BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008"

Transcriptie

1 BEOORDELINGSCRITERIA VAN ONDERWIJSKWALIFICATIES Versie juli 2008 Toelichting Om te kunnen beoordelen of aan een docent een bepaalde onderwijskwalificatie (start, basis, uitgebreide of volledige kwalificatie) kan worden toegekend, zijn eenduidige criteria nodig. In het beleidsplan docentprofessionalisering worden per onderwijsvorm (theoretisch onderwijs en praktisch klinisch onderwijs) en docentniveau, verschillende competenties genoemd. Deze competenties zijn echter niet zo ver uitgewerkt dat zij ook dienst kunnen doen als criteria voor beoordeling omtrent onderwijskwalificaties. Daarom zijn er op basis van deze competenties concretere gedragscriteria geformuleerd, aan de hand waarvan beoordeling kan plaatsvinden. In deze notitie is voor iedere onderwijskwalificatie eerst een tabel opgenomen met de bijbehorende competenties zoals geformuleerd in het beleidsplan. Ten bate van de uniformiteit rondom selectieprocedures, worden de competenties in deze tabel gerelateerd aan de algemene gedragscompetenties die het UMC St. Radboud hanteert. Vervolgens zijn per onderwijskwalificatie uitgewerkte beoordelingscriteria opgenomen, gebaseerd op de competenties uit het beleidsplan. De beoordelingscriteria in dit document zijn genummerd, zoals in onderstaande tabel staat weergegeven: onderwijslijn Theoretisch Onderwijs Praktisch Klinisch Onderwijs Begeleiden van onderzoeksstages kwalificatie Start 1 2 Basis Uitgebreid Volledig 9 10 NB: De beoordelingscriteria hebben betrekking op alle initiële opleidingen. Voor Tandheelkunde en Biomedische Wetenschappen geldt dat in de tekst: voor stage ook onderwijsblok kan worden gelezen. voor coassistent ook masterstudent kan worden gelezen. 1

2 1. Criteria startkwalificatie Theoretisch onderwijs Communiceren Begeleiding onder supervisie De docent is op de hoogte van de inhoud, uitgangspunten, doelen en werkwijze van de relevante curricula. De docent is op de hoogte van de rol die de docent heeft in de verschillende onderwijsvormen. De docent is op de hoogte van zijn/haar sterke punten en ontwikkelpunten op het gebied van werkgroeponderwijs en practica. De docent is op de hoogte van de doelen van practica en werkgroeponderwijs. De docent kent de verwachtingen van zichzelf en van studenten over doel en uitvoering van werkgroepen en de invloed die dit heeft op het welslagen van de werkgroep. Begeleiding onder supervisie De docent kan zich gestructureerd voorbereiden op werkgroepen en practica. De docent is in staat om op adequate wijze een werkgroep/ practicum op te starten. De docent is in staat om een passende vorm te geven aan hun aanwezigheid en de docentrol als zij midden in de werkgroepopdracht binnenkomen. De docent kan op juiste wijze inhoudelijke interventies plegen in een werkgroep of practicum. De docent brengt de juiste informatie over het vakgebied in. De docent kan op juiste wijze procesgerichte interventies plegen in een werkgroep of practicum. De docent is in staat om volgens de regels feedback te geven. De docent is in staat om op adequate wijze een werkgroep of practicum af te sluiten. De docent is in staat om met lastige situaties in de werkgroepen en tijdens practica om te gaan. De docent is in staat om op basis van zijn/ haar ervaringen met het onderwijs aandachtspunten voor een volgende uitvoering te formuleren De docent geeft de aandachtspunten door aan de blokcoördinator of seniordocent De docent weet wat er onder zelfreflectie verstaan wordt. van de afdeling De docent houdt de eigen vakkennis up to date en vult ervaren kennis of vaardigheidslacunes aan. De docent bekijkt na iedere onderwijsbijeenkomst wat goed en minder goed ging. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van onderwijs. De docent is goed op de hoogte van de relevante vakinhoud voor het onderwijs. De docent is op de hoogte van de evaluatieprocedure. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. De docent brengt inhoudelijke juiste informatie over het vakgebied over. De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ aandachtspunten door te geven. 2

3 2. Criteria startkwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs Communiceren Begeleiding onder supervisie De docent is op de hoogte van zijn/haar sterke punten en ontwikkelpunten op het gebied van de dagelijkse begeleiding van coassistenten. De docent is op de hoogte van de inhoud van de relevante curricula. De docent is op de hoogte van de doelen van de coschappen. De docent is op de hoogte van de doelen van de dagelijkse begeleiding. De docent kent de taken die van hem/haar verwacht worden op het gebied van de dagelijkse begeleiding. De docent is op de hoogte van de persoonlijke leerdoelen van de coassistent. De docent kent de verwachtingen van zichzelf en van studenten over doel en uitvoering van de begeleiding en de invloed die dit heeft op het welslagen van de begeleiding. De docent weet wat KKB s zijn. Begeleiding onder supervisie De docent maakt zijn/ haar verwachtingen van de coassistent duidelijk kenbaar. De docent identificeert voor een coassistent relevante onderwijsmomenten De docent biedt de coassistent de mogelijkheden om voor de opleiding relevante zaken te leren De docent bereidt met de coassistent de visite voor De docent bespreekt met coassistent de visite na in het licht van de voor de opleiding relevante punten De docent weet op juiste wijze vorm te geven aan zijn functie als rolmodel De docent bespreekt op adequate wijze de status met de coassistent door en besteedt daarbij aandacht aan voor de opleiding relevante punten De docent observeert de coassistent en is in staat om volgens de regels feedback te geven; zowel op inhoud, vaardigheid als professioneel gedrag. De docent kan in zijn begeleiding op adequate wijze gebruik maken van KKB s De docent is in staat op om juiste wijze begeleidingsgesprekken te voeren met de coassistent. De docent is in staat om met lastige situaties in begeleiding om te gaan. De docent is in staat om op basis van zijn/ haar ervaringen aandachtspunten voor een volgende uitvoering te formuleren. De docent geeft aandachtspunten voor de stage als geheel of voor specifieke De docent weet wat er onder zelfreflectie verstaan wordt. onderdelen door aan de stagecoördinator of opleider van de afdeling. De docent houdt de eigen vakkennis up to date en vult ervaren kennis of vaardigheidslacunes aan. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als begeleider. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van de begeleiding. De docent is goed op de hoogte van de relevante vakinhoud voor het onderwijs. De docent is op de hoogte van de evaluatieprocedure. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. De docent brengt inhoudelijke juiste informatie over het vakgebied over. De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ aandachtspunten door te geven. 3

4 3. Criteria basiskwalificatie Theoretisch onderwijs VW: de docent is in het bezit van een startkwalificatie Theoretisch Onderwijs Communiceren Begeleiding De docent kan uitleggen welke functie het responsiecollege vervult binnen de onderwijsaanpak van een blok. De docent kan kort uitleggen welke basale aspecten van het communicatieproces belangrijk zijn voor het geven van een responsiecollege. Hetzelfde geldt voor enkele regels bij het geven van feedback. Begeleiding De docent kan adequaat en zelfstandig werkgroepen en practica begeleiden. De docent kan een responsiecollege voorbereiden. De docent is in staat om op adequate wijze een responsiecollege op te starten. De docent is in staat op juiste wijze een responsiecollege te geven. De docent is in staat om op adequate wijze om te gaan met inhoudelijke vragen van studenten; hij/zij kan een goede afweging maken tussen uitleggen, doorvragen, voorleggen aan anderen etc. De docent brengt de juiste informatie over het vakgebied in. De docent is in staat om met lastige situaties tijdens responsiecolleges om te gaan. De docent is in staat om op basis van zijn/ haar ervaringen met het onderwijs aandachtspunten voor een volgende uitvoering te formuleren De docent brengt relevante praktijkvoorbeelden in zijn/haar onderwijs in. De docent houdt zich in zijn/haar onderwijs aan de doelen van het betreffende onderwijsmoment. De docent waarborgt dat de studenten voldoende leermomenten hebben. Toetsing onder supervisie De docent kent de in het curriculum gehanteerde uitgangspunten, doelen en werkwijze. De docent is op de hoogte van de opbouw van de opbouw en de globale inhoud van het onderwijsprogramma. De docent kent de in het curriculum gehanteerde evaluatieprocedure en kent de resultaten van de meest recente evaluatie van het blok waarin hij/zij optreedt. De docent is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen in het curriculum. De docent is goed op de hoogte van de relevante vakinhoud voor het onderwijs. De docent is op de hoogte van de evaluatieprocedure. Toetsing De docent informeert de blokcoördinator over onprofessioneel gedrag van individuele studenten. onder supervisie De docent kan, op basis van de in het curriculum gehanteerde uitgangspunten, doelen en werkwijze, onderwijs en de bijbehorende onderwijsmaterialen (onder andere werkgroepopdrachten en zelfstudieopdrachten) ontwikkelen. De docent kan de doelgerichtheid van de werkgroepen en zelfstudieopdrachten waarborgen, deze middelen afstemmen op de plaats in het onderwijsprogramma en de voorkennis van de studenten. De docent kan zelfstudieopdrachten, werkgroepopdrachten e.d. aanpassen o.b.v. evaluatieresultaten en ontwikkelingen in het curriculum. De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het blok waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ door te geven. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. 4

5 De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. onder supervisie Zie boven. Toetsing/beoordeling De docent is op de hoogte van de regels omtrent toetsing geldend voor het blok. Onderwijsuitvoering De docent is op de hoogte van de doelen van het onderwijs wat hij/zij uitvoert. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. onder supervisie Zie boven. De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het blok waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ door te geven. Toetsing/beoordeling De docent kijkt op juiste wijze de hem/haar toegewezen onderdelen van de toets na. De docent informeert de blokcoördinator over onprofessioneel gedrag van individuele studenten. Onderwijsuitvoering De docent houdt zich in zijn/haar onderwijs aan de doelen van het betreffende onderwijsmoment. De docent waarborgt dat de studenten voldoende leermomenten hebben. 5

6 4. Criteria basiskwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs VW: de docent is in het bezit van een startkwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs Communiceren Begeleiding De docent is op de hoogte van de doelen en de opzet van het portfolio. De docent kent de rol van het portfolio in de begeleiding. Begeleiding De docent is in staat om de student zelfstandig op adequate wijze te begeleiden (zie criteria voor startkwalificatie). De docent kan in zijn begeleiding op adequate wijze gebruik maken van een portfolio De docent is in staat om in de dagelijkse klinische praktijk aandacht te besteden aan de onderwijsdoelen. De docent waarborgt dat de coassistenten voldoende leermomenten hebben. Toetsing De docent is op de hoogte van de evaluatiegegevens en de wetenschappelijke ontwikkelingen op het vakgebied. De docent is op de hoogte van de evaluatiegegevens en de wetenschappelijke ontwikkelingen op het vakgebied. Toetsing/beoordeling De docent is op de hoogte van de regels omtrent toetsing geldend voor de stage. Onderwijsuitvoering De docent is op de hoogte van de doelen van stage. Toetsing De docent informeert de stagecoördinator over het functioneren van de coassistent. De docent geeft aandachtspunten voor de stage als geheel of voor specifieke onderdelen door aan de stagecoördinator of opleider van de afdeling. De docent overlegt met mededocenten en opleider over het verbeteren van onderwijs/ begeleiding De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. Verbeteren van onderwijs/ begeleiding onder supervisie o.b.v. wetenschappelijke ontwikkelingen en evaluatie De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het blok waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ door te geven. Toetsing/beoordeling De docent vormt zich op basis van de toetscriteria van de stage een beeld van de coassistent. De docent informeert de stagecoördinator over het functioneren van de coassistent aan de hand van de criteria en voorbeelden uit de praktijk. Onderwijsuitvoering De docent weet in de dagelijkse klinische praktijk aandacht te besteden aan de onderwijsdoelstellingen van de stage. De docent waarborgt dat de studenten voldoende leermomenten hebben. 6

7 De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. 7

8 5. Criteria basis kwalificatie Onderzoeksstages Communiceren Begeleiding onder supervisie De docent is op de hoogte van de inhoud, uitgangspunten, doelen en werkwijze van de relevante curricula. De docent is op de hoogte van de rol die de docent heeft bij het begeleiden van onderzoeksstages. De docent is op de hoogte van zijn/haar sterke punten en ontwikkelpunten op het gebied van begeleiden van onderzoeksstages. De docent is op de hoogte van de doelen van de onderzoeksstage. De docent kent de verwachtingen van zichzelf en van studenten over doel en uitvoering van de onderzoeksstage. De docent is op de hoogte van de persoonlijke leerdoelen van de student. Begeleiding onder supervisie De docent maakt zijn/ haar verwachtingen van de student duidelijk kenbaar. De docent identificeert voor een student relevante onderwijsmomenten tijdens de onderzoeksstage. De docent biedt de student de mogelijkheden om voor de opleiding relevante zaken te leren De docent weet op juiste wijze vorm te geven aan zijn functie als rolmodel De docent bespreekt structureel met de student de voortgang in de onderzoeksstage en stelt daarbij voor de opleiding relevante leerpunten aan de orde. De docent observeert de student en is in staat om volgens de regels feedback te geven; zowel op inhoud, vaardigheid als professioneel gedrag. De docent is in staat om met lastige situaties in begeleiding om te gaan. Beoordeling De docent is op de hoogte van de gehanteerde beoordelingscriteria. Evaluatie De docent is op de hoogte van de kwaliteitseisen die aan onderzoeksstages gesteld worden. De docent is op de hoogte van de evaluatieprocedure. De docent weet wat er onder zelfreflectie verstaan wordt. Stageonwikkeling De docent is goed op de hoogte van de relevante vakinhoud voor de stage. De docent is op de hoogte van de evaluatieprocedure. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. Beoordeling De docent informeert de eindverantwoordelijke voor de stage over het functioneren van de student en maakt daarbij gebruik van duidelijke voorbeelden die aansluiten bij de beoordelingscriteria. Evaluatie De docent is in staat om op basis van zijn/ haar ervaringen aandachtspunten voor een volgende uitvoering te formuleren. De docent geeft aandachtspunten voor de stage als geheel of voor specifieke onderdelen door aan de stagecoördinator van de afdeling. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als begeleider. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van de begeleiding. De docent houdt de eigen vakkennis up to date en vult ervaren kennis of vaardigheidslacunes aan. Stageontwikkeling De docent brengt inhoudelijke juiste informatie over het vakgebied over. De docent neemt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de stage waarbij hij/zij betrokken is door verbetervoorstellen/ aandachtspunten door te geven. 8

9 6. Criteria uitgebreide kwalificatie Theoretisch Onderwijs VW: de docent is in het bezit van een basiskwalificatie Theoretisch Onderwijs Communiceren Begeleiding De docent kan uitleggen welke functie het hoorcollege vervult binnen de onderwijsaanpak van een blok. Begeleiding De docent kan adequaat en zelfstandig werkgroepen, practica en responsiecolleges begeleiden De docent is in staat om op adequate wijze een hoorcollege voor te bereiden; hij/zij sluit daarbij aan bij de voorkennis van de studenten en de plek van het college in het blok. De docent gebruikt het hoorcollege volgens de onderwijskundige uitgangspunten van het curriculum. De docent is in staat om op duidelijke en begrijpende wijze de stof van het hoorcollege over te brengen op de studenten. De docent is in staat om op adequate wijze om te gaan met inhoudelijke vragen van studenten; hij/zij kan een goede afweging maken tussen uitleggen, doorvragen, voorleggen aan anderen etc. De docent brengt de juiste informatie over het vakgebied in. De docent is in staat om op basis van zijn/ haar ervaringen met het hoorcollege aandachtspunten voor een volgende uitvoering te formuleren De docent is op de hoogte van de evaluatiegegevens van het blok. De docent is op de hoogte van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied. Toetsing De docent is op de hoogte van de mogelijkheden tot kwaliteitswaarborging van toetsen. De docent ontwikkelt en verbetert zelfstandig onderwijs voor een blok. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. De docent past onderwijs aan op basis van de evaluatiegegevens. De docent past onderwijs aan op basis van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent past onderwijs aan op basis van recente ontwikkelingen in het vakgebied. Toetsing De docent is in staat om, uitgaande van de toetsmatrix van het blok, toetsopgaven te maken die valide en betrouwbaar zijn. De docent heeft een goed beeld van zijn competenties op het gebied van toetsing en van wat hij verder wil ontwikkelen. De docent is in staat collega's te ondersteunen bij verbetering van toetsopgaven. De docent is in staat om de toets en itemanalyse op een adequate wijze te hanteren en een onderbouwd oordeel te formuleren over de kwaliteit van (de 9

10 Relatie tot anderen Leidinggeven De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. Samenwerken De docent weet welke andere docenten betrokken zijn bij het onderwijs dat hij/zij geeft. De docent is bekend met de visie en mogelijkheden van de afdeling op het gebied van onderwijs. De docent is op de hoogte van de externe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs binnen zijn vakgebied. De docent is op de hoogte van externe mogelijkheden voor onderwijs binnen zijn vakgebied. Begeleiden mededocenten De docent is bekend met de verschillende soorten van begeleiding van mededocenten. De docent weet de verschillen tussen de verschillende methoden van begeleiding. De docent weet wanneer hij/zij welke methode van begeleiding in moet zetten. De docent is bekend met zijn eigen sterke en ontwikkelpunten in de begeleiding van mededocenten. Coördinatie De docent is op de hoogte van de werkzaamheden, die horen bij het coördineren van een blok De docent is op de hoogte van de voor een coördinator relevante procedures binnen het onderwijs oa. evaluatie, doorgeven van wijzigingen, blokboeken en rooster aanleveren, studiegidsteksten aanleveren etc. De docent kent de sterke en ontwikkelpunten van het blok items van) een toets. Samenwerken De docent neemt initiatieven tot afstemming van het onderwijs met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied. De docent neemt initiatieven tot samenwerking cq. uitwisseling van ervaringen met docenten binnen en buiten het eigen vakgebied. De docent neemt initiatieven tot samenwerking met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied op het gebied van verbetering en ontwikkeling van onderwijs. De docent brengt de visie en mogelijkheden van de afdeling/ discipline in bij overleg over onderwijs. De docent onderhoudt de voor het onderwijs relevante externe contacten. De docent legt voor het onderwijs relevante externe contacten. Begeleiden van mededocenten De docent is in staat inzicht te krijgen in de ontwikkelpunten en/of ontwikkelwensen van mededocenten. De docent is in staat om mededocenten te begeleiding bij de bewustwording van eigen sterke en ontwikkelpunten. De docent hanteert in de begeleiding van mededocenten op adequate wijze de verschillende vormen van begeleiding. De docent streeft in de begeleiding aantoonbaar naar het vergroten van de zelfstandigheid van de mededocenten. Coördinatie De docent organiseert regelmatig overleg met blokdocenten. De docent coördineert het doorvoeren van voorgenomen verbeteringen in het blok. De docent levert tijdig rooster, blokboek, copyrightformulieren en toetsen bij OSZ aan. De docent vergaart zowel bij docenten als studenten en zowel voor, tijdens als na het blok informatie over het verloop (organisatorisch en inhoudelijk) van het blok. De docent stelt zich op de hoogte van eventuele problemen/ moeilijkheden bij of met individuele studenten binnen het blok en spreekt hem/ haar indien nodig hierop aan. De docent is bereikbaar voor docenten en studenten tijdens het blok. De docent coördineert de verwerking van de toets en zorgt daarbij voor het tijdig 10

11 11 aanleveren van de cijfers bij OSZ. De docent organiseert een inzage in de toets voor studenten. De docent coördineert het opstellen van de evaluatierapportage en zorgt er daarbij voor dat de rapportage tijdig bij de hiervoor verantwoordelijke commissie is.

12 7. Criteria uitgebreide kwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs VW: de docent is in het bezit van een basiskwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs Communiceren Begeleiding De docent is bekend met hetgeen professioneel gedrag in het kader van zijn/haar stage wil zeggen. De docent is op de hoogte van de regelingen rondom studenten, die onvoldoende professioneel gedrag laten zien. Begeleiding De docent spreekt studenten met onvoldoende professioneel gedrag hierop aan. De docent is in staat om met lastige situaties in de begeleiding van de student om te gaan. De docent is in staat om bij problemen in de interactie, waarbij de coassistent betrokken is, indien nodig, als bemiddelaar op te treden. De docent is op de hoogte van de evaluatiegegevens van de stage. De docent is op de hoogte van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied. Toetsing De docent is op de hoogte van de mogelijkheden tot kwaliteitswaarborging van de toetsing. De docent voert verbeteringen in de stage of in stageonderdelen door. De docent is in staat om het leerklimaat op de afdeling aantoonbaar te verbeteren. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. De docent past onderwijs/stage aan op basis van de evaluatiegegevens. De docent past onderwijs/stage aan op basis van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent past onderwijs/stage aan op basis van recente ontwikkelingen in het vakgebied. Toetsing De docent is in staat om valide en betrouwbaar te toetsen. De docent heeft een goed beeld van zijn competenties op het gebied van toetsing en van wat hij verder wil ontwikkelen. De docent is in staat collega's te ondersteunen bij verbetering van toetsing. Relatie tot anderen De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. Samenwerken De docent weet welke docenten betrokken zijn bij de stage. De docent is bekend met de visie en mogelijkheden van de afdeling op Samenwerken De docent neemt initiatieven tot afstemming van het onderwijs/stageactiviteiten met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied. 12

13 Leidinggeven het gebied van onderwijs. De docent is op de hoogte van de externe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs binnen zijn vakgebied. De docent is op de hoogte van externe mogelijkheden voor onderwijs binnen zijn vakgebied. Begeleiden mededocenten De docent is bekend met de verschillende soorten van begeleiding van mededocenten. De docent weet de verschillen tussen de verschillende methoden van begeleiding. De docent weet wanneer hij/zij welke methode van begeleiding in moet zetten. De docent is bekend met zijn eigen sterke en ontwikkelpunten in de begeleiding van mededocenten. Coördinatie De docent is op de hoogte van de werkzaamheden, die horen bij het coördineren van een stage of groot stageonderdeel. De docent is op de hoogte van de voor een coördinator van de stage of groot stageonderdeel relevante procedures binnen het onderwijs oa. evaluatie, doorgeven van wijzigingen etc. De docent kent de sterke en ontwikkelpunten van de stage. De docent neemt initiatieven tot samenwerking cq. uitwisseling van ervaringen met docenten binnen en buiten het eigen vakgebied. De docent neemt initiatieven tot samenwerking met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied op het gebied van verbetering en ontwikkeling van onderwijs/ stage. De docent brengt de visie en mogelijkheden van de afdeling/ discipline in bij overleg over onderwijs/ stage. De docent onderhoudt de voor het onderwijs/stage relevante externe contacten. De docent legt voor het onderwijs/stage relevante externe contacten. Begeleiden van mededocenten De docent is in staat inzicht te krijgen in de ontwikkelpunten en/of ontwikkelwensen van mededocenten. De docent is in staat om mededocenten te begeleiding bij de bewustwording van eigen sterke en ontwikkelpunten. De docent hanteert in de begeleiding van mededocenten op adequate wijze de verschillende vormen van begeleiding. De docent streeft in de begeleiding aantoonbaar naar het vergroten van de zelfstandigheid van de mededocenten. Coördinatie De docent organiseert regelmatig overleg met docenten. De docent coördineert het doorvoeren van voorgenomen verbeteringen in de stage of op de afdeling. De docent levert tijdig informatie aan bij OSZ of de stagecoördinator. De docent vergaart zowel bij docenten als studenten informatie over het verloop (organisatorisch en inhoudelijk) van de stage. De docent stelt zich op de hoogte van eventuele problemen/ moeilijkheden bij of met individuele studenten en spreekt hem/ haar indien nodig hierop aan. De docent is bereikbaar voor docenten en studenten. De docent coördineert de verwerking van de toetsing en zorgt daarbij voor het tijdig aanleveren van de cijfers bij OSZ of de stagecoördinator. De docent coördineert het opstellen van de evaluatie voor de stage of zijn/haar afdeling en zorgt er daarbij voor dat de gegevens tijdig bij de hiervoor verantwoordelijke commissie of de stagecoördinator is. 13

14 8. Criteria uitgebreide kwalificatie Onderzoeksstage Communiceren Begeleiding De docent is bekend met hetgeen professioneel gedrag in het kader van zijn/haar stage wil zeggen. De docent is op de hoogte van de regelingen rondom studenten, die onvoldoende professioneel gedrag laten zien. Begeleiding De docent is in staat om de student zelfstandig op adequate wijze te begeleiden. De docent is in staat om in de dagelijkse klinische praktijk aandacht te besteden aan de onderwijsdoelen. De docent waarborgt dat de student voldoende leermomenten heeft. De docent spreekt studenten met onvoldoende professioneel gedrag hierop aan. De docent is in staat om met lastige situaties in de begeleiding van de student om te gaan. De docent is in staat om bij problemen in de interactie, waarbij de student betrokken is, indien nodig, als bemiddelaar op te treden. De docent plaatst de ervaringen van de student in de context van de ontwikkelingen in het vakgebied. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. Relatie tot anderen Stageontwikkeling De docent is op de hoogte van de evaluatiegegevens van de stage. De docent is op de hoogte van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied. De docent is op de hoogte van relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Beoordeling De docent is op de hoogte van de mogelijkheden tot kwaliteitswaarborging van de toetsing/ beoordeling. De docent weet wat van hem/haar verwacht wordt als hij/zij als tweede beoordelaar moet optreden. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. Samenwerken De docent weet welke docenten betrokken zijn bij de stages op zijn/haar vakgebied. Stageontwikkeling De docent past onderwijs/stage aan op basis van de evaluatiegegevens. De docent past onderwijs/stage aan op basis van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent past onderwijs/stage aan op basis van recente ontwikkelingen in het vakgebied. De docent past stage aan op basis van maatschappelijke ontwikkelingen. De docent creëert een aanbod van relevante en goed beschreven onderzoeksstages, die passen bij de aandachtsgebieden van de afdeling. Beoordeling De docent is in staat om valide en betrouwbaar te beoordelen. De docent heeft een goed beeld van zijn competenties op het gebied van beoordelen en van wat hij verder wil ontwikkelen. De docent is in staat collega's te ondersteunen bij verbetering van toetsing. Samenwerken De docent neemt initiatieven tot afstemming van stageactiviteiten met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied. 14

15 Leidinggeven De docent is bekend met de visie en mogelijkheden van de afdeling op het gebied van onderzoeksstages. De docent is op de hoogte van de externe ontwikkelingen op het gebied van stages binnen zijn vakgebied. De docent is op de hoogte van externe mogelijkheden voor stages binnen zijn vakgebied. Begeleiden van mededocenten De docent is bekend met de verschillende soorten van begeleiding van mededocenten. De docent weet de verschillen tussen de verschillende methoden van begeleiding. De docent weet wanneer hij/zij welke methode van begeleiding in moet zetten. De docent is bekend met zijn eigen sterke en ontwikkelpunten in de begeleiding van mededocenten. Coördinatie van stagebeleid De docent is op de hoogte van de werkzaamheden, die horen bij het coördineren van een stage. De docent is op de hoogte van de voor een coördinator van een stage relevante procedures binnen het onderwijs oa. evaluatie etc. De docent kent de sterke en ontwikkelpunten van de stage. De docent neemt initiatieven tot samenwerking cq. uitwisseling van ervaringen met docenten binnen en buiten het eigen vakgebied. De docent neemt initiatieven tot samenwerking met collega s binnen en buiten het eigen vakgebied op het gebied van verbetering en ontwikkeling van stageonderwijs. De docent brengt de visie en mogelijkheden van de afdeling/ discipline in bij overleg over onderzoeksstages. De docent onderhoudt de voor het onderzoeksstages van de afdeling relevante externe contacten. De docent legt voor de onderzoeksstages van de afdeling relevante externe contacten. Begeleiden van mededocenten De docent is in staat inzicht te krijgen in de ontwikkelpunten en/of ontwikkelwensen van mededocenten. De docent is in staat om mededocenten te begeleiding bij de bewustwording van eigen sterke en ontwikkelpunten. De docent hanteert in de begeleiding van mededocenten op adequate wijze de verschillende vormen van begeleiding. De docent streeft in de begeleiding aantoonbaar naar het vergroten van de zelfstandigheid van de mededocenten. Coördinatie van stagebeleid De docent organiseert regelmatig overleg met docenten betrokken bij de stages. De docent stimuleert medebegeleiders tot het formuleren van onderwerpen voor onderzoeksstages. De docent geeft medebegeleiders feedback op hun beschrijvingen van onderzoeksstages. De docent coördineert het doorvoeren van voorgenomen verbeteringen in het stagebeleid van de afdeling. De docent vergaart zowel bij begeleiders als studenten informatie over het verloop (organisatorisch en inhoudelijk) van de onderzoeksstage. De docent stelt zich op de hoogte van eventuele problemen/ moeilijkheden bij of met individuele studenten en spreekt hem/ haar indien nodig hierop aan. De docent is bereikbaar voor begeleiders en studenten. De docent coördineert de verwerking van de beoordeling en zorgt daarbij voor het tijdig aanleveren van de cijfers bij OSZ. De docent coördineert het opstellen van de evaluatie voor de stages van zijn/haar afdeling en zorgt er daarbij voor dat de gegevens tijdig bij de hiervoor verantwoordelijke commissie is. 15

16 9+10. Criteria volledige kwalificatie Theoretisch en Praktisch Klinisch Onderwijs Communiceren Begeleiding, beoordeling en onderwijsontwikkeling De docent bezit alle eerder genoemde kennis voor het optimaal uitvoeren van de onderwijstaken. Begeleiding, beoordeling en onderwijsontwikkeling De docent is in staat alle onderwijstaken optimaal en zelfstandig uit te voeren. De docent bekijkt wat goed en minder goed ging in zijn/ haar rol als docent. De docent werkt aan zijn/haar ontwikkelpunten op het gebied van het onderwijs. Relatie tot anderen Curriculumontwikkeling De docent kent de precieze opbouw van het curriculum. De docent is op de hoogte van procedures op het gebied van evaluatie en curriculumontwikkeling. De docent kent de bij curriculumontwikkeling betrokken gremia. De docent weet welke gegevens een goed beeld geven van de kwaliteit van het curriculum. De docent is op de hoogte van evaluatiegegevens. De docent is op de hoogte van nieuwe onderwijskundige inzichten. De docent is op de hoogte van voor de opleiding relevante maatschappelijke ontwikkelingen. De docent is op de hoogte van voor de opleiding relevante wetenschappelijke ontwikkelingen. De docent is op de hoogte van de taken die op het gebied van onderwijs de komende periode verwacht worden. De docent is op de hoogte van voor hem/haar relevante onderwijscompetenties. De docent is op de hoogte van het cursusaanbod op het gebied van onderwijs. Samenwerken De docent kent de contactpersonen voor de verschillende curriculumonderdelen. De docent is op de hoogte van de externe ontwikkelingen op het gebied van het (bio)medisch onderwijs. De docent kent vooraanstaande personen in het (bio)medisch onderwijs, ook buiten het UMC St Radboud Curriculumontwikkeling De docent past curriculum of grotere opleidingsonderdelen aan op basis van de evaluatiegegevens of doet voorstellen hiertoe. De docent past curriculum of grotere curriculumonderdelen aan op basis van nieuwe onderwijskundige inzichten of doet voorstellen hiertoe. De docent past curriculum of grotere curriculumonderdelen aan op basis van recente ontwikkelingen in het vakgebied of doet voorstellen hiertoe. De docent past curriculum of grotere curriculumonderdelen aan op basis van maatschappelijke ontwikkelingen of doet voorstellen hiertoe. Samenwerken De docent neemt initiatieven tot afstemming tussen en met verschillende betrokken afdelingen in het curriculum of grotere curriculumonderdelen. De docent neemt initiatieven tot samenwerking cq. uitwisseling van ervaringen tussen de verschillende afdelingen betrokken bij het curriculum of grotere curriculumonderdelen. De docent neemt initiatieven tot samenwerking met externe collega s op het gebied van curriculumontwikkeling. De docent brengt de visie en mogelijkheden van het UMC in extern overleg over onderwijs. De docent onderhoudt de voor de curricula relevante externe contacten. De docent legt voor de curricula relevante externe contacten. 16

17 Leidinggeven Begeleiding mededocenten De docent is op de hoogte van coachtechnieken. De docent is op de hoogte van zijn/haar sterke en zwakke punten op het gebied van coaching. De docent kent de inhoud van de verschillende cursussen, die op het gebied van de docentprofessionalisering gegeven worden. Curriculumorganisatie/ ontwikkeling De docent kent zijn/haar leidinggevende taken op het gebied van de curriculumorganisatie of ontwikkeling. De docent kent de sterke en de ontwikkelpunten van het curriculum of grotere curriculumonderdelen. Begeleiding mededocenten De docent treedt op als docent in minimaal één van de docentprofessionaliseringscursussen. De docent is in staat om adequaat om te gaan met lastige situaties in het begeleiden van mededocenten. De docent is in staat om mededocenten op complexe leerpunten te coachen. Curriculumorganisatie/ ontwikkeling De docent organiseert regelmatig overleg met coördinatoren. De docent coördineert het doorvoeren van voorgenomen verbeteringen in het curriculum of grotere curriculumonderdelen. De docent vergaart zowel bij studenten, docenten als coördinatoren informatie over het verloop (organisatorisch en inhoudelijk) van het curriculum of grotere curriculumonderdelen. De docent stelt zich op de hoogte van eventuele problemen/ moeilijkheden bij of met individuele coördinatoren en spreekt hem/ haar indien nodig hierop aan. De docent is bereikbaar voor coördinatoren. 17

Handleiding Onderwijskwalificaties Radboudumc

Handleiding Onderwijskwalificaties Radboudumc Handleiding Onderwijskwalificaties Radboudumc Handleiding Onderwijskwalificaties Deze handleiding Onderwijskwalificaties is bedoeld voor docenten die interesse hebben in het behalen van een onderwijskwalificatie

Nadere informatie

Regeling Basiskwalificatie Onderwijs

Regeling Basiskwalificatie Onderwijs Regeling Basiskwalificatie Onderwijs Departement Farmaceutische Wetenschappen Faculteit Bètawetenschappen Januari 2017 Inleiding Sinds de jaren negentig is de Universiteit Utrecht een van de voorlopers

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Domein 6 Faculty Development

Domein 6 Faculty Development Domein 6 Faculty Development Domein 6 Faculty Development Subdomeinen Thema s Indicatoren 6a. Docenten -Werving en selectie -Beleid t.a.v. prestaties en tevredenheid -Beleid t.a.v. docentprofessionalisering

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker onderwijsontwikkeling Doel Ontwikkelen van en adviseren over het onderwijsbeleid en ondersteunen bij de implementatie en toepassing ervan, uitgaande van de geformuleerde strategie van de instelling/faculteit

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017 Vaardigheidsdocent Doel Ontwikkelen en verzorgen van buiten de kaders van de wetenschappelijke onderwijsonderdelen maar binnen de kaders van het beleid van de instelling, faculteit, opleidingsinstituut,

Nadere informatie

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie pagina 1 4 Profiel praktijkopleider Norm Een praktijkopleider speelt in het leerbedrijf een cruciale rol in het succesvol opleiden van onderwijsdeelnemers tot goed geschoolde vakmensen. Het is daarom dat

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Toetsregeling Professionaliteit

Toetsregeling Professionaliteit Toetsregeling Professionaliteit Bacheloropleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen Radboudumc Propedeuse Deze regeling is van kracht vanaf 31 augustus 2015. 1) Begripsbepaling Professionaliteit

Nadere informatie

Page 1 of 15 EVALUATION AND FEEDBACK FOR EFFECTIVE CLINICAL TEACHING Deze vragenlijst is bedoeld om klinisch opleiders en supervisoren feedback te geven op hun kwaliteiten als opleider/supervisor in de

Nadere informatie

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden Rondvraag Persoonlijke rapportage van M. Gulden Gegevens deelnemer Naam Organisatie Functie B. Smit PiCompany Intern Leraar De Zevensprong Gegevens Rondvraag Datum 31 oktober 2005 Nummer 31721.96907 Profiel

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO)

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Achtergrondinformatie Binnen de Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra is een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) ontwikkeld. Dit is een onderwijskwalificatie

Nadere informatie

Toets Consultvoering in jaar 1 IB Aangepast

Toets Consultvoering in jaar 1 IB Aangepast Toets Consultvoering in jaar 1 IB Aangepast 30082018 1 Inleiding Toetsing van de (deel-) competenties in het taakgebied Communicatie is onderdeel van het landelijk vastgestelde protocol Toetsing en beoordeling

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Nota. Docentprofessionalisering UMC St Radboud Nijmegen

Nota. Docentprofessionalisering UMC St Radboud Nijmegen Nota Docentprofessionalisering UMC St Radboud Nijmegen Versie: 2 november 2006 INHOUD 1. Inleiding... 2 2. Universitaire uitgangspunten toegepast in het UMC St Radboud... 2 3. Onderwijsrollen en kwalificatiestructuur...

Nadere informatie

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104 Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104 Doel Voorbereiden en uitvoeren van ontwikkelde onderwijsonderdelen en participeren in uitvoering van onderwijsevaluaties en ontwikkeling en/of onder begeleiding

Nadere informatie

METIS Kwaliteitssysteem

METIS Kwaliteitssysteem METIS Kwaliteitssysteem voor de opleidingen tot Specialist Ouderengeneeskunde REFLECTIE Domein 6 Faculty Development [plaats hier het instituutslogo] Metis Reflectiedocument domein 6 juni 2018 1 Domein

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

De aios als supervisor:

De aios als supervisor: workshop De aios als supervisor: see one do one teach one Suzanne Wever Paetrick Netten Laima Nadery - Siddiqi Margriet Schneider Opzet Wat wilt u van ons? Wat willen wij van jullie: aios en opleiders?

Nadere informatie

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie De BPV-Begeleider. Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie 1 is de directe coach van de deelnemer gedurende de gehele stage. 2 hanteert een oplossingsgerichte begeleidingssteil.

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement b. Functie evaluator multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub b Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit Toelichting Het is de kerntaak van een accreditatie-instituut om de kwaliteit van een te beoordelen

Nadere informatie

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld?

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld? Bijlage 1 (Opleidings)literatuur Bij de waardering van in het kader van de accreditatie te beoordelen - door de opleiding voorgeschreven -literatuur worden de volgende criteria gehanteerd: 1. Variatie

Nadere informatie

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Erasmus MC. Informatiebrochure voor Erasmus MC medewerkers met een onderwijstaak

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Erasmus MC. Informatiebrochure voor Erasmus MC medewerkers met een onderwijstaak Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Erasmus MC Informatiebrochure voor Erasmus MC medewerkers met een onderwijstaak Basiskwalificatie Onderwijs Erasmus MC Woord vooraf Het Erasmus MC wil haar studenten vanuit

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling) SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. drs. L.C.J. Gerritsen, Onderwijscoördinator, hierna te

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

Stagecoördinator. Doel. Context

Stagecoördinator. Doel. Context Stagecoördinator Doel (Mede)opstellen van het stagebeleid en na goedkeuring zorgdragen voor de uitvoering hiervan, in lijn met het onderwijsbeleid en het studenten(loopbaan)-beleid, teneinde te komen tot

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Werkzaamheden

FUNCTIEBESCHRIJVING. Werkzaamheden Leraar basisonderwijs LA Functiewaardering: 33333 33333 33 33 Salarisschaal: LA Werkterrein: Onderwijsproces > Leraren Activiteiten: Beleids en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke

Nadere informatie

FORMAT OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN PROMOVENDUS. Naam promovendus:.. Datum indiensttreding: Leerstoelgroep:

FORMAT OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN PROMOVENDUS. Naam promovendus:.. Datum indiensttreding: Leerstoelgroep: FORMAT OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN PROMOVENDUS Naam promovendus:.. Datum indiensttreding: Leerstoelgroep: Beoogde totale duur promovendusaanstelling: jaar Het dienstverband als promovendus bestaat

Nadere informatie

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Rollenmatrix Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Toelichting vooraf: o Als uitgangsmateriaal zijn de overzichten van taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Functieprofiel: Instructeur Functiecode: 0105

Functieprofiel: Instructeur Functiecode: 0105 Functieprofiel: Instructeur Functiecode: 0105 Doel Verzorgen van praktijkinstructie en practica ten behoeve van het onderwijs aan studenten en/of stagiaires, gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Opleider. Context. Doel

Opleider. Context. Doel Opleider Doel (Mede)ontwikkelen van het opleidingsbeleid en ontwikkelen en (laten) verzorgen van trainingen en voor verschillende interne en/of externe doelgroepen, binnen de kaders van het beleid en de

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Universitair kader Kwalificactiesystematiek voor wetenschappelijk medewerkers van de Universiteit Utrecht. Versie 1.

Universitair kader Kwalificactiesystematiek voor wetenschappelijk medewerkers van de Universiteit Utrecht. Versie 1. Universitair kader Kwalificactiesystematiek voor wetenschappelijk medewerkers van de Universiteit Utrecht Versie 1.0, september 2009 Kwalificatiesystematiek voor wetenschappelijk medewerkers van de Universiteit

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Toetsplan kwalificatie leercoach

Toetsplan kwalificatie leercoach Toetsplan kwalificatie leercoach Dit toetsplan en de bijbehorende PVB-beschrijvingen zijn vastgesteld door de Toetsingscommissie bond kandidaat op. 1. Competenties De volgende competenties worden getoetst:

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO Functiebeschrijving schoolcoördinator BO FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Schoolcoördinator PO (met lesgevende taken) Salarisschaal 10 Werkterrein Management -> schoolmanagement - lesgeven Activiteiten Beleids-

Nadere informatie

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste 1. Inleiding De koers voor de komende jaren, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft consequenties voor gewenste managementstijl van de school. In de managementvisie 2011-2014 heeft

Nadere informatie

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten Toelichting De Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten betreft de vier deelgebieden waarop docenten binnen Avans Hogeschool zich, conform het Avans professionaliseringsplan,

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

Docent. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD. Onderzoeker.

Docent. Doel. College van van Bestuur. Decaan. Voorzitter Capaciteitsgroep. Dir. Dir. Onderzoeksinstituut. Hoogleraar UHD UD UD. Onderzoeker. Docent Doel College van van Bestuur Ontwikkelen en verzorgen van toegewezen wetenschappelijke, uitgaande van het facultaire, teneinde de leerdoelen behorende bij de eindtermen van de ten aanzien van kennis,

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA Competentieprofiel Praktijkopleiding RA rapport Competentieprofiel. pagina 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 Leeswijzer... 5 2. Competentieprofiel... 6 Colofon... 6 Beroepsbeschrijving... 6 Beschrijving

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist vastgesteld door het CSV op 17 november 2014 I Werkbegeleiding II Toetsing en beoordeling III Coördinatie en organisatie Begeleidt de vios

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25332

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25332 Naam : Bedrijf: : ennummer: Begeleider van het bedrijf: Begeleider van de school: Noteer deze score geldt voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Toelichting : A B C De student is in staat

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Functieprofiel: Teamleider Onderwijs Functiecode: 0108

Functieprofiel: Teamleider Onderwijs Functiecode: 0108 Functieprofiel: Teamleider Onderwijs Functiecode: 0108 Doel Zorg dragen voor de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs en werkzaamheden binnen een opleiding en zorg dragen voor de personele aansturing,

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING. Stichting Talent Leraar basisonderwijs LB

FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING. Stichting Talent Leraar basisonderwijs LB FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING Leraar basisonderwijs LB januari 2013 Opdrachtgever Nieuwstraat 23 A 1621 EA Hoorn Auteur Paul Janssen Project 5POBA4560 FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Leraar basisonderwijs

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Domein 3 Onderwijsprogramma en toetsing

Domein 3 Onderwijsprogramma en toetsing Domein 3 Onderwijsprogramma en toetsing Domein 3 Onderwijsprogramma en toetsing Subdomeinen Thema s Indicatoren 3a. Inhoud - Dekking competenties, KBS en BA - Verdieping in het onderwijs - De opleiding

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit? KwaliteitsInstrument Toetsprogramma (KIT) NB: Dit is een vereenvoudigde versie van het totale KIT. Het KIT is oorspronkelijk bedoeld om de kwaliteti van een toetsprogramma te bepalen. Een toetsprogramma

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer

SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LC Type 1 Salarisschaal 11 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Page 9 of 15 EVALUATION AND FEEDBACK FOR EFFECTIVE CLINICAL TEACHING De EFFECT is bedoeld om input te geven voor een gesprek tussen A(N)IOS en hun klinisch opleiders en supervisoren over hun kwaliteiten

Nadere informatie

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport van: mevr. K. Rozegeur Dit beoordelingsrapport is gemaakt op: 8 juli 2010 Beoordelingsperiode: augustus

Nadere informatie

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1 Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marjolein van Dijk, opleidingsadviseur Jeugdzorg Nederland 3 juli 2013 1 Dit document is geschreven

Nadere informatie

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens Docent LB Naam feedbackontvanger MGN(Robbert van Megen) Huidige datum: 12/24/2010 Inhoudsopgave Leesinstructies Rapportgegevens Feedbackontvanger Geselecteerde competenties Feedbackgevers Totaaloverzicht

Nadere informatie

Werkzaam bij de brandweer

Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO DOCENT Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in juni 2009.

Nadere informatie

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen Beoordelingsformulieren Aanpassingen 2018-2019 Opzet praktijkbeoordeling Oud Nieuw SBL-competenties Kerntaken en deeltaken (opleidingsprofiel) 10 geselecteerde algemene Centrale Criteria 23 Indicatoren

Nadere informatie

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Programma van toetsing tot september 2015 Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding Voor studenten die zijn begonnen met het curriculum voor september 2015 is het oude

Nadere informatie

Nadat u bent ingelogd, vindt u onder de tab Opleidingsgegevens, alle onderdelen die relevant zijn voor uw deelname aan de opleiding.

Nadat u bent ingelogd, vindt u onder de tab Opleidingsgegevens, alle onderdelen die relevant zijn voor uw deelname aan de opleiding. INFORMATIE OVER RINO PORTAL versie BIG16.09 Voor deelnemers BIG-opleidingen De RINO Groep biedt u als deelnemer aan een van de BIG-opleidingen een online service aan ter ondersteuning van het opleidingsproces.

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Tandtechnicus. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd

Tandtechnicus. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd Tandtechnicus Doel Voorbereiden en het (doen) vervaardigen en onderhouden van tandtechnische werkstukken, alsmede het verlenen van technische ondersteuning en advies bij wetenschappelijke experimenten,

Nadere informatie

PvB-beschrijving 4.1. 1. Opdracht. 2. Doelstellingen

PvB-beschrijving 4.1. 1. Opdracht. 2. Doelstellingen PvB-beschrijving 4.1 Proeve van bekwaamheid (PvB) KSS 4.1. "Geven van trainingen" Deze PVB 4.1 heeft betrekking op kerntaak 4.1 "het geven van trainingen". Met deze PVB toon je aan dat je: specifieke (groepen)

Nadere informatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies X0A0T Validiteit Betrouwbaarheid Functionaliteit Condities Toetsbeleid Het toetsbeleidsplan is valide Het toetsbeleidsplan is betrouwbaar Het toetsbeleidsplan is functioneel Het toetsbeleidsplan voldoet

Nadere informatie

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen Profiel Trajectbegeleider / Leercoach Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

kwaliteitscriteria voor opleiders in de voetverzorging

kwaliteitscriteria voor opleiders in de voetverzorging kwaliteitscriteria voor opleiders in de voetverzorging Toelichting Binnen de pedicurebranche is de afgelopen jaren hard gewerkt aan kwaliteit. Met eigen branchekwalificaties is in een systeem van gedegen

Nadere informatie

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4 Profiel trajectbegeleider Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met

Nadere informatie

Agenda 3e voortgangsgesprek van aios en opleider (ca. maand 9)

Agenda 3e voortgangsgesprek van aios en opleider (ca. maand 9) Agenda 3e voortgangsgesprek van aios en opleider (ca. maand 9) Doel gesprek: evalueren na negen maanden en een advies over de geschiktheid van de aios formuleren. Plannen en afspraken maken voor de laatste

Nadere informatie

Beoordelen met de 360 feedback-methode

Beoordelen met de 360 feedback-methode Instituut voor Gezondheidszorg Beoordelen met de 360 feedback-methode Bij de 360 feedback-methode vraag je mensen uit je omgeving om je te beoordelen op verschillende aspecten. Dit gebeurt meestal door

Nadere informatie

Het CAT-project: informatie voor begeleiders

Het CAT-project: informatie voor begeleiders Het CAT-project: informatie voor begeleiders AWV 3 de jaar Geneeskunde Saskia Le Cessie & Arno Roest Informatie voor begeleiders Via https://www.lumc.nl/org/oor-leiden/ Hier staat op: Deze presentatie

Nadere informatie

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere

Nadere informatie

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding. Onderwerp 1. Competentiescan Geef met behulp van de competentiescan aan wat u als leercoach-in-opleiding al beheerst en wat u wilt leren. 2. Intake Bespreek met een cursist de competentiescan. 3. Persoonlijk

Nadere informatie

Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid

Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid Eerste Monteur Vliegtuigonderhoud, crebo 25321 Naam student: Inschrijfnummer: ROC en contactpersoon ROC: / BPV-bedrijf en contactpersoon: / Kwalificatiedossier

Nadere informatie