5,7. Praktische-opdracht door N woorden 4 mei keer beoordeeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "5,7. Praktische-opdracht door N woorden 4 mei keer beoordeeld"

Transcriptie

1 Praktische-opdracht door N woorden 4 mei ,7 175 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding en probleemstelling De laatste jaren hoor je steeds meer over fabrikanten die proberen hun verpakkingen milieuvriendelijker te maken. Dat kan door de vorm van de verpakking te veranderen. De verhouding tussen de oppervlakte en de inhoud is niet bij elke vorm hetzelfde. Soms helpt het ook om andere materialen te gebruiken die minder schadelijk zijn voor het milieu. Een kleinere oppervlakte bij dezelfde inhoud is niet alleen beter voor het milieu, maar ook goedkoper voor de fabrikant. Wij gaan de verpakkingen opdelen in wiskundige figuren waarvan we de formules voor de oppervlakte en de inhoud bepalen. Soms verwaarlozen we daarbij een klein gedeelte van de oppervlakte en de inhoud (bijvoorbeeld de oppervlakte van de dop van een cola fles is erg klein en door zijn vorm moeilijk te berekenen). Onze onderzoeksvraag is: Hoe economisch is een verpakking van een bepaalde vorm? We delen daarvoor de oppervlakte door de inhoud, die we eerst allebei berekend hebben. Behalve de standaard wiskundige vormen, berekenen we ook de oppervlakte en inhoud van combinatie van verschillende wiskundige vormen. Ook willen we de oppervlakte en inhoud van een soort cilinder met een zeshoekige bodem berekenen. Dat is meteen ons extraatje. Fabrikanten kiezen niet altijd de meest economische verpakkingen, ook de vorm is belangrijk. Is het makkelijk te vervoeren? Ziet het er luxe uit? Wekt de vorm de suggestie dat er meer inzit dat er werkelijk inzit? Dure artikelen hebben vaak ook een aparte vorm om de aandacht te trekken. Wij vinden dat fabrikanten gedwongen moeten worden om artikelen zo economisch mogelijk te verpakken. Het milieu lijdt onder de grote berg afval. Zwerfafval kan opgelost worden met bijvoorbeeld statiegeldflessen of navulverpakkingen. Ook mosterdpotjes die na gebruik als glas te gebruiken zijn, is een goed idee. Inleiding bij de opdrachten In de volgende 5 pagina s geven we de algemene formules van bekende lichamen, zoals kubus, balk piramide, enzovoort. Daarbij staan de beschrijvingen hoe we aan die formules gekomen zijn. We hebben iedere ribbe een letter gegeven, bijvoorbeeld x. Als een of meer ribben een andere lengte hebben moeten we ze een andere naam geven. Dus bijvoorbeeld y of een andere letter. Dit is bij de overige figuren het geval: daar hebben we dan ook andere letters gebruikt: x, y, z, h, t, d, s. h kun je opmeten maar is erg lastig, en d kun je al helemaal niet meten omdat die zich binnenin een lichaam bevindt. Die moet je dus berekenen, en de berekening daarvan staat beschreven en uitgelegd bij de appendix, op pagina De sterretjes (*) die je in ons verslag ziet zijn vermenigvuldigingstekens. Pagina 1 van 12

2 Kubus Opp: 6x2 Inh: x3 Een kubus wordt gevormd door 12 ribben van gelijke lengte. Omdat ze een gelijke lengte hebben, kunnen we ze allemaal x noemen. De oppervlakte van een vierkant wordt berekend met de algemene formule: lengte * breedte. Een kubus heeft zes gelijke vierkanten die de oppervlakte ervan vormen. Zo wordt de formule van de oppervlakte van een kubus: 6 * lengte * breedte. De formule wordt dan: 6 * x * x dus: 6 * x2 De inhoud van een kubus wordt berekend met de algemene formule: lengte * breedte * hoogte (of diepte). De formule van de oppervlakte wordt dan: x * x * x oftewel: x3 Balk Opp: 2xy + 2yz + 2xz Inh: xyz Van een balk hoeven niet alle ribben een gelijke lengte te hebben. Alleen de ribben die evenwijdig zijn aan elkaar hebben een gelijke lengte. Zo noemen we de lengte van de balk x, de breedte y en de hoogte/diepte z. Een balk heeft, net als een kubus, zes vlakken. Als men daar de oppervlaktes van berekent (lengte * breedte) en die bij elkaar optelt, is de oppervlakte van de hele balk berekend. Zoals de ribben die evenwijdig aan elkaar zijn een gelijke lengte hebben, zo hebben de vlakken van de balk die evenwijdig aan elkaar zijn, een gelijke oppervlakte. Zo zijn er twee oppervlaktes x * y, twee oppervlaktes y * z en twee oppervlaktes x * z. Als je deze optelt kom je uit bij: 2xy + 2yz + 2xz. Dit is dus de formule van de oppervlakte van de balk. De voor de inhoud van een balk geldt dezelfde formule als voor de inhoud van een kubus, namelijk lengte * breedte * hoogte (of diepte). De formule: x * y * z, dus xyz Prisma Opp: xh + 3zy Inh : ½ xhz We noemen de zijden van het grondvlak van de prisma x en z, de schuine zijde y en de hoogte (gemeten Pagina 2 van 12

3 vanaf het grondvlak van de prisma recht omhoog naar de top) h. Om de oppervlakte te berekenen moet je weer alle oppervlaktes van de zijden bij elkaar optellen. We beginnen met de driehoek: de formule voor de oppervlakte van een driehoek is ½ * basis * hoogte. Als je de driehoek op de lijn van h doormidden snijdt, en die omgekeerd weer tegen elkaar aanplakt, heb je een rechthoek: De oppervlakte van deze rechthoek is dan: ½ basis (van de driehoek die je ervoor had) * hoogte (van de vroegere driehoek). Vandaar ½ * basis * hoogte. Dan blijven de rechthoekige zijdes nog over: y * z. Er zijn twee driehoeken en drie rechthoekige zijdes, de formule wordt dus: 2 * ½ * x (basis) * h + 3 * z * y. Dus: xh + 3yz. Voor de inhoud van een prisma geldt: oppervlakte van het grondvlak * hoogte (of diepte). We nemen de driehoek als grondvlak, en als hoogte/diepte de ribbe die we z genoemd hebben. Dus: oppervlakte driehoek * y dan wordt de uiteindelijke formule: ½xhz. Zie voor h weer de appendix Piramide 4-zijdig Opp: 2xh + x2 Inh: 1/3x2d We noemen de zijde van het grondvlak x, de ribben van de schuine zijden y en de denkbeeldige lijn vanuit het midden van ribbe x schuin omhoog naar de top: h en de (ook denkbeeldige) lijn die vanuit het middelpunt van het grondvlak recht omhoog gaat d, deze laatste geeft de hoogte van de piramide aan. Om de oppervlakte te berekenen moeten we weer de oppervlaktes van alle vlakken bij elkaar optellen. We beginnen weer met de driehoekige schuine zijde. Hiervan zijn er vier gelijke. De oppervlakte hiervan is ½ * x * h. Dan de oppervlakte van het grondvlak nog: die is lengte * breedte, dus x * x. Nu wordt de formule dus: 4 * ½ * x * h + x * x Dit wordt dan weer: 2xh + x2. Kijk voor h weer bij de appendix. De algemene formule van de inhoud van een piramide geldt als volgt: 1/3 * oppervlakte grondvlak * hoogte. Met de hoogte bedoelen we hier d. Deze staat hierboven beschreven en in het tekeningetje getekend hoe hij loopt. d is weer te berekenen met de appendix: let wel op dat in dit geval de basis x is en de schuine lijn is h. De inhoud wordt dus: 1/3 * x * x * d, dus 1/3x2d. tetraëder Pagina 3 van 12

4 Opp: 2xh Inh: 1/6xhd We noemen de ribben van het lichaam (gelijkzijdige driehoeken, maar dat hebben we niet zo getekend omdat het dan te onduidelijk werd) x, we noemen de lijn in het grondvlak die van een punt van de gelijkzijdige driehoek naar het midden van de tegenoverliggende ribbe (x) loopt h, dit is de hoogte ven de gelijkzijdige driehoek, en als laatste noemen we de denkbeeldige lijn die loopt van het midden van het grondvlak (ook het midden van h) naar de top van de tetraëder d. We moeten wederom de oppervlaktes van de 4 vlakken bij elkaar optellen. Aangezien alle vlakken gelijke gelijkzijdige driehoeken zijn is het niet zo moeilijk: ½ * basis * hoogte dus 4 * ½ * x * h Dus de oppervlakte van de hele tetraëder is dus: 2xh De inhoud wordt bij een piramide, wat ook staat bij de berekening van de inhoud van de 4-zijdige piramide, met de formule: 1/3 * oppervlakte grondvlak * hoogte. De oppervlakte van het grondvlak hebben we hierboven al berekend: ½xh. De hoogte hebben we d genoemd, voor de berekening van h en d: zie de berekening van de inhoud van de 4-zijdige piramide en de appendix De formule wordt dus: 1/3 * ½ * x * h * d. Dit wordt: 1/6xhd. Cilinder Opp: 2pr2 + 2prh Inh: pr2h De hoogte van de cilinder noemen we h, en de straal r. de straal loopt vanaf het midden van de cirkelrechtstreeks naar de buitenkant van de cilinder. Voor de oppervlakte moeten we de boven- en de onderkant (twee maal dezelfde cirkel) van de cilinder optellen bij de oppervlakte van de mantel: als je de cilinder in de lengte op h doorsnijdt en daarna de mantel uitvouwt, krijg je een rechthoek, en de oppervlakte van deze rechthoek uitrekenen is dan niet meer zo moeilijk. De breedte van de rechthoek is h, de lengte van de rechthoek is de omtrek van de cirkel aan de onder- en bovenkant van de cilinder. De omtrek van een cirkel bereken je met de formule: 2pr. De oppervlakte van de mantel wordt dan: h * 2pr. De oppervlakte van de onder- en bovenkant van de cilinder bereken je met de formule: pr2. Je hebt twee cirkels dus: 2pr2. De hele oppervlakte wordt dan: 2pr2 + 2prh. De inhoud van een cilinder bereken je met dezelfde formule als die van de prisma: oppervlakte grondvlak * hoogte. De oppervlakte van het grondvlak hebben we hierboven al gegeven: pr2. De hoogte blijft gewoon h. De formule voor de inhoud wordt dus: pr2 * h dus: pr2h. Pagina 4 van 12

5 Kegel Opp: pr2 + pry Inh: 1/3pr2h De kegel heeft niet zoveel ribben die je moet benoemen. Allereerst is er het grondvlak: een cirkel, waarvan we de straal r noemen. De schuin lopende lijn van het grondvlak naar de top noemen we y, dit is de beschrijvende lijn. De hoogte (vanaf het beginpunt van de straal tot aan de top) noemen we h. De mantel, als je hem openknipt en uitrolt, is een onvolledige cirkel. Volgens de stelling van Pythagoras is y = Ö( r2 + h2). De formule van de oppervlakte van de mantel is: pry. De oppervlakte van het grondvlak is: pr2. Samen is dat dus: pr2 + pry. Weer geldt: inhoud = 1/3 * oppervlakte grondvlak * hoogte. Dus: 1/3 * pr2 * h wordt 1/3pr2h. De formules hierboven hebben we met het polytechnisch zakboekje bepaald. Bol Opp: 4pr2 Inh: 4/3pr3 Bij de bol zijn er nog minder lijnen die je kunt benoemen, namelijk maar één, en dat is de straal, die we natuurlijk weer r noemen. Dat maakt dat de formule er ook niet zo ingewikkeld uitziet. De formule van de oppervlakte wordt dan ook: 4pr2. De algemene formule van de inhoud van een bol ziet er als volgt uit: 4/3pr3. Met deze formules heeft het polytechnisch zakboekje ons wat geholpen. Opdracht Afgeknotte cirkelkegel Groene Zwitserse kaas De volgende waarden heb ik allemaal opgemeten. R = straal grondvlak = 3,25 cm r = straal bovenvlak = 2,5 cm s = beschrijvende lijn = 7,5 cm h = hoogte = 7 cm Pagina 5 van 12

6 De formules van de inhoud en oppervlakte van een afgeknotte cirkelkegel heb ik uit het polytechnisch zakboekje gehaald. De oppervlaktes heb ik eerst bij elkaar opgeteld en vervolgens bij elkaar opgeteld. Hoe economisch is deze verpakking? Halve bol Paturain kruidenkaas r = straal = 4cm Deze verpakking is een halve bol. Hiervoor heb ik dus de formule voor een bol *0,5 nodig. Ik heb voor de oppervlakte apart de oppervlakte voor het deksel uitgerekend. Die heb ik weer bij elkaar opgeteld. Hoe economisch is deze verpakking? Afgeknotte piramide Goudkuipje h = hoogte = 3cm s = beschrijvende lijn = 3,5cm dg = diameter grondvlak = 5,5cm db = diameter bovenvlak = 6,5cm rg = straal grondvlak = 2,75cm rb = straal bovenvlak = 3,25cm Wat was de hoogte als de piramide niet afgeknot was geweest? 3,25-2,75=0,5cm stijging per 3cm. 2,75: 0,5= 5,5 5,5*3=16,5 cm hoger. 16,5+3=19,5cm Inhoud van de totale piramide: Inhoud van het gedeelte dat afgeknot is: Inhoud van goudkuipje is dan =109cm3. Hoe economisch is deze verpakking? Combinatie van kegel en cilinder fles coca cola Ik heb de volgende maten gemeten : o = omtrek = 29,5cm d = diameter = 9cm r = straal = 4,5cm ht = totale hoogte = 32cm hc = hoogte cilinder = 21cm hk = hoogte kegel = 11cm s = beschrijvende lijn = 8cm Ik heb de fles verdeeld in een cilinder onder en een kegel boven. Daarom heb ik veel losse berekeningen Pagina 6 van 12

7 moeten maken, die ik later weer bij elkaar opgeteld heb. De formules heb ik niet meer uitgeschreven, maar meteen ingevuld, omdat anders de formules te lang werden. Hoe economisch is deze verpakking? Combinatie van piramide en cilinder Maggi saus De volgende maten heb ik gemeten: dg = diameter grondvlak = 4,5cm rg = straal grondvlak = 2,25cm db = diameter bovenkant piramide = 6cm rb = straal bovenkant piramide = 3cm dc = diameter cilinder = 2,5cm rc = straal cilinder = 1,25cm hc = hoogte cilinder = 5,5cm hp = hoogte piramide = 8,5cm s = beschrijvende lijn piramide = 9,5cm 3-2,25=0,75cm 0,75 in 8,5 cm Nog 2,25cm te gaan 2,25:0,75=3 3*8,5=25.5cm erbij hoogte totale piramide=25,5+8,5=34cm Ik heb het maggiflesje opgedeeld in een afgeknotte piramide en een cilinder. Die bereken ik afzonderlijk en tel ik daarna bij elkaar op. Hoe economisch is deze verpakking? cilinder met zeshoekig grondvlak langnese bijenhoning x = 3cm r = straal = 2,25cm h = hoogte = 8,5cm Om de oppervlakte van 1 driehoek te bepalen, reken ik eerst de hoogte van de driehoek uit. Hiermee kan ik de oppervlakte berekenen. Hiermee bereken ik de oppervlakte van de zijkanten. Hoe economisch is deze verpakking? Prisma Toblerone x = 6 cm Pagina 7 van 12

8 z = 30,6 cm h = 5,2 Oppervlakte = xh + 3zy = 6 * 5,2 + 30,6 * 6 = 370,8 cm2 Inhoud= ½xhz = ½ * 6 * 5,2 * 30,6 = 477,36 cm3 Oppervlakte/inhoud = 0,78 Cilinder Caotina-bus (Zwitserse chocolademelk) h = 17,5 r = 4,8 Oppervlakte = 2pr2 + 2prh = 2p* 4,82 + 2p * 4,8 * 17,5 = 672,55 cm2 Inhoud = pr2h = p * 4,82 * 17,5 = 1266,70 cm3 Oppervlakte/inhoud = 0,53 Poedersuikerbus r = 3 cm h = 19,5 cm Oppervlakte = 2pr2 + 2prh = 2p* p * 3 * 19,5 = 424,12 cm2 Inhoud = pr2h = p * 32 * 19,5 = 551,35 cm3 Oppervlakte/inhoud = 0,77 Tetraëder Spelling-piramide x = 11,5 h = 8,9 d = ½hÖ(3) (zie appendix) Oppervlakte = 2xh = 2 * 11,5 * 8,9 = 204,70 cm2 Inhoud = 1/6xhd = 1/6 * 11,5 * 8,9 * ½ * 8,9 * Ö(3) = 131,48 cm3 Oppervlakte/inhoud = 1,56 Balk Tea-for-one doosje x = 6 y = 6,6 Pagina 8 van 12

9 z = 12,2 Oppervlakte = 2xy + 2zy + 2xz = 2 * 6 * 6,6 + 2 * 12,2 * 6,6 + 2 * 6 * 12,2 = 386,64 cm2 Inhoud = xyz = 6 * 6,6 * 12,2 = 483,12 cm3 Oppervlakte/inhoud = 0,80 Pak hagelslag x = 9,5 y = 16 z = 4 Oppervlakte = 2xy + 2zy + 2xz = 2 * 9,5 * * 4 * * 9,5 * 4 = 508,00 cm2 Inhoud = xyz = 9,5 * 16 * 4 = 608,00 cm3 Oppervlakte/inhoud = 0,84 Opdracht 3 Gegeven: Een cilinder heeft een inhoud van 1 liter (1000 cm2). Bereken de hoogte en de diameter waarbij een minimale hoeveelheid blik nodig is. Uitwerking: De algemene formule voor de inhoud van een cilinder: inhoud cilinder = p*r2*h De algemene formule voor het berekenen van de oppervlakte: oppervlakte cilinder = 2*p*R2+2*p*R*H Hierin staat R voor de straal van de cirkel. De straal is de helft van de diameter. H staat voor de hoogte van de cilinder. Ik weet de inhoud, dus dat kan ik invullen inde formule. 1000cm3 = p*r2*h Ik kan deze formule uitdrukken in H. H = 1000/(p*R2) Dit kan ik invullen in de formule voor de oppervlakte, zodat ik daarin nog maar 2 onbekende heb. Oppervlakte cilinder = 2*p*R2+2*p*R*(1000)/(p*R2) Dit kan ik invullen in mijn GR, samen met de formule voor de hoogte. Ik kijk dat waar de oppervlakte van de cilinder het kleinst is als hij positief is. Dat is bij de top van deze dalparabool. Dit reken ik precies uit met calc > minimum. Dat is het punt: (553,58;5,419) De X-as geeft de oppervlakte aan, dus die is minimaal 553,58 cm2. De Y-as geeft de straal aan, dus die is 5,419 cm. Ik moet de diameter weten. Pagina 9 van 12

10 diameter = 2*R = 2*5,419 = 10,838 cm De hoogte bereken ik door R in de vullen in de formule voor de hoogte: hoogte = 1000/(p*R2) = 1000/(p*5,419 2) = 10,84 cm Opdracht 4 Tetraëder Bij welke afmetingen is de oppervlakte zo klein mogelijk? Ik heb in vademecum voor de wiskunde de formules voor een tetraëder gevonden: x = een rib van de tetraëder. Deze formules voer ik in op mijn GR. In de tabel zoek ik uit bij welke x de inhoud 1000cm3 is. Als de inhoud 1000cm3 is, is x = 20,397cm. Dan kijk ik wat de oppervlakte is bij dezelfde x. Dan is de oppervlakte 720,6cm2. Er is bij deze inhoud geen andere oppervlakte mogelijk, dus dit is ook meteen het antwoord op de vraag Prisma We moeten berekenen wat een zo klein mogelijk oppervlak geeft bij een prisma met een inhoud van 1000 cm3. Bij de inleiding van de opdrachten staan de algemene formules van een prisma: Oppervlakte = xh + 3 zy Inhoud = ½ xhz Bij de appendix staat dat h = ½ xö(3) Inh = ½ xhz Inh = ½ x * ½ x Ö(3) * z 1000 = ¼ x2 * z * Ö(3) 4000 = x2zö(3) z = 4000 / (x2ö(3)) opp = x * h * 3xz opp = x * ½ xö(3) + 3x * (4000/x2Ö(3)) opp = ½ x2ö(3) + (3x * 4000) / ( x2ö(3)) x is ongelijk aan 0 dus: opp = ½ x2ö(3) + (3 * 4000) / (xö(3)) opp = ½ x2ö(3) / (xö(3)) Nu invoeren op GR en minimum zoeken: x = 7,37 opp = 141,05 z = 4000 / (x2ö(3)) z = 42,54 Conclusie Pagina 10 van 12

11 Hierin willen wij proberen antwoord te geven op de probleemstelling: Hoe economisch is een verpakking van een bepaalde vorm? We vergelijken daarom alle verpakkingen door de uit te rekenen hoeveel cm2 oppervlak elke verpakking per cm3 heeft. Hoe hoger dit getal, hoe oneconomischer de verpakking. Een afgeknotte cirkelkegel is heel erg oneconomisch. Met 4,66 is het de hoogste score. Ik denk dat deze vorm vooral wordt gebruikt om de aandacht van klanten te trekken en om er luxe ui te zien. Een halve bol is erg milieuvriendelijk. Met 0,94 is de oppervlakte zelfs kleiner dan de inhoud. Het is alleen geen handige vorm om overal toe te passen. Zo n verpakking neemt ook meer ruimte in dat een zonder ronde vormen. De afgeknotte piramide zit in de middenmoot. Het is geen overdreven opvallende vorm, maar met 1,44 is het een redelijk economische verpakking. Een fles coca-cola is heel erg economisch. Het is een combinatie van een cilinder en een kegel die makkelijk is bij het inschenken van de cola. Dit lage getal heeft waarschijnlijk ook te maken met de grote inhoud, waardoor de oppervlakte ook in vergelijking kleiner is dan bij een kleinere fles cola. Een maggifles heeft een erg mooie vorm en met 1 als eindresultaat is het ook erg economisch. Met 1,44 is de honingpot redelijk economisch en heet toch een aparte vorm. Een toblerone heeft een goede verpakking, want 0,78 is laag. Prisma s zijn ook nog redelijk stapelbaar, dus over die vorm is nagedacht. Ook de coatine-bus en de poedersuikerbus, beide cilinders, scoren met 0,53 en 0,77 goed. Alleen lijkt mij deze vorm bij het instapelen erg onhandig. Een spelling-piramide is minder goed. Met 1,56 behoort het tot de slechtere. Een tetraëder is een leuke vorm om te zien,maar niet erg praktisch. Tea-for-one is als balk redelijk economisch met 0,84. het is alleen geen originele vorm en is duidelijk ontworpen voor het praktische gebruik en niet om de originaliteit. Appendix Als het voorkomt dat men in het hiernaast staande geval h moet weten, kan men die als volgt berekenen: y De schuine hoek ( in dit geval y genoemd) wordt meestal h berekend met de stelling van Pythagoras, wat het volgende inhoudt (zie hiernaast) a2 + b2 = c2. ½ x Zo kunnen we verder gaan met het eerste geval: c b We berekenen het eerst bij een gelijkzijdige driehoek: c2 = b2 + a2 a x2 = h2 + (½x)2 x2 = h2 + ¼x h2 + ¼x2 = x2 x h2 = x2 ¼x2 h2 = ¾x2 Pagina 11 van 12

12 h = Ö(¾x2) x h = Ö(3 * ¼x2) h = Ö(3 (½x)2) h = ½xÖ(3) opp. = basis * hoogte opp. = ½ * h * x opp. = ½ * ½xÖ(3) * x opp. = ¼x2Ö(3) Nu gaan we het berekenen bij een ongelijkzijdige driehoek: c2 = a2 + b2 y2 = (½x)2 + h2 h2 = y2 ¼x2 h = Ö(y2 ¼x2) opp. = ½ * Ö(y2 ¼x2) * x y opp. = ½x * Ö(y2 ¼x2) x Bronvermelding & Literatuurlijst Polytechnisch zakboekje Vademecum van de wiskunde, Otto Teiler Tabellen en formules, exacte vakken voor het MTO Logboek: we hebben er per persoon ongeveer 25 uur aan besteed. In totaal dus 50 uur. Pagina 12 van 12

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] 8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande

Nadere informatie

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek. Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn

Nadere informatie

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken

Nadere informatie

Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.

Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. Oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder. 2. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. 3. A. Bereken

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud. Hoofdstuk boek havo b Oppervlakte en inhoud.. Vlakke figuren, oppervlakte.. Het halve cirkeltje boven past precies in het halve cirkeltje onder, dan komt er een rechthoek met breedte en lengte 4 + + +

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 4: Meetkunde Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren

Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren Wiskunde Leerjaar 1 - periode 3 Ruimtemeetkunde Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren A. Zeven verschillende ruimtefiguren Hieronder zie je zeven verschillende ruimtefiguren. De ruimtefiguren ontstaan

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten

Nadere informatie

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,

Nadere informatie

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74250

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74250 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 mei 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74250 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Antwoordmodel - In de ruimte

Antwoordmodel - In de ruimte Antwoordmodel - In de ruimte Vraag 1 Welke ruimtefiguren (of delen van) herken je op de volgende foto s? a Foto 1. Balk, prisma, cilinder en kubus. b Foto 2. Cilinder, balk, kubus en prisma c Foto 3. Balk,

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen Kern Vlakke figuren a Rechthoek, parallellogram, driehoek Oppervlakte rechthoek = lengte reedte = d Oppervlakte parallellogram = lengte hoogte = d Oppervlakte driehoek = asis hoogte = d a Knip de parallellogram

Nadere informatie

Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7

Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7 Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar - Periode Meetkunde oofdstuk t/m 7 oofdstuk. a). a). a) opp. = ribbe ribbe = ribbe = 8 cm inh. = ribbe ribbe ribbe = ribbe =.78 cm opp. = 00 0 + 0 + 00 = 7.900 cm inh. =

Nadere informatie

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Oppervlakte ruimtelijke figuren Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Esther van Meurs 22 march 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/98805 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 - REKENEN Les 2.3.7 Probleemoplossend Rekenen Hoofdstuk 13 - VANDAAG Studiewijzer Terugblik Probleemoplossend Rekenen Tijd om te oefenen Opgaven Proefexamen STUDIEWIJZER 2.3.2 Lengte en Oppervlakte 2.3.3

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen.

Nadere informatie

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Oppervlakte ruimtelijke figuren Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Esther van Meurs 22 maart 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/98805 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen Kern Prisma en cilinder a De inhoud is G h=,5 = 4,5cm. b Die inhoud is even groot. a De inhoud is G h= ( 4) 8 = 64 cm b Op iedere hoogte geldt dat de doorsnede van het rechte prisma dezelfde oppervlakte

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.

Nadere informatie

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot

Nadere informatie

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 Meetkunde MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 LOCATIE: Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal DOMEINEN: Bouwkunde, Werktuigbouw, Research Instrumentmaker LEERWEG: BOL - MBO Niveau 4 DATUM:

Nadere informatie

04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen

04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen hoofdstuk 0 eetkunde bladzijde 06 e schuine muren aan de benedenkant van de woning. e vloeren en de plafonds zijn regelmatige zeshoeken of regelmatige driehoeken. ovenaanzicht:. Uitslagen bladzijde 08

Nadere informatie

Les 1 Oppervlakte driehoeken. Opl. Les 2 Tangens, sinus en cosinus. Aantekening HAVO 4B Hoofdstuk 2 : Oppervlakte en Inhoud

Les 1 Oppervlakte driehoeken. Opl. Les 2 Tangens, sinus en cosinus. Aantekening HAVO 4B Hoofdstuk 2 : Oppervlakte en Inhoud antekening HVO 4B Hoofdstuk 2 : Oppervlakte en Inhoud Les 1 Oppervlakte driehoeken Oppervlakte driehoek = ½ basis hoogte Oppervlakte parallellogram = basis hoogte Oppervlakte trapezium = ½ (basis + top)

Nadere informatie

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden Deel 1 Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden 1. Bereken de inhoud van de volgende twee afgeknotte figuren. 2. Hiernaast zie je een afgeknot zeszijdig prisma. Het grondvlak is een regelmatige zeshoek met

Nadere informatie

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan. Gevaar op zee Schepen die elkaar te dicht naderen worden gewaarschuwd door de kustwacht. Wanneer schepen niet op zo n waarschuwing hebben gereageerd, stelt de Inspectie Verkeer en Waterstaat een onderzoek

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-GL en TL 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift

Nadere informatie

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte Aanzichten en inhoud vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte 1 Verantwoording 2015, SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Dit lesmateriaal is ontwikkeld in het kader van de nieuwe

Nadere informatie

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Indien van toepassing: schrijf je berekening op. Tekening altijd met geodriehoek en potlood. Omtrek rechthoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Piramides - uitwerkingen

Hoofdstuk 3 - Piramides - uitwerkingen Wiskunde Leerjaar 1 - periode Ruimtemeetkunde Hoofdstuk - iramides - uitwerkingen 1. iramide Hiernaast staat een regelma/ge vierzijdige piramide met (dus) een vierkant grondvlak. e hoogte van deze piramide

Nadere informatie

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Stap 1: Ga naar   Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden. Stap 1: Ga naar www.wiskundewereld.be/bzl-ruimtemeetkunde.html Stap 2: Klik rechts op de witte knop. Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden. Stap 4: Links zie je waar je je in

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 1 donderdag 16 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde B Het enige wat je weggooit is de verpakking

Praktische opdracht Wiskunde B Het enige wat je weggooit is de verpakking Praktische opdracht Wiskunde B Het enige wat je weggooit is de verpakking Praktische-opdracht door een scholier 1818 woorden 11 juni 2004 5,5 38 keer beoordeeld Vak Wiskunde B Inleiding Deze Praktische

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II Eindeamen wiskunde 1- havo 00-II Lichaam met zeven vlakken In figuur 1 is een balk D.EFGH getekend. Het grondvlak D is een vierkant met een zijde van cm. De ribbe G is cm lang. Door uit de balk de twee

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2014 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3 Oefentoets Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (017/018) Periode: 3 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine en een tabellenboekje is toegestaan. Geef je antwoord alljd

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVEZICHT FOMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2017 tijdvak 1 woensdag 17 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.

Nadere informatie

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2. Kaas Op foto 1 zie je drie stukken kaas. Het zijn delen van een hele, ronde kaas. Het grootste stuk is precies de helft van een hele kaas. Deze halve kaas heeft een vlakke zijkant. De vorm van de vlakke

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 009 tijdvak woensdag 4 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

oppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte

oppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte Examen Wiskunde VMBO-GL en TL 2007 wiskunde CSE GL GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud Les 1 Aant. 2.1 Oppervlakte van vlakke figuren Theorie A: Oppervlakte van vlakke figuren Oppervlakte driehoek = ½ zijde bijbehorende hoogte Oppervlakte parallellogram

Nadere informatie

Glazen, kokers en tennisballen

Glazen, kokers en tennisballen Glazen, kokers en tennisballen Door: Famke Michielsen, Frédérique Mulder, Maud de Ruiter en Mila Smit Utrechts Stedelijk Gymnasium 1 Inhoud Voorwoord Instapopdracht 1 Instapopdracht 2 Verkenning van eindopdracht

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de

Nadere informatie

EXAMEN SCHAKELCURSUS MIDDELBARE LASTECHNIEK WISKUNDE 2010

EXAMEN SCHAKELCURSUS MIDDELBARE LASTECHNIEK WISKUNDE 2010 EXAMEN SCHAKELCURSUS MIDDELBARE LASTECHNIEK WISKUNDE 010 Datum: 13 januari 010 Aantal opgaven: 6 Beschikbare tijd: 100 minuten De maximale score is 90 punten, vooraf 10 punten: totaal 100 punten. Aantal

Nadere informatie

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud Piramide (bewerking van opgave uit CE vmbo-gtl wis 2009-II) Hierboven is een piramide getekend. Het grondvlak ABC is een gelijkzijdige driehoek met zijden van 6,5 cm. De top T van de piramide ligt recht

Nadere informatie

sfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur.

sfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur. SFEERLICHT Op de foto hieronder zie je een houder waarin een sfeerlichtje zit Deze sfeerlichthouder heeft de vorm van een prisma met een gelijkzijdige driehoek als grondvlak 2p 1 Op de foto hieronder zie

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde 1, (nieuwe stijl) Eamen HV Hoger lgemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak Woensdag 18 juni 1.0 16.0 uur 0 0 Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen; het eamen bestaat uit 18 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. xamen VMO-GL en TL 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CS GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten

Nadere informatie

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β. 1 Synthetische RM 1. (a) Geef de definitie van de loodrechte stand van twee vlakken. (b) Geen stellingen die voorwaarden uitdrukken opdat twee vlakken orthogonaal zijn. (c) Steun op 1a of 1b om te bewijzen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-1.30 uur WISKUNDE CSE GL EN TL WISKUNDE VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een uitwerkboekje. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Homogene groepen, de balk

Homogene groepen, de balk Volgende week mag je zelf een les van ongeveer 20 minuten geven aan je medeleerlingen over de balk, cilinder of kegel. Een goede les bevat veel leerlingactiviteit. Zorg er dus voor dat je je leerlingen

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMO-GL en TL 2007 tijdvak 1 woensdag 30 mei 13.30-15.30 uur wiskunde SE GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-L en TL 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE L en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld. Windenergie Er wordt steeds meer gebruikgemaakt van windenergie. Hoewel de bijdrage van windenergie nu nog klein is, kan windenergie in de toekomst een grote bijdrage aan onze elektriciteitsvoorziening

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo II

Eindexamen wiskunde B havo II Tonregel van Kepler In het verleden gebruikte men vaak een ton voor het opslaan en vervoeren van goederen. Tonnen worden ook nu nog gebruikt voor bijvoorbeeld de opslag van wijn. Zie de foto. foto Voor

Nadere informatie

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Junior College Utrecht Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Versie 2 September 2012 Een project (ruimte-)meetkunde voor vwo-leerlingen Geschreven voor het Koningin Wilhelmina College Culemborg

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2017 tijdvak 2 maandag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

oppervlakte grondvlak hoogte

oppervlakte grondvlak hoogte OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 72 punten te behalen.

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur Examen HVO 2013 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2013 tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 20 tijdvak 2 woensdag 22 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

3 maximumscore 6 De hoogte van het grondvlak van het prisma met de stelling van Pythagoras berekenen: (10. 1 x 8,6 x 10= ) 43,30 (cm 2 ) 1

3 maximumscore 6 De hoogte van het grondvlak van het prisma met de stelling van Pythagoras berekenen: (10. 1 x 8,6 x 10= ) 43,30 (cm 2 ) 1 BEOORDELINGSMODEL vmbo wiskunde 003 tijdvak. SFEERLICHT maximumscore 60( ) maximumscore 3 De oppervlakte van het grondvlak van het ronde gat is (π x,9 =),34 (cm ) De inhoud van het ronde gat is (, x,34

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk. Praktische-opdracht door een scholier 2910 woorden 3 mei 2000 5,2 46 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde A1 - Praktische Opdracht Hoofdstuk 2 1. Inleiding We hebben de opdracht gekregen een praktische

Nadere informatie

en een punt P BC zodat BP 2. CB.

en een punt P BC zodat BP 2. CB. Oplossingen E F G H Gegeven is de kubus A C D en een punt P C zodat P C a) epaal het snijpunt van de rechte PH met het voorvlak AFE van de kubus De rechte PH ligt in het diagonaalvlak EHC van de kubus

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 1 woensdag 17 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten

Nadere informatie

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2 Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = diameter oppervlakte cirkel = straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten

Nadere informatie

7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3.

7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3. Deze toets bestaat uit 10+ opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 8 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting

Nadere informatie

OVERZICHT FORMULES: Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2005 - II. omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

OVERZICHT FORMULES: Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2005 - II. omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

5,7. Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april keer beoordeeld. Wie was Pythagoras?

5,7. Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april keer beoordeeld. Wie was Pythagoras? Profielwerkstuk door een scholier 2227 woorden 8 april 2005 5,7 186 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wie was Pythagoras? Pythagoras was een Griekse wijsgeer die rond 575 voor Christus leefde. Zijn vader was

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 7 punten

Nadere informatie

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

6.1 Rechthoekige driehoeken [1] 6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;

Nadere informatie

Cijfer=aantal behaalde punten : 48 x 9 + 1

Cijfer=aantal behaalde punten : 48 x 9 + 1 Vestiging Westplas Mavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S05 herkansing toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 48 punten cesuur : 24 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 1 maandag 21 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten

Nadere informatie

Caspar Bontenbal april 2015 WISKUNDE & KUNST. Eindverslag

Caspar Bontenbal april 2015 WISKUNDE & KUNST. Eindverslag Caspar Bontenbal 0903785 24 april 2015 WISKUNDE & KUNST Eindverslag Table of Contents Les 1 - Introductie wiskunde & kunst... 2 Opdracht 1.1... 2 Opdracht 1.2... 2 Les 2 - Wiskunde met Verve bloemlezing

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek).

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek). Uitwerkingen wizprof 08. C De derde zijde moet meer dan 5-=3 zijn en minder dan 5+=7 (anders heb je geen driehoek).. C De rode ringen zitten in elkaar, de groene liggen onder de rode ringen en zijn er

Nadere informatie

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen A. Cooreman Ink ijke xe mp la ar MV 3D volume, constructies en problemen Leerjaar kk Groep 2 Remediëring 1 3 2 3 Naam: D/201/13280/ ISBN 9 7892 18 i.s.m 7 8 Klas: digitaal Legende iconen Leer dit vanbuiten.

Nadere informatie