Vragenlijst inventarisatie effecten omvorming WSW naar Wet Werken naar Vermogen

Transcriptie

1 Vragenlijst inventarisatie effecten omvorming WSW naar Wet Werken naar Vermogen Tijdens de VGG Algemene Ledenvergadering in Hoogezand op 20 april jl. is afgesproken dat de VNG en de VGG op het onderdeel Werken naar Vermogen een aantal vragen op zullen stellen voor individuele gemeenten zodat zij concreet aan kunnen geven wat hun verwachtingen zijn over de toekomst van de WSW en de inzet van een herstructureringsfonds. Als bijlage zijn twee documenten toegevoegd: - Inzet VNG m.b.t. herstructurering WSW - Financiën Werken naar Vermogen / Bestuursakkoord Zij geven de macrocijfers weer van de budgetten voor WSW/Wet Werken naar Vermogen. Mochten hierover vragen zijn, dan kunt u deze stellen aan VNG, Andries Kok, andries.kok@vng.nl Algemene vragen over deze inventarisatie kunt u ook stellen aan Jeroen Lalleman, VGG, j.lalleman@groningergemeenten.nl Wij verzoeken u de antwoorden uiterlijk vrijdag 6 mei 2011 aan te leveren via: secretariaat@groningergemeenten.nl In deze vragenlijst vindt u twee typen vragen. De eerste set vragen betreft het ophalen van aantallen. Met behulp van deze aantallen kan een eerste indicatie gegeven worden van de werking van de Wet Werken naar Vermogen voor de mensen die het betreft, in de regio Groningen. Op grond van deze indicatie kan aan de ALV-VNG, de VNG-Commissie Werk en Inkomen en via de politieke lijnen advies gegeven worden vanuit de Groninger Gemeenten over de gevolgen van de Wet Werken naar Vermogen. De tweede set vragen gaat over de inzet van het herstructureringsfonds. Vooraf geven wij aan dat de VNG begrijpt dat de pijn van gemeenten zit op het feit dat ze minder middelen krijgen voor de uitbetaling van lonen voor een CAO die zij niet eenzijdig kunnen beïnvloeden, en dat daarmee het voornaamste bezwaar zit op de onvoldoende vergoeding voor onbeïnvloedbare loonkosten. De VNG zal dat ook richting staatssecretaris en Tweede Kamer blijven uitleggen. Dat neemt niet weg dat gemeenten en SW-bedrijven creatief zullen moeten nadenken over het opvangen van de gevolgen van de teruglopende rijkssubsidie. Gemeente gegevens Gemeente: Slochteren Ingevuld door: D.T. ten Brink Functie: directeur GR BWR NB: waar dit mogelijk is, graag een zo hard mogelijke bron noemen waarvandaan getallen komen. Hoe harder de gegevens zijn, hoe beter wij eventuele problemen inzichtelijk kunnen maken.

2 A. Vragen over aantallen 1. Hoeveel Wsw-geindiceerden had en heeft u in 2010 en Aantal geplaatst: 75,3 73 Aantal op wachtlijst: Welk budget ontving uw gemeente hiervoor? WSW-budget Welke tekorten verwacht u op te lopen vanaf 2011? (in 1.000) Tekort WSW t.l.v. Haren t.l.v. H zand-s meer t.l.v. Slochteren Waarop baseert u deze berekening? (Graag de cijfers bijvoegen) De berekening is gebaseerd op de meerjarenraming van de Herziene Begroting 2011 van de GR BWR en de Afbouw Wsw uitgaven zoals in beeld gebracht door de heer A.J. Kok van de VNG. (zie bijlage) 5. Hoe gaat u deze tekorten opvangen? Is daarvoor nog ruimte in uw begroting? Er is in de begroting geen ruimte meer om de tekorten op te vangen. De in 2010 en 2011 in gang gezette maatregelen ter verbetering van het exploitatieresultaat zouden met inachtneming van de korting op het Wsw-budget 2011 en 2012 in 2014 hebben geleid tot een exploitatietekort van Door de verdergaande terugloop van de Wsw-subsidie per SE wordt dit echter in Welk percentage van het Wettelijk Minimum Loon krijgt het huidige bestand gemiddeld? 13 % 7. Hoe schat u het (natuurlijk) verloop in van de huidig geïndiceerde WSW-gerechtigden? Afname WSW gerechtigden (natuurlijk verloop) Afname WSW gerechtigden (plaatsing bij reguliere werkgever) Bron: inschatting / cijfermatige gegevens uit: historisch verloop en huidige leeftijdsopbouw

3 8. Hoe schat u het (natuurlijk) verloop in van het aantal mensen, dat nu en bij nieuwe regels de indicatie beschut werken behouden? Aantal beschut werkenden Bron: inschatting / cijfermatige gegevens uit: historisch verloop en effecten nieuw beleid 9. Vanuit de huidige aanwas geredeneerd, zijn er mensen die straks binnen een regeling vallen van de Wet Werken naar Vermogen. De bedoeling van het rijk is, dat deze mensen voor een bepaald percentage aan het werk gaan bij een reguliere werkgever. Zo nodig wordt loondispensatie gegeven tot het moment dat vaststaat wat de definitieve verdiencapaciteit is. Daarna kan eventueel een permanente vorm van loondispensatie gegeven worden. a. Welk percentage van het huidige WSW-bestand zal een werkgever vinden? Inschatting 5 % b. Welk percentage vervalt in een inkomensregeling vanuit de WWB? Inschatting % Deze vraag kan zonder nadere toelichting niet worden beantwoord. Ons is niet duidelijk wat wordt bedoeld. c. Op welke gegevens baseert u deze inschatting? (Wanneer mogelijk: cijfers bijvoegen!) zie 9b. B. Vragen over de inzet van het herstructureringsfonds Landelijk stelt het rijk 400 miljoen beschikbaar in een herstructureringsfonds. Dit fonds is niet bedoeld voor compensatie van de (onbeïnvloedbare) lonen van het zittende bestand. Er moet dus een verdeelsleutel gevonden worden. 1. Welke mogelijkheden ziet u om als gevolg van de teruglopende subsidie per SW-er de beïnvloedbare kosten in de WSW terug te dringen? Zie vraag 5 bij onderdeel A. De beïnvloedbare kosten zijn t.o.v. de loonkosten Wsw nog slechts marginaal te verlagen. 2. Hieronder worden een aantal opties genoemd die kosten zouden kunnen verkleinen of inkomsten zouden kunnen vergroten. a. Welke van de opties bieden wat u betreft mogelijkheden en in welke mate levert het kostenbesparing of inkomstenvergroting op? Versnelde afbouw machinepark Wij signaleren dat de economie aantrekt. De omzetten van Metaal en Aluminium stijgen fors. De afbouw van het machinepark (desinvestering circa ) veronderstelt mogelijkheden om de op deze afdelingen werkzame personen (circa 60) in de markt aan het werk te krijgen. Dat vereist echter meer begeleiding/jobcoaching. Mogelijkheden verbreding dienstverlening naar Werken naar Vermogen en AWBZ Wij zien goede mogelijkheden om als partner van de sociale diensten de uitvoering van WnV voor onze rekening te nemen als het gaat om plaatsing op basis van loonwaardebepaling en begeleiding van betrokkenen bij reguliere werkgevers.

4 Besparingsmogelijkheden gebouwen en ongesubsidieerde professionals (begeleiding) Alleen bij afstoting van afdelingen met veel machines (zie B2, eerste blokje) zouden er mogelijkheden zijn om met kleinere huisvesting toe te kunnen. Er zal echter ruimte beschikbaar moeten blijven om tenminste de resterende 30% aangewezen op beschut werk een werkplek te kunnen bieden. Er zal dan sprake zijn van een desinvestering en tegelijkertijd relatief gezien structureel hoge huisvestingskosten. Op voorhand voorzien wij niet een verlaging van de loonkosten van nietgesubsidieerd begeleidend personeel. Voor een deel zal uitstroom van welgesubsidieerd begeleidend personeel niet meer kunnen worden opgevangen door eveneens gesubsidieerde medewerkers, omdat personen met dergelijke kwalificaties niet meer op de wachtlijst voorkomen. Voor een ander deel zal de begeleiding bij uitplaatsing van Wsw-geindiceerden moeten worden geïntensiveerd. Mogelijkheden vergroten inkomsten uit de markt. Op dit moment kent ons bedrijf nagenoeg geen leegloop. Vergroting van inkomsten uit de markt is mogelijk, als een netto toegevoegde waarde (NTW) per productief uur van tenminste 8 kan worden gerealiseerd. Dat betekent afscheid nemen van opdrachtgevers waarvan we nu minder ontvangen, maar die wel voor structureel veel werk zorgen. De afdelingen waar de meest kwetsbaren werken zullen wij in stand houden ook al is dat niet tegen het gewenste tarief. Conclusie is dat de mogelijkheden gering zijn. Wel zien wij mogelijkheden in verschuiving van onze activiteiten richting dienstverlening (schoonmaak e.d.). Stimuleren van detachering van Wsw-medewerkers om zodoende inkomsten te vergroten en kosten te verminderen. Op zich zou detachering van medewerkers tot meer inkomsten kunnen leiden ( tarief minimaal 10 per uur). Vraag blijft of werkgevers bereid zijn over te gaan tot structurele detachering dan wel Begeleid Werken. Indien structureel, dan kunnen kosten worden bespaard. Onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden met uitzendbureaus en reintegratiebedrijven? Het BWR is zelf al een re-integratiebedrijf. De positie ervan als preferred supplier voor de gemeenten zou kunnen worden versterkt, ook in relatie tot WnV. De samenwerking met uitzendbureaus zou kunnen worden versterkt. Anders, namelijk: b. Welke mogelijkheden ziet u op korte en lange termijn voor de omvorming van de Sociale Werkvoorzieningen. Dit naar aanleiding van de bovenstaande antwoorden, of op andere manieren? Er gaat in een langzaam tempo een zekere mate van afbouw van de Wsw plaatsvinden. Bij een uitstroom als natuurlijk verloop voor geheel BWR van circa 20 per jaar (Jaarverslag 2010) en een instroom van 1/3 daarvan zoals de plannen nu zijn, zou er een jaarlijkse afname van het totaal aantal Wsw-werknemers van circa 14 ontstaan. Dat betekent vervolgens dat per drie jaar mogelijk een interne afdeling kan worden gesloten. De beoogde omvorming gaat dus op korte termijn niet snel. Op langere termijn kan een werkvoorziening in de beschutte sfeer tot stand komen met een omvang van circa 70% van het huidige bestand. Dat zijn een kleine 300 medewerkers.

5 3. In hoeverre zouden baten uit het herstructureringsfonds de bij vraag 2 genoemde opties kunnen stimuleren? Een eerste globale benadering zou kunnen zijn: voor kosten van desinvesteringen en structurele lasten samenhangend met huurkoop en afkoop contracten van huur en verhuur van machines en werkplaatsen; voor omscholing leidinggevenden e.d. naar jobcoach e.d.; voor herstructurering personeel; voor de ontwikkeling van een werkgeversbenadering. 4. Volgens welke criteria zouden de middelen uit het herstructureringsfonds moeten worden verdeeld? De mogelijkheden van SW-bedrijven om mensen in de markt te plaatsen worden sterk beïnvloed door de vraag of er een sterk en groot bedrijfsleven in het werkgebied is. In het Noorden is dat traditioneel niet zo. Dat zou dus een criterium kunnen zijn. Bedrijven die verhoudingsgewijs nog niet veel in de markt hebben geplaatst moeten meer hervormen. Ook dat is dus een criterium. 5. Eén van de zorgen is, dat de SW-bedrijven die nog veel te hervormen hebben de grootste bijdrage uit het herstructureringsfonds zullen trekken, terwijl bedrijven die al veel hebben hervormd hier vervolgens naast het net vissen. Deelt u deze zorg? En zo ja, op welke manier zou daar bij de verdeling rekening mee kunnen worden gehouden? Wij delen deze zorg niet. Als het fonds bedoeld is voor hervormingen, dan moet het worden besteed aan de bedrijven die dat nodig hebben. 6. Zijn er specifieke factoren waarmee bij de verdeling van het herstructureringsfonds bij de gemeenten in Provincie Groningen rekening moet worden gehouden? En waarom? Zie vraag 4. De ontwikkeling van de werkgelegenheid hier en de krimp van het platteland zijn twee factoren die zich niet laten vergelijken met de ontwikkeling in de Randstad en omgeving.