Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Transcriptie

1 Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie oktober2004

2 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur /06/2004 B.G. Langedijk /06/2004 B.G. Langedijk /09/2004 Opdrachtgever vervangen door subsidieverstrekker B.G. Langedijk Beantwoording vragen van het ministerie in 1.2, /10/2004 Gevraagde subsidie M. Oudshoorn Distributie Versie/Status Datum Naam /06/2004 Martin Andriessen /10/2004 Langdijk

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Resultaat 1.4 Samenhang met andere projecten 2 Uitvoering 2.1 Inleiding 2.2 Fasering Initiatiefase Onderzoeksfase Ontwerpfase Voorbereidingsfase Uitvoeringsfase Evaluatiefase 3 Projectorganisatie 4 Project financiën

4 1. Inleiding In de volgende hoofdstukken wordt de projectopdracht nader omschreven en wordt het plan van aanpak nader uitgewerkt. 1.1 Aanleiding Tussen het ministerie van SZW en de G 26 zijn afspraken gemaakt over de intensivering van de bestrijding van de werkloosheid van bijstandsgerechtigden. Het Rijk heeft in dit verband ook geld beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van experimenten. De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten Den Haag doet hierbij een voorstel voor een experiment dat betrekking heeft op de verdere ontwikkeling van een doeltreffende aanpak bij een diversiteit aan problematiek bij de Haagse bijstandsgerechtigden. Met de komst van de WWB is het Haagse reïntegratiegebouw ook wel Haagse reïntegratieladder opnieuw gedefinieerd en kenmerkt zich door een meer systematische benadering waarin een 4-tal trajectsoorten zijn overeengekomen met daartussen duidelijke klantstromen, en waarbinnen het nieuwe stelsel van gesubsidieerde arbeid is gepositioneerd. Met de WWB en de nieuwe aanpak is indicering naar de trajectsoort en de sturing op voortgang en resultaat van steeds crucialer belang. De afgelopen jaren is reeds veel geïnvesteerd in de analyse- en diagnosefase waarin de klant zich aanvankelijk begeeft alvorens een reïntegratie traject in te gaan. De vooruitgang is vooral geboekt in de verbetering van specifieke losse instrumenten en de logistieke schakeling binnen dit diagnoseproces. Verbetering is nog haalbaar in het verder objectiveren van verkregen informatie waarmee deze indicering wordt versterkt. Hiermee is een start gemaakt. Belangrijke verdere verbeteringen worden nu vooral gezien in het ontwikkelen van een instrument waarmee zo objectief mogelijk vastgesteld kan worden welke voortgang wordt geboekt en welke vervolgstap mogelijk is. Dit is met name bij trajecten van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een belangrijk extra instrument om de voortgang goed te kunnen beoordelen en te bewaken. Maar ook is een objectiveringsslag wenselijk om het uitstroompotentieel vast te stellen bij gesubsidieerde arbeid (oude en nieuwe stelsel) en hier de benodigde interventies in aan te geven. Het gaat dan niet alleen om het kunnen meten in termen van plaatsingen op werk, maar ook in het tussentijds meten van de vorderingen. Ook bij de overdracht binnen de keten ontstaat zo een uniform profiel van de cliënt waarmee de volgende partner in de keten de cliënt effectief en efficiënt oppakt. 1.2 Doelstelling en resultaat van het project Het ontwikkelen van een methode waarbij de objectiviteit in de voortgang en afronding van trajecten wordt gemeten om daarmee de vervolgstap of naar een hoger gelegen trajectsoort of naar de arbeidsmarkt effectiever te kunnen sturen. De methodiek omvat het invullen van vragenlijsten over de gedragingen van de cliënt op een gesubsidieerde baan, stage of oefenplek. Lijsten worden ingevuld door zowel cliënt en coach (of consulent) als door werkgevers in verschillende branches met verschillende soorten functies voor laaggeschoolden De uitkomsten van werkgevers geven inzage in de competenties die minimaal aanwezig moeten zijn om dergelijke functies naar behoren uit te voeren. Inmiddels is door TNO al een kleine database opgebouwd met minimaal aanwezige competenties per soort functie. De pilot uitkomsten uit Den Haag kan deze database verder uitbouwen zodat de betrouwbaarheid toeneemt. De scoring van de coach (of consulent) geeft inzage in de afstand die nog overbrugd moet worden en waar het traject zich nog verder op moet richten. Het verschil van scoring tussen coach en cliënt geven aan dat er aanleiding is voor een gericht gesprek.

5 In deze pilot wordt ook verder onderzocht in hoeverre de methodiek zich leent deze vragenlijsten verder te objectiveren, en of vanuit een activeringstraject de vervolgstap naar een bemiddelingstraject gemaakt kan worden. Daarvoor zullen de minimale scores die nodig zijn aan de start van een bemiddelingstraject moet worden vastgesteld door de betrokken partijen in relatie tot de competenties die vereist zijn voor uitstroom naar betaald werk. Resultaat Met de toepassing van een nieuwe methodiek wordt beoogd meer sturing te kunnen op de voortgang en resultaat van het traject (vervolgstap of uitstroom) waarmee een verdere invulling aan het casemanagement kan worden gegeven. De door TNO Arbeid ontwikkelde methode kan ook toegepast worden door andere ketenpartners, zoals reïntegratie bedrijven. Ook staat de methode open voor gebruik door andere gemeenten. 1.3 Samenhang met andere projecten Voor zover nu bekend zijn er geen projecten die samenhangen met hier beschreven experiment. 2 Uitvoering 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de fasen en (hoofd)activiteiten van het project genoemd en kort omschreven. Dit project is onderverdeeld in de volgende fasen: initiatiefase, onderzoeksfase, ontwerpfase, voorbereidingsfase en uitvoeringsfase pilot- en evaluatiefase. 2.2 Fasering Initiatiefase Het doel van deze fase is het verduidelijken van wat tot stand moet worden gebracht en met welke werkwijze en projectstructuur dit resultaat tot stand kan worden gebracht. Hierbij zal ook nader met TNO Arbeid worden afgestemd. Vervolgens wordt een meer concreter projectplan samengesteld Ontwerpfase Het doel van de ontwerpfase is het onderzoeken en vaststellen van gemeenschappelijke competenties of profielen alsmede de ontwikkeling van vragenlijsten om deze competenties te kunnen beoordelen en te meten. Daartoe heeft TNO Arbeid een eerste model ter beschikking die met alle betrokken partijen nader worden verkend en onderzocht op toepasbaarheid voor de Haagse situatie. In deze fase zal worden gesproken met consulenten, met RIB s en met betrokken medewerkers van de diagnose-organisaties. Met andere afdelingen worden naastliggende zaken afgestemd zoals aan te passen registratie, te ontwikkelen formulieren en benodigde of gewenste communicatie Voorbereidingsfase Pilot In deze fase worden alle noodzakelijke voorbereidingen getroffen voor het uitvoeren van de pilot. Hierin zullen betrokken medewerkers worden getraind voor het juist toepassen van de methodiek. Ook zullen de benodigde aanpassingen in automatiseringssystemen worden uitgevoerd Uitvoeringsfase Pilot In de uitvoeringsfase wordt de pilot gestart. Op beperkte schaal zal de voorgestelde aanpak worden geëxperimenteerd.

6 2.2.5 Evaluatiefase In de laatste fase van dit experiment wordt een evaluatie gehouden van de uitgeteste methodiek. Naar aanleiding van de resultaten wordt bekeken of de methodiek op grotere schaal kan worden ingevoerd en welke verdere aanpassingen hiervoor nodig zijn. Samengevat kan een volgende globale planning per fase worden gegeven: - initiatiefase augustus - september ontwerpfase september november voorbereiding pilot november 2005 februari uitvoering pilot maart 2005 juni evaluatie pilot juli augustus 2005

7 3. Projectorganisatie 3.1. Subsidieverstrekker Ministerie SZW Bij goedkeuring van het projectvoorstel subsidieert het ministerie het project. Het ministerie kan de resultaten van dit project gebruiken voor landelijke publicaties. 3.2 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Om het project succesvol te laten verlopen, is een duidelijke rolverdeling essentieel. Wie wat zal doen respectievelijk verantwoordelijk is, wordt hieronder toegelicht Projectleider De projectleider is verantwoordelijk voor het efficiënt ten uitvoer brengen dit experiment. Dit behelst onder meer planning, toedelen van taken, bewaken van de voortgang, aansturen projecttrekkers, afstemmen met interne en externe partijen als ook stimuleren/motiveren Projecttrekker De projecttrekker is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het experiment. De projecttrekker neemt het voortouw in de uitvoering van de planning en bijeenkomsten van het

8 4 Project financiën De geschatte kosten van dit experiment zijn euro. De begroting omvat de externe ondersteuning door TNO. De post automatisering betreft de aanpassingen en bouw binnen de gemeente. Een belangrijk deel wordt ingenomen door de kosten die gemaakt zullen worden bij de ontwikkeling van de methodiek. Activiteit Kosten in EUR Ontwikkeling methodiek Voorbereiding pilot Automatisering* Uitvoering pilot Aanpassingen methodiek Totaal * Een eerder voornemen om een koppeling te maken met het klantvolgsysteem wordt niet uitgevoerd. Hiervoor gelden inhoudelijke redenen en geen financiele.