Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
|
|
- Carla Koster
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder. 2. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
2 3. A. Bereken de inhoud in m 3 van een container van 7m bij 28 dm bij 240 cm. B. Bereken de inhoud in m 3 van een regenton met een diameter van 76 cm en een hoogte van 1,4 m. C. Bereken de inhoud in m 3 van een blok beton van 15,6 dm bij 82 cm bij 2 m. D. Bereken de inhoud in dm 3 van een regenpijp met een diameter van 12 cm en een hoogte van 3,5 m. 4. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
3 5. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. 6. Bereken de inhoud van de letters hieronder.
4 7. De atletiekbaan hieronder bestaat uit twee rechte stukken die elk 80 meter lang zijn en twee stukken die worden begrensd door twee halve cirkels. De binnenste cirkel heeft een straal van 34 meter. De baan is 10 meter breed. A. Bereken hoe lang één rondje is langs de binnenkant van de baan. B. Bereken hoe lang één rondje is langs de buitenkant van de baan. C. Bereken de oppervlakte van de baan. 8. A. Bereken CE B. Bereken RT. 9. Een fabrikant verkoopt pakken thee van 4 cm breed, 6 cm lang en 10 cm hoog. Hij verkoopt ze per zes verpakt in een kartonnen doos. Hij heeft drie soorten dozen. In doos A passen zes pakken op elkaar. In doos B passen zes pakken naast elkaar en in doos C passen zes pakken achter elkaar. A. Bereken hoeveel karton hij nodig heeft voor doos A. B. Voor welke doos is het het minste karton nodig? C. Bedenk een verpakking waarvoor je nog minder karton nodig hebt.
5 10. Van een glas (cilinder) en een trechter wordt een regenmeter gemaakt. De diameter van het glas is 5 cm en de hoogte is 27,5 cm. De diameter van de bovenkant van de trechter is 20 cm. A. Bereken de oppervlakte van de bovenkant van de trechter. B. Bereken de inhoud van het glas. 11. Een verfblik heeft een diameter van 8,6 cm en is 10 cm hoog. A. Bereken de inhoud van het blik in liters. B. Om de hele zijkant van het blik zit een etiket. Bereken de oppervlakte van dit etiket. C. Welke inhoud hoort bij een 3 keer zo hoog blik? D. Welke inhoud heeft een blik waarvan de diameter 2,5 keer zo groot is? 12. Benjamin heeft van een groenteblik een etiket gehaald. Het etiket is 18 cm bij 28 cm. Bereken de inhoud van dit blik. Er zijn twee mogelijkheden. Reken deze alle twee uit. 13. Hieronder zie je een gelijkzijdige driehoek met zijden van 66 cm. Bereken de oppervlakte van het donkere gedeelte.
6 14. Bereken de inhoud van de letter hieronder. 15. Bereken de oppervlakte van de volgende figuren:
7 16. Bereken de oppervlakte van de volgende figuren: 17. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder.
8 Antwoorden oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Eerste rij: Met de stelling van Pythagoras: DE = 17,89. Dus opp = bxh = 20x17,89 = 357,80 (257,77). JL = 12; JM = 19,62 (stelling); opp = bxh = 19x19,62 = 372,78 (372,81). PR = 13,42 (stelling); opp = bxh = 12x13,42 = 161,04 (161,00). Tweede rij: DB = 10; CD = 11,18 (stelling); opp = bxh:2 = 18x11,18:2 = 100,62. NL = 11,31 (stelling); opp = bxh:2 = 14x11,31:2 = 79,17 (79,20). RS = 8,06 (stelling); SQ = 7,48 (stelling); PQ = 11,48; opp = bxh:2 = 11,48x8,06:2 = 46,26 (46,29). Derde rij: AD = 11,53 (stelling); opp = bxh:2 = 19x11,53:2 = 109,54 (109,56). KN = 16 (stelling); NM = 27,95 (stelling); KM = 43,95; opp = bxh:2 = 43,95x30:2 = 659,25 (659,20). SQ = 34; RS = 36,66 (stelling in driehoek SQR); opp = bxh:2 = 22x36,66:2 = 403,26 (403,27). XY = 11,62 (stelling); opp = bxh:2 = 7x11,62:2 = 40, Eerste figuur: Opp grote cirkel = sxsxπ = 10,5x10,5xπ = 346,36. Opp kleine cirkel = sxsxπ = 7x7xπ = 153,94. Opp donkere gedeelte = 346,36-153,94 = 192,42 dm 2. Tweede figuur: Opp grote cirkel = rxrxπ = 24x24xπ = 1809,56. Opp kleine cirkel = rxrxπ = 8x8xπ = 201,06. Opp donkere gedeelte = 1809,56-7x201,06 = 402,14 cm 2 (402,12). Derde figuur: Opp grote cirkel = rxrxπ = 32x32xπ = 3216,99 cm 2. Opp kleine cirkel = rxrxπ = 12x12xπ = 452,39 cm 2. Opp donkere gedeelte = 3216,99-2x452,39 = 2312,21 cm A. Inhoud container = lxbxh = 7x2,8x2,4 = 47,04 m 3. B. Inhoud regenton = rxrxπxh = 0,38x0,38xπx1,4 = 0,64 m 3.
9 C. Inhoud blok beton = lxbxh = 1,56x0,82x2 = 2,56 m 3. D. Inhoud regenpijp = rxrxπxh = 0,6x0,6xπx35 = 39,58 dm Eerste figuur: Opp grote cirkel = rxrxπ = 32x32xπ = 3216,99 cm 2. Opp kleine cirkel = rxrxπ = 18x18xπ = 1017,88 cm 2. Opp donkere gedeelte = 3216, ,88 = 2199,11 cm 2. Tweede figuur: Opp rechthoek = lxb = 50x50 = 2500 cm 2. Opp cirkel = rxrxπ = 25x25xπ = 1963,50 cm 2. Opp donkere gedeelte = ,50 = 536,50 cm 2. Derde figuur: Opp rechthoek = lxb = 150x100 = Opp cirkel = rxrxπ = 25x25xπ = 1963,50. Opp donkere gedeelte = x1963,50 = 3219 cm Eerste tekening: Hoogte witte driehoek opstaande zijde = 12 (stelling van Pythagoras). Oppervlakte van deze driehoek = bxh:2 = 5x12:2 = 30. Lengte witte driehoek liggende zijde = 14,00 (stelling). Oppervlakte van deze driehoek = bxh:2 = 14x6:2 = 42 (41,99). Hoogte witte driehoek schuine zijde = 7,5 (stelling). Oppervlakte van deze driehoek = bxh:2 = 10x7,5:2 = 37,5. Oppervlakte van hele driehoek = bxh:2 = 39x32:2 = 624. Oppervlakte donkere gedeelte = ,5 = 514,50 (514,51). Tweede tekening: Hoogte witte driehoek = 18,44 (stelling). Oppervlakte witte driehoek = bxh:2 = 12x18,44:2 = 110,64 (110,63). Oppervlakte wit parallellogram = bxh = 11x12 = 132. De basis is = 30, de hoogte is 2x18,44 = 36,88. Oppervlakte hele parallellogram = bxh = 30x36,88 = 1106,40 (1106,35). Oppervlakte donkere gedeelte = 1106,4-2x110,64-2x132 = 621,12 (621,09). 6. Letter E: 6x30x5 = x6x5 = 360 (2x)
10 6x6x5 = 180 Totaal = = 1800 cm 3. Letter N: 6x30x5 = 900 (2x) 12x9x5 = 540 (middenstuk is parallellogram). Totaal = = 2340 cm A. Lengte twee halve cirkels = dxπ = 68xπ = 213,63 m. Totale lengte = ,63 = 373,63 m. B. Lengte twee halve cirkels = dxπ = 88xπ = 276,46 m. Totale lengte = ,46 = 436,46 m. C. Opp grote cirkel = rxrxπ = 44x44xπ = 6082,12 m 2. Opp kleine cirkel = rxrxπ = 34x34xπ = 3631,68 m 2. Opp recht stuk = bxh = 80x10 = 800 m 2. Totale oppervlakte = 6082, , = 4050,44 m A. Opp parallellogram = bxh = 13x11 = 143. Opp parallellogram is ook bxh = 24xCE = 143. Hieruit volgt CE = 143:24 = 5,96. B. PS = 20 (stelling); opp driehoek = bxh:2 = 30x20:2 = 300. Maar ook opp driehoek = bxh:2 = 25xRT:2 = 300. Hieruit volgt RT = A. Doos A is 4 cm breed, 6 cm lang en 60 cm hoog. Voor de voorkant heb je lxh = 4x60 = 240 cm 2 nodig. Voor de achterkant heb je ook 240 cm 2 nodig. Voor de zijkant heb je bxh = 6x60 = 360 cm 2 nodig. Voor de andere zijkant heb je ook 360 cm 2 nodig. Voor de onderkant heb je lxb = 4x6 = 24 cm 2 nodig. Voor de bovenkant heb je ook 24 cm 2 nodig. In totaal heb je 1248 cm 2 karton nodig. B. Doos B is 24 cm bij 6 cm bij 10 cm. Je hebt nodig = 888 cm 2. Doos C is 4 bij 36 bij 10 cm. Je hebt nodig = 1088 cm 2. Voor Doos B heb je het minste karton nodig. C. Zet 3 pakken naast elkaar en 2 pakken achter elkaar.
11 Je krijgt dan een doos van 12 cm bij 12 cm bij 10 cm. Daarvoor is slechts = 768 cm 2 nodig. 10. A. Opp = rxrxπ = 10x10xπ = 314,16 cm 2. B. Inhoud = rxrxπxh = 19,63x27,5 = 539,83 cm 3 (539,96). 11. A. Inhoud = rxrxπxh = 4,3x4,3xπx10 = 580,88 cm 3 = 0,58 liter. B. Omtrek bovenkant = lengte etiket = dxπ = 8,6xπ = 27,02 cm. Breedte etiket = 10 cm; opp etiket = (dxπ)xh = 27,02x10 = 270,20 cm 2 (270,18). C. De inhoud wordt dan 3x0,58 = 1,74 liter. D. De inhoud wordt dan 2,5x2,5x 0,58 = 3,63 liter. 12. Lengte etiket = omtrek blik = 28. Diameter = 28:π = 8,91 cm. Straal = 4,46 cm. Inhoud = rxrxπxh = 4,46x4,46xπx18 = 1124,84 cm 3 (1123,00). of: Lengte etiket = omtrek blik = 18. Diameter = 18:π = 5,73 cm. Straal = 2,86 cm. Inhoud = rxrxπxh = 2,86x2,86xπx28 = 719,52 cm 3 (721,93). 13. Hoogte gelijkzijdige driehoek 57,16 (stelling). Oppervlakte van deze driehoek = bxh:2 = 66x57,16:2 = 1886,28 (1886,20). Oppervlakte halve cirkel = rxrxπ:2 = 15x15xπ:2 = 353,43. De cirkelpunten hebben hoeken van 60 o (het is dus 1 / 6 deel van een cirkel). Oppervlakte cirkelpunt = rxrxπ:6 = 12x12xπ:6 = 75,40. Oppervlakte donkere gedeelte = 1886,28-3x353,43-3x75,40 = 599,79 cm 2 (599,72). 14. Letter W: Je kunt de voorkant verdelen in 2 parallellogrammen en 3 driehoeken.
12 Oppervlakte parallellogram = bxh = 6x24 = 144. Oppervlakte kleine driehoek = bxh:2 = 8x6:2 = 24. Basis grotere driehoek = 6+4 = 10. Oppervlakte grotere driehoek = bxh:2 = 10x10:2 = 50. Totale oppervlakte = = 412. Inhoud = 412x5 = 2060 cm Oppervlakte 1: ,5 = 4,5. Oppervlakte 2: = 12. Oppervlakte 3: 8-0,5-0,5-1,5-1,5 = 4. Oppervlakte 4: 12-1,5-1,5 = 9. Oppervlakte 5: = 5. Oppervlakte 6: rxrxπ = 1,5x1,5xπ = 7, Oppervlakte 1: ,5 = 8,5. Oppervlakte 2: ,5-1-1,5 = 16. Oppervlakte 3: 9-1,5-1,5 = 6. Oppervlakte 4: = 8. Oppervlakte 5: 27-4,5-3,5-2-2 = De oppervlakte van driehoek I = 16x14:2 = 112 cm 2. De oppervlakte van driehoek II = 15x27:2 = 202,5 cm 2. De oppervlakte van driehoek III = 110x63:2 = 3465 cm 2. De oppervlakte van parallellogram I = 32x36 = 1152 cm 2. De oppervlakte van parallellogram II = 9x12 = 108 cm 2. De oppervlakte van parallellogram III = 37x15 = 555 cm 2
4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8
Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO 0 INTRO A: + 6 = 0 B: C: 8 D: 8 DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0 Daar gaan twee halve
Nadere informatie15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.
Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde
Nadere informatieHoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO
Hoofdstuk OPPERVLAKTE A: +6=0 B: C: 8 D: 8.0 INTRO. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve rechthoeken
Nadere informatieHoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO
Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO.0 INTRO A: +6=0 B: C: 8 D: 8. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM 5 a Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve
Nadere informatie6.1 Rechthoekige driehoeken [1]
6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;
Nadere informatie1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.
Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatie16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1
Hoofdstuk OPPERVLAKTE HAVO 5 a De rechthoeken zijn bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers.. INTRO Oppervlakte snelweg = 0 km 8 m = 0.000 m 8 m = 360.000 m. Zijde vierkant = 360. 000 = 600
Nadere informatie8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]
8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatie6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2
Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a c d e 1 Voorkennis D C B N A K L Vierhoek ABCD is een vierkant. Vierhoek KLMN is een rechthoek en vierhoek PQRS is een parallellogram. De oppervlakte van vierhoek KLMN is 7 3 4 = 8 roostervierkantjes.
Nadere informatieHoofdstuk 8 - Ruimtefiguren
Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm
Nadere informatieSymmetrie en oppervlakte
Symmetrie en oppervlakte Hoofdstuk 5 1 a logoen4 /d 1 1 1 313 414 c logo 1: 180 logo : 180 logo 3: 90 logo 4: 90 d alle logo s zijn puntsymmetrisch 6 a a lijnsymmetrisch draaisymmetrisch puntsymmetrisch
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1
Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS VWO 17.0 INTRO 1 b C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine zijde van een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden van 3 en 4 cm is. Dus alle vier de zijden
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Extra oefening - Basis B- Van ABC is de asis BC = en de hoogte AD =. De oppervlakte van ABC is : = 9. Van KLM is de asis KM = 5 + 9 = en de hoogte NL. B-a KN = 5 NL = KL = 5 + 69 NL = = De oppervlakte
Nadere informatieHoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen
Kern Vlakke figuren a Rechthoek, parallellogram, driehoek Oppervlakte rechthoek = lengte reedte = d Oppervlakte parallellogram = lengte hoogte = d Oppervlakte driehoek = asis hoogte = d a Knip de parallellogram
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatie3 maximumscore 6 De hoogte van het grondvlak van het prisma met de stelling van Pythagoras berekenen: (10. 1 x 8,6 x 10= ) 43,30 (cm 2 ) 1
BEOORDELINGSMODEL vmbo wiskunde 003 tijdvak. SFEERLICHT maximumscore 60( ) maximumscore 3 De oppervlakte van het grondvlak van het ronde gat is (π x,9 =),34 (cm ) De inhoud van het ronde gat is (, x,34
Nadere informatied = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2
H17 PYTHAGORAS 17.1 INTRO 1 b c d 1 4 4 = 8 cm 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine
Nadere informatieWiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7
Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar - Periode Meetkunde oofdstuk t/m 7 oofdstuk. a). a). a) opp. = ribbe ribbe = ribbe = 8 cm inh. = ribbe ribbe ribbe = ribbe =.78 cm opp. = 00 0 + 0 + 00 = 7.900 cm inh. =
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieoppervlakte grondvlak hoogte
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatie21 Oppervlakte. oppervlakte parallellogram = = 750. Noem de lengte van de lange zijde x, dan oppervlakte parallellogram = 20x
2 Oppervlakte 3 32 2 oppervlakte parallellogram = 25 30 = 750 Noem de lengte van de lange zijde, dan oppervlakte parallellogram = 20 Dus 20 = 750, dus = 37. 45 Oppervlakte kwartcirkel = 3 π 2 2 = π Oppervlakte
Nadere informatieOefenopgaven Stelling van Pythagoras.
Oefenopgaven Stelling van Pythagoras. 1. Teken een assenstelsel met daarin de punten A(2,5), B(5,2) en C(9,6). A. Bereken AB, BC en CD. B. Laat door middel van berekening zien dat hoek B van driehoek ABC
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMO-GL en TL 2007 tijdvak 1 woensdag 30 mei 13.30-15.30 uur wiskunde SE GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten
Nadere informatieHoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.
Hoofdstuk boek havo b Oppervlakte en inhoud.. Vlakke figuren, oppervlakte.. Het halve cirkeltje boven past precies in het halve cirkeltje onder, dan komt er een rechthoek met breedte en lengte 4 + + +
Nadere informatieEindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk - Gelijkvormigheid Voorkennis V-1a /A = 74, /B 1 = 18 en /D 1 = 88 /A + /B 1 + /D 1 = 74 + 18 + 88 = 180 c /B = 104, /C = 55 en /D = 1 d /B = /B 1 + /B = 18 + 104 = 1 en /D = /D 1 + /D = 88 +
Nadere informatieDriehoeken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/74268
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 May 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74268 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
58 Voorkennis V-1a /A 5 74, /B 1 5 18 en /D 1 5 88 /A 1 /B 1 1 /D 1 5 74 1 18 1 88 5 180 c /B 2 5 104, /C 5 55 en /D 2 5 21 d /B 5 /B 1 1 /B 2 5 18 1 104 5 122 en /D 5 /D 1 1 /D 2 5 88 1 21 5 109, dus
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel VMBO GL/TL 2008-I Vraag Antwoord Scores Golfbaan maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieTeken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.
Deze toets bestaat uit 11 opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 2 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting
Nadere informatie1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm
Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieOppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren
4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken
Nadere informatieoppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte
Examen Wiskunde VMBO-GL en TL 2007 wiskunde CSE GL GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieLuc Gheysens - Extremumvraagstukken p.1
EXTREMUMVRAAGSTUKKEN 1 Bepaal twee getallen x en y waarvan de som 144 is en waarvoor het product maximaal is. En voor welke waarden is het product x 3. y 2 maximaal? 2 Aan de vier hoeken van een vierkantig
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten
Nadere informatie7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3.
Deze toets bestaat uit 10+ opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 8 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting
Nadere informatieOefenopgaven vergroten en verkleinen
Oefenopgaven vergroten en verkleinen 1. Van een rechthoek ABCD zijn de zijden 7 en 11 cm. Rechthoek KLMN is een vergroting van rechthoek ABCD met factor 1,5. A. Bereken de zijden van rechthoek KLMN. B.
Nadere informatieHoofdstuk 4: Meetkunde
Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieBlok 4 - Vaardigheden
lok - Vaardigheden Extra oefening - asis -a Het hellingsgetal is 60 = = 0,065. -a De hellingshoek is tan (0,065),6. c De hellingshoek van Raymond is tan ( 60 c 960 tan = geeft tan 6 = 600 = 600 tan 6 9
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2017 tijdvak 1 woensdag 17 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieExamenopgaven VMBO-GL en TL 2003
Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-1.30 uur WISKUNDE CSE GL EN TL WISKUNDE VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een uitwerkboekje. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen
Nadere informatiehandleiding pagina s 994 tot 1004 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde 919 2 Werkboek 3 Posters
week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 994 tot 1004 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 808: tijd, afstand, snelheid pagina 840: oppervlakte berekenen (omstructureren)
Nadere informatieBij het beantwoorden van de vragen 1 tot en met 4 kun je de formule gebruiken.
Volleybal 1m 1e achterlijn net 2 e achterlijn Marit maakt een werkstuk over volleyballen. Op de foto hierboven zie je hoe Marit een bal onderhands wegslaat. In de tekening ernaast zie je de baan van de
Nadere informatieDocentenhandleiding Wiskonopoly
Docentenhandleiding Wiskonopoly Benodigdheden buiten speelbord en bijgevoegde kaarten per spel. 2 dobbelstenen 4 speelstukken (lopers) strijkkralen kompasroos Uitrekenpapier Per spel een soort geldbiljetten
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VWO 8 tijdvak woensdag 8 juni 3.3-6.3 uur wiskunde B, Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieOplossingen. b) arctan( 4. c) arctan( AC = 4 2, AS = 2 2, NT = 34 (= 2 17), ST = 32 = 4 2 a) 2 arcsin( 2 2
Voorkennis: Goniometrische verhoudingen De officiële benaming voor de inverse van sinus, op je rekenmachine sin 1 is boogsinus, afgekort als arcsin, voor cos 1 : boogcosinus arccos, voor tan 1 : boogtangens
Nadere informatie04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen
hoofdstuk 0 eetkunde bladzijde 06 e schuine muren aan de benedenkant van de woning. e vloeren en de plafonds zijn regelmatige zeshoeken of regelmatige driehoeken. ovenaanzicht:. Uitslagen bladzijde 08
Nadere informatie14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:
14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64
Nadere informatie5,7. Praktische-opdracht door N woorden 4 mei keer beoordeeld
Praktische-opdracht door N. 3292 woorden 4 mei 2001 5,7 175 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding en probleemstelling De laatste jaren hoor je steeds meer over fabrikanten die proberen hun verpakkingen
Nadere informatieExamen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen.
Nadere informatieBij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo
Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,
Nadere informatieHoofdstuk 21 Oppervlakte 21.0 INTRO
Hoofdstuk Oppervlakte.0 INTRO ls voorbeeld de oppervlakte van : e geblokte rectoek eeft oppervlakte 5 = 0. aar gaan twee alve rectoeken vanaf, één met oppervlakte 5 = 5 en de ander met oppervlakte 5 =
Nadere informatiesfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur.
SFEERLICHT Op de foto hieronder zie je een houder waarin een sfeerlichtje zit Deze sfeerlichthouder heeft de vorm van een prisma met een gelijkzijdige driehoek als grondvlak 2p 1 Op de foto hieronder zie
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatieSoorten lijnen. Soorten rechten
Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk
Nadere informatiepythagoras handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek pythagoras
inhoudsopgave 1 de grote lijn applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn De oppervlakte van rechthoekige driehoeken. Van een
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op
Nadere informatieOefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3
Oefentoets Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (017/018) Periode: 3 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine en een tabellenboekje is toegestaan. Geef je antwoord alljd
Nadere informatietafel, inclusief de speelruimte, te plaatsen, volgens het advies van de leverancier afgerond 31 m 2 is.
Tafeltennistafel Op de foto hiernaast staat een betonnen tafeltennistafel voor buiten. De tafel bestaat uit 2 onderdelen: een cilindervormige poot en een blad dat hierop bevestigd is. Het massieve blad
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
xamen VMO-GL en TL 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CS GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten
Nadere informatieWiskunde Opdrachten Pythagoras
Wiskunde Opdrachten Pythagoras Opdracht 1. Teken een assenstelsel met daarin de punten A(2,5), B(5,2) en C(9,6). A. Bereken AB, BC en AC. B. Laat door middel van berekening zien dat hoek B van driehoek
Nadere informatieHoofdstuk 8 - Ruimtefiguren
Voorkennis V-1a De oppervlakte van ABC is 12 5 : 2 = 0 m 2. zijde kwadraat AB = 12 144 AC = 5 BC = 25 169 d BC = 169 = 1 m De omtrek van ABC is 5 12 1 = 0 m. BD = 12 4 = 8 m De oppervlakte van BCD is 8
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : 2754 1 De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1
Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 00 - I Beoordelingsmodel Stappenteller maximumscore De staplengte is 600 : 754 De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) ( 0,58 meter) Als het antwoord in meters gegeven
Nadere informatie4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden
4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatieOpgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000
Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000 VBO en MAVO Klas 3 en 4 Vragen 1 t/m 10: voor elk goed antwoord +3 punten, voor elk fout antwoord -¾ punt. 1. Hiernaast zie je drie aanzichten (voor, boven, links)
Nadere informatieWiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde
Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde Vierhoeken Vierkant Rechthoek Parallellogram Ruit Trapezium Vlieger Vierhoek 1. Vierkant D zijde zijde Een vierkant is een vierhoek met vier rechte hoeken én vier
Nadere informatie7 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 29, 31,
Hoofdstuk.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7 of 5
Nadere informatie2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte
H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II
Eindeamen wiskunde B- vwo 008-II Een zwaartepunt Van een cirkelschijf met middelpunt (0, 0) en straal is het kwart getekend dat in het eerste kwadrant ligt. De cirkelboog is de grafiek van de functie f
Nadere informatieHoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras
Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We
Nadere informatieDe arbelos. 1 Definitie
De arbelos 1 Definitie De arbelos is een meetkundige figuur die bestaat uit drie aan elkaar rakende halve cirkels. De raakpunten liggen op een lijn. In onderstaande tekening is de arbelos de paarse figuur.
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II
Eindeamen wiskunde B- vwo 8-II Een zwaartepunt Van een cirkelschijf met middelpunt (, ) en straal is het kwart getekend dat in het eerste kwadrant ligt. De cirkelboog is de grafiek van de functie f die
Nadere informatiex = 12 of x = -12 x = 5 of x = -5 x = 5 of x = -7 x = 7 of x = x = 2 15 a x(x + 10) = 600 b x = 20 meter 16 x(x + 5) = 24, dus x = 3
Hoofdstuk VWO.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7
Nadere informatieProefwerk VMBO-T3 : Hoofdstuk 6 Oppervlakte en Inhoud Berekening niet opschrijven is altijd fout!! Succes
Proefwerk VMBO-T3 : Hoofdstuk 6 Oppervlakte en Inhoud Berekening niet opschrijven is altijd fout!! Succes Opdracht 1 Bereken de oppervlakte van de volgende figuren. Schrijf je berekening op. LT OP: Je
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 72 punten te behalen.
Nadere informatie4.1 Rekenen met wortels [1]
4.1 Rekenen met wortels [1] Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B 3) A 2 A Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.1 Rekenen met wortels [1] Voorbeeld 3:
Nadere informatie10 a A 0, 2 km b B 101, 5,1 km. 11 a A 40, 15 km b B 60, 25 km C 270, 15 km D 138, 20 km. 15 a 65 b a 60 b C. 17 a. c Q
Vlakke meetkunde a in het noorden a Oranjeplein ze loopt in westelijke richting en gaat ij het kruispunt rechtsaf de kardinaal Van Rossumstraat in a richting noord koers noord-oost 0 a 0, km 0,, km a 0,
Nadere informatieDoorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74250
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 mei 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74250 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatiePienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7
Extra oefeningen hoofdstuk 7: Vlakke figuren 1 Teken binnen een cirkel met straal 6 cm een tweede cirkel met straal 2 cm. Wat is de kleinste en wat is de grootst mogelijke afstand tussen beide middelpunten?
Nadere informatieCijfer=aantal behaalde punten : 48 x 9 + 1
Vestiging Westplas Mavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S05 herkansing toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 48 punten cesuur : 24 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatiewiskunde B havo 2016-I
wiskunde B havo 06-I Blokkendoos maimumscore De inhoud van de vier cilinders samen is π,5 0 = 50π ( 5) (cm ) De inhoud van de binnenruimte van de doos is ( 0 5 5 =) 50 (cm ) De inhoud van de overige blokken
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 009 tijdvak woensdag 4 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a d e 128 Voorkennis D C B N A K L Vierhoek ABCD is een vierkant. Vierhoek KLMN is een rehthoek en vierhoek PQRS is een parallellogram. De oppervlakte van vierhoek KLMN is 7 3 4 5 28 roostervierkantjes.
Nadere informatieEstafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en
26 e Wiskundetoernooi Estafette 2017 Uitwerking opgave 1 Noem het getal dat gevormd wordt door de laatste twee cijfers van het geboortejaar van rnoud a en de leeftijd van rnoud b. Dan is a + b = 2017 1900
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatie2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]
2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatie