. De grenzen van dit bestaand bebouwd gebied moeten echter nog worden vastgesteld zodat nog steeds niet duidelijk is wat de ruimtelijke gevolgen zijn voor de gemeente. ( ) Bovendien is West Zeeuws-Vlaanderen in de Nota Ruimte benoemd als nationaal landschap. Echter, ook de precieze begrenzing van de nationale landschappen ligt nog niet vast. Wel ligt vast dat de provincie deze grenzen dient op te nemen in het Streekplan. Ons is dus niet duidelijk hoe de provincie kan overgaan tot toetsing van gemeentelijke bouwplannen inzake de doelstelling van zuinig ruimtegebruik. Daarnaast zijn er binnen de kernen weinig tot geen inbreidingslocaties voorhanden. Om te kunnen voldoen aan het vereiste inzake zuinig ruimtegebruik moet dus worden gedacht aan herstructurering, echter dit brengt per saldo nooit een toename van het aantal woningen met zich mee tenzij hoogbouw/ appartementen worden gerealiseerd. Het is maar zeer de vraag of dit in de kleinere kernen, gelegen in het landelijk gebied, vanuit stedenbouwkundig oogpunt altijd even wenselijk is. ( ) Hoe strakker de grens van het bebouwd gebied wordt getrokken, des te minder inbreidingslocaties er zijn. ( ) Wij pleiten dan ook voor een ruime hantering van de begrenzing van het bebouwd gebied om de mogelijkheid van inbreiding optimaal te kunnen benutten. 3. U geeft aan dat de woningbehoefteprognose niet langer wordt gehanteerd als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de woningvoorraad. Dit juichen wij zeer toe daar wij in onze gemeentelijke woonvisie de ambitie hebben uitgesproken om actief te streven naar een toename van het aantal inwoners. Het verbaast ons dan ook zeer dat u als reactie op onze woonvisie toch verwijst naar de PRIMOS-prognose die in de toekomst een afname van het aantal inwoners laat zien. U grijpt hiermee toch de woningbehoefteprognose aan als argument dat de door ons gehanteerde cijfers voor nieuwbouwproductie mogelijk niet reëel zijn. 4. Doordat de nieuwe werkwijze de gemeenten meer ruimte biedt inzake de woningbouwplanning, moeten knelpunten binnen die woningbouwplanning worden opgelost en wordt geen extra ruimte meer geboden om extra woningen bovenop de planning te realiseren. Niet duidelijk is dan ook dat u toch aangeeft dat in de nieuwe situatie per knelpuntsituatie bezien moet worden of ten behoeve van het project kan worden afgeweken van de reguliere woningbouwplanning en beleidsdoelen. Indien een afwijking van de woningbouwplanning noodzakelijk blijkt, betekent dit dan dat woningen aan het woningbouwprogramma mogen worden toegevoegd of dient dit binnen het totale programma te worden verrekend? 5. Volgens de nieuwe werkwijze zullen ook unieke projecten moeten passen binnen de woningbouwplanning. Dit betekent dat realisatie van unieke projecten moet vallen binnen de kaders van bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik. Vanuit de bundelingsgedachte zou dit betekenen dat unieke projecten (behalve Sluis aan Zee en Cavelot) enkel kunnen worden gerealiseerd in de kern Oostburg. Om een uniek project ook mogelijk te maken in de overige kernen, is het noodzakelijk dat aan de gemeenten de vrijheid wordt gelaten om, indien gewenst, de uitbreidingsruimte voor de overige kernen volledig in te zetten in 1 overige kern. Deze werkwijze past ook volledig in de door u geformuleerde centrale gedachte van uw Woonvisie, zijnde het zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de wensen van de woonconsument. 6. Het is van essentieel belang dat tussen de gemeente en de provincie een goede afstemming wordt bereikt ten aanzien van de vaststelling van de bebouwde komgrenzen zodat eventuele inbreidingslocaties optimaal kunnen worden benut. Wij willen dan ook graag op korte termijn met u in overleg treden teneinde hierover concrete afspraken te kunnen maken.

15 Provincie Zeeland 14 Standpunt van Gedeputeerde Staten 1. De redenering die de gemeente Sluis onder dit punt weergeeft is correct. Overigens wordt in het kader van het Omgevingsplan onderzocht of een meer gedifferentieerde kernentypologie wenselijk is. Indien de gemeente dit wenselijk acht, dan kan zij dit middels de Regionale Agenda kenbaar maken. 2. Wij hebben de Zeeuwse gemeenten verzocht om vóór 1 maart 2005 de volgende zaken bij ons in te dienen: een ingevulde planningslijst woningbouw een ingevulde monitor woningbouw 2004 voorstellen voor de begrenzing van het bestaand bebouwd gebied. Wanneer dit traject is afgerond naar verwachting medio april 2005 kan het nieuwe woningbouwbeleid geïmplementeerd worden. Daarna zal helder worden in hoeverre de doelstelling zuinig ruimtegebruik gehaald wordt en wat de ruimtelijke gevolgen voor de gemeenten zullen zijn. De benoeming van West-Zeeuws-Vlaanderen als Nationaal Landschap valt buiten de reikwijdte van de (Streekplanherziening) Woonvisie. De begrenzing van de Nationale Landschappen zal in het kader van het Omgevingsplan plaatsvinden. De doelstelling van 50% inbreiding is juist bedoeld om de herstructureringsopgave te stimuleren, teneinde de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad te verbeteren. We bevinden ons in Zeeland immers in een lagedrukgebied, waar leegstand en verpaupering dreigen. Het doel van de inbreidingsopgave is zodoende niet zozeer het vergroten van het aantal woningen, als wel het verbeteren van de kwaliteit van bestaande woningen. Wij streven naar 50% inbreiding per gemeente. Mocht blijken dat dit niet haalbaar is, dan kan van de doelstelling worden afgeweken indien: de doelstelling op regionale schaal wel gehaald wordt; een gemeente meer dan 40% van haar woningbouwproductie op inbreidingslocaties realiseert Indien gemeente minder dan 40% op inbreidingslocaties weet te realiseren, dan willen wij hiervoor een onderbouwing ontvangen. Voor het overige is reeds verschillende malen toegezegd dat een praktische en logische insteek centraal zal staan bij het trekken van de grenzen van het bestaand bebouwd gebied. Dit zal de inbreidingsmogelijkheden vergroten. 3. De woningbehoefteprognose wordt niet langer gebruikt als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de woningvoorraad, omdat dat tot gevolg zou hebben dat er steeds minder woningbouw in de overige kernen kan plaatsvinden. Dit neemt niet weg dat de woningbehoefteprognose wel degelijk relevante en bruikbare informatie biedt. In uw Woonvisie stelt u dat de vraag naar nieuwbouwwoningen uit de lokale markt 100 woningen per jaar bedraagt. Hier staat tegenover dat de PRIMOS-prognose een afname van bijna 250 huishoudens tot 2010 voorspelt. Hoe deze, schijnbaar tegenstrijdige, cijfers zich tot elkaar verhouden en in hoeverre u in uw Woonvisie rekening hebt gehouden met reële prognosecijfers, blijft onduidelijk. Hier hebben wij in onze reactie op uw Woonvisie aandacht voor gevraagd. 4. Met de nieuwe werkwijze komt de mogelijkheid te vervallen om op basis van een structuurvisie het regionale programma te verruimen. In plaats daarvan zal per knelpuntsituatie moeten worden bezien of ten behoeve van het project kan worden afgeweken van de reguliere woningbouwplanning en beleidsdoelen. Indien blijkt dat afwijking van de reguliere woningbouwplanning zoals u schrijft noodzakelijk is, dan wordt dus de mogelijkheid geboden om af te wijken van de planning. In welke situaties een afwijking van de reguliere planning daadwerkelijk noodzakelijk zal zijn, is op voorhand niet aan te geven. Wij zullen daar echter terughoudend mee omgaan. De nieuwe werkwijze biedt immers zodanig veel ruimte, dat gemeenten knelpunten zoveel mogelijk binnen het eigen woningbouwprogramma zullen moeten oplossen. 5. Unieke projecten kunnen in principe overal gerealiseerd worden, mits ze de doelstellingen van bundeling en zuinig ruimtegebruik niet onder druk zetten. Gemeenten bepalen immers zelf hoe de aantallen woningen over de kernen verdeeld worden. 6. Wordt ter kennisgeving aangenomen. De door de gemeente Sluis ingediende bedenking geeft geen aanleiding tot het aanpassen van de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie. Gebiedscommissie West Zeeuwsch-Vlaanderen 1. In de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie komt de mogelijkheid voor het realiseren van de zogenaamde unieke projecten te vervallen. Voor de regio West-Zeeuwsch- Vlaanderen wordt hierop een uitzondering gemaakt; de projecten Cavelot en Sluis aan Zee kunnen worden uitgevoerd op basis van de huidige voorwaarden in streekplan en gebiedsplan. Dit betekent dat de status van uniek project voor deze onderdelen uit het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal in de praktijk blijft behouden; de 150 woningen voor permanente bewoning tellen niet mee in de verhouding en de eis van 50% bouwen binnen bestaand bebouwd gebied is hierop niet van toepassing. Wij waarderen het zeer dat u hiermee het beleid voortzet

16 15 dat in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal en de streekplanherziening West-Zeeuwsch-Vlaanderen in gang is gezet. Wel vragen wij u het genoemde aantal van 150 woningen voor permanente bewoning voor de helderheid niet te koppelen aan de unieke projecten Cavelot en Sluis aan Zee, maar aan de unieke projecten bij de bebouwingsconcentratie Cadzand-Bad en de kern Sluis, zoals dit ook in de streekplanherziening West-Zeeuwsch-Vlaanderen is verwoord. 2. In de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie wordt wederom gesproken over het criterium migratiesaldo nul dat mogelijk in de Nationale Landschappen zal worden gehanteerd. Wij willen er nogmaals op wijzen dat een migratiesaldo nul in West-Zeeuwsch-Vlaanderen niet wenselijk is en uitvoering van essentiële onderdelen van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal onmogelijk maakt. Wij vertrouwen er op dat u het nodige zult doen om het label Nationaal Landschap een positieve bijdrage te laten zijn aan een mooi, gezond en leefbaar West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Standpunt Gedeputeerde Staten 1. De constatering dat de mogelijkheid tot het realiseren van unieke projecten in de (ontwerp-) streekplanherziening Woonvisie komt te vervallen, is niet correct. Unieke projecten zullen niet langer als aparte categorie behandeld worden, daar de nieuwe werkwijze die in de Woonvisie wordt geïntroduceerd ruime mogelijkheden biedt. Dit betekent dat iedere gemeente unieke projecten kan en mag realiseren. Deze projecten zullen echter moeten passen binnen de gemeentelijke woningbouwplanning. In de streekplanherziening West-Zeeuwsch-Vlaanderen is opgenomen dat voor West Zeeuwsch-Vlaanderen planologische mogelijkheden geboden worden voor een uitbreiding van het ruimtebeslag met in totaal 200 ha. voor verblijfsrecreatieve ontwikkelingen. Die uitbreiding van het ruimtebeslag kan onder meer worden benut voor de bouw van ongeveer 150 woningen voor permanente bewoning in unieke projecten bij de woonkern Sluis en bij de bebouwingsconcentratie Cadzand-Bad. Het project Sluis aan Zee wordt zodoende in de tekst van de Streekplanherziening West-Zeeuwsch-Vlaanderen niet als zodanig genoemd. Zodoende wordt de formulering in de Streekplanherziening Woonvisie overeenkomstig de tekst in de Streekplanherziening West-Zeeuwsch-Vlaanderen aangepast. Het genoemde aantal van 150 woningen voor permanente bewoning is daardoor niet langer direct gekoppeld aan de projecten Sluis aan Zee en Cavelot. 2. Wij zijn ons er van bewust dat een migratiesaldo-nul - benadering voor West-Zeeuws-Vlaanderen ongewenste gevolgen zal hebben en spannen ons in om de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. De tekst van de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie is overeenkomstig de tekst in de Streekplanherziening West Zeeuwsch-Vlaanderen aangepast. Zeeland Anders De Woonvisie heeft een woonvraag van het afgelopen decennium doorgetrokken naar nu. Afgezien van het feit dat de uitkomsten achterhaald zijn door explosief stijgende woon- en andere lasten, gaat de woonwens van de consument verder dan een (betaalbare) koop- of huurwoning. De sfeer of uitstraling van de omgeving spelen een belangrijke rol. In het debat over het omgevingsbeleid was uitgangspunt het streven om een integrale aanpak te vinden voor een duurzame toekomst voor Zeeland. In de Woonvisie wordt op geen enkele manier geprobeerd aan te sluiten bij de duurzaamheidswens. Uitgaande van het behoud of versterking van een vestigingsoverschot is het van belang die waarden wél te incorporeren in de (woon)ontwikkeling van Zeeland, anders wordt het eigen doel ondergraven, en het karakter van de provincie in snel tempo aangetast. ( ) Als men de woonconsument werkelijk serieus wil nemen, moet men de Zeeuwse waarden serieus nemen. Door in de Woonvisie uitsluitend te toetsen op het aantal gebouwde woningen zonder visie op grond, duurzaamheid en woningvoorraad, schiet de Woonvisie essentieel tekort. Alleen door de woningbouw te conformeren aan de vast te stellen normen, en de elementen die erop in werken duidelijk te maken, kan de woningbouw zich ontwikkelen en het karakter van Zeeland, in het bijzonder het Nationaal Landschap Walcheren, de Zak van Zuid-Beveland en West- Zeeuwsch-Vlaanderen worden behouden. Standpunt Gedeputeerde Staten De missie van de Woonvisie is om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de woonconsument. Om dit te bereiken, zetten wij in op 4 speerpunten: stimuleren van de omvang en diversiteit van de nieuwbouwproductie; stimuleren van herstructurering en transformatie van de bestaande woningvoorraad, teneinde de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad te verbeteren; ruimte bieden voor bijzondere woonwensen; zorgdragen voor kwetsbare groepen op de woningmarkt. Deze speerpunten worden in praktijk gebracht door een nieuwe werkwijze. De essentie van de nieuwe werkwijze die in de Woonvisie wordt geïntroduceerd, is dat de provincie niet langer stuurt op aantallen woningen, maar op kwalitatieve beleidsdoelen zoals bundeling en zuinig ruimtegebruik. De planningslijst woningbouw vormt daarbij het instrument. Ook andere kwalitatieve aspecten zullen bij de analyse van de planningslijsten een rol spelen, zoals het type woningen dat gebouwd wordt, de mate waarin

17 Provincie Zeeland 16 Integrale Woningkwaliteit wordt toegepast e.d.. Voorts vormt de Woonvisie een bouwsteen voor het Omgevingsplan, hetgeen betekent dat de integrale afweging waarbij ook aspecten als duurzaamheid een essentiële rol spelen in het kader van het Omgevingsplan plaatsvindt. De door Zeeland Anders ingediende bedenking geeft geen aanleiding tot het wijzigen van de ontwerp-streekplanherziening Woonvisie. Zeeuwse Milieufederatie 1. Op 2 augustus 2004 stuurde de ZMF u haar reactie op de Provinciale Woonvisie. De argumenten uit deze reactie gelden onverkort voor de ontwerp-streekplanherziening, die momenteel ter visie ligt. (Her)gebruik van bestaande ruimte binnen de bebouwde kom moet altijd vóór uitbreiding gaan en het aantal nieuwe woningen in kleine kernen moet afgestemd worden op de specifieke behoefte van de woningzoekende. Weliswaar zijn een aantal bundelingspercentages naar regio aangepast, maar ons standpunt blijft dat op deze manier niet naar woonbehoefte wordt gebouwd. Het hanteren van bundelingspercentages is niet het juiste instrument om het aantal woningen en het type woningen dat in een kern gewenst is, te realiseren. Hoe sturen Provinciale Staten de bouwprogramma s van de gemeenten zodanig dat ongewenste uitbreiding van met name kleine kernen en wonen in het buitengebied wordt tegengegaan? 2. Ter kennisgeving sluiten wij de op 2 augustus gestuurde reactie opnieuw bij. Standpunt Gedeputeerde Staten 1. Ook wij zijn van mening dat inbreiding vóór uitbreiding dient te gaan. Zodoende wordt in de Woonvisie een inbreidingspercentage van 50% gehanteerd. De planningslijst woningbouw en de monitor woningbouw dienen ter bewaking van de verhoudingen. De provincie analyseert of belangrijke beleidsdoelen worden gehaald en of voldoende aandacht is besteed aan de speerpunten. Wij zijn van mening daarmee een instrument in handen te hebben dat enerzijds voldoende ruimte biedt voor de verantwoordelijkheden van gemeenten (zoals het bepalen van de samenstelling van de nieuwbouwproductie) en anderzijds voldoende mogelijkheden biedt om te kunnen sturen op belangrijke beleidsdoelen zoals bundeling en zuinig ruimtegebruik. Voor het overige verwijzen wij naar de antwoordnota Woonvisie 2. De ingediende reactie van 2 augustus wordt ter kennisgeving aangenomen. De door de Zeeuwse Milieufederatie ingediende bedenking geeft geen aanleiding tot het wijzigen van de ontwerp-streekplanherziening. Advies Provinciale Commissie Omgevingsbeleid Het advies van de PCO is gebaseerd op een reactie namens de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG). In de reactie van de VZG wordt de vrees geuit dat, als gevolg van de streekplanherziening, het aantal woningen dat in de gemeente Sluis mag worden gebouwd als voortvloeisel uit de toezeggingen die zijn gedaan om de gemeentelijke fusie tot stand te brengen, impliciet aan het project Sluis aan Zee worden gekoppeld. Indien dat betekent dat in het geval dat het project onverhoopt geen doorgang mocht vinden en het genoemd aantal woningen voor de gemeente verloren gaat, adviseert men niet akkoord te gaan met de streekplanherziening. Standpunt Gedeputeerde Staten De nieuwe werkwijze, die in de Woonvisie wordt geïntroduceerd en in de Streekplanherziening wordt gehard, gaat niet langer uit van een sturing op aantallen woningen. Gemeenten krijgen meer vrijheid en verantwoordelijkheid om zelf de omvang, spreiding en samenstelling van het bouwprogramma te bepalen. Zodoende kan ook geen sprake zijn van het verloren gaan van aantallen woningen. Voor het overige verwijzen wij u naar ons standpunt ten aanzien van de door de Gebiedscommissie West Zeeuwsch- Vlaanderen ingediende bedenking.

18 17 Deel B De Streekplanherziening In deel A van deze Streekplanherziening is weergegeven welke uitgangspunten van het Streekplan 1997 worden herzien teneinde de Woonvisie en het Streekplan Zeeland 1997 met elkaar in overeenstemming te brengen. Aan het Streekplan wordt een bijlage toegevoegd met de volgende tekst: De Woonvisie, zoals door Provinciale Staten vastgesteld op 12 november 2004, bevat het actuele provinciale woningbouwbeleid. Voorzover de tekst van het Streekplan Zeeland, zoals door Provinciale Staten vastgesteld op 12 september 1997, hiermee niet in overeenstemming is, geldt het bepaalde in de Woonvisie, met uitzondering van het bundelingspercentage voor Schouwen-Duiveland dat bepaald wordt op en met uitzondering van de regio-indeling Midden-Zeeland die gesplitst wordt in Walcheren en de Bevelanden met respectievelijk bundelingspercentages voor stedelijke ontwikkelingszone overige kernen van en In principe maakt alle woningbouw onderdeel uit van de gemeentelijke woningbouwplanningen en de analyse op bundeling en zuinig ruimte gebruik. Voor dit laatste echter met uitzondering van de unieke projecten bij de woonkern Sluis en de bebouwingsconcentratie Cadzand-Bad, zoals die zijn opgenomen in de Streekplan herziening West Zeeuwsch Vlaanderen. Dit betekent tevens dat onderdelen van het Streekplan Zeeland 1997 die niet in de Woonvisie worden geregeld (zoals bijvoorbeeld het beleid voor burgerwoningen in het buitengebied) van kracht blijven.

19 18

20 19 Bijlagen Gedachtewisseling streekplanherziening Woonvisie De bijeenkomst vond plaats op 18 januari 2005 in de Statenzaal van het Provinciehuis te Middelburg. Aanwezig waren de volgende leden van de commissie Ruimte: Audenaert, Faasse, Van der Giessen (plv.), Hamelink, Harpe (plv.), Kerckhaert, Luijben, Van Oostenbrugge, Van den Ouden-Zwart, Polderman-Martin (voorzitter), Smits, Verdurmen, Visser (plv.) Voorts waren aanwezig gedeputeerde Van Waveren en namens directie RMW de heren Nijssen, De Koning en mevrouw Heijstek. Verslaglegging: mevrouw Van Wallenburg, commissiegriffier De bijeenkomst werd bijgewoond door twee belangstellenden. De voorzitter opent de vergadering om uur, heet de aanwezigen welkom en gaat in op de achtergronden van een gedachtewisseling. Zij stelt de commissie voor bij een volgende gelegenheid expliciet stil te staan bij de notitie aandachtspunten voor de gedachtewisseling bij streekplanherziening. Een maand voorafgaand aan een volgende gedachtewisseling zal die notitie opnieuw aan de commissieleden worden verstrekt. Aan de hand van het stuk kan dan in de commissie worden gesproken over de rol van de commissie en mogelijke verbeterpunten in de manier waarop tot nu toe invulling wordt gegeven aan dit soort bijeenkomsten. De aanwezige leden stemmen hiermee in. Het doel van deze bijeenkomst is een gedachtewisseling van de leden van de commissie Ruimte met belanghebbenden. De commissieleden formuleren nog geen mening en nemen nog geen standpunt in, maar luisteren naar belanghebbenden en kunnen vragen stellen. De streekplanherziening komt via het college van GS op een later tijdstip weer ter sprake in de commissie Ruimte en vervolgens in Provinciale Staten. Op dat moment vindt pas besluitvorming plaats. Conform het reglement van orde van de provinciale commissie wordt aan insprekers spreekrecht gegeven. Insprekers krijgen het woord op volgorde van binnenkomst. In dit geval maakt alleen gemeente Sluis, bij monde van wethouder J.J. Provoost gebruik van het inspreekrecht. De heer Provoost, wethouder volkshuisvesting gemeente Sluis spreekt in. Hij heeft zijn bedenkingen op schrift gesteld, reikt het stuk in de vergadering uit en voert zijn betoog. Het stuk is als bijlage 1 toegevoegd aan dit verslag. Na afronding van zijn betoog bedankt de voorzitter de heer Provoost voor zijn reactie en geeft de commissie gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Faasse (CDA) vraagt de heer Provoost hoe in de toekomst de grenzen waarbinnen mag worden gebouwd zullen worden vastgesteld. Nu proeft hij alsof die grenzen van bovenaf aan gemeenten worden opgelegd. De heer Provoost zegt dat de Vijfde Nota Ruimte, van toenmalig minister Pronk, een voorproefje bood. Destijds zijn in die nota bebouwingscontouren geschetst. Die grenzen sloten als een nylonkous om een been. Vanuit dat vertrekpunt en gelet op de opstelling van het rijk is de gemeente beducht dat weinig ruimte wordt gegeven. De hoop van de gemeente is nu gevestigd op de provincie. De gemeente hoopt dat, daar waar kernen nog een afronding verdragen, in stedenbouwkundig opzicht of als logische grens in de vorm van bijvoorbeeld een rondweg of geluidswal, dat op zulke plaatsen nog enige ruimte kan worden verschaft. In het betoog van de heer Provoost vermeldt hij de elementen kwantiteit en kwaliteit als uitgangspunten voor de woonvisie. De heer Audenaert (CDA) verzoekt hem toe te lichten wat de gemeente bedoeld met kwaliteit voor de omgeving Sluis en omstreken. De heer Provoost verduidelijkt dat het vooral gaat om de ruimtelijke kwaliteit en dat ingepast krijgen in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. De gemeente hoopt met de functie wonen ook een goede invulling aan de kwaliteitsimpuls voor het gebied te geven. Het behoud van kwaliteit door ontwikkeling is een adagium dat voor nationale landschappen wordt gebruikt. Dit adagium streeft de gemeente na bij het geven van inhoud aan het begrip ruimtelijke kwaliteit. Hij wijst op projecten als Sluis aan Zee en Cavelot, waarbij aan kwaliteitsaspecten als veel groen en water vorm wordt gegeven. De heer Audenaert (CDA) informeert of er alternatieven kunnen worden ontwikkeld indien deze projecten niet doorgaan. De heer Provoost zegt dat vooral de ontwikkeling van het project Sluis aan Zee er heel 1 Bijlage: toelichting bedenkingen gemeente Sluis

21 Provincie Zeeland 20 goed uit ziet. Mocht dat project onverhoopt sneuvelen dan hoopt de gemeente vast te kunnen houden aan de geplande woningbouw, m.n. voor de kern Sluis. De invulling ervan zal dan echter op een andere manier moeten gebeuren. Hij wijst erop dat het inwonertal van West Zeeuws-Vlaanderen gelijk is aan dat van Dit zet het voorzieningenniveau in de grotere en kleinere kernen onder druk. Het gemeentebestuur zet daarom minimaal in op behoud van het voorzieningenniveau en probeert zo mogelijk groei te bewerkstelligen. Nu al dreigt hier en daar verpaupering of treedt die zelfs al op. Mevrouw Smits (ZB) refereert aan het bezoek van de commissie Ruimte aan Oostburg van 11 februari Bij die gelegenheid ontstond enige paniek ten aanzien van de mogelijk dat het gebied West Zeeuws-Vlaanderen zou worden aangewezen tot Nationaal Landschap. Naar aanleiding daarvan heeft een briefwisseling plaatsgevonden tussen GS en de betrokken rijksambtenaar. Zij vraagt of de gemeente destijds is geïnformeerd over die briefwisseling en of de uitkomst ervan de gemeente gerust heeft gesteld over de bouwmogelijkheden in het gebied. De heer Provoost antwoordt bevestigend maar tekent aan dat hij nu, naar aanleiding van het vandaag verschenen krantenartikel in de PZC over de behandeling van de Nota Ruimte op 17 januari in de Tweede Kamer, niet gerust is op de ontwikkelingen. Hij attendeert op een ingediende motie en merkt op die slechts als een strohalm te zien. De gemeente leeft nu tussen hoop en vrees. Mevrouw Van den Ouden-Zwart (VVD) merkt op dat de gemeente het project Sluis aan Zee door wil zetten en dit plan ziet als redding voor de streek. Zij vraagt zich af hoeveel ruimte er nog is voor het doorzetten van het plan, gelet op de uitkomsten van de Kamerbehandeling van de Nota Ruimte. Zij vraagt gedeputeerde Van Waveren de Kamerbehandeling toe te lichten en aan te geven welke onderhandelingsruimte er nog is. Zij vraagt de heer Provoost of bij onverhoopt niet doorgaan van het project Sluis aan Zee, het alternatief voldoende voldragen is om aan de doelstellingen van de gemeente, nl. vasthouden voorzieningniveau, te kunnen voldoen. De heer Provoost geeft dat juist hiermee de zorg van de gemeente wordt geschetst. De gemeente wil niettemin zich niet verliezen in negativiteit. Voor wat betreft de haalbaarheid van het project Sluis aan Zee ziet de eerste financiële en economische onderbouwing er positief uit. Aan de Bank voor Nederlandse Gemeenten is gevraagd dit plaatje nader te onderzoeken en de gemeente een second opinion te geven. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek kan met het project worden voortgegaan, eventueel in afgeslankte vorm. Hij wijst op het vastgestelde gebiedplan waarin bouwmogelijkheden zijn toegezegd. Ten minste die mogelijkheden bepleit spreker overeind te houden mocht Sluis aan Zee onverhoopt niet door kunnen gaan. Spreker is blij met de steun van provincie; de gedeputeerde is veelvuldig naar Den Haag gereisd om de zaak Sluis daar te bepleiten. De heer Van Oostenbrugge (SGP) wijst erop dat Sluis aan Zee niet is meegenomen in de streekplanherziening gebiedsplan West Zeeuws-Vlaanderen. Over Sluis aan Zee moesten destijds nog een aantal vragen, waaronder op nautisch gebied, worden beantwoord. Ook werd het standpunt van de gemeente Sluis t.a.v. het project afgewacht. Hij vraagt op welke termijn de gemeente helderheid kan verschaffen. In het geval de gemeente nee zegt tegen het plan zal op dat moment moeten worden gekeken naar de betekenis van dat besluit voor diverse elementen in het gebiedsplan. Hij vraagt de gedeputeerde het Haagse standpunt over bouwen in nationale landschappen anders dan voor de natuurlijke bevolkingsaanwas toe te lichten. Tot slot verwijst hij naar wat in de commissie Ruimte is besproken over de verhouding in- versus uitbreiding. De provincie hanteert een strenger regime (50/50) dan de Nota Ruimte; daarin geldt de verhouding 45/55. Om in de beeldspraak van de inspreker te blijven; de gedeputeerde zegde de commissie eerder toe voor de vaststelling van de contouren per kern of per gemeente geen nauwsluitende panty maar een maatkostuum te zullen hanteren. Hij vraagt de gedeputeerde die toezegging voor dit gehoor te herhalen als geruststelling. De heer Provoost verwacht dat de gemeenteraad van Sluis in de haar vergadering van april of mei 2005 een go no go beslissing kan nemen. Hij voegt eraan toe dat t.o.v. vorige plan het idee is losgelaten dat zo n 600 zeejachten de haven aan zouden doen. Hiervoor in de plaats moeten aan andere wateractiviteiten worden gedacht. Gedeputeerde Van Waveren licht toe dat de VROM-commissie van de Tweede Kamer op 17 januari de Nota Ruimte heeft behandeld en dat die behandeling vooraf ging aan de verdere plenaire behandeling van het stuk. Bij de plenaire behandeling zullen de ingediende moties, zo n 100 waarvan het merendeel amenderend, in stemming worden gebracht. Het provinciebestuur heeft bij de kabinetspartijen in persoon en verder bij alle fracties per brief aandacht gevraagd voor deze zaak. Het lijkt erop dat de sturingfilosofie met veel provinciaal en gemeentelijk mandaat in de Nota Ruimte overeind blijft. De PvdA in de Tweede Kamer heeft die filosofie volledig afgewezen. Om die reden richt de provinciale inspanning zich vooral op

22 21 die partij. De woordvoerders van het CDA en de VVD hebben bij de Kamerbehandeling wel aandacht gevraagd voor dit punt. Verrassend was een amenderende motie van GroenLinks; die motie zou daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het punt. Het grote belang ervan voor gemeente Sluis is volstrekt duidelijk. De druk voor bebouwing op de meeste nationale landschappen in Nederland is groot. Dat bepaalt de visie van de minister en partijen in de Kamer. GroenLinks heeft in haar motie de stelling ingenomen dat de kwaliteit van het gebouwde bepalend moet zijn voor dat wat gebouwd kan worden in nationale landschappen. Dit sluit geheel aan bij de insteek zoals voorgestaan door het provinciale en gemeentelijke bestuur. De behandeling van de Nota in de VROM-commissie kent nog een derde termijn. De minister zal eerst antwoord geven op de ingediende moties. Naar verwachting vergt die beantwoording twee weken. De tijd tot aan de derde termijn zal het provinciale bestuur benutten de diverse woordvoerders van de partijen te benaderen. De situatie in West Zeeuws-Vlaanderen is uniek, ook t.a.v. bevolkingsontwikkeling. Juist die unieke situatie bemoeilijkt het dit punt onder de aandacht te brengen van de Kamer en de minister. Mocht het niet lukken de tekst in de Nota Ruimte d.m.v. een motie aangepast te krijgen, dan rest nog een vluchtweg. Dit zou zijn het gebied aan te wijzen als pilot voor ontwikkelingsplanologie. De hoofdinzet van de provincie blijft te bewerkstelligen dat de tekst in de Nota wordt aangepast en dat bij bebouwing een kwalitatief gerichte benadering voorop staat. Over de begrenzing zegt de gedeputeerde dat vanuit een efficiencygedachte gebruik is gemaakt van de kaartjes van het ministerie van VROM, gebaseerd op de Vijfde Nota RO, om zo in gesprek te raken met de gemeenten over de begrenzing tussen in- en uitbreidingslocaties. De kaarten gelden dus als vertrekpunt voor het gesprek. Het is niet de bedoeling ze te hanteren sluitend als een nylonkous rond de huidige bebouwing. Met deze uitspraak doet hij zijn eerdere toezegging over dit onderwerp nogmaals gestand. Mevrouw Van den Ouden-Zwart (VVD) begrijpt hieruit dat soepeler wordt omgegaan met de grenzen zoals die uit de kaartjes bebouwd gebied 2000 nu naar voren komen. De heer Van Waveren beaamt dit. De heer Van Oostenbrugge (SGP) merkt op dat de gedeputeerde eerder al in de commissie heeft aangegeven in overleg met de gemeenten te willen komen tot vaststelling van de begrenzing. Dit overleg spreekt hem zeer aan. De heer Van Waveren (GS) attendeert er nog op de uitbreiding voor permanent wonen, bijv. bij Sluis en Cadzand, al is geregeld in het streekplan. In het gebiedsplan, als streekplanuitwerking, is dit aspect expliciet herhaald. In het geval de Nota Ruimte ongewijzigd wordt vastgesteld en de minister in het kader van ontwikkelingsplanologie niet meer mee wil denken, dan nog kan de gemeente Sluis rekenen met de bouw van die voorziene 150 woningen. Tot slot attendeert de gedeputeerde de aanwezigen op de beleidsaanpassing van de bundelingspercentages. De voorzitter merkt op dat de commissieleden hier bij brief van 11 januari op zijn gewezen. Aldus vastgesteld op 25 februari 2005: voorzitter: commissiegriffier: H.A. Polderman-Martin A.C. van Wallenburg

23 Provincie Zeeland 22

24 23

25 Provincie Zeeland 24

26 25

27 Provincie Zeeland 26

28 27

29 Provincie Zeeland 28

30 29

31 Provincie Zeeland 30

32 31

33 Provincie Zeeland 32

34 33

35 Provincie Zeeland 34

36 35

37 Provincie Zeeland 36

Betreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk

Betreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk Gemeenteraad december 2012 Fractie GroenLinks Betreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk 0. Inleiding Het college van Langedijk is in haar vergadering van januari 2012 akkoord gegaan

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en

Nadere informatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie Manifeste lokale woningbehoefte Vraag zoekt locatie 10-3-2015 Inleiding In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid (2012) is uitgesproken dat de gemeente in principe in alle kernen ruimte wil zoeken

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Adviesnota voor de raad

Adviesnota voor de raad Adviesnota voor de raad Onderwerp Kwalitatief Woonprogramma 2005-1014 Regio Rivierenland Datum collegebesluit Dinsdag 27 juni 2006 Datum raadsvergadering Donderdag 21 september 2006 Agendapunt 6 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA Reactienota Zienswijzen Bestemmingsplan Harlingen - Ludinga Code 071905 / 19-11-14 GEMEENTE HARLINGEN 071905 / 19-11-14 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma 2016-2020 gemeente Harlingen In 2013 heeft de gemeenteraad de woonvisie voor de gemeente Harlingen voor de periode 2013 2020 vastgesteld. In de woonvisie

Nadere informatie

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost In deze notitie wordt het woningbouwprogramma dat met het bestemmingsplan De Groendijck- Oost, Driebruggen kan worden gerealiseerd, onderbouwd.

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Nadere informatie

NR. GEMEENTEBESTUUR UITGEEST. Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012

NR. GEMEENTEBESTUUR UITGEEST. Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012 GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012 NR. TITEL: (concept) Regionaal Actie Programma (RAP) KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP:

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Contact: L.Garnie@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale Staten Datum 1 juni 2017 Ons kenmerk

Nadere informatie

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 De gemeenteraad van Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951

Raadsstuk. Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951 Raadsstuk Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951 1. Inleiding De huidige woonvisie loopt in 2012 af. In het coalitieakkoord 2010-2014 kiezen de

Nadere informatie

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad Nr: 2004-11-08 Schipluiden: 18 november 2004 Onderwerp: Notitie woningbouwprogrammering Midden-Delfland Aan de Raad Inleiding Voor u ligt de notitie woningbouwprogrammering waarin de uitgangspunten voor

Nadere informatie

Provincie Zeeland. Bouwsteen voor het Omgevingsplan. Provinciale Woonvisie

Provincie Zeeland. Bouwsteen voor het Omgevingsplan. Provinciale Woonvisie Provincie Zeeland Bouwsteen voor het Omgevingsplan Provinciale Woonvisie Bouwsteen voor het Omgevingsplan Provinciale Woonvisie Vastgesteld door Provinciale Staten op 12 november 2004 2 Colofon Uitgave:

Nadere informatie

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y P T HOLLAND ZUID INGEKOMEN 2 5 JAN. 2010 2 5 JAN 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling XX Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-2010-150529469 (DOS-2009-0024764)

Nadere informatie

gelet op het Woonplan 2013-2023, vastgesteld door de gemeenteraad van Haren op 30 september 2013;

gelet op het Woonplan 2013-2023, vastgesteld door de gemeenteraad van Haren op 30 september 2013; HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAREN, gelet op het Woonplan 2013-2023, vastgesteld door de gemeenteraad van Haren op 30 september 2013; overwegende dat het vanwege regionale

Nadere informatie

11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL

11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL G e m e e n t e Z e i s t 11RAAD0056 Ronde Tafel : - Debat : 17 mei 2011 Raadsvergadering : 31 mei 2011 Gewijzigd voorstel : Organisatieonderdeel : strategie & beleid Telefoon :

Nadere informatie

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland, Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten Provinciale Staten van Zuid-Holland, Overwegende dat het provinciaal woonbeleid, zoals neergelegd in de Visie Ruimte en Mobiliteit, tot doel heeft te

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Vaststellen Woonvisie

Vaststellen Woonvisie Advies 1 Nummer 050 B&W 02-08-2016 Raadscommissie 06-09-2016 Gemeenteraad 21-09-2016 Vaststellen Woonvisie De woonvisie heeft ter visie gelegen voor inspraak, er zijn 6 reacties ingediend. Deze zijn verwerkt

Nadere informatie

Startnotitie woonvisie Wassenaar

Startnotitie woonvisie Wassenaar Startnotitie woonvisie 2014-2020 Wassenaar Documentbeheer DATUM AUTEURS VERSIE VERANDERING 18 september 2013 S. Bueving 1.1 24 september 2013 S. Bueving 1.2. Communicatieparagraaf 8 oktober 2013 S. Bueving

Nadere informatie

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 16 december 2014 NUMMER PS PS2015WMC01 AFDELING FLO COMMISSIE WMC STELLER I. Schartman DOORKIESNUMMER 030 2582486 DOCUMENTUMNUMMER 8110A627 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Grondgebied/RO Wethouder Schoon Ter behandeling in de vergadering van: de commissie grondgebied d.d. 31 oktober 2017 de Raad d.d. 21 november 2017 Onderwerp: Woonvisie

Nadere informatie

College van gedeputeerde Staten. Provincie Overijssel. Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. Geachte gedeputeerde,

College van gedeputeerde Staten. Provincie Overijssel. Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. Geachte gedeputeerde, College van gedeputeerde Staten Provincie Overijssel Postbus 10078, 8000 GB Zwolle Geachte gedeputeerde, Graag willen wij als inwoners en belangenorganisaties van Giethoorn middels deze brief reageren

Nadere informatie

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Frenkel Beerens Adviseur wonen 7 maart 2018 Inhoud Woningmarkt (5 min) Woonvisie (10 min) Onderzoek locaties sociale huur (5 min) WONINGMARKT Economische

Nadere informatie

G e m e e n t e S l u i s

G e m e e n t e S l u i s Raadsvoorstel Pag. 1 Datum vergadering 16 juli 2009 Nr. Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot het opstarten van de inspraakprocedure voor de Structuurvisie Wonen conform de gemeentelijke

Nadere informatie

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol RAADSVOORSTEL Datum en nummer 30 oktober 2012, nummer Raadsvergadering 6 december 2012 Agendapunt Programmaveld Ruimte Portefeuillehouder C.Koppenol Wettelijke basis - Onderwerp Woonvisie Papendrecht 2012-2020

Nadere informatie

Presentatie evaluatie RAP

Presentatie evaluatie RAP Presentatie evaluatie RAP Regio Alkmaar PORA Wonen 5 november 2014 Dicky Sijpkens Agenda 1. Achtergrond van de evaluatie 2. Opzet van de evaluatie 3. Algemene bevindingen en verbetervoorstellen 4. Regio

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 Onderwerp Bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

*ZE9E061ECF3* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

*ZE9E061ECF3* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015 *ZE9E061ECF3* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-31083/DV.15-441, afdeling Ruimte. Onderwerp: Woonvisie 2014-2030 Sellingen, 12 februari 2015 Algemeen Deze Woonvisie

Nadere informatie

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015 THEMABIJEENKOMST WONEN 29 juni 2015 1. Opzet van de bijeenkomst Na een korte introductie van de voorzitter (wethouder Wolff) houdt woningcorporatie ZO Wonen een korte presentatie op hun visie en functie

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Actieplan Sociale Huur Steller R. Asschert De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 8635 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6884967 Datum Uw brief van Uw kenmerk - Geachte heer,

Nadere informatie

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 25 maart 2010 Nummer :? Commissie : Commissie Grondgebied Portefeuillehouder : wethouder T. Kokke Afdeling : II-Bouwen en Wonen - Opsteller : M.Fopma Productiedatum

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland Door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-l 04 2012 HK Haarlem 2 2OKT. 2013

Nadere informatie

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018-2030 Kernboodschap De veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen maken zich samen sterk om het aantal woningen in de regio

Nadere informatie

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie. notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe

Nadere informatie

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen Basisinspanning Een evenwichtige bevolkingsopbouw, die in 2025 gegroeid is naar minimaal 25.000 inwoners. Voor iedere (toekomstige) inwoner moet een woning beschikbaar zijn die past in zijn/haar leefsituatie.

Nadere informatie

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg B en W Adviesnota Onderwerp Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg Zaaknummer 441356 Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 januari 2019 Team Stad Dorpen

Nadere informatie

Toename bevolking v.a. 2008

Toename bevolking v.a. 2008 Collegevoorstel Inleiding De provincie prognosticeert de ontwikkeling van de woningbouw en bevolking voor elke gemeente. Het is aan elke gemeente om deze prognose om te zetten in een planning en deze te

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e

K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e 8 j u n i 2 0 0 9 Deze notitie gaat in op de kaders waarbinnen de provincie Noord-Holland beleid in de vorm van een provinciale woonvisie wil gaan vormgeven. Probleemanalyse

Nadere informatie

Nota beoordeling zienswijze en ambtelijke aanpassingen Bestemmingsplan Kerkebogten, eerste herziening

Nota beoordeling zienswijze en ambtelijke aanpassingen Bestemmingsplan Kerkebogten, eerste herziening Nota beoordeling zienswijze en ambtelijke aanpassingen Bestemmingsplan Kerkebogten, eerste herziening Gemeente Eersel team Ruimte afdeling Ontwikkeling juli 2012 ZIENSWIJZEN Het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

4Nieuwbouw" Discussienotitie"werkconferentie"Regionale"Woonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!!

4Nieuwbouw DiscussienotitiewerkconferentieRegionaleWoonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!! 4Nieuwbouw DiscussienotitiewerkconferentieRegionaleWoonvisie 17maart2015 1 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Vragenvoordediscussie 2 3 Provinciaalenregionaalbeleid 4 4 Laddervoorduurzameverstedelijking 6 5 Nieuweverhoudingen

Nadere informatie

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen 22 april 199797-000527 concept-nota Hoofdlijnen ruimtelijk beleid regio Gooi en Vechtstreek Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen Het bebouwde deel

Nadere informatie

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant en akį^gigįíļţ^igję^gļiingmarkt in Brabant.rabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681

Nadere informatie

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Woonvisie Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Aanleiding Verschuiving van de volkshuisvestelijke opgave Sociale huur: Woningwet 2015 redelijke bijdrage Langer zelfstandig wonen Lokaal beleid 2

Nadere informatie

onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Wonen Holten, Schoolstraat 6-8

onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Wonen Holten, Schoolstraat 6-8 ssen-holtei\^ Rijssen, 10 november 2017 Voorstel van het college aan de raad raadsvergadering: 14 december 2017 agendanummer: 12 opgemaakt door: Ruimtelijk Domein Strategie en Consulenten portefeuillehouder:

Nadere informatie

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven gemeente Eindhoven 15R6567 Raadsnummer Inboeknummer 15bst01548 Beslisdatum B&W 10 november 2015 Dossiernummer 15.46.551 Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven Inleiding In januari 2014 heeft het

Nadere informatie

Onderwerp : Vaststellen nieuwbouwprogramma woningbouw in de gemeente Sint Anthonis

Onderwerp : Vaststellen nieuwbouwprogramma woningbouw in de gemeente Sint Anthonis Raadsvergadering : 9 februari 2004. Agendapunt : 12. Onderwerp : Vaststellen nieuwbouwprogramma woningbouw in de gemeente Sint Anthonis 2003-2013. Samenvatting voorstel: Wij stellen u voor om in het nieuwbouwprogramma

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden, Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon J.J. Kluit BEL Doorkiesnummer

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Datum: ** november 2018 Kenmerk: Telefoon: 06 52 41 06 77 E-mail: avginkel@hollandrijnland.nl Onderwerp: Planlijst Woningbouw 2018 Geacht

Nadere informatie

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Woonvisie Regio Eindhoven Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Actieprogramma 2013 1 Inleiding Op 28 juni 2012 heeft de Regioraad de Regionale Woonvisie 2012-2015 vastgesteld.

Nadere informatie

De Brabantse Agenda Wonen

De Brabantse Agenda Wonen De Brabantse Agenda Wonen Wat beweegt de woningmarkt in Brabant? ---- actuele ontwikkelingen en opgaven voor de regionale woningmarkt Brabant Vastgoed 2017 11 mei 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking

Nadere informatie

WOONVISIE VELSEN 2040

WOONVISIE VELSEN 2040 WOONVISIE VELSEN 2040 28 Februari vond een bijeenkomst plaats met raadsleden en inwoners over de nieuwe Woonvisie. Het eerste deel bestond uit een informatiemarkt, waarbij uitleg en achtergronden gegeven

Nadere informatie

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant Hart van Brabant 28 augustus 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking en wonen Provincie Noord-Brabant actualisering 2017 ----- Brabantse Agenda

Nadere informatie

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW Gemeente Zoeterwoude Vastgesteld door college: 28 maart 2017 Vastgesteld door gemeenteraad: Gemeente Zoeterwoude Beleidsregel sociale woningbouw 2 Aanleiding In 2010 heeft

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 Onderwerp Sloop sociale huurwoningen Rotterdam Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Vragenformulier datum:

Vragenformulier datum: Vragenformulier datum: 08-02-2019 Vragensteller Wilko Pelgrom Fractie CDA Raadsvoorstelnr nvt Onderwerp Volkshuisvesting Achterhoek en Bronckhorst Beantwoording aan: Raads- en commissieleden Inleiding:

Nadere informatie

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Bijlage Datum DOS-2014-0006307 Onderwerp toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Aan de regio s is gevraagd voor 1 juli 2017 de regionale woonvisies te actualiseren op basis van

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven INLEIDING In 2011 is het voorontwerp bestemmingsplan Heliushaven opgesteld en heeft het wettelijk vooroverleg plaatsgevonden, zoals

Nadere informatie

Notitie beantwoording zienswijzen

Notitie beantwoording zienswijzen Notitie beantwoording zienswijzen ten behoeve van het ontwerpbestemmingsplan 'Verplaatsen bouwkavels Heille' behorend bij het besluit van de gemeenteraad van Sluis d.d. 26 januari 2017 Pagina 1 van 7 Inhoud

Nadere informatie

Onder de titel: Aanbod nieuwbouw regio Groningen Assen valt verder terug

Onder de titel: Aanbod nieuwbouw regio Groningen Assen valt verder terug Afdeling Haren Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haren Postbus 21 9750 AA HAREN Datum: 6 april 2013. Onderwerp: Monitor woningbouw Regio Groningen-Assen De gemeenteraad hecht zeer aan de monitor

Nadere informatie

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Statenvoorstel vergadering september 2017 nummer 7029 Onderwerp Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Vergaderdatum GS: 4 juli 2017 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Nota van beantwoording

Nota van beantwoording RIS.5791 Nota van beantwoording & overzicht van schriftelijke reacties op de concept woonvisie 2012-2017 Thuis in Emmen De volgende organisaties hebben schriftelijk gereageerd: 1. Domesta 2. Lefier 3.

Nadere informatie

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen

Nadere informatie

Nota Woningbouw 2014-2020 Rijssen - Holten. Evenwichtig Groeien

Nota Woningbouw 2014-2020 Rijssen - Holten. Evenwichtig Groeien Nota Woningbouw 2014-2020 Rijssen - Holten Evenwichtig Groeien Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Conclusies kwantitatief woningbouwprogramma lange termijn (2013 t/m 2034) en korte termijn (2013 t/m 2019)...

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni Voorgesteld besluit Het college heeft besloten: B&W Vergadering Dossiernummer 303 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Vaststelling bestemmingsplan Melickerveld Zaaknummer 10913-2016 Commissie RU voorstel Commissiedatum

Nadere informatie

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven SAMEN voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven Het stedelijk gebied is in ontwikkeling. Het succes van bedrijven als ASML en VDL, de designsector en vele

Nadere informatie

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst Notitie bij raadsvoorstel Bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de uitvoering van reconstructieen gebiedsplannen ex artikel

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum

Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum 9 april 2008 Onderwerp notitie betreffende nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog 1. Historie vanaf 2001 Woonplan 2001 Er is al

Nadere informatie

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN Intrekkingsbeleid omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van één of meer woningen/ appartementen

Nadere informatie

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Presentatie aan raadsleden MRE, 24 juni 2015 Ladder laatste rijksbelang RO, overgenomen door provincie PBL: evaluatie Ladder Monitoring

Nadere informatie

INLEIDING EN LEESWIJZER

INLEIDING EN LEESWIJZER INHOUD BLZ INLEIDING EN LEESWIJZER De talenten van Oirschot...3 Wat is een structuurvisieplus?...3 Het planproces...5 Opbouw van de structuurvisieplus...7 028-252 gemeente Oirschot StructuurvisiePlus "Inleiding

Nadere informatie

VOORSTEL aan KAN-RAAD

VOORSTEL aan KAN-RAAD VOORSTEL aan KAN-RAAD 2004.209 Datum : 15 april 2004 Onderwerp : Voortgangsrapportage 2004 Samenvatting Uit de jaarlijkse voortgangsrapportage woningbouw blijkt dat de voortgang van de woningbouw in de

Nadere informatie

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015 Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015 1 Inleiding Ultimo 2010 eindigt de looptijd van het Geactualiseerd woonplan Dalfsen 2007-2011. De gemeente Dalfsen hecht aan een gefundeerd

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp Dit voorstel gaat over de Woonvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp Dit voorstel gaat over de Woonvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering d.d. : 8 maart 2018 Commissievergadering d.d. : 21 februari 2018 Commissie : Commissie Samenleving Portefeuillehouder : wethouder T. van Rijnberk Programmaonderdeel

Nadere informatie

Datum: Informerend 18/

Datum: Informerend 18/ In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 215-218 3.5 Ruimtelijke ontwikkeling Gouda heeft bijna 71. inwoners en is een stad waar het prettig is om te wonen. Een stad met een mooie historische binnenstad en waar inwoners betrokken

Nadere informatie

: Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught

: Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught Advies : Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught Datum : 3 mei 2017 Opdrachtgever : Bouwfonds Property Development Ter attentie van : Emile van Tuijl Projectnummer : 211x07637 Opgesteld

Nadere informatie

p t" c!! HOLLAND ZUID

p t c!! HOLLAND ZUID p t" c!! HOLLAND ZUID INGEKOMEN DEC. 9 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-9-77457 (DOS-9-57) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 19R.00044

RAADSINFORMATIEBRIEF 19R.00044 RAADSINFORMATIEBRIEF 19R.00044 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum : 29 januari 2019 Portefeuillehouder(s) : Wethouder De Weger Portefeuille(s) Contactpersoon Tel.nr. E-mailadres

Nadere informatie

Behoeftepeiling Nimmer Dor

Behoeftepeiling Nimmer Dor Woningbouw Laag-Soeren Behoeftepeiling Nimmer Dor Gemeente Rheden december 2010 Behoeftepeiling Nimmer Dor Sinds de start van de planontwikkeling voor de locatie Nimmer Dor is er op de woningmarkt het

Nadere informatie

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma 5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma Het regionale woningbouwprogramma moet actueel blijven. Dynamiek is ook nodig omdat nu niet te voorspellen is wat er over een aantal jaar nodig

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-041 Houten, 13 mei 2014 Onderwerp: Het herontwikkelen van Het Gebouw door middel van de bouw van 10 levensloopbestendige woningen aan de Jonkheer Ramweg 40 in Schalkwijk.

Nadere informatie

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam De Wet geluidhinder (Wgh) en het Besluit geluidhinder (Bgh) geven een regeling voor de toegestane geluidsbelasting door wegen,

Nadere informatie

Fonds Impuls Bedrijventerreinen. Tussenevaluatie februari

Fonds Impuls Bedrijventerreinen. Tussenevaluatie februari Fonds Impuls Bedrijventerreinen Tussenevaluatie februari 2017 - Fonds Impuls Bedrijventerreinen Tussenevaluatie februari 2017 - Datum: 14 februari 2017 - Fonds Impuls Bedrijventerreinen, tussenevaluatie

Nadere informatie

Deelherziening Omgevingsplan Zeeland en tweede wijziging Verordening Ruimte Provincie Zeeland. Ontwerpversie 14 maart 2017

Deelherziening Omgevingsplan Zeeland en tweede wijziging Verordening Ruimte Provincie Zeeland. Ontwerpversie 14 maart 2017 Deelherziening Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 en tweede wijziging Verordening Ruimte Provincie Zeeland Ontwerpversie 14 maart 2017 Deelherziening Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 en tweede wijziging Verordening

Nadere informatie

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra De volkshuisvestelijke opgaven Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra We hebben geen ruimte om ruimte te maken Agenda A. Cijfers B. Wat doen we met overcapaciteit? C. Hoe gaan we om met knelpunten

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN "CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW)"

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW) WW nte *T I HľN11IIIIIIII III I Oosterhout REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN "CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW)" Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Startdocument regionale prestatieafspraken Bijlage 9

Startdocument regionale prestatieafspraken Bijlage 9 Startdocument regionale prestatieafspraken 2020-2023 Bijlage 9 Concept 2 april 2019 In dit document worden de bestuurlijke opdrachten geformuleerd voor drie werkgroepen in het traject regionale prestatieafspraken

Nadere informatie

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR onderwerp Rn nummer 2016 Lokaal woonbeleid 5 collegevergadering d.d. 20 september 2016 raadsvergadering d.d. 12 oktober 2016 programma Wonen en Leefomgeving portefeuillehouder

Nadere informatie

woningbouwplan Luchen

woningbouwplan Luchen Advies : Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Luchen Datum : 1 juli 2015 Opdrachtgever : Gemeente Geldrop-Mierlo Ter attentie van : Gabriel van Houtert Projectnummer : 211x07812 Opgesteld

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie