Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

Transcriptie

1 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting December 2013

2 Colofon uitgave Onderzoek Interne Bedrijven Gemeente Utrecht Postbus CE Utrecht in opdracht van Bart Andriessen Wijken Gemeente Utrecht internet rapportage Veronique Linssen informatie Veronique Linssen/Martine van Engen / bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Onderzoek, gemeente Utrecht December 2013

3 Samenvatting Voor u ligt de rapportage van de tweemeting Evaluatie wijkgericht werken. De tweemeting heeft plaatsgevonden in het najaar van 2013, precies twee jaar na de nulmeting. Aanleiding voor de nulmeting destijds was de in mei 2011 door het Utrechts college vastgestelde notitie 'Uitgangspunten voor versterking van het wijkgericht werken in Utrecht'. In deze notitie werd richting gegeven aan de voorgenomen versterking van het wijkgericht werken. De vorderingen en effecten van het wijkgericht werken zijn door middel van een nulmeting (uitgangssituatie 2011) en een tweemeting (situatie 2013) geëvalueerd. Voor beide metingen is gebruik gemaakt van dezelfde combinatie van onderzoeksmethoden: diepte-interviews met sleutelfiguren, het Bewonerspanel, een internetenquête onder organisaties en professionals in de wijk (externe partijen) en een internetenquête onder gemeentelijke medewerkers. In deze samenvatting vindt u de meest in het oog springende resultaten. Bewoners over contacten met de gemeente Minder deelnemers Bewonerspanel leggen gemeente vragen, ideeën of problemen voor Vier op de tien bewoners van het Bewonerspanel heeft wel eens contact gezocht met de gemeente voor vragen, ideeën of problemen in de eigen straat, buurt of wijk. Dat is minder dan twee jaar geleden, toen bijna de helft (47%) van de bewoners contact opnam met de gemeente. Net als bij de nulmeting is de gemeentelijke website het meest populaire medium om contact op te nemen met de gemeente. Het algemene telefoonnummer van de gemeente staat op de tweede plaats, maar wordt minder ingezet dan twee jaar geleden. De tevredenheid van bewoners over de afhandeling van hun vraag, idee of probleem is niet significant veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Ruim vier op de tien (43%) bewoners die contact hebben opgenomen met de gemeente is (zeer) tevreden over de afhandeling hiervan. Bijna een derde (32%) is ontevreden. De belangrijkste redenen voor ontevredenheid zijn dat de gemeente na een eerste registratie van de klacht of vraag geen vervolgreactie meer geeft, niet goed luistert, geen (of onvoldoende) oplossing biedt en vooral traag is in communicatie en acties. Kennis bewoners over bestaan wijkbureau/wijkservicecentrum vrijwel onveranderd Acht op de tien bewoners van het Bewonerspanel zegt te weten dat er een wijkbureau of wijkservicecentrum in hun wijk aanwezig is. Vier op de tien van hen heeft hiermee wel eens contact gehad. Dat is minder dan twee jaar geleden, toen de helft van de bewoners wel eens contact had met het wijkbureau of wijkservicecentrum. Net als in 2011 ging het in 2013 meestal om een melding over onderhoud, overlast, veiligheid of verkeer, over ideeën of plannen voor de eigen straat/buurt of over het leefbaarheidsbudget. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 3

4 Externe partijen over contacten met de gemeente Externe partijen hebben meeste contact met wijkbureaus, overwegend naar tevredenheid Wanneer organisaties en professionals contact hebben met de gemeente, is dit meestal met een wijkbureau (94% heeft wel eens contact met een wijkbureau). Dit is onveranderd ten opzichte van Daarnaast heeft een groot deel van de externe partijen wel eens contact met Stadswerken (65%), Vergunningen, Toezicht en Handhaving (60%) en Maatschappelijke Ontwikkeling (47%). De tevredenheid van externe partijen over het wijkbureau is stabiel gebleven. Ruim driekwart is hier (zeer) tevreden over. Houding gemeentelijke medewerkers ten opzichte van wijkgericht werken Toegenomen aantal medewerkers vindt dat gemeente klaar is voor wijkgericht werken Net als in 2011 voelen bijna negen van de tien gemeentelijke medewerkers die de enquête hebben ingevuld zich betrokken bij het wijkgericht werken. Hierbinnen is er echter een verschuiving te zien van zeer betrokken (van 61% naar 49%) naar enigszins betrokken (van 27% naar 38%). Een grote meerderheid van 80% van de medewerkers vindt dat de gemeente Utrecht wijkgericht werken hoog in het vaandel heeft staan. Twee derde heeft het idee dat binnen de eigen afdeling voldoende draagvlak bestaat voor wijkgericht werken. Ruim een vijfde is van mening dat de gemeente klaar is voor het wijkgericht werken, wat een toename is ten opzichte van de nulmeting, toen 13% vond dat de gemeente er klaar voor was. Over de ruimte (financiën, menskracht) waarover afdelingen beschikken om wijkvraagstukken en initiatieven snel op te pakken zijn de meningen verdeeld. Bijna een derde zegt over voldoende ruimte te beschikken (in 2011 een kwart) en volgens nog geen 40% is deze ruimte ontoereikend (in %). Hoewel de verschillen niet significant zijn is er een indicatie dat de mening van medewerkers over de financiële en personele ruimte zich positief ontwikkeld heeft ten opzichte van De acht kernbegrippen en van wijkgericht werken Schaalscores voor v acht kernbegrippen van wijkgericht werken Binnen wijkgericht werken worden acht kernbegrippen onderscheiden; gebiedsgericht werken, vraaggericht werken, vakoverstijgend werken, het wijkbureau/de wijkregisseur, openheid en transparantie, participatie, samenwerking en zichtbaarheid. Voor elk van deze kernbegrippen hebben we, op basis van stellingen die aan externe partijen en gemeentelijke medewerkers zijn voorgelegd, één samenvattende schaalscore berekend, waarop minimaal één en maximaal tien kon worden gescoord. 4 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

5 - De in deze rapportage gepresenteerde schaalscores mogen uitdrukkelijk niet gelezen worden als rapportcijfers. De schaalscores zijn voornamelijk bedoeld om later, bij de herhalingsmeting, te kunnen bezien of vooruitgang is geboekt. Daarnaast laten de scores zien welke onderdelen van het wijkgericht werken er (op dit moment) beter voor staan dan andere. - Omdat de stellingen waarop de schaalscores gebaseerd zijn voor gemeentelijke medewerkers en externe partijen niet geheel overeenkomen, zijn de scores voor deze twee groepen onderling niet geheel vergelijkbaar. Om een samenvattend totaalbeeld te kunnen geven, hebben we de scores in onderstaande figuur ter indicatie toch naast elkaar gezet. - Een nadere toelichting op de schaalscores en (de beperkingen van) het gebruik hiervan vindt u in de bijlage. Bijna een derde van de bewoners voelt zich serieus genomen door de gemeente Aan de deelnemers van het Bewonerspanel zijn enkele stellingen voorgelegd over vraaggericht werken, openheid en transparantie, participatie en zichtbaarheid. Ten opzichte van de nulmeting is de mening van bewoners over deze vier kernbegrippen in grote lijnen gelijk gebleven. Enkele negatieve ontwikkelingen zijn te zien in de informatievoorziening (openheid en transparantie) en het betrekken van bewoners (participatie). In 2013 vindt een toegenomen aantal bewoners dat de gemeente hen te weinig informeert over ontwikkelingen in hun wijk. Daarnaast vinden meer bewoners dat de gemeente zich te weinig inzet om hen te betrekken bij ontwikkelingen in de wijk. In de tweemeting zijn twee extra participatiestellingen opgenomen. Positief is dat maar liefst tweederde van de bewoners het goed vindt dat burgers steeds vaker het initiatief nemen om problemen in de buurt op te lossen. Toch is maar 20% van mening dat de gemeente hier een actieve rol in speelt en actief bewonersinitiatieven stimuleert. Tabel 0.1 Wijkgericht werken - oordeel Bewonerspanel, n=1.895 (2011) en (2013) (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) eens oneens eens oneens - Ik vind dat de gemeente vragen, ideeën en problemen van bewoners serieus neemt 32% 21% 31% 20% - Ik vind dat de gemeente snel reageert op vragen, ideeën en problemen van bewoners 13% 26% 13% 24% - Ik vind dat de gemeente mij te weinig informeert over ontwikkelingen in mijn wijk 19% 56% 26%* 49%* - Ik heb het idee dat de gemeente de mening van bewoners belangrijk vindt 51% 19% 49% 21% - Ik vind dat de gemeente zich te weinig inzet om bewoners te betrekken bij ontwikkelingen in hun wijk 20% 41% 23%* 37%* - Ik vind dat de gemeente te weinig gebruik maakt van digitale middelen om bewoners te betrekken 33% 32% 31% 32% - Ik vind dat de gemeente actief bewonersinitiatieven stimuleert 20% 19% - Ik vind het goed dat burgers steeds vaker het initiatief nemen om problemen in de buurt op te lossen 68% 7% - Ik heb het idee dat de gemeente werkt aan de belangrijkste problemen in mijn wijk 38% 19% 36% 18% * significant verschillend ten opzichte van 2011 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 5

6 Bij externe partijen scoort wijkbureau/wijkregisseur het hoogst Ten opzichte van de nulmeting laten de schaalscores bij de externe partijen geen significante verschillen zien. Net als in 2011 krijgt het kernbegrip wijkbureau/de wijkregisseur de hoogste schaalscore bij de externe partijen en vakoverstijgend de laagste. Figuur 0.1 Schaalscores op de acht kernbegrippen van wijkgericht werken extern 2011 versus 2013 Externe partijen ,0 6,0 5,0 4,0 5,1 5,2 5,4 5,3 4,4 4,5 6,4 6,3 5,1 5,1 5,4 5,4 5,7 5,8 5,6 5,8 Gebiedsgericht werken Vraaggericht werken Vakoverstijgend werken Wijkbureau/ wijkmanager Openheid en transparantie Participatie Samenwerking Zichtbaarheid Vakoverstijgend en participatie scoren hoger dan in 2011 bij gemeentelijke medewerkers Bij de gemeentelijke medewerkers krijgen twee kernbegrippen een hogere schaalscore in vergelijking met de nulmeting in 2011, namelijk vakoverstijgend werken en participatie. Hoewel vakoverstijgend werken nog steeds het laagst van alle kernbegrippen scoort, is er wel een toename in schaalscore te zien van een 4,4 naar een 4,8. Ook het kernbegrip participatie laat een toegenomen schaalscore zien; medewerkers van de gemeente beoordelen dit kernbegrip met een 6,2 ten opzichte van een 5,9 in Het kernbegrip gebiedsgericht werken heeft net als in 2011 de hoogste schaalscore met gemiddeld een 7,3. Gemeentelijke medewerkers geven over het algemeen een hoger oordeel over de acht kernbegrippen dan externe partijen. Dit verschil is het hoogst voor het kernbegrip gebiedsgericht werken. Maar ook het kernbegrip openheid en transparantie scoort bij medewerkers behoorlijk hoger dan bij externe partijen. 6 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

7 Figuur 0.2 Schaalscores op de acht kernbegrippen van wijkgericht werken intern 2011 versus 2013 Medewerkers gemeente ,0 6,0 5,0 4,0 7,4 7,3 5,8 5,8 4,4 4,8 6,7 6,6 6,8 6,7 5,9 6,2 6,7 6,7 6,1 6,4 Gebiedsgericht werken Vraaggericht werken Vakoverstijgend werken Wijkbureau/ wijkmanager Openheid en transparantie Participatie Samenwerking Zichtbaarheid Belang extra inzet op kernbegrippen wijkgericht werken Vooral extra inzet van belang op openheid en transparantie en op samenwerking Net als in 2011 vinden zowel organisaties en professionals in de wijken als gemeentelijke medewerkers extra inzet van de gemeente op alle kernbegrippen van het wijkgericht werken van belang. Op openheid en transparantie en op samenwerking is volgens zowel externe partijen als de medewerkers in de komende jaren de meeste extra gemeentelijke inzet gewenst. Vergeleken met externe partijen hechten gemeentelijke medewerkers minder waarde aan extra inzet op de kernbegrippen gebiedsgericht, wijkregisseur en participatie. Gemeentelijke medewerkers hechten daarentegen meer waarde aan extra inzet op vakoverstijgend werken dan externe partijen. Dit is het kernbegrip waarop volgens externen juist relatief het minst op ingezet hoeft te worden. De waarde die externe partijen hechten aan extra inzet op vakoverstijgend werken is namelijk gedaald ten opzichte van twee jaar geleden (van 8,1 naar 7,7). Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 7

8 Figuur 0.3 Belang extra gemeentelijke inzet op kernbegrippen wijkgericht werken* - extern 2011 versus 2013 Externen hechten vooral meer belang aan extra inzet op participatie en het wijkbureau 9,0 Externe partijen vinden het belang van extra inzet op de meeste kernbegrippen iets groter dan gemeentelijke medewerkers. De grootste verschillen tussen de twee groepen zien we wat betreft participatie en het wijkbureau/de wijkmanager. 8,0 7,0 Extra inzet - extern ,3 8,2 8,1 8,0 8,1 7,7 8,0 8,0 8,7 8,5 8,4 8,3 8,6 8,6 8,2 8,1 Gebiedsgericht werken Vraaggericht werken Vakoverstijgend werken Wijkbureau/ wijkregisseur Openheid en transparantie Participatie Samenwerking Zichtbaarheid *Belang is aangegeven op een schaal van één tot tien Figuur 0.4 Belang extra gemeentelijke inzet op kernbegrippen wijkgericht werken* - intern 2011 versus 2013 *Belang aangegeven op schaal van één tot tien 9,0 Extra inzet - intern ,0 7,0 8,0 7,9 8,0 7,9 8,2 8,2 7,3 7,1 8,4 8,4 7,8 7,7 8,5 8,5 8,2 8,1 Gebieds- Vraag- Vakover- Wijkbureau/ Openheid en Participatie Samen- Zichtbaarheid gericht gericht stijgend wijkregisseur transparantie werking werken werken werken *Belang is aangegeven op een schaal van één tot tien 8 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

9 Overall conclusies evaluatie wijkgericht werken Resultaten ten opzichte van nulmeting in grote lijnen stabiel Als we kijken naar de ontwikkelingen in wijkgericht werken in de afgelopen twee jaar, dan zijn de resultaten in grote lijnen stabiel gebleven. De grootste veranderingen zijn de positieve ontwikkelingen op het gebied van vakoverstijgend werken en participatie. Deze twee kernbegrippen krijgen van de gemeentelijke medewerkers een hogere schaalscore dan in Verder valt op dat de medewerkers over het algemeen nog steeds positiever oordelen over de meeste aspecten van het wijkgericht werken dan externe partijen. Misschien niet zo verwonderlijk, omdat medewerkers in hun werk vaker en explicieter dan externen geconfronteerd worden met de inzet vanuit de gemeente om positieve veranderingen op dit gebied te bewerkstelligen. De verwachtingen na twee jaar investeren in wijkgericht werken waren misschien hoog gespannen. Een 'stabilisatie' was niet het gewenste resultaat. Maar we mogen niet vergeten dat er in die twee jaar tijd wel een aantal ingrijpende veranderingen heeft plaatsgevonden, zoals een reorganisatie en een aanzienlijke bezuinigingsronde. Deze gebeurtenissen hebben hun invloed gehad op de manier waarop betrokkenen tegen de vorderingen van het wijkgericht werken aankijken. Zo worden de vorming van de ontwikkelorganisatie en het invoeren van de wijkambities als positief ervaren door zowel externe partijen als medewerkers. Maar over de afgenomen capaciteit van de wijkbureaus en de personele verschuivingen aldaar maken een aantal interne en externe betrokkenen zich zorgen. Verder merkt een aantal respondenten tijdens de interviews op dat twee jaar een korte periode is om iets te kunnen zeggen over vorderingen of ontwikkelingen in wijkgericht werken. De benoemingen van de wijkregisseurs bijvoorbeeld hebben nog geen jaar geleden plaatsgevonden. Opgemerkt wordt dat wijkgericht werken een langdurig proces is dat eigenlijk nooit ten einde is. Het vergt een verandering in houding en gedrag, van zowel interne medewerkers als externe partijen en dat kost nu eenmaal tijd. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 9

10

11 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 13 Contacten met de gemeente en houding t.o.v. wijkgericht werken 17 1 Contacten externen met de gemeente 19 2 Houding medewerkers t.o.v. wijkgericht werken 25 De acht kernbegrippen van wijkgericht werken 27 3 Gebiedsgericht werken 29 4 Vraaggericht werken 33 5 Vakoverstijgend werken 37 6 Wijkbureau/wijkregisseur 41 7 Openheid en transparantie 47 8 Participatie 51 9 Samenwerking Zichtbaarheid 61 Extra inzet op kernbegrippen Belang inzet op kernbegrippen 67 Bijlagen 71 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 11

12

13 Inleiding Voor u ligt de rapportage van de tweemeting Evaluatie wijkgericht werken. Deze tweemeting heeft plaatsgevonden in het najaar van De tweemeting is bedoeld om te kijken wat de ontwikkelingen zijn in het wijkgericht werken ten opzichte van de nulmeting van In deze inleiding beschrijven we aanleiding, doel en aanpak van de Evaluatie wijkgericht werken in het algemeen en de tweemeting in het bijzonder. Aanleiding In mei 2011 heeft het Utrechts college de notitie 'Uitgangspunten voor versterking van het wijkgericht werken in Utrecht' vastgesteld. In deze notitie wordt richting gegeven aan de versterking van het wijkgericht werken en de participatie in Utrecht, door de beschrijving van de uitgangspunten die tot deze versterking moeten leiden. Ook wordt in de notitie aangekondigd dat er een evaluatie zal worden uitgevoerd naar de vorderingen en effecten van wijkgericht werken binnen de gemeente en een tweetal vervolgmetingen in 2012 en 2013 om de ontwikkeling te kunnen volgen. In het najaar van 2011 is allereerst een nulmeting wijkgericht werken gehouden. Deze meting vormt het uitgangspunt om de voortgang te meten. Een jaar na uitvoering van de nulmeting is een tussentijdse meting gehouden van de voortgang van het wijkgericht werken. De insteek bij deze éénmeting was meer kwalitatief en verdiepend. De wens van de opdrachtgever was om bij deze meting te focussen op de ontwikkelingen binnen de gemeente en op de aspecten van het wijkgericht werken die op basis van de nulmeting de meeste aandacht behoefden. De tweemeting van 2013 is volledig in lijn met de nulmeting (kwalitatief en kwantitatief), waardoor de ontwikkeling in het wijkgericht werken ten opzichte van 2011 goed gevolgd kan worden. Doel De hoofddoelstellingen van de Evaluatie Wijkgericht werken zijn: 1. Binnen en vooral buiten de gemeente nagaan of en in hoeverre de wijze van wijkgericht werken binnen de gehele gemeentelijke organisatie integraal, vraaggericht en gebiedsgericht - vooruitgang boekt in de periode tussen de nul- en vervolgmeting. 2. Zo mogelijk nagaan of de (vooruitgang in de) wijze van wijkgericht werken ook daadwerkelijk tot gewenste effecten in de Utrechtse samenleving leidt. NB: Hierbij dient wel uitdrukkelijk opgemerkt te worden dat een causaal verband hierbij nooit één op één aangetoond kan worden. Daarvoor spelen teveel oncontroleerbare omgevingsfactoren een rol. De voorliggende rapportage betreft de tweemeting van de Evaluatie Wijkgericht werken. Deze tweemeting beoogt het in kaart brengen van de ontwikkelingen op het terrein van wijkgericht werken ten opzichte van Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 13

14 Aanpak en respons Niet alle aspecten van het wijkgericht werken zijn op dezelfde wijze te meten. Bovendien zijn niet alle aspecten even relevant voor alle doelgroepen waarop het wijkgericht werken betrekking heeft. Zo zullen bewoners moeilijk of niet kunnen antwoorden op vragen over het wijkgericht en integraal werken van de gemeente. Hetzelfde geldt voor de rol van de wijkregisseur. Bewoners zullen wel iets kunnen zeggen over vraaggerichtheid, openheid en transparantie, participatie en zichtbaarheid van de gemeente. De vragen voor het Bewonerspanel zijn dan ook hierop aangepast. Net als bij de nulmeting hebben we ook bij de uitvoering van de tweemeting Wijkgericht werken gekozen voor een combinatie van diepte-interviews met sleutelfiguren en internetenquêtes onder diverse doelgroepen. Hierbij zijn we steeds ingegaan op de acht (bij bewoners vier) kernbegrippen van het wijkgericht werken, die in 2011 in samenspraak met de begeleidingscommissie als volgt zijn vastgesteld: - gebiedsgericht werken - vraaggericht werken - vakoverstijgend werken - wijkbureau/ wijkmanager (-regisseur) - openheid en transparantie - participatie - samenwerking - zichtbaarheid De rapportage van de onderzoeksresultaten heeft ook langs deze lijn van kernbegrippen plaatsgevonden. Hieronder beschrijven we in het kort de gehanteerde onderzoeksmethoden en de behaalde respons. Voor een meer uitgebreide toelichting en enkele methodologische kanttekeningen verwijzen wij u naar bijlage I. Diepte-interviews interviews sleutelfiguren Voor de nulmeting hebben we twaalf semi-gestructureerde interviews gehouden met sleutelpersonen binnen het wijkgericht werken, zowel vanuit de gemeentelijke organisatie als van buiten de gemeente. Centraal tijdens deze interviews stond de vraag hoe elk kernbegrip zich heeft ontwikkeld ten opzichte van Internetenquêtering tering Verder zijn er drie internetenquêtes afgenomen, onder: - (wijk)bewoners; - externe partijen organisaties en professionals in de wijken; - internen betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie. Peiling digitale Bewonerspanel De (wijk)bewoners hebben we benaderd met ons digitale Bewonerspanel, dat tijdens de betreffende peiling in november 2013 uit bijna Utrechters bestond. In totaal hebben leden van het Bewonerspanel de vragen over wijkgericht werken ingevuld, een respons van 49% (ten opzichte van 45% in 2011). 14 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

15 Internetenquête onder organisaties en professionals in de wijken (externe partijen) De internetenquête onder organisaties en professionals in de wijken is uitgezet onder 760 extern betrokkenen. Uiteindelijk hebben 280 extern betrokkenen de enquête ingevuld, een respons van 37% (ten opzichte van 35% in 2011). Internetenquête binnen de gemeentelijke organisatie De internetenquête binnen de gemeentelijke organisatie is uitgezet onder 361 gemeentelijke medewerkers. Uiteindelijk hebben 191 medewerkers de enquête ingevuld, een respons van 53% (ten opzichte van 62% in 2011). In onderstaand schema vindt u de bevraagde informatie weergegeven per gehanteerde onderzoeksmethode. Informatie per onderzoeksmethode diepteinterviews enquête interne medewerkers enquête externe partijen Bewonerspanel (tevredenheid) contacten gemeente x x houding t.o.v. wijkgericht werken x gebiedsgericht werken x x x vraaggericht werken x x x x vakoverstijgend werken x x x wijkbureau/wijkregisseur x x x openheid en transparantie x x x x participatie x x x x samenwerking x x x zichtbaarheid x x x x Vergelijking nulmeting en tweemeting In de tabellen en grafieken wordt de tweemeting vergeleken met de nulmeting, om te kijken of er ontwikkelingen zijn. Indien er significante verschillen zijn, worden deze in de tabel vetgedrukt weergegeven. Soms lijken de verschillen tussen 2011 en 2013 aanzienlijk, maar zijn ze niet significant te noemen. Als er een indicatie is dat er toch een bepaalde ontwikkeling of tendens is, hoewel niet significant, wordt dit expliciet in de tekst weergegeven. Leeswijzer We beginnen deze rapportage met een beschouwing van de contacten die bewoners en externe partijen met de gemeente hebben en hoe tevreden zij hierover zijn. In hoofdstuk twee komt vervolgens de houding van gemeentelijke medewerkers ten opzichte van de vorderingen in het wijkgericht werken aan bod. De hoofdstukken drie tot en met tien gaan in op de acht onderscheiden kernbegrippen van het wijkgericht werken. In hoofdstuk elf tot slot kijken we naar het belang dat zowel gemeentelijke medewerkers als externe partijen hechten aan extra gemeentelijke inzet op specifieke kernbegrippen. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 15

16 16 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

17 Contacten met de gemeente en houding t.o.v. wijkgericht werken Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 17

18

19 1 Contacten externen met de gemeente Met wijkgericht werken wil de gemeente Utrecht de slagkracht en de kwaliteit van het werk van de gemeente versterken door een open en vraaggerichte benadering dichtbij burgers en ondernemers. De gemeente wil in de toekomst meer en beter samenwerken met bewoners, organisaties en professionals in de wijken. Om te kunnen beoordelen of wijkgericht werken ook daadwerkelijk effect sorteert, is aan bewoners en vertegenwoordigers van organisaties en professionals in de wijken (hierna: externe partijen) gevraagd naar hun contacten met de gemeente en hoe zij hierover oordelen. Vier op de tien bewoners uit het Bewonerspanel geven aan wel eens met vragen, ideeën of problemen betreffende de buurt of wijk contact te hebben gezocht met de gemeente. Dat is minder dan twee jaar geleden, toen bijna de helft (47%) van de bewoners contact opnam met de gemeente. Net als tijdens de nulmeting is de gemeentelijke website het meest populaire medium om contact op te nemen met de gemeente. Het algemene telefoonnummer staat hier op de tweede plaats, maar wordt minder ingezet dan twee jaar geleden. De tevredenheid van bewoners over de afhandeling van hun vraag, idee of probleem is niet significant veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Ruim 40% van de bewoners is (zeer) tevreden en bijna een derde is (zeer) ontevreden. De belangrijkste redenen voor ontevredenheid zijn traagheid in communicatie en acties, geen (of onvoldoende) oplossing bieden, niet goed luisteren en na een eerste registratie van de klacht of vraag geen vervolgreactie meer geven. Acht op de tien bewoners weet dat er een wijkbureau of wijkservicecentrum in hun wijk is. 40% hiervan heeft wel eens contact opgenomen met het wijkbureau, wat minder is dan twee jaar geleden toen de helft van de bewoners wel eens contact opnam met het wijkbureau. Ruim de helft van de bewoners die wel eens contact hebben opgenomen met het wijkbureau of wijkservicecentrum is (zeer) tevreden over de afhandeling hiervan. Bijna een vijfde is niet tevreden. De verschillen ten opzichte van 2011 zijn niet significant te noemen. Wanneer externen contact hebben met de gemeente, is dit meestal met een wijkbureau. Dit is onveranderd ten opzichte van Daarnaast heeft een groot deel van de externe partijen wel eens contact met Stadswerken (65%), Vergunningen, Toezicht en Handhaving (60%) en Maatschappelijke Ontwikkeling (47%). De tevredenheid van externe partijen over het wijkbureau is stabiel gebleven. Ruim driekwart is hier (zeer) tevreden over. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 19

20 1.1 Bewoners ers over contact met de gemeente Minder deelnemers Bewonerspanel leggen gemeente vragen, ideeën of problemen voor Vier op de tien bewoners uit het Bewonerspanel geven aan wel eens met vragen, ideeën of problemen betreffende de eigen straat, buurt of wijk contact te hebben gezocht met de gemeente. Dat is minder dan twee jaar geleden, toen bijna de helft (47%) van de bewoners contact opnam met de gemeente. Het aantal bewoners uit het Bewonerspanel dat zegt geen behoefte te hebben gehad aan contact met de gemeente is gestegen van 39% naar 45%. Tot slot is het aantal bewoners dat niet wist waar ze terecht moesten met hun vragen of ideeën licht gedaald. 1.1 Heeft u wel eens met vragen over, ideeën voor of problemen in uw straat, buurt of wijk contact opgenomen met de gemeente? n=1900 (2011) en 2408 (2013) ja 47% 41% nee, nooit behoefte aan gehad 39% 45% nee, weet niet waar ik met vragen, ideeën of problemen terecht kan 10% 8% nee, vanwege andere reden 5% 5% totaal 100% 100% NB: Als gevolg van afronding is het mogelijk dat totalen niet altijd optellen tot 100% Meeste contact met de gemeente via website en algemeen telefoonnummer Net als tijdens de nulmeting is de gemeentelijke website het meest populaire medium om contact op te nemen met de gemeente als bewoners vragen, ideeën of problemen hebben betreffende de eigen straat (buurt, wijk). Het algemene telefoonnummer van de gemeente staat hier op de tweede plaats, hoewel dit medium minder wordt ingezet dan twee jaar geleden. Ook gaan bewoners ten opzichte van 2011 minder snel voor vragen en problemen betreffende de eigen straat/wijk/buurt naar het wijkbureau of het Informatie Centrum van de gemeente Utrecht (Informatiecentrum is per januari 2013 overigens opgeheven). 8% zegt de wijkwethouder te hebben aangesproken. Deze antwoordcategorie is nieuw en dit kan (voor een deel) verklaren waarom het wijkbureau nu minder is aangevinkt (omdat bewoners die contact hadden met een wijkwethouder in dat geval het wijkbureau aanvinkten). 20 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

21 1.2 Hoe heeft u met uw vragen, ideeën of problemen in uw straat,, buurt of wijk contact opgenomen met de gemeente? (meerdere antwoorden mogelijk) n=884 (2011) en 999 (2013) via gemeentelijke website (webformulier, gemeentelijk adres) 49% 52% gebeld met het algemene telefoonnummer van de gemeente 48% 43% langs geweest op het wijkbureau/wijkservicecentrum 29% 22% langs geweest bij het informatie centrum gemeente utrecht 1 6% 4% gesproken met de wijkwethouder 2 8% anders 20% 24% 1 Opgeheven per 1/1/ Nieuwe antwoordcategorie in 2013 Ruim vier op de tien bewoners tevreden over afhandeling contact De tevredenheid van bewoners over de afhandeling van hun vraag, idee of probleem is niet significant veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Ruim vier op de tien (43%) bewoners die met een vraag, idee of probleem contact hebben opgenomen met de gemeente is (zeer) tevreden over de afhandeling hiervan. Bijna een derde (32%) is ontevreden. Wanneer we naar de afzonderlijke contactkanalen kijken, zien we bij de drie meest gebruikte kanalen enige verschillen in tevredenheid. Over de afhandeling van vragen, ideeën of problemen door het wijkbureau zijn bewoners meer tevreden dan over de afhandeling via het algemene telefoonnummer of de website. De belangrijkste redenen voor ontevredenheid zijn dat de gemeente na een eerste registratie van de klacht of vraag geen vervolgreactie meer geeft, niet goed luistert, geen (of onvoldoende) oplossingen biedt en vooral traag is in communicatie en acties. 1.3 Hoe tevreden bent u over het algemeen over de afhandeling van uw vragen, ideeën en/of problemen door de gemeente? n=884 (2011) en 999 (2013) (zeer) tevreden 46% 43% neutraal 23% 24% (zeer) ontevreden 29% 32% weet niet/ geen mening 1% 1% totaal 100% 100% Kennis bewoners over bestaan wijkbureau/wijkservicecentrum vrijwel onveranderd Acht op de tien bewoners die deel hebben genomen aan het Bewonerspanel geeft aan te weten dat er een wijkbureau of wijkservicecentrum in hun wijk aanwezig is. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 21

22 1.4 Weet u dat er een wijkbureau/wijkservicecentrum in uw wijk is? n=1897 (2011) en 2408 (2013) ja 78% 80% nee 22% 20% totaal 100% 100% Helft bewoners die bekend zijn met wijkbureau heeft wel eens contact opgenomen Van de bewoners die weten dat er een wijkbureau of wijkservicecentrum in hun wijk is heeft 40% hier wel eens contact mee opgenomen. Dit is minder dan twee jaar geleden, toen de helft van de bewoners wel eens contact had opgenomen met het wijkbureau. Net als in 2011 ging het in 2013 in de meeste gevallen om een melding over onderhoud, overlast, veiligheid of verkeer, over ideeën of plannen voor de eigen straat/buurt of over het leefbaarheidsbudget. 1.5 Heeft u wel eens contact opgenomen met het wijkbureau/wijkservicecentrum in uw wijk over (meerdere antwoorden mogelijk) n=1488 (2011) en 1917 (2013) een melding over bijv.onderhoud, overlast, veiligheid of verkeer 32% 25% ideeën of plannen voor uw straat of buurt 22% 16% het leefbaarheidsbudget 14% 10% een veiligheidsprobleem 10% 7% vragen over de gemeente 7% 3% een afspraak met de wijkwethouder 4% 3% contact met de wijkraad 3% 2% informatie over bewonersgroepen of ondernemersverenigingen 2% 1% anders 6% 5% ik heb geen contact opgenomen met het wijkbureau 51% 60% Ruim helft bewoners tevreden over afhandeling contact wijkbureau Ruim de helft van de bewoners die wel eens contact hebben opgenomen met het wijkbureau of wijkservicecentrum in hun wijk zijn (zeer) tevreden over de afhandeling van dit contact. Bijna een vijfde is niet tevreden. De verschillen ten opzichte van 2011 zijn niet significant te noemen. De belangrijkste redenen voor ontevredenheid zijn opnieuw de traagheid van afhandeling, niet (goed) luisteren en de onbevredigende oplossing. 1.6 Hoe tevreden bent u over het algemeen over de afhandeling van uw contact met het wijkbureau/wijkservicecentrum? n=729 (2011) en 758 (2013) (zeer) tevreden 59% 54% neutraal 21% 25% (zeer) ontevreden 17% 18% weet niet/ geen mening 3% 3% totaal 100% 100% 22 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

23 1.2 Externe partijen over contact met de gemeente Externe partijen hebben meeste contact met de wijkbureaus Wanneer externe partijen contact hebben met de gemeente, is dit meestal met een wijkbureau. De contactfrequentie van externe partijen met het wijkbureau is stabiel gebleven ten opzichte van de nulmeting. In totaal 14% van de externen heeft minimaal eens per week contact met een wijkbureau (was 18%) en ruim 40% minimaal eens per maand maar minder dan één keer per week (was 40%). Slechts 6% van de externe partijen heeft nooit contact met een wijkbureau (idem in 2011). Naast het wijkbureau heeft een aanzienlijk deel van de externe partijen wel eens contact met Stadswerken (65%) en Vergunningen, Toezicht en Handhaving (60%). Door de reorganisatie en de vaak andere benaming dan wel samenstelling van afdelingen kan er geen vergelijking worden gemaakt met twee jaar geleden. Tabel 1.7 Frequentie contact externe partijen met onderdelen van de gemeente Utrecht n=280 (2013) minimaal 1x per week minimaal 1x per maand minder dan 1x per maand nooit Wijkbureau (wijkregisseur, wijkadviseur of andere 14% 42% 38% 6% ondersteuner op het wijkbureau) Bestuurs- en Concernstaf 1% 5% 27% 68% Publiekszaken 0% 8% 25% 68% GG&GD 1% 9% 27% 63% Utrechtse Vastgoed Organisatie 5% 13% 20% 62% Vergunningen, Toezicht en Handhaving 3% 12% 45% 40% Werk en Inkomen 0% 5% 13% 83% Stadswerken 4% 17% 44% 35% Cultuur 1% 9% 26% 65% Maatschappelijke Ontwikkeling 3% 13% 32% 53% Milieu en Mobiliteit 0% 6% 20% 74% Projectbureau Leidsche Rijn 1% 3% 11% 85% Projectorganisatie Stationsgebied 1% 3% 8% 88% Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling 2% 5% 19% 74% Veiligheid 4% 16% 29% 51% Wijken (anders dan de wijkbureaus) 3% 12% 24% 61% Klantcontactcentrum 2% 6% 18% 73% anders 2% 5% 13% 80% Driekwart externen is tevreden over contact met het wijkbureau De tevredenheid van externe partijen over het wijkbureau is stabiel gebleven. Ruim driekwart van de externen die contact hebben gehad met een wijkbureau is hier (zeer) tevreden over. Over de contacten met de afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie zijn externe partijen een stuk minder tevreden dan over de contacten met het wijkbureau. Het meest tevreden zijn externen nog over contacten met de GG&GD, Stadswerken en Veiligheid (hoewel de ontevredenheid over de GG&GD is toegenomen van 0% naar 7%). Het minst tevreden zijn ze over de contacten met de Utrechtse Vastgoed Organisatie (19% (zeer) tevreden en 29% (zeer) ontevreden). Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 23

24 Tabel 1.8 Tevredenheid externe partijen over contact met onderdelen van de gemeente Utrecht (2013) (zeer) tevreden neutraal (zeer) ontevreden weet niet /geen mening Wijkbureau (wijkregisseur, wijkadviseur of andere 77% 17% 4% 2% ondersteuner op het wijkbureau) (n=264) Bestuurs- en Concernstaf (n=90) 30% 36% 6% 29% Publiekszaken (n=91) 29% 47% 4% 20% GG&GD (n=104) 61% 24% 7% 9% Utrechtse Vastgoed Organisatie (n=107) 19% 36% 29% 16% Vergunningen, Toezicht en Handhaving (n=168) 39% 33% 15% 13% Werk en Inkomen (n=49)* 29% 45% 8% 18% Stadswerken (n=182) 55% 27% 9% 8% Cultuur (n=99) 43% 33% 3% 20% Maatschappelijke Ontwikkeling (n=133) 42% 40% 8% 110% Milieu en Mobiliteit (n=74)* 32% 45% 9% 14% Projectbureau Leidsche Rijn (n=42)* 52% 29% 10% 10% Projectorganisatie Stationsgebied (n=34)* 32% 35% 12% 21% Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (n=73)* 26% 48% 10% 16% Veiligheid (n=137) 56% 28% 7% 8% Wijken (anders dan de wijkbureaus) (n=108) 35% 40% 3% 22% Klantcontactcentrum (n=75)* 35% 40% 11% 15% Anders (n=56)* 20% 50% 2% 29% * Door het lage aantal waarnemingen zijn de resultaten voor deze onderdelen indicatief 24 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

25 2 Houding gemeentelijke medewerkers t.o.v. wijkgericht werken Utrecht is een gemeente die wijkgericht werken hoog in het vaandel heeft staan. De gemeente wil de slagkracht en de kwaliteit van haar werk vergroten, door een open en vraaggerichte benadering, dicht bij burgers en ondernemers. Hierbij steekt de gemeente in op meer en beter samenwerken met bewoners, organisaties en professionals in de wijken en op het in uitvoeringsprogramma's herkenbaar reageren op de vraag uit de wijken. We vroegen gemeentelijke medewerkers hoe zij anno 2013 tegen het wijkgericht werken aankijken. Bijna negen van de tien gemeentelijke medewerkers (87%) voelen zich betrokken bij wijkgericht werken. Slechts 2% voelt zich niet betrokken. Er is een verschuiving te zien van zeer betrokken naar enigszins betrokken. Een toegenomen aantal medewerkers vindt dat gemeente klaar is voor wijkgericht werken (van 13% naar 22%) Gemeentelijke medewerkers scoren op de schaal voor wijkgericht werken onveranderd een 6, Gemeentelijke medewerkers over wijkgericht werken Betrokkenheid medewerkers bij wijkgericht icht werken nog steeds positief Net als in 2011 voelen bijna negen van de tien gemeentelijke medewerkers die de enquête hebben ingevuld zich betrokken bij wijkgericht werken. Hierbinnen is er echter een verschuiving te zien van zeer betrokken naar enigszins betrokken. Het aantal medewerkers dat zich zeer betrokken voelt bij wijkgericht werken daalde van 61% naar 49% en het aantal dat zich enigszins betrokken voelt steeg van 27% naar 38%. Nog steeds geeft slechts een enkeling (2%) aan zich in het geheel niet betrokken te voelen bij wijkgericht werken. Tabel 2.1 Hoe betrokken voel je je bij wijkgericht werken? n = resp. 203 (2011) en 191 (2013) aantal percentage aantal percentage zeer betrokken % 93 49% enigszins betrokken 55 27% 72 38% weinig betrokken 15 7% 18 9% niet betrokken 5 2% 3 2% weet niet 2 1% 3 2% geen mening 3 1% 2 1% totaal % % NB: selectie van medewerkers vond plaats op basis van het feit dat zij (potentieel) betrokken zijn bij wijkgericht werken Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 25

26 Toegenomen aantal medewerkers vindt dat gemeente klaar is voor wijkgericht werken Een grote meerderheid van 80% van de gemeentelijke medewerkers vindt dat de gemeente Utrecht wijkgericht werken hoog in het vaandel heeft staan. Eveneens een meerderheid van de medewerkers (67%) heeft het idee dat binnen de eigen afdeling voldoende draagvlak bestaat voor wijkgericht werken. Ruim een vijfde is van mening dat de gemeente klaar is voor wijkgericht werken. Dit is een toename ten opzichte van de nulmeting uit 2011, toen 13% vond dat de gemeente er klaar voor was. Over de ruimte (financiën, menskracht) waarover afdelingen beschikken om wijkvraagstukken en initiatieven snel op te pakken zijn de meningen verdeeld. Bijna een derde van de medewerkers geeft aan wat dit betreft over voldoende ruimte te beschikken (in 2011 een kwart). Volgens 37% is deze ruimte ontoereikend (in %). Het lijkt erop dat hier een positieve ontwikkeling te zien is ten opzichte van 2011, maar aangezien de verschillen niet significant genoemd mogen worden zou een eventuele volgende meting moeten uitwijzen of dit ook daadwerkelijk zo is. Tabel 2.2 Wijkgericht werken algemeen - oordeel intern, n = resp. 203 (2011) en 191 (2013) (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) eens oneens eens oneens - de gemeente heeft wijkgericht werken hoog in het vaandel staan 76% 5% 80% 5% - binnen mijn afdeling is voldoende draagvlak voor wijkgericht werken 75% 6% 67% 7% - de gemeente is klaar voor wijkgericht werken 13% 39% 22% 34% - mijn afdeling beschikt over te weinig ruimte (financiële middelen, menskracht) om wijkvraagstukken en initiatieven snel op te kunnen pakken 43% 25% 37% 31% Gemeentelijke medewerkers scoren voor wijkgericht werken een 6,3 Op basis van bovenstaande stellingen hebben we een schaal geconstrueerd, waarop de respondenten minimaal één en maximaal tien konden scoren. Een nadere toelichting op deze schaalscore en (de beperking van) het gebruik hiervan vindt u in bijlage I. Gemiddeld scoren gemeentelijke medewerkers op deze schaal voor wijkgericht werken een 6,3 wat ten opzichte van 2011 onveranderd is. Medewerkers die zich zeer betrokken voelen bij wijkgericht werken scoren positiever (6,8) dan medewerkers die zich enigszins (6,0) of weinig (5,3) betrokken voelen. 26 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

27 De acht kernbegrippen van wijkgericht werken Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 27

28 28 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

29 3 Gebiedsgericht werken Het eerste kernbegrip binnen wijkgericht werken is 'gebiedsgericht'. Gebiedsgericht werken heeft betrekking op het schaalniveau waarop gewerkt wordt. Het is zaak voor het juiste schaalniveau te kiezen. Dit kan de wijk zijn, maar vaak is het gebied veel kleiner en is een buurt- of straataanpak noodzakelijk. Anderzijds vragen veel problemen die zich op wijkniveau manifesteren (ook) om een stedelijke of soms zelfs regionale aanpak. Externe partijen oordelen minder positief over het gebiedsgericht werken door de gemeente dan de gemeentelijke medewerkers. Dit is duidelijk terug te zien in de lagere schaalscore voor het kernbegrip gebiedsgericht werken: een 5,2 versus een 7,3. Ten opzichte van 2011 vinden minder externe partijen dat de gemeente stedelijk beleid goed gebiedsgericht weet uit te voeren. Het oordeel van medewerkers over het gebiedsgericht werken is ten opzichte van 2011 stabiel gebleven. De meerderheid van de medewerkers beoordeelt de aspecten van wijkgericht werken (relatie tussen stedelijk beleid en gebiedsgerichte uitvoering, gekozen schaalniveau en mate waarin gemeente oog heeft voor samenhang met andere ontwikkelingen in de wijk) positief. 3.1 Externe partijen over gebiedsgericht werken Bijna helft externen is ontevreden over oog voor samenhang, 20% is hierover tevreden Ten opzichte van 2011 vinden minder externe partijen dat de gemeente stedelijk beleid goed gebiedsgericht weet uit te voeren (van 30% eens naar 22% eens). Tabel 3.1 Gebiedsgericht werken - oordeel extern, n = resp. 210 (2011) en 280 (2013) (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) de gemeente eens oneens eens oneens - past het schaalniveau waarop wordt gewerkt goed aan op het vraagstuk 22% 25% 21% 21% - weet stedelijk beleid goed gebiedsgericht uit te voeren 30% 23% 22% 23% - heeft te weinig oog voor samenhang tussen verschillende ontwikkelingen in de wijk 44% 20% 39% 21% Externe partijen scoren voor gebiedsgericht werken gemiddeld eld een 5,2 Op basis van bovenstaande stellingen hebben we een schaal geconstrueerd, waarop het betreffende kernbegrip minimaal één en maximaal tien kon scoren. Op basis van de onderliggende stellingen scoort het kernbegrip gebiedsgericht werken bij externen gemiddeld een 5,2 (ten opzichte van een 5,1 in 2011). Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 29

30 3.2 Gemeentelijke medewerkers over gebiedsgericht werken Stedelijk beleid en gebiedsgerichte uitvoering overwegend goed gerelateerd Een ruime meerderheid van de gemeentelijke medewerkers is van mening dat er gebiedsgericht wordt gewerkt, wat te zien is aan de overwegend positieve scores op de onderliggende aspecten (schaalniveau, relatie stedelijk versus gebiedsgericht en oog voor samenhang). Over alle drie deze aspecten van gebiedsgericht werken oordeelt slechts een klein deel van de gemeentelijke medewerkers negatief. Ten opzichte van 2011 is het oordeel van medewerkers over gebiedsgericht werken nagenoeg stabiel gebleven. Tabel 3.2 Gebiedsgericht werken - oordeel intern, n = resp. 203 (2011) en 191 (2013) ( (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) eens oneens eens oneens - wanneer mijn afdeling een vraagstuk in behandeling neemt, kijken we altijd eerst naar het schaalniveau waarop het betrekking heeft 70% 6% 71% 8% - binnen mijn afdeling wordt een goede relatie gelegd tussen stedelijk beleid en gebiedsgerichte uitvoering 75% 5% 72% 6% - bij nieuwe plannen voor de wijk brengt mijn afdeling vooraf in beeld wat de samenhang is met andere ontwikkelingen in de wijk 63% 11% 64% 10% Gemeentelijke eentelijke medewerkers scoren voor gebiedsgericht gericht werken gemiddeld een 7,3 Op basis van bovenstaande stellingen hebben we een schaal geconstrueerd, waarop het betreffende kernbegrip minimaal één en maximaal tien kon scoren. Op basis van de onderliggende stellingen scoort het kernbegrip gebiedsgericht werken gemiddeld een 7,3. Een nagenoeg onveranderde score ten opzichte van 2011 (7,4). 3.3 Externe partijen versus gemeentelijke medewerkers Externe partijen zijn minder positief over gebiedsgerichte aanpak Externe partijen zijn minder positief over het gebiedsgericht werken van de gemeente dan gemeentelijke medewerkers. Deze lagere tevredenheid zien we terug op alle drie de onderliggende aspecten, maar het verschil in opvatting tussen interne medewerkers en externe betrokkenen is het grootst bij de aspecten over het juiste schaalniveau en de gebiedsgerichte uitvoering van stedelijk beleid. Kanttekening hierbij is wel dat de stellingen die aan de gemeentelijke medewerkers en de externe partijen zijn voorgelegd niet helemaal overeenkomen. 30 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

31 3.4 Aanvullingen gebiedsgericht werken uit de diepte-interviews interviews Ook uit de interviews blijkt dat de interne medewerkers positiever zijn gestemd over het gebiedsgericht werken dan de externe partijen. Over het algemeen heerst de opvatting dat vooral de wijkbureaus de contacten in de wijk hebben en de vakafdelingen (vooralsnog) minder. Het belang van de wijkbureaus als verbindende schakel tussen gemeente en wijk (buurt, straat) wordt benadrukt. Door bezuinigingen echter gaat de capaciteit op de wijkbureaus achteruit. Bovendien is er op diverse wijkbureaus 'geschoven' met mensen. Dit alles stuit op onbegrip bij een aantal geïnterviewden, het lijkt niet te kloppen met het streven naar wijkgericht werken. Enkele geïnterviewde medewerkers hebben goed zicht op de nieuwe instrumenten van het wijkgericht werken. Volgens hen zijn er behoorlijke stappen gezet met de introductie van het wijkoverleg (wijkdialogen), de wijkambities en de daaruit voortvloeiende wijkactieprogramma's (WAP's). Dit zijn instrumenten of ontwikkelingen die het gebiedsgericht werken ondersteunen. Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 31

32 32 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting

33 4 Vraaggericht werken Het tweede kernbegrip uit het wijkgericht werken is 'vraaggericht werken'. Bij vraaggericht werken gaat het erom aan te sluiten bij competenties, wensen en behoeften van burgers, ondernemers en professionals. De wens of behoefte van de burger, ondernemer of professional is het uitgangspunt. Van hieruit wordt gezamenlijk gezocht naar een oplossing. Ruim drie op de tien bewoners vindt dat de gemeente vragen, ideeën en problemen van bewoners serieus neemt. Dit is stabiel ten opzichte van Vergeleken met twee jaar geleden is de mening van de externe partijen over het vraaggericht werken van de gemeente constant gebleven. Externe partijen zijn nog steeds het meest kritisch over de duidelijkheid voor bewoners waar ze met hun wensen en behoeften terecht kunnen binnen de gemeente. Net als in 2011 zijn gemeentelijke medewerkers positiever over het vraaggericht werken van de gemeente (5,8) dan externe partijen (5,3). Meer dan de helft van de medewerkers is net als in 2011 onveranderd positief over het centraal staan van wensen en behoeften van burgers, ondernemers en professionals en het zicht van de gemeente op wat er speelt in de wijk. Minder positief zijn medewerkers over het laten liggen van vragen en wensen van bewoners, ondernemers en professionals. 4.1 Bewoners over vraaggericht werken Derde deel bewoners voelt zich serieus genomen door gemeente, één op de vijf niet Aan het Bewonerspanel is gevraagd in hoeverre zij van mening zijn dat de gemeente vragen, ideeën en problemen van bewoners serieus neemt. Ruim drie op de tien respondenten is van mening dat de gemeente dit serieus neemt. Eén op vijf respondenten (20%) is hierover ontevreden. Maar liefst een derde is neutraal. De resultaten zijn stabiel gebleven ten opzichte van Tabel 4.1 Vraaggericht werken w oordeel Bewonerspanel n= (2011) resp (2013) (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) eens oneens eens oneens - ik vind dat de gemeente vragen, ideeën en problemen van bewoners serieus neemt 32% 21% 31% 20% Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting 33

34 4.2 Externe partijen over vraaggericht werken 39% externen is ontevreden over duidelijkheid waar men terecht kan, 30% is tevreden Vergeleken met de nulmeting uit 2011 hebben zich geen significante wijzigingen voorgedaan in de mening van externe partijen over het kernbegrip vraaggericht werken. Externe partijen zijn nog steeds het meest kritisch over de duidelijkheid voor bewoners waar ze met hun wensen en behoeften terecht kunnen binnen de gemeente. Meer dan vier op de tien externe partijen vindt dit niet duidelijk, tegenover een kwart dat dit wel duidelijk vindt. Tabel 4.2 Vraaggericht werken - oordeel extern, n = resp. 210 (2011) en 280 (2013) (zeer) (zeer) (zeer) (zeer) eens oneens eens oneens - voor bewoners, ondernemers en professionals is het duidelijk waar ze binnen de gemeente terecht kunnen met hun wensen en behoeften 30% 39% 24% 42% - de gemeente houdt bij de beleidsontwikkeling rekening met wensen en behoeften van bewoners, ondernemers en professionals 39% 26% 36% 30% - de gemeente heeft goed zicht op wat er speelt in de wijk 30% 32% 29% 26% Externe partijen scoren voor vraaggericht werken een 5,3 Gemiddeld scoren externe partijen op de schaal voor vraaggericht werken een 5,3. Dit is nagenoeg gelijk aan de score in 2011 (5,4). 4.3 Gemeentelijke medewerkers over vraaggericht werken Volgens helft medewerkers blijven vragen bewoners wel eens liggen, 23% ontkent dit De meerderheid van de gemeentelijke medewerkers vindt dat de gemeente goed zicht heeft op wat er speelt in een wijk (51% eens) en dat de wensen en behoeften van burgers, ondernemers en professionals binnen de eigen afdeling centraal staan (63% eens). Desondanks vinden zes van de tien medewerkers dat vragen en wensen van bewoners, ondernemers en professionals wel eens blijven liggen. 34 Evaluatie Wijkgericht Werken 2-meting