Domein 6 Faculty Development

Transcriptie

1 Domein 6 Faculty Development Domein 6 Faculty Development Subdomeinen Thema s Indicatoren 6a. Docenten -Werving en selectie -Beleid t.a.v. prestaties en tevredenheid -Beleid t.a.v. docentprofessionalisering 6a.1 Werving en selectie 6a.2 Beleid t.a.v. prestaties en tevredenheid 6a.3 Professionalisering en begeleiding nieuwe docenten 6a.4 Professionalisering en 6b. Opleiders / Stage opleiders (>3mnd) 6c. Stage opleiders (<3mnd) 6d. Stafleden met onderwijsontwikkeling in het takenpakket - Rolmodel - Professionalisering en toetsing begeleiding ervaren docenten 6b.1 Rolmodel voor aios 6b.2 Persoonlijke jaargesprekken met opleiders 6b.3 Opleiding, ontwikkeling en toetsing voor opleiders - Professionalisering 6c.1 Rolmodel voor aios 6c.2 Persoonlijk monitoringsgesprek met stage opleiders (< 3 mnd) 6c.3 Scholingsmogelijkheden voor stage opleiders (< 3 mnd) - Werving en selectie - Professionalisering 6d.1 Beleid: selectiecriteria en procedure 6d.2 Opleiding, ontwikkeling en jaargesprekken 1

2 6a.1 Werving en selectie Nadere beschrijving Benodigde gegevens Berekening score op de zelf Het opleidingsinstituut streeft naar een gevarieerde samenstelling van het docententeam. Voor een complementaire en doelmatige samenstelling van het docententeam worden zowel specialisten ouderengeneeskunde als gedragswetenschappers geworven. Dit vraagt competenties, zoals ambassadeurschap voor het vak, motivatie, wetenschappelijke interesse, begeleidingsvaardigheden en specifieke vakbekwaamheid. Het competentieprofiel voor docenten geeft input voor de werving en selectie van nieuwe docenten. Zittende docenten worden betrokken bij het werven van een nieuwe collega. Geef de opleiding een score (maximaal 6 punten): a. Werving vindt plaats volgens een vastgelegde procedure. (1 punt). b. Minimaal één docent heeft zitting in de sollicitatiecommissie. (1 punt) c. Het competentieprofiel voor docenten wordt gebruikt bij het selecteren van kandidaten. (1 punt) d. Voor kandidaten bestaat de mogelijkheid om een dag mee te lopen in het onderwijs. (1 punt) e. 100% van de so-docenten is werkzaam in de praktijk. (1 punt) f. het streven is dat 50% van de gedragswetenschappelijk docenten werkzaam is in de praktijk dan wel gedragswetenschappelijk docenten hebben minimaal een jaar ervaring in de praktijk van de ouderengeneeskunde/zorg. (1 punt) De score is tevens de score. Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde score hebt toegekend. - omschrijving wervingsprocedure 2

3 6a.2 Beleid t.a.v. prestaties en tevredenheid Door een duidelijk beleid te hebben t.a.v. de prestaties van docenten en de tevredenheid over docenten, kan gestuurd worden op het verbeteren van (individuele of team) prestaties. Om het beleid te informeren wordt op diverse manieren gekeken naar de prestaties en tevredenheid. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 6 punten): a. Aios worden in de gelegenheid gesteld om feedback te geven over docenten middels schriftelijke enquêtes. (1 punt) b. Aios weten hoe zij een klacht of opmerking over een docent kunnen doorgeven aan het instituut. (1 punt) c. Het hoofd van de opleiding verzamelt actief feedback over docenten. (1 punt) d. Het hoofd van de opleiding voert jaargesprekken met elke docent, hierin worden de prestaties en tevredenheid besproken (1 punt) en afspraken gemaakt over de persoonlijke ontwikkeling. (1 punt) (max. 2 punten) e. Indien de prestaties van een individuele docent te wensen over laten, wordt in overleg met het hoofd een professionaliseringstraject vastgesteld. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde score hebt toegekend. - beleidsomschrijving - format formulier jaargesprek - evaluaties zoals Nivel, eigen onderwijsevaluaties - gebruik van jaarlijkse expertisecheck 360-graden feedback instrumenten 3

4 6a.3 Professionalisering en begeleiding nieuwe docenten Het opleidingsinstituut geeft gerichte scholing aan nieuwe docenten conform een beleidsplan. De opleiding streeft naar kwalitatief goede docenten. Het competentieprofiel van de docent vormt het uitgangspunt voor opleiding en ontwikkeling. Nadere beschrijving Nieuwe docenten: docenten die minder dan 2 jaar in dienst zijn van de opleiding. Elke nieuwe docent krijgt ter ondersteuning een werkplekbegeleider (mentor) toegewezen waarmee op regelmatige basis wordt overlegd. Het opleidingsinstituut beschikt over een beleidsplan waarin de scholing van nieuwe docenten wordt beschreven. Het scholingsaanbod bestaat naast het landelijk aanbod uit lokale trainingen. Een didactische basiscursus is een onderdeel van de scholing, zoals de Landelijke Educatie Docenten (LED, door Huisartsopleiding Nederland) LED of Basiskwalificatie Onderwijs (BKO, door diverse UMC s) of een vergelijkbare cursus waarin nieuwe docenten worden getraind in dezelfde didactische en agogische basiscompetenties als welke worden aangeboden in de LED (lokale inwerkafspraken en werkplektraining door ervaren docenten tellen niet mee). Nieuwe docenten worden geobserveerd bij de uitvoering van het onderwijs om in kaart te brengen op welk gebied verdere scholing gewenst is. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 6 punten): a. Nieuwe docenten worden geschoold en begeleid conform een vastgesteld (beleids)plan*. (1 punt) b. Alle nieuwe docenten hebben een werkplekbegeleider (mentor) waarmee regelmatig overleg plaatsvindt op basis van onderling gemaakte afspraken. (1 punt) c. 100 % van de nieuwe docenten neemt binnen 2 jaar deel aan een basiscursus voor docenten. (1 punt) d. Nieuwe docenten worden minimaal twee keer per jaar geobserveerd** door een onderwijskundige of een ervaren collegadocent in het eerste jaar, met persoonlijke feedback bij de uitvoering van het onderwijs als doel. (1 punt) e. Alle docenten kunnen gebruikmaken van onderwijssupervisie/coaching of intervisie. (1 punt) f. Alle docenten kunnen gebruikmaken van onderwijskundige expertise en ondersteuning***. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde score hebt toegekend. - beleidsplan - observatielijst *(beleids)plan: hierin staat ook rol van hoofd beschreven ** observatie kan inhouden: directe aanwezigheid tijdens onderwijs, of d.m.v. AV-opnames. *** onderwijskundige ondersteuning omvat tevens mogelijkheden tot het volgen van docentendagen, het hebben van een ervaren collega als mentor etc. 4

5 6a.4 Professionalisering en begeleiding ervaren docenten Het opleidingsinstituut beschikt over een beleidsplan voor de scholing van docenten. De opleiding streeft naar kwalitatief goede docenten. Het competentieprofiel van de docent vormt het uitgangspunt voor opleiding en ontwikkeling. Nadere beschrijving Ervaren docenten zijn langer dan 2 jaar in dienst bij de opleiding. Het opleidingsinstituut beschikt over een beleidsplan waarin de professionaliseringsmogelijkheden voor ervaren docenten wordt beschreven. Het scholingsaanbod bestaat naast het landelijk aanbod uit lokale trainingen. Er worden trainingen voor alle docenten gegeven, maar ook trainingen op maat naar ervaren of geobjectiveerde lacunes bij de docenten (zie 6a.2) of op basis van de competentiegerichte feedback. Onderwijssupervisie/coaching en onderwijskundige begeleiding spelen hierbij een belangrijke rol. Observatie van docenten wordt gebruikt om naast de door de docenten zelf ervaren lacunes ook te objectiveren wat leerpunten zijn. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een checklist. Ervaren docenten worden geobserveerd bij de uitvoering van het onderwijs ter ondersteuning en ontwikkeling. Alle docenten kunnen gebruik maken van onderwijskundige expertise en ondersteuning. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 5 punten): a. Docenten worden geschoold en begeleid conform een vastgesteld (beleids)plan.* (1 punt) b. Professionalisering op maat vormt een onderdeel van het scholingsbeleid. (1 punt) c. Alle docenten worden minimaal twee keer per jaar geobserveerd** door een onderwijskundige of ervaren collega-docent in het eerste jaar, met persoonlijke feedback bij de uitvoering van het onderwijs als doel. (1 punt) d. Alle docenten kunnen gebruikmaken van onderwijssupervisie/coaching of intervisie. (1 punt) e. Alle docenten kunnen gebruikmaken van onderwijskundige expertise en ondersteuning***. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - beleidsplan - observatielijst - agendering - observaties *(beleids)plan: hierin staat ook rol van hoofd beschreven ** observatie kan inhouden: directe aanwezigheid tijdens onderwijs, of d.m.v. AV-opnames.*** onderwijskundige ondersteuning omvat tevens mogelijkheden het volgen van docentendagen, het hebben van een ervaren collega als mentor etc. 5

6 Opleiders en stage opleiders (> 3mnd) Opleiders zijn door de RGS erkende specialisten ouderengeneeskunde onder wiens verantwoordelijkheid een gedeelte van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde plaatsvindt. Opleiders begeleiden aios in periodes van 3 tot 12 maanden. Stage opleiders die stages begeleiden voor een duur langer dan drie maanden dienen vanwege de structurele bijdrage aan de opleiding van aios aan dezelfde kwaliteitseisen te voldoen. Voor stage opleiders die maximaal twee keer per jaar stages begeleiden die korter dan 3 maanden duren zijn aparte kwaliteitseisen omschreven, zie 6c. 6b.1 Rolmodel voor aios Benodigde gegevens Berekening score op de zelf De opleider heeft een functie als rolmodel voor de aios en is vakbekwaam. De opleider voldoet aan de competenties van opleider, zoals omschreven in het competentieprofiel voor opleiders. De opleiding streeft naar kwalitatief goede opleiders. Het competentieprofiel van de opleider vormt het uitgangspunt voor opleiding en ontwikkeling. Geef de opleiding een score (max 1 punt): 80% van de opleiders scoort goed op de vraag of hij/zij als rolmodel fungeert. (1 punt) De score is tevens de score. Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - eigen aios-evaluatie met rolmodel gerelateerde items; - er kan (in eigen evaluaties) gebruik gemaakt worden van een onderdeel van de EFFECT: a) goed is een score van minimaal 8 uit 11 punten op het deel 1 de opleider/supervisor als rolmodel. (1 punt) of b) goed kan worden gedestilleerd uit het percentage opleiders dat ja scoort op item 11 uit de EFFECT domein 1 (item 11: de opleider is voor mij een rolmodel van hoe ik als specialist ouderengeneeskunde wil handelen. ) (1 punt) 6

7 6b.2 Persoonlijke jaargesprekken met opleiders Jaargesprekken zijn de gelegenheid voor de opleiding om te evalueren en belangrijke feedback te kunnen geven vanuit het instituut. Tevens vormt het jaargesprek het moment om gemaakte afspraken te evalueren en consequenties te verbinden aan onvoldoende prestaties. De opleiding streeft naar kwalitatief goede opleiders. Het competentieprofiel van de opleider vormt het uitgangspunt voor opleiding en ontwikkeling. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 4 punten): a. de afgelopen 12 maanden is met 90% van de actieve opleiders een jaargesprek gevoerd. (1 punt) b. er is een opleidersdossier waarin gemaakte afspraken worden vastgelegd (rondom scholing, aanstelling, ontwikkelpunten). (1 punt) c. de opleider ontvangt een kort verslag van het jaargesprek; een door zowel het hoofd als de opleider ondertekende versie wordt in het opleidersdossier toegevoegd. (1 punt) d. iedere opleider heeft een contactpersoon bij de opleiding die hem/haar begeleidt in zijn individuele leerproces. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - Beschrijving jaargesprekken. - Administratief overzicht contactmomenten opleiders i.v.m. jaargesprekken. 7

8 6b.3 Opleiding, ontwikkeling en toetsing voor opleiders De opleider wordt in staat gesteld om aan de competenties van opleider te voldoen, door een aanbod van landelijke en instituut gebonden professionalisering. De opleiding streeft naar kwalitatief goede opleiders. Het competentieprofiel van de opleider vormt het uitgangspunt voor opleiding en ontwikkeling. De opleiding stimuleert de opleider actief bij het volgen Nadere beschrijving Benodigde gegevens Berekening score op de zelf van bij- en nascholing op het gebied van onderwijs en begeleiding. Het opleidingsinstituut beschikt over een beleidsplan waarin de scholing van beginnende en ervaren opleiders wordt beschreven (beginnende opleiders: 0-2 jaar; ervaren opleider >2 jaar werkzaam als opleider). Het scholingsaanbod bestaat naast het landelijk aanbod uit lokale trainingen, scholingsmomenten en begeleiding op maat: onderwijskundige begeleiding, opleidingscoaching of- supervisie. Feedback van aios (o.a. exit enquête), collega s (o.a. 360-fb) en collegaopleiders (observatie) wordt gebruikt om naast de door de opleiders zelf ervaren lacunes te objectiveren wat leerpunten zijn. Het inzetten van collega-opleiders voor het bespreken van ontwikkelpunten en het verkrijgen van feedback, bevordert bovendien de onderlinge ervaringsuitwisseling. Geef de opleiding een score: (maximaal 11 punten) a. 90% van de opleiders is geschoold (of volgt een scholing) conform een vastgesteld (beleids)plan waarin lokale en landelijke mogelijkheden genoemd staan. (1 punt) b. Professionalisering op maat vormt een onderdeel van het scholingsbeleid. (1 punt) c. Alle opleiders zijn op de hoogte van mogelijkheden voor begeleiding op maat (1 punt) en onderwijskundige expertise en ondersteuning (1 punt). (max 2 punten) d. Alle opleiders worden in de gelegenheid gesteld om, in het kader van de eigen ontwikkeling als opleider, minimaal een keer per twee jaar geobserveerd* te worden door een collega-opleider van een andere locatie (1 punt) aan de hand van een checklist (1 punt). (max 2 punten) e. De aios (exit enquête) (1 punt) en de opleidingsgroep (collega s van de opleider ter plaatse) worden betrokken bij de evaluatie van de opleider (360 fb) (1 punt). (max 2 punten) f. Het hoofd van de opleiding verbindt consequenties aan het onvoldoende volgen van bij- en nascholing, en/of het volgen van de in het beleidsplan vastgestelde verplichte scholingen. (1 punt) g. Opleiders volgen intervisie gericht op het opleiden. (1 punt) h. Opleiders hebben een IOP. (1 punt) De score is tevens de score. Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - beleidsplan - observatielijst - agendering - observaties * observatie kan inhouden: directe aanwezigheid tijdens onderwijs, of d.m.v. AV-opnames. 8

9 6c Stage opleiders (< 3mnd) In dit deel worden stage opleiders bedoeld die per jaar meer dan twee stages van max. 3 maanden begeleiden. Dit kan bijvoorbeeld een ambulante, klinische of wetenschappelijke (keuze)stage betreffen. Stage opleiders die minder dan twee stages van max. 3 maanden per jaar begeleiden worden niet in dit kwaliteitssysteem meegenomen. Hoewel deze stage opleiders niet hoeven te voldoen aan het competentieprofiel voor opleiders, is het wel noodzakelijk dat hij/zij over de benodigde didactische en begeleidingsvaardigheden beschikt. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat deze opleiders minder lang deze begeleidende rol hebben en derhalve niet dezelfde ontwikkeling kunnen doormaken als opleiders die op structurele basis aios in de opleiding hebben. 6c.1 Rolmodel voor aios Nadere beschrijving Benodigde gegevens Berekening score op de zelf De stage opleider heeft een functie als rolmodel voor de aios en is vakbekwaam. De stage opleider voldoet aan de competenties van stage opleider, zoals omschreven in het competentieprofiel voor opleiders. Feedback van aios (o.a. exit enquête), collega s (o.a. 360-fb) en collega-opleiders (observatie) wordt gebruikt om naast de door de opleiders zelf ervaren lacunes te objectiveren wat leerpunten zijn. Geef de opleiding een score (max 1 punt): 80% van de stage opleiders scoort goed op de vraag of hij/zij als rolmodel fungeert. (1 punt) De score is tevens de score. Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - eigen aios-evaluatie met rolmodel gerelateerde items; - er kan (in eigen evaluaties) gebruik gemaakt worden van een onderdeel van de EFFECT: a) goed is een score van minimaal 8 uit 11 punten op het deel 1 de opleider/supervisor als rolmodel. (1 punt) of b) goed kan worden gedestilleerd uit het percentage opleiders dat ja scoort op item 11 uit de EFFECT domein 1 (item 11: de opleider is voor mij een rolmodel van hoe ik als specialist ouderengeneeskunde wil handelen. ). (1 punt) 9

10 6c.2 Persoonlijk monitoringsgesprek met stage opleiders (<3mnd) Persoonlijke monitoringsgesprekken met stage opleiders vormen de gelegenheid voor de opleiding om te evalueren en belangrijke feedback te kunnen geven vanuit het instituut. Tevens vormt het een moment om gemaakte afspraken te vervolgen en consequenties te verbinden aan onvoldoende prestaties. De opleiding streeft naar kwalitatief goede stage opleiders. Het competentieprofiel van de opleider (rekening houdend met de positie van de stage opleider) vormt dan ook het uitgangspunt van deze gesprekken. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 3 punten): a. de afgelopen 24 maanden is met 90% van de actieve stage opleiders een monitoringsgesprek gevoerd. (1 punt) b. voor elke stage opleider worden gemaakte afspraken rond scholing, aanstelling en ontwikkelpunten vastgelegd*. (1 punt) c. de stage opleider ontvangt een kort verslag van het monitoringsgesprek. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - agendering contactmomenten dossiervoering voorbeeld verslagen (geanonimiseerd, met toestemming) * Wanneer didactische of onderwijsgerelateerde scholing binnen eigen dienstverband of op eigen initiatief gevolgd is, kan dit uiteraard als scholing voor de werkzaamheden voor ouderengeneeskunde worden aangemerkt. Een overzicht uit GAIA (medisch specialisten) of een ander portfolio-overzicht (voor andere beroepsgroepen) kan hier inzicht in bieden. 10

11 6c.3 Scholingsmogelijkheden voor stage opleiders (< 3mnd) Stage opleiders moeten in staat zijn in korte tijd (<3 maanden) essentiële competenties van hun vakgebied over te dragen aan de aios. Hoewel een stage opleider niet hoeft te voldoen aan het competentieprofiel voor opleiders, is het wel noodzakelijk dat hij/zij over enige didactische en begeleidingsvaardigheden beschikt. Het opleidingsinstituut beschikt over een overzicht voor stage opleiders waarin de scholingsmogelijkheden staan beschreven. Stage opleiders die structureel begeleiden worden uitgenodigd voor de lokale opleidingsdagen. Alle actieve stage opleiders worden in staat gesteld gebruik te maken van onderwijskundige ondersteuning. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 3 punten): a. Stage opleiders die structureel stages begeleiden kunnen voor hun onderwijsprofessionalisering gebruikmaken van een scholingsoverzicht waarin lokale en landelijke mogelijkheden genoemd staan. (1 punt) b. De aios (exit enquête) wordt betrokken bij de evaluatie van de stage opleiders. (1 punt) c. Actieve stage opleiders kunnen gebruikmaken van onderwijskundige expertise en ondersteuning en weten waar zij dit kunnen aanvragen. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - scholingsoverzicht - nieuwsbrief / informatievoorziening stage opleiders - evaluaties 11

12 6d. Stafleden met onderwijsontwikkeling in het pakket* Stafleden met onderwijsontwikkeling in het pakket, hierna te noemen onderwijsontwikkelaars zijn ervaren docenten (specialist ouderengeneeskunde of gedragswetenschapper) die enkele competenties hebben toegevoegd aan hun docentcompetenties. Deze competenties staan beschreven in het Competentieprofiel docent CHVG (pagina 8 en 9). In dit kwaliteitsdomein gaan we er vanuit dat de onderwijsontwikkelaar voorafgaand aan aanstelling in deze functie reeds voldoet aan de docentcompetenties. 6d.1 Beleid: selectiecriteria en procedure Het onderwijsinstituut streeft naar hoogwaardig onderwijs en stelt hiervoor ervaren onderwijsontwikkelaars aan. Onderwijsontwikkelaars ondersteunen de onderwijskundige visie van het instituut en zijn in staat deze te vertalen naar het inhoudelijk onderwijs, waarbij zij de lijn van het curriculum waarborgen. Het ontwerpen van goed onderwijs vraagt om inhoudsdeskundigen die in staat zijn de benodigde inhoud met behulp van onderwijskundige en didactische inzichten, aantrekkelijk en gedegen aan te bieden aan zowel (gast)docent als aios. Nadere beschrijving Er bestaat (nog) geen competentieprofiel voor Benodigde gegevens Berekening score op de zelf onderwijsontwikkelaars dat gebruikt kan worden bij de selectie. Geef de opleiding een score (maximaal 4 punten): a. werving vindt plaats volgens een vastgelegde procedure. (1 punt) b. minimaal een inhoudsdeskundige docent heeft zitting in de sollicitatiecommissie. (1 punt) c. 100% van de onderwijsontwikkelaars is werkzaam in de praktijk en/of geeft onderwijs. (1 punt) d. onderwijsontwikkelaars zijn op de hoogte van actuele ontwikkelingen doordat zij betrokken zijn bij praktijk, onderzoek, onderwijs etc. (1 punt) De score is tevens de score. Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - beleidsplan * Indicator is facultatief: alleen van toepassing wanneer binnen het instituut sprake is van deze of vergelijkbare functie/taak. Het kan voorkomen dat een staflid meerdere rollen vervult: zoals die van onderwijsontwikkelaar en docent. Doorloop in dit geval de items uit deze voor zover van toepassing en geef een korte. 12

13 6d.2 Opleiding, ontwikkeling en jaargesprekken met onderwijsontwikkelaars* Het instituut beschikt over een beleidsplan voor de professionalisering van onderwijsontwikkelaars. De opleiding streeft naar kwalitatief goed en onderscheidend onderwijs. Onderwijsontwikkelaars worden in staat gesteld/geacht om op de hoogte te zijn van de actuele onderwijskundige en didactische inzichten en ontwikkelingen in het medisch vervolgonderwijs, zodat deze meegenomen kan worden in het ontwerpen van nieuwe onderwijsmomenten voor aios. Benodigde gegevens Geef de opleiding een score (maximaal 5 punten): a. Onderwijsontwikkelaars worden geschoold conform een vastgesteld (beleids)plan. (1 punt) b. Professionalisering op maat vormt een onderdeel van het scholingsbeleid. (1 punt) c. Van alle onderwijsontwikkelaars worden minimaal drie producten per jaar voorzien van feedback door een onderwijskundige en docent. (1 punt) d. Alle onderwijsontwikkelaars kunnen gebruikmaken van onderwijskundige expertise en ondersteuning. (1 punt) e. Het hoofd van de opleiding neemt de gegeven feedback en ontwikkeling van de onderwijsontwikkelaar mee in het jaargesprek en verbindt consequenties aan het niet nakomen van in jaargesprekken gemaakte afspraken. (1 punt) Berekening score De score is tevens de score. op de zelf Geef hierbij aan waarom u uw instituut de bovengenoemde - beleidsplan - observatielijst - agendering - observaties * Indicator is facultatief: alleen van toepassing wanneer binnen het instituut sprake is van deze of vergelijkbare functie/taak. Het kan voorkomen dat een staflid meerdere rollen vervult: zoals die van onderwijsontwikkelaar en docent. Doorloop in dit geval de items uit deze voor zover van toepassing en geef een korte. 13