Computerprogramma PPS, dd. 10 januari 2005

Transcriptie

1 Computerprogramma PPS, dd. 10 januari 2005 Inleiding Het computerprogramma PPS is een Excel-applicatie waarmee competenties geïnventariseerd en geoperationaliseerd kunnen worden. Voor elke toegevoegde competentie wordt een apart werkblad aangemaakt. Competenties kunnen op elk moment aangevuld en/of aangepast worden. Met de geoperationaliseerde competenties kunnen deelnemers aan het onderwijs beoordeeld worden op hun prestaties op assessment-taken. Selectiemenu Met Ctrl-S kan een selectiemenu worden opgeroepen, waarmee alle functionaliteiten van het programma kunnen worden benaderd: In het linker gedeelte kan een competentie worden geselecteerd, om die vervolgens te beoordelen, aan te passen of te verwijderen. Hieronder wordt dit verder besproken. In het rechter deel van het venster staan de overige opties, die hieronder stuk voor stuk worden toegelicht. Handleiding PPS - p. 1 / 7

2 Competentie toevoegen Na deze keuze verschijnt het volgende schermpje: Na het ingeven van de naam en een klik op OK wordt een kopie gemaakt van een format-werkblad, dat er zo uitziet: Competentie Schaallengte aspecten: Schaallengte indicatoren: A Beoordelingsaspect B Beoordelingsaspect C Beoordelingsaspect D Beoordelingsaspect 5 Indicator E Beoordelingsaspect F Beoordelingsaspect Grenswaarde De naam van de competentie is default gelijk aan die van het werkblad (vandaar die limiet van 30 tekens) maar kan in het blad zelf ruimer worden omschreven. De schaallengtes van de beoordelingsaspecten en de indicatoren moeten worden gespecificeerd middels twee vervolgkeuzelijstjes (rolmenu, pulldownlist). Hierbij wordt gecontroleerd of deze schaallengtes niet te veel van elkaar verschillen, in welk geval een foutmelding verschijnt. Handleiding PPS - p. 2 / 7

3 Standaard wordt ruimte geboden voor 6 beoordelingsaspecten met elk 4 indicatoren. Met Ctrl-B resp. Ctrl-I zijn deze aantallen uit te breiden (tot een maximum van 12 beoordelingsaspecten per competentie en 12 indicatoren per beoordelingsaspect): op de plek waar de cursor staat, wordt een nieuwe rij aangemaakt; met Ctrl-X kunnen ook rijen verwijderd worden. In beide gevallen wordt de nummering van aspecten en indicatoren bijgewerkt. In de kolom grenswaarden moeten per aspect de grenswaarden worden ingevoerd; er is een speciaal werkblad als hulpmiddel voor het berekenen hiervan (zie onder). De grenswaarde is een kritische score waarmee de behaalde score op een beoordelingsaspect vergeleken kan worden. Het is de kwantitatieve representatie van de juist toereikende prestatie. Deelnemers beheren Er is een apart werkblad waarin de deelnemers kunnen worden opgegeven. Er zijn twee knoppen om rijen toe te voegen en eventueel te verwijderen: Deelnemerslijst 1 Annemieke Arends 4 2 Boudewijn Buch 3 3 Christoffel Columbus 1 4 Dorus Driepinter 0 5 Evert van Entum 0 6 Frits Flinkevleugel 0 7 Geert Groote 0 8 Hendrik Haan 0 9 Irina Intveld 1 10 Jan Jansen Toevoegen Verwijderen In de eerste kolom staat een volgnummer, dat bij toevoegen of verwijderen van rijen automatisch aangepast wordt; in de kolom achter de namen is te lezen op hoeveel competenties de desbetreffende deelnemer inmiddels beoordeeld is. De koppeling tussen deelnemer en competentie wordt gelegd op het moment dat die deelnemer voor de eerste keer op die competentie beoordeeld wordt en de scores daadwerkelijk worden opgeslagen. In een apart werkblad wordt hiervoor één rij gereserveerd. Bij een volgende beoordeling van dezelfde deelnemer op dezelfde competentie wordt die rij aangevuld met de nieuwe data. Handleiding PPS - p. 3 / 7

4 Deelnemersrapportage Van een individuele deelnemer kan een rapport worden aangemaakt, waarin zijn prestaties op de diverse competenties overzichtelijk worden gepresenteerd: Deelnemer: Annemieke Arends Beoordelingsaspecten Competentie A B C D E F G H I J K L Planmatig georganiseerd werken 4,5 3,5 3,5 Communiceren en presenteren 3,0 2,0 4,0 3,0 1,0 1,0 4,0 Info verwerven en verwerken Samenwerken 2,0 4,0 3,0 Evalueren en reflecteren 3,0 1,0 In de cellen Planmatig staan en de gemiddelde Communiceren scores en per beoordelingsaspect, Info verwerven en zoals deze zijn opgeslagen georganiseerd in het werken data-werkblad. presenteren Waar die lager zijn dan verwerken de grenswaarde, worden deze scores rood gemarkeerd. Samenwerken Competentierapportage Op soortgelijke wijze kan van een bepaalde competentie een overzicht worden gemaakt, waarin alle deelnemers zijn terug te vinden met hun gemiddelde scores op de beoordelingsaspecten van die competentie. Onvoldoende prestaties worden wederom rood gemarkeerd: Competentie: Planmatig georganiseerd werken Beoordelingsaspecten Deelnemers A B C D E F G H I J K L Annemieke Arends 4,5 3,5 3,5 Boudewijn Buch 4,0 4,0 4,0 Christoffel Columbus Dorus Driepinter Evert van Entum Frits Flinkevleugel Geert Groote Hendrik Haan Irina Intveld Jan Jansen Handleiding PPS - p. 4 / 7

5 Naar portfolio terugkeren Wanneer je via het linkerdeel van het selectie naar een competentie gaat om deze te beoordelen, wordt het veld waarin de deelnemer gekozen kan worden leeg gemaakt. Vervolgens moet een deelnemer gekozen worden, waarna diens scores worden opgehaald. Dit is onhandig als je met dezelfde deelnemer en dezelfde competentie verder wilt gaan. Om terug te keren naar het portfoliowerkblad (bijv. na het bekijken van een rapportage) zonder dat je opnieuw een leerling moet selecteren, is deze functie toegevoegd. Grenswaarden bepalen Zoals eerder gemeld, is een rekenhulpje toegevoegd om de grenswaarden te bepalen. Wanneer je dit met een aantal mensen doet, wordt hier eenvoudig het gemiddelde berekend: Grenswaarden bepalen beoordelingsaspecten assessor grenswaarde: Handleiding PPS - p. 5 / 7

6 Beoordelen Wanneer de verschillende competenties zijn aangemaakt en de deelnemers zijn ingevuld, kunnen prestaties op assessment-taken op systematische wijze gescoord worden. In het selectiemenu zijn alle (maximaal 12) werkbladen met competenties zien. Het portfolio-werkblad wordt nu getoond, met bovenin de naam van de geselecteerde competentie: Beoordelingsportfolio Planmatig georganiseerd werken Randvoorwaarden: School Hogeschool Harderwijk Minimum aantal bewijsstukken: 4 0 Docent F. Alsvanouds Minimum aantal bewijsstukken gebaseerd op 'hands-on'-methode: 2 0 Deelnemer Maximale ouderdom van de bewijsstukken in maanden: 12 0 beoordelingsaspecten bewijsstuk datum assessmentmethodiescore standaard resultaat totaal- horizontale assessor A B C D E F G H I J K L 1 0 0, , , , , , , , , , , ,0 gemiddelde score per aspect grenswaarde resultaat 3,0 3,0 3,0 Scoren Opslaan Zoals gezegd, kan een competentie met maximaal 12 beoordelingsaspecten geoperationaliseerd worden. Hoeveel beoordelingsaspecten voor een bepaalde competentie gebruikt worden, is in één oogopslag te zien aan het onderscheidend kleurgebruik in het werkblad: de lichte kleur is een aanwijzing voor een geactiveerd beoordelingsaspect. In het hierboven afgedrukte voorbeeld zijn drie beoordelingsaspecten actief. Wanneer je met de muis over de cellen met een lichte kleur gaat, worden de omschrijvingen van de verschillende beoordelingsaspecten zichtbaar. Onderin zijn de respectievelijke grenswaarden ingevuld. Achter het vakje deelnemer zit een vervolgkeuzelijst, waaruit een deelnemer gekozen kan worden. Als er van deze deelnemer al scores bekend zijn, worden die opgehaald uit het werkblad met data waarin per competentie per kandidaat in één rij (record) alle scores zijn vastgelegd. Om een prestatie te scoren op een beoordelingsaspect, wordt de dienovereenkomstige witte cel onder dat beoordelingsaspect geselecteerd. Als vervolgens op de knop "Scoren" geklikt wordt, verschijnt een formulier met alle indicatoren van het geselecteerde beoordelingsaspect. Achter elke indicator wordt een schaal getoond met de eerder opgegeven schaallengte voor de indicatoren: minimaal 3 en maximaal 7 scoreposities (radiobuttons). Als de schaal niet de maximale lengte heeft, worden de overige radiobuttons gedeactiveerd. Handleiding PPS - p. 6 / 7

7 Voor de betekenis van de geactiveerde scoreposities moet teruggegrepen worden op een handleiding. Bij de indicatoren die geobserveerd zijn, kan een score worden toegekend. Met de nvt-button kan een ten onrechte toegekende score weer ongedaan gemaakt worden. Met "Wissen" wordt het hele formulier leeggemaakt en met "Annuleren" wordt het beoordelen afgebroken. Na een klik op OK worden de scores op de beoordeelde indicatoren omgezet naar een score op de gebruikte schaal van het betreffende beoordelingsaspect. Joost Schotten Arnhem, 10 januari 2005 Handleiding PPS - p. 7 / 7