Uitwerkingen. Investeringsselectie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

Transcriptie

1 Uitwerkingen Investeringsselectie drs. H.J.Ots Hellevoetsluis

2 , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, Uitwerkingen investeringsselectie Drs. H.J. Ots ISBN H.J. Ots, Hellevoetsluis, 2005 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur/uitgever.

3 Hoofdstuk 1 HOOFDSTUK 1 Opgave x 1,05 4 = ,67. Opgave ,05 = ,67. Opgave 4 In euro s Jaar Annuiteit Intrest Aflossing Schuldrest Opgave 5 Cash flows: x jaar proj. X cum. proj. Y cum. proj. Z cum x CW X = =1895,39. 1,1 1,1 2 1,1 3 1,1 4 1, , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 2

4 Hoofdstuk CW Y = = 1866,29. 1,1 1,1 2 1,1 3 1,1 4 1,1 5 X Y Z CW: 1.895, , ,58 IRV 19,86% 18,49% 20,78% Opgave 6 Stelling B, D, F, H. Opgave 7 NCW I A 5 % goed B 6 % C 7 % D 8 % Opgave , , ,2 = ,59. Opgave 9 Antwoord B. Opgave 10 1 In Euro s: Project R Eind Jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 Winst vóór intrest en belasting Belasting Winst na belasting Afschrijvingen Investeringen Desinvesteringen Cash flow Project S Eind Jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 Winst vóór intrest en belasting Belasting , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 3

5 Hoofdstuk 1 Winst na belasting Afschrijvingen Investeringen Desinvesteringen Cash flow TVT R = 2 jaar TVT S = 3 jaar 3 Cash flows: x R: = i (1 + i ) (1 + i ) (1 + i ) (1 + i ) i = 0,4104. S: = i (1 + i ) (1 + i ) (1 + i ) (1 + i ) i = 0, Cash flows: x NCW Rona = = 895,393. 1,1 1,1 1,1 1,1 1, NCW Sona = = 866,291. 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 Opgave Er zijn geen mutaties in het werkkapitaal. De bedrijfseconomische afschrijving is gelijk aan de fiscale afschrijving. 2. Nee, de toelaatbare lengte van de terugverdientijd is niet gegeven. Verder moet ook naar het rendement gekeken worden. 3. Cash flow = netto winst + afschrijving = Jaar Cash flow , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 4

6 Hoofdstuk NCW = Ja, de NCW is positief. 5 De disconteringsvoet, waarbij de netto contante waarde van het project gelijk is aan nul = i = 0, i (1 + i ) 2 (1+ i ) 3 (1 + i ) 4 (1 + i ) 5 7a De netto-ontvangsten worden geherinvesteerd tegen de interne project. b De methode kan verschillende uitkomsten geven. rentevoet van het Opgave = A/1,08 + A/1,08^2 + A/1,08^3 Annuïteit = A = Interest = 0,08 x = 800 Afschrijving Opgave Annuïteit Intrest Afschrijving jaar jaar boekw.1/1 annuït. rente afschr. boekw.31/ Boekwaarde 1/1 - jaar 5: a. In het kader van deze opgave: netto winst plus afschrijving. b. jaar cash flow CW = , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 5

7 Hoofdstuk c. Ja, want de contante waarde is groter dan het investeringsbedrag. Opgave 14 Jaar Vervangen Differentiële cashflow 0 invest. nieuw dpm opbr. oude dpm exploit. voordeel exploit. voordeel besparing revisie exploit. voordeel exploit. voordeel exploit. voordeel restw. nieuwdpm gederfde restw.oude dpm , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 6

8 Hoofdstuk 1 Jaar Differentiële cashflow CW vervangen = , , , , , Vervanging is dus voordelig. Opgave 15 jaar prod. opbr. var.k compl.k. inv./rev. net ontv. restw , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 7

9 Hoofdstuk 1 cash flows bij verschillende economische levensduren jaar Ann Optim. levensduur 7 Opgave 16 1a. Project A: Jaar Netto ontvangsten cumulatief Gemiddelde afschrijving per jaar Gemiddelde cash flow per jaar Gemiddeld geïnvesteerd bedrag Gemiddelde winstvoet 0,315 b. Terugverdientijd 2,5 jaar. c. Er wordt geen rekening gehouden met de cash flow na de terugverdientijd. Het rente-element wordt verwaarloosd. d. Risicomaatstaf. 2a. IRV = 0,2327. b. De cash flows kunnen worden geherinvesteerd tegen 8 %, terwijl verondersteld wordt dat het tegen 23,27 % gebeurt. 3a. NCWA = NCWB = b. Geen beslissing,want de looptijden verschillen. 4a. annuïteita = annuïteitb = b. Er wordt identieke vervanging bij B verondersteld. 5a. Project BB , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 8

10 Hoofdstuk 1 Jaar Netto ontvangsten cash flow - investering NCWBB = Project BB' Jaar Netto ontvangsten opgerente cash flow uit jaar NCWBB' = Conclusie: Project A. b. De annuïteitenmethode heeft geen zin, de looptijd verschilt niet. Opgave 17 Jaar opbr. prod.k. f.afschr. f.winst verlicmp.venn.bel , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 9

11 Hoofdstuk 1 Jr NWK mut.nwk invest. opbr. prod.k. venn.bel.cash fl NCW = Het project is dus niet rendabel. Opgave Aanschafprijs nieuwe machine Installatiekosten Directe opbrengstwaarde oude machine Netto investeringsbedrag Jaar 1,2,3,4: Besparing exploitatiekosten Extra afschrijvingen: - nieuwe machine oude machine Winst vóór belastingen Belasting Netto winst Cash flow = Netto winst + afschrijving = , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 10

12 Hoofdstuk 1 3. Jaar cash flow IRV = 0, Positief, de vermogenskostenvoet is kleiner dan de interne rentevoet. 5. NCW = TVT = Invest.bedrag/cash flow = 3,1 jaar 7a. Vervangen; zie vraag 4. b. Vervangen; de NCW is positief. c. Geen beslissing mogelijk, omdat de maximaal toegestane lengte van de terugverdienperiode niet gegeven is. Opgave 19 mach.a mach.b Opbrengst Complementaire kosten afschrijving Winst vóór belasting Belasting Winst na belasting afschrijving Netto-ontvangst machine A jaar , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 11

13 Hoofdstuk 1 machine B jaar CFA-B jaar NCWA-B = Voorkeur: machine B. 2. machine A jaar machine B jaar CFA-B jaar NCWA-B = Voorkeur: machine B , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 12

14 Hoofdstuk 1 Opgave jaar prod. inkoop ink.kost.ond.h.k. ov.kost. uitgaven kosten X X X X X X X X X is de kostprijs Contante waarde uitgaven = contante waarde kosten ,24926 = ,829.X X = 2,4555 Waarde prod x 2, Inkoopkosten x 2, Onderhoudskosten Overige kosten Bijdrage van de oude machine jaar cash flow IOW = Waarde prod x 2, Inkoopkosten x 2, Onderhoudskosten Overige kosten Bijdrage van de oude machine jaar CF IOW = Revisie; hogere indirecte opbrengstwaarde. Deze is bovendien groter dan de directe opbrengstwaarde. 5. Boekwaarde minus indirecte opbrengstwaarde = 622. Opgave Project A Jaar opbr.verk TCK TVK afschr. fisc.wi wi na bel CF + L , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 13

15 Hoofdstuk Project B Jaar opbr.verk TCK TVK afschr. fisc.wi wi na bel CF + L a. Project A: 3 jaar. Project B: 4 jaar. b. Er wordt geen rekening gehouden met de cash flow na de terugverdientijd en er wordt geen rekening gehouden met de tijdwaarde van het geld. 4a. GWVA = 16,00% GWVB = 18,75% b. Nee, de gewenste rentabiliteit is niet gegeven. c. Voorkeur: Project B d. Er wordt geen rekening gehouden met de tijdwaarde van het geld. 5a. NCWA = NCWB = b. Project A aanvaardbaar Project B aanvaardbaar c. Nee, de looptijden verschillen. d. Het criterium is niet te gebruiken als de looptijden van de projecten verschillen , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 14

16 Hoofdstuk 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 2 Het geëist rendement van de obligatiehouders is: = 0,102. RVV = 0,102 x ,15 x = 0,1262. Opgave 3 0,45 +0,09 = 0, Opgave 4 (1) REV = D1 + g EV 0 EV 0 Koers- winstverhouding = 10, dus = 20. D1 en g = 0,5 x 0,6 x 0,1= 0,03 (2) Uit(1)en(2) volgt : REV = 0,08. Opgave 5 3,6 W = 0,6(10-4)= 3,6; EV = = 36 en RTV = 0,1 3,6 + 4 = 0, Opgave 6 1. RTV = REV(1 - λ) + RVV.λ RTV = (0,04λ + 0,1)(1 - λ) + (0,05λ + 0,05)λ Hieruit volgt: RTV = 0,01λ 2-0,01λ + 0,1 RTV is minimaal als RTV' = 0 en RTV'' > 0 0,02λ - 0,01 = 0 λ = 0,5 (RTV'' = 0,02) , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 15

17 Hoofdstuk 2 2. RTVmin = 0,01 x 0,5 2-0,01 x 0,5 + 0,1 = 0, λ REV RVV RTV 0 0,1 0,05 0,1 0,1 0,104 0,055 0,0991 0,2 0,108 0,06 0,0984 0,3 0,112 0,065 0,0979 0,4 0,116 0,07 0,0976 0,5 0,12 0,075 0,0975 0,6 0,124 0,08 0,0976 0,7 0,128 0,085 0,0979 0,8 0,132 0,09 0,0984 0,9 0,136 0,095 0, ,14 0,1 0, REV RVV RTV Opgave 7 1. ( 3 : 30) x 100 % + 2 % = 12 %. 2. W - B = 0,12 x 0,6TV , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 16

18 Hoofdstuk 2 B = 0,45 x 0,8W W = 0,1125TV I = 0,09 x 0,4TV = 0,036 TV RTV = (W + I):TV = 0,1485 Opgave 8 1. Intrest {(0,08 x 0,8VV + 0,13 x 0,2VV):VV} x 0,6TV = 0,054 TV Aandeelhouders 0,05 x 0,4TV = 0,02 TV (*) Vpb = B B = 0,45 x 1,4(W - T) W - B - T = 0,02TV (*) Tantième = T B = 0,0341TV T = 0,0035TV dividend 0,2[W - B -{(0,06 x 20): 80} x 0,4TV] = T Calculatievoet 0, Dividendverhoging = 2T (40 %) = 0,007TV (zie a.). (1) Aantal aandelen = 0,4TV/ 80. (2) Dividendverhoging per aandeel = (1)/(2) = 1,40 7 % van 20. Totaal dividend = 6 % + 7 % = 13 %. Opgave 9 1. CF = W + A = W = A = /5 = T = CF t/m jr4 = = CF in jr5 = = voorraden 2a. CF jr jr NCW = jr jr jr jr b. Aanvaardbaar, want NCW > , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 17

19 Hoofdstuk 2 3. Te betalen belasting wordt uitgesteld. De NCW van het project wordt groter. 4. eind jr = jr jr jr jr (Millions) jr1 jr2 jr3 jr4 jr5 Vermogensbehoefte , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 18

20 Hoofdstuk 2 6. Na vier jaar wordt de vermogensbehoefte negatief. De terugverdientijd is dus vier jaar. 7/8. balans (x 1.000) dpm = AV * voorr = Overig EV* kas 500 LVV KVV 0,5 x = oud EV * Toename = AV 500 Overig EV (agio 200 %) Opgave 10 ( 1 0,4) A TV u = 0, 15 TV = TV u + b.vv = B , = C , = Opgave 11 A B W+R R W (1-b)W (1-b)W+R , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 19

21 Hoofdstuk 2 TV (*) VV EV k v = VV R - 0,08 ( 1 b) W k e = EV (1 b ) W + R k = TV 0,12 0,1371 0,12 0,1133 (*) TV B = TV A + b.vv = , Opgave 12 K e.ev + k v VV = (1 - b)b + br k e.ev + k v VV = k u.tvu + b. k v.vv (1) TV = TVu + b.vv TVu = TV- b.vv (2) VV Uit (1) en (2) volgt: k e = k u + (1 - b)( k u - k v ) EV Als we dit substitueren in: k = ke. EV+ kv. VV, krijgen we k = k u - b(k u - k v )VV. EV+ VV , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 20

22 Hoofdstuk 2 Opgave 10 In miljoenen Euro s Jaar Fisc.V & W Omzet 71,2 109,6 109,6 Var.kosten -19,1-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0 Afschr.geb. -28,8-3,6-3,6 Afschr.mach. -16,5-5,5-5,5 Rente -8,1-7,1-6,1 Boekwinst Winst vb -30,3 34,7 35,7 Te bet.belasting -1,6-12,5 Jaar Fisc.V & W Omzet 109,6 109,6 109,6 109,6 109,6 Var.kosten -29,7-29,7-29,7-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0-29,0-29,0 Afschr.geb. -3,6-3,6-3,6-3,6-3,6 Afschr.mach. -5,5-5,5-5,5-5,5-5,5 Rente -5,1-4,1-3,0-2,0-1,0 Boekwinst 17,1 Winst vb 36,7 37,7 38,7 39,8 57,9 Te bet.belasting -12,9-13,2-13,6-13,9-20,3 Jaar Bedr.V & W Omzet 71,2 109,6 109,6 Var.kosten -19,1-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0 Afschr.geb. -4,6-4,6-4,6 Afschr.mach. -6,9-6,9-6,9 Rente -8,1-7,1-6,1 Winst vb 3,5 32,3 33,3 Belasting -1,2-11,3-11,7 Winst nb 2,3 21,0 21,7 Jaar Bedr.V & W Omzet 109,6 109,6 109,6 109,6 109,6 Var.kosten -29,7-29,7-29,7-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0-29,0-29,0 Afschr.geb. -4,6-4,6-4,6-4,6-4,6 Afschr.mach. -6,9-6,9-6,9-6,9-6,9 Rente -5,1-4,1-3,0-2,0-1,0 Winst vb 34,3 35,4 36,4 37,4 38,4 Belasting -12,0-12,4-12,7-13,1-13,4 Winst nb 22,3 23,0 23,6 24,3 25,0 Jaar Cash flow Gebouw -38,0-35,0-42,0 Machine -55,0 Werkkapitaal -18,0 Omzet 71,2 109,6 109,6 Var.kosten -19,1-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0 Hyp.lening 90,0-11,3-11,3-11,3 Rente -8,1-7,1-6,1 CF vb -38,0-35,0-25,0 3,8 32,5 33,6 VpB 0,0-1,6-12,5 CF nb -38,0-35,0-25,0 3,8 31,0 21,1 Jaar Cash flow Gebouw 78,2 Machine Werkkapitaal 18,0 Omzet 109,6 109,6 109,6 109,6 109,6 Var.kosten -29,7-29,7-29,7-29,7-29,7 Const.kosten -29,0-29,0-29,0-29,0-29,0 Hyp.lening -11,3-11,3-11,3-11,3-11,3 Rente -5,1-4,1-3,0-2,0-1,0 CF vb 34,6 35,6 36,6 37,6 134,8 VpB -12,9-13,2-13,6-13,9-20,3 CF nb 21,7 22,4 23,0 23,7 114,6 Jaar Kas Beginsaldo 0,0 1,5 11,4 CF nb 3,8 31,0 21,1 Dividend -2,3-21,0-21,7 Eindsaldo 1,5 11,4 10,8 Jaar Kas Beginsaldo 10,8 10,2 9,6 9,0 8,4 CF nb 21,7 22,4 23,0 23,7 114,6 Dividend -22,3-23,0-23,6-24,3-25,0 Eindsaldo 10,2 9,6 9,0 8,4 98,0 Jaar Be-BALANS Gebouw 115,0 110,4 105,8 101, , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 21

23 Hoofdstuk 2 Machines 55,0 48,1 41,3 34,4 Werkkap. 18,0 18,0 18,0 18,0 Kas 0,0 1,5 11,4 10,8 Tot.activa 188,0 178,0 176,5 164,4 EV 98,0 98,0 98,0 98,0 Hyp.lening 90,0 78,8 67,5 56,3 Voorz.bel. 1,2 11,0 10,2 Tot.passiva 188,0 178,0 176,5 164,4 Jaar Be-BALANS Gebouw 96,6 92,0 87,4 82,8 0,0 Machines 27,5 20,6 13,8 6,9 0,0 Werkkap. 18,0 18,0 18,0 18,0 0,0 Kas 10,2 9,6 9,0 8,4 98,0 Tot.activa 152,3 140,2 128,2 116,1 98,0 EV 98,0 98,0 98,0 98,0 98,0 Hyp.lening 45,0 33,8 22,5 11,3 0,0 Voorz.bel. 9,3 8,5 7,7 6,8 0,0 Tot.passiva 152,3 140,2 128,2 116,1 98,0 NCW = 8, , Uitwerkingen investeringsselectie ISBN , drs. H.J. Ots, 22

24 Hoofdstuk 3 HOOFDSTUK 3 Opgave 2 Bedragen in euro's Cash flow Oude machine Eind jaar = NCW = Nieuwe machine Optim = = = NCW = Nieuwe machine Pessim = = NCW = Als Finac optimistisch is, kiest ze alternatief 2, als ze pessimistisch is, kiest ze alternatief 1. De keuze is afhankelijk van de risicohouding van de ondernemingsleiding. Opgave 3 E(W)A = 0,3 x ,7 x 20 = 23 E(W)B = 0,3 x ,7 x 10 = 25 Opgave 4 E(W) = (0,3 x 2 + 0,3 x 2,4 + 0,2 x 2,8 + 0,2 x 3,1) x E(W) = σ 2 = (0,3 x 0, ,3 x 0, ,2 x 0, ,2 x 0,6 2 ) x σ = Opgave 5 1. E(Wx) = 0,4 x ,6 x = E(Wy) = 0,4 x ,6 x = σx 2 = 0,4( ) 2 + 0,6( ) 2 σx = σy 2 = 0,4( ) 2 + 0,6( ) 2 σy = , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 23

25 Hoofdstuk 3 De keuze hangt af van zijn risicohouding. Alternatief Y belooft meer winst, maar het risico is ook hoger. 3. E(W) = 0,4 x ,6 x = E(W) met perfecte info E(W) met bestaande info E(W) van perfecte info 480 Opgave 6 1. kans W E(W) nat. 0,4 x 3 = 1,2 nat. 0,4 0,4 x 0,6 x 13,5 = 3,24 ver- goed int. 0,4 x 0,3 x 3 = 0,36 3,438 koop 0,4 x 0,1 x - 4,05 = - 0,162 nat. 0,3 x 0,75 = 0,255 nat. 0,3 0,3 x 0,4 x 12 = 1,44 ver- rede- int. 0,3 x 0,4 x 2,7 = 0,324 1,494 koop lijk 0,3 x 0,2 x - 4,5 = - 0,27 nat. 0,3 x - 1,5 = - 0,45 nat. 0,3 0,3 x 0,2 x 10,5 = 0,63 ver- slecht int. 0,3 x 0,2 x 2,25 = 0,135-0,315 koop 0,3 x 0,6 x - 6 = - 1,08 4,617 direct 0,3 x 15 = 4,5 internationale 0,3 x 3 = 0,9 3,6 verkoop 0,4 x - 4,5 = - 1,8 Dus Nationale verkoop met internationale verkoop als vervolg. 2. Gevoeligheidsanalyse laten maken, bijvoorbeeld: wat wordt de conclusie als bepaalde cash flows of waarschijnlijkheden veranderen. Opgave ,5 x 10 mln. + 0,5 x - 6 mln. = 2 mln. 2. Verwachtingswaarde met perfecte info: 0,5 x 10 mln. + 0,5 x 0 mln. = 5 mln. Verwachtingswaarde van perfecte info: 3 mln. 3. Geeft de bovengrens aan van wat betaald mag worden voor extra informatie , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 24

26 Hoofdstuk 3 Opgave 8 E(W) zonder extra informatie: E(WA) = 0,25 x 2 + 0,5 x 2 + 0,25 x 2 = 2 E(WB) = 0,25 x ,5 x 4 + 0,25 x 4 = 2,75 E(WC) = 0,25 x ,5 x 1 + 0,25 x 6 = 1 E(W) met perfecte info: 0,25 x 2 +0,5 x 4 + 0,25 x 6 = 4 E(W) van perfecte info: 1,25 Opgave 9 1. E(a)1 = ( )/4 = 20 E(a)2 = ( )/4 = 25 E(a)3 = ( )/4 = 22,5 E(a)4 = ( )/4 = 25 Afhankelijk van de risicohouding wordt gekozen voor a2 of a4. 2. a2 wordt gekozen, want de laagst mogelijke uitkomst van a2 is hoger dan die van de andere alternatieven. Opgave Alternatief B is niet relevant, omdat het gedomineerd wordt door alternatief C. 2a. E(W)A = 4,5 E(W)C = 5. Alternatief C is het beste. b. Alternatief C. 3. E(W)A = 1 /3 x /3 x 2 = 3 2 /3. E(W)C = 1 /3 x /3 x 4 = 4 2 /3. σ 2 A = 1 /3 x (7-3 2 /3) /3 x (2-3 2 /3) 2 σa = 2,36. σ 2 C = 1 /3 x (6-4 2 /3) /3 x (4-4 2 /3) 2 σc = 0, Alternatief C krijgt de voorkeur, omdat dit alternatief de hoogste winstverwachtingswaarde heeft en het kleinste risico. Gegeven de waarschijnlijkheden domineert alternatief C. Opgave Afzet Afzet Afzet Methode A: x afzet Methode B: x afzet Methode C: , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 25

27 Hoofdstuk x afzet slecht middelm. goed Methode A: Methode B: Methode C: E(W)A = 0,3 x ,5 x ,2 x = E(W)B = 0,3 x 0 + 0,5 x ,2 x = E(W)C = 0,3 x ,5 x 0 + 0,2 x = Variatiebreedte A: ( ) = Variatiebreedte B: = Variatiebreedte C: ( ) = B domineert A en C. 4. Vaste kosten, exclusief afschrijving: A ( /5) = B ( /5) = C ( /5) = Netto-ontvangsten: A x = B x = C x = , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 26

28 Hoofdstuk 3 Jaar CFA CFB CFC a. NCW = b. irv = 0,1238 0,63 0,3494 c. TVT = 3,6 1,5 2,2 jaar 5. voorkeur NCW B C A irv B C A TVT B C A Dus B. 6. a. De NCW neemt voor A, B en C toe met /1,12 5. De voorkeur verandert dus niet. b. De kasstroom van het laatste jaar verandert. Zonder berekening is geen voorkeursordening aan te geven. c. De TVT verandert niet door de kasstroomverandering in het laatste jaar. 7a. alt.a alt.b alt.c TV VV EV Intrest 15 % 18 % 30 % Debt ratio 20 % 50 % 80 % Koers/winstverhouding ,5 Aantal aandelen Inkomsten* Intrest Belasting 40 % Netto winst MPA** 37,95 38,4 41,25 REV 0,345 0,48 0,75 b. * x (100-30) = ** MPA = koers/winstverhouding x (netto winst/aantal aandelen). RTV = (1- b)rvvxvv+revxev TV , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 27

29 Hoofdstuk 3 0,6x0,18x x REV RTVb= RTVb = 0,054+ 0,5REV 0,6x0,15x xREV RTVa = RTVa = 0,018+ 0,8REV 0,6x0,3 x x REV RTVc= RTVc = 0,144+ 0,2REV REV RTVa RTVb RTVc 0 0,018 0,054 0,144 0,06 0,066 0,084 0,156 0,12 0,114 0,114 0,168 0,18 0,162 0,144 0,18 0,24 0,21 0,174 0,192 0,3 0,258 0,204 0,204 0,36 0,306 0,234 0,216 REV < 12 % alternatief a 12 % REV 30 % alternatief b REV > 30 % alternatief c , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 28

30 Hoofdstuk RTV 1 RE V RTV 2 RTV , Uitwerkingen investeringsselectie, ISBN , drs. H.J. Ots, 29