Huisartsopleiding Leiden Kwaliteitsverbeterplan Systematische evaluaties externe stages GGZ en Ouderen

Transcriptie

1 CO14.049d Huisartsopleiding Leiden Kwaliteitsverbeterplan Systematische evaluaties externe stages GGZ en Ouderen CONCEPT Organisatie: Afdeling: Adres: Titel: Onderdeel: Leids Universitair Medisch Centrum PHEG - Huisartsopleiding Postbus RC Leiden, Kwaliteitsverbeterplan Externe stages GGZ en Ouderen Beleid Huisartsopleiding Auteur(s): A. Verkerke Houder: Coördinatieoverleg Beheerder: W. de Ruijter Bestandsnaam en pad:??? Versie: Gemaakt op datum: Status: Concept Actualisatie op datum: Autorisator: Autorisatie op datum: Pagina s:

2 Kwaliteitsverbeterplannen Huisartsopleiding LUMC 2014 Kwaliteitsverbeterplan Externe stages GGZ en Ouderen Inleiding Na de 1 e fase volgen aios, die daar geen vrijstelling voor hebben, de stages GGZ en Ouderen (Chronische zorg). Gedurende deze 3 maandelijkse stage volgen zij onderwijs in de betreffende module GGZ of Ouderen. Huidige situatie Uit het GEAR rapport (verslag audit Huisartsopleiding LUMC) komt naar voren dat de aios minder tevreden zijn over de inhoud en de begeleiding bij de stages Ouderen en GGZ. Het leereffect van de beide stages vinden zij gering. Momenteel worden de stages geëvalueerd aan de hand van een CCTEI, een vragenlijst die door de aios wordt ingevuld. De lijst bevat vragen over de docentvaardigheden van de klinisch supervisor, beoordeling van de stage opleider en beoordeling van de stageplek. Vanwege veel personele wisselingen bij de moduledocenten Ouderen is er in de afgelopen vier jaar geen systematisch aandacht besteed aan deze evaluaties. Dat wil zeggen, de aios hebben deze evaluaties wel ingevuld en het secretariaat heeft deze gearchiveerd, maar er is verder geen enkele actie op ondernomen. Binnen de GGZ-stages zijn in de afgelopen twee jaar door de moduledocenten alle stageplekken bezocht waarbij zij onder andere de CCTEI s bespraken en de inhoudelijke stage-profielen opnieuw bekeken werden. Moduledocenten geven aan niet op de hoogte te zijn van eventuele minimale RGS eisen aan stageplekken. Vanuit hun expertise en common sense hebben zij hier wel een beeld bij, dat zij desgevraagd aan de stageopleider verduidelijken. Op dit moment is de coördinator 2 e fase niet bekend of er uit de evaluaties negatieve signalen kwamen waar serieus actie op moe(s)t worden ondernomen. Er vindt geen formele terugkoppeling plaats naar de coördinator. Er is (met de herziening van het curriculum) momenteel ook geen overlegstructuur die deze terugkoppeling kan formaliseren. In het huidige curriculum volgen aios in de ochtend tutorgroep, waarin onder andere ervaringen op de stageplek besproken worden. Bij negatieve signalen adviseert de tutor het gesprek met de opleider aan te gaan. Eventueel kan de tutor een bemiddelende rol vervullen. De afspraak is dat indien er structurele problemen op de stageplek zijn, de moduledocenten geïnformeerd worden en hier eventueel actie op ondernemen. In de praktijk is deze grens tussen relationele of structurele problematiek niet zo scherp te trekken. Het is veel eerder een mix van beiden. In het module-onderwijs is vrijwel geen ruimte voor het inbrengen van ervaringen op de stageplek. Wel wordt casuïstiek besproken, maar de plek en begeleiding als zodanig is in principe geen onderwerp van gesprek. Dit is een gemis aangezien de moduledocenten de ervaringen van de aios juist goed in de context kunnen plaatsen. Zij hebben de expertise en kennen de stageplekken en opleiders, terwijl de tutor hier geen enkele bemoeienis mee heeft. Uit het GEAR rapport komt naar voren dat de aios signalen hebben ontvangen dat een negatieve beoordeling van de stageplekken niet leidt tot verwijdering uit het bestand. Ze hebben de indruk dat het gebrek aan stageplaatsen het kwaliteitsbeleid gijzelt. Zo als de situatie nu is lijkt deze afweging vanuit het instituut niet aan de orde te zijn; het is eerder een gebrek aan systematische evaluatie waardoor actie uitblijft. Concluderend kan gesteld worden dat er op dit moment niemand eindverantwoordelijkheid is voor de kwaliteit van de stageplekken en evaluatie niet plaatsvindt volgens de kwaliteitscirkel. Daarnaast is het de betrokken niet duidelijk wat een minimale eis voor een stageplek is en is dus niet duidelijk welke norm bij de evaluaties gehanteerd dient te worden. Ook is het de vraag of de moduledocenten in de huidige manier van werken voldoende signalen krijgen rondom stageplekken waar eventueel actie op zou ondernomen moeten worden. Pagina 2 van 5

3 Een reeds eerder geformuleerde wens van de Leidse huisartsopleiding is het intensiveren van contact met de stage opleiders en het organiseren van didactische scholing waarmee een kwaliteitsverhogend effect verwacht wordt. Echter, de eerste stap is nu het intensiveren van het contact tussen opleiding en stageplekken en het formaliseren van de evaluatie externe stages. Pas als deze structuur er ligt en er volgens de kwaliteitscirkel evaluatie plaats vindt, kan duidelijk worden hoe de kwaliteit van de stages werkelijk is en welke acties en vervolgstappen nodig zijn. Gewenste situatie Alle betrokkenen zijn op de hoogte van eisen die aan een stageplek gesteld kunnen worden en wat de taken zijn van een stageopleider. Voor de stageopleiders is een brochure waarin opleidingsaspecten van de stages, kwaliteitsbeleid, beoordelingsprocedures en praktische informatie is opgenomen. Tevens is er een werkwijze geformaliseerd die gevolgd kan worden bij onvoldoende functioneren van stage opleider of instelling. Ook deze werkwijze is alle betrokkenen bekend. De fase coördinator is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de externe stages GGZ en Ouderen (de coördinator 1 e fase is eindverantwoordelijk voor de klinische stage). Evaluaties van de externe stages vinden systematisch plaats. Moduledocenten koppelen de CCTEI s terug op de stageplekken en rapporteren in een structureel overleg aan de coördinator 2 e fase wat uit deze geaggregeerde evaluaties naar voren komt en welke acties ondernomen moeten worden. Indien stageplekken duidelijke actie/verbeterpunten meekrijgen bewaken de moduledocenten de voortgang hiervan en rapporteren hierover in het structureel overleg. In het moduleonderwijs is tijd ingeruimd voor het bespreken van ervaringen met de stageplek en de stageopleider. Doelen: 1. Structureel overleg moduledocenten externe stages en fase coördinatoren. 2. Stageopleiders zijn geïnformeerd over eisen aan stageplekken, taken stageopleider en gang van zaken rondom onvoldoende functioneren van zowel aios als mogelijk stageplek zelf 3. Intensiveren contact huisartsopleiding en stageplekken middels tweejaarlijkse bezoeken 4. Aios bespreken ervaringen stageplek tijdens het moduleonderwijs, met moduledocenten die vanuit context kunnen reageren Activiteiten: 1. Inplannen 3 maandelijks overleg externe stages 2. Schrijven brochure voor stageopleiders en verspreiden 3. Inplannen ervaringsrondes in moduleonderwijs 4. Inplannen tweejaarlijks evaluatiebezoek stageplekken waarbij moduledocent evaluaties CCTI bespreken 5. Terugkoppeling systematische evaluaties verschillende stageplekken op overleg externe stages Resultaat: 1. Verwachtingen van stageplek en aan stage opleider zijn helder voor alle betrokkenen 2. Externe stage worden systematisch geëvalueerd volgens kwaliteitscirkel 3. Inhoudelijk inzicht in wat aan evaluaties naar voren komt en welke acties ondernomen moeten worden. Tijdspad 2014 Stap 1 en 2: augustus Stap 3 en 4: september Stap 5 : start september, ggz in januari (?) Stap 6: oktober 2014 Pagina 3 van 5

4 HO LUMC Kwaliteitsverbeterplan Titel Verbeterplan Systematische evaluatie kwaliteit externe stages Afdeling PHEG-Huisartsopleiding Eigenaar Annette Verkerke Datum 7 juli 2014 Versie Onderwerp van het verbeterplan Verbeterplan systematische evaluaties externe stages, volgens kwaliteitscirkel Domein en subdomein Domein 4 Leeromgeving 4c Onderwijs & begeleiding in stage-inrichting Motivatie van de keuze voor het onderwerp Onvoldoende zicht op kwaliteit externe stage en onvrede vanuit aios over inhoud, begeleiding en leereffect van deze stages. Beschrijving situatie Huidige situatie 1. Geen structureel overleg en evaluaties externe stage 2. Onbekend waar een stageplek aan moet voldoen 3. Ouderen: geen recente evaluatiebezoeken Gewenste situatie/concreet verbeterdoel (SMART) 1 Driemaandelijks overleg moduledocenten externe stages en fase coördinatoren. 2 Brochure voor stageopleiders is geschreven en verspreid 3 Bezoekschema 2-jaarlijkse evaluatie stageplekken is gemaakt en wordt uitgevoerd. Secretaresse signaleert wanneer stageplek bezocht moet gaan worden en geeft dit door aan moduledocent 4. Geen ervaringsronde in moduleonderwijs 4. In module 2 wekelijks ruimte voor ervaringen stageplek Pagina 4 van 5

5 Plan van aanpak Projectorganisatie Naam Afdeling Projectrol Annette Verkerke PHEG Coördinator 2 e fase Hoofdactiviteiten Wie Wanneer 1. Inplannen structureel overleg externe stages 1. Secretaresse/Coördinator 2 e fase 1. augustus 2. Schrijven brochure 3. Start evaluatiebezoeken Ouderen 4. Terugkoppeling evaluaties in extern stageoverleg 2. Coördinator 2 e fase 3. Moduledocent ouderen 4. moduledocenten en jaar coördinatoren 2. september 3. september 4. oktober Hoofdactiviteiten in tijdspad Start Mijlpaal Eind Systematische evaluatie externe stages volgens kwaliteitscirkel September 2014 Brochure in september 2 maal overleg geweest in november 31 dec 2014 Begroting Hoofdactiviteiten in uren en kosten Wie Hoeveel Realisatie Alle activiteiten vinden plaats binnen aanstellingstijd betrokkenen Knelpunten Onduidelijkheid over secretariële ondersteuning Oplossingen???? Besluitenlijst en voortgangsbewaking Besluit Wie Datum Ingang Pagina 5 van 5