Scherp en fris 2.0. Versie: 28 juni 2012 Vastgesteld in de raadsvergadering, incl. amendementen. Kadernota

Transcriptie

1 Kadernota

2 Scherp en fris 2.0 Versie: 28 juni 2012 Vastgesteld in de raadsvergadering, incl. amendementen Kadernota

3 INHOUDSOPGAVE AANBIEDING KADERNOTA A. MEERJARENPERSPECTIEF... 9 OVERZICHT MEERJARENPERSPECTIEF DEKKINGSVOORSTEL TOELICHTING MEERJARENPERSPECTIEF B. ONTWIKKELINGEN PER PROGRAMMA PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT PROGRAMMA 3: ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID PROGRAMMA 4: KUNST, CULTUUR EN RECREATIE PROGRAMMA 5: ONDERWIJS EN EDUCATIE PROGRAMMA 6: MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN VOLKSGEZONDHEID PROGRAMMA 7: NATUUR EN MILIEU PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID PROGRAMMA 9: DIENSTVERLENING, BESTUUR EN ORGANISATIE PROGRAMMA 10: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN C. GEVOLGEN RIJKSBEZUINIGINGEN D. AANVULLENDE OVERZICHTEN RISICOPARARAAF ONTWIKKELING LASTENDRUK INVESTERINGSPLANNING ALGEMENE RESERVE Kadernota

4 Kadernota

5 AANBIEDING KADERNOTA Inleiding Hierbij bieden wij u de Kadernota aan. Hiermee schetsen wij als opmaat naar de Programmabegroting het financiële meerjarenperspectief voor onze gemeente. Tevens geven wij inzicht in alle beleidsinhoudelijke ontwikkelingen die zich zullen voordoen. Hierbij ligt onze focus ligt op 2013 en Voor zover mogelijk beschrijven wij ook de ontwikkelingen die wat verder in de toekomst liggen. Terugblik Vorig jaar zijn in de Kadernota de wettelijke ontwikkelingen en de politieke ambities uit het coalitieakkoord vertaald in beleidsvoornemens en financiën. Door de financiële situatie van de gemeente was het nodig een afweging te maken tussen oud beleid en nieuw beleid. Aan u zijn toen vier scenario s voorgelegd: Scherp en schraal Scherp en fris Scherp en sociaal Scherp en fraai Gekozen is voor het scenario Scherp en fris. Het scenario is scherp, want het leidt tot een sluitende begroting vanaf Het is sober en zuinig, maar niet karig en schraal. De voorzieningen blijven volledig in stand en er komt geen lastenverhoging. Het scenario is verfrissend, want er komen nieuwe initiatieven om te zorgen dat het aantrekkelijk is voor inwoners en ondernemers om in Scherpenzeel te wonen en te werken. Het scenario is ook verfrissend, omdat de houding van de gemeente naar de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties verandert: zakelijk, professioneel en dienstverlenend. De gemeente is de betrouwbare partner die de andere partij aanspreekt op de eigen verantwoordelijkheid. Samen worden gezocht naar het beste resultaat. Met de intensiveringen in dit scenario ontstaat een krachtige gemeente met perspectief. Dit scenario is gericht op een evenwichtige groei, binnen de Scherpenzeelse maat. Samengevat zorgt dit scenario er voor dat: het vangnet voor de zwakkeren intact blijft; de veiligheid niet in het geding is; vrijwilligers en mantelzorgers worden ontzien; Scherpenzeel een prettig dorp blijft om te wonen en te werken; de lastendruk onverminderd laag blijft. Ontwikkelingen In een jaar kan er veel veranderen. In gemeenteland is en wordt voortvarend gewerkt aan de voorbereiding van de grote decentralisaties op het gebied van jeugdzorg en AWBZ. Daarnaast Kadernota

6 vraagt Wet Werken naar Vermogen veel aandacht. Lokaal is de realisatie van de ambities uit het coalitieakkoord voortvarend ter hand genomen. Opnieuw zijn op landelijk niveau forse bezuinigingen nodig om te blijven binnen de Europese regels rond het toegestane begrotingstekort. En toen viel het kabinet. Daarmee worden belangrijke wetsvoorstellen over de decentralisaties controversieel, wat de nodige onzekerheid met zich mee brengt. Ook over de financiën blijft de gewenste duidelijkheid uit. Bij het schrijven van deze kadernota ligt er weliswaar een door politieke partijen gesloten akkoord over de bezuiningsmaatregelen, maar moeten de landelijke verkiezingen en de kabinetsformatie nog plaatsvinden. Het is inmiddels wel duidelijk dat ook gemeenten opnieuw zullen meedelen in deze bezuinigingen. Alleen is nog onbekend voor hoeveel, en in welk tempo. Mogelijk dat de junicirculaire daar voor het eerst inzicht in biedt. Positiekeuze College Het College is van mening dat we voorbereid moeten zijn op de landelijke kortingen. Daarom hebben we ons opnieuw gebogen over de scenario s. Kiezen we nu voor Scherp en schraal? Of is het mogelijk om vast te houden aan Scherp en fris? Nogmaals hebben we onze ambities, onze uitgaven en inkomsten kritisch gewogen. Daarbij hebben we ook nagedacht over onze toekomstvisie nu Scherpenzeel zelfstandig blijft. Is het mogelijk om delen van beleid en uitvoering uit te besteden? Wat verliezen we dan aan regie en lokale kleur? Wij zijn van mening dat het mogelijk is om voort te gaan op de ingeslagen weg. De ambities op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur willen we overeind houden. Daarnaast moet het sociale vangnet in onze gemeente intact blijven. De burger mag bovendien rekenen op een goed voorzieningenniveau tegen zo laag mogelijke kosten. Kortom: Scenario Scherp en fris 2.0. Hierbij blijven we uitgaan van een deugdelijk financieel beleid. Structurele uitgaven worden gedekt door structurele inkomsten. Waar mogelijk zijn alle uitgaven begroot, maar in ieder geval zijn alle, ook toekomstige, kostenposten in beeld gebracht. Vorig jaar is, naast een uitbreiding, ook op onderdelen een reductie van de ambtelijke organisatie bepaald. Wij zijn van mening dat hiermee de rek er uit is. Er worden daarom geen bezuinigingen meer in de formatie voorgesteld. Verdere afslanking van het ambtenarenapparaat zal direct moeten leiden tot keuzes in de uitvoering: welke taken gaat de gemeente niet meer uitvoeren. Kadernota Deze kadernota is een voortzetting en verfijning van het beleid dat vorig jaar is ingezet. Omdat in de Kadernota reeds alle ambities in kaart zijn gebracht, treft u in de nu voorliggende kadernota geen grote verrassingen aan. Zowel beleidsinhoudelijk als financieel wordt de laatste stand van de ontwikkelingen geschetst. Een belangrijk onderdeel van de Kadernota 2013 zijn de maatregelen waarmee wij willen anticiperen op de rijksbezuinigingen. Kadernota

7 De ontwikkelingen die binnen onze invloedssfeer liggen, hebben wij kunnen opvangen binnen de financiële ruimte die er is, voortbordurend op keuzes die vorig jaar gemaakt zijn. Dit geldt echter niet voor de mogelijke kortingen die vanuit de landelijke overheid naar de gemeenten zullen worden doorvertaald. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen nodig. Als voorzet hebben wij een aantal maatregelen opgesteld. Het is goed om nu reeds het gesprek daarover aan te gaan en een principebesluit te nemen. Wanneer duidelijkheid ontstaat over de daadwerkelijke rijksbezuinigingen en de exacte gevolgen voor onze gemeente, kan definitieve besluitvorming plaatsvinden. In deel C van deze kadernota werken wij dit verder uit. Leeswijzer Deze Kadernota bestaat uit de volgende delen. A. Het eerste deel is vooral financieel van aard. Hierin is het financiële meerjarenperspectief opgenomen met een toelichting op de diverse onderdelen. Hierbij is geen rekening gehouden met de rijksbezuinigingen B. In het tweede deel is de insteek beleidsmatig. Per programma zijn de relevante beleidsontwikkelingen, de termijnkalender en de financiële ontwikkelingen terug te vinden. Bij deze financiële ontwikkelingen wordt aangegeven of er sprake is van een noodzakelijke of gewenste bijstelling. C. In dit onderdeeldeel worden de mogelijke gevolgen van de rijksbezuinigingen in beeld gebracht, met daarbij voorstellen van het College ter dekking van deze kortingen. D. Dit deel bevat een aantal aanvullende overzichten en beschrijvingen, zoals het overzicht van de Algemene reserve en de risicoparagraaf. Behandeling in de raadsvergadering van 28 juni 2012 In de raadsvergadering van 28 juni is de Kadernota vastgesteld. Tijdens deze vergadering zijn drie amendementen aangenomen. Deze amendementen zijn verwerkt in de definitieve kadernota. De wijzigingen hebben betrekking op: De indexering van de gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten in deel A. Het sportbeleid in deel B, programma 2. De kosten voor de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) in deel B, programma 9. De voorgestelde OZB-verhoging in deel C. Een efficiencytaakstelling voor de ambtelijke organisatie in deel C. Alle wijzigingen zijn zichtbaar gemaakt door markering met een *. Onder het voorstel van het College wordt het amendement toegelicht en de gevolgen voor de kadernota. In deel A en C zijn tevens de financiële gevolgen doorgerekend. De financiële overzichten zijn dus ná verwerking van de amendementen. Kadernota

8 Kadernota

9 A. MEERJARENPERSPECTIEF Kadernota

10 Kadernota

11 OVERZICHT MEERJARENPERSPECTIEF A. Saldo Programmabegroting V V V V B. Begrotingswijzigingen N N N N Structureel effect 2e Financiële rapportage N N N N Overige begrotingswijzigigen N N N N C. Algemene uitkering V V V V Effect decembercirculaire V V V V D. Loon- en prijsontwikkeling N N N N Mutatie loonkosten N N N N Mutatie materiële kosten 0 N 0 N 0 N 0 N * Opbrengst gemeentelijke belastingen en leges V V V V E. Bezuinigingen N N N N Mutatie op begroot bedrag bezuinigingen N N N N F. Nieuwe beleidsvoornemens N N N N * Categorie noodzakelijk N N N N * Categorie gewenst N N N N Categorie techniek V V V V G. Besparingen V V V V Besparingen t.o.v. Programmabegroting V V V V H. Vervangingsinvesteringen 770 V V V V Kapitaallasten vervangingsinvesteringen N N N N Kapitaallasten vervangingsinvesteringen V V V V Geraamd begrotingssaldo: A t/m H N N V V Kadernota

12 DEKKINGSVOORSTEL Uit het meerjarenperspectief blijkt een tekort in 2013 en Dit wordt vooral veroorzaakt door een aantal eenmalige uitgaven. Het college stelt voor een aantal incidentele kosten die voortvloeien uit de nieuwe beleidsvoornemens te dekken uit reserves. De reden hiervan is: Het betreft meerkosten op beleidsvoornemens die in 2012 of eerder zijn bepaald én waarvan destijds besloten is dat de kosten gedekt worden uit de Algemene reserve; Er is feitelijk sprake van investeringen die zich terugbetalen in een verbetering van het beleid, de uitvoering daarvan en de dienstverlening aan de inwoners van Scherpenzeel; Er is tijd nodig om de gevolgen van rijksmaatregelen een plaats te geven in de reguliere bedrijfsvoering Algemene reserve V V V Meerkosten Structuurvisie V Meerkosten actualisatie bestemmingsplannen V Huisvestingswet V * Herijking sportbeleid 0 V Wegenlegger V Urenuitbreiding CJG V Handhaving lopende dossiers V Frictiekosten RUD V V V Onderhoudsplannen V Revisie vrachtwagen V Saldo na dekking uit reserves V V V V Het totaal van het dekkingsvoorstel bedraagt, na verwerking van de amendementen Als resultaatbestemming bij Programmarekening wordt voorgesteld aan de Algemene reserve toe te voegen. Hiervan is bedoeld als aanvulling van de Algemene reserve, omdat in april 2012 dit bedrag vanuit de Algemene reserve is gestort in de Reserve GVVP. Na deze correctie resteert een netto-toevoeging aan de Algemene reserve van bijna Geconcludeerd kan worden dat de voorgestelde onttrekkingen van passen binnen de netto-toevoeging van Kadernota

13 TOELICHTING MEERJARENPERSPECTIEF A. Saldo Programmabegroting Het betreft hier de begrotingssaldi van de begroting voor het lopende jaar Deze saldi vormen het vertrekpunt voor het nieuwe meerjarenperspectief voor de jaren 2013 tot en met B. Begrotingswijzigingen In de 2 e Financiële rapportage 2011 is een aantal bijstellingen van budgetten opgenomen. Voor zover de mutaties een structurele doorwerking hadden, konden die niet meer in de Programmabegroting 2012 worden opgenomen. Deze posten zijn dus nog niet verwerkt in onderdeel A. en zijn daarom apart zichtbaar gemaakt. Na vaststellen van de Programmabegroting 2012 kunnen bij raadsvoorstellen begrotingswijzigingen worden vastgesteld. Het saldo van deze wijzigingen is hier eveneens opgenomen. C. Algemene uitkering Een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente is de Algemene uitkering uit het gemeentefonds. De ontwikkeling van de Algemene uitkering bepaalt voor een belangrijk deel het meerjarenperspectief. De berekening is gebaseerd op de decembercirculaire De betekenis ervan voor 2012 en volgende jaren is overigens niet groot. Er wordt geen nieuws verstrekt over toekomstige accressen. In onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de Algemene Uitkering uit de Kadernota vergeleken met de Programmabegroting Duizenden Algemene Uitkering Jaar BG KN De letters verwijzen naar de onderdelen van het meerjarenperspectief. 2 De gevolgen van de junicirculaire zijn in een separate memo toegelicht. Kadernota

14 De stijging van de Algemene uitkering ten opzichte van de Programmabegroting komt met name door het op het juiste prijspeil brengen van de Algemene uitkeringen door de loon- en prijsstijgingen te herrekenen. In de hieronder volgende tabel worden de verschillen cijfermatig toegelicht Begroting (septembercirc.) Kadernota (decembercirc.) Verschil Verschillen te verklaren uit: Uitkeringsfactor incl. verdeelreserve WOZ-waarden en overige verschillen Decentralisatie jeugdzorg Combinatiefunctie Totaal Netto-toename (excl. Combinatiefunctie o Uitkeringsfactor/verdeelreserve: Dit betreft de nominale ontwikkelingen, met name compensatie voor de loon- en prijsstijgingen. o Hoeveelheidsverschillen: Een groot deel van deze mutaties wordt veroorzaakt door wijzigingen in de maatstafgewichten en de wegingsfactoren als gevolg van beleidsmatige maatregelen. Mede als gevolg van de economische crisis zijn er minder woningen gereedgekomen in 2012 en 2013 dan oorspronkelijk werd aangenomen. Een eveneens negatief effect is terug te vinden bij de maatstaf WOZ-waarde woningen en niet woningen. Dat komt omdat oorspronkelijk is gerekend met een lagere WOZ-waarde. De uiteindelijke waardedaling is in Scherpenzeel relatief beperkt gebleven. o Decentralisatie: Dit betreft een vergoeding voor de invoeringskosten. Deze vergoeding voor de jaren 2013 en verder is nog niet bekend. o Combinatiefunctie: Iedere gemeente kan intekenen voor een bepaalde hoeveelheid fte aan combinatiefunctionarissen. De betreft functies op het gebied van jeugd en sport. Binnen Scherpenzeel wordt dit hoofdzakelijk ingezet binnen het JOS-project. Het aantal fte is teruggebracht naar de daadwerkelijke inzet voor JOS. Deze afname wordt binnen de JOS-begroting opgevangen en heeft daardoor geen gevolgen voor het meerjarenperspectief. (Overigens is een verbrede regeling voor de combinatiefunctionaris van kracht, waardoor de gemeente het aantal fte weer kan verhogen.) Kadernota

15 D. Loon- en prijsontwikkeling 2012 Personeelslasten De laatst vastgestelde CAO gemeenten dateert al weer van 1 juli De looptijd hiervan is twee jaar, van 1 juni 2009 tot 1 juni De effecten hiervan werden in de begroting 2011 verwerkt. Voor de begroting 2012 is rekening gehouden met een totale verhoging van 1,5%. Hiervoor werd uitgegaan van een loonstijging van 0,8% en een stijging van 0,7% als gevolg van pensioenpremies (bij 1% procent premiestijging komt 0,7 ten laste van de werkgever). Uit de CAO die ziet op de periode (en waarover inmiddels een akkoord is bereikt tussen werkgevers- en werknemers) vloeit een structurele loonsverhoging voort van 2%. Politieke partijen zijn een nullijn voor ambtenaren overeengekomen, maar onduidelijk is nog of dit gevolgen zal hebben voor het principeakkoord over de CAO. Het ABP heeft haar herstelopslag voor zowel voor 2012 als voor 2013 verhoogd naar 3%. Dit is een stijging van 2% waarvan 1,4% voor rekening van de werkgever komt. In de begroting 2012 is reeds rekening gehouden met een structurele verhoging van 1,5%. Dit betekent dat er voor 2013 een verhoging noodzakelijk is van 2,6% (1,2% loonsverhoging en 1,4% opslag pensioenpremie). Prijsstijgingen De voorspelling voor de inflatie in 2013 liggen tussen 1,5% en 2%. Onder andere door de economische crisis en de inzet van het inkoopbureau leiden veel aanbestedingen in de afgelopen jaren tot een voordelig resultaat. Op een aantal andere budgetten waar contracten van toepassing zijn, is een kleine opwaartse beweging te zien. De individuele budgetten zijn vanaf 2010 niet meer trendmatig verhoogd, maar is gewerkt met een algemene stelpost voor prijsstijgingen. In de begroting 2012 bedraagt deze (ongeveer 1% van de materiële kosten). Deze stelpost kan worden ingezet op die budgetten waar geen prijsvoordeel (meer) te behalen is. Zowel uit de financiële rapportages als de jaarrekening kan worden geconcludeerd dat dit vrijwel niet nodig is. Het College stelt daarom voor de gekozen gedragslijn ook in 2013 voort te zetten, zodat geen aanvullende verhoging voor materiële kosten noodzakelijk is. Budgetten waarvan reeds bekend is dat er onontkoombare kostenstijgingen van materieel belang worden verwacht, zijn specifiek genoemd in deze kadernota. Opbrengst gemeentelijke belastingen en leges In het coalitieakkoord Verfrissend besturen is afgesproken om de belastingverhoging alleen als laatste maatregel door te voeren. De verhoging is slechts die van de inflatie. Deze wordt door het CPB geraamd op ongeveer 2%. Terugkijkend op de afgelopen jaren kan worden geconcludeerd dat de stijging ieder jaar lager was dan de daadwerkelijke inflatie. De gemeente heeft steeds een zeer beperkte toename van de lokale lastendruk gekend. Dit blijkt ook uit landelijke ranglijsten. Tegelijk moet worden vastgesteld dat de gemeentelijke begroting onder druk blijft staan. Het voorzieningenniveau in de gemeente en de ambities voor de komende tijd blijven de nodige middelen vragen. Voorgesteld wordt het grootste deel van de gemeentelijke heffingen met 3,5% te laten stijgen. Naast de genoemde 2% aan inflatiecorrectie voor 2013 is hierin 1,5% als inhaalpercentage over de afgelopen jaren opgenomen. In onderstaande tabel is de onderbouwing hiervan opgenomen. Kadernota

16 Jaar Begroot Werkelijk Verschil ,25% 1,93% - 0,68% ,5% 2,38% - 0,88% ,5% 1,75% - 2,00% - 0,375% Totaal - 1,935% De voorgestelde verhoging geldt voor: Huwelijksleges; Leges omgevingsvergunning; Marktgelden; Rioolrechten, waarbij na het actualiseren van het GRP zal worden bekeken wat in hoeverre het tarief kostendekkend is; Lijkbezorgingsrechten, waarbij na het onderzoek naar het beheer en de exploitatie van de begraafplaats de hoogte van de lijkbezorgingsrechten zal worden herberekend. Toeristenbelasting; Hondenbelasting; OZB woningen en OZB niet-woningen; Gebruiksvergoedingen buitensport en verhuur van accommodaties. De verhoging wordt niet toepast op: Leges voor reisdocumenten, rijbewijzen en overige documenten voor zover hiervoor een tarief zou ontstaan dat boven het wettelijk maximum uitkomt; Afvalstoffenheffing, omdat het huidige tarief is verlaagd vanwege de hoogte van de Reserve afvalstoffenheffing; * Bij de raadsbehandeling is dit punt geamendeerd. De Raad heeft besloten de indexering vast te stellen op 2%. E. Bezuinigingen 2012 In de Programmabegroting 2012 is een aantal bezuinigingsmaatregelen opgenomen. De totale waarde hiervan voor het jaar 2015 bedraagt Door middel van een halfjaarlijkse raportage wordt de implementatie gevolgd. De eerste rapportage is inmiddels opgesteld, waaruit blijkt dat een aantal bezuinigingsvoorstellen niet (volledig) gehaald zal worden. Het financiële effect hiervan is opgenomen in het meerjarenperspectief. Progr. Bezuinigingsmaatregel 5 Natuurlijk verloop leerlingenvervoer voor 50% laten vrijvallen, restant in egalisatiereserve. Reden van afwijking Per 1 januari 2012 is de prijsindexatie CBS voor het vervoer vastgesteld op 4,4%. Op 1 januari 2012 maakten er 63 leerlingen gebruik van het leerlingenvervoer voro gemiddeld per dag. Op jaarbasis is dat terwijl er is begroot. Dit houdt in dat bezuiniging niet gehaald wordt, tenzij er leerlingen gaan uitstromen. Stand Actuele Verschil begroting raming Kadernota

17 Progr. Bezuinigingsmaatregel 9 Aanbesteding accountant 10 Bevorderen automatische incasso voor gemeentelijke belastingen. 10 Herzien BTWpercentages op kostenplaatsen Reden van afwijking De actuele inschatting van het te behalen voordeel ten opzichte van het begrote bedrag is lager. Het Programma van Eisen voor de aanbesteding wordt naar verwachting in september vastgesteld. De vorm waarin de controle en advies in dit PvE wordt beschreven, is mede van invloed op uiteindelijke prijs. Inwoners worden zoveel mogelijk gestimuleerd om voor incasso s te kiezen, bijv. bij contacten rond betalingsproblemen en door het meesturen van de incassokaartjes. Bij automatische incasso geldt een langere betalingstermijn waardoor van een rentevoordeel gen sprake is. Het verkorten van deze termijn zou juist leiden tot minder incasso s. Bij een groot gebruik van incasso s is het risico op storneringen hoog, wat juist extra handelingen met zich meebrengt. Conclusie: de uitvoeringskosten worden zo laag mogelijk gehouden, incasso wordt gestimuleerd, maar er is geen kwantitatieve besparing in te boeken. De uitkomsten van de berekening zijn bekend. Het bezuinigingsbedrag is oorspronkelijk foutief berekend en daardoor te hoog voorgesteld. Het structurele voordeel blijft op per jaar steken. De mengpercentages kunnen met terugwerkende kracht van toegepast worden, wanneer bij de Belastingdienst een bezwaarschrift wordt ingediend. Dit leidt mogelijk tot een incidentele meevaller. Stand begroting 2013: : Actuele raming 2013: : Verschil 2013: : Totaal Totaal F. Nieuwe beleidsvoornemens en bezuinigingen De nieuwe beleidsvoornemens wordt bij ieder programma toegelicht. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar categorieën. De definitie die daarbij gehanteerd is, luidt als volgt: Noodzakelijk heeft betrekking op een wettelijke verplichting, een vaststaande verplichting of een onontkoombare budgetstijging. Gewenst betreft hoofdzakelijk onderwerpen ter uitvoering van het coalitieakkoord en/of ter verbetering van de uitvoering van het beleid en de dienstverlening aan de burger. Techniek ziet op financieel-technische maatregelen die gevolgen hebben voor het begrotingssaldo. Kadernota

18 G. Besparingen Er bestaat een verschil tussen bezuinigen en besparen. Wij definiëren een bezuiniging als een beleidsmatige maatregel die financieel voordeel oplevert. Een besparing is eveneens een financieel voordeel, maar de oorzaak daarvan is niet of minder beïnvloedbaar door het beleid. Ten opzichte van de Programmabegroting 2012 zijn er de volgende besparingen. Progr. Omschrijving 1 Software omgevingsvergunning Bedrag Na aanschaf en implementatie van het nieuwe softwarepakket kan worden geconstateerd dat de eerder opgestelde raming te hoog is. De aanbesteding heeft een zeer gunstig financieel effect Aanbesteding hulpmiddelen WMO 6 Regiotaxi Op basis van de uitkomsten van de aanbesteding en de herziene bijdrage van de provincie vindt er overleg plaats in regionaal verband over de invulling van het verstrekkingenpakket, de eigen bijdrage van de gebruikers, etc. Het is vrijwel zeker dat er per saldo een besparing voor Scherpenzeel zal resteren. De exacte omvang is op dit moment niet te kwantificeren. 6 Kwijtschelding vervalt bij VraagWijzer De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is overgedragen aan de afdeling Financiën & Controlling. Kwijtscheldingsbedragen mogen met de belastingsopbrengsten worden verrekend. Ook in de tariefstelling kan hiermee rekening worden gehouden. Het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor kwijtschelding (binnen de bijzondere bijstand) kan hiermee vervallen. 8 Opbrengst parkeerboetes Jaarlijks ontvangt de gemeente via het CJIB de opbrengst van via de BOA opgelegde parkeerboetes. Vanuit de afgelopen jaren is een gemiddelde bepaald dat kan worden opgenomen in de begroting. PM Aanbesteding enveloppen Structureel aanbestedingsresultaat Aanbesteding schoonmaak Structureel aanbestedingsresultaat Loonkosten babs-en Het aantal huwelijken is de laatste jaren gedaald. De opbrengst voor huwelijksleges was hieraan reeds aangepast. Ook de raming voor de vergoedingen aan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden verlaagd. Kosten en opbrengsten hebben hier een direct verband. Totaal H. Vervangingsinvesteringen Voor de vervangingsinvesteringen verwijzen wij naar Onderdeel D.3B Kadernota

19 B. ONTWIKKELINGEN PER PROGRAMMA Kadernota

20 Kadernota

21 PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: P. van Boxtel 1.1 Missie De gemeente draagt zorg voor een deugdelijke ruimtelijke inrichting van het grondgebied. Het beschikbaar krijgen en houden van voldoende woningen, die voldoen aan duurzaamheid, wooncomfort en veiligheidseisen, staat daarbij centraal. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende doelgroepen en hun woonwensen. Monumentaal erfgoed en archeologiebeleid maken essentieel onderdeel uit van de ruimtelijke ordening. 1.2 Ontwikkelingen Het programma Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening valt uiteen in de volgende delen: A. Bouw (incl. monumenten) B. Ruimtelijke Ordening C. Volkshuisvesting en woonruimteverdeling 1.2 A Bouw Wettelijke ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Om de kwaliteit en efficiency van producten en diensten bij gemeenten op de gebieden Milieu en Bouwen en Handhaving te vergroten worden RUD s in het leven geroepen. Per 1 januari 2013 moeten deze diensten in bedrijf zijn. De RUD de Vallei gaat in elk geval voor Scherpenzeel de milieutaken op zich nemen. Daarnaast kan de RUD ook andere Wabo-taken voor Scherpenzeel verrichten. De wijze waarop dit vorm moet krijgen wordt in 2012 verder uitgewerkt. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente in de eigen te ontwikkelen front-office diverse kleinere (flits)vergunningen zelf af wil blijven geven. Bij meer gecompliceerde aanvragen komt de RUD in beeld als adviesorgaan. Overige ontwikkelingen Bestaande bouw Bij de bestaande bouw bepalen de eigenaren grotendeels zelf wat er met hun woning gebeurt. De gemeente komt alleen in beeld bij een tweetal situaties: aanvragen voor een omgevingsvergunning en zeer ernstige verwaarlozing van het onderhoud van gebouwen, waardoor gevaar voor de omgeving of eigenaar ontstaat. Aanvragen voor een omgevingsvergunning worden getoetst op een drietal elementen: Het bestemmingsplan, het Bouwbesluit en redelijke eisen van welstand. Als de aanvraag binnen de kaders valt, wordt de vergunning verleend. De bestemmingsplannen voor de verschillende gebieden van de gemeente zijn door de raad vastgesteld en wordt één keer in de tien jaar herzien. Voor 1 juli 2013 zullen alle bestemmingsplannen herzien zijn en voldoen aan de wettelijke criteria. Het Bouwbesluit maakt deel Kadernota

22 uit van de landelijke regelgeving. Het Welstandsbeleid is vastgelegd in de door de raad vastgestelde welstandsnota van Hierin is tevens het reclamebeleid meegenomen. Nieuwbouw In de structuurvisie 2001 is aangegeven waar ruimte is voor nieuwbouw. Een groot deel van deze gebieden is in bezit van projectontwikkelaars. Dit betekent dat met deze ontwikkelaars onderhandelingen plaatsvinden over de meest gewenste invulling van het gebied en het kostenverhaal. Aan de volgende projecten wordt gewerkt of zijn in ontwikkeling: - Plan Renes: Het bestemmingsplan voor deze locatie is in november 2009 vastgesteld. In 2011 is gestart met de verkoop van woningen en het bouw- en woonrijp maken van de grond. Met de bouw van de kerk in het plan is een aanvang gemaakt, de verwachting is dat deze medio 2012 gereed zal zijn. Ook zal in 2012 vergunning worden verleend voor het appartementengebouw. In 2013 kan dan realisatie plaatsvinden. - Plan Zuid: In 2009 is een actieve start gemaakt met de planontwikkeling voor Plan Zuid. In oktober 2010 heeft de gemeenteraad de kaders én ontwikkelingsstrategie voor de uitwerking van het woningbouwplan vastgesteld. Het College stelt voor de uitvoering van het plan (in tegenstelling tot eerdere voorstellen) zelf ter hand te nemen, ondersteund door een bureau met voldoende expertise. Hiermee wordt als eerste doel bereikt dat de verwachte winsten voor de gemeente hoger zijn. Door het opknippen van het plan in kleinere eenheden is het daarnaast mogelijk bij de realisatie regionale bouwbedrijven een reële kans te geven. Naar verwachting kan in 2013 de eerste nieuwbouw in het plangebied worden gerealiseerd. Financieel kan pas van boekwinst sprake zijn wanneer door de verkopen de boekwaarde van de grond onder de marktwaarde van de grond is gekozen. Wel heeft de gemeente een rentevoordeel door de kasstromen die ontstaan. - Plan Weijdelaer: In 2009 is een gestart met de planvorming over de locatie rond Huis in de Wei en de vestiging van verpleeghuiszorg, woningbouw en winkelvoorzieningen. De verwachting is dat de bestemmingsplanprocedure in 2012 kan worden opgestart, waarna in 2013/2014 met de realisatie van Plan Weijdelaer gestart kan worden. - Gasfabriekterrein: Met de sanering zal naar verwachting in 2012 worden gestart. Gelijktijdig met de sanering zal in samenwerking met Woonstede de invulling van het gebied plaatsvinden met (sociale) huurwoningen. De bestemmingsplanprocedure voor de vervangende nieuwbouw wordt naar verwachting medio 2012 worden opgestart. Aansluitend aan de sanering en bestemmingsplanprocedure wordt gestart met de bouw. De sanering en nieuwbouw zal in twee fases worden uitgevoerd in verband met het zo weinig mogelijk uitplaatsen van bewoners. In 2013 zal eea gerealiseerd gaan worden. - Herontwikkeling Lindenlaan-Beukenlaan: In overleg met Woonstede wordt een plan voor dit gebied opgesteld. In 2006 zijn voor het gebied uitgangspunten vastgesteld. Het te ontwikkelen gebied is kleiner zijn dan in de uitgangspunten staat aangegeven, waardoor enige aanpassing noodzakelijk is. De verwachting is dat de bestemmingsplanprocedure in 2012 wordt opgestart en haar afronding plaats zal vinden in Locatie Akkerwindelaan: Voor de locatie Akkerwindelaan is een ruimtelijke visie opgesteld. Deze zal in 2012 worden vastgesteld. Van belang hierbij is dat een locatiekeuze wordt gemaakt voor de te bouwen school. Zodra deze locatie is bepaald, wordt een start Kadernota

23 om de realisatie van de school mogelijk te maken. De geplande woningbouw zal geïntegreerd worden meegenomen in de ontwikkeling Plan Zuid, vanwege de ruimtelijke en economische verbanden. - Vlieterweg 11: In 2010 is een particulier initiatief ontvangen voor de ontwikkeling van 8 geschakelde woon-/zorgwoningen met bijbehorende dagbesteding. In 2010 is gestart met de ruimtelijke procedure, deze procedure wordt in 2012 voortgezet. Realisatie zal waarschijnlijk in 2013 plaatsvinden. - Prinsenlaan (oude kerkgebouw): Op initiatief van de kerk is door een ontwikkelaar een eerste aanzet gedaan voor een plan voor een dertigtal starterswoningen op deze locatie. De mogelijkheid er van wordt in 2012 getoetst, waarna bij vaststelling van haalbaarheid en wenselijkheid een start zal worden gemaakt met de ruimtelijke procedure. Realisatie vindt naar verwacht begin 2013 plaats. - Vrijkomende schoollocaties: Met het oog op de nieuwe schoollocatie binnen Plan Akkerwindelaan zullen twee bestaande schoollocaties (Bruinhorst en de Maatjes) vrijkomen. Onderzocht wordt in 2012 welke invulling kan worden gegeven aan deze locaties. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken worden alle realistische mogelijkheden op een rij gezet. - Diverse overige ontwikkelingen: Dat betreffen deels bestaande (zachte) plannen die nog geen plaats hebben gekregen in het Jaarplan Deze plannen zullen in 2012 en 2013 samen met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen opgepakt dienen te worden. De hiermee samenhangende kosten worden uit de projecten gefinancierd. 1.2 B Ruimtelijke ordening Nieuwe beleidsvoornemens Actualisatie bestemmingsplannen Zoals gesteld moeten uiterlijk 1 juli 2013 alle bestemmingsplannen actueel zijn, dat wil zeggen niet ouder dan 10 jaar. Deze eis bestaat al langer, maar was nooit gesanctioneerd. Sinds de inwerkingtreding van de Wro is echter in de wet opgenomen dat in plangebieden met een bestemmingsplan ouder dan tien jaar geen leges (voor bouwprojecten) mogen worden geïnd. In het kader daarvan loopt het project Actualisatie bestemmingsplannen binnen onze gemeente. Doelstelling is op 1 juli 2013 geen vigerende bestemmingsplannen te hebben ouder dan tien jaar. In eerste instantie is bekeken of het mogelijk is voor de gehele kern één bestemmingsplan te maken. Gelet op de grote hoeveelheid bestaande plannen, de tijdsdruk, de menselijke maat en de noodzaak van tijdige actualisatie wordt daarvoor echter niet gekozen. Voor een groot deel van de kern zijn de bestemmingsplannen nog niet aan vervanging toe. Voor de gebieden die wel aan vervanging toe zijn worden drie nieuwe bestemmingsplannen ontwikkeld. Naar verwachting zal het Bestemmingsplan Noord- en Zuidwest begin 2013 worden vastgesteld en de actualisatie van bestemmingsplan Centrum en de bedrijventerreinen eind tweede kwartaal van De meerkosten van deze werkwijze bedragen Het gehele project Actualisatie bestemmingsplannen wordt gedekt uit de Algemene reserve. Daarom wordt voorgesteld ook de meerskosten aan deze reserve te onttrekken. Kadernota

24 Structuurvisie Scherpenzeel Aangezien de bestaande structuurvisie zag op een periode tot 2010 is er een noodzaak voor een nieuwe structuurvisie. De vraag naar een geactualiseerde structuurvisie is nog prangender gelet op de ontwikkelingen aan de zuidrand van Scherpenzeel (Plan Zuid en Akkerwindelaan. Om te zorgen voor een goede integrale ruimtelijke visie en om mee te gaan met wettelijke ontwikkelingen gericht op grondexploitatie wordt in 2012 een start gemaakt met ontwikkeling van een nieuwe structuurvisie, in eerste instantie voor alleen zuidelijk Scherpenzeel (2012), vervolgens voor de kern en Scherpenzeel noord (2013). De meerkosten vanwege deze splitsing bedragen naar verwachting ongeveer Omdat de totale kosten voor de structuurvisie uit de Algemene reserve bekostigd worden (zoals besloten is bij de Kadernota ), wordt voorgesteld om dit ook toe te passen op de genoemde meerkosten. Vanuit de Wro zijn gemeenten verplicht om voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. Het is een verplichting zonder sancties. Echter, de gemeente moet wel over een structuurvisie beschikken om andere instrumenten uit de Wro in te kunnen zetten, zoals het verevenen van bovenplanse kosten en het verhalen van kosten. De gemeente beschikt over een structuurvisie die in 2001 is vastgesteld, maar deze is niet voorzien van een financiële paragraaf waardoor bovenplanse kosten niet verhaald kunnen worden. In 2012 dient de structuurvisie herzien te worden. Tevens is een actuele Structuurvisie nodig als inbreng in de regionale visie binnen Regio Food Valley. Bestemmingsplan Buitengebied In 2012 wordt de correctieve herziening van bestemmingsplan Buitengebied vrij gegeven voor de inspraak. Hiermee wordt voldaan aan de verplichtingen/terminologie uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wabo. In 2013 zal het nieuwe bestemmingsplan kunnen worden vastgesteld door de gemeenteraad. Overige ontwikkelingen Regio FoodValley Binnen de regio is een start gemaakt met het opstellen van een regionale gebiedsvisie. Doel is een gedragen gebiedsvisie Regio FoodValley: 1. die integraal deel uitmaakt dan wel de input vormt van de regioparagraaf Regio FoodValley in de nieuwe provinciale structuurvisie; 2. dat reageert of aanvullingen bevat op en uitspraken doet over de hoofdlijnen van de provinciale hoofdstructuur, voor zover deze de regio rechtstreeks aangaan; 3. dat gericht is op ontwikkeling, oplossing en uitvoering, selectief is en (urgente) projecten bevat, waar vanuit het regiobestuur prioriteit aan gegeven wordt. Provinciale Structuurvisie De provincie Gelderland is in 2012 gestart met het opstellen van een provinciale structuurvisie. Hierin wordt inbreng gevraagd van de verschillende gemeenten, dus ook van Scherpenzeel. Kadernota

25 1.2 C Volkshuisvesting en woonruimteverdeling Wettelijke ontwikkelingen Huisvestingswet Sinds december 2009 is de nieuwe Huisvestingswet in behandeling bij de Tweede Kamer. Uitgangspunt van de Huisvestingswet is vrijheid van vestiging voor de burger c.q. woningzoekende. De wet biedt gemeenten een instrumentarium om te sturen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Dit om onevenwichtige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte te bestrijden. De wet wordt naar verwachting in 2012 vastgesteld. Om goed uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe Huisvestingswet is een gemeentelijke visie op de woningmarkt noodzakelijk. In 2012 zullen wij een woonvisie ter vaststelling aan uw raad aanbieden. In deze woonvisie zullen wij ons beleid ten aanzien van de lokale woningmarkt formuleren en, daaraan gekoppeld, ook een nieuwe huisvestingsverordening aan uw raad voorleggen. Omdat de capaciteit en expertise ontbreekt om de Huisvestingswet concreet door te vertalen naar het lokale beleid, stellen wij voor een eenmalig budget voor ondersteuning beschikbaar te stellen, ter grootte van , en dit bedrag te onttrekken uit de Algemene reserve. Nieuwe beleidsvoornemens Woonvisie Zoals hierboven gemeld zullen wij in 2012 een Woonvisie ter vaststelling aan uw raad aanbieden. Nieuwbouw Ter uitwerking van het Kwalitatief Woonprogramma (deel 3) van de provincie Gelderland dat is afgestemd in Regio Food Valley heeft de gemeente het voornemen om in de periode woningen (netto) te realiseren. Prestatieafspraken In december 2011 hebben wij met Woonstede, Patrimonium Woonstichting en Vallei Wonen prestatieafspraken afgesloten, voor de periode 2012 t/m Deze afspraken worden jaarlijks geëvalueerd. Kadernota

26 1.3 Termijnkalender Opstellen Structuurvisie Opstellen Woonvisie Actualiseren diverse bestemmingsplannen Inspraak bestemmingsplan Buitengebied Start procedure diverse projecten Vaststellen Structuurvisie Herzien welstandsnota Afronden project actualiseren bestemmingsplannen Vaststelling Bestemmingsplan Buitengebied Start realisatie na vergunningverlening diverse projecten Vernieuwen Huisvestingsverordening 1.4 Financiële gevolgen van genoemde ontwikkelingen Pr. Omschrijving B Meerkosten structuurvisie a.g.v. splitsing Zuid Noodzakelijk Kern/Noord 1.2B Bestemmingsplannen, splitsing meerdere plannen Noodzakelijk C Huisvestingswet, stelpost Noodzakelijk C Uitvoeringsmaatregelen woonvisie Gewenst PM PM PM PM TOTAAL Voorgestelde dekking 1.2B Meerkosten structuurvisie a.g.v. splitsing Zuid Alg. reserve Kern/Noord 1.2B Bestemmingsplannen, splitsing meerdere plannen Alg. reserve C Huisvestingswet, stelpost Alg. reserve Totaal dekking Kadernota

27 PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: P. van Boxtel 2.1 Missie Een goede kwaliteit van de openbare ruimte draagt bij aan de (verkeers)veiligheid en het welzijn van de inwoners. Ook een goed sportbeleid en geschikte sportvoorzieningen bevorderen het welzijn van de burgers. De gemeente Scherpenzeel draagt daarom zorg voor een deugdelijke inrichting en beheer van de openbare ruimte. Hierbij wordt gestreefd naar doelmatigheid, gekoppeld aan de behoeften van de inwoners. De gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte zijn belangrijke kapitaalgoederen die op een verantwoorde wijze onderhouden worden, om kapitaalvernietiging en (grote) investeringen in de toekomst te voorkomen. 2.2 Ontwikkelingen Het programma Beheer openbare ruimte en sport valt uiteen in de volgende delen: A. Wegen B. Water en riolering C. Groenvoorziening en speelplaatsen D. Sport en sportterreinen E. Verkeer en vervoer 2.2 A Wegen Nieuwe beleidsvoornemens Onderhoud wegen (klein en groot onderhoud) In 2011 zijn de wegen visueel geïnspecteerd, op basis hiervan is in het derde kwartaal van 2011 een rapportage worden opgesteld waarmee het benodigde budget voor beheer en onderhoud van de wegen worden bepaald. Uit deze rapportage en aanvullende berekeningen blijkt dat het jaarlijks benodigde budget voor klein en groot onderhoud ca is. Op dit moment is de hoogte van het jaarlijkse budget , dat in de periode tot 2014 zal dit doorgroeien tot Bij de Kadernota is een taakstellende korting van op het jaarlijkse onderhoudsbudget vastgesteld. Deze verlaging houdt het College, gezien de huidige marktomstandigheden, in stand. Hierdoor is op jaarbasis een groei van nodig ( / / ). Vervanging (reconstructie en herinrichting ) In het verleden heeft gemeente Scherpenzeel voor de vervangingswerkzaamheden altijd gekozen voor het beschikbaar stellen van een krediet per project. Het College heeft in 2011 besloten om voor de jaren 2012 tot en met 2014 jaarlijks toe te voegen aan de egalisatiereserve onderhoud wegen. Dit heeft zij gedaan om zo structureel een financiële reservering te doen voor vervangingswerkzaamheden. Het uitgangspunt is dat vervangingswerkzaamheden zoveel mogelijk worden gekoppeld aan de uitvoering van het GRP, waardoor de uitvoeringskosten beperkt zijn. Uit de voornoemde Kadernota

28 rapportage en de aanvullende berekeningen blijkt dat het jaarlijks benodigde budget voor vervanging ca is (zonder GRP-combinatie zou dit bedrag ca zijn). Op dit moment is de hoogte van het jaarlijkse budget en dit geldt tot het jaar Hoewel het College vanuit een solide financieel beleid graag de toevoeging structureel zou maken en op het juiste niveau zou brengen, ontbreekt hiervoor voorlopig de financiële ruimte. Dit houdt in dat voor reconstructies en herinrichtingen van wegen per project dekking moet worden gezocht. Overige ontwikkelingen Structureel geld reserveren voor werkvoorbereider Bij de Kadernota is tot en met medio juni budget beschikbaar gesteld voor personele ondersteuning op het gebied van werkvoorbereiding. Gelet op de hoeveelheid werk die er in Scherpenzeel is en voorlopig blijft t.a.v. wegbeheer en verkeer, is structureel personele ondersteuning gewenst. Uit onderzoek is gebleken dat voor een goede invulling op het vakgebied van verkeer en wegen in totaal 1,8 fte benodigd is en er op dit moment 1,0 fte invulling is. Voorgesteld wordt om vanaf 2013 een aanvullend budget beschikbaar te stellen, zodat structureel 0,5 fte beschikbaar komt voor werkvoorbereiding op het gebied van verkeer en wegen. Hiermee wordt blijvend beleidscapaciteit vrijgespeeld voor de civiele kant van de lopende RO-projecten. De structurele kosten, bedragen Onverhaalbare schades aan de wegverhardingen Er wordt geconstateerd dat de openbare ruimte in toenemende mate te lijden heeft onder het aanwezige verkeer. Met name vrachtverkeer, landbouwverkeer en bouwverkeer wordt jaarlijks intensiever, maar ook groter in omvang en gewicht. De openbare ruimte is daar niet altijd op berekend. Dit leidt vervolgens tot schades die vaak niet gemeld worden door de veroorzakers, zodat de gemeente opdraait voor de herstelkosten. Dit zorgt voor aanzienlijk hogere kosten dan alleen de beheerkosten. De schatting is dat de schades jaarlijks tot bedragen. Gelet op het feit dat deze kosten niet te begroten zijn, zijn de meerkosten vooralsnog niet opgenomen in de kadernota. Openbare Verlichting Gelet op de weinige investeringen die gedaan zijn voor 2009 is de structurele toevoeging van aan de reserve teruggebracht tot De afgelopen jaren is er meer geïnvesteerd in de lichtmasten en daarnaast moeten de komende jaren veel lichtmasten vervangen worden in het centrum. Op dit moment zijn er ca lichtmasten met een maximale levensduur van ca. 60 jaar. De vervangingskosten van een lichtmast zijn ca Daarom wordt voorgesteld om de structurele toevoeging aan de reserve op per jaar te stellen, zodat 1 keer per 60 jaar de lichtmasten vervangen kunnen worden. Hoewel het College vanuit een solide financieel beleid graag de toevoeging structureel zou maken en op het juiste niveau zou brengen, ontbreekt hiervoor voorlopig de financiële ruimte. Dit houdt dan in dat voor vervanging incidenteel dekking moet worden gezocht. Kadernota

29 2.2 B Water en Riolering Wettelijke ontwikkelingen Waterwet In december 2009 is de nieuwe Waterwet in werking getreden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlakte- en grondwater en verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Via het Platform Water Vallei en Eem wordt invulling gegeven aan de regionale uitwerking van samenwerken zoals bedoeld in de Waterwet. Het platform omvat alle gemeenten binnen het beheersgebied van het Waterschap Vallei en Eem, de provincies Gelderland en Utrecht en het Waterschap Vallei en Eem. Het doel van het platform is een betere afstemming te realiseren tussen partijen in beleid en uitvoering en de uitwisseling van kennis en ervaring. Samenwerking tussen gemeenten en waterschap is de nieuwe manier van werken binnen de (afval)waterketen. Om het waterbeheer in Nederland rationeler en doelmatiger te maken heeft het kabinet in december 2009 een uitwerkingstraject Doelmatig Waterbeheer geïnitieerd. Mede op grond van deze wettelijke ontwikkelingen gaat de gemeente verder met het concretiseren van de samenwerking met het waterschap en de gemeenten in het beheersgebied van het Waterschap Vallei en Eem 3. Nieuwe beleidsvoornemens Afstemming GRP en Waterwet Het huidige gemeentelijke rioleringsplan (GRP) is zo optimaal mogelijk afgestemd op het Waterplan Scherpenzeel In wordt de uitvoering van dit GRP geëvalueerd en een verbreed GRP in de vorm van een Afvalwaterplan (AWP) voor de periode opgesteld. Dit AWP betreft een gezamenlijk afvalwaterplan voor de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg en het Waterschap Vallei en Eem in het kader van samenwerking binnen de zuiveringskring Woudenberg. Planning is dit AWP vast te stellen eind Waterstructuurplan Het Waterplan Scherpenzeel ( ) omvat onder meer het Schoonwatertracé kern Scherpenzeel. Vanwege de urgentie om grondwateroverlast in de Oranjebuurt (Prinses Margrietlaan e.o.) te verminderen, is met de realisatie van het noordelijke schoonwatertracé inmiddels begonnen. Gelet op grondwateroverlast in het zuidelijk deel van Scherpenzeel, de te verbeteren waterkwaliteit rondom Huize Scherpenzeel en de diverse ruimtelijke ontwikkelingen in het zuidelijk deel van Scherpenzeel (ten zuiden van de Koepellaan en de Akkerwindelaan) is het nodig om de waterhuishouding vanuit een breed perspectief te benaderen. In 2012 wordt een integraal Waterstructuurplan Scherpenzeel Zuid opgesteld. 3 Begin 2012 zijn de waterschappen Vallei & Eem en Veluwe op ambtelijk niveau gefuseerd met als doel de geplande bestuurlijke fusie per 1 januari 2013 rond te hebben. De fusie is ingezet om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen, de (personele) kwetsbaarheid te verminderen en om efficiënter te kunnen werken. Kadernota

30 Overige ontwikkelingen Uitvoeren GRP In het huidige GRP is grotendeels vastgelegd hoe de gemeente invulling geeft aan de nieuwe wettelijke zorgplicht ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Met het invullen en concretiseren van de zorgplicht: - wordt de volksgezondheid beschermd; - blijft het water en de bodem schoon; - houden we droge voeten. Samenwerking In december 2010 zijn de gemeente Scherpenzeel, de gemeente Woudenberg en het Waterschap Vallei en Eem officieel akkoord gegaan met de samenwerking in de (afval)waterketen: Zuiveringskring Woudenberg. De samenwerking binnen de Zuiveringskring Woudenberg geeft een concrete invulling aan de afspraken die in het Bestuursakkoord Water eerder dit jaar zijn vastgelegd. Op 24 november 2011 is een, Samenwerkingsovereenkomst Zuiveringskring Woudenberg, getekend door alle drie partijen. In deze samenwerkingsovereenkomst zijn ondermeer de organisatie en de kostenverdeling voor samenwerking op het gebied van de (afval)waterketen vastgesteld. Het doel is door middel van deze samenwerking tot een effectieve (namelijk de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen en de (personele) kwetsbaarheid te verminderen) en efficiënte uitvoering van water- en rioleringsvraagstukken te komen. Op 24 november 2011 is ook een Samenwerkingsovereenkomst gezamenlijk beheer grondwatermeetnet getekend door 14 gemeenten in de regio en het Waterschap Vallei &Eem. Dit betreft onder andere het oprichten en beheren van een grondwatermeetnet om het continu meten en monitoren van grondwaterstanden in het stedelijke gebied van Scherpenzeel. 2.2 C Groenvoorziening en speelplaatsen Wettelijke ontwikkelingen Speelplaatsen De gemeente Scherpenzeel dient als beheerder van speelplaatsen een beheerplan te hebben om ervoor te zorgen dat kattenvervuiling geen schadelijke gevolgen heeft voor spelende kinderen. De gemeente Scherpenzeel heeft in totaal dertien zandbakken. Deze bakken dienen voorzien te worden van schoon zand en afgedekt te worden met netten om te voorkomen dat katten hun behoefte doen in de zandbakken. De ondergronden van de speelplaatsen bestaan grotendeels uit vloerenzand. Dit heeft veel beheermatige voordelen. Tevens levert het een maximale valdemping op waardoor de kans op letsel bij vallen minimaal is. De uitwerpselen van katten vormen wel een gezondheidsprobleem. Om periodiek de toplaag van de ondergronden in een driejarige cyclus (ca. 120 ton per jaar) te vervangen en jaarlijks alle zandbakken te verschonen dient het budget voor het beheer van de speelplaatsen structureel met verhoogd te worden. Kadernota